Hoe worden misdadigers ter dood gebracht? 0' —4 De ontmoette! Strop, valbijl of zwaard CHEF-DETECTIVE VAN MORGAN Modern wiegelied E V IJ A EN VAN HET BIJE RADIO-PROGRAM Alle abottné's f3000.-^^Zi^X^^ f 750.- as&ïïrïtES f250.- «II voa? e%?Xfl25.- K^yTC^ f 50.«ll Het Rozen^Kasteel 1 "^as— vv <uj£NSDAG 29 JUNI &e klok luidt, de geestelijke stort een laatste gebed en de beul doet zijn werk ïn Baden breekt men den staf Zijn arrestatie te Antwerpen MtfrHrri ÊtmnM Donderdag 30 Juni 'n Idéé VERHAAL VAN DEN DAG Millioenen-zwendelaar AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL FEUILLETON t>e rechtszaak Matuschka stelt de kwestie van al of niet afschaffing van de doodstraf weer jh het middelpunt der belangstelling. In eenige j^hden zooals Nederland, Portugal, Noorwegen, Zweden, Oostenrijk is ze al afgeschaft. In ^uitschland trok de veranderde zienswijze van Jkn thans overleden professor Kahl veel be- kngstelling. Hij pleitte in de strafrecht-com missie van den Rijksdag voor het behoud van Jj® doodstraf in verband met de groote mis tigheid. De voltrekking der doodstraf heeft op ver schillende manieren plaats: in Engeland en Ja- San door den strop, in Spanje door worging. In tnkryk gebruikt men de guillotine, terwijl de staat New-York en enkele andere deelen der ^er. staten den electrischen stoel te baat nemen, m Duitschland worden de ter dood veroordeel den onthoofd, behalve in het militair strafrecht, Üat fusilleeren voorschrijft. Volgens wettelijke- grondstellingen geschiedt ®e terechtstelling in een omsloten ruimte, in te genstelling b.v. met Frankrijk, waar ze nog in det openbaar plaats heeft. De executie is pas ,°egestaan, wanneer zij, die gratie kunnen ver benen, uitdrukkelijk hebben verklaard, dat ze Jan dit recht geen gebruik willen maken. Deze "sgenadiging kan ofwel verleend worden door t ministerraad van het land, welks rechtbank Öe veroordeeling heeft uitgesproken, ofwel door t rijkspresident, in gevallen, waarin het hoog de gerechtshof in hoogste instantie veroordeel de. Op zwangere of geestelijk abnormale per sonen mag in geen geval de doodstraf worden toegepast. Kinderen vallen er vanzelf buiten, daar volgens de grondwet over hen geen dood straf mag worden uitgesproken. Bij de voltrekking van het vonnis moeten tvee leden van het hoogste gerechtshof, een Ambtenaar van het O. M„ een griffier en een oeambte der gevangenis tegenwoordig zijn. Het Gemeentebestuur van de plaats, waar de te rechtstelling geschiedt, benoemt, als dat ver engd wordt, nog twaalf personen, die aanwezig •hoeten zijn. Een geestelijke en de verdediger mogen er vanzelfsprekend bij zijn en ook aan }iog andere personen kan toegang worden ver kend. Of de onthoofding door middel van de, valbijl, de bijl of het zwaard gebeurt, hangt af van de Gebruiken des lands. In Mecklenburg, Anhalt en tremen geschiedt ze door het zwaard, in Prui sen met de bijl, in Hannover, Beieren, Baden en ih het Pruische rechtbankdistrict Keulen een Gevolg van Franschen invloed door de valbijl. Be in acht te nemen formaliteiten zijn even eens in elk land verschillend geregeld. In Prui sen wordt door het O. M. allereerst een beul Aangesteld. Vast aangestelde en gesalarieerde Scherprechters zijn er niet. Van te voren wordt een overeenkomst getroffen betreffende de gel delijke vergoeding. Als dag en uur der rechtstelling zijn gesteld, borden deze den veroordeelde een dag te voren door den officier van justitie meegedeeld, tege lijk met de gratie-weigering van den minister raad. Dan volgt de executie op de binnenplaats der gevangenis. Een schavot wordt niet opge richt. Het is voldoende dat op de gerechtsplaats een bepaalde ruimte met zand wordt bestrooid, om daar het blok of de bank te kunnen plaat sen, welke de beul meebrengt. Er luidt een klok vanaf het oogenblik, dat de veroordeelde, door een cipier begeleid, uit de gevangenis komt, tot 't einde der terechtstelling. De officier van jus