LEEKEPREEKEN s s; Jt MOEDER EN KIND Prikkeldraad Stuurlui aan den wal DE INTERPELLATIE-KUPERS Het antwoord der Regeering Ij* Open ingsplech tigheid VOLKSKRACHT Pijnlijke noodzaak Cd ZATERDAG 18 JUNI V «en ^Ut: Vö^ordt met een luchthartigheid ge etl alsof daaromtrent geen duidelijke Oo^hihe leer bestond. Maar het is evenzeer de vraag en een LOTING VOOR DEN DIENSTPLICHT Gerrit William Wouters getrokken DE BEDEVAART NAAR SINT ADELBERT Geen audiëntie Sterke gezinnen zijn de pijlers voor een gelukkige en gezonde maa tschapp ij Openingsrede prof. v. Rooy Wat de tentoonstel ling leert! Prof. dr. A. H. M. J. van Rooy Dank aan Antwerpen OP HET BINNENHOF Minister Ruys hing een pikzwart beeld van den crisis toestand op Somber beeld Wat Kupers wil Voor rechtvaardigheid Motie-Cramer verworpen Eén zoo'n dagje!... De volkskracht der moeder Rede burgemeester Minister Verschuur opent NIEUWE REGELING DER PACHT 444. SOCIALISTISCHE INFECTIE een groote, algemeene en ook zeer '■iPelijke fout, dat men bij de woorden alist en socialisme uitsluitend denkt de leer van Marx en de aanhangers j> s°ciaal-democratische arbeiderspartij. allereerste waaraan men in ieder geval laten 'S aan polit'iek- Daar is in de laatste Wel eenige verandering in gekomen, socialistische zijde is wel altijd be- tgtrd, dat godsdienst met socialisme niets genaken had; dat men gerust katholiek, l6,.eforiheerd, Israëliet of wat ook en te- ^'Ikertijd socialist kon zijn, maar door u ^chen, die hun geloof beleden en be- 6eh werd aan die praatjes nooit waarde ï0c®cht; men luisterde er nauwelijks naar. ging het socialisme door met de Jesten te infecteeren. Hoevelen om ons «ij °hs eigen vaderland te bepalen wer- hiet verleid om tot een zoogenaamd w 'raal vakverbond toe te treden, dat in ^lijkheid niet anders dan socialistisch ttlS' Geen vermaningen, waarschuwingen Uj, zelfs strafbedreigingen van de kerke- e °verheid vermochten hen tot andere achten te brengen. Dat was al reeds i sterk bewijs van de socialistische zuig- vQ Een ander is de openlijke prediking. ^°ral in Duitschland, door van-huis-uit lja zelfs naar eigen overtuiging goede v kolieken, dat katholicisme en socialisme ajsoed vereenigbaar zijn. Men begon van j^Qliek-socialisme te spreken en te eel|riiVen de hoogste kerkelijke macht onomwonden veroordeeling van een s Olijke combinatie van begrippen uit hak. lt en veel meer wijst op een zeer ver- barbare geestesverwarring, eenzelfde als fc b-v. in de geschiedenis van .het libera- l/116 hebben waargenomen. De liberale 6 begon met de staatkunde, beheerschte bra het maatschappelijk leven ten op- o van de arbeidsverhoudingen; drong tot de universiteiten en had weldra geheele samenleving aangevreten. Va rPe geesten zagen het groote gevaar deze infectie en waarschuwden. Zij ^esten daarvoor dikwijls en zeer tegen Ij^11 zin aan geloofsgenooten hun libera- verwijten. Hoevelen waren er niet e Zich vroom in huis en in de kerk ge- L°egen, maar heel hun handel en wandel kanshuis en buiten de kerk door de Vle be6rscllende liberale opvattingen lieten dj kalen. En toch gevoelden zij zich belee fd- wanneer men hen liberaal noemde: b" eenzelfde stadium is onze samenleving t. aps met de socialistische infectie ge- eh. Men kan dagelijks menschen uit V" kringen en klassen ontmoeten, die fjSens eigen overtuiging in hart en nie- t|. katholiek zijn en die in ieder woord jj, zij spreken, blijken besmet te zijn met a socialistischen geest. Wij zeggen wel- st: uit alle kringen en klassen. Even- bj? 1.1. het liberalisme indertijd evengoed ty1 den kleinen burger als bij den groot- g^gever en universiteits-professor werd :;QV°hden, zoo hoort men tegenwoordig fatalistische klanken evengoed uit den V^d van een christelijken arbeider als een boer, een middenstander en een 1 ademisch gevormde. Ja, het bijna onge le Olijke verschijnsel doet zich voor, dat ,s°mmige landen de officieele politieke v 'alistische partij onderligt en over- 'jrsjCht en onderdrukt wordt door een s^ere, die zich anti-socialistisch noemt N die de ergste socialistische ketterijen 'reht wezen, doel van den staat, t^ent eigendom en persoonlijke vrijheid tfj een nieuw, gevaarlijk staatssocialisme bj een anderen naam en met enkele dwe begrippen heeft samengebrouwen. 