Een Schrijfster als Schoonheidsexpert
7
z<aKen zijn Zaken
Van inkt- naar crème-pot
RADIO-PROGRAM
"De Heerlensche Keiwmmmi
HET PORTRET
VAN DEN DADER
E VIJANDEN VAN HET BIJENDORP
Het
ZATERDAG 2 JULI
Hij kon 't weten
Zondag 3 Juli
Maandag 4 Juli
VERHAAL VAN
DEN DAG
iiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiniiiniiiiiiiifliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiniiniiiiiiiininiHniiiinfliniinniiiiiiHiiiiiHnnniiiitiiniinHuiiH
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
FEUILLETON
arin
iten
;een
dere
ibe-
tga-
xnk-
"zen,
jtvea
on-
foor
ïbe-
PABUS, Juni.
Madame Colette die 200 beroemd is dat men
het Madame voor haar naam gerust weg kan
laten: Colette heeft volgens haar eigen bewe
ring het meesterwerk geschapen dat Parijs en
de wereld van haar verwachtten.
Colette: Produits pour la Beauté: Maquillage
Bcène et ville!
Aldus de naam van dit meesterwerk, die niet
op den omslag van een boek te lezen staai,
maar op het front van een schoonheids-insti
tuut dat dezer dagen te Parijs geopend werd.
Wat wel niemand van een der grootste
schrijfsters van onzen tijd gedacht zal hebben,
is volgens Colette's eigen bewering niettemin
een feit: Vijf-en-dertig jaren lang is het haar
droom geweest eens een tempel te wijden aan
de schoonheid en daarin d'e priesteresse te zijn.
Vijf-en-dertig jaren lang droomde zij er van de
menschelijke schoonheid waarvan de vergan
kelijkheid spreekwoordelijk geworden is, te
laven met geurige wateren en welriekende
oliën.
Colette heeft Ruusbroec die de vrouwelijke
kapsels van zijn tijd ware „duvelsnesten" noem
de, gelijk gegeven: zij staat het polkakopje voor.
De H. Hieronymus echter heeft minder vat op
haar gehad. Ondanks dat hij de vrouwen, die
„het aangezicht vervormen dat de Hemel haar
gegeven heeft", met dood en verdoeming be
dreigde, nam zij de verdediging op zich der
schoonheids-instituten. Beschermt zij in een
harer romans de jonge vrouw niet tegen den
toom van een min of meer nuchteren echtge
noot die weigert te rusten naast een geurende
massa zalf en olie? Die weigert aan te kijken
tegen een onbewogen masker van caoutchouc?
Colette is gekant tegen de schoonheid-door-
het-mes, welke minder griezelig aesthetisehe chi
rurgie genoemd wordt. Geen folterwerktuigen,
geen operaties, geen parafine-inspuitingen, geen
tatoeage. Slechts schoonheidsmidldelen van uit
wendige toepassing: a la manière de Bourgogne 1
Colette staat de eenvoudigste en minst scha
delijke methoden voor en zij legt er zich op
de eerste plaats op toe de schoonheid niet zoo
zeer kunstmatig te voorschijn te roepen, dan
wel, voor zoover zij bestaat, te onderstrepen.
Sprekende voor en over de eenige vrouwen
die ze kent, de Parisiennes, verklaarde ze:
„Het gebruik van schoonheidsmiddelen is zoo
algemeen géwordén dat men het bijna een
vorm van schaamtegevoel zou kunnen noemen.
13e vrouw van tegenwoordig die ontdekt dat
haar lippen eenigszins verbleeken, hanteert de
roode stift met evenveel angstvalligheid, als de
dame der vervlogen tijden en hoe vèr lijken
ze! zich haastte haar kleeren te verzorgen,
wanneer zij vermoedde dat die haar enkel on
bedekt lieten. Het gebruik van schoonheids
middelen geeft aanleiding tot de kleine serie van
gracieuze bewegingen waaraan vrijwel niemand
zich meer stoot, en het is een gewoonte gewor
den welke in steeds wijderen kring wordt ge-
(ïuld. Een teeken van „vrouwelijke listigheid"
ziet men er, om zoo te zeggen, nergens meer
in."
Maar hoe algemeen, hoe gewoon dan ook; hoe
clement geduld en hoe zelfs hier en daar goed
keurend aanvaardhet gebruik van schoon
heidsmiddelen geschiedt niet altijd met smaak.
En dat vindt Colette heel erg. 't Zou haar
ideaal what's in a name? zijn dat het
met kunst gepaard ging. En daarom zal het
verkoopen harer „produits pour la beauté"
slechts overigens van-zelf sprekende bij
zaak zijn. Zij gaat zich voornamelijk toeleggen
op de onderrichting van het gebruik er van.
„Chassez le naturel, il revient au galop!"
schreef La Fontