1
Federatie-kampioenschap
VOOR BRIDGERS
Me vieren d'n verjaardag van d'n Zomer!
T.Y.B.B.-MULO
Snijden
ZATERDAG 25 JUNI
Inwijding kleedhuis
BRABANTSCHE BRIEVEN
'Suv
The Yellow Black Boys hebben
een uitstekende kans
op den titel
?«n
.llntpoort
b. O. u. c.
s
c.
Santpoort
T.Y.B.B.
Mulo
S.D.O.U.G
Caesar
Santpoort
Mulo
°aesar.
Wijding kleedhuis
R. K. F. PROGRAMMA
D.H.V.B.
R. K. S. V. „Santpoort"
R K. S V.
„The Yellow Black Boys"
HONKBAL
Wedstrijden v. Schoolnegentallen
Haarlem I—.A.M.V.J. I 14—13
WATERPOLO
H. P. C. III—Dolfijn III 2—1
H. P. C. IZignea I 11
ATHLETIEK
De Nationale kampioenschappen
Nieuwelingen-wedstrijden A. A. B.
Nationale Athletiekwedstrijden
op 17 Juli a.s.
Duitsche Olympische ploeg
naar Henley
TENNIS
TOURNOOI WIMBLEDON
OVERVEEN
HET HOCKEY TOURNOOI
ZWEMMEN
DE WATERRATTEN
'n Slèèpend walske
op de treurwilgerij
>n
De natuur hijgde
naar d'n dronk
Oré.
Junien dan nog een zeer belang
den voetbalwedstrijd aankondigen!
staat nJ. nagenoeg voor de beslis
ts inzake het kampioenschap der R.K.F.
We weten allemaal de geschiedenis der kam-
'°enscompetitie welke thans min of meer op
a lijdensweg gaat lijken,
we behoeven daarover niet veel te vertellen
aar de feiten nemen zooals ze zijn en dan
^■"heugen we ons over het feit dat de Haar-
h
,°ofd gaat van de afdeeling der 4 kampioenen
che Yellow Black Boys momenteel aan het
(v Öus een schitterende kans maakt om met
®esar, den kampioen der le klasse A in een
"rijd van 2 wedstrijden, uit te maken wie ten-
®Jte den eerepalm zal mogen wegdragen.
Morgen kunnen de Haarlemsche voetballief-
abbers hun hart weer eens ophalen aan een
er interessanten wedstrijd en wannei
eersgesteldheid der laatste dagen nog
houdt zal geen sportliefhebber het betreuren
wanneer de
even
We aan den Rijksstraatweg onze Boys kun-
gaan aanmoedigen in hun alleszins moei
en strijd tegen M.U.L.O.
Boe staan de kansen?
wT y-B.B. 5 wedstrijden 8 punten. M.U.L.O. 5
®dstrijden 6 punten.
Li Helmond wonnen de Boys reeds met 21
.^odat een nieuwe zege in de lijn der verwach
ten ligt.
Be Boys hebben in deze competitie een con-
i, nt goeden vorm vertoond en zeer duidelijk
f gebleken dat de Santpoorter debacle aan een
wfeal uit vorm zijn moet worden toegeschreven.
Bovendien kunnen Drayer c.s. den strijd van
?°rgen met meer vertrouwen tegemoet zien
an Mulo omdat T.Y.B.B. reeds aan een gelyk-
Dei voldoende heeft en bij een eventueele ne
erlaag zelfs nog een goede kans behoudt.
t>e
Haarlemmers zullen echter hun beste
entje moeten voorzetten want hoewel we om-
bei
ïfeht het resultaat optimistische verwachingen
Resteren ten gunste van T.Y.B.B. dienen we
t uit het oog te verliezen dat een elftal als
^•B.l.o. met spelers als de internationals
Laarhoven en v. Eekeren ongetwijfeld tot
wn grootsche prestatie in staat is.
t Baarom Boys, willen we in Haarlem eindelijk
ft een kampioensfeest mee maken, de tanden
xtra op elkaar en uw talrijken aanhanders mor-
6een blijden middag bezorgen.
Bn dan tegen Caesar!
Voor den wedstrijd T.Y.B.B.M.U.L.O. schijnt
F°ote belangstelling te bestaan en het T.Y.B.B.
astuur heeft dan ook besloten aan eenige
fessen voorverkoop te houden, waarvan reeds
druk gebruik is gemaakt. Dit is heel logisch
„ant er is op sportgebied te Haarlem niets te
jBet schitterende T.Y.B.B.-terrein ligt aan den
5'ifesstraatweg even voorbij de R. K. kerk. Fiet-
ïttalling is op het terrein aanwezig. De wed-
?r'jd vangt aan om half drie en wordt geleid
°or scheidsrechter Starren.
In Santpoort krijgen de roodbroeken bezoek
uift. Deze stryd is in zooverre nog van he
ugenis, dat hier zal worden uitgemaakt wie
-tste zal zijn van de „vier".
fry gelocven, dat Santpoort, dat het seizoen
goed begon met een overwinning op S. D.
U. C. zal besluiten.
be stand is:
k Y- B- B-
4
1
9—10
8
1.60
5
3
2
12—8
6
1.20
5
1
1
3
11—11
3
0.60
5
I
1
3
8—11
3
0.60
5—0
2—3
1—0
3—2
5—3
1—2
2—0
S-D.O.U.O.
2—2
2—3
21
i Vóór den grooten strijd zal om kwart over
q T.Y.B.B.'s nieuwe kleedhuis ingewijd wor-
door den geestelijken adviseur kapelaan v.