6 socialistische levensopvatting, geba lk, rd op de verlokkelijke maar verderfe- b theorie, dat de samenleving door op- b Jihg van den persoonlijken eigendom °m te vormen tot een paradijs van j. rdsch geluk, die nieuwe levensleer heeft (v 6tlla,ng gerukt aan de oude, christelijke attingeh van gezag, privaat eigendom 0^ aan de berusting in de onafwendbare VQ, 0löiaaktheden der maatschappij, ge- van zondenschuld. Zoolang echter een V welvaart zonder volledige toepassing L socialistische theorieën was te hand- bjo eil> vond de roode leer bij zeer velen k ar een half oor. Onbewust werden wel opgenomen, maar zij vonden nog Warende stoffen in een oude, diep ge- «lis overtuiging. Een tijd van econo- j^, cbe depressie, als wij echter de laatste bebben doorgemaakt, stelt de kracht btQ christelijke convictie op een zware En dan blijkt, hoe erg de roode ^6dCtie het onderbewustzijn van menigeen s heeft aangetast. Bij de zwakheden het heerschende maatschappelijk stel- men oh christelijken mond uitin- V6 die weinig of niets van socialisme S°hiUen. e,et zou niet moeilijk zijn om uit een tia,, s Pitingen van katholieke schrijvers in W 6n w?ekbladen, uit debatten en moties «at pr°testvergaderingen, aan te toonen, het juiste begrip van gezag bij velen ^vrr is te loor gegaan. Er wordt niet aagd maar geëischt en bedreigd zonder de mogelijkheid van het geëischte jjj de oogen is gezien. «kiq anders is het gesteld met tal van *it j^h' die men omtrent het privaat be- ah hooren. Dat twee derden van het 0„naal vermogen is verloren gegaan en 1$ resteerende nauwelijks in staat is om hjq algemene lasten uit een welvarend berij te schragen, wordt over het hoofd 'tb Sen, die het bezit in wezen aantas- heff, heil te houden. Over belastingen en i... Nh*1 door den eisch om het leven op het in den toon, waarin katholieken en over elkaar schrijven is den laat- sten tijd een klank te beluisteren, die van christelijke naastenliefde niets meer, maar van socialistische uitdrukkingswijze alles heeft. Het zou ons echter te ver voeren op al deze verschijnselen in te gaan. Wij willen ons tot het voornaamste en meest spreken de bepalen, n.l. de onmiskenbare wijze, waarop de katholieke mentaliteit geleden heeft van de infectie van den klassenstrijd. Zooals de liberaal uit alles te kennen was en is door zijn overdreven verheerlijking van het individu, zoo ontpopt zich de socialist ten allen tijde door zijn eenzijdig opkomen voor ééne klasse der maatschappij ten koste van alles en iedereen. En gelijk het liberalisme zijn stelsel verdedigde door te zeggen, dat met de verheffing van het individu -de geheele samenleving weer gezond zou worden, zoo beweert de socia list even verkeerd, dat de eenzijdige behar tiging van wat hij noemt de „arbeiders klasse" een nieuwe, gelukkige maatschappij zal maken. Het liberale individualisme heeft de samenleving versplinterd en het grofste egoïsme in den bestaansstrijd tot beginsel gemaakt. Het socialisme stelde daartegen over den klassenstrijd. Hiermee kwam het verderfelijke beginsel van het groepsbelang tegenover het algemeen belang in de wereld en aan dat kwade princiep heeft helaas ook onze christelijke samenleving zich niet kunnen onttrekken. De klassenstrijdge dachte hoezeer ook met de lippen ver oordeeld heeft duizenden onder ons geïnfecteerd, zooals eertijds het indivi dualisme ontelbare liberaal-katholieken beheerschte, zonder dat zij er zich van bewust waren. In ons sociale leven staan de groepen practisch helaas maar al te vaak als vijanden tegenover elkaar. De strijd om het groepsbelang maakt de oor spronkelijke organisatiegedachte van Leo XIII tot een paskwil. De Groote Paus van het sociale leven wilde de standen samen brengen in