LEEKEPREEKEN
s
s;
Jt
MOEDER EN KIND
Prikkeldraad
Stuurlui aan den
wal
DE INTERPELLATIE-KUPERS
Het antwoord der
Regeering
Ij*
Open ingsplech tigheid
VOLKSKRACHT
Pijnlijke noodzaak
Cd
ZATERDAG 18 JUNI
V
«en
^Ut:
Vö^ordt met een luchthartigheid ge
etl alsof daaromtrent geen duidelijke
Oo^hihe leer bestond.
Maar het is evenzeer de vraag en een
LOTING
VOOR DEN DIENSTPLICHT
Gerrit William Wouters getrokken
DE BEDEVAART NAAR
SINT ADELBERT
Geen audiëntie
Sterke gezinnen zijn de pijlers
voor een gelukkige en gezonde
maa tschapp ij
Openingsrede prof. v. Rooy
Wat de tentoonstel
ling leert!
Prof. dr. A. H. M. J. van Rooy
Dank aan Antwerpen
OP HET BINNENHOF
Minister Ruys hing een pikzwart
beeld van den crisis
toestand op
Somber beeld
Wat Kupers wil
Voor rechtvaardigheid
Motie-Cramer verworpen
Eén zoo'n dagje!...
De volkskracht der moeder
Rede burgemeester
Minister Verschuur opent
NIEUWE REGELING
DER PACHT
444.
SOCIALISTISCHE INFECTIE
een groote, algemeene en ook zeer
'■iPelijke fout, dat men bij de woorden
alist en socialisme uitsluitend denkt
de leer van Marx en de aanhangers
j> s°ciaal-democratische arbeiderspartij.
allereerste waaraan men in ieder geval
laten 'S aan polit'iek- Daar is in de laatste
Wel eenige verandering in gekomen,
socialistische zijde is wel altijd be-
tgtrd, dat godsdienst met socialisme niets
genaken had; dat men gerust katholiek,
l6,.eforiheerd, Israëliet of wat ook en te-
^'Ikertijd socialist kon zijn, maar door
u ^chen, die hun geloof beleden en be-
6eh werd aan die praatjes nooit waarde
ï0c®cht; men luisterde er nauwelijks naar.
ging het socialisme door met de
Jesten te infecteeren. Hoevelen om ons
«ij
°hs eigen vaderland te bepalen wer-
hiet verleid om tot een zoogenaamd
w 'raal vakverbond toe te treden, dat in
^lijkheid niet anders dan socialistisch
ttlS' Geen vermaningen, waarschuwingen
Uj, zelfs strafbedreigingen van de kerke-
e °verheid vermochten hen tot andere
achten te brengen. Dat was al reeds
i sterk bewijs van de socialistische zuig-
vQ Een ander is de openlijke prediking.
^°ral in Duitschland, door van-huis-uit
lja zelfs naar eigen overtuiging goede
v kolieken, dat katholicisme en socialisme
ajsoed vereenigbaar zijn. Men begon van
j^Qliek-socialisme te spreken en te
eel|riiVen de hoogste kerkelijke macht
onomwonden veroordeeling van een
s Olijke combinatie van begrippen uit
hak.
lt en veel meer wijst op een zeer ver-
barbare geestesverwarring, eenzelfde als
fc b-v. in de geschiedenis van .het libera-
l/116 hebben waargenomen. De liberale
6 begon met de staatkunde, beheerschte
bra het maatschappelijk leven ten op-
o van de arbeidsverhoudingen; drong
tot de universiteiten en had weldra
geheele samenleving aangevreten.
Va rPe geesten zagen het groote gevaar
deze infectie en waarschuwden. Zij
^esten daarvoor dikwijls en zeer tegen
Ij^11 zin aan geloofsgenooten hun libera-
verwijten. Hoevelen waren er niet
e Zich vroom in huis en in de kerk ge-
L°egen, maar heel hun handel en wandel
kanshuis en buiten de kerk door de
Vle
be6rscllende liberale opvattingen lieten
dj kalen. En toch gevoelden zij zich belee
fd- wanneer men hen liberaal noemde:
b" eenzelfde stadium is onze samenleving
t. aps met de socialistische infectie ge-
eh. Men kan dagelijks menschen uit
V" kringen en klassen ontmoeten, die
fjSens eigen overtuiging in hart en nie-
t|. katholiek zijn en die in ieder woord
jj, zij spreken, blijken besmet te zijn met
a socialistischen geest. Wij zeggen wel-
st: uit alle kringen en klassen. Even-
bj? 1.1. het liberalisme indertijd evengoed
ty1 den kleinen burger als bij den groot-
g^gever en universiteits-professor werd
:;QV°hden, zoo hoort men tegenwoordig
fatalistische klanken evengoed uit den
V^d van een christelijken arbeider als
een boer, een middenstander en een
1 ademisch gevormde. Ja, het bijna onge
le Olijke verschijnsel doet zich voor, dat
,s°mmige landen de officieele politieke
v 'alistische partij onderligt en over-
'jrsjCht en onderdrukt wordt door een
s^ere, die zich anti-socialistisch noemt
N
die de ergste socialistische ketterijen
'reht wezen, doel van den staat,
t^ent eigendom en persoonlijke vrijheid
tfj een nieuw, gevaarlijk staatssocialisme
bj een anderen naam en met enkele
dwe begrippen heeft samengebrouwen.
6 socialistische levensopvatting, geba
lk, rd op de verlokkelijke maar verderfe-
b theorie, dat de samenleving door op-
b Jihg van den persoonlijken eigendom
°m te vormen tot een paradijs van
j. rdsch geluk, die nieuwe levensleer heeft
(v 6tlla,ng gerukt aan de oude, christelijke
attingeh van gezag, privaat eigendom
0^ aan de berusting in de onafwendbare
VQ, 0löiaaktheden der maatschappij, ge-
van zondenschuld. Zoolang echter een
V welvaart zonder volledige toepassing
L socialistische theorieën was te hand-
bjo eil> vond de roode leer bij zeer velen
k ar een half oor. Onbewust werden wel
opgenomen, maar zij vonden nog
Warende stoffen in een oude, diep ge-
«lis overtuiging. Een tijd van econo-
j^, cbe depressie, als wij echter de laatste
bebben doorgemaakt, stelt de kracht
btQ christelijke convictie op een zware
En dan blijkt, hoe erg de roode
^6dCtie het onderbewustzijn van menigeen
s heeft aangetast. Bij de zwakheden
het heerschende maatschappelijk stel-
men oh christelijken mond uitin-
V6 die weinig of niets van socialisme
S°hiUen.
e,et zou niet moeilijk zijn om uit een
tia,, s Pitingen van katholieke schrijvers in
W 6n w?ekbladen, uit debatten en moties
«at pr°testvergaderingen, aan te toonen,
het juiste begrip van gezag bij velen
^vrr is te loor gegaan. Er wordt niet
aagd maar geëischt en bedreigd zonder
de mogelijkheid van het geëischte
jjj de oogen is gezien.
«kiq anders is het gesteld met tal van
*it j^h' die men omtrent het privaat be-
ah hooren. Dat twee derden van het
0„naal vermogen is verloren gegaan en
1$ resteerende nauwelijks in staat is om
hjq algemene lasten uit een welvarend
berij te schragen, wordt over het hoofd
'tb Sen, die het bezit in wezen aantas-
heff, heil te houden. Over belastingen en
i...
Nh*1 door den eisch om het leven op het
in den toon, waarin katholieken
en over elkaar schrijven is den laat-
sten tijd een klank te beluisteren, die van
christelijke naastenliefde niets meer, maar
van socialistische uitdrukkingswijze alles
heeft.
Het zou ons echter te ver voeren op al
deze verschijnselen in te gaan. Wij willen
ons tot het voornaamste en meest spreken
de bepalen, n.l. de onmiskenbare wijze,
waarop de katholieke mentaliteit geleden
heeft van de infectie van den klassenstrijd.
Zooals de liberaal uit alles te kennen was
en is door zijn overdreven verheerlijking
van het individu, zoo ontpopt zich de
socialist ten allen tijde door zijn eenzijdig
opkomen voor ééne klasse der maatschappij
ten koste van alles en iedereen. En gelijk
het liberalisme zijn stelsel verdedigde door
te zeggen, dat met de verheffing van het
individu -de geheele samenleving weer
gezond zou worden, zoo beweert de socia
list even verkeerd, dat de eenzijdige behar
tiging van wat hij noemt de „arbeiders
klasse" een nieuwe, gelukkige maatschappij
zal maken.
Het liberale individualisme heeft de
samenleving versplinterd en het grofste
egoïsme in den bestaansstrijd tot beginsel
gemaakt. Het socialisme stelde daartegen
over den klassenstrijd. Hiermee kwam het
verderfelijke beginsel van het groepsbelang
tegenover het algemeen belang in de wereld
en aan dat kwade princiep heeft helaas
ook onze christelijke samenleving zich niet
kunnen onttrekken. De klassenstrijdge
dachte hoezeer ook met de lippen ver
oordeeld heeft duizenden onder ons
geïnfecteerd, zooals eertijds het indivi
dualisme ontelbare liberaal-katholieken
beheerschte, zonder dat zij er zich van
bewust waren. In ons sociale leven staan
de groepen practisch helaas maar al te
vaak als vijanden tegenover elkaar. De
strijd om het groepsbelang maakt de oor
spronkelijke organisatiegedachte van Leo
XIII tot een paskwil. De Groote Paus van
het sociale leven wilde de standen samen
brengen in eigen vereenigingen, opdat zij
daar vooreerst hun geestelijke belangen
zouden behartigen; vervolgens zich zouden
bekwamen in hun eigen vak en door studie
en alle deugdelijke middelen hun stand
en standgenooten omhoog zouden brengen.
Ten slotte zouden in de vakorganisaties ook
de speciale vakbelangen met inachtneming
van alle voorschriften der christelijke
rechtvaardigheid en naastenliefde behar
tigd worden. Wie den geest van Leo's
encyclieken en van diens opvolgers kent,
weet echter maar al te goed, dat met den
oproep tot organisatie en het samenbren
gen der standen in eigen vereenigingen
niet anders bedoeld was dan te komen tot
een organischen opbouw der maatschappij
en een verzoening en samenwerking der
verschillende groepen, in lijnrechte tegen
stelling met het eenzijdige streven der
socialisten.
En wat komt er nu practisch van dit
ideaal terecht, nu de tijden ongunstig zijn
en economische nood een ieder tot sober
heid dwingt, velen tot armoede voert? 't Is
niet moeilijk om in tijden van welvaart
het beginsel hoog te houden. Neen, wan
neer er moeilijkheden te overwinnen zijn
en het principe offers gaat kosten, dan
eerst toont zich de man van overtuiging.
Helaas moeten wij erkennen, dat in deze
tijden van economischen nood het klas-
senstrijdbeginsel van de socialisten bij zeer
velen onder ons sterker gewerkt heeft dan
de christelijke solidariteitsgedachte. Wan
neer in een fabriek de arbeiders voor de
keuze gesteld worden: öf wel ontslag aan
een deel, óf wel inkrimping der arbeids
uren voor allen, dan wordt er geen oogen-
blik geaarzeld en luidt de beslissing: liever
ontslag voor een deel dan vermindering
van een klein percentage der inkomsten
voor de anderen. Dat gebeurt ook daar,
waar meerendeels christelijke en katho
lieke arbeiders werkeri. Wat er individueel
te constateeren valt, ziet men evenzeer in
organisatie. Boeren, middenstanders, arbei
ders, werkgevers, zij vechten in eigen
vereeniging enkel en uitsluitend voor het
eigen belang, desnoods bewust tegen de
belangen van een anderen stand en zonder
ook maar eenigszins rekening te houden
met het algemeen belang. Dat door deze
kortzichtigheid de ellende hoe langer hoe
grooter wordt en de oplossing van de eco
nomische crisis er slechts door wordt ver
traagd, willen wij in het midden laten.
Principieel is er maar heel weinig verschil
tusschen christenen en socialisten, wanneer
de bestaansstrijd op een dergelijke wijze
wordt gevoerd. Dat is het maar, wat wij
wilden betoogen. Wie deze en dergelijke
verschijnselen objectief beschouwt, zal
moeten toegeven, dat de socialistische in
fectie verderfelijk onder ons gewerkt heeft.
Over het groote gevaar van de helaas
ook onder ons levende klassenstrijdgedach
te willen wij een volgenden keer nog iets
zeggen en dan tevens wijzen op den ande
ren weg, die ons voeren moet naar een
eigen, christelijke cultuur.
HOMO SAPIENS.
De taak der Regeering is in dezen tijd
van economischen nood verre van benij
denswaardig.
Men gaat tegen haar te keer, alsof aan
haar de crisis-miserie te wijten zou zijn, en
alsof zij voor haar genoegen maatregelen
zou nemen, welke door de schrikbarende
malaise op elk gebied worden geboden.
Het spreekt vanzelf, dat men van mee
ning verschillen kan over de vraag, welke
maatregelen onder de gegeven omstandig
heden de beste zijn.
zeer groote of zij die zoo geweldig op de
Regeering afgeven, 's lands welvaart beter
zouden dienen, indien zij de verantwoorde
lijkheid droegen voor den gang van zaken
en het bezweren der moeilijkheden.
Regeeren is iets anders, dan agitatie ver
wekken, hooge eischen stellen en dreunende
redevoeringen houden.
Dit laatste vereischt alleen vaardigheid
van tong.
Maar geen verstandig mensch zal ook
maar één oogenblik kunnen gelooven, dat
woorden-virtuositeit en de prediking van 't
z.g. „evangelie der ontevredenheid" ons van
de crisis zullen verlossen.
Nimmer waren de stuurlui aan den wal,
die het altijd het best en beter weten, zoo
talrijk als tegenwoordig.
Maar met zulke stuurlui wordt geen enkel
schip bestuurd, en zeker niet het schip van
Staat in veilige haven gebracht.
P. S.
In de Weeskamer op het Binnenhof te
's Gravenhage heeft Vrijdagmiddag de loting
plaats gehad voor de dienstplichtigen der lich
ting 1934.
Bü deze loting werd gebruik gemaakt van
het Amsterdamsche register van een vroegere
lichting en in de lotingstrommel bevonden
zich evenveel nummers als personen in dit
register voorkomen.
Getrokken werd no. 6298, welk nummer in
het register correspondeerde met den naam
Wouters, Gerrit William, geboortedatum 7 Juni.
In elke gemeente of groep van gemeenten
(sommige gemeenten zijn voor de aanwijzing
van dienstplichtigen tot een groep vereenigd)
vangt de aanwijzing van de dienstplichtigen
voor de lichting 1934 dus aan bij bovenge-
noemden naam in de voor die lichting be
stemde registers en wanneer die naam daarin
niet mocht voorkomen, bij den alphabetisch
onmiddellijk daarop volgenden naam.
De minister van Defensie woonde de loting
bij.
Evenals vorige jaren zal de nachtelijke bede.
vaart naar het graf van Sint Adelbertus te
Egmond-Binnen weer plaats hebben in den
nacht van Zaterdag op Zondag na het feest
van den Kennemer geloofsverkondiger. De deel.
nemers aan den tocht gaan met den trein van
23.30 (half tw£u.lf) van Amsterdam C.S., om
23.48 van Haarlem, naar Santpoort, Van hier
gaat de tocht te voet naar Egmond-Binnen.
Daar wordt op den akker de H. Mis opgedragen
door Prof. Henneman van het Groot-Seminarie
Warmond. De pelgrims zingen de Mis van den
dag: (6e Zondag na Pinkster, Kyriale: 9e Mis).
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal
tot nadere aankondiging geen audiëntie ver-
leenen.
Dezen Vrijdagmiddag te ruim drie uur is in
het feestelijk versierde R A. I.-gebouw te Am
sterdam in tegenwoordigheid van vele auto
riteiten de tentoonstelling „Moeder en Kind"
feestelijk geopend.
Hunne aanwezigheid hadden toegezegd ZKxc.
mr. T. J. Verschuur, de Commissaris der Ko
ningin van N Holl., Jhr. mr. dr. A Roëll, bur
gemeester W. de Vlugt, de gezanten van Frank
rijk, Engeland, Duitschland en België e.a.
De voorzitter van het Tentoonstellingsbestuur,
professor dr. A. H. M. J. van Rooy, hoogleeraar
te Amsterdam, hield de openingsrede.
Professor dr. Van Rooy verwelkomde allereerst
de verschillende autoriteiten en herinnerde er
vervolgens aan dat in 1930 het initiatief tot deze
tentoonstelling genomen is door dl'. M. den Har-
togh. Van meet af stond vast, dat de tentoon
stelling geplaatst zou worden in het kader der
Universiteitsfeesten. De tentoonstelling „Moeder
en Kind" zou leeren en opvoedend zijn.
De groei uit de primitieve mogelijkheden van
oudheid en middeleeuwen ot den schat van mo
derne middelen, door wetenschap en techniek
bedacht, ten bate van gezondheid, opvoeding en
algemeene cultuur dat wilde de tentoonstel
ling „Moeder en Kind" toonen in zinrijke voor
stellingen, en instructieve beelden, in treffende
werkelijkheden.
Prof. v. Rooy memoreerde dankbaar den steun
van Rijk, Provincie en Gemeente ondervonden en
dankte de ongeveer 300 medewerkenden voor al
ler toewijding. Enkelen hunner noemde hij met
name.
De vele inzendingen hebben naar doel en we
zen plaats gevonden in de 12 verschillende groe
pen der tentoonstelling, waarin „Moeder en
Kind" in hunne betrekkingen tot elkaar en tot
het maatschappelijk milieu, waarin zij in het le
ven gesteld zijn „verbeeld" zijn geworden. In
ieder deze groepen zijn treffende feiten op aan
schouwelijke wijze in het licht gesteld.
Het zal b.v. zeker Uw belangstelling wekken
wanneer gij in groep I leeren zult dat het aan
tal meisjes bij het Hooger Onderwijs en bij de
Vakscholen veel sterker gestegen is dan het aan
tal jongens; in groep III dat het aantal beval
lingen in ziekenhuizen aldoor toenemend is;
in groep IV dat in ons land het geboorte-over
schot vrijwel gelijk is gebleven; in groep V dat
in Amsterdam, dank de voortreffelijke consulta-
tiebureaux voor zuigelingen, de daling der zui
gelingensterfte grooter is dan ergens anders in
ons land; in groep VIII dat het geneeskundig
schooltoezicht van de hoogste beteekenis is, wijl
RH
in Amsterdam in niet minder dan 40 pCt. bij
de volledig onderzocht kinderen afwijkingen ge
vonden werden; in groep IX datde de echtschei
dingen in ons land sterk in frequentie toene
men, zoodat elk jaar niet minder dan 3500 min
derjarige kinderen bij echtscheidingen zijn be
trokken. Ik zou kunnen doorgaan met het noe
men van meer voorbeelden, liever roep ik U
toe: Zie rond op onze tentoonstelling; veel
merkwaardigs zult gij er leeren, vele niet ver
wachte inlichtingen zult gij er verwerven kun
nen.
Het moeizame en moeilijke werk van het ver
zamelen en ordenen van alle gegevens in de 12
groepen, waardoor aard en karakter dezer ten
toonstelling op zoo bijzondere wijze bepaald wor
den, is geheel en ten volle het werk van Dr. Sa-
lomonson. Zijn verdiensten voor deze tentoonste-i
ling kunnen nauwelijks hoog genoeg gewaar
deerd worden.
Met groote waardeering gewaagde prof. Van
Rooy ook van de medewerking uit het buiten
land: uit Engeland (Londen), uit Amerika
(Boston), uit Frankrijk (Parijs), uit Duitsch
land (Dresden) en uit België (Antwerpen). Ten
aanzien der Belgische inzending zeide spr.:
Aan België en dan in het bijzonder aan de
stad Antwerpen danken wij nagenoeg de
geheele inzending der folklore-afdeeling, af
komstig uit het onder leiding van dr. Victor de
Meyere staande bekende museum aldaar.
De Minister van Staat, burgemeester Frans
van Cauwelaert, gaf ons op ons eerste verzoek
daartoe zijn onbeperkte medewerking en steun.
Ik betreur ten zeerste, dat hij niet in staat was
deze openingsplechtigheid bij te wonen. Ik weet
hoe gaarne hij, goed vriend van Nederland en
bovenal ook goed vriend van Amsterdam, hier
was tegenwoordig geweest. Zullen wij eerst
daags, wanneer hij zijn toegézegd bezoek aan
de tentoonstelling brengen zal, in de gelegen
heid zijn hem voor zijn sympathieken steun te
danken, ook hier en heden klinke tot hem
een oprecht woord van dankbaarheid en waar
deering.
DEN HAAG, 17 Juni 1932.
In de eerste vier maanden van dit jaar is
ten behoeve van de werkloozen uitgegeven een
bedrag van ƒ44.881.727.—. Daaronder vallen
de kosten van de steunregelingen, de bedragen,
besteed aan de werkverschaffingen, de uitkee-
ringen van de werkloozenkassen en de som
men, door het Rijk betaald. Houdt men daar
naast in het oog, dat hierin niet begrepen zijn
de bedragen, die de armenzorg vergt, en de
steun, verstrekt door de verschillende crisis-
comité's, dan kan men slechts bevestigen, dat
Minister Verschuur een zeer juiste schatting
deed, toen hij in Februari bij de interpeilatie-
Hiemstra het bedrag, dat in 1932 in totaal zou
noodig zijn voor den allernoodzakelijksten
steun aan den behoeftigen evenmensch, op 300
millioen taxeerde.
Vandaag heeft Minister Ruys de Beeren-
brouck in zijn antwoord op de vragen van den
sociaal-democraat Kupers opnieuw met een
stortvloed van cijfers een pikzwart beeld ge-
teekend van den crisistoestand, die de Regee
ring meer en meer gaat nopen, voorzichtiger
met het geld te zijn. We zullen eenige van die
cijfers noemen. De volledige lijst werd op
's Ministers verzoek in de Handelingen opge
nomen en moge van daaruit via de dagblad
pers verspreiding vinden onder het Nederland-
sche volk.
Een zeer scherp beeld geeft de scheepvaart.
Waren op 1 Januari 1930 2 schepen opgelegd
met een inhoud van 6741 ton, op 1 Juni van
dit jaar waren het 143 schepen met een inhoud
van 659.577 ton. De zestien voornaamste ree-
derijen met een gemeenschappelijk kapitaal
van ƒ230.000.000.—, hadden op het eind van
1931 reeds een verlies van 126.000.000.— te
boeken.
Hoezeer de industrie getroffen is, blijkt uit
de cijfers van de te haren behoeve ingevoerde
goederen. Btelt men in 1925 den invoer van
grondstoffen voor de industrie op 100, dan
was hij op 1 Januari 1931 140. doch in April
van dit jaar 80. En nog slechter is het met
den uitvoer gesteld, waardoor weer onze agra
rische bedrijven worden getroffen. Wat ten
behoeve van landbouw en veeteelt wordt ge
daan, is pas nog gebleken bij den steunmaat
regel ten behoeve van de melkveehouders,
welke aan het Nederlandsche volk een last
oplegt van 100 a 120 millioen.
Is het dan wonder, dat de Regeering zich
thans nog in meerdere mate dan vroeger voor
de pijnlijke noodzaak ziet geplaatst, „neen" te
zeggen, omdat zij weet, dat een „ja" onover
komelijke gevolgen kan hebben?
Minister Ruys heeft met zijn antwoord den
interpellant natuurlijk niet bevredigd. Ten
aanzien van twee punten naderde die onbe
vredigdheid den graad, waarbij een motie on
vermijdelijk is.
Op de eerste plaats wil de heer Kupers de
Kamer doen uitspreken, dat de Regeering de
verdeeling van de werkelijke crisisuitgaven zóó
regelen moet, dat het Rijk daarvan 5/6 als
regel voor zijn rekening neemt. De Minister
had de vraag, die deze materie behandelde,
van een weigerend antwoord moeten voorzien,
daarbij wijzend op de nopdzakelijkheid van
bezuinigen, die ook voor de gemeenten bestaat,
en de onmogelijkheid, hen maar op groote
schaal riemen te laten snijden van Rijksleer.
Trouwens, voor sommige gemeenten bedraagt
reeds thans het Rijksaandeel 3/4, wat slechts
een verschil van 1/12 met den wensch van den
interpellant maakt.
Op de tweede plaats heeft de heer Kupers
weer een motie betreffende het bouwvak, dat
de Regeering nog steeds niet als een crisisvak
wil beschouwen in verband met de daarin
voorkomende hooge loonen. Zij is bereid, ook
het bouwvak tegemoet te komen door het op
te nemen in de steunregeling en door te zor
gen, dat ook daar de kassen weer normaal kun
nen functionneeren, zoodra de betrokken par
tijen door wijziging van de loonnormen in het
collectief contract bereidheid toonen, om mee
te werken tot verlaging van den kostprijs. Van
haar kant wendt de Regeering reeds krachtige
pogingen aan, om de bevroren bouwcredieten
te ontdooien.
In voorraad heeft de heer Kupers nog een
derde motie. Die betreft de verlaging van de
steunnormen en zal eventueel later nog worden
ingediend, indien de Minister in tweede in
stantie zich op dit punt niet duidelijker uit
drukt. Toch leek ons 's Ministers antwoord in
eersten termijn nogal bevattelijk. En ook Prof.
Slotemaker had het gunstig opgevat en ver
bond aan 's Ministers mededeeling al een ver
wijt aan degenen, die in de pers het bericht
omtrent een algemeene verlaging van de steun
bedragen hebben gelanceerd. Jhr. Ruys had
namelijk verklaard, dat in het algemeen niet
tot verlaging zal worden overgegaan. Alleen in
incidenteele gevallen zouden uitzonderingen
hierop mogelijk zijn.
Voor het overige is de Minister ten volle be
reid, zoo soepel mogelijk op te treden en door
middel van het contact tusschen de commissie
uit de vakorganisaties en de afdeelingen werk
verschaffing en steunverleening zooveel moge
lijk de rechtvaardigheid te betraehten binnen
het kader van de mogelijkheden, welke de fi-
nancieele toestand open laat.
Het rouleersysteem
Zoo is hij b.v. van plan om een advies van
den N.V.V.-bestuurder van der Walle ter onder
vanging van de bezwaren, welke aan het rou
leersysteem in de Friesche en Groningsche
werkverschaffingen vastzitten, in ernstige studie
te nemen. En mochten er in sommige gevallen
onbillijkheden ten aanzien van gemeenten of
personen zijn begaan, dan heeft men hem daar
op slechts te wijzen en zal hij niet nalaten, een
onderzoek in te stellen en eventueel voor redres
te zorgen.
Een staatshypotheekbank vindt de Regeering
uit den booze omdat zulk een instelling den
kostprijs in de bouwbedrijven kunstmatig op
het huidige peil zou houden, wat zij niet in
het belang van de volkshuisvesting acht. En
evenzeer staat de Regeering sceptisch tegenover
al te kunstmatige werkverruiming, die maar
de natuurlijke werkgelegenheid aantast.
Exportcredietgaranties zijn reeds in een elf
tal gevallen tot een bedrag van ƒ210.000.ver
strekt. En daarmede zal natuurlijk met de noo-
dige voorzichtigheid worden voortgegaan. Maar
aan bepaalde ondernemingen ter vergemakke
lijking van de aanvaarding van opdrachten
rechtstreeks credieteh te verschaffen, wordt
weder weinig aanbevelenswaardig geacht. Het
leidt tot onoverzienlijke consequenties en het
lokt onvermijdelijk eene benadeeling uit van
concurreerende ondernemingen.
Verkorting arbeidsduur
Een vraagstuk dat de volgende week nog wel
in den breede zal worden besproken, is de
verkorting van den arbeidsduur. Invoering van
een 40-urige werkweek wil de' Regeering ge
heel aan het bedrijfsleven zelf overlaten. Toch
lijkt ons Prof. Slotemaker wees daarop
overleg daarover zeer aan te bevelen. Want
men schijnt zelfs in sociaal-democratischen
kring niet ongeneigd bij invoering der 40-urige
werkweek met een verlaging van loon, althans
in sommige gevallen, genoegen te nemen in
dien zin, dat alleen hetzelfde uurloon moet
gehandhaafd blijven. Dan ware toch door een
initiatief van overheidswege al behoeft dit dan
niet gelijk de heer Kupers schijnt te willen,
langs den weg der wetgeving te geschieden,
wel een en ander te bereiken op dit gebied.
Want het zou toch van ontzaglijke waarde
zijn, indien op deze wijze weer een belangrijk
percentage arbeiders in het productie-proces
kon worden opgenomen.
De debatten kwamen overigens heden niet ge
heel tot hun recht omdat uit de Kamer niet
genoeg over den financieelen kant der verschil
lende vraagstukken gesproken werd. Een tweede
sociaal-democraat wij meenen: ir. Albarda
in eigen persoon zal dit thans nog behande
len. En dat is waarlijk noodig. Want aandrin
gen op allerlei maatregelen is prachtig, maar
komt onmiddellijk in een ander licht, als tege
lijk de vraag behandeld wordt, waarvandaan
de benoodigde gelden te halen. Dit liet ook de
katholieke afgevaardigde Van der Meys na, die
het met den heer Kupers ten aanzien van het
bouwvak eens was en aandrong op het onder
nemen van productief werk, aanleg van ter
tiaire wegen bijvoorbeeld. Wèl noemde hij in
het algemeen als dekkingsmiddel een belasting
op hen, die vrijwel ongedeerd door de crisis ko
men. Maar dat is te algemeen geformuleerd.
Men behoeft niet met een uitgewerkt wets
ontwerp te komen, maar eenige concrete lijnen
aangeven van de gedachte heffing en eenige
cijfers over haar eventueele opbrengst geven,
is toch wel gewenscht. De volgende week brengt
hier misschien meer licht.
Bij den aanvang der vergadering werd de
motie-Cramer inzake uitstel van den kruiser-
bouw verworpen met 59 tegen 30 stemmen. Al
leen de eenzijdige ontwapenaars steunden haar.
Dat de katholieke fractie eenparig tegenstem
de, pleit voor Minister Deckers overtuigings
kracht.
We beleven wèl fraaie en verkwikkende
tijden!
Wie aan het volk iets goeds, schoons en
veredelends te bieden hebben onze
kunstenaars worden als bedelaars of nog
erger behandeld en lijden gebrek.
En niemand 'n koninklijke uitzonde
ring daargelaten bekommert zich om
hen en hun gebrek.
Maar tegelijkertijd buit een onsmake
lijke reclame- en sensatiecampagne den
volks-„smaak" uit, en bederft dien tot in den
grond met bokshelden en danseressen, die
koninklijk betaald worden, zóó dat ze met
de weelde geen raad weten.
Carnera wordt in Rotterdam binnenge
haald als een redder van het ontredderde
Europa, en de Italiaansche boks-„held"
bekent letterlijk in een interview:
„Ik reis Dinsdag af naar New York. De
reden hiervan is, dat ik te veel drink. Ik
heb sinds Januari niet meer behoorlijk
getraind en ik heb al mijn tijd doorge
bracht in nachtclubs en cabarets. Het
resultaat hiervan is, dat ik verweekelijkt
ben
De reus van Italië, de oude circusknecht
en worstelaar kan niet tegen de weelde
van de millioenen, die hij bij elkaar heeft
gebokst!
De „groote" danseres klopt op 't oogen
blik weer stapels geld uit de zakken der
malaiselijders in Holland; haar triomftocht
in Amsterdam zal wel gevolgd worden door
een koninklijken intocht in het mondaine
Haagje, waar opnieuw hèt krisis-bloedgeld
de negerin toevloeien gaat.