titie leest nogmaals het veroordeelingsformulier en het regeeringsbesluit voor, toont ze den de linquent en levert hem vervolgens aan den beul over. Het lijk wordt in een kist gelegd, welke klaar staat, en op kosten van het gerecht be graven. Op verlangen kunnen ook de bloedver wanten het lijk in bezit nemen voor een een voudige begrafenis. In Baden gaat de voltrekking van het von nis met een bijzondere ceremonie gepaard. Hier is nog het spreekwoordelijk bekende „breken van den staf" gebruikelijk. De valbijl wordt be waard in de centrale gevangenis van Bruchsal en wordt, wanneer dat noodig is, met alle toebe- hooren naar de plaats der executie gebracht. Ook hier leest de officier van justitie onmiddel lijk voor het laatste moment het vonnis en het regeeringsbesluit voor. Vervolgens neemt hij een zwarten staf, breekt hem en werpt hem voor de voeten van. den veroordeelde met de woorden: Uw leven is verbeurd, God zij uw ziel genadig. Nadat de geestelijke voor het laatst met het slachtoffer heeft gebeden, wordt het door den officier aan den beul overgeleverd met het be vel, het doodvonnis ten uitvoer te brengen. De executie wordt met een door den geestelijke uit gesproken gebed besloten. Te Antwerpen is kort geleden een man in hechtenis genomen, in wiens bezit men viei, van het vereischte visum voorziene, maar op verschillenden naam staande passen vond, waar onder ook twee diplomatenpassen. De in hech tenis gestelde noemde zich J. Br. uit Chicago. Er zou een vervolging wegens vervalsching van passen tegen hem worden ingesteld, maar een buitenlandsche diplomatieke vertegenwoordi ging kwam tusschen beide en het proces ging niet door. Het betreft hier namelijk de chef-detective van een der machtigste geldvorsten der wereld. J. P. Morgan, die de opdracht heeft het om de geheele wereld gespannen informatienet van het New-Yorker bankiershuis te bewaken. Zijn verblijf in België had ten doel sommige ge beurtenissen bij de Belgische kopertrust, de Union Minière du Haut Katanga, op te helde ren. De politieke geheime politie nam in de ba gage van Br. een omvangrijke geheime corres pondentie met de Morgan-bank in beslag, waar uit blijkt, dat Br. bij de grootste Europeesche affaires op financieel gebied uit den na-oor logstijd, n.l. bij de affaire Löwenstein en bij die van Kreuger een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld. Men herinnert zich nog wel de af- pmnimiititi Slat Zoo Wa Dac 07 n iminnramngj Slaap kindje slaap, Zoo zingt de radio. Want moeder voor den spiegel staat, Daar zij vanavond dansen gaat. Slaap kindje slaap! Slaap kindje slaap, Je wiegje schommelt zoo, Maar door de kracht van een motor, Want moeder heeft geen tijd daarvoor. Slaap kindje slaap! Slaap kindje slaap, Droom van de bioscoop. Want het programma gaf je moe, Die gaat er toch zoo graag naar toe! Slaap kindje slaap! Slaap kindje slaap, Ontwaak niet al te vlug. Dan is je moeder heel tevree En mag je in den auto mee. Slaap kindje slaap! Slaap kindje slaap, En ben je later groot, Dan zeg je met vervelend snoet Ik ben modern opgevoed. Slaap kindje slaap! MARTIN BERDEN. (Nadruk verboden) faire Löwenstein, wiens dood tot dusver nog niet opgehelderd is. Löwenstein was met zijn vliegtuig in Engeland opgestegen, om naar Brussel te vliegen. Toen echter het vliegtuig in Brussel aankwam, was Löwenstein verdwe nen. En bleef tenslotte slechts één verklaring: dat Löwenstein tijdens dfe vlucht over het Kanaal zich uit het vliegtuig in zee heeft ge worpen. Toen er met Br. over den dood van Löwenstein werd gesproken, verklaarde hij cy nisch, dat, waar Löwenstein niet tijdig er uit gegaan was, hij er uit had moeten springen. Hij bedoelde, dat Löwenstein, adat deze verzuimd had zich uit zijn beurszaken terug te trekken, uit zijn vliegtuig had moeten springen. Löwen stein had door zekere transacties met de Ver- eenigde Staten het misnoegen van Morgan op gewekt en moest ten val worden