eigen vereenigingen, opdat zij daar vooreerst hun geestelijke belangen zouden behartigen; vervolgens zich zouden bekwamen in hun eigen vak en door studie en alle deugdelijke middelen hun stand en standgenooten omhoog zouden brengen. Ten slotte zouden in de vakorganisaties ook de speciale vakbelangen met inachtneming van alle voorschriften der christelijke rechtvaardigheid en naastenliefde behar tigd worden. Wie den geest van Leo's encyclieken en van diens opvolgers kent, weet echter maar al te goed, dat met den oproep tot organisatie en het samenbren gen der standen in eigen vereenigingen niet anders bedoeld was dan te komen tot een organischen opbouw der maatschappij en een verzoening en samenwerking der verschillende groepen, in lijnrechte tegen stelling met het eenzijdige streven der socialisten. En wat komt er nu practisch van dit ideaal terecht, nu de tijden ongunstig zijn en economische nood een ieder tot sober heid dwingt, velen tot armoede voert? 't Is niet moeilijk om in tijden van welvaart het beginsel hoog te houden. Neen, wan neer er moeilijkheden te overwinnen zijn en het principe offers gaat kosten, dan eerst toont zich de man van overtuiging. Helaas moeten wij erkennen, dat in deze tijden van economischen nood het klas- senstrijdbeginsel van de socialisten bij zeer velen onder ons sterker gewerkt heeft dan de christelijke solidariteitsgedachte. Wan neer in een fabriek de arbeiders voor de keuze gesteld worden: öf wel ontslag aan een deel, óf wel inkrimping der arbeids uren voor allen, dan wordt er geen oogen- blik geaarzeld en luidt de beslissing: liever ontslag voor een deel dan vermindering van een klein percentage der inkomsten voor de anderen. Dat gebeurt ook daar, waar meerendeels christelijke en katho lieke arbeiders werkeri. Wat er individueel te constateeren valt, ziet men evenzeer in organisatie. Boeren, middenstanders, arbei ders, werkgevers, zij vechten in eigen vereeniging enkel en uitsluitend voor het eigen belang, desnoods bewust tegen de belangen van een anderen stand en zonder ook maar eenigszins rekening te houden met het algemeen belang. Dat door deze kortzichtigheid de ellende hoe langer hoe grooter wordt en de oplossing van de eco nomische crisis er slechts door wordt ver traagd, willen wij in het midden laten. Principieel is er maar heel weinig verschil tusschen christenen en socialisten, wanneer de bestaansstrijd op een dergelijke wijze wordt gevoerd. Dat is het maar, wat wij wilden betoogen. Wie deze en dergelijke verschijnselen objectief beschouwt, zal moeten toegeven, dat de socialistische in fectie verderfelijk onder ons gewerkt heeft. Over het groote gevaar van de helaas ook onder ons levende klassenstrijdgedach te willen wij een volgenden keer nog iets zeggen en dan tevens wijzen op den ande ren weg, die ons voeren moet naar een eigen, christelijke cultuur. HOMO SAPIENS. De taak der Regeering is in dezen tijd van economischen nood verre van benij denswaardig. Men gaat tegen haar te keer, alsof aan haar de crisis-miserie te wijten zou zijn, en alsof zij voor haar genoegen maatregelen zou nemen, welke door de schrikbarende malaise op elk gebied worden geboden. Het spreekt vanzelf, dat men van mee ning verschillen kan over de vraag, welke maatregelen onder de gegeven omstandig heden de beste zijn. zeer groote of zij die zoo geweldig op de Regeering afgeven, 's lands welvaart beter zouden dienen, indien zij de verantwoorde lijkheid droegen voor den gang van zaken en het bezweren der moeilijkheden. Regeeren is iets anders, dan agitatie ver wekken, hooge eischen stellen en dreunende redevoeringen houden. Dit laatste vereischt alleen vaardigheid van tong. Maar geen verstandig mensch zal ook maar één oogenblik kunnen gelooven, dat woorden-virtuositeit en de prediking van 't z.g. „evangelie der ontevredenheid" ons van de crisis zullen verlossen. Nimmer waren de stuurlui aan den wal, die het altijd het best en beter weten, zoo talrijk als tegenwoordig. Maar met zulke stuurlui wordt geen enkel schip bestuurd, en zeker niet het schip van Staat in veilige haven gebracht. P. S. In de Weeskamer op het Binnenhof te 's Gravenhage heeft Vrijdagmiddag de loting plaats gehad voor de dienstplichtigen der lich ting 1934. Bü deze loting werd gebruik gemaakt van het Amsterdamsche register van een vroegere lichting en in de lotingstrommel bevonden zich evenveel nummers als personen in dit register voorkomen. Getrokken werd no. 6298, welk nummer in het register correspondeerde met den naam Wouters, Gerrit William, geboortedatum 7 Juni. In elke gemeente of groep van gemeenten (sommige gemeenten zijn voor de aanwijzing van dienstplichtigen tot een groep vereenigd) vangt de aanwijzing van de dienstplichtigen voor de lichting 1934 dus aan bij bovenge- noemden naam in de voor die lichting be stemde registers en wanneer die naam daarin niet mocht voorkomen, bij den alphabetisch onmiddellijk daarop volgenden naam. De minister van Defensie woonde de loting bij. Evenals vorige jaren zal de nachtelijke bede. vaart naar het graf van Sint Adelbertus te Egmond-Binnen weer plaats hebben in den nacht van Zaterdag op Zondag na het feest van den Kennemer geloofsverkondiger. De deel. nemers aan den tocht gaan met den trein van 23.30 (half tw£u.lf) van Amsterdam C.S., om 23.48 van Haarlem, naar Santpoort, Van hier gaat de tocht te voet naar Egmond-Binnen. Daar wordt op den akker de H. Mis opgedragen door Prof. Henneman van het Groot-Seminarie Warmond. De pelgrims zingen de Mis van den dag: (6e Zondag na Pinkster, Kyriale: 9e Mis). Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal tot nadere aankondiging geen audiëntie ver- leenen. Dezen Vrijdagmiddag te ruim drie uur is in het feestelijk versierde R A. I.-gebouw te Am sterdam in tegenwoordigheid van vele auto riteiten de tentoonstelling „Moeder en Kind" feestelijk geopend. Hunne aanwezigheid hadden toegezegd ZKxc. mr. T. J. Verschuur, de Commissaris der Ko ningin van N Holl., Jhr. mr. dr. A Roëll, bur gemeester W. de Vlugt, de gezanten van Frank rijk, Engeland, Duitschland en België e.a. De voorzitter van het Tentoonstellingsbestuur, professor dr. A. H. M. J. van Rooy, hoogleeraar te Amsterdam, hield de openingsrede. Professor dr. Van Rooy verwelkomde allereerst de verschillende autoriteiten en herinnerde er vervolgens aan dat in 1930 het initiatief tot deze tentoonstelling genomen is door dl'. M. den Har- togh. Van meet af stond vast, dat de tentoon stelling geplaatst zou worden in het kader der Universiteitsfeesten. De tentoonstelling „Moeder en Kind" zou leeren en opvoedend zijn. De groei uit de primitieve mogelijkheden van oudheid en middeleeuwen ot den schat van mo derne middelen, door wetenschap en techniek bedacht, ten bate van gezondheid, opvoeding en algemeene cultuur dat wilde de tentoonstel ling „Moeder en Kind" toonen in zinrijke voor stellingen, en instructieve beelden, in treffende werkelijkheden. Prof. v. Rooy memoreerde dankbaar den steun van Rijk, Provincie en Gemeente ondervonden en dankte de ongeveer 300 medewerkenden voor al ler toewijding. Enkelen hunner noemde hij met name. De vele inzendingen hebben naar doel en we zen plaats gevonden in de 12 verschillende groe pen der tentoonstelling, waarin „Moeder en Kind" in hunne betrekkingen tot elkaar en tot het maatschappelijk milieu, waarin zij in het le ven gesteld zijn „verbeeld" zijn geworden. In ieder deze groepen zijn treffende feiten op aan schouwelijke wijze in het licht gesteld. Het zal b.v. zeker Uw belangstelling wekken wanneer gij in groep I leeren zult dat het aan tal meisjes bij het Hooger Onderwijs en bij de Vakscholen veel sterker gestegen is dan het aan tal jongens; in groep III dat het aantal beval lingen in ziekenhuizen aldoor toenemend is; in groep IV dat in ons land het geboorte-over schot vrijwel gelijk is gebleven; in groep V dat in Amsterdam, dank de voortreffelijke consulta- tiebureaux voor zuigelingen, de daling der zui