°Uten.
Vóór deze plechtigheid spelen twee veteranen-
elftallen van T.Y.B.B. een partijtje voetbal dat
reeds om 12 uur 45 aanvangt.
Volledigheidshalve publiceeren we nog de op
stelling der elftallen:
T.Y.B.B.
Cramer
Fictoor v. Es
v. Turnhout Draijer Kamer
Kuiper Put Honschoten Rotteveel v. Leuven.
v. d. Heuvel Roeien F. v. Eekeren Geene
Bertens
v. Dijk Jos v. Eekeren Sanders
v. Laarhoven A. v. Eekeren
Hendriks
M.U.L.O.
Beide elftallen hebben hun doelman ver
vangen.
Bij T.Y.B.B. is Metten vervangen door Cra
mer en bij Mulo neemt Hendriks de plaats in
van Colen.
Zy nog vermeld dat het Haarleemsche ge
meenteraadslid, de heer Klein Schiphorst den
atfrap doet.
Landenkampioenschap
T. Y. B. B.—Mulo
SantpoortS. D. O. U. C.
Promotie eerste klasse
G. V. V.Boxmeer
B. V. C.Best Vooruit
Beslissingswedstrijden
Voorwaarts 1Sparta 1, terrein Victoria
Santpoort 2Victrix 1, terr. Geel Wit.
Westlandia 2—D.H.L. 4, terrein P. F. C.
Promotie en degradatie
le klasse
S. D. E. 1—R. K. A. V. 2
2e klasse
Zwaluwen 2St. Martinus 1
4e klasse
H. V. V. 1—R. A. 3
Kwart-finale Bisschopsbeker
The Unity 1—W. E. V. 1
Activitas 1—Donk 1
Programma 26 Juni.
Santpoort IS. D. O. U. C. I 2.30.
Victrix ISantpoort II 2.30.
Santpoort CombieIJm. Oost-elftal 12.30.
Buiten verwachting speelt het éérste morgen
thuis voor het landskampioenschap; de Ulfte-
naren komen op bezoek. Uit werd gelijk ge
speeld, zoodat het een spannende kamp belooft
te worden.
Het tweede elftal vertrekt 1 uur naar Heem
stede om met Victrix te kampen om het kam
pioenschap van haar afdeeling.
Om 12.30 speelt een Santpoort-Comb. tegen
een elftal van IJmuiden-Oost. Toekomstige
leden.
N.B. Aan de leden. Het grootste gedeelte der
u toegezonden circulaires is reeds binnen; toch
znn we nog niet waar we wezen willen; we ver
wachten dus morgen het restant, hetwelk op
het terrein aan den secretaris overhandigd kan
worden.
Langs dezen weg brengen Oom Jan en Siem
hartelijk dank aan allen die medegewerkt heb
ben aan het stoffelijk blijk van waardeering,
hen by hun jubileum geschonken.
Zij, die een foto wenschen te koopen van de
lustrum-ochtend, kunnen deze bestellen aan
het secretariaat: Hagelingerweg 222; Groot for
maat ƒ1; klein formaat 0.75.
Nu allen met uw circulaire naar den secre
taris.
CHRIS.
Secretariaat Karei v. Manderstr. 88.
Voorgesteld als werkend lid: Th. de Vries,
Korte Wijngaardstraat 10.
Morgen zal op plechtige wijze het nieuwe
kleedhuis in gebruik genomen worden. De aan
nemer de heer G. Snoeks, heeft alle eer van zyn
werk en de practische indeeling van het ge
bouwtje biedt ruimschoots kleedgelegenheid voor
vier elftallen. Twee scheidsrechterskamers, een
flinke bergplaats en een ruime waschgelegen-
heid completeeren het geheel.
In verband met dit heugeiyk feit zullen vóór
den kampioenswedstryd T.Y.B.B.Mulo twee
veteranenelftallen elkaar bekampen.
Het programma voor morgen is dus als volgt:
12.45 uur. Veteranenwedstryd: 2.15 uur: Inzege
ning van het nieuwe kleedhuis door den Wel-
Eerw. Heer J. P. van Houten; 2.30 uur: T.Y.B.B.
I—M.U.L.O. I (Helmond).
Er blijkt een zeer groote belangstelling te be
staan voor dezen kampioenswedstryd. Wij wij
zen er voor de goede orde daarom nog eens uit-
drukelijk op dat de toegang voor leden en do
nateurs alleen is aan den Vereierderweg op ver
toon van leden- of donatiekaart. Er is fietsen
stalling op het terrein.
De wedstryden der schoolnegentallen worden
gedeeltelijk op Zaterdag 25 Juni gespeeld. Dan
ontmoeten elkaar namelijk op het Gemeente
lijk Sportterrein aan de Kleverlaan, om half
drie: het R. K. Lyceum (Haarlem) en de Ryks
H.B.S. (Velsen); om half vier: de H.B.S. b
(Haarlem) en het Gem. Lyceum (Haarlem).
Beide wedstrijden duren een uur.
In niet bepaald zomersche temperatuur
speelde Haarlem I Woensdagavond tegen de
Amsterdamsche Jonge Mannen.
A.M.V.J. verscheen met een viertal invallers,
maar Haarlem telde er ook zooveel.
Het begin was bepaald sensationeel. A.M.V.J.
gaat eerst slaan en al spoedig biykt, dat vry-
wel geheel Haarlem „er uit" is.
