1 Federatie-kampioenschap VOOR BRIDGERS Me vieren d'n verjaardag van d'n Zomer! T.Y.B.B.-MULO Snijden ZATERDAG 25 JUNI Inwijding kleedhuis BRABANTSCHE BRIEVEN 'Suv The Yellow Black Boys hebben een uitstekende kans op den titel ?«n .llntpoort b. O. u. c. s c. Santpoort T.Y.B.B. Mulo S.D.O.U.G Caesar Santpoort Mulo °aesar. Wijding kleedhuis R. K. F. PROGRAMMA D.H.V.B. R. K. S. V. „Santpoort" R K. S V. „The Yellow Black Boys" HONKBAL Wedstrijden v. Schoolnegentallen Haarlem I—.A.M.V.J. I 14—13 WATERPOLO H. P. C. III—Dolfijn III 2—1 H. P. C. IZignea I 11 ATHLETIEK De Nationale kampioenschappen Nieuwelingen-wedstrijden A. A. B. Nationale Athletiekwedstrijden op 17 Juli a.s. Duitsche Olympische ploeg naar Henley TENNIS TOURNOOI WIMBLEDON OVERVEEN HET HOCKEY TOURNOOI ZWEMMEN DE WATERRATTEN 'n Slèèpend walske op de treurwilgerij >n De natuur hijgde naar d'n dronk Oré. Junien dan nog een zeer belang den voetbalwedstrijd aankondigen! staat nJ. nagenoeg voor de beslis ts inzake het kampioenschap der R.K.F. We weten allemaal de geschiedenis der kam- '°enscompetitie welke thans min of meer op a lijdensweg gaat lijken, we behoeven daarover niet veel te vertellen aar de feiten nemen zooals ze zijn en dan ^■"heugen we ons over het feit dat de Haar- h ,°ofd gaat van de afdeeling der 4 kampioenen che Yellow Black Boys momenteel aan het (v Öus een schitterende kans maakt om met ®esar, den kampioen der le klasse A in een "rijd van 2 wedstrijden, uit te maken wie ten- ®Jte den eerepalm zal mogen wegdragen. Morgen kunnen de Haarlemsche voetballief- abbers hun hart weer eens ophalen aan een er interessanten wedstrijd en wannei eersgesteldheid der laatste dagen nog houdt zal geen sportliefhebber het betreuren wanneer de even We aan den Rijksstraatweg onze Boys kun- gaan aanmoedigen in hun alleszins moei en strijd tegen M.U.L.O. Boe staan de kansen? wT y-B.B. 5 wedstrijden 8 punten. M.U.L.O. 5 ®dstrijden 6 punten. Li Helmond wonnen de Boys reeds met 21 .^odat een nieuwe zege in de lijn der verwach ten ligt. Be Boys hebben in deze competitie een con- i, nt goeden vorm vertoond en zeer duidelijk f gebleken dat de Santpoorter debacle aan een wfeal uit vorm zijn moet worden toegeschreven. Bovendien kunnen Drayer c.s. den strijd van ?°rgen met meer vertrouwen tegemoet zien an Mulo omdat T.Y.B.B. reeds aan een gelyk- Dei voldoende heeft en bij een eventueele ne erlaag zelfs nog een goede kans behoudt. t>e Haarlemmers zullen echter hun beste entje moeten voorzetten want hoewel we om- bei ïfeht het resultaat optimistische verwachingen Resteren ten gunste van T.Y.B.B. dienen we t uit het oog te verliezen dat een elftal als ^•B.l.o. met spelers als de internationals Laarhoven en v. Eekeren ongetwijfeld tot wn grootsche prestatie in staat is. t Baarom Boys, willen we in Haarlem eindelijk ft een kampioensfeest mee maken, de tanden xtra op elkaar en uw talrijken aanhanders mor- 6een blijden middag bezorgen. Bn dan tegen Caesar! Voor den wedstrijd T.Y.B.B.M.U.L.O. schijnt F°ote belangstelling te bestaan en het T.Y.B.B. astuur heeft dan ook besloten aan eenige fessen voorverkoop te houden, waarvan reeds druk gebruik is gemaakt. Dit is heel logisch „ant er is op sportgebied te Haarlem niets te jBet schitterende T.Y.B.B.-terrein ligt aan den 5'ifesstraatweg even voorbij de R. K. kerk. Fiet- ïttalling is op het terrein aanwezig. De wed- ?r'jd vangt aan om half drie en wordt geleid °or scheidsrechter Starren. In Santpoort krijgen de roodbroeken bezoek uift. Deze stryd is in zooverre nog van he ugenis, dat hier zal worden uitgemaakt wie -tste zal zijn van de „vier". fry gelocven, dat Santpoort, dat het seizoen goed begon met een overwinning op S. D. U. C. zal besluiten. be stand is: k Y- B- B- 4 1 9—10 8 1.60 5 3 2 12—8 6 1.20 5 1 1 3 11—11 3 0.60 5 I 1 3 8—11 3 0.60 5—0 2—3 1—0 3—2 5—3 1—2 2—0 S-D.O.U.O. 2—2 2—3 21 i Vóór den grooten strijd zal om kwart over q T.Y.B.B.'s nieuwe kleedhuis ingewijd wor- door den geestelijken adviseur kapelaan v. °Uten. Vóór deze plechtigheid spelen twee veteranen- elftallen van T.Y.B.B. een partijtje voetbal dat reeds om 12 uur 45 aanvangt. Volledigheidshalve publiceeren we nog de op stelling der elftallen: T.Y.B.B. Cramer Fictoor v. Es v. Turnhout Draijer Kamer Kuiper Put Honschoten Rotteveel v. Leuven. v. d. Heuvel Roeien F. v. Eekeren Geene Bertens v. Dijk Jos v. Eekeren Sanders v. Laarhoven A. v. Eekeren Hendriks M.U.L.O. Beide elftallen hebben hun doelman ver vangen. Bij T.Y.B.B. is Metten vervangen door Cra mer en bij Mulo neemt Hendriks de plaats in van Colen. Zy nog vermeld dat het Haarleemsche ge meenteraadslid, de heer Klein Schiphorst den atfrap doet. Landenkampioenschap T. Y. B. B.—Mulo SantpoortS. D. O. U. C. Promotie eerste klasse G. V. V.Boxmeer B. V. C.Best Vooruit Beslissingswedstrijden Voorwaarts 1Sparta 1, terrein Victoria Santpoort 2Victrix 1, terr. Geel Wit. Westlandia 2—D.H.L. 4, terrein P. F. C. Promotie en degradatie le klasse S. D. E. 1—R. K. A. V. 2 2e klasse Zwaluwen 2St. Martinus 1 4e klasse H. V. V. 1—R. A. 3 Kwart-finale Bisschopsbeker The Unity 1—W. E. V. 1 Activitas 1—Donk 1 Programma 26 Juni. Santpoort IS. D. O. U. C. I 2.30. Victrix ISantpoort II 2.30. Santpoort CombieIJm. Oost-elftal 12.30. Buiten verwachting speelt het éérste morgen thuis voor het landskampioenschap; de Ulfte- naren komen op bezoek. Uit werd gelijk ge speeld, zoodat het een spannende kamp belooft te worden. Het tweede elftal vertrekt 1 uur naar Heem stede om met Victrix te kampen om het kam pioenschap van haar afdeeling. Om 12.30 speelt een Santpoort-Comb. tegen een elftal van IJmuiden-Oost. Toekomstige leden. N.B. Aan de leden. Het grootste gedeelte der u toegezonden circulaires is reeds binnen; toch znn we nog niet waar we wezen willen; we ver wachten dus morgen het restant, hetwelk op het terrein aan den secretaris overhandigd kan worden. Langs dezen weg brengen Oom Jan en Siem hartelijk dank aan allen die medegewerkt heb ben aan het stoffelijk blijk van waardeering, hen by hun jubileum geschonken. Zij, die een foto wenschen te koopen van de lustrum-ochtend, kunnen deze bestellen aan het secretariaat: Hagelingerweg 222; Groot for maat ƒ1; klein formaat 0.75. Nu allen met uw circulaire naar den secre taris. CHRIS. Secretariaat Karei v. Manderstr. 88. Voorgesteld als werkend lid: Th. de Vries, Korte Wijngaardstraat 10. Morgen zal op plechtige wijze het nieuwe kleedhuis in gebruik genomen worden. De aan nemer de heer G. Snoeks, heeft alle eer van zyn werk en de practische indeeling van het ge bouwtje biedt ruimschoots kleedgelegenheid voor vier elftallen. Twee scheidsrechterskamers, een flinke bergplaats en een ruime waschgelegen- heid completeeren het geheel. In verband met dit heugeiyk feit zullen vóór den kampioenswedstryd T.Y.B.B.Mulo twee veteranenelftallen elkaar bekampen. Het programma voor morgen is dus als volgt: 12.45 uur. Veteranenwedstryd: 2.15 uur: Inzege ning van het nieuwe kleedhuis door den Wel- Eerw. Heer J. P. van Houten; 2.30 uur: T.Y.B.B. I—M.U.L.O. I (Helmond). Er blijkt een zeer groote belangstelling te be staan voor dezen kampioenswedstryd. Wij wij zen er voor de goede orde daarom nog eens uit- drukelijk op dat de toegang voor leden en do nateurs alleen is aan den Vereierderweg op ver toon van leden- of donatiekaart. Er is fietsen stalling op het terrein. De wedstryden der schoolnegentallen worden gedeeltelijk op Zaterdag 25 Juni gespeeld. Dan ontmoeten elkaar namelijk op het Gemeente lijk Sportterrein aan de Kleverlaan, om half drie: het R. K. Lyceum (Haarlem) en de Ryks H.B.S. (Velsen); om half vier: de H.B.S. b (Haarlem) en het Gem. Lyceum (Haarlem). Beide wedstrijden duren een uur. In niet bepaald zomersche temperatuur speelde Haarlem I Woensdagavond tegen de Amsterdamsche Jonge Mannen. A.M.V.J. verscheen met een viertal invallers, maar Haarlem telde er ook zooveel. Het begin was bepaald sensationeel. A.M.V.J. gaat eerst slaan en al spoedig biykt, dat vry- wel geheel Haarlem „er uit" is. Niet minder dan veertien spelers zijn in deze beurt aan slag geweest, waarvan er negen over de thuisplaat zijn gekomen. Het plan van de Haarlemmrs om net zoo'n beurt te maken, lukt niet. De eerste drie slaan wel raak, maar dan volgen spoedig een paar nullen en als er drie zijn, zyn er maar twee runs gemaakt. In de volgende beurten gaat het spel echter meer gelyk op. Veenhof biyft wel veel wyd gooien, maar zyn worpen naar de honken wor den door de Amsterdammers zeer gevreesd, waardoor zij erg voorzichtig zyn en maar langzaam opschieten. Door groote krachtsinspanning slaagt Haar lem er in te voorkomen, dat A.M.V.J. runs maakt, terwijl haar eigen score, hoewel zeer langzaam, omhoog gaat. De achterstand van zeven runs is, na acht innings, teruggebracht tot één run. De stand,is 1211. Toch behaalt A.M.V.J. maar één run. Haarlem kan dus in haar negende beurt met drie runs winnen. De spanning bereikt haar hoogtepunt. Kloos profiteert van den eenigen keer, dat de A.M.V.J.-eerste-honkman mist en bereikt het eerste honk. Hunik zorgt door een goeden slag, dat Kloos kan binnenkomen. Veenholr haalt het eerste maar nauwelijks, maar van dat korte oogenblik verwarring maakt Hunik gebruik door den geiykmaker te loopen. Als Dijkhuizen dan ook goed raakt en het eerste honk haalt, kan Veenhof de thuisplaats pas- seeren. Dat beteekent: een einde aan dezen spannenden wedstrijd, en de punten toch nog voor Haarlem. Uitslag in innings: A.M.V.J.: 9-0-3-0-0-0-0-0-1 13. Haarlem: 2-0-2-0-3-0-4-0-3 14. In een zeer zwaren wedstrijd heeft H. P. C. Woensdagavond: twee belangrijke puntjes ver overd. Na den ingooi is Dekker het eerst by den bal, plaatst goed naar Kuiper, die echter onge oorloofd genomen wordt. De vrije worp levert niets op. Als Nicolaas eens den bal fraai toe gespeeld! krijgt schiet hy onverwachts onhoud baar in. 01. Kort na rust wordt Collet genomen, de stral- worp wordt na te zijn genomen, benut. 11. De strijd wordt nu spannend. Weer begaat een Dolfünman een overtreding binnen de 4 M. Den strafschop stopt de Dolfynkeeper, doch met 7 tegen 6 man wordt de druk op het Dolfijn- doel te zwaar en nadat een paar kansen ver loren gaan plaatst Blij naar den vrijliggenden Collet, die nu scoort. 21. Met H. P. C. iets in de meerderheid komt het einde met 21 voor H. P. C. Donderdagavond had bovengenoemde ont moeting plaats in den Zwemvyver te Heem stede. De zeventallen stellen zich als volgt op H. P. C. Mej. W. Wout Mevr. Knuyt, Mej. P. Kann, Mej. Marsma Mej. Carpentier, Mej. C. Kann, Mej. Wildeboer. Mej. Bannink, Mevr. Venema, Mej. Knuyt. Mej. Haasse, Mej. v. Ommeren, Mej. Spandonck Mej. D. Roos. Het begin is voor H. P. C. al zeer fortuiniyk. Mej. C. Kann haalt na den ingooi den bal, plaatst naar mej. Carpentier, die het leder moet afstaan aan mej. Haasse, doch mevi. Knuyt maakt haar het leder afhandig, zwemt op en plaatst naar mej. C. Kann, die snel is uitgezwommen en nu geheel onbedreigd op mej. Roos aanzwemt en scoort. 1o. Als mevr. Knuyt mej. Bannink voor doei vrij laat, krijgt deze den bal van mej. Van Ommeren toegespeeld en nu is de beurt aan mej. Bannink om onbedreigd te scoren. 11. Dan komt er teekening in het spel. Bij een snellen H. P. C.-aanval, waarbij mej. Roos zeer verdienstelijk werk doet^ raakt mej. Cai- pentier binnen de 2 M. iyn en moet het water uit. Dit is echter geen beletsel voor H. P. C. om eenig overwicht te toonen. Weer is- het mej. C. Kann die geheel onbedreigd voor het Zignea-doel komt, doch op 2 M. afstand nog mist. Met 7 tegen 6 is Zignea iets sterker. Een corner wordt niet benut. Dan komt rust mei 1—1. Na rust speelt H. P. C. een zeer snel spel. Ook nu weer komt mej. Kann alleen voor ae keepster, doch het schot is te zacht. Als een der Zignea-dames zich ook binnen de 2 M. opstelt, moet zij ook verdwijnen. Met 6 tegen 6 is H. P. C. beslist sterker, cfrie maal krijgt H. P. C. de kans om te scoren, doch geen kans wordt benut. Met eenig overwicht van H. P. C. komt dan het einde. Zaterdagavond speelt H. P. C. I (heeren) in den Heemsteedschen Zwemvyver voor de le kl. N. Z. C. tegen S. V. H. uit Hillegersberg. Aanvang 8 uur. Het 2e zevental speelt dien avond in Zaandyk tegen Nereus H Op de Nederlandsche athietiek-kampioen- schappen op 2 en 3 Juli a. s. te Amsterdam, zullen de wedstrijden voor dames en heeren voor het eerst sinds 1928 weer gecombineerd plaats vinden. Van 1928 tot vorig jaar waren de dames en heeren kampioenschappen apart georganiseerd, doch nu dit jaar de beide groepen weer te zamen zullen kampen, zullen de wedstryden ongetwijfeld aan belangrijkheid en interesse winnen, terwyi bovendien het programma uit gebreider en aantrekkeiyker is geworden. In totaal zullen 11 onderbonden der K. N. A. U. afgevaardigden naar de hoofdstad zen den, zoowel dames als heeren. Vrijwel alle on derbonden hebben daartoe reeds voorwedstrij den gehouden, waarvan de drie best geplaat sten van elk nummer gerechtigd zyn, om aan de wedstrijden om de Nederlandsche kampioen schappen deel te nemen. Het spreekt als van zelf, dat een op deze wy'ze georganiseerde strijd om de kampioenstitels inderdaad de sterkste athleten uit heel ons land tegenover elkaar brengt. Door den Amsterdamschen Athletiek Bond zal op Zondag 17 Juli a.s. een athletiekdag ge organiseerd worden, speciaal voor nieuwelingen. De wedstryden vinden plaats op de Sintelbaan aan het Olympiaplein en vangen aan des mid dags te 1 uur. Het programma bevat de volgende nummers: Hardloopen: 100, 400, 1500, 3000 Meter; nor- denloop: 110 Meter; snelwandelen: 3500 Meter; estafette: 4 x 100 Meter en Zweedsche esta fette (400, 300, 200 en 100 M.) Springen, Pols stokhoogspringen, Hoogspringen met aanloop en vèrspringen met aanloop; werpen: discuswer pen en kogelstooten. Het bestuur der R. K. Haarlemsche Athl. Ver- eeniging „Holland" is wederom in staat gesteld door de welwillendheid van den z.eerw. zeergel. Heer Dr. Th, N. Vlaar, om op zijn sportterrein bij het R. K. Lyceum aan den zylweg Nationa le Athletiekwedstrijden te organiseeren. Een aantrekkelijk programma is samenge steld. De verschillende goede prestaties die men nog vorig jaar bij de Kampioenswedstryden der R.K. N.A.U. op hetzelfde terrein heeft kunnen be wonderen, zullen zoo goed als zeker (gezien de vorderingen der diverse athleten) nog hooger worden opgevoerd. Als de vöorteekenen niet bedriegen, belooft het een Zondagmiddag van goeden sport en krachtige propaganda der R. K. athletiek te worden. Het programma is als volgt: 80 M. Junioren, 100 M. cracks, 100 M. nieu welingen, 800 M. cr„ 800 M. nieuw., 5000 M. cr. nieuw., 4 maal 300 M. estaf. cr. 4 maal 100 M. estaf. cracks 4 maal 100 M. Verspringen met aanloop, cracks; hoogspr.. met aanloop, nieuw., polstokhoogspringen cr. en nieuwelingen. Speerwerpen cracks, Discuswerpen cr., Ko gelstooten cr. en nieuweL De Olympische ploeg van de Berliner Ru- derclub is via Hoek van Holland naar Hen ley vertrokken, om aan de regatta aldaar deel te nemen. Op 11 Juli zullen zy zich te Southampton in schepen naar Los Angelos. Veronderstellen we, dat de leider sans atout moet spelen. Dit is het moeiiykste, maar ook 't mooiste spel. Maar hier wreken de beginners hebbelijkheden, zooals de neiging om zoo spoe dig mogelijk hooge kaarten te maken, zich het ergst. En by dit spel moet veel geteld wor den, moet men trachten te onthouden wat er uit is in alle kleuren. Als beginsel moet men aanvaarden: laat de tegenstander maar eerst maken, wat hy te ma ken heeft en wat ik zelf toch niet maken kan, en laat ik zorgen zooveel mogelijk achter de hand te houden. De groote kunst bij sans atout is niet om de hoogste kaarten te maken, maar juist de lage, die door handig spel vrij komen. De tegenparty komt uit met de vierde kaart van zijn langste kleur, waar ge voor moet op passen, en waar ge niet gauw in moet spelen, want daarvan heeft uw tegenparty lage kaar tjes, die aan de beurt kunnen tomen, als ge er uw hooge in gemaakt hebt. Al hebt ge er dus heer, aas en vrouw van, en al lokt net u toe die te maken, wacht er liever mee tot het eind van het spel als de tegenpartij gedwongen wordt weg te gooien by een kleur, die hij niet heeft, en dan de kaartjes van zyn lange kleur, waar hy zooveel hoop op gehad heeft ze te maken, moet offeren. Speel zelf zooveel mogelijk in kleuren, waar van ge gezamenlijk zooveel mogeiyk kaarten hebt, en laat de tegenparty daar de hooge kaar ten maar van maken. De hoogste kaarten ma ken ze toch. Biyf echter achter met de hooge kaarten van de anderde kleuren, om daarmee aan trek te komen, als ge lage vrye kaarten van uw eigen lange kleur hebt vrij gemaakt. Maar zorg vooral voor één ding, dat is, dat ge u zelf niet blokkeert. Dat ge b.v. drie vrye kaartjes in uw eigen hand hebt en van dezelf de soort een hoogere in den blinde die nemen moet en ge niet meer aan slag kunt komen. Hebt ge van eenzelfde kleur drie kaarten in den blinde en vijf in uw hand, speel dan eerst de hoogste kaarten uit den blinde. Bewaar de azen zoo lang mogeiyk en bewaar vooral de dekking in de kleur, waarmede de tegenpartij is uitgekomen. Bezie uw kaarten eerst zeer zorgvuldig en tel, wat ge zeker maken kunt. Bekijk dan verder welke gevaren u dreigen en of ge wel in alle kleuren zijt gedekt. Zijt ge in alle kleuren ge dekt, kijk dan welke kaarten min of meer du- De afwerking van het uitgebreide programma biyft vlot gaan. In afd. C konden reeds eind strijden worden gespeeld en in de andere num mers is men de kwarteindstrijden aangevangen. Het steeds talrijker publiek kon ook Donderdag van goede partijen genieten en vooral de strijd WetselaarKauffmann trok groote belangstel ling. 1^ volledige uitslagen van Donderdag zyn: Heeren enkelspel A. 2e ronde: Opwyrda sl. W. A. Dingemans 63, 63. R. Schelling sl. J. van der Stadt 63, 46, 63; Kwarteindstryd: M. Wetselaar sl. E. Kauffmann 7—5, 63. Dames enkelspel A. Ie ronde: Mevr. Wetselaar sl. mej. S. Kraag 63, 64. Halve eindstrijd: Jonkvr. L. van Riemsdijk sl. jonkvr. J. van Riemsdyk 61, 61. Gemengd dubbelspel A: le ronde: Jonkvr. L. van Riemsdyk en J. W. G. Kern sl. mevr. E. van Huystee en R. Schelling 6—1, 63. Heerenenkelspel B. le ronde: „Hermans" sl. dr. Th. de Crauw 60, 61; 2e ronde: „Her mans" sl. E. Düsterbeclc 60, 46, 63; 3e ronde: J. de Ruiter sl. W. Bitter 108, 26, 61. Dames enkelspel B. kwart eindstrijd: mej. M. Uitenhage de Mist sl. mevr. C. Kuhn 62, 62; mevr. Meyer sl. mevr. R. van de Klashorst 62, 63; halve eindstrijd: mevr. Meyer sl. mej. J. C. van Beaumont 60, 64. Heeren dubbelspel B. kwart eindstrijd: J. Verwey en J. Verwaal sl. D. Nieman en W. F. van der Lee 64, 86; J. van Hees en W. A. Dingemans sl. „Hermans" en J. van der Stadt 6—3, 8—6. Gemengd dubbelspel B. kwart eindstrijd: mevr. en hr. Nielsen sl. mevr. B. van Huystee en „Hermans" 6—2, 62; mevr. en hr. van de Klashorst sl. mej. R. Levy en J. Verhagen 64, 61; mevr. A. Kamerbeek en Der Kinderen sl. mej. L. van Gelder en F. Lanting 64, 61. Dames enkelspel C le ronde: mej. L. Lamour sl. mej. D. Smit 8—10, 6—1, 7—5. Heeren dubbelspel C. halve eindstrijd: J. de Groot en F. van Heukeshoven sl. E. Brantjes en J. Brantjes 62, 63. Dames, dubbelspel C. eindstrijd: mej. M. El- deding en mej. B. Eldering sl. Mej. C. Nolting en mej. Zeegers 86, 63. Gemengd dubbelspel C. halve eindstrijd: rpevr. L. Tijsseling en mr. P. Matla sl. mevr. en hr. Vreeken 62, 6—2. Eindstrijd: Mej. J. Haye en F. van Heukeshoven sl. Mevr. L. Tysseling Mr. P. Malta 7—5, 4—6, 6—2. bieus zijn en tracht die te maken. De anderen komen van zelf wel. Is er gevaar, dat de tegenpartij een heele se rie vrije kaarten maakt als ze aan slag komt, zorg dan dat ze niet aan slag meer kan komen, althans zoo laat mogelijk, en waag niets meer, maar maak wat er te maken is. Zoolang dit gevaar echter nog niet bestaat, kunt ge het best spelen in de lange kleuren, de hooge kaarten van de tegenparty er uit dwin gen en de lagere vrij maken. In een vorige causerie heb ik aangeraden, dengene die voor den blinde zit „door de kracht te spelen", om zoodoende te trachten een hooge kaart van de tegenpartij te vangen, en dengene die voor den leider zit „naar het zwak" van den blinde te spelen, ten einde een hooge kaart van den leider te vangen. Op ditzelfde principe berust het z.g. snfl- d e n, dat men doen moet als men zelf het spel leidt. Van dit snijden hangt veel af; daardoor wordt in een spel, dat tot het uiterst is opgebo den, bepaald of men zal winnen of niet. Daar zit als het ware de winst- of verlieskans in. en dat hangt af van de manier waarop de kaarten zitten, of men 't al of niet haalt. Snyden ts <n de derde hand niet de hoogste kaart spelen maar een lagere, in de hoop, dat de kaart, die boven de kaart gaat die men in de derde hand speelt, niet bij de vierde maar bij de tweede hand zit. Het is dus een waag. Lukt het, dan maakt men later zyn hoogste kaart ook, lukt het niet, dan maakt men maar een van de beide kaar ten. Het eenvoudigst voorbeeld is, dat de blinde aas en vrouw heeft. Men speelt dan een lage kaart voor. De tweede hand legt daar een hoo gere kaart in, doch niet den heer. Heeft hy nu den heer, dan kan men met de vrouw den slag maken. Heeft zijn partner den heer, dan maakt men den slag niet, maar dan maakt de vierde hand dien slag met den heer. Dit is nu iets, dat den beginner altyd spyt en hij wilde dan liever het aas gespeeld heb ben. Hy geeft zich echter geen rekenschap dat, als hy het aas zou hebben gespeeld, de heer toch vrij gekomen zou zyn en later zou zyn ge maakt. Hij heeft nu de kans gehad dien heer te vangen. Wanneer nu echter de heer niet op de vrouw gegooid wordt, blijkt dat de heer, zooals hy ge hoopt had, in de tweede hand zit. Hy moet dus nu hetzelfde spelletje nog eens probeeren, maar de blinde is aan slag. Het is dus noodig, dat hü zelf eerst aan slag komt, en hij moet dus zoo danig uit den blinde uitkomen, dat hij met zijn eigen hand den slag maken kan. Lukt hem dit, dan speelt hij nogmaals een lage kaart, ten ein de de tweede hand te dwingen met den heer te komen en daar het aas op te leggen. Dit snüden is iets wat altijd eenige moeite kost om den beginner by te brengen, ten eerste omdat hij nog bevry'd moet worden van de kwaal „maak wat je dadelijk maken kunt", die iedere beginneling heeft en die moet worden uitgeroeid, wil men hem tot een goed bridge- speler opvoeden. Verder is het voorbeeld dat ik opgeef, heel erg eenvoudig, maar het zal in de praktijk minder eenvoudig zijn, want niet alleen komt het aan op dit snijden, maar ook op het spelen in den blinde op die wyze, dat men weer zelf aan de beurt kan komen. Men moet daarom zijn spel goed bekijken en nagaan hoe gespeeld moet worden. Men moet dus als men zoo'n snijkans ziet, zich afvragen: als ik deh «rsten keer gesneden heb. hoe moet ik dan spelen (Wordt vervolgd). LOS ANGELOS, 24 Juni (V.D.) Naar ge meld wordt nemen slechts drie landen deel aan het Olympisch hockeytournooi, n.l. Britsch-Indië (de winnaar van Amsterdam 1923), Japan en de Vereenigde Staten. Vergeleken by Amsterdam is de bezetting van het tournooi dus wel zeer zwak. De Haarl. Zwem- en Poloclub „De Waterrat ten", zal ter gelegenheid van de herdenking van het tweede lustrum op Zondag 3 Juli a.s. een groot Nat. Zwemfeest organiseeren in de nieuwe inrichting aan de Houtvaart, aanvangende des namiddags te half twee. Verschillende kampioenen hebben reeds hun toezegging gedaan, record verbeteringen zyn niet uitgesloten. Het belooft dus een zwemfeest te worden, zooals men in tüden te Haarlem en Omstreken niet heeft gezien. Voor verschillende attracties worden onderhandelingen gevoerd. iiiuiriinninrniniiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiinyi "^HllnimmTTnmrmïïiOTinniiniTmn.mrmnimTnmmmiininmiimimmimt Ulvenhout, 21 Juni 1932 Menler, jj^hdaag vieren me d'n ver atdag van d'n Zomer! d'n buiten staat alles in vollen wasdom. WJ'stschiet van huizekens, torentjes en meu- drijft op 'n zee van rijpend koren, van J&lenden rog, van bloeiende velden. bloedrooie bessen, barstend van rijpheid in bwende trossen, druipen neer in 't starke van manshooge struiken. 't Kleurkrijtblaauw van de korenblomme-ster, iend rood van de klaproos, 't suiker-wit Öe vlierblomplakaten, 't zyn allegaar de tekende kleuren in d'n blommenboekee op ^eh Zomerfeestdag. Wj 11 klatren van d'n mergen uit de dikke Vï dat 'fc ruischt en golft in zyig gerucht jv 't proppensvolle akkerland, bejj uPpen as bessentrossen patsen in oewen V* mekaar, da ge ze lauw over oewen rug zig&elen tot ge in d'n lach schiet, 't Is of pure vruchtbaarheid in klatsenden Nif'T1 °P 't volgroeide gewas spoelt, 't Malsche 'Water sypelt en siepert in de grage ok- en kelkskes van al 't dorstig loof. *Vavilant na de drogte van de leste maanden, "t de èèrde schraal as poeier was en veur Piüraggoworteltjes er nikske meer te slur- iBiiiiiniiiniiniuiiuuuiuiiiiiiiiiiiiiuiiiHniiiimiiiiiiiiiiijiiiiiiiiuiiiiiiiiuiiiimiiiiiA pen uit 't mulle land, nouw zogen éérde en gewas 't koele nat in, dat alles zienderoogen zwellen ging van 't vruchtbaar- lyke sap. 't Slappe blad ver- styfde en stak z'n punten trotsch weer uit, vol as 't was, tot in z n kleinste nerfkens van 't rengel-drinken. Ge zag 't leven schuimen, melkwit schuimen in z n oksels. De èèrde ligt weer volgezogen, builend vol en in enkele uren zyn er wonderen gebeurt in de dorre weareld. Gisterenavond zee Trui al: „aauw, wa stikt me dieën Judas" en mee nen kletsenden klap sloeg ik in m'n handen en vreef ze van plazier. „Goddank!" zei ik: „gelukkig maar" en in 't veuruitzicht van 'n fiksche scheut malsch rengelwater zwierde -n-ik op éénen klomp over de plavuizen in de rondte. MTrui d'r ermen. Waant ze was van kwaaiigheid opge sprongen om myn 's efkes af te vragen „waar om da 'k zo'n lol had in heur stekende hek- stroog". En toen me dan tóch zoo kant-en-klaar ston den as 'n verliefd paarke (al was 't dan per ongeluk) en er uit m'nen radioow 'nen Mengel- bergschen treurwilg roosch, mokte-n-ik van 't heele „geval" wat er van te maken was en daanste mee m'n kwaaie Trui 'n slèèpend walske op de treurwilgery. „Lamelos, lamelos ouwe gek, zulde melos- laten of....", maar 'k walste deur tot Wullem aan d'n aanderen kant van onzen radioow z'n houtje neerlee en boog en ik Trui los liet om netjes trug te buigen. En terwyi 'k da dee schupte ze me teugen m'n ge-wit-wel aan, da'k Wullem verders maar olleen hèt buigen. Mee alle respect, maar as hy in myn plak gestaan had, dan had ie ok wel opgehouwen, amico! Wry ven en buigen gaat nie goed samen; wa gij? „Kan da nie 'n bietje zochter, weerborstel?" vroeg ik. „Zochter, zochter?" zee ze: „ik kan 't nog veul harder en as 'nen voetbalder van 't natio naal elftal „liep ze uit," om 'r achter mekaar twéé-nul van te maken, maar ik zette ze gauw „afsijt", floot op m'n vingers en riep „hout!" Trui had in de ruimte geschupt. Ik lachte m'n eigen kriek. Trui wier hoe lan ger hoe kwaaier en toen ze nie meer wist wa ze zeggen zou, toen schold ze: „gek, 'ouwe gek, net as ik altij zeg: „nen vos verliest wel z'n haren, maar nie z'n streken!" Da's alty zo'nen onderwatersteek op m'nen kalen kop. „En gy", lachte 'n ik: „gij zy-d'nrooske, da wel d'r blommekes verliest, maar niet d'r doorn tjes!" Toen was 't effe éénéén! Waant plotselings stopte ze, kneep d'r oogen 'n bietje dicht en keek me ingehouwen aan. D'ren mond lachte stie- kum, toen stak ze d'r tong uit en ging naar 't achterhuis. En jawel, hoore: toen 'k op d'n erft de locht in oogenschouw gong nemenTrui d'r hekstroog had weer netjes z'n plicht gedaan. Z'n weerberichtje klopte! In 't westen krooien stapels van wolkenklodders over mekaar. Hoo ger en hooger, in log beweeg, tot boven d'n erft, dreven de wolkengevaarten dusterder en dusterder tegen d'n avondhemel. De maan aan d'n oostkant was onzichtbaar. Alleen 'n zwak lichtplekske wees de plek aan, waar ze achter wolkenflarren dreef. Zwarter wier de lucht, de wind liep veur 't eerst na weken deur 't wes ten en d'n avond huiverde koel op de schep ping mee ruschend lawyt in 't buigend ge boomte. Tintelend prikte rengelpoeier al in m'n gezicht. M'n vel wier strak en hard van de kouw. Blek schoof wa dieper in z'n hondekot en ik zette de blinden voor de ramen. D'n dag was snel vergaan. Laankzaam begon d'n erft zwartste glaanzen. Kwam as uit de wye verte zoow zochtjes 't geruisch aanroffelen van 't rengel- getik op d'n notenlèèr. Schoof de wind deur d'n wingerd as 'nen diepen zucht. De natuur hijgde naar d'n dronk. En 'k ben in kouw en rengelval blijven zien naar deuzen eersten rengel in maanden. Gaan staan schuilen onder d'n kollesalen kruin van m'nen notenlèèr, waar 't water op tikte as op 'n pèrepluuj. Ginnen drup kwam er deur. Man, da was zo'n lekker, werm gevoel! On der dieën rauschenden reuzenkruin, die alle wind opving in z'n geweldige vlerken, die alle rengel opslurpte in z'n duzenden drooge steel- blaren en waar 'k m'n eigen onder voelde as 'n kieken onder de kloek. Ineens viel er 'n gulp van licht uit 't vier- kaante deurgat, as 'n aureool om m'n Trui. Ik dee 'n paar stapkes, hiew onwillekeurig m'nen asem in en school weg achter d'n knoestigen boompielèèr. Feller zag ik nouw d'n erft liggen glaanzen in 't blinkend-zwarte rengelnat. 't Licht zeefde zochtvloeiend deur 't dichte netwerk van de bui naar buiten en ge zouw ge- zeed hebben dat daar, in dieën kegel van licht 't goud veur 't scheppen viel, zóó waasde daar 't licht deur de druppen. Mee 'nen uitgerekten nek tuurde Trui, knippend mee d'r oogen, in 't groote zwarte gat van d'n donkeren erft, zoe kende naar d'ren „kalen vos". Maart 't „beest" hiew z'n eigen koest en kwispelde van stiekum plazier. „Pssst!" dee ze mee d'r tong. Gin antwoord, da begrepte! Toen „psssschte"ze wa langer en scherper, of 'r 'nen fietsband leeg liep. Gin asem. Alleen onheurbaar en onzichtbaar „gekwispel" van mijnen kant. Toen bromde ze: „waar zit nouw zo'nen pie- jas" en toen, nouw, ik kan oew zeggen, amico, da 'k veul moeite had om nie luidruchtig te gaan kwispelen. Eindelyk dee ze éénen stap naar buiten, net as ons kat alty doet as ze deur 'n plaske mot, zoow veurzichtig-wantrouwend,'maar ze bedocht d'r eigen gaauw en „psssschte" nog maar 's; bo ven 't windgeruisch uit. Ik genoot! Van Trui, van 't rengelgeplas, van m'nen no- telèèr, van de blinkende klinkers veur de deur. van 't druppende rieten dak, afijn van heel 't stilleven waar 'k middenin sting. En toen.... Trui gooide de deur dicht, zee iets da gy toch nie afdrukt, en 't was effe of ik verdrinken zouw in de stikdonkerte, in 't roetzwarte niks! Maar 'k vuulde ineens d'n zwaren, vasten boom teugen m'nen schouwer, m'n oogen wend den weer aan al da dikke zwart en sjuust be gon 'k 't weer aorig te vinden, toen de deur weer openging en Trui kordaat naar buiten stapte onder 'n groote pèrepluuj. Jonk, wa kan 'nen mensch soms veul plazier beleven om niks. Zochtjes draaide-n-ik om d'n stam van d'n boom, uit 't gezicht van „Pssscht' en kreeg 't wèrm van ingehouwen lachen. „Waar zit nouw toch zo'nen kearel?" bromde Trui veur d'r eigen en parmaantig hek- serseerde ze mee d'r spuit over d'n erft. „Snapt daar nouw 's iets van". Toen weer: „waar haangt da merakel nouw toch uit.... is da-d-'n weer? Om 'n ziekte op oew lyf te halen.... psssscht!" En dapper, as 'n zeilschip, stevende ze mee d'r opgestoken spuit van d'n notenlèèr naar 't stal- leke; van 't stalleke naar de schuur, van de schuur naar d'n grooten stal, van d'n grooten stal naar 'tnaar 't huiske, waar ze op de deur klopte. „Zitte soms hier, flaauwen Diede- rik?" riep ze, maar daar gaven ze evenmin asem, da snapte. Toen trok ze wild 't deurke open, ging nog 'n bietje dichterbye en amico, 'k moest me-n-eigen mee alle geweld inhouwen! Ondertusschen goot 't. Dubbeléén, ons poes, kwam op d'n durpel in 't lichte deurgat zitten. Die had me dalijk in de gaten. Ze keek me recht in m'n bakkes, zette toen 'nen poot bui ten, maar gelukkig, ze waagde d'r witte pelske nie. Waant hoe ok, maar 'k moest nouw mee 'n smoesje van da lolletje af zien te komen, wilde-n-ik straks nie nog motten lusteren naar d'ren littenie van Alderheiligen! Eindelijk had 'k de kans. „Nouw mag 'k 'nen aap krijgen as ie nie in „de Gouwe" zit", foeterde ze en mee „zeilde" ze d'n erft af. Floep, schoot ik naar binnen, brak bekaanst de beenen over Dubbeleen, gooide m'n klompen uit, m'nen kiel en broek, m'n sokken en in aan- derhaalve menuut lag ik achter de bedsteegor- dynen. „Nouw begryp ik er gin sallema...." zoow kwam ze binnen, maar mee zweeg ze, waant ze zag natuurlyk m'n uitrusting op de stoelen lig gen. Achter mekaar smeet ze de deur dicht, schoof er de grendels op, zette de druppende pèrepluuj in 't achterhuis en trok de bedsteegordynen open. Maar da trof ze nie. 'k Lag onder de de kens, da snapte, mee m'nen rug naar d'r toe en toen ze vyf keer „zèg" had geroepen, hoe langer hoe harder, toen wier ik verschrikt „wak ker", overtuigd in m'n oogen wryvend. „D'ruit, druit, druitzekkoew; veur 't reu- zenoeike!" en meteen gooide ze dekens over naar 't voeten-end. Nouw, amico, nie om te spotten, maar as ik deur de verdiensten van dó rozenoeike in d'n hemel mot zien te komen.... nouw man, dan kan 'k as hemeling wel gaan stempelen....! Afyn, de bui is weer over....! D'n akker is er wèl by gevaren. Ik schei er af. Veul groeten van „Psssscht" en as alty, gin horke minder van oewen toet a voe

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 13