gelingensterfte grooter is dan ergens anders in ons land; in groep VIII dat het geneeskundig schooltoezicht van de hoogste beteekenis is, wijl RH in Amsterdam in niet minder dan 40 pCt. bij de volledig onderzocht kinderen afwijkingen ge vonden werden; in groep IX datde de echtschei dingen in ons land sterk in frequentie toene men, zoodat elk jaar niet minder dan 3500 min derjarige kinderen bij echtscheidingen zijn be trokken. Ik zou kunnen doorgaan met het noe men van meer voorbeelden, liever roep ik U toe: Zie rond op onze tentoonstelling; veel merkwaardigs zult gij er leeren, vele niet ver wachte inlichtingen zult gij er verwerven kun nen. Het moeizame en moeilijke werk van het ver zamelen en ordenen van alle gegevens in de 12 groepen, waardoor aard en karakter dezer ten toonstelling op zoo bijzondere wijze bepaald wor den, is geheel en ten volle het werk van Dr. Sa- lomonson. Zijn verdiensten voor deze tentoonste-i ling kunnen nauwelijks hoog genoeg gewaar deerd worden. Met groote waardeering gewaagde prof. Van Rooy ook van de medewerking uit het buiten land: uit Engeland (Londen), uit Amerika (Boston), uit Frankrijk (Parijs), uit Duitsch land (Dresden) en uit België (Antwerpen). Ten aanzien der Belgische inzending zeide spr.: Aan België en dan in het bijzonder aan de stad Antwerpen danken wij nagenoeg de geheele inzending der folklore-afdeeling, af komstig uit het onder leiding van dr. Victor de Meyere staande bekende museum aldaar. De Minister van Staat, burgemeester Frans van Cauwelaert, gaf ons op ons eerste verzoek daartoe zijn onbeperkte medewerking en steun. Ik betreur ten zeerste, dat hij niet in staat was deze openingsplechtigheid bij te wonen. Ik weet hoe gaarne hij, goed vriend van Nederland en bovenal ook goed vriend van Amsterdam, hier was tegenwoordig geweest. Zullen wij eerst daags, wanneer hij zijn toegézegd bezoek aan de tentoonstelling brengen zal, in de gelegen heid zijn hem voor zijn sympathieken steun te danken, ook hier en heden klinke tot hem een oprecht woord van dankbaarheid en waar deering. DEN HAAG, 17 Juni 1932. In de eerste vier maanden van dit jaar is ten behoeve van de werkloozen uitgegeven een bedrag van ƒ44.881.727.—. Daaronder vallen de kosten van de steunregelingen, de bedragen, besteed aan de werkverschaffingen, de uitkee- ringen van de werkloozenkassen en de som men, door het Rijk betaald. Houdt men daar naast in het oog, dat hierin niet begrepen zijn de bedragen, die de armenzorg vergt, en de steun, verstrekt door de verschillende crisis- comité's, dan kan men slechts bevestigen, dat Minister Verschuur een zeer juiste schatting deed, toen hij in Februari bij de interpeilatie- Hiemstra het bedrag, dat in 1932 in totaal zou noodig zijn voor den allernoodzakelijksten steun aan den behoeftigen evenmensch, op 300 millioen taxeerde. Vandaag heeft Minister Ruys de Beeren- brouck in zijn antwoord op de vragen van den sociaal-democraat Kupers opnieuw met een stortvloed van cijfers een pikzwart beeld ge- teekend van den crisistoestand, die de Regee ring meer en meer gaat nopen, voorzichtiger met het geld te zijn. We zullen eenige van die cijfers noemen. De volledige lijst werd op 's Ministers verzoek in de Handelingen opge nomen en moge van daaruit via de dagblad pers verspreiding vinden onder het Nederland- sche volk. Een zeer scherp beeld geeft de scheepvaart. Waren op 1 Januari 1930 2 schepen opgelegd met een inhoud van 6741 ton, op 1 Juni van dit jaar waren het 143 schepen met een inhoud van 659.577 ton. De zestien voornaamste ree- derijen met een gemeenschappelijk kapitaal van ƒ230.000.000.—, hadden op het eind van 1931 reeds een verlies van 126.000.000.