Onze schilders, onze musici, onze dich
ters lijden honger, de bokser en de
danseres vergaan vanweelde.
Opperste zotheid!
Het ware te wenschen, dat zij, die' zich
in hun levensleegheid vergapen aan 'n
Caranera of 'n Josephine Baker en de op
perste zotheid in onzen angstigen tijd met
hun moreel zoo zwaar belast geld moge
lijk maken, eens één dag het lot moesten
deelen van een hongerenden kunstenaar,
die voor zijn kunst geen brood kan koopen
en tegelijkertijd het over malaise klagende
publiek naar boks- en dans-vertooningen
toestroomen ziet. Een zoo'n dagje zou hur
deugd doen!
Hun en onze maatschappij!
Nu het werk der voorbereiding voltooid is,
moge ik den vurigen wensch van het comité
van voorbereiding tot uiting brengen, dat deze
tentoonstelling door haar leerend en opvoedend
karakter tot heil worde van het Nederlandsche
volk. De geestelijke en lichamelijke kracht van
een volk zijn in sterke mate gebonden aan de
geestelijke en lichamelijke kracht der moeders
en der kinderen.
Amsterdams groote poëet, Vondel, heeft die
waarheid zoo ontroerend vertolkt in deze
dichtregelen:
„De mensch die, naar het oogh, vergaet,
Herleeft, onsterfelijk in zijn zaat.
Al schijnt de zerek 't gezicht te hinderen:
Men ziet de móeder in haar kinderen."
Hij zong ook in zijn „Jephta" zoo treffend
van de natuurlijke gehechtheid en toewijding
der moeder voor haar kroost.
„Een moeder kan misschien haer hart ontbee-
ren,
Haar eenigh kroost geensins.
Hoe sterker die gebondenheid van „Moeder
en Kind", hoe inniger en redelijker de weder-
zijdsche beïnvloeding, hoe hechter de grond
slagen voor het gezin zullen zijn. En sterke ge
zinnen zijn de pijlers voor een gelukkige en ge
zonde maatschappij.
Daartoe bevorderend iets bij te dragen, is de
sociale beteekenis van deze tentoonstelling
„Moeder en Kind".
Burgemeester W. de Vlugt verzekerde vervol
gens, dat hij zich verheugd heeft over de plan
nen voor deze tentoonstelling, omdat zij de ge
zinnen, die de cellen vormen, waaruit de maat
schappij is opgebouwd, ten goede zou kunnen
komen en aldus onze volkskracht verhoogen.
Het is goed in dezen tijd de schoone verhouding
van Moeder en Kind in het middelpunt van be
langstelling te brengen nu zooveel wat vast
scheen, begint te wankelen, nu allerlei destruc
tieve k, derntij-
nen, nu er theorien worden aangeprezan om de
banden in het gezin, de banden die Moeder en
Kind binden, losser te maken.
De tentoonstelling wekt herinneringen aan
zelfverloochende liefde, schrijvers en schilders en
geleerden hebben de verhouding van moeder en
kind benaderd.
De teedere zorg der moeder zal immer het
hechte fundament blijven, waarop de moederlij
ke taak berust. Maar liefde kan falen, als inzicht
ontbreekt. Dit inzicht geeft deze tentoonstel
ling.
Mogen duizendden haar bezoeken en daarvan
Z.Exc. Minister Verschuur verklaarde ver
volgens de tentoonstelling voor geopend.
De openingsplechtigheid werd opgeluisterd
door vioolmuziek van mevr. Jeanne Vogelsang,
echtgenoot^ van professor Vogelsang uit Utrecht,
terwijl de carillonbespeling van het Kon. Paleis
door den heer J. Vincent tusschen de openings
redevoeringen door met de radia kon worden
gehoord. De oude wiegeliedjes sprankelden teer
en broos in den zang der klokken, een intermez
zo, dat door de aanwezigen zeer werd gewaar
deerd.
Op het initiatiefvoorstel-van der Sluis inzake
nieuwe regeling van de pacht en regeling der
pachtcommissies zijn door den heer Ebels c.s. 2
amendementen ingediend.
Volgens de toelichting daarop hebben de in
dieners uit het verloop van de beraadslagingen
over het regeeringsontwerp tot regeling van de
pacht den indruk gekregen, dat een pachtrege-
ling, die in plaats van 't continuatierecht een
recht op schadeloosstelling wegens onredelijke
pachtopzegging bevat, in de bestaande omstan
digheden meer kans op totstandkoming heeft
dan een regehng als in het voorstel van wet is
opgenomen. De amendementen beoogen het
voorstel in dezen zin te wijzigen.