TUINBOUW VERGETEN! Prikkeldraad AAN den rand der Tweede Zeppelin-tocht Lourdes in Het Volk KATHOLIEKE ARBEIDERS BIJEEN Mgr. Aengenent in hun midden vvv^NSDAG 29 JUNI VERNIETIGING Onderbreking van het Kamer-reces omwille van den tuinbouw A Tot het volgend jaar uitgesteld OPENLUCHT-THEATER Notarieele examens CONTINGENTEERING STEENKOOL Dringend gewenscht om massa ontslag en nieuwe loonsver laging te ontkomen ,Met groote ingenomenheid hebben wij Uwen socialen arbeid gevolgd" N ij verheidsonderwi j s Begroetingsrede Groote verdiensten Conclusies inzake het Nijverheidsonderwijs LEEFTIJDSBEPALING Voor den leerplicht NAT. WONINGRAAD Niet verderfelijk? BETALINGSVERKEER Besprekingen tusschen Nederland en Duitschland LOURDES EN LISIEUX Pe Tweede Kamer is op reces. Pe voorzitter oordeelde, dat de vacantie ei verdiend was. 'hderdaad was het zittingsjaar 1931-32, betreft het werk, wel een record- Regeering en Kamer hebben in dit terdege hun aandacht geschonken 'b de economische crisis; de velerlei wet- f1 en maatregelen tot afweer van den lrdoor ontstanen nood getuigen hiervan. Joor den landbouw in het algemeen 'aöien, behalve de reeds bestaande wet- 1 zooals de tarwewet tot stand de jouwetten voor de melkvee-, de pluimvee- k de varkens-houder ij. Die steunwetjes *ren dringend noodig, en men moet er J11 ook niet een zoodanige waarde aan chten. dat men nu al zou kunnen zeg- het gaat weer goed in den landbouw! toch zou men zich schromelijk ver- 5>cn. Indien onze export van landbouw- °ducten zich niet herstelt, dan is er °falsnog geen sprake van, dat „boeren" loonend bestaan zou opleveren. Maar de steunwetten wordt terecht verhoopt, dat zij den boerenstand °r den totalen ondergang zullen vrij den. En als zoodanig hebben ze dus haar ?°te beteekenis. #«tat groote voortvarendheid is er aan l^erkt en hiervoor mag, speciaal aan juister Verschuur, een woord van hulde onthouden blijven. 5et valt mij, dit alles overwegend, moei- f om desondanks nog een klacht te ,eh. Het is een tijd, waarin het voor een "er wel duidelijk is, dat regeeren buiten- *oon moeilijk is en dat men het <°rai thans niet zóó goed kan doen, L ®r blijft altijd nog veel te wenschen ;®r. Het is, helaas, echter geen kleinig- 'd, waarop ik voor de zooveelste maal (en ^dat over dit onderwerp in dit blad on- ,!j6s nog redactioneele artikelen zijn ver benen), de aandacht meen te moeten stigen. br is een groote kategorie van menschen. ;e bitter gestemd zijn, ondanks de zeer v'aardeeren pogingen van den Staat om het algemeen den crisis-slachtoffers hulp bieden: menschen, die óók, evenals al- fedie den grond bewerken, in de produc- eit van den bodem hun bestaan moe- li11 vinden, die gewend zijn hard en lang Werken, voor wie nooit sprake is ge- 6est van een 8- of 10-urigen werkdag wie het woord „vacantie" zijn betee- ®dis heeft verloren zoo gauw zij de school heken verlieten. Het geldt hier een klasse ,e ondernemers, die, omdat het buiten- bd voor hun producten niet alleen de :,°gste invoerrechten heeft bepaald, maar 3 het allereerst (n.l. reeds in 1925) en ?,°r wie dus de klappen van de crisis niet I ®en het zwaarst waren, maar die deze '•hoesten ontvangen, voordat er voor de 'öeren nog sprake van was. Radertje Staat, zelf in moeilijkheden ikeerende, deed toch zijn best om voor V kinderen te zorgen, maar behandelde "aas één van zijn kinderen, en nog wel kind, dat het meest z*n zorgen behoef- alsstiefkind! L^ens was dit kind (hoewel niet de oudste) b flink ontwikkelde knaap, waar vader °tsch oo was en die door hem toch niet f een troetelkind behandeld werd. Dat bd Was van groote beteekenis voor ons °homisch leven en in de oorlogsjaren best het ook (en niet zoo weinig!) mede- b'ken in het belang van zijn toen zwak- ;'be broertjes en zusjes. In lateren tijd het ook deze knaap, die met de andere handelsbalans door zijn groote uit- °®rwaarde zeer gunstig beinvloedde. Vader :diigde talrijke malen van dien gezonden bgen en wat meer beteekende: van zijn jjhisbaarheid voor de instandhouding van gezin k°m bij land- en tuinbouw te blijven: de bat nam steunmaatregelen voor schier bedrijf! Nog eens: die maatregelen b£en dringend noodig en de tuinders zijn «eusch niet jaloersch om. Maar vergeten bren, toen deze week de deuren der 'bier zich sloten achter de op vacantie bande leden, detuinders.*) Verge- b was de tuinbouw, het bedrijf waar men Jst aantreft de door de crisis het aller naarst getroffenen en waar het aantal b1 deze naar verhouding het allergrootst u^en heeft onlangs in dit blad trachten jb te toonen dat de noodtoestand in den 'bebouw buitengewoon groot is. Ik wil biet tegenspreken, maar in de nationale ,M- en tuinbouwkringen gaf men (en pft men nog) grif toe, dat nergens de bbn méér noodig is dan in de streken, bar de tuinbouw reeds 3 jaren aaneen \i?r de crisis is getroffen, en wèl op een als in geen enkel bedrijf het geval Als men de artikelen, hierover door de bactie geschreven, goed heeft gelezen en bh heeft daarbij overwogen, wat een op- bhgst van 20 of 30 pCt. van het normale Rekent, dan behoeft hiervoor werkelijk nader bewijs te worden aangevoerd, u a aarzel niet te verklaren, dat, als met irjbe de Noord-Hollandsche tuinbouw en tb de vollegrondscu.ltuür in andere stoe it Van ons land nog één jaar zullen moe- "b meemaken als 't laatste jaar, het met '„b tuinbouw practisch afgedaan is. Het jbrijf kan niet meer in stand blijven, als tenminste de productiekosten er uit hien. Dat levert nog niet meer dan een Jbimumli.i dersbestaan", maar dan wordt ,bans de totale ineenstorting voorkomen, b^alnu, dat is het, wat de Regeering bijnt vergeten te hebben. De Kamer bioet erkend niet geheel en al, want vvbet voorloopig verslag over de verstrek- bS van rentelooze credieten aan den tuin- Luw in West-Friesland, was een aandrang ibkbaar 0p de Regeering, om ook voor W? tuinbouw met een algemeene steun- V te komen. O, ja, die rentelooze credie- V' dat was toch steun aan den tuinbouw? beker (althans in een bepaald deel) en V °Pzet vermeld ik dit. Maar het betreft een crediet (laten we dit goed begrij- JC' aan personen die anders reeds in het jaar hun bedrijf niet meer in stand ^ij "en kunnen houden, een crediet dat Hapeer terug moeten betalen, een crediet. JC geen nuttig effect heeft, indien nu een loonende opbrengst wordt ver- ven. Een crediet aan 2800 personen, voor geen andere crediet-mogelijkheid meer '(..'bleef, een crediet, waarvan alle ande- (en dit zijn er duizenden) die door de }fk,este uitkomsten in het laatste jaar mis- in dezelfde omstandigheden ver- eb, verstoken bleven. So? dan nog niets voor de andere streken, S0v Kennemerland, voor de Venen en Sf. andere centra, waar ook zeer velen \ur dezelfde, niet langer te dragen moei den gebukt gaan. Nog eens: de tuinbouw heeft, met name in de streken waarvan het de Regeering en de Kamer toch ook wel bekend is, dat er duizenden den strijd om het bestaan niet meer kunnen volhouden, een zoodanigen regeeringssteun noodig, dat, indien dit jaar de prijzen der producten weer totaal onvoldoende zijn, voorkomen wordt, dat daardoor het bedrijf vernietigd en de tuin der aan het pauperisme overgeleverd wordt. Het schijnt wel, of men in Den Haag de gedachte is toegedaan, dat het met den tuinbouw nog welletjes gaat. Berichten on der het hoofd West-Friesland, onlangs (toen in dit gewest nog in het geheel geen pro ducten werden aangevoerd) gelanceerd in de pers, als zou men daar over den gang van zaken tevreden moeten zijn, hebben hier geen goed aan gedaan. Inderdaad, het verloop met de voorjaars groenten is niet zoo ongunstig, als men wel vreesde; de productiekosten kwamen er tot heden wel uit. Maar als een zwaard van Damocles hangt iederen dag den tuinder de mogelijkheid boven het hoofd, dat met do nadering van den grootsten aanvoer, de prijzen tot een allerlaagst peil kunnen zakken. Dan is het ook metéén met het uithoudingsvermogen gedaan, want dat bestaat bij de meesten niet meer. En dan helpt het ook niet meer, als er met gezwin- den spoed een maatregel wordt overwogen; die maatregel toch zou eventueel direct moeten kunnen werken. Het zwaard van Damocles blijft hangen en als het valt. beteekent hetde dood! Het is daarom, dat de tuinders bitter gestemd zijn en zij zich afvragen, waarom men hun bedrijf toch van iederen regee ringssteun uitsluit. Wij zouden hun willen aanraden, nog niet alle vertrouwen in de regeering te verliezen. Het wil er bij ons nog maar steeds niet in, dat men allerwege het bedrijfsleven steunt, terwijl men den tuinbouw aan de vernietiging prijs zou geven. Een dergelijke verantwoording zal de Regeering niet op zich durven nemen. Voor zoover de Minister aarzelt (en mis schien denkt, dat de toestand gunstiger is dan wel wordt gezegd) laat hij zich dan eens voorlichten door de burgemeesters in de meest getroffen gemeenten of liever nog door de plaatselijkecrisis- comité's. Wij gunnen den Kamerleden hun va cantie, maar het is dringend noodig dat zij zeer spoedig uit hun rust worden op geroepen ter behandeling van wat op crisisgebied het meest noodig is, doch ver geten werd: de steun aan den tuinbouw. JAC. GROEN Az. Met volkomen instemming plaatsen wij hierboven alsnog dit klemmend betoog van een bij uitstek deskundige op het gebied van.... den nood in den tuinbouw: er kan op dit aam beeld niet genoeg gehamerd worden. Intusschen meenen wij wel als onze meening te mogen uitspreken, dat de schrijver zich iets te pessimistisch toont omtrent de gezindheid der Kamer en omtrent plannen tot onderbreking van het reces.... Omwille van den tuinbouw Redactie. Mr. J. Huges, die in de laatste dagen voor Arnhem de besprekingen heeft geleid met de in aanmerking komende personen en groepen te Amsterdam en te Groningen, om te bereiken dat de Zeppelin opnieuw een tocht over ons land zal maken met landingen in die drie plaat sen, deelt ons mede, dat na correspondentie met dr. Eckener het thans wel vaststaat, dat een en ander voorloopig niet zal kunnen plaats vinden. Een goede kans voor dien rondtocht zou er nog zijn in einde October, doch naar de mee ning van mr. Huges, welke hij bereids ter kennis van de andere belanghebben heeft gebracht, is dit tijdstip voor Arnhem volkomen ongeschikt. Indien de tocht niet plaats kan vinden voor b.v. uiterlijk 21 September a.s., moet het evene ment tot een volgend jaar worden uitgesteld. Zondagnamiddag werd de eerste voorstelling gegeven in het nieuw aangelegde openlucht theater te Rimburg, in een romantische omge ving gelegen. Er was vrij veel belangstelling. Met veel succes werd door het Zuid-Limburg- sche tooneel, onder leiding van J. Schillings op gevoerd het bekende romantische drama „De Bokkenrijders" van Huib. Ubaghs, die de opvoe ring bijwoonde. Tot de medespelenden behoorde mevrouw Jo Smits, die de rol van Judith de Jodin, vervulde. De opbrengst der reeks voorstellingen is be stemd voor de nieuw te bouwen, dringend nood zakelijke kerk in het Lauradorp, door de paters van Don Bosco. De rector, pater van den Bosch, sprak een woord van dank voor de alom onder vonden medewerking. De accoustiek in dit open lucht-theater, voor welks totstandkoming zich vooral de directie van de Laura en Vereeniging zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt, is prima. A.s. Zondag gaat de premiere van de Heks van de Brunssummerheide of „De Meikoningin", schrijver J. v. d. Burgt, hoofd van een R. K. Bijz. school te Heerlerheide. 's GRAVENHAGE. Gesl. voor deel I: A. v.d. Veen, Meerstraat, Lochem; Deel II: A. F. J. M. v. d. Akker, Breda; G. L. L. Pop, Maastricht. Maandagmiddag heeft op het departement van Waterstaat te Den Haag een belangrijke conferentie plaats gehad tusschen den minister van Waterstaat, de hoofdambtenaren van het departement afd. Mijnwezen, de directies der mijnen en de vertegenwoordigers der vakorga nisaties. Zoowel door de mijndirecties als de afgevaar digden der vakvereenigingen werd in het bij zonder aangedrongen op contingenteering. De vertegenwoordigers der particuliere mijnen we zen er den Minister op, dat, wanneer een even- tueele contingenteering niet tot stand zou ko men, de particuliere mijnen genoodzaakt zou den zijn bij de arbeiders opnieuw te moeten komen met verdere loonsverlaging en massa ontslag. Minister Reymer zegde toe, dat de regeering de wenschen en verlangens der mijndirecties en vakorganisaties in ernstige overweging zou nemen. Louis van Gasteren maakt een reisje door de Pyreneeën en hij heeft ook Lour des bezocht. Niet als pelgrim, zooals jaar lijks honderdduizenden uit alle oorden der wereld optrokken naar het genadeoord, om er troost en opbeuring, genezing wellicht van ziels- en lichaamskwalen te vinden. Voor hem, den acteur, is heel de Lourdes- affaire niets anders dan een handig opge zet tooneelstuk, waarvan de regie perfect in orde is. Maar langer dan vier dagen moeten ook de pelgrims niet in Lourdes blij ven; de intelligenten onder hen kijken toch al door de mise-en-scène heen en hij, van Gasteren, heeft niet eens vier dagen noodig om heel die poppenkasterij door te hebben. Dan wordt er verder hopeloos gebadi neerd over de verschijningen en over de ontwikkeling van Lourdes tot bedevaart plaats, alles in den geest van: „Daar heb ben die katholieken toch maar een aardig zaakje van gemaakt, twee vliegen in een klap, er wordt financieel een aardig slaatje (Vervolg), Na de met applaus beantwoorde openingsrede herdacht de voorzitter in enkele woorden den overleden heer H. J. Stins, voorzitter van den R.K. Mijnwerkersbond, in wien de R.K. Arbei dersbeweging een grooten voorman verloren heeft. Deze waardeerende woorden werden door de vergadering staande aangehoord. Bijzonder welkom werd dan geheeten de dele gatie van den „Jonge Werkman", welke voor het eerst in een verbondsvergadering aanwezig is. De voorzitter noemde het verheugend, „de Jonge Werkman" te kunnen begroeten, omdat deze toch vormen moet de basis, waarop de R.K. Arbeidersbeweging in de toekomst zal worden voortgebouwd; omdat daaruit zullen voortkomen de mannen, die de R.K. Arbeiders beweging in de toekomst zullen hebben te lei den. Voorts werd een groot aantal eerw. geestelijke adviseurs verwelkomd. In behandeling kwam dan het jaarverslag over 1931 De heer Gommers (R.K. Bouwvakarbeiders bond) bespreekt de houding van het meerendeel der RK, Kamerfractie inzake de contract-loo- nen der bouwvakarbeiders. Hij vraagt zich af, of deze houding door de katholieke arbeiders wel voldoende begrepen zal worden. Het be stuur komt, met volkomen erkenning van de maatregelen, die door de Regeering moeten worden genomen, op tegen het standpunt, in genomen ten opzichte van de bouwvakarbei ders. Hij acht dit niet rechtvaardig, omdat men aan hulpverleening, die voor anderen wel toe gepast wordt, op onrechtvaardige wijze wil ont komen. De heer Van den Akker (Hrl. R.K. Volks bond) geeft in overweging en beveelt ten zeer ste aan. het stichten van een fonds, waaruit hulp kan worden verleend aan arbeiders, wier kinderen roeping tot het priesterschap gevoe len. in de studie-kosten De heer Bijsterveld (Hotel-geëmployeerden) verzocht het bestuur, dat het Werkliedenver bond meer zal doen voor de katholieke arbei ders in het hotelbedrijf, omdat, naar hij mede deelt, velen van hen hun katholiciteit dreigen te verliezen en ten gronde dreigen te gaan. Door den heer A. J. Loerakker (St. Deus Dedit) werd beschreven de toestand in het landarbeidersbedrijf. Onnoemelijke lage loonen worden betaald en hoe zullen daarbij de con tracten gehandhaafd blijven? Gezegd is, dat ongemotiveerde aanslagen tot loonsverlaging moeten en zullen gepareerd worden Maar er is thans een onvermijdelijkheid. Over de gan- sche linie verkeert het bedrijf in moeilijkheden en de arbeiders ondervinden daarvan den weer slag, tartend elke beschrijving. Spr. is er van overtuigd, dat er gewerkt zal moeten worden niet alleen tot behoud van het bereikte, maar voor al, en met alle middelen, om tegen te gaan „af braak van onderuit", zooals die than: uitge voerd wordt, doordat voor alle mogelijke loonen, door de omstandigheden gedwongen, door in nood verkeerende arbeiders gewerkt wordt. (Hierna werd gepauzeerd). Na de pauze beantwoordde de voorzitter de opmerkingen naar aanleiding van het jaarver slag. Allereerst dankte hij voor het in het be stuur gestelde vertrouwen. De critiek van den heer Gommers achtte hij zeer juist. Laat ons hopen, dat de regeering yan standpunt verandere en de rechtvaardige verlangen tot werkelijkheid make in strijd met de tot nu gevolgde houding, welke berust op fictiën. Den heer Van den Akker antwoordde spr., dat de vraag of een priester-studiefonds moet worden opgericht in onderzoek is, en den heer Bijsterveld, dat, als de R. K. Bond van Hotel geëmployeerden een concreet plan tot mede werking indient, hij op gunstig onthaal reke nen kan. Met den heer Loerakker is de voorzitter er van overtuigd, dat men niet van onderaf mag gaan afbreken en dat de toestand ook in het landarbeidersbedrijf zeer benauwend is. Langs welken weg de moeilijkheden ook in dit bedrijf uit den weg kunnen worden geruimd, is het bestuur echter nog niet duidelijk. Hij vindt het het best, dat de besturen met elkaar over dit vraagstuk van gedachten wisselen. Het jaarverslag werd hierna goedgekeurd. Het financieel verslag ging zonder bespre king onder den hamer door. De aftredende bestuursleden H. Hermans, Jos. Veldman, Maenen, Norbart en Guit wer den herkozen. De heer H. F. Timmermans werd als lid der Commissie voor de Volksgezondheid herkozen. Vóór de verkiezing van vier vertegenwoordi gers in den Hoogen Raad van Arbeid werd na eenige bespreking besloten, dat het Verbond van oordeel is, dat leden der Tweede Kamer in den Hoogen Raad van Arbeid kunnen wor den benoemd. De hierna gehouden stemming had tot uit slag, dat de heeren De Bruyn, Schutte, A. J. Loerakker en A. van der Meys als vertegen woordigers en de heeren J. Th. Nijkamp, H. Brouwer, W. J. Andriessen en A. van Hamers- veld als plaatsvervangers werden herkozen. Te omstreeks 4 uur kwam Haarlems kerk vorst, Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, ter vergadering. De voorzitter, de heer A. C. de Bruyn, ver welkomde Z. H. Exc. met de volgende rede: Hoogwaardige Excellentie, De volgende maand is het 4 jaren geleden, dat U den zwaren doch verheven last van het Bis schoppelijk bestuur in dit Bisdom met opgewekt heid op U heeft genomen. Na 4 jaren gewacht te hebben meenden wij, dat het oogenblik gekomen mocht worden ge acht een poging te doen, om Hem, die ons als professor verliet, als Bisschop van Haarlem in het midden van de leiders onzer Katholieke Ar beidersbeweging te kunnen begroeten. U heeft daartoe, welwillend als altijd, terstond Uwe medewerking verleend. Wij behoeven U niet uitdrukkelijk te zeggen, Excellentie, dat Uwe aanwezigheid in deze Ver bondsvergadering ons hoogst aangenaam is. Wij zien achter Uwe Excellentie ook altijd nog den welwillenden sociologie-professor van Warmond, de kwaliteit, waarin U zich zoo uitermate ver dienstelijk heeft gemaakt voor het gansche volk, doch wel in het bijzonder voor de Katholieke Arbeidersbeweging. Wij denken, indien wé het laatste overwegen, voornamelijk aan twee gewichtige zaken: aller eerst aan de sociale scholing van een groot aantal leiders onzer beweging, waarbij de oud sten onder ons. Het is, geloof ik, een Uwer grootste verdien sten, dat U voor de arbeidersbeweging, en wel in de moeilijke begin-periode, een staf behoorlijk voor hun taak berekende leiders gevormd heeft, welke, met alle gebreken overigens, in staat zijn geweest de arbeidersbeweging te brengen tot de hoogte en de diepte van het oogenblik. Wij benutten deze eerste gelegenheid na Uw heengaan als professor, om U daarvoor onzen oprechten dank te betuigen. Onze mannen hebben getracht de door U aangelegde wegen zoo goed mogelijk te begaan en ik geloof, dat zij het er in 't algemeen vrij goed hebben afgebracht. Uw tweede grot te verdienste is de door U ge brachte sociale scholing in het algemeen. U was, Excellentie, vóór 20, 25 jaar, reeds wat thans sommigen zouden noemen: een „radicaal" Ka tholiek. Voelde men vrij algemeen en vrij gemakkelijk, dat het socialisme principieel moest worden be streden, niet zoo algemeen werd aanstonds in gezien, dat tegen het minstens even verfoeilijke liberalisme ernstig de strijd moest worden aan gebonden. U was het^Excellentie, die een belangrijk deel van ons volk mobiel gemaakt heeft voor dien strijd, en niet het minst de Katholieke Arbei dersbeweging heeft ten deze Uw wijze lessen in practijk gebracht. v r.r Niemand zal zeggen, hoe hoog de verdiensten van U, die mede de grondlegger onzer princi- pieele organisatie is, moeten worden gewaar deerd; verdiensten in sociaal, in materieel, verdiensten vooral in godsdienstig opzicht. In dien men vergelijkt de verhoudingen in ons land bij die van sommige andere landen, dan mogen wij ons in menig opzicht gelukkig prijzen. Dat is voor een belangrijk deel Uw werk, Ex cellentie. Thans hebben wij het genoegen U, den oud- leeraar van velen onzer, als Bisschop in ons midden te begroeten. Bij de Troonbeklimming van Pius IX z.g. dichtte Dr. Schaepman: Als 't morgenrood na aaklig waken, Zoo werd Uw komst, o Priestervorst begroet. Zoo ook hebben velen onzer Uw komst als Bisschop begroet. Er werd gevreesd en gehoopt tevens. Gevreesd, dat men U zou verliezen als vriend en professor, en toch ook weer gehoopt, omdat men wist, dat U vooral als Bisschop nóg meer goed zou kunnen doen. Als het morgenrood is Uw komst als Bisschop begroet, te meer en vooral omdat U terstond te verstaan gaf, dat U de vriend der sociale beweging wilde blijven. Nadien hebben wij met groote ingenomenheid Uw socialen arbeid in woord en geschrift ge volgd, terwijl bij herhaaldelijk persoonlijk con tact Uw blijvende genegenheid voor onze Ar beidersbeweging gebleken is. Dat Gij Uw sociale roeping trouw bleeft, mocht dit jaar nog eens overduidelijk blijken, toen U allerdringendst aanbeval de leeringen van „Quadragesimo Anno" in practijk te bren gen, omdat, zooals U het uitdrukte, „diep in grijpende verbeteringen in de bestaande econo mische verhoudingen" dienden bewerkstelligd te wórden. Om al deze redenen zijn wij thans naar Haar lem gekomen om in de gelegenheid te zijn U in den kring onzer leiders te kunnen begroeten, U daarbij de verzekering gevende, dat de ge voelens, welke ons immer jegens U hebben be zield, door het gezag Uwer Bisschoppelijke waar digheid hunne bekroning hebben gevonden. In het vertrouwen, dat Uwe welwillende ge negenheid ons en ons werk ook in de toekomst moge vergezellen, verzoek ik Uwe Excellentie wel 'n oogenblik in ons midden te willen vertoeven. De vergadering werd hierna voortgezet. Voor de toespraak van Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, zie men het verslag elders in dit nummer. Na eenige toelichting werden voorstellen tot wijziging der statuten en van het Huishoudelijk Reglement aangenomen. De conclusies inzake het Nijverheidsonderwijs werden na korte bespreking en eenige aanvul ling als volgt vastgesteld: I. De R. K. Arbeidersbeweging, strevende naar de economische, maatschappelijke cultu- reele en godsdienstige verheffing van den ar beidersstand, heeft daardoor ook tot taak de tot standkoming van een goed geregeld Nijver heidsonderwijs te bevorderen. Op zijn beurt zal 't Nijverheidsonderwijs, dat nooit mag verstarren en zich voortdurend moet aanpassen aan de altijd wisselende toestanden in het bedrijfsleven, met de daadwerkelijke en blijvende medewerking der R. K. Arbeidersbeweging ten zeerste gebaat zijn. II. Als Katholieke Arbeidersbeweging heeft zij het recht en den plicht te vorderen, dat ook bij het Nijverheidsonderwijs geëerbiedigd worde de katholieke levensbeschouwing der ouders, die in elk onderwijs opvoeding zien, de opvoe ding hunner kinderen willen doordringen met de katholieke levensgedachte en elk neutraal, godsdienstig-indifferent onderwijs om gewetens bezwaren principieel afwijzen. III. De Nijverheidsonderwijswet omvat èn het I uit geslagen en een massa geloovigen krij gen hier nog bovendien hoop en troost en „vastigheid" in het geloof!" Het verhaal van de H. Bernadette wordt in het artikel als 'n sprookje behandeld en heel het Lourdes-leven zou niet anders dan materieel-profijtelijke massa-suggestie zijn. We zullen aan dit fraais niet te veel aan dacht verspillen; we signaleeren het al leen maar als een nieuw bewijs voor de steeds gepropageerde bewering, dat de so cialisten, die in hun hoofdorgaan dergelijke minderwaardige en valsch-tendentieuse lectuur opdisschen,heelemaal niet te gen den godsdienst zijn. Dat de geweldige beteekenis van Lour des, waar de grootste geesten der wereld zich voor heilige raadselen geplaatst zien, aan een Van Gasteren en een „Volk"-re- dactie ontgaat, het zij zoo; ook dat is een kwestie van cultuur; maar dit houdt toch nog niet in, dat zij zich over deze dingen zoo laatdunkend en minachtend moeten uitlaten! Waarmee ze overigens nauwelijks zelfs in haar eigen milieu eer zullen inleggen. In het Staatsblad is afgekondigd een Kon. Besluit waarbij het volgende is bepaald: De kinderen, die in het tijdvak van 16 Juli 1932 tot en met 15 Juli 1933 tot een school voor ge woon lager onderwijs worden toegelaten, moeten bij het begin van het schooljaar of van den schoolcursus den leeftijd hebben bereikt van vijf jaren en negen maanden. De kinderen, die in het tijdvak van 16 Juli 1933 tot en met 15 Juli 1935 tot een school voor gewoon lager onderwijs worden toegelaten, moe ten bij het begin van het schooljaar of van den schoolcursus den leeftijd van zes jaren hebben bereikt. Onder schooljaar of schoolcursus wordt ver staan de in het leerplan der school vastgestelde klasseduur. Op 8 en 9 Juli ajs. wordt in het Palace Hotel te Hilversum de jaarvergadering gehouden van den Nationalen Woningraad. Op deze vergade ring zal de heer B. H. A. Allesie, wethouder voor sociale aangelegenheden te Hilversum, een in leiding houden over: „De ontwikkeling van de Volkshuisvesting te Hilversum". Als punt van bespreking komt op de agenda o.m. voor: „De invloed van de huidige crisis op de exploitatie van vereenigings- en gemeentewoningen." middelbaar en lager onderwijs op dag- en avondscholen èn de opleiding volgens het leer. lingwezen. Op de eerste plaats bedoelt de wet het parti culier initiatief tegemoet te treden en het te prikkelen en te steunen. Het subsidie, dat de wet in het vooruitzicht stelt, is 70 pCt. van de kosten van Rijkswege en 30 pCt. van Gemeentewege. De wet kent èn bijzondere èn openbare scholen, doch geeft aan de bijzondere scholen den voorrang. Met bijzondere scholen worden bedoeld scho len, welke uitgaan van en in stand gehouden worden door rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigingen, die zich de bevordering van het nijverheidsonderwijs ten doel stellen. Met openbare scholen worden bedoeld scho len, welke uitgaan van en in stand gehouden worden door Rijk en Gemeente, of door beide te zamen. De wet maakt geen onderscheid tusschen confessioneel en bijzonder onderwijs. Ten overstaan van rechtspersoonlijkheid be zittende vereenigingen, welke zich de bevorde ring van het nijverheidsonderwijs tot doel stel len, kunnen ook leerlingcontracten volgens de Nijverheidsonderwijswet worden afgesloten. Bü het leerlingwezen volgens de Nijverheids onderwijswet treedt de werkgever of patroon op als opvoeder, die de belangen van de aan zijn zorgen toevertrouwde jeugd heeft te dienen. IV. De wet, zooals zij thans luidt, waarborgt geen gelijkstelling van confessioneel en neutraal onderwijs, geeft geen vrijheid van oprichting er inrichting van noodige katholieke Nijver heidsscholen en doet de voorstanders van con fessioneel onderwijs afhankelijk zijn van het inzicht en de medewerking van overheidslicha men en overheidspersonen. V. Terwijl onvermoeid gestreefd worde naar verbetering der wet, worde deze intusschen zoo veel mogelijk dienstbaar gemaakt aan de vak opleiding der Katholieke jonge arbeiders (sters). Daartoe moeten de Katholieke Vakbonden samenwerking zoeken o. a. met de katholieke jeugdvereenigingen, om binnen de lijnen der Bisschoppelijke bepalingen te komen tot: 1. de oprichting en instandhouding van ka tholieke scholen voor dag- en avondonderwijs; 2. het afsluiten van leerlingcontracten vol gens de Nijverheidsonderwijswet ten behoeve van jeugdige katholieke arbeiders en arbeid sters; waar mogelijk binnen het raam der be staande regelingen, die door de Bedrijsorgani saties zijn tot stand gebracht. 3. toezicht op de naleving dier contracten, opdat de leerlingen hun opvoeding ontvangen in katholieken geest. Voor afzonderlijke vakken, zooals mijnarbeid, metaalarbeid, textiel, schoenmakerij enz., zijn in de centra dezer industrieën katholieke scho len zeer goed mogelijk. Daarnevens worde gezorgd voor een econo- misch-juiste en doeltreffende verdeeling van de katholieke nijverheidsonderwijsscholen over het geheele land. Door vereenigingen, door H.H. E.E. de Bis schoppen daartoe aangewezen, kan de econo- misch-juiste en doeltreffende verdeeling dier scholen over de verschillende deelen van het land worden gewaarborgd. VI. In verband met het in V genoemde, be- noeme het R. K. Werkliedenverbond een com missie, wier taak het is, binnen de lijnen der Bisschoppelijke voorschriften, de Nijverheids onderwijswet zooveel mogelijk dienstbaar te maken aan de verlangens der R. K. Arbeiders beweging op het gebied van het Vakonderwijs. VII. Bij eventueele wetswijziging worde aan de ouders de vrijheid gewaarborgd van op richting en inrichting van confessioneele nij verheidsscholen. Waarborgen tegen onnoodige uitgaven moe ten door de Overheid geëischt worden. Zij dienen echter gelijkelijk geldend voor allen te zijn en in de wet vastgelegd. In geen geval mogen voorstanders van het confessioneel onderwijs afhankelijk zijn van het subjectief inzicht van overheidspersonen of overheidslichamen. VIII. Uitbrending van den leerplicht tot vak- of beroepsopleiding kan, hoe nuttig 'n geschool de, degelfjk-onderlegde en algemeen-gevormde arbeidersstand voor geheel de samenleving ook is, door de Katholieken niet worden aanvaard, tenzij met de levensbeschouwing der ouders voldoende rekening worde gehouden. IX. Fabrieks- en bedrijfsscholen zullen als regel in strijd zijn met de vrijheid en het recht der arbeiders inzake de opvoeding hunner kin deren en daarom als regel te verwerpen zijn. Het boek der Wibauts.und kein Ende! Het begint tamelijk vervelend te worden, maar dit moeten we toch nog even vast spijkeren: In uitvoerige artikelen is de sociaal-de- mokratische prof. R. Kuyper in „Het Volk" het beruchte boek der Wibauts komen goed praten; het heette, dat hij er ook zijn bezwaren tegen had, maar over 't geheel genomen beteekenden zijn artikelen een verdediging van het minderwaardige en ge vaarlijke product der Wibauts, die bij het stijgen der jaren hun verantwoordelijkheid blijkbaar lichter zijn gaan voelen, mis schien uit de min of meer verontschuldi gende overweging, dat zij niet zoo ernstig meer genomen worden als voorheen Prof. Kuyper dan leverde, zooals het een demokraat betaamt, een verdediging democraat, een verdediging De Amsterdamsche katholieke wethouder, mr. Kropman, schreef, dat hij het boek na lezing in een hoek geworpen had. Dat had hij volgens prof. Kuyper niet mogen doen. Mr. Kropman antwoordde daarop, dat deze uiting van verontwaardiging alleen het boek gold en niet de personen, die 't schreven, personen, voor wie hij overi gens groote waardeering gevoelde; de heer Kropman noemde het boek juist daar om zoo gevaarlijk, omdat de schrijvers daarvan hoogstaande menschen zijn. Maar prof. Kuyper heeft met deze ver klaring geen genoegen genomen; in „Het Volk" schrijft hij nu: „Mij dunkt: men kan geen scheiding maken tusschen het boek en de schrij vers. Wanneer men het boek zóó be handelt, treft men tevens de auteurs. Daartegen ben ik opgekomen" „Hoogstaande schrijvers kunnen nu een maal geen verderfelijk boek schrijven." Ons dunkt, dat prof. Kuyper zijn zaak nu wel bijzonder slecht begint te dienen. Als hij vaststelt, dat het boek niet van de schrijvers te scheiden is en dat hoogstaande schrijvers geen verderfelijk boek kunnen schrijven, dan speelt hij, zonder 't aldus te bedoelen, gevaarlijk spel met de „hoog- staand"-heid der Wibauts. Want alle katholieken en overigens alle menschen, die 't ernstig meenen met het hu welijk en met de goede zeden, zullen, wan neer zij voor 't dilemma geplaatst worden: öf het boek niet-verderfelijk noemen, óf de Wibauts niet langer als hoogstaand erkennen, tot het laatste moeten besluiten, hoe zeer wellicht ook noode. De verderfelijkheid van dit boek is aan geen. twijfel onderhevig; twijfel daaraan kan niet geduld worden. En prof. Kuyper had dan ook de onaf scheidelijkheid van boek en schrijvers beter niet kunnen propageeren. Hij wil ons toch niet dwingen ons res pect overigens voor de Wibauts te laten varen? Naar wij vernemen, zullen Donderdag te Amsterdam besprekingen aanvangen tusschen vertegenwoordigers van de Nederlandsche Bank en van de Duitsche Rijksbank. Deze bespre kingen zullen betrekking hebben op enkele onderdeelen van het betalingsverkeer tusschen beide landen. Evenals vorige jaren, zal ook dit jaar weder om de groote Nationale Bedevaart naar Lour des met vier groote extra treinen vanaf Roosen daal vertrekken. Op 18 Juli om 10.26 vertrekt de eerste trein, die naar Lisieux gaat, met de pelgrims, die een bezoek willen brengen aan het graf van de kleine H. Theresia, om op 19 Juli tegen den avond naar Lourdes te vertrekken. De groote ziekentrein met meer dan 300 zie ken, alsmede verplegend personeel, vertrekt op 19 Juli om 12.10 uit Roosendaal, terwijl de twee treinen met pelgrims zullen volgen om resp. 13.20 en 14.50 uur. Met tusschenruimten van ongeveer één uur zullen de vier treinen op 20 Juli in den namid dag te Lourdes aankomen. Zoowel de zieken als de pelgrims, welke in totaal met ongeveer 1600 naar Lourdes zullen vertrekken, zullen vervoerd worden in doorloo- dend D-trein materiaal, hiervoor beschikbaar ge steld door de Nederlandsche en Fransche Spoor wegen. De voorbereiding is thans in vollen gang en binnen enkele dagen zullen aan de pelgrims en de zieken de inlichtingen en alle verdere noodige gegevens verzonden worden. In verband met de plaatsruimte in de treinen is het niet meer mogelijk nog pelgrims aan te nemen. De gelegenheid is definitief gesloten. Het comité tot samenstelling van Nederland sche Bedevaarten doet hierbij een beroep aan alle Katholieken van Nederland om als voorbe reiding voor deze groote Nationale Bedevaart een Novene te houden ter eere van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, om door Hare voorspraak af te smeeken een gunstige en voorspoedige reis voor onze pelgrims en vooral voor onze arme zieken sterkte en vertrouwen in deze voor hun zoo moeilijk dagen. Ook tijdens het verblijf te Lourdes, alwaar mede met Z. H. Excellentie Mgr. Aengenent de Nederlandsche pelgrims neerknielen bij de Grot, waar de H. Maagd verscheen aan 't arme meisje „Bernadette", zullen velen in Nederland in ge dachten te Lourdes verblijven en hunne gebeden vereenigen met die hunner landgenooten te Lourdes. Voor de Nederlandsche Katholieken zal ook te Lourdes vurig gebeden worden, want het doel der Bedevaart zal zijn: „Maria's hulp afsmeeken in den nood van de zen tijd".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5