— te boeken. Hoezeer de industrie getroffen is, blijkt uit de cijfers van de te haren behoeve ingevoerde goederen. Btelt men in 1925 den invoer van grondstoffen voor de industrie op 100, dan was hij op 1 Januari 1931 140. doch in April van dit jaar 80. En nog slechter is het met den uitvoer gesteld, waardoor weer onze agra rische bedrijven worden getroffen. Wat ten behoeve van landbouw en veeteelt wordt ge daan, is pas nog gebleken bij den steunmaat regel ten behoeve van de melkveehouders, welke aan het Nederlandsche volk een last oplegt van 100 a 120 millioen. Is het dan wonder, dat de Regeering zich thans nog in meerdere mate dan vroeger voor de pijnlijke noodzaak ziet geplaatst, „neen" te zeggen, omdat zij weet, dat een „ja" onover komelijke gevolgen kan hebben? Minister Ruys heeft met zijn antwoord den interpellant natuurlijk niet bevredigd. Ten aanzien van twee punten naderde die onbe vredigdheid den graad, waarbij een motie on vermijdelijk is. Op de eerste plaats wil de heer Kupers de Kamer doen uitspreken, dat de Regeering de verdeeling van de werkelijke crisisuitgaven zóó regelen moet, dat het Rijk daarvan 5/6 als regel voor zijn rekening neemt. De Minister had de vraag, die deze materie behandelde, van een weigerend antwoord moeten voorzien, daarbij wijzend op de nopdzakelijkheid van bezuinigen, die ook voor de gemeenten bestaat, en de onmogelijkheid, hen maar op groote schaal riemen te laten snijden van Rijksleer. Trouwens, voor sommige gemeenten bedraagt reeds thans het Rijksaandeel 3/4, wat slechts een verschil van 1/12 met den wensch van den interpellant maakt. Op de tweede plaats heeft de heer Kupers weer een motie betreffende het bouwvak, dat de Regeering nog steeds niet als een crisisvak wil beschouwen in verband met de daarin voorkomende hooge loonen. Zij is bereid, ook het bouwvak tegemoet te komen door het op te nemen in de steunregeling en door te zor gen, dat ook daar de kassen weer normaal kun nen functionneeren, zoodra de betrokken par tijen door wijziging van de loonnormen in het collectief contract bereidheid toonen, om mee te werken tot verlaging van den kostprijs. Van haar kant wendt de Regeering reeds krachtige pogingen aan, om de bevroren bouwcredieten te ontdooien. In voorraad heeft de heer Kupers nog een derde motie. Die betreft de verlaging van de steunnormen en zal eventueel later nog worden ingediend, indien de Minister in tweede in stantie zich op dit punt niet duidelijker uit drukt. Toch leek ons 's Ministers antwoord in eersten termijn nogal bevattelijk. En ook Prof. Slotemaker had het gunstig opgevat en ver bond aan 's Ministers mededeeling al een ver wijt aan degenen, die in de pers het bericht omtrent een algemeene verlaging van de steun bedragen hebben gelanceerd. Jhr. Ruys had namelijk verklaard, dat in het algemeen niet tot verlaging zal worden overgegaan. Alleen in incidenteele gevallen zouden uitzonderingen hierop mogelijk zijn. Voor het overige is de Minister ten volle be reid, zoo soepel mogelijk op te treden en door middel van het contact tusschen de commissie uit de vakorganisaties en de afdeelingen werk verschaffing en steunverleening zooveel moge lijk de rechtvaardigheid te betraehten binnen het kader van de mogelijkheden, welke de fi- nancieele toestand open laat. Het rouleersysteem Zoo is hij b.v. van plan om een advies van den N.V.V.-bestuurder van der Walle ter onder vanging van de bezwaren, welke aan het rou leersysteem in de Friesche en Groningsche werkverschaffingen vastzitten, in ernstige studie te nemen. En mochten er in sommige gevallen onbillijkheden ten aanzien van gemeenten of personen zijn begaan, dan heeft men hem daar op slechts te wijzen en zal hij niet nalaten, een onderzoek in te stellen en eventueel voor redres te zorgen. Een staatshypotheekbank vindt de Regeering uit den booze omdat zulk een instelling den kostprijs in de bouwbedrijven kunstmatig op het huidige peil zou houden, wat zij niet in het belang van de volkshuisvesting acht. En evenzeer staat de Regeering sceptisch tegenover al te kunstmatige werkverruiming, die maar de natuurlijke werkgelegenheid aantast. Exportcredietgaranties zijn reeds in een elf tal gevallen tot een bedrag van ƒ210.000.ver strekt. En daarmede zal natuurlijk met de noo- dige voorzichtigheid