Hoe worden misdadigers
ter dood gebracht?
0'
—4
De ontmoette!
Strop, valbijl of zwaard
CHEF-DETECTIVE
VAN MORGAN
Modern wiegelied
E V IJ A
EN VAN HET BIJE
RADIO-PROGRAM
Alle abottné's f3000.-^^Zi^X^^ f 750.- as&ïïrïtES f250.- «II voa? e%?Xfl25.- K^yTC^ f 50.«ll
Het
Rozen^Kasteel
1 "^as—
vv <uj£NSDAG 29 JUNI
&e klok luidt, de geestelijke stort
een laatste gebed en de beul
doet zijn werk
ïn Baden breekt men
den staf
Zijn arrestatie te
Antwerpen
MtfrHrri ÊtmnM
Donderdag 30 Juni
'n Idéé
VERHAAL VAN
DEN DAG
Millioenen-zwendelaar
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
FEUILLETON
t>e rechtszaak Matuschka stelt de kwestie van
al of niet afschaffing van de doodstraf weer
jh het middelpunt der belangstelling. In eenige
j^hden zooals Nederland, Portugal, Noorwegen,
Zweden, Oostenrijk is ze al afgeschaft. In
^uitschland trok de veranderde zienswijze van
Jkn thans overleden professor Kahl veel be-
kngstelling. Hij pleitte in de strafrecht-com
missie van den Rijksdag voor het behoud van
Jj® doodstraf in verband met de groote mis
tigheid.
De voltrekking der doodstraf heeft op ver
schillende manieren plaats: in Engeland en Ja-
San door den strop, in Spanje door worging. In
tnkryk gebruikt men de guillotine, terwijl de
staat New-York en enkele andere deelen der
^er. staten den electrischen stoel te baat nemen,
m Duitschland worden de ter dood veroordeel
den onthoofd, behalve in het militair strafrecht,
Üat fusilleeren voorschrijft.
Volgens wettelijke- grondstellingen geschiedt
®e terechtstelling in een omsloten ruimte, in te
genstelling b.v. met Frankrijk, waar ze nog in
det openbaar plaats heeft. De executie is pas
,°egestaan, wanneer zij, die gratie kunnen ver
benen, uitdrukkelijk hebben verklaard, dat ze
Jan dit recht geen gebruik willen maken. Deze
"sgenadiging kan ofwel verleend worden door
t ministerraad van het land, welks rechtbank
Öe veroordeeling heeft uitgesproken, ofwel door
t rijkspresident, in gevallen, waarin het hoog
de gerechtshof in hoogste instantie veroordeel
de. Op zwangere of geestelijk abnormale per
sonen mag in geen geval de doodstraf worden
toegepast. Kinderen vallen er vanzelf buiten,
daar volgens de grondwet over hen geen dood
straf mag worden uitgesproken.
Bij de voltrekking van het vonnis moeten
tvee leden van het hoogste gerechtshof, een
Ambtenaar van het O. M„ een griffier en een
oeambte der gevangenis tegenwoordig zijn. Het
Gemeentebestuur van de plaats, waar de te
rechtstelling geschiedt, benoemt, als dat ver
engd wordt, nog twaalf personen, die aanwezig
•hoeten zijn. Een geestelijke en de verdediger
mogen er vanzelfsprekend bij zijn en ook aan
}iog andere personen kan toegang worden ver
kend.
Of de onthoofding door middel van de, valbijl,
de bijl of het zwaard gebeurt, hangt af van de
Gebruiken des lands. In Mecklenburg, Anhalt en
tremen geschiedt ze door het zwaard, in Prui
sen met de bijl, in Hannover, Beieren, Baden en
ih het Pruische rechtbankdistrict Keulen een
Gevolg van Franschen invloed door de valbijl.
Be in acht te nemen formaliteiten zijn even
eens in elk land verschillend geregeld. In Prui
sen wordt door het O. M. allereerst een beul
Aangesteld. Vast aangestelde en gesalarieerde
Scherprechters zijn er niet. Van te voren wordt
een overeenkomst getroffen betreffende de gel
delijke vergoeding.
Als dag en uur der rechtstelling zijn gesteld,
borden deze den veroordeelde een dag te voren
door den officier van justitie meegedeeld, tege
lijk met de gratie-weigering van den minister
raad. Dan volgt de executie op de binnenplaats
der gevangenis. Een schavot wordt niet opge
richt. Het is voldoende dat op de gerechtsplaats
een bepaalde ruimte met zand wordt bestrooid,
om daar het blok of de bank te kunnen plaat
sen, welke de beul meebrengt. Er luidt een klok
vanaf het oogenblik, dat de veroordeelde, door
een cipier begeleid, uit de gevangenis komt, tot
't einde der terechtstelling. De officier van jus
titie leest nogmaals het veroordeelingsformulier
en het regeeringsbesluit voor, toont ze den de
linquent en levert hem vervolgens aan den beul
over. Het lijk wordt in een kist gelegd, welke
klaar staat, en op kosten van het gerecht be
graven. Op verlangen kunnen ook de bloedver
wanten het lijk in bezit nemen voor een een
voudige begrafenis.