Niet minder dan veertien spelers zijn in deze
beurt aan slag geweest, waarvan er negen over
de thuisplaat zijn gekomen.
Het plan van de Haarlemmrs om net zoo'n
beurt te maken, lukt niet. De eerste drie slaan
wel raak, maar dan volgen spoedig een paar
nullen en als er drie zijn, zyn er maar twee
runs gemaakt.
In de volgende beurten gaat het spel echter
meer gelyk op. Veenhof biyft wel veel wyd
gooien, maar zyn worpen naar de honken wor
den door de Amsterdammers zeer gevreesd,
waardoor zij erg voorzichtig zyn en maar
langzaam opschieten.
Door groote krachtsinspanning slaagt Haar
lem er in te voorkomen, dat A.M.V.J. runs
maakt, terwijl haar eigen score, hoewel zeer
langzaam, omhoog gaat. De achterstand van
zeven runs is, na acht innings, teruggebracht
tot één run. De stand,is 1211.
Toch behaalt A.M.V.J. maar één run.
Haarlem kan dus in haar negende beurt met
drie runs winnen. De spanning bereikt haar
hoogtepunt.
Kloos profiteert van den eenigen keer, dat
de A.M.V.J.-eerste-honkman mist en bereikt
het eerste honk. Hunik zorgt door een goeden
slag, dat Kloos kan binnenkomen. Veenholr
haalt het eerste maar nauwelijks, maar van
dat korte oogenblik verwarring maakt Hunik
gebruik door den geiykmaker te loopen. Als
Dijkhuizen dan ook goed raakt en het eerste
honk haalt, kan Veenhof de thuisplaats pas-
seeren. Dat beteekent: een einde aan dezen
spannenden wedstrijd, en de punten toch nog
voor Haarlem.
Uitslag in innings:
A.M.V.J.: 9-0-3-0-0-0-0-0-1 13.
Haarlem: 2-0-2-0-3-0-4-0-3 14.
In een zeer zwaren wedstrijd heeft H. P. C.
Woensdagavond: twee belangrijke puntjes ver
overd.
Na den ingooi is Dekker het eerst by den
bal, plaatst goed naar Kuiper, die echter onge
oorloofd genomen wordt. De vrije worp levert
niets op. Als Nicolaas eens den bal fraai toe
gespeeld! krijgt schiet hy onverwachts onhoud
baar in. 01.
Kort na rust wordt Collet genomen, de stral-
worp wordt na te zijn genomen, benut. 11.
De strijd wordt nu spannend. Weer begaat
een Dolfünman een overtreding binnen de 4 M.
Den strafschop stopt de Dolfynkeeper, doch met
7 tegen 6 man wordt de druk op het Dolfijn-
doel te zwaar en nadat een paar kansen ver
loren gaan plaatst Blij naar den vrijliggenden
Collet, die nu scoort. 21.
Met H. P. C. iets in de meerderheid komt
het einde met 21 voor H. P. C.
Donderdagavond had bovengenoemde ont
moeting plaats in den Zwemvyver te Heem
stede. De zeventallen stellen zich als volgt op
H. P. C.
Mej. W. Wout
Mevr. Knuyt, Mej. P. Kann, Mej. Marsma
Mej. Carpentier, Mej. C. Kann, Mej. Wildeboer.
Mej. Bannink, Mevr. Venema, Mej. Knuyt.
Mej. Haasse, Mej. v. Ommeren, Mej. Spandonck
Mej. D. Roos.
Het begin is voor H. P. C. al zeer fortuiniyk.
Mej. C. Kann haalt na den ingooi den bal,
plaatst naar mej. Carpentier, die het leder
moet afstaan aan mej. Haasse, doch mevi.
Knuyt maakt haar het leder afhandig, zwemt
op en plaatst naar mej. C. Kann, die snel is
uitgezwommen en nu geheel onbedreigd op
mej. Roos aanzwemt en scoort. 1o.
Als mevr. Knuyt mej. Bannink voor doei
vrij laat, krijgt deze den bal van mej. Van
Ommeren toegespeeld en nu is de beurt aan
mej. Bannink om onbedreigd te scoren. 11.
Dan komt er teekening in het spel. Bij een
snellen H. P. C.-aanval, waarbij mej. Roos
zeer verdienstelijk werk doet^ raakt mej. Cai-
pentier binnen de 2 M. iyn en moet het water
uit.
Dit is echter geen beletsel voor H. P. C. om
eenig overwicht te toonen. Weer is- het mej.
C. Kann die geheel onbedreigd voor het
Zignea-doel komt, doch op 2 M. afstand nog
mist. Met 7 tegen 6 is Zignea iets sterker. Een
corner wordt niet benut. Dan komt rust mei
1—1.
Na rust speelt H. P. C. een zeer snel spel.
Ook nu weer komt mej. Kann alleen voor ae
keepster, doch het schot is te zacht.
Als een der Zignea-dames zich ook binnen
de 2 M. opstelt, moet zij ook verdwijnen.
Met 6 tegen 6 is H. P. C. beslist sterker, cfrie
maal krijgt H. P. C. de kans om te scoren,
doch geen kans wordt benut.
Met eenig overwicht van H. P. C. komt dan
het einde.
Zaterdagavond speelt H. P. C. I (heeren)
in den Heemsteedschen Zwemvyver voor de
le kl. N. Z. C. tegen S. V. H. uit Hillegersberg.
Aanvang 8 uur.