worden voortgegaan. Maar aan bepaalde ondernemingen ter vergemakke lijking van de aanvaarding van opdrachten rechtstreeks credieteh te verschaffen, wordt weder weinig aanbevelenswaardig geacht. Het leidt tot onoverzienlijke consequenties en het lokt onvermijdelijk eene benadeeling uit van concurreerende ondernemingen. Verkorting arbeidsduur Een vraagstuk dat de volgende week nog wel in den breede zal worden besproken, is de verkorting van den arbeidsduur. Invoering van een 40-urige werkweek wil de' Regeering ge heel aan het bedrijfsleven zelf overlaten. Toch lijkt ons Prof. Slotemaker wees daarop overleg daarover zeer aan te bevelen. Want men schijnt zelfs in sociaal-democratischen kring niet ongeneigd bij invoering der 40-urige werkweek met een verlaging van loon, althans in sommige gevallen, genoegen te nemen in dien zin, dat alleen hetzelfde uurloon moet gehandhaafd blijven. Dan ware toch door een initiatief van overheidswege al behoeft dit dan niet gelijk de heer Kupers schijnt te willen, langs den weg der wetgeving te geschieden, wel een en ander te bereiken op dit gebied. Want het zou toch van ontzaglijke waarde zijn, indien op deze wijze weer een belangrijk percentage arbeiders in het productie-proces kon worden opgenomen. De debatten kwamen overigens heden niet ge heel tot hun recht omdat uit de Kamer niet genoeg over den financieelen kant der verschil lende vraagstukken gesproken werd. Een tweede sociaal-democraat wij meenen: ir. Albarda in eigen persoon zal dit thans nog behande len. En dat is waarlijk noodig. Want aandrin gen op allerlei maatregelen is prachtig, maar komt onmiddellijk in een ander licht, als tege lijk de vraag behandeld wordt, waarvandaan de benoodigde gelden te halen. Dit liet ook de katholieke afgevaardigde Van der Meys na, die het met den heer Kupers ten aanzien van het bouwvak eens was en aandrong op het onder nemen van productief werk, aanleg van ter tiaire wegen bijvoorbeeld. Wèl noemde hij in het algemeen als dekkingsmiddel een belasting op hen, die vrijwel ongedeerd door de crisis ko men. Maar dat is te algemeen geformuleerd. Men behoeft niet met een uitgewerkt wets ontwerp te komen, maar eenige concrete lijnen aangeven van de gedachte heffing en eenige cijfers over haar eventueele opbrengst geven, is toch wel gewenscht. De volgende week brengt hier misschien meer licht. Bij den aanvang der vergadering werd de motie-Cramer inzake uitstel van den kruiser- bouw verworpen met 59 tegen 30 stemmen. Al leen de eenzijdige ontwapenaars steunden haar. Dat de katholieke fractie eenparig tegenstem de, pleit voor Minister Deckers overtuigings kracht. We beleven wèl fraaie en verkwikkende tijden! Wie aan het volk iets goeds, schoons en veredelends te bieden hebben onze kunstenaars worden als bedelaars of nog erger behandeld en lijden gebrek. En niemand 'n koninklijke uitzonde ring daargelaten bekommert zich om hen en hun gebrek. Maar tegelijkertijd buit een onsmake lijke reclame- en sensatiecampagne den volks-„smaak" uit, en bederft dien tot in den grond met bokshelden en danseressen, die koninklijk betaald worden, zóó dat ze met de weelde geen raad weten. Carnera wordt in Rotterdam binnenge haald als een redder van het ontredderde Europa, en de Italiaansche boks-„held" bekent letterlijk in een interview: „Ik reis Dinsdag af naar New York. De reden hiervan is, dat ik te veel drink. Ik heb sinds Januari niet meer behoorlijk getraind en ik heb al mijn tijd doorge bracht in nachtclubs en cabarets. Het resultaat hiervan is, dat ik verweekelijkt ben De reus van Italië, de oude circusknecht en worstelaar kan niet tegen de weelde van de millioenen, die hij bij elkaar heeft gebokst! De „groote" danseres klopt op 't oogen blik weer stapels geld uit de zakken der malaiselijders in Holland; haar triomftocht in Amsterdam zal wel gevolgd worden door een koninklijken intocht in het mondaine Haagje, waar opnieuw hèt krisis-bloedgeld de negerin toevloeien gaat. Onze schilders, onze