In Baden gaat de voltrekking van het von
nis met een bijzondere ceremonie gepaard. Hier
is nog het spreekwoordelijk bekende „breken
van den staf" gebruikelijk. De valbijl wordt be
waard in de centrale gevangenis van Bruchsal
en wordt, wanneer dat noodig is, met alle toebe-
hooren naar de plaats der executie gebracht.
Ook hier leest de officier van justitie onmiddel
lijk voor het laatste moment het vonnis en het
regeeringsbesluit voor. Vervolgens neemt hij een
zwarten staf, breekt hem en werpt hem voor de
voeten van. den veroordeelde met de woorden:
Uw leven is verbeurd, God zij uw ziel genadig.
Nadat de geestelijke voor het laatst met het
slachtoffer heeft gebeden, wordt het door den
officier aan den beul overgeleverd met het be
vel, het doodvonnis ten uitvoer te brengen. De
executie wordt met een door den geestelijke uit
gesproken gebed besloten.
Te Antwerpen is kort geleden een man in
hechtenis genomen, in wiens bezit men viei,
van het vereischte visum voorziene, maar op
verschillenden naam staande passen vond, waar
onder ook twee diplomatenpassen. De in hech
tenis gestelde noemde zich J. Br. uit Chicago.
Er zou een vervolging wegens vervalsching van
passen tegen hem worden ingesteld, maar een
buitenlandsche diplomatieke vertegenwoordi
ging kwam tusschen beide en het proces ging
niet door.
Het betreft hier namelijk de chef-detective
van een der machtigste geldvorsten der wereld.
J. P. Morgan, die de opdracht heeft het om de
geheele wereld gespannen informatienet van
het New-Yorker bankiershuis te bewaken. Zijn
verblijf in België had ten doel sommige ge
beurtenissen bij de Belgische kopertrust, de
Union Minière du Haut Katanga, op te helde
ren.
De politieke geheime politie nam in de ba
gage van Br. een omvangrijke geheime corres
pondentie met de Morgan-bank in beslag, waar
uit blijkt, dat Br. bij de grootste Europeesche
affaires op financieel gebied uit den na-oor
logstijd, n.l. bij de affaire Löwenstein en bij die
van Kreuger een niet onbelangrijke rol heeft
gespeeld. Men herinnert zich nog wel de af-
pmnimiititi
Slat
Zoo
Wa
Dac
07 n
iminnramngj
Slaap kindje slaap,
Zoo zingt de radio.
Want moeder voor den spiegel staat,
Daar zij vanavond dansen gaat.
Slaap kindje slaap!
Slaap kindje slaap,
Je wiegje schommelt zoo,
Maar door de kracht van een motor,
Want moeder heeft geen tijd daarvoor.
Slaap kindje slaap!
Slaap kindje slaap,
Droom van de bioscoop.
Want het programma gaf je moe,
Die gaat er toch zoo graag naar toe!
Slaap kindje slaap!
Slaap kindje slaap,
Ontwaak niet al te vlug.
Dan is je moeder heel tevree
En mag je in den auto mee.
Slaap kindje slaap!
Slaap kindje slaap,
En ben je later groot,
Dan zeg je met vervelend snoet
Ik ben modern opgevoed.
Slaap kindje slaap!
MARTIN BERDEN.
(Nadruk verboden)
faire Löwenstein, wiens dood tot dusver nog
niet opgehelderd is. Löwenstein was met zijn
vliegtuig in Engeland opgestegen, om naar
Brussel te vliegen. Toen echter het vliegtuig
in Brussel aankwam, was Löwenstein verdwe
nen. En bleef tenslotte slechts één verklaring:
dat Löwenstein tijdens dfe vlucht over het
Kanaal zich uit het vliegtuig in zee heeft ge
worpen. Toen er met Br. over den dood van
Löwenstein werd gesproken, verklaarde hij cy
nisch, dat, waar Löwenstein niet tijdig er uit
gegaan was, hij er uit had moeten springen. Hij
bedoelde, dat Löwenstein, adat deze verzuimd
had zich uit zijn beurszaken terug te trekken,
uit zijn vliegtuig had moeten springen. Löwen
stein had door zekere transacties met de Ver-
eenigde Staten het misnoegen van Morgan op
gewekt en moest ten val worden gebracht. Br.
nam op rich, de baisse-manoeuvre tegen het
Löwenstein-concern, waartoe het huis-Morgan
besloten had, aan de beurzen te Amsterdam,
Londen en Parijs, uit te voeren.