Het 2e zevental speelt dien avond in Zaandyk
tegen Nereus H
Op de Nederlandsche athietiek-kampioen-
schappen op 2 en 3 Juli a. s. te Amsterdam,
zullen de wedstrijden voor dames en heeren
voor het eerst sinds 1928 weer gecombineerd
plaats vinden.
Van 1928 tot vorig jaar waren de dames en
heeren kampioenschappen apart georganiseerd,
doch nu dit jaar de beide groepen weer te
zamen zullen kampen, zullen de wedstryden
ongetwijfeld aan belangrijkheid en interesse
winnen, terwyi bovendien het programma uit
gebreider en aantrekkeiyker is geworden.
In totaal zullen 11 onderbonden der K. N.
A. U. afgevaardigden naar de hoofdstad zen
den, zoowel dames als heeren. Vrijwel alle on
derbonden hebben daartoe reeds voorwedstrij
den gehouden, waarvan de drie best geplaat
sten van elk nummer gerechtigd zyn, om aan
de wedstrijden om de Nederlandsche kampioen
schappen deel te nemen.
Het spreekt als van zelf, dat een op deze wy'ze
georganiseerde strijd om de kampioenstitels
inderdaad de sterkste athleten uit heel ons
land tegenover elkaar brengt.
Door den Amsterdamschen Athletiek Bond
zal op Zondag 17 Juli a.s. een athletiekdag ge
organiseerd worden, speciaal voor nieuwelingen.
De wedstryden vinden plaats op de Sintelbaan
aan het Olympiaplein en vangen aan des mid
dags te 1 uur.
Het programma bevat de volgende nummers:
Hardloopen: 100, 400, 1500, 3000 Meter; nor-
denloop: 110 Meter; snelwandelen: 3500 Meter;
estafette: 4 x 100 Meter en Zweedsche esta
fette (400, 300, 200 en 100 M.) Springen, Pols
stokhoogspringen, Hoogspringen met aanloop en
vèrspringen met aanloop; werpen: discuswer
pen en kogelstooten.
Het bestuur der R. K. Haarlemsche Athl. Ver-
eeniging „Holland" is wederom in staat gesteld
door de welwillendheid van den z.eerw. zeergel.
Heer Dr. Th, N. Vlaar, om op zijn sportterrein
bij het R. K. Lyceum aan den zylweg Nationa
le Athletiekwedstrijden te organiseeren.
Een aantrekkelijk programma is samenge
steld.
De verschillende goede prestaties die men nog
vorig jaar bij de Kampioenswedstryden der R.K.
N.A.U. op hetzelfde terrein heeft kunnen be
wonderen, zullen zoo goed als zeker (gezien de
vorderingen der diverse athleten) nog hooger
worden opgevoerd.
Als de vöorteekenen niet bedriegen, belooft
het een Zondagmiddag van goeden sport en
krachtige propaganda der R. K. athletiek te
worden. Het programma is als volgt:
80 M. Junioren, 100 M. cracks, 100 M. nieu
welingen, 800 M. cr„ 800 M. nieuw., 5000 M. cr.
nieuw., 4 maal 300 M. estaf. cr. 4 maal 100 M.
estaf. cracks 4 maal 100 M.
Verspringen met aanloop, cracks; hoogspr..
met aanloop, nieuw., polstokhoogspringen cr. en
nieuwelingen.
Speerwerpen cracks, Discuswerpen cr., Ko
gelstooten cr. en nieuweL
De Olympische ploeg van de Berliner Ru-
derclub is via Hoek van Holland naar Hen
ley vertrokken, om aan de regatta aldaar deel
te nemen.
Op 11 Juli zullen zy zich te Southampton in
schepen naar Los Angelos.
Veronderstellen we, dat de leider sans atout
moet spelen. Dit is het moeiiykste, maar ook 't
mooiste spel. Maar hier wreken de beginners
hebbelijkheden, zooals de neiging om zoo spoe
dig mogelijk hooge kaarten te maken, zich het
ergst. En by dit spel moet veel geteld wor
den, moet men trachten te onthouden wat er
uit is in alle kleuren.
Als beginsel moet men aanvaarden: laat de
tegenstander maar eerst maken, wat hy te ma
ken heeft en wat ik zelf toch niet maken kan,
en laat ik zorgen zooveel mogelijk achter de
hand te houden.
De groote kunst bij sans atout is niet om de
hoogste kaarten te maken, maar juist de lage,
die door handig spel vrij komen.
De tegenparty komt uit met de vierde kaart
van zijn langste kleur, waar ge voor moet op
passen, en waar ge niet gauw in moet spelen,
want daarvan heeft uw tegenparty lage kaar
tjes, die aan de beurt kunnen tomen, als ge er
uw hooge in gemaakt hebt. Al hebt ge er dus
heer, aas en vrouw van, en al lokt net u toe
die te maken, wacht er liever mee tot het eind
van het spel als de tegenpartij gedwongen
wordt weg te gooien by een kleur, die hij niet
heeft, en dan de kaartjes van zyn lange kleur,
waar hy zooveel hoop op gehad heeft ze te
maken, moet offeren.
Speel zelf zooveel mogelijk in kleuren, waar
van ge gezamenlijk zooveel mogeiyk kaarten
hebt, en laat de tegenparty daar de hooge kaar
ten maar van maken. De hoogste kaarten ma
ken ze toch. Biyf echter achter met de hooge
kaarten van de anderde kleuren, om daarmee
aan trek te komen, als ge lage vrye kaarten
van uw eigen lange kleur hebt vrij gemaakt.