musici, onze dich ters lijden honger, de bokser en de danseres vergaan vanweelde. Opperste zotheid! Het ware te wenschen, dat zij, die' zich in hun levensleegheid vergapen aan 'n Caranera of 'n Josephine Baker en de op perste zotheid in onzen angstigen tijd met hun moreel zoo zwaar belast geld moge lijk maken, eens één dag het lot moesten deelen van een hongerenden kunstenaar, die voor zijn kunst geen brood kan koopen en tegelijkertijd het over malaise klagende publiek naar boks- en dans-vertooningen toestroomen ziet. Een zoo'n dagje zou hur deugd doen! Hun en onze maatschappij! Nu het werk der voorbereiding voltooid is, moge ik den vurigen wensch van het comité van voorbereiding tot uiting brengen, dat deze tentoonstelling door haar leerend en opvoedend karakter tot heil worde van het Nederlandsche volk. De geestelijke en lichamelijke kracht van een volk zijn in sterke mate gebonden aan de geestelijke en lichamelijke kracht der moeders en der kinderen. Amsterdams groote poëet, Vondel, heeft die waarheid zoo ontroerend vertolkt in deze dichtregelen: „De mensch die, naar het oogh, vergaet, Herleeft, onsterfelijk in zijn zaat. Al schijnt de zerek 't gezicht te hinderen: Men ziet de móeder in haar kinderen." Hij zong ook in zijn „Jephta" zoo treffend van de natuurlijke gehechtheid en toewijding der moeder voor haar kroost. „Een moeder kan misschien haer hart ontbee- ren, Haar eenigh kroost geensins. Hoe sterker die gebondenheid van „Moeder en Kind", hoe inniger en redelijker de weder- zijdsche beïnvloeding, hoe hechter de grond slagen voor het gezin zullen zijn. En sterke ge zinnen zijn de pijlers voor een gelukkige en ge zonde maatschappij. Daartoe bevorderend iets bij te dragen, is de sociale beteekenis van deze tentoonstelling „Moeder en Kind". Burgemeester W. de Vlugt verzekerde vervol gens, dat hij zich verheugd heeft over de plan nen voor deze tentoonstelling, omdat zij de ge zinnen, die de cellen vormen, waaruit de maat schappij is opgebouwd, ten goede zou kunnen komen en aldus onze volkskracht verhoogen. Het is goed in dezen tijd de schoone verhouding van Moeder en Kind in het middelpunt van be langstelling te brengen nu zooveel wat vast scheen, begint te wankelen, nu allerlei destruc tieve k, derntij- nen, nu er theorien worden aangeprezan om de banden in het gezin, de banden die Moeder en Kind binden, losser te maken. De tentoonstelling wekt herinneringen aan zelfverloochende liefde, schrijvers en schilders en geleerden hebben de verhouding van moeder en kind benaderd. De teedere zorg der moeder zal immer het hechte fundament blijven, waarop de moederlij ke taak berust. Maar liefde kan falen, als inzicht ontbreekt. Dit inzicht geeft deze tentoonstel ling. Mogen duizendden haar bezoeken en daarvan Z.Exc. Minister Verschuur verklaarde ver volgens de tentoonstelling voor geopend. De openingsplechtigheid werd opgeluisterd door vioolmuziek van mevr. Jeanne Vogelsang, echtgenoot^ van professor Vogelsang uit Utrecht, terwijl de carillonbespeling van het Kon. Paleis door den heer J. Vincent tusschen de openings redevoeringen door met de radia kon worden gehoord. De oude wiegeliedjes sprankelden teer en broos in den zang der klokken, een intermez zo, dat door de aanwezigen zeer werd gewaar deerd. Op het initiatiefvoorstel-van der Sluis inzake nieuwe regeling van de pacht en regeling der pachtcommissies zijn door den heer Ebels c.s. 2 amendementen ingediend. Volgens de toelichting daarop hebben de in dieners uit het verloop van de beraadslagingen over het regeeringsontwerp tot regeling van de pacht den indruk gekregen, dat een pachtrege- ling, die in plaats van 't continuatierecht een recht op schadeloosstelling wegens onredelijke pachtopzegging bevat, in de bestaande omstan digheden meer kans op totstandkoming heeft dan een regehng als in het voorstel van wet is opgenomen. De amendementen beoogen het voorstel in dezen zin te wijzigen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5