gebracht. Br. nam op rich, de baisse-manoeuvre tegen het Löwenstein-concern, waartoe het huis-Morgan besloten had, aan de beurzen te Amsterdam, Londen en Parijs, uit te voeren. Toen Ivar Kreuger voor de laatste maal in Amerika vertoefd#,- wist hij niet, dat de ge heime dienst van Morgan zijn zwendelmetho- des reeds geheel door had. Kreuger 'werd dag en nacht door geheime agenten bewaakt. Br. zelf naderde Kreuger achter het masker van een vertegenwoordiger van de buitenlandsche han- delsafdeeling der Sovjetregeering. Kreuger voer terug naar Parijs, Br. ging op dezelfde boot en zorgde er in Parijs voor, dat Kreuger geen voet kon verzetten, zonder dat Br. daarvan onmiddellijk in kennis werd gesteld. Kort voor zijn dood had Kreuger een onderhoud met Br. Hierbij legitimeerde de laatste rich als lastheb ber van het huis-Morgan en gaf duidelijk te kennen, dat hy Kreuger als zwendelaar en be drieger ontmaskeren kon. Kreuger probeerde Br. om te koopen en bood hem vijf millioen kronen, maar Br. moet toen geantwoord heb ben: „Wilt u my ook vervalschte obligaties als zekerheid geven?" Br. is de zoon van een Engelschen militairen attaché en een Hongaarsche gravin. Hy woon de in opdracht van Morgan alle internationale conferenties in de laatste jaren by. ■tó-TOOUi Jaap was er al even slecht aan toe als zyn vijand. Hy keek de hommel met onthutst gezicht aan en voelde toen aan zyn hoofd, dat door al die grappen enkele mlltmeters de hoogte ln was gerezen. Jaap mompelde vlug lets van „Ekskuzeer meneer Hommel" en draafde daarna naar zyn korf. De arme by had gemeend bij zyn vrouw troost te vinden voor den opgeloopen slag, maar ze kende die ongelukken van haar eigenwyzen man wel. „Ik zal er wat olie op doen," zei mevrouw de Bie dood bedaard en gelukkig scheen dat te helpen. „Pietje wil niet naar school," viel mevrouw de Bie plotseling tegen haar man uit en direct ging vader de Bie zyn zoontje onderhanden nemen. ImmmiimimiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiillllllllllllllllIlllllM^ HUIZEN 1875 M. 8.00 K. R. O.-morgencon- cert; N. C. R. V. 10.00 Tydsein en gramofoon- muziek; 10.15 Korte ziekendienst door ds. H. L. Boerlijst; 10.45 Gramofoonmuziek; K. R. O. 11.00 Gramofoonmuziek; 11.30 Godsdienstig halfuurtje door pastoor L. H. Perquin O. P.; 12.00 Tydsein en politie-berichten; 12.15 K. R. O.-orkest o. 1. v. Johan Gerritsen; N. C. R. V. 2.00 Cursus fraaie handwerken door mej. G. Ably; 3.00 Vrouwenhalfuurtje door mevr. J. C. van AmstelLöben Seis. Onderwerp: „Persoon- ïyke verantwoordelijkheid en de massamensch"; 3.30 Verzorging zender; 4.00 Ziekenuurtje door ds. H. Guittart; 5.00 Cursus handenarbeid voor onze jeugd door H. J. Steinvoort. Onderwerp: „Een Amerikaansche vlieger"; 5.45 Liederen-re cital door Louis Bogtman, bariton; 6.45 Cursus in knippen en stofversieren7. Declamatie door M. Fuykschot; 7.30 Politie berichten; 7.45 Pers berichten van het Ned. Chr. Persbureau; 8.00 Tydsein en koraal; 9.30 Vervolg concert; 10.00 Persberichten van het Persbureau Vaz Dias; 10.30 Gramofoonmuziek. HILVERSUM 296 M. A. V. R. O. 8.00 Gramo foonmuziek; 10.00 Morgenwyding; 10.15 Gra mofoonmuziek; 10.30 Solistenconcert door Geor ge Strasbourg, bas-bariton en Herta Rohrer, piano; 11.00 Cursus in knippen van kinderklee- ding door mevr. Ida de Leeuwvan Rees; 11.45 Voortzetting Solistenconcert; 12.15 AVRO-ka- merorkest o. 1. v. Louis Schmidt; Tusschenspel van gramofoonmuziek; 2.00 Elias van Praag leest voor „De Dichter" en „Don Juan". Twee schetsen van J. Steynen; 2.30 Rustpoos voor het verzorgen van den zender; 2.45 Gramofoonmu ziek; 3.00 Causerie door Max Tak „Rossini, zyn leven, zijn composities"; 4.00 Ziekenuurtje door mevr Antoinette van Dijk; 5.00 Radio-kinder koorzang o. 1. v. Jacob Hamel; 5.30 Orgelconcert door Pierra Palla op het Standaard-orgel in het Kurhaus te Scheveningen; 6.30 Sportpraatje door H. Hollander; 7.00 Strijktrio; 7.30 Ellen Fo rest: „Antwerpen