Maar zorg vooral voor één ding, dat is, dat
ge u zelf niet blokkeert. Dat ge b.v. drie vrye
kaartjes in uw eigen hand hebt en van dezelf
de soort een hoogere in den blinde die nemen
moet en ge niet meer aan slag kunt komen.
Hebt ge van eenzelfde kleur drie kaarten in den
blinde en vijf in uw hand, speel dan eerst de
hoogste kaarten uit den blinde.
Bewaar de azen zoo lang mogeiyk en bewaar
vooral de dekking in de kleur, waarmede de
tegenpartij is uitgekomen.
Bezie uw kaarten eerst zeer zorgvuldig en tel,
wat ge zeker maken kunt. Bekijk dan verder
welke gevaren u dreigen en of ge wel in alle
kleuren zijt gedekt. Zijt ge in alle kleuren ge
dekt, kijk dan welke kaarten min of meer du-
De afwerking van het uitgebreide programma
biyft vlot gaan. In afd. C konden reeds eind
strijden worden gespeeld en in de andere num
mers is men de kwarteindstrijden aangevangen.
Het steeds talrijker publiek kon ook Donderdag
van goede partijen genieten en vooral de strijd
WetselaarKauffmann trok groote belangstel
ling.
1^ volledige uitslagen van Donderdag zyn:
Heeren enkelspel A. 2e ronde: Opwyrda sl. W.
A. Dingemans 63, 63. R. Schelling sl. J. van
der Stadt 63, 46, 63; Kwarteindstryd: M.
Wetselaar sl. E. Kauffmann 7—5, 63.
Dames enkelspel A. Ie ronde: Mevr. Wetselaar
sl. mej. S. Kraag 63, 64. Halve eindstrijd:
Jonkvr. L. van Riemsdijk sl. jonkvr. J. van
Riemsdyk 61, 61.
Gemengd dubbelspel A: le ronde: Jonkvr. L.
van Riemsdyk en J. W. G. Kern sl. mevr. E. van
Huystee en R. Schelling 6—1, 63.
Heerenenkelspel B. le ronde: „Hermans"
sl. dr. Th. de Crauw 60, 61; 2e ronde: „Her
mans" sl. E. Düsterbeclc 60, 46, 63; 3e
ronde: J. de Ruiter sl. W. Bitter 108, 26, 61.
Dames enkelspel B. kwart eindstrijd: mej. M.
Uitenhage de Mist sl. mevr. C. Kuhn 62, 62;
mevr. Meyer sl. mevr. R. van de Klashorst 62,
63; halve eindstrijd: mevr. Meyer sl. mej. J.
C. van Beaumont 60, 64.
Heeren dubbelspel B. kwart eindstrijd: J.
Verwey en J. Verwaal sl. D. Nieman en W. F.
van der Lee 64, 86; J. van Hees en W. A.
Dingemans sl. „Hermans" en J. van der Stadt
6—3, 8—6.
Gemengd dubbelspel B. kwart eindstrijd:
mevr. en hr. Nielsen sl. mevr. B. van Huystee en
„Hermans" 6—2, 62; mevr. en hr. van de
Klashorst sl. mej. R. Levy en J. Verhagen 64,
61; mevr. A. Kamerbeek en Der Kinderen sl.
mej. L. van Gelder en F. Lanting 64, 61.
Dames enkelspel C le ronde: mej. L. Lamour
sl. mej. D. Smit 8—10, 6—1, 7—5.
Heeren dubbelspel C. halve eindstrijd: J. de
Groot en F. van Heukeshoven sl. E. Brantjes en
J. Brantjes 62, 63.
Dames, dubbelspel C. eindstrijd: mej. M. El-
deding en mej. B. Eldering sl. Mej. C. Nolting
en mej. Zeegers 86, 63.
Gemengd dubbelspel C. halve eindstrijd:
rpevr. L. Tijsseling en mr. P. Matla sl. mevr. en
hr. Vreeken 62, 6—2. Eindstrijd: Mej. J. Haye
en F. van Heukeshoven sl. Mevr. L. Tysseling
Mr. P. Malta 7—5, 4—6, 6—2.
bieus zijn en tracht die te maken. De anderen
komen van zelf wel.
Is er gevaar, dat de tegenpartij een heele se
rie vrije kaarten maakt als ze aan slag komt,
zorg dan dat ze niet aan slag meer kan komen,
althans zoo laat mogelijk, en waag niets meer,
maar maak wat er te maken is.
Zoolang dit gevaar echter nog niet bestaat,
kunt ge het best spelen in de lange kleuren, de
hooge kaarten van de tegenparty er uit dwin
gen en de lagere vrij maken.
In een vorige causerie heb ik aangeraden,
dengene die voor den blinde zit „door de kracht
te spelen", om zoodoende te trachten een hooge
kaart van de tegenpartij te vangen, en dengene
die voor den leider zit „naar het zwak" van den
blinde te spelen, ten einde een hooge kaart van
den leider te vangen.
Op ditzelfde principe berust het z.g. snfl-
d e n, dat men doen moet als men zelf het spel
leidt.