Toen Ivar Kreuger voor de laatste maal in
Amerika vertoefd#,- wist hij niet, dat de ge
heime dienst van Morgan zijn zwendelmetho-
des reeds geheel door had. Kreuger 'werd dag
en nacht door geheime agenten bewaakt. Br. zelf
naderde Kreuger achter het masker van een
vertegenwoordiger van de buitenlandsche han-
delsafdeeling der Sovjetregeering. Kreuger voer
terug naar Parijs, Br. ging op dezelfde boot en
zorgde er in Parijs voor, dat Kreuger geen
voet kon verzetten, zonder dat Br. daarvan
onmiddellijk in kennis werd gesteld. Kort voor
zijn dood had Kreuger een onderhoud met Br.
Hierbij legitimeerde de laatste rich als lastheb
ber van het huis-Morgan en gaf duidelijk te
kennen, dat hy Kreuger als zwendelaar en be
drieger ontmaskeren kon. Kreuger probeerde
Br. om te koopen en bood hem vijf millioen
kronen, maar Br. moet toen geantwoord heb
ben: „Wilt u my ook vervalschte obligaties als
zekerheid geven?"
Br. is de zoon van een Engelschen militairen
attaché en een Hongaarsche gravin. Hy woon
de in opdracht van Morgan alle internationale
conferenties in de laatste jaren by.
■tó-TOOUi
Jaap was er al even slecht aan toe als zyn vijand. Hy keek de
hommel met onthutst gezicht aan en voelde toen aan zyn hoofd,
dat door al die grappen enkele mlltmeters de hoogte ln was gerezen.
Jaap mompelde vlug lets van „Ekskuzeer meneer Hommel" en
draafde daarna naar zyn korf.
De arme by had gemeend bij zyn vrouw troost te vinden voor den
opgeloopen slag, maar ze kende die ongelukken van haar eigenwyzen
man wel. „Ik zal er wat olie op doen," zei mevrouw de Bie dood
bedaard en gelukkig scheen dat te helpen. „Pietje wil niet naar
school," viel mevrouw de Bie plotseling tegen haar man uit en
direct ging vader de Bie zyn zoontje onderhanden nemen.
ImmmiimimiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiillllllllllllllllIlllllM^
HUIZEN 1875 M. 8.00 K. R. O.-morgencon-
cert; N. C. R. V. 10.00 Tydsein en gramofoon-
muziek; 10.15 Korte ziekendienst door ds. H. L.
Boerlijst; 10.45 Gramofoonmuziek; K. R. O.
11.00 Gramofoonmuziek; 11.30 Godsdienstig
halfuurtje door pastoor L. H. Perquin O. P.;
12.00 Tydsein en politie-berichten; 12.15 K. R.
O.-orkest o. 1. v. Johan Gerritsen; N. C. R. V.
2.00 Cursus fraaie handwerken door mej. G.
Ably; 3.00 Vrouwenhalfuurtje door mevr. J. C.
van AmstelLöben Seis. Onderwerp: „Persoon-
ïyke verantwoordelijkheid en de massamensch";
3.30 Verzorging zender; 4.00 Ziekenuurtje door
ds. H. Guittart; 5.00 Cursus handenarbeid voor
onze jeugd door H. J. Steinvoort. Onderwerp:
„Een Amerikaansche vlieger"; 5.45 Liederen-re
cital door Louis Bogtman, bariton; 6.45 Cursus
in knippen en stofversieren7. Declamatie door
M. Fuykschot; 7.30 Politie berichten; 7.45 Pers
berichten van het Ned. Chr. Persbureau; 8.00
Tydsein en koraal; 9.30 Vervolg concert; 10.00
Persberichten van het Persbureau Vaz Dias;
10.30 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM 296 M. A. V. R. O. 8.00 Gramo
foonmuziek; 10.00 Morgenwyding; 10.15 Gra
mofoonmuziek; 10.30 Solistenconcert door Geor
ge Strasbourg, bas-bariton en Herta Rohrer,
piano; 11.00 Cursus in knippen van kinderklee-
ding door mevr. Ida de Leeuwvan Rees; 11.45
Voortzetting Solistenconcert; 12.15 AVRO-ka-
merorkest o. 1. v. Louis Schmidt; Tusschenspel
van gramofoonmuziek; 2.00 Elias van Praag
leest voor „De Dichter" en „Don Juan". Twee
schetsen van J. Steynen; 2.30 Rustpoos voor het
verzorgen van den zender; 2.45 Gramofoonmu
ziek; 3.00 Causerie door Max Tak „Rossini, zyn
leven, zijn composities"; 4.00 Ziekenuurtje door
mevr Antoinette van Dijk; 5.00 Radio-kinder
koorzang o. 1. v. Jacob Hamel; 5.30 Orgelconcert
door Pierra Palla op het Standaard-orgel in het
Kurhaus te Scheveningen; 6.30 Sportpraatje
door H. Hollander; 7.00 Strijktrio; 7.30 Ellen Fo
rest: „Antwerpen en Gent"; 8.00 Tydsein en
Avro-opera uitzending „Les Saltimbanques'
opera in drie bedryven muziek van Louis
Ganne; in de pauze Xilofoonspel door de „Drei
Nehrings" korte causerie door W. Vogt; 10.00
Nieuwsberichten van het Persbureau Vaz Dias;
10.15 Kovacs Lajos en zyn orkest met medewer
king van de „Drei Nehrings" (Xilofoon-vir-
tuoos. Tusschenspel van gramofoonmuziek.
BRUSSEL, 509 M. 5.30 Concert door het
Symphonie-orkest o.l.v. Jean Kumps 6.50
Gramofoonmuziek 7.40 Gramofoonmuziek
8.20 Populair concert door het Radio-orkest
o.l.v. Franz André 11.00 Gramofoonmuziek.
KALUNDBORG, 1153 M. 2.50 Concert door
het Omroeporkest o.l.v. Launy Gröndahl 8.20
Deensche muziek door het Omroeporkest o.l.v.
Launy Gröndahl 10.45 Deensche militaire
marschen door het Omroeporkest o.l.v. Launy
Gröndahl.
BERLIJN, 418 M. 4.50 Populair concert
6.55 Concert op twee vleugels 7.30 Vocaal con
cert 8.20 „Der Freischütz" opera in drie be
dryven van v. Weber.
HAMBURG 372 M. 1.35 Gramofoonmuziek.
2.30 idem 4.50 Concert 7.40 Populair con
cert door het Kleine Norag-orkest o.l.v. Ger
hard Maasz 10.30 „Deutsche Tanzmusik" „Het
Norag-orkest o.l.v. Adolf Seeker.
KONIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 2.20
Gramofoonmuziek. 4.50 Concert 8.20 Pro
gramma van Berlijn.
LANGENBERG, 472 M. 1.20 Concert door
een orkest van werklooze Beroepsmusici' 5.20
Vesperconcert o.l.v. Wolf 8.20 Concert o.l.v.
Wolf 10.50 Kamermuziek door 't Kölner Kun-
kel-Kwartet 11.50 Gramofoonmuziek.
DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelconcert
1.20 Concert door Shepherd's Bush Pavilion Or
kest o.l.v. Harry Fryer 2.20 Sonate recital
4.05 B.B.C. dansorkest o.l.v. Henry Hall. 450
Concert door het Schotsche Studio Orkest o.l.v.
Guy Daines 10.10 Concert 11.20 B.B.C.-
dansorkest o.l.v Henry Hall.
PARIJS (Eiffel) 1446 M. 8.50 Gramofoon
muziek.
PARIJS 1725 M. 8.05 Gramofoonmuziek
12.50 idem 9.05 Kamermuziek.
MILAAN, 331 M. 8.50 „L'Amico Fritz" ope
ra in drie actes van Mascagni.
ROME, 441 M. 9.05 -Concert.
WEENEN, 517 M. 7.55 Concert op twee
vleugels door Lily en Emy Schwarz 8.20 „Die
Kreuzelschreiber" een boerenklucht in drie be
drijven van Anzengruber 10.25 Dansmuziek
door het David Mathé Jazz-orkest.
WARSCHAU 1411 M. 5.20 Concert. 6.40
Populair concert 8.20 Concert door het Phil-
harmonle-orkest van Warschau o.l.v. St. Nawrot
10.20 Dansmuziek.
BEROMUNSTER, 460 M 8.20 Programma
van Beriyn.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
Een horlogedief had 'n horloge gestolen en
werd erop betrapt, waarna hy tot twee jaren
gevangenisstraf veroordeeld werd. Toen hy
weggeleid werd, mompelde hy by zich zelf:
„Wat gek, dat die horlogemaker dat reeds voor
uit wist. Twee jaren garantie stond op het
etiket, da er by lag."
Niet zonder verbazing ontving ik een kaart
van Charles Lecat, waarin hy zyn verloving
met mademoiselle Juliette Chezel meedeelde. Ik
begreep er eigenlyk weinig van. Zou die ver
stokte vrijgezel, die volgens zyn bewering de
vrouwen haatte, inderdaad voor een aardig
snuitje gezwicht zijn?
„Vrouwen," had hy zoo menigmaal gezegd,
„staan je in den weg als je vooruit wilt, ze zyn
een blok aan het been als je wat wilt onder
nemen. Je moet ze alleen in de verte of op een
afstand bewonderen."
En nu was de man, die zoo redeneerde, ver
loofd en het huwelijk zou zeker niet lang op
zich laten wachten.
Daar moest ik meer van weten.
Een paar dagen later stevende ik af op zijn
kamer in de Rue Lamartine.
„Ook gy, Brutus," vroeg ik, lachende.
Hy begreep me dadelyk.
„Wat zal ik je zeggen vriend, dat is de straf
voor de zonde, die ik eens, nu vyf, zes jaar ge
leden heb misdreven."