en Gent"; 8.00 Tydsein en Avro-opera uitzending „Les Saltimbanques' opera in drie bedryven muziek van Louis Ganne; in de pauze Xilofoonspel door de „Drei Nehrings" korte causerie door W. Vogt; 10.00 Nieuwsberichten van het Persbureau Vaz Dias; 10.15 Kovacs Lajos en zyn orkest met medewer king van de „Drei Nehrings" (Xilofoon-vir- tuoos. Tusschenspel van gramofoonmuziek. BRUSSEL, 509 M. 5.30 Concert door het Symphonie-orkest o.l.v. Jean Kumps 6.50 Gramofoonmuziek 7.40 Gramofoonmuziek 8.20 Populair concert door het Radio-orkest o.l.v. Franz André 11.00 Gramofoonmuziek. KALUNDBORG, 1153 M. 2.50 Concert door het Omroeporkest o.l.v. Launy Gröndahl 8.20 Deensche muziek door het Omroeporkest o.l.v. Launy Gröndahl 10.45 Deensche militaire marschen door het Omroeporkest o.l.v. Launy Gröndahl. BERLIJN, 418 M. 4.50 Populair concert 6.55 Concert op twee vleugels 7.30 Vocaal con cert 8.20 „Der Freischütz" opera in drie be dryven van v. Weber. HAMBURG 372 M. 1.35 Gramofoonmuziek. 2.30 idem 4.50 Concert 7.40 Populair con cert door het Kleine Norag-orkest o.l.v. Ger hard Maasz 10.30 „Deutsche Tanzmusik" „Het Norag-orkest o.l.v. Adolf Seeker. KONIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 2.20 Gramofoonmuziek. 4.50 Concert 8.20 Pro gramma van Berlijn. LANGENBERG, 472 M. 1.20 Concert door een orkest van werklooze Beroepsmusici' 5.20 Vesperconcert o.l.v. Wolf 8.20 Concert o.l.v. Wolf 10.50 Kamermuziek door 't Kölner Kun- kel-Kwartet 11.50 Gramofoonmuziek. DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelconcert 1.20 Concert door Shepherd's Bush Pavilion Or kest o.l.v. Harry Fryer 2.20 Sonate recital 4.05 B.B.C. dansorkest o.l.v. Henry Hall. 450 Concert door het Schotsche Studio Orkest o.l.v. Guy Daines 10.10 Concert 11.20 B.B.C.- dansorkest o.l.v Henry Hall. PARIJS (Eiffel) 1446 M. 8.50 Gramofoon muziek. PARIJS 1725 M. 8.05 Gramofoonmuziek 12.50 idem 9.05 Kamermuziek. MILAAN, 331 M. 8.50 „L'Amico Fritz" ope ra in drie actes van Mascagni. ROME, 441 M. 9.05 -Concert. WEENEN, 517 M. 7.55 Concert op twee vleugels door Lily en Emy Schwarz 8.20 „Die Kreuzelschreiber" een boerenklucht in drie be drijven van Anzengruber 10.25 Dansmuziek door het David Mathé Jazz-orkest. WARSCHAU 1411 M. 5.20 Concert. 6.40 Populair concert 8.20 Concert door het Phil- harmonle-orkest van Warschau o.l.v. St. Nawrot 10.20 Dansmuziek. BEROMUNSTER, 460 M 8.20 Programma van Beriyn. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS Een horlogedief had 'n horloge gestolen en werd erop betrapt, waarna hy tot twee jaren gevangenisstraf veroordeeld werd. Toen hy weggeleid werd, mompelde hy by zich zelf: „Wat gek, dat die horlogemaker dat reeds voor uit wist. Twee jaren garantie stond op het etiket, da er by lag." Niet zonder verbazing ontving ik een kaart van Charles Lecat, waarin hy zyn verloving met mademoiselle Juliette Chezel meedeelde. Ik begreep er eigenlyk weinig van. Zou die ver stokte vrijgezel, die volgens zyn bewering de vrouwen haatte, inderdaad voor een aardig snuitje gezwicht zijn? „Vrouwen," had hy zoo menigmaal gezegd, „staan je in den weg als je vooruit wilt, ze zyn een blok aan het been als je wat wilt onder nemen. Je moet ze alleen in de verte of op een afstand bewonderen." En nu was de man, die zoo redeneerde, ver loofd en het huwelijk zou zeker niet lang op zich laten wachten. Daar moest ik meer van weten. Een paar dagen later stevende ik af op zijn kamer in de Rue Lamartine. „Ook gy, Brutus," vroeg ik, lachende. Hy begreep me dadelyk. „Wat zal ik je zeggen vriend, dat is de straf voor de zonde, die ik eens, nu vyf, zes jaar ge leden heb misdreven." „Dan zal die zonde wel heel zwaar zyn ge weest, dat je nu gestraft wordt met een vrouw." Hy legde zijn hand op mijn mond om me het verdere spreken te beletten. „Stop, je zoudt niet zoo spreken, als je myn Juliette kende." „Mijn Juliette? Is het al zoo ver? Kerel, je hebt het te pakken. Ik ben nieuwsgierig kennis met haar te maken." „Dat kan gebeuren, hier heb je haar portret, en als je een kwartier geduld hebt, kun Je haar zien, want ze komt me halen om eenige boodschappen te doen." Ik bekeek het portret en ik moet zeggen, ik begon Charles te benyden. „Ik ben nieuwsgierig om te weten op welke wijze je zulk een geluk te beurt is gevallen. En nu ik het portret heb gezien begryp ik, dat je om haar, je principes, je leuzen, je stok paardjes heb laten varen." „Je spot en die spot is gemotiveerd voor dengene, die me, zooals jij, al jaren kent. Je moet weten, dat ik eigenlyk al jaren gechar meerd was op Juliette. Viertien dagen geleden, hadden wij, Paryzenaars het geluk, dat het meer in het „Bois" bevroren was. We konden nu eens profiteeren van het schaatsenrijden. Ik heb dadelyk van de gelegenheid gebruik ge maakt. Nauwelyks was ik op het ys °f ik ontdekte een dame, die prachtige toeren maakte. Ze werd door iedereen bewonderd en toen ze zag dat ze wat al te veel bekijks had nam ze de beenen of liever de schaatsen en ging er flink van door. Ze reed snel en ik volgde haar. Nauwelyks had de schaatsenrydster ontdekt, dat ik haar op de hielen zat, of ze gleed snel weg efi wist met een grooten boog den terug weg te nemen. Ik haalde op, omdat ik wilde toonen, dat ik het schaatsen, sinds ik het in Holland, waar ik aan de Fransche ambassade in Den Haag was verbonden, had geoefend, niet verleerd had. Ik had haar byna ingehaald toen er blykbaar iets ran een van haar schaatsen mankeerde en rij het opgaf. Ik groette beleefd en zeide, terwyl ze nog over haar schaats gebogen stond: „Het spyt me, dat uw schaats u belette verder te' gaan, ik had graag op een andere wyze de overwinning behaald." Ze keek op en ik schrok, want het was Ju liette Chezel, die voor me stond. Ze had myn schrik en ontsteltenis bemerkt en ze vroeg: „U vindt het waarschijnlyk onaangenaam, meneer Lecat, mij te ontmoeten." „Waarom vermoedt u dit, juffrouw Chezel?" „Vanwege den oorveeg, dien ik u eens heb ge geven." „Wel verdiend," zeide ik, „ofschoon het me spyt, dat u my herinnert aan een moment, waarop ik me onbehoorlyk heb gedragen." „Meent u dat werkelyk," vroeg ze. „Dat moest ik wel aannemen, vanaf het oogenblik, dat ik den klap ontving." Ze lachte smakelijk. „Je moet weten, kerel, dat ik met Juliette eenige jaren geleden een avontuurtje heb ge had. Toevallig waren we reisgenooten cp een tochtje naar „de Grotten van Han." Ze was er met haar vader, een nog al streng uitziend man. Ik had haar al eens vroeger ont moet by een bevriende familie, en ze had, ik geef toe, een byzonderen indruk op me ge maakt. Haar verschyning had mijn principes een heelen duw gegeven, al kwam ik er tegen over jullie, vrienden niet rond voor uit. Op onzen tocht door de grotten met het half-duis- ter en het schemerig licht van flambouwen was „Ober, je hebt een haar in m'n soep laten vallen." „Kom, m'neer, u vleit me." ik voortdurend aan haar zijde en op een gege ven oogenblik, ik weet nog' niet hoe ik er toe kwam, drukte ik haar een kus op de wang. Prompt ontving ik een oorveeg terug en ik hoor de haar vader zeggen: „Prachtig, Juliette, ik zou het je niet hebben verbeterd." Ik schaamde me en bleef tot we de grot verlieten, achter de anderen. Sinds dien dag had ik Juliette niet weer gezien. En nu stond ze voor me, lachende by de herinnering aan den klap, als antwoord op een kus. „U kunt lachen," zeide ik haar, „want ik ben het slachtoffer." „Hoe durfde u ook." Ze keek me weer lachend aan en terwijl ze myn arm nam om samen een baantje te maken, zeide ze: „Kunt u een geheim bewaren? Ik vond het eertyds zoo, erg nietVerrast bleef ik „En die klap dan?" vroeg ik, terwyl ik weer langzaam met haar over het ys zwierde. „Waarde vriend," zeide ze genoegiyk, „mijn vader was in myn gezelschap, ik moest wel. Ik zou wellicht den kus als een hulde aan my hebben beschouwd, me misschien verontwaar digd hebben getoond, maar je