Van dit snijden hangt veel af; daardoor
wordt in een spel, dat tot het uiterst is opgebo
den, bepaald of men zal winnen of niet. Daar
zit als het ware de winst- of verlieskans in. en
dat hangt af van de manier waarop de kaarten
zitten, of men 't al of niet haalt. Snyden ts <n
de derde hand niet de hoogste kaart spelen
maar een lagere, in de hoop, dat de kaart, die
boven de kaart gaat die men in de derde hand
speelt, niet bij de vierde maar bij de tweede hand
zit. Het is dus een waag. Lukt het, dan maakt
men later zyn hoogste kaart ook, lukt het niet,
dan maakt men maar een van de beide kaar
ten.
Het eenvoudigst voorbeeld is, dat de blinde
aas en vrouw heeft. Men speelt dan een lage
kaart voor. De tweede hand legt daar een hoo
gere kaart in, doch niet den heer. Heeft hy
nu den heer, dan kan men met de vrouw den
slag maken. Heeft zijn partner den heer, dan
maakt men den slag niet, maar dan maakt de
vierde hand dien slag met den heer.
Dit is nu iets, dat den beginner altyd spyt
en hij wilde dan liever het aas gespeeld heb
ben. Hy geeft zich echter geen rekenschap dat,
als hy het aas zou hebben gespeeld, de heer
toch vrij gekomen zou zyn en later zou zyn ge
maakt. Hij heeft nu de kans gehad dien heer
te vangen.
Wanneer nu echter de heer niet op de vrouw
gegooid wordt, blijkt dat de heer, zooals hy ge
hoopt had, in de tweede hand zit. Hy moet dus
nu hetzelfde spelletje nog eens probeeren, maar
de blinde is aan slag. Het is dus noodig, dat hü
zelf eerst aan slag komt, en hij moet dus zoo
danig uit den blinde uitkomen, dat hij met zijn
eigen hand den slag maken kan. Lukt hem dit,
dan speelt hij nogmaals een lage kaart, ten ein
de de tweede hand te dwingen met den heer te
komen en daar het aas op te leggen.
Dit snüden is iets wat altijd eenige moeite
kost om den beginner by te brengen, ten eerste
omdat hij nog bevry'd moet worden van de
kwaal „maak wat je dadelijk maken kunt", die
iedere beginneling heeft en die moet worden
uitgeroeid, wil men hem tot een goed bridge-
speler opvoeden. Verder is het voorbeeld dat ik
opgeef, heel erg eenvoudig, maar het zal in de
praktijk minder eenvoudig zijn, want niet alleen
komt het aan op dit snijden, maar ook op het
spelen in den blinde op die wyze, dat men weer
zelf aan de beurt kan komen.
Men moet daarom zijn spel goed bekijken en
nagaan hoe gespeeld moet worden. Men moet
dus als men zoo'n snijkans ziet, zich afvragen:
als ik deh «rsten keer gesneden heb. hoe moet
ik dan spelen
(Wordt vervolgd).
LOS ANGELOS, 24 Juni (V.D.) Naar ge
meld wordt nemen slechts drie landen deel aan
het Olympisch hockeytournooi, n.l. Britsch-Indië
(de winnaar van Amsterdam 1923), Japan en
de Vereenigde Staten.
Vergeleken by Amsterdam is de bezetting van
het tournooi dus wel zeer zwak.
De Haarl. Zwem- en Poloclub „De Waterrat
ten", zal ter gelegenheid van de herdenking van
het tweede lustrum op Zondag 3 Juli a.s. een
groot Nat. Zwemfeest organiseeren in de nieuwe
inrichting aan de Houtvaart, aanvangende des
namiddags te half twee.
Verschillende kampioenen hebben reeds hun
toezegging gedaan, record verbeteringen zyn
niet uitgesloten. Het belooft dus een zwemfeest
te worden, zooals men in tüden te Haarlem en
Omstreken niet heeft gezien. Voor verschillende
attracties worden onderhandelingen gevoerd.
iiiuiriinninrniniiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiinyi
"^HllnimmTTnmrmïïiOTinniiniTmn.mrmnimTnmmmiininmiimimmimt
Ulvenhout, 21 Juni 1932
Menler,
jj^hdaag vieren me d'n ver
atdag van d'n Zomer!
d'n buiten staat alles in vollen wasdom.
WJ'stschiet van huizekens, torentjes en meu-
drijft op 'n zee van rijpend koren, van
J&lenden rog, van bloeiende velden.
bloedrooie bessen, barstend van rijpheid in
bwende trossen, druipen neer in 't starke
van manshooge struiken.
't Kleurkrijtblaauw van de korenblomme-ster,
iend rood van de klaproos, 't suiker-wit
Öe vlierblomplakaten, 't zyn allegaar de
tekende kleuren in d'n blommenboekee op
^eh Zomerfeestdag.
Wj 11 klatren van d'n mergen uit de dikke
Vï dat 'fc ruischt en golft in zyig gerucht
jv 't proppensvolle akkerland,
bejj uPpen as bessentrossen patsen in oewen
V* mekaar, da ge ze lauw over oewen rug
zig&elen tot ge in d'n lach schiet, 't Is
of pure vruchtbaarheid in klatsenden
Nif'T1 °P 't volgroeide gewas spoelt, 't Malsche
'Water sypelt en siepert in de grage ok-
en kelkskes van al 't dorstig loof.
*Vavilant na de drogte van de leste maanden,
"t de èèrde schraal as poeier was en veur
Piüraggoworteltjes er nikske meer te slur-
iBiiiiiniiiniiniuiiuuuiuiiiiiiiiiiiiiuiiiHniiiimiiiiiiiiiiijiiiiiiiiuiiiiiiiiuiiiimiiiiiA
pen uit 't mulle land, nouw
zogen éérde en gewas 't koele
nat in, dat alles zienderoogen
zwellen ging van 't vruchtbaar-
lyke sap. 't Slappe blad ver-
styfde en stak z'n punten
trotsch weer uit, vol as 't was,
tot in z n kleinste nerfkens van 't rengel-drinken.