„Dan zal die zonde wel heel zwaar zyn ge
weest, dat je nu gestraft wordt met een vrouw."
Hy legde zijn hand op mijn mond om me het
verdere spreken te beletten.
„Stop, je zoudt niet zoo spreken, als je myn
Juliette kende."
„Mijn Juliette? Is het al zoo ver? Kerel, je
hebt het te pakken. Ik ben nieuwsgierig kennis
met haar te maken."
„Dat kan gebeuren, hier heb je haar portret,
en als je een kwartier geduld hebt, kun Je
haar zien, want ze komt me halen om eenige
boodschappen te doen."
Ik bekeek het portret en ik moet zeggen, ik
begon Charles te benyden.
„Ik ben nieuwsgierig om te weten op welke
wijze je zulk een geluk te beurt is gevallen.
En nu ik het portret heb gezien begryp ik, dat
je om haar, je principes, je leuzen, je stok
paardjes heb laten varen."
„Je spot en die spot is gemotiveerd voor
dengene, die me, zooals jij, al jaren kent. Je
moet weten, dat ik eigenlyk al jaren gechar
meerd was op Juliette. Viertien dagen geleden,
hadden wij, Paryzenaars het geluk, dat het meer
in het „Bois" bevroren was. We konden nu
eens profiteeren van het schaatsenrijden. Ik
heb dadelyk van de gelegenheid gebruik ge
maakt.
Nauwelyks was ik op het ys °f ik ontdekte
een dame, die prachtige toeren maakte. Ze
werd door iedereen bewonderd en toen ze zag
dat ze wat al te veel bekijks had nam ze
de beenen of liever de schaatsen en ging er
flink van door. Ze reed snel en ik volgde haar.
Nauwelyks had de schaatsenrydster ontdekt,
dat ik haar op de hielen zat, of ze gleed snel
weg efi wist met een grooten boog den terug
weg te nemen.
Ik haalde op, omdat ik wilde toonen, dat ik
het schaatsen, sinds ik het in Holland, waar
ik aan de Fransche ambassade in Den Haag
was verbonden, had geoefend, niet verleerd had.
Ik had haar byna ingehaald toen er blykbaar
iets ran een van haar schaatsen mankeerde en
rij het opgaf.
Ik groette beleefd en zeide, terwyl ze nog
over haar schaats gebogen stond:
„Het spyt me, dat uw schaats u belette verder
te' gaan, ik had graag op een andere wyze de
overwinning behaald."
Ze keek op en ik schrok, want het was Ju
liette Chezel, die voor me stond. Ze had myn
schrik en ontsteltenis bemerkt en ze vroeg:
„U vindt het waarschijnlyk onaangenaam,
meneer Lecat, mij te ontmoeten."
„Waarom vermoedt u dit, juffrouw Chezel?"
„Vanwege den oorveeg, dien ik u eens heb ge
geven."
„Wel verdiend," zeide ik, „ofschoon het me
spyt, dat u my herinnert aan een moment,
waarop ik me onbehoorlyk heb gedragen."
„Meent u dat werkelyk," vroeg ze.
„Dat moest ik wel aannemen, vanaf het
oogenblik, dat ik den klap ontving."
Ze lachte smakelijk.
„Je moet weten, kerel, dat ik met Juliette
eenige jaren geleden een avontuurtje heb ge
had. Toevallig waren we reisgenooten cp een
tochtje naar „de Grotten van Han."
Ze was er met haar vader, een nog al streng
uitziend man. Ik had haar al eens vroeger ont
moet by een bevriende familie, en ze had, ik
geef toe, een byzonderen indruk op me ge
maakt. Haar verschyning had mijn principes
een heelen duw gegeven, al kwam ik er tegen
over jullie, vrienden niet rond voor uit. Op
onzen tocht door de grotten met het half-duis-
ter en het schemerig licht van flambouwen was
„Ober, je hebt een haar in
m'n soep laten vallen."
„Kom, m'neer, u vleit me."
ik voortdurend aan haar zijde en op een gege
ven oogenblik, ik weet nog' niet hoe ik er toe
kwam, drukte ik haar een kus op de wang.
Prompt ontving ik een oorveeg terug en ik hoor
de haar vader zeggen: „Prachtig, Juliette, ik
zou het je niet hebben verbeterd." Ik schaamde
me en bleef tot we de grot verlieten, achter de
anderen. Sinds dien dag had ik Juliette niet
weer gezien. En nu stond ze voor me, lachende
by de herinnering aan den klap, als antwoord
op een kus.
„U kunt lachen," zeide ik haar, „want ik ben
het slachtoffer."
„Hoe durfde u ook." Ze keek me weer lachend
aan en terwijl ze myn arm nam om samen een
baantje te maken, zeide ze:
„Kunt u een geheim bewaren? Ik vond het
eertyds zoo, erg nietVerrast bleef ik
„En die klap dan?" vroeg ik, terwyl ik weer
langzaam met haar over het ys zwierde.