nooit den klap hebben gegeven." „Maar waarom deedt u het dan?" „Om te voorkomen dat mijn vader het deed." „Ik meende, dat u kwaad op me waart „My vader doet nog al streng, maar hy is overigens de beste man van de wereld." „Inderdaad, zeide Charles, zyn verhaal voort zettende, de vader was iemand, met wien te praten viel. De kus nam hij me heelemaal niet erg kwaiyk. Hy was ook jong geweest." „En nu," vroeg ik. „Ik ben de gelukkigste sterveling ter wereld. Juliette is een schat en niets gaat in de wereld boven een vrouw, die men lief heeft." „En dat zeg jy?" „Vriend, niets is veranderlijker dan een mensch." Reeds tydens het leven van Ivar Kreuger werd er rond zyn persoon een krans van legen den geweven. Het meest geheimzinnige was evenwel zyn geheim bureau, waar niemand werd toegelaten. Daar ontwierp hy zyn groote plannen. Slechts één helper en medewerker had hy voor zijn sinistere werkzaamheden, iemand, die wel niet tot zijn officieele mede werkers werd gerekend, maar een man, op wien hij onvoorwaardeiyk kon vertrouwen. Er wer den ook legenden gesponnen rondom Melchior Horvath, den internationalen oplichter en bedrieger. De eenige man, die behalve de eigenaar zelf het raadselachtige geheime bureau betreden mocht, was ingenieur Von Horvath. Ook Kreuger's huisknecht, die den ingang bewaakte, kende hem alleen onder dezen naam en diende hem dan ook als zoodanig aan. Ver der wist niemand uit Kreuger's omgeving iets van het bestaan van dezen heer Von Horvath. 'Én zeer zeker zou zijn persoon nooit in verband zijn gebracht met Kreuger, wanneer Ivar de Groote zyn onbezonnen zelfmoord niet had ge pleegd. De Stockholmsche recherche had het geheime bureau dan nooit betreden en daar nooit 'n nauwkeurig onderzoek ingesteld. Maar nu kwam aan het licht, dat Ivar Kreuger de milliardair, die groote staten zoo menigmaal met zyn groote leeningen uit den brand had geholpen, niet alleen een luciferskoning, maar ook een falsaris en bedrieger zonder weer ga was. En zyn stille medewerker? De naam van Von Horvath werd ontdekt in een brief, die toevallig in de geheime kamer gevonden werd. De recherche liet hem zorg vuldig onderzoeken waarby het volgende ont dekt werd. Von Horvath had van Kreuger opdracht ge kregen de aandeelen van de Zweedsche „Grundfors-Goldminen" zoo goedkoop mogelyk aan te koopen. In ieder geval moest hy ze even wel in handen krygen. Kreuger had deze maatschappij in 1929 door een ongehoorde perscompagne eenvoudig ge ruïneerd. Toen Grundfors en Skellestea meer goud leverden dan Boliden, wilde Kreuger ook deze maatschappyen in zyn macht hebben. De Zweedsche rechercheurs gingen natuurlyk op informatie uit omtrent de geheimzinnige persoonlijkheid van Von Horvath. De inlich tingen, die zy verkregen, waren eenvoudig ver bluffend. Er werd nameiyk uit de officieele stukken bewezen, dat deze heer Von Horvath, de eenige persoon, die Kreuger's geheim bureau mocht betreden, een voormalig zee-officier en technisch ingenieur was, die als ingenieur Mel chior von Horvath, van 1920 tot 1921 de groote geldweerld van Europa en Amerika door zyn finantieele transacties in opschudding bracht. Hy had, zooals door de rechtbank op 6 Decem ber 1928 werd vastgesteld, in Juli 1920 in Wee- nen by vier groote banken op ongeteekende Amerikaansche chèques 480.000 dollar geind. Als commandant van een Braziliaansch oorlogs schip had hy te Weenen door het uitgeven van blanco chèques van de Fransche Bank „Credit Industriel et Commerciel" de firma „ïntag" van 75 millioen kronen, in dien tyd 75000 dollar, ont last. In Februari 1922 had hy door chèques van de „Banca Rio de la Plata" de Weensche „Lom bard Bank" een schade berokkend van 3 milliard, zoodat deze moest liquideeren en nog eenige banken in haar val medesleepte. Het is thans niet meer na te gaan of Horvath toen reeds in dienst stond van Kreuger. een breuk van ■"been of arm A fi bij verlies van 'n tri/.