Ge zag 't leven schuimen, melkwit schuimen in
z n oksels. De èèrde ligt weer volgezogen, builend
vol en in enkele uren zyn er wonderen gebeurt
in de dorre weareld.
Gisterenavond zee Trui al: „aauw, wa stikt
me dieën Judas" en mee nen kletsenden klap
sloeg ik in m'n handen en vreef ze van plazier.
„Goddank!" zei ik: „gelukkig maar" en in
't veuruitzicht van 'n fiksche scheut malsch
rengelwater zwierde -n-ik op éénen klomp over
de plavuizen in de rondte. MTrui d'r
ermen. Waant ze was van kwaaiigheid opge
sprongen om myn 's efkes af te vragen „waar
om da 'k zo'n lol had in heur stekende hek-
stroog".
En toen me dan tóch zoo kant-en-klaar ston
den as 'n verliefd paarke (al was 't dan per
ongeluk) en er uit m'nen radioow 'nen Mengel-
bergschen treurwilg roosch, mokte-n-ik van 't
heele „geval" wat er van te maken was en
daanste mee m'n kwaaie Trui 'n slèèpend
walske op de treurwilgery.
„Lamelos, lamelos ouwe gek, zulde melos-
laten of....", maar 'k walste deur tot Wullem
aan d'n aanderen kant van onzen radioow z'n
houtje neerlee en boog en ik Trui los liet om
netjes trug te buigen.
En terwyi 'k da dee schupte ze me teugen
m'n ge-wit-wel aan, da'k Wullem verders maar
olleen hèt buigen. Mee alle respect, maar
as hy in myn plak gestaan had, dan had ie ok
wel opgehouwen, amico! Wry ven en buigen gaat
nie goed samen; wa gij?
„Kan da nie 'n bietje zochter, weerborstel?"
vroeg ik.
„Zochter, zochter?" zee ze: „ik kan 't nog
veul harder en as 'nen voetbalder van 't natio
naal elftal „liep ze uit," om 'r achter mekaar
twéé-nul van te maken, maar ik zette ze gauw
„afsijt", floot op m'n vingers en riep „hout!"
Trui had in de ruimte geschupt.
Ik lachte m'n eigen kriek. Trui wier hoe lan
ger hoe kwaaier en toen ze nie meer wist wa ze
zeggen zou, toen schold ze: „gek, 'ouwe gek, net
as ik altij zeg: „nen vos verliest wel z'n haren,
maar nie z'n streken!"
Da's alty zo'nen onderwatersteek op m'nen
kalen kop.
„En gy", lachte 'n ik: „gij zy-d'nrooske, da wel
d'r blommekes verliest, maar niet d'r doorn
tjes!"
Toen was 't effe éénéén! Waant plotselings
stopte ze, kneep d'r oogen 'n bietje dicht en keek
me ingehouwen aan. D'ren mond lachte stie-
kum, toen stak ze d'r tong uit en ging naar 't
achterhuis.
En jawel, hoore: toen 'k op d'n erft de locht
in oogenschouw gong nemenTrui d'r
hekstroog had weer netjes z'n plicht gedaan.
Z'n weerberichtje klopte! In 't westen krooien
stapels van wolkenklodders over mekaar. Hoo
ger en hooger, in log beweeg, tot boven d'n
erft, dreven de wolkengevaarten dusterder en
dusterder tegen d'n avondhemel. De maan aan
d'n oostkant was onzichtbaar. Alleen 'n zwak
lichtplekske wees de plek aan, waar ze achter
wolkenflarren dreef. Zwarter wier de lucht, de
wind liep veur 't eerst na weken deur 't wes
ten en d'n avond huiverde koel op de schep
ping mee ruschend lawyt in 't buigend ge
boomte.
Tintelend prikte rengelpoeier al in m'n gezicht.
M'n vel wier strak en hard van de kouw. Blek
schoof wa dieper in z'n hondekot en ik zette
de blinden voor de ramen. D'n dag was snel
vergaan. Laankzaam begon d'n erft zwartste
glaanzen. Kwam as uit de wye verte zoow
zochtjes 't geruisch aanroffelen van 't rengel-
getik op d'n notenlèèr. Schoof de wind deur
d'n wingerd as 'nen diepen zucht. De natuur
hijgde naar d'n dronk.
En 'k ben in kouw en rengelval blijven zien
naar deuzen eersten rengel in maanden.
Gaan staan schuilen onder d'n kollesalen
kruin van m'nen notenlèèr, waar 't water op
tikte as op 'n pèrepluuj. Ginnen drup kwam er
deur.
Man, da was zo'n lekker, werm gevoel! On
der dieën rauschenden reuzenkruin, die alle
wind opving in z'n geweldige vlerken, die alle
rengel opslurpte in z'n duzenden drooge steel-
blaren en waar 'k m'n eigen onder voelde as
'n kieken onder de kloek.
Ineens viel er 'n gulp van licht uit 't vier-
kaante deurgat, as 'n aureool om m'n Trui. Ik
dee 'n paar stapkes, hiew onwillekeurig m'nen
asem in en school weg achter d'n knoestigen
boompielèèr.
Feller zag ik nouw d'n erft liggen glaanzen
in 't blinkend-zwarte rengelnat.
't Licht zeefde zochtvloeiend deur 't dichte
netwerk van de bui naar buiten en ge zouw ge-
zeed hebben dat daar, in dieën kegel van licht
't goud veur 't scheppen viel, zóó waasde daar
't licht deur de druppen. Mee 'nen uitgerekten
nek tuurde Trui, knippend mee d'r oogen, in
't groote zwarte gat van d'n donkeren erft, zoe
kende naar d'ren „kalen vos".
Maart 't „beest" hiew z'n eigen koest en
kwispelde van stiekum plazier.
„Pssst!" dee ze mee d'r tong.
Gin antwoord, da begrepte!
Toen „psssschte"ze wa langer en scherper,
of 'r 'nen fietsband leeg liep.
Gin asem. Alleen onheurbaar en onzichtbaar
„gekwispel" van mijnen kant.
Toen bromde ze: „waar zit nouw zo'nen pie-
jas" en toen, nouw, ik kan oew zeggen, amico,
da 'k veul moeite had om nie luidruchtig te
gaan kwispelen.
Eindelyk dee ze éénen stap naar buiten, net
as ons kat alty doet as ze deur 'n plaske mot,
zoow veurzichtig-wantrouwend,'maar ze bedocht
d'r eigen gaauw en „psssschte" nog maar 's; bo
ven 't windgeruisch uit.
Ik genoot!
Van Trui, van 't rengelgeplas, van m'nen no-
telèèr, van de blinkende klinkers veur de deur.
van 't druppende rieten dak, afijn van heel 't
stilleven waar 'k middenin sting.
En toen.... Trui gooide de deur dicht, zee
iets da gy toch nie afdrukt, en 't was effe of
ik verdrinken zouw in de stikdonkerte, in 't
roetzwarte niks!
Maar 'k vuulde ineens d'n zwaren, vasten
boom teugen m'nen schouwer, m'n oogen wend
den weer aan al da dikke zwart en sjuust be
gon 'k 't weer aorig te vinden, toen de deur weer
openging en Trui kordaat naar buiten stapte
onder 'n groote pèrepluuj.
Jonk, wa kan 'nen mensch soms veul plazier
beleven om niks. Zochtjes draaide-n-ik om d'n
stam van d'n boom, uit 't gezicht van „Pssscht'
en kreeg 't wèrm van ingehouwen lachen.
„Waar zit nouw toch zo'nen kearel?"
bromde Trui veur d'r eigen en parmaantig hek-
serseerde ze mee d'r spuit over d'n erft. „Snapt
daar nouw 's iets van". Toen weer: „waar haangt
da merakel nouw toch uit.... is da-d-'n weer?
Om 'n ziekte op oew lyf te halen.... psssscht!"
En dapper, as 'n zeilschip, stevende ze mee d'r
opgestoken spuit van d'n notenlèèr naar 't stal-
leke; van 't stalleke naar de schuur, van de
schuur naar d'n grooten stal, van d'n grooten
stal naar 'tnaar 't huiske, waar ze op de
deur klopte. „Zitte soms hier, flaauwen Diede-
rik?" riep ze, maar daar gaven ze evenmin
asem, da snapte. Toen trok ze wild 't deurke
open, ging nog 'n bietje dichterbye en amico,
'k moest me-n-eigen mee alle geweld inhouwen!
Ondertusschen goot 't. Dubbeléén, ons poes,
kwam op d'n durpel in 't lichte deurgat zitten.
Die had me dalijk in de gaten. Ze keek me
recht in m'n bakkes, zette toen 'nen poot bui
ten, maar gelukkig, ze waagde d'r witte pelske
nie. Waant hoe ok, maar 'k moest nouw mee
'n smoesje van da lolletje af zien te komen,
wilde-n-ik straks nie nog motten lusteren naar
d'ren littenie van Alderheiligen!
Eindelijk had 'k de kans.
„Nouw mag 'k 'nen aap krijgen as ie nie in
„de Gouwe" zit", foeterde ze en mee „zeilde"
ze d'n erft af.
Floep, schoot ik naar binnen, brak bekaanst
de beenen over Dubbeleen, gooide m'n klompen
uit, m'nen kiel en broek, m'n sokken en in aan-
derhaalve menuut lag ik achter de bedsteegor-
dynen.
„Nouw begryp ik er gin sallema...." zoow
kwam ze binnen, maar mee zweeg ze, waant ze
zag natuurlyk m'n uitrusting op de stoelen lig
gen.
Achter mekaar smeet ze de deur dicht, schoof
er de grendels op, zette de druppende pèrepluuj
in 't achterhuis en trok de bedsteegordynen
open. Maar da trof ze nie. 'k Lag onder de de
kens, da snapte, mee m'nen rug naar d'r toe
en toen ze vyf keer „zèg" had geroepen, hoe
langer hoe harder, toen wier ik verschrikt „wak
ker", overtuigd in m'n oogen wryvend.
„D'ruit, druit, druitzekkoew; veur 't reu-
zenoeike!" en meteen gooide ze dekens over
naar 't voeten-end.
Nouw, amico, nie om te spotten, maar as ik
deur de verdiensten van dó rozenoeike in d'n
hemel mot zien te komen.... nouw man, dan
kan 'k as hemeling wel gaan stempelen....!
Afyn, de bui is weer over....!
D'n akker is er wèl by gevaren.
Ik schei er af.
Veul groeten van „Psssscht" en as alty, gin
horke minder van oewen
toet a voe