„Waarde vriend," zeide ze genoegiyk, „mijn
vader was in myn gezelschap, ik moest wel. Ik
zou wellicht den kus als een hulde aan my
hebben beschouwd, me misschien verontwaar
digd hebben getoond, maar je nooit den klap
hebben gegeven."
„Maar waarom deedt u het dan?"
„Om te voorkomen dat mijn vader het deed."
„Ik meende, dat u kwaad op me waart
„My vader doet nog al streng, maar hy is
overigens de beste man van de wereld."
„Inderdaad, zeide Charles, zyn verhaal voort
zettende, de vader was iemand, met wien te
praten viel. De kus nam hij me heelemaal niet
erg kwaiyk. Hy was ook jong geweest."
„En nu," vroeg ik.
„Ik ben de gelukkigste sterveling ter wereld.
Juliette is een schat en niets gaat in de wereld
boven een vrouw, die men lief heeft."
„En dat zeg jy?"
„Vriend, niets is veranderlijker dan een
mensch."
Reeds tydens het leven van Ivar Kreuger
werd er rond zyn persoon een krans van legen
den geweven. Het meest geheimzinnige was
evenwel zyn geheim bureau, waar niemand
werd toegelaten. Daar ontwierp hy zyn groote
plannen. Slechts één helper en medewerker
had hy voor zijn sinistere werkzaamheden,
iemand, die wel niet tot zijn officieele mede
werkers werd gerekend, maar een man, op wien
hij onvoorwaardeiyk kon vertrouwen. Er wer
den ook legenden gesponnen rondom Melchior
Horvath, den internationalen oplichter en
bedrieger.
De eenige man, die behalve de eigenaar zelf
het raadselachtige geheime bureau betreden
mocht, was ingenieur Von Horvath.
Ook Kreuger's huisknecht, die den ingang
bewaakte, kende hem alleen onder dezen naam
en diende hem dan ook als zoodanig aan. Ver
der wist niemand uit Kreuger's omgeving iets
van het bestaan van dezen heer Von Horvath.
'Én zeer zeker zou zijn persoon nooit in verband
zijn gebracht met Kreuger, wanneer Ivar de
Groote zyn onbezonnen zelfmoord niet had ge
pleegd. De Stockholmsche recherche had het
geheime bureau dan nooit betreden en daar
nooit 'n nauwkeurig onderzoek ingesteld. Maar
nu kwam aan het licht, dat Ivar Kreuger de
milliardair, die groote staten zoo menigmaal
met zyn groote leeningen uit den brand had
geholpen, niet alleen een luciferskoning, maar
ook een falsaris en bedrieger zonder weer
ga was.
En zyn stille medewerker?
De naam van Von Horvath werd ontdekt in
een brief, die toevallig in de geheime kamer
gevonden werd. De recherche liet hem zorg
vuldig onderzoeken waarby het volgende ont
dekt werd.
Von Horvath had van Kreuger opdracht ge
kregen de aandeelen van de Zweedsche
„Grundfors-Goldminen" zoo goedkoop mogelyk
aan te koopen. In ieder geval moest hy ze even
wel in handen krygen.
Kreuger had deze maatschappij in 1929 door
een ongehoorde perscompagne eenvoudig ge
ruïneerd. Toen Grundfors en Skellestea meer
goud leverden dan Boliden, wilde Kreuger ook
deze maatschappyen in zyn macht hebben.
De Zweedsche rechercheurs gingen natuurlyk
op informatie uit omtrent de geheimzinnige
persoonlijkheid van Von Horvath. De inlich
tingen, die zy verkregen, waren eenvoudig ver
bluffend. Er werd nameiyk uit de officieele
stukken bewezen, dat deze heer Von Horvath,
de eenige persoon, die Kreuger's geheim bureau
mocht betreden, een voormalig zee-officier en
technisch ingenieur was, die als ingenieur Mel
chior von Horvath, van 1920 tot 1921 de groote
geldweerld van Europa en Amerika door zyn
finantieele transacties in opschudding bracht.
Hy had, zooals door de rechtbank op 6 Decem
ber 1928 werd vastgesteld, in Juli 1920 in Wee-
nen by vier groote banken op ongeteekende
Amerikaansche chèques 480.000 dollar geind.
Als commandant van een Braziliaansch oorlogs
schip had hy te Weenen door het uitgeven van
blanco chèques van de Fransche Bank „Credit
Industriel et Commerciel" de firma „ïntag" van
75 millioen kronen, in dien tyd 75000 dollar, ont
last. In Februari 1922 had hy door chèques van
de „Banca Rio de la Plata" de Weensche „Lom
bard Bank" een schade berokkend van 3 milliard,
zoodat deze moest liquideeren en nog eenige
banken in haar val medesleepte.
Het is thans niet meer na te gaan of Horvath
toen reeds in dienst stond van Kreuger.
een breuk van
■"been of arm
A fi bij verlies van 'n
tri/.- anderen vinger
17.
..Rondom een tafel waren eenige vrouwen
J?erig bezig, sommigen aan het maken van der-
^yke kransen, terwyl anderen voorwerpen van
,ks-koralen vervaardigden voor eenzelfde be-
lemming.
Kom binnen, juffrouw, en bekyk ons werk
t®hs, zei er een. Het schynt, dat u er ook in be-
°kken gaat worden, en dat zal ons genoegen
M°en.
trle-Claire bleef in de gang staan,
j Ik heb me in de deur vergist, zei ze ver-
4 het is beter, dat juffrouw d'Albrègue me
f hierheen brengt.
VwS Nu nog moolerl Onbescheiden? Kyk eens,
(.^«e aardige dingen wy hier maken. Zie dit
hs voor een cherubyntje, dat naar den hemel
öat> Moet een moeder in al haar smart niet
- «Machen, als ze zoo iets midden in het witte
hsseiine neerlegt?
r ^arie-ciaire vertoefde er eenlgen tyd, en de
hilijite toon dezer eenvoudige menschen deed
haar weldadig aan, als een goed voorteeken.
Lang duurde deze namiddag haar niet. Ze
dwaalde door tuin en velden, en eerst de mist,
die na zonsondergang kwam opzetten, joeg haar
huiverend naar binnen. Ook juffrouw
d'Albrègue kwam juist thuis. Ze wierp haar
hoed op een stoel en scheen zeer vermoeid.
Heeft de dag u niet te lang geduurd?
vroeg ze. Morgen begint voor u het nieuwe
leven. Ik hoop, dat u bytyds uit de veeren kunt
komen, want de bloemen moeten vroeg ge
plukt worden, vóór de zon te veel warmte geeft,
en er is een groote bestelling uit te voeren.
Hebt u al gezien, dat ik ook een fabriek van
kunstbloemen bezit? Daar werken meisjes uit
den omtrek aan. Het is mooi werk en brengt
my aardig wat op.
Ze schynen zeer handig, zei Marie-Claire.
Jufrouw d'Albrègue glimlachte.
Dat soort industrie laat u koud; u houdt
meer van levende bloemen. Nu, ik ook, maar
het is nuttig en tevens voordeelig werk. Kunt
u teekenen?
Ik heb zeer goede lessen gehad.
Mooi, dan zoudt u de meisjes modellen
kunnen verschaffen. Wat ze nu maken, is soms
verre van mooi, en nog al eentonig, byna
steeds hetzelfde.
Nu glimlachte ook Marie-Claire, doch niet
van harte. Zoo is nu eenmaal het leven! Haar
lief talent was in een hoogstaand atelier aan
gekweekt. zy had meermalen aanmoedigende
woorden van een groot artist ontvangen, die
haar bloemen wel eens had willen retouchee
ren, ln een bekend salon had ze zelfs eenmaal
geëxposeerd. En nu zou ze modellen moeten
leveren voor bloemen van glaskoralen en rouw
kransen! Maar wat kwam het er ten slotte
op aan, wanneer ze deze edelmoedige vrouw
nuttig kon zyn en het brood betalen, dat deze
haar verschafte?
Toen zy dien avond ter ruste zouden gaan,
na een geestelyke lezing, die juffrouw d'Al
brègue zichtbaar genoegen deed, herinnerde het
meisje zich eensklaps het heerensieraad, dat nog
op haar borst prijkte.
By myn bezoek aan de kamers heb ik
dit gevonden.
De oude dame nam de speld aan.
O, Elzéar zal ze verloren hebben.... ik
zal ze hem toezendenhy is er zeer aan ge
hecht.
En ter verduideiyking voegde zy er by:
Het is een verre verwant, maar hy her
innert my aan zyn tante. Hij dient als ge
neesheer by de marine en is op het oogenblik
aan boord by het Noorder-eskader.
Marie-Claire's scherp gehoor ving een byna
onmerkbaren zucht op, doch juffrouw d'Al
brègue wenschte haar opeens kortweg en toch
hartelijk, goeden inacht.
En Marie-Claire sliep dien nacht heeriyk
in haar nieuwe kamer.
XVII.
Na een dag in Toulon doorgebracht te heb
ben, stelde juffrouw d'Albrègue haar voor
nemen om bezoeken fff te leggen, uit, en
Marie-Claire bevindt zich eensklaps in de volle
bedrijvigheid van het voor haar geheel nieuwe,
landelijke leven.
Het eigendom van juffrouw d'Albrègue, al
noemt men het daarginls ook een landgoed,
is niet zeer uitgestrekt, maar van alles wordt
party getrokken.
Behalve de aankweeking van bloemen, oUj-
ven, sinaasappelen en gevogelte, bezit het ook
de hier zeldzame weelde van een weide, door
een beek bevochtigd en groot genoeg' om twee
of drie koeien te voeden.