- anderen vinger 17. ..Rondom een tafel waren eenige vrouwen J?erig bezig, sommigen aan het maken van der- ^yke kransen, terwyl anderen voorwerpen van ,ks-koralen vervaardigden voor eenzelfde be- lemming. Kom binnen, juffrouw, en bekyk ons werk t®hs, zei er een. Het schynt, dat u er ook in be- °kken gaat worden, en dat zal ons genoegen M°en. trle-Claire bleef in de gang staan, j Ik heb me in de deur vergist, zei ze ver- 4 het is beter, dat juffrouw d'Albrègue me f hierheen brengt. VwS Nu nog moolerl Onbescheiden? Kyk eens, (.^«e aardige dingen wy hier maken. Zie dit hs voor een cherubyntje, dat naar den hemel öat> Moet een moeder in al haar smart niet - «Machen, als ze zoo iets midden in het witte hsseiine neerlegt? r ^arie-ciaire vertoefde er eenlgen tyd, en de hilijite toon dezer eenvoudige menschen deed haar weldadig aan, als een goed voorteeken. Lang duurde deze namiddag haar niet. Ze dwaalde door tuin en velden, en eerst de mist, die na zonsondergang kwam opzetten, joeg haar huiverend naar binnen. Ook juffrouw d'Albrègue kwam juist thuis. Ze wierp haar hoed op een stoel en scheen zeer vermoeid. Heeft de dag u niet te lang geduurd? vroeg ze. Morgen begint voor u het nieuwe leven. Ik hoop, dat u bytyds uit de veeren kunt komen, want de bloemen moeten vroeg ge plukt worden, vóór de zon te veel warmte geeft, en er is een groote bestelling uit te voeren. Hebt u al gezien, dat ik ook een fabriek van kunstbloemen bezit? Daar werken meisjes uit den omtrek aan. Het is mooi werk en brengt my aardig wat op. Ze schynen zeer handig, zei Marie-Claire. Jufrouw d'Albrègue glimlachte. Dat soort industrie laat u koud; u houdt meer van levende bloemen. Nu, ik ook, maar het is nuttig en tevens voordeelig werk. Kunt u teekenen? Ik heb zeer goede lessen gehad. Mooi, dan zoudt u de meisjes modellen kunnen verschaffen. Wat ze nu maken, is soms verre van mooi, en nog al eentonig, byna steeds hetzelfde. Nu glimlachte ook Marie-Claire, doch niet van harte. Zoo is nu eenmaal het leven! Haar lief talent was in een hoogstaand atelier aan gekweekt. zy had meermalen aanmoedigende woorden van een groot artist ontvangen, die haar bloemen wel eens had willen retouchee ren, ln een bekend salon had ze zelfs eenmaal geëxposeerd. En nu zou ze modellen moeten leveren voor bloemen van glaskoralen en rouw kransen! Maar wat kwam het er ten slotte op aan, wanneer ze deze edelmoedige vrouw nuttig kon zyn en het brood betalen, dat deze haar verschafte? Toen zy dien avond ter ruste zouden gaan, na een geestelyke lezing, die juffrouw d'Al brègue zichtbaar genoegen deed, herinnerde het meisje zich eensklaps het heerensieraad, dat nog op haar borst prijkte. By myn bezoek aan de kamers heb ik dit gevonden. De oude dame nam de speld aan. O, Elzéar zal ze verloren hebben.... ik zal ze hem toezendenhy is er zeer aan ge hecht. En ter verduideiyking voegde zy er by: Het is een verre verwant, maar hy her innert my aan zyn tante. Hij dient als ge neesheer by de marine en is op het oogenblik aan boord by het Noorder-eskader. Marie-Claire's scherp gehoor ving een byna onmerkbaren zucht op, doch juffrouw d'Al brègue wenschte haar opeens kortweg en toch hartelijk, goeden inacht. En Marie-Claire sliep dien nacht heeriyk in haar nieuwe kamer. XVII. Na een dag in Toulon doorgebracht te heb ben, stelde juffrouw d'Albrègue haar voor nemen om bezoeken fff te leggen, uit, en Marie-Claire bevindt zich eensklaps in de volle bedrijvigheid van het voor haar geheel nieuwe, landelijke leven. Het eigendom van juffrouw d'Albrègue, al noemt men het daarginls ook een landgoed, is niet zeer uitgestrekt, maar van alles wordt party getrokken. Behalve de aankweeking van bloemen, oUj- ven, sinaasappelen en gevogelte, bezit het ook de hier zeldzame weelde van een weide, door een beek bevochtigd en groot genoeg' om twee of drie koeien te voeden. Marie-Claire vindt in dit alles zooveel ge noegen, dat zy er zelf over verwonderd staat. Maar, hoe verwend ook door het kunstmatige, wereldsche leven der grootsteden, toch voelt ze zich weldra in deze landelijke rust op haar ge mak. Vol verlangen de gastvryheid, die haar verleend wordt, te vergelden, gaat ze met al den yver, der jeugd eigen, aan het werk. Niet alleen is ze spoedig op de hoogte van het plukken en inpakken, maar heur smaak en schoonheidsgevoel weten de verzendingen een heel ander, behaaglijk aanzien te geven. Ze levert de arbeidsters allerliefste, kunstrijke modellen, en moedigt zij met tact en goedheid tot meerdere zorg en oplettendheid aan. zy voert de correspondentie, houdt de boeken bij, bespaart juffrouw d'Albrègue alles, wat de oogen kan vermoeien en vindt des avonds een dubbel heerlyke ontspanning in lectuur en muziek. Geheel eenzaam en afgezonderd is 't Rozen- Kasteel niet. juffrouw d'Albrègue brengt Marie-Claire in kennis met eenige oude vrienden en overal wordt het meisje hartelijk ontvan gen. Men heeft haar ouders gekend en spreekt nog met den grootsten lof over hen. Jufrouw d'Albrègue zelf slaat echter elke uit- noodig'ing af. Toch wil ik u niet opsluiten, zegt' ze tot Marie-Claire. straks de villa's weer bevolkt worden, zult 'u met tal van jongelui tennis kunnen spelen naar hartelust. Jonge dames komen wel eens de fabriek be zichtigen, en fluisterend vragen ze Marie- Claire of ze ook het huis niet eens mogen zien, waaraan legenden verbonden schynen. Legenden? vraagt het meisje verbaasd. Het schynt me hier alles zoo helder, zoo wer kelijk en in het geheel niet geheimzinnig. Toch is juffrouw d'Albrègue niet als andere menschen. Er loopen heel wat verhaal tjes over haar. We zyn bang' voor die dame, en toch wekt ze onze belangstelling. Nu, een raadsel bleef de oude dame voor Marie-Claire ook. Weken lang leefden ze nu reeds met haar beidjes, vereenigd door ge deelde werkzaamheid en belangen, doch niets vermocht de koele terughouding van juf frouw d'Albrègue te veranderen. Zy toonle duidelyk haaf ingenomenheid met de hulp van het meisje en de groote uitbreiding der zaak, die daarvan het gevolg was. Zij vond zicht baar vermaak in de avondlectuur en de mu ziek, die weer leven aan haar oude piano schonk, maar overigens scheen ze in niets belang te stellen. Altyd was ze dezelfde, ern stig en karig in woorden, alsof ze geheel op ging in één gedachte, één herinnering, één idéé fixe. Wat mocht het toch wel zijn, dat haar van het gemeene leven uitsloot, haar deed zwygen over het verleden, onverschillig maakte voor het heden en de toekomst? Men had kunnen wanen, dat alle leven, alle ver beelding in haar waren uitgedoofd, als niet haar oog soms een glans vertoond had, die inwendige zorg verried. En Marie-Claire kwelde zich met de vraag, wat dit alles toch mocht beteekenen. Eén ding' was er echter, waarin juffrouw d'Albrègue innig, bijna hartstochtelyk, belang stelde: de bloei van haar zaak. Daarvoor was haar niets te veel, kende zy geen vermoeienis, daarover was ze den ganschen dag bezorgd, en juist dat pynigde het meisje heimelijk, zy mocht toch niet veronderstellen, dat g"eld ver dienen hier de eenige dryfveer kon zyn, wat trouwens geheel in stryd was met de principes der oude dame. Immers, zy bezat groote naas tenliefde en diepen godsdienstzin. Eiken morgen ging ze naar het dorp om Mis te hooren en zieken te bezoeken, iederen avond dwaalde ze biddend door den tuin. En toch gefbgeld kwam er vrij groote sommen op het Rozen-Kasteel binnen. Wat gebeurde er met al dat geld. Het sobere leven werd er niet in het minst ruimer om, en er werd een spaarzaamheid betracht, zooals Marie- Claire die in het huis harer stiefmoeder zelfs niet vermoed had.... ook gaf zij aan de armen meer zorgen dan geld. Nog eens, het meisje kon niet gelooven aan zulk een lage begeerte, en schortte dus haar oordeel op, want ondanks alles voelde zij zich aan deze harde, koele vrouw meer en meer gehecht. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9