Marie-Claire vindt in dit alles zooveel ge
noegen, dat zy er zelf over verwonderd staat.
Maar, hoe verwend ook door het kunstmatige,
wereldsche leven der grootsteden, toch voelt ze
zich weldra in deze landelijke rust op haar ge
mak. Vol verlangen de gastvryheid, die haar
verleend wordt, te vergelden, gaat ze met al den
yver, der jeugd eigen, aan het werk. Niet
alleen is ze spoedig op de hoogte van het
plukken en inpakken, maar heur smaak en
schoonheidsgevoel weten de verzendingen een
heel ander, behaaglijk aanzien te geven. Ze
levert de arbeidsters allerliefste, kunstrijke
modellen, en moedigt zij met tact en goedheid
tot meerdere zorg en oplettendheid aan. zy
voert de correspondentie, houdt de boeken bij,
bespaart juffrouw d'Albrègue alles, wat de oogen
kan vermoeien en vindt des avonds een dubbel
heerlyke ontspanning in lectuur en muziek.
Geheel eenzaam en afgezonderd is 't Rozen-
Kasteel niet. juffrouw d'Albrègue brengt
Marie-Claire in kennis met eenige oude vrienden
en overal wordt het meisje hartelijk ontvan
gen. Men heeft haar ouders gekend en spreekt
nog met den grootsten lof over hen.
Jufrouw d'Albrègue zelf slaat echter elke uit-
noodig'ing af.
Toch wil ik u niet opsluiten, zegt' ze tot
Marie-Claire. straks de villa's weer bevolkt
worden, zult 'u met tal van jongelui tennis
kunnen spelen naar hartelust.
Jonge dames komen wel eens de fabriek be
zichtigen, en fluisterend vragen ze Marie-
Claire of ze ook het huis niet eens mogen
zien, waaraan legenden verbonden schynen.
Legenden? vraagt het meisje verbaasd.
Het schynt me hier alles zoo helder, zoo wer
kelijk en in het geheel niet geheimzinnig.
Toch is juffrouw d'Albrègue niet als
andere menschen. Er loopen heel wat verhaal
tjes over haar. We zyn bang' voor die dame,
en toch wekt ze onze belangstelling.
Nu, een raadsel bleef de oude dame voor
Marie-Claire ook. Weken lang leefden ze nu
reeds met haar beidjes, vereenigd door ge
deelde werkzaamheid en belangen, doch niets
vermocht de koele terughouding van juf
frouw d'Albrègue te veranderen. Zy toonle
duidelyk haaf ingenomenheid met de hulp van
het meisje en de groote uitbreiding der zaak,
die daarvan het gevolg was. Zij vond zicht
baar vermaak in de avondlectuur en de mu
ziek, die weer leven aan haar oude piano
schonk, maar overigens scheen ze in niets
belang te stellen. Altyd was ze dezelfde, ern
stig en karig in woorden, alsof ze geheel op
ging in één gedachte, één herinnering,
één idéé fixe. Wat mocht het toch wel zijn, dat
haar van het gemeene leven uitsloot, haar
deed zwygen over het verleden, onverschillig
maakte voor het heden en de toekomst? Men
had kunnen wanen, dat alle leven, alle ver
beelding in haar waren uitgedoofd, als niet
haar oog soms een glans vertoond had, die
inwendige zorg verried.
En Marie-Claire kwelde zich met de vraag,
wat dit alles toch mocht beteekenen.
Eén ding' was er echter, waarin juffrouw
d'Albrègue innig, bijna hartstochtelyk, belang
stelde: de bloei van haar zaak. Daarvoor was
haar niets te veel, kende zy geen vermoeienis,
daarover was ze den ganschen dag bezorgd, en
juist dat pynigde het meisje heimelijk, zy
mocht toch niet veronderstellen, dat g"eld ver
dienen hier de eenige dryfveer kon zyn, wat
trouwens geheel in stryd was met de principes
der oude dame. Immers, zy bezat groote naas
tenliefde en diepen godsdienstzin. Eiken morgen
ging ze naar het dorp om Mis te hooren en
zieken te bezoeken, iederen avond dwaalde ze
biddend door den tuin.
En toch gefbgeld kwam er vrij groote
sommen op het Rozen-Kasteel binnen. Wat
gebeurde er met al dat geld. Het sobere leven
werd er niet in het minst ruimer om, en er
werd een spaarzaamheid betracht, zooals Marie-
Claire die in het huis harer stiefmoeder zelfs
niet vermoed had.... ook gaf zij aan de armen
meer zorgen dan geld. Nog eens, het meisje
kon niet gelooven aan zulk een lage begeerte,
en schortte dus haar oordeel op, want ondanks
alles voelde zij zich aan deze harde, koele vrouw
meer en meer gehecht.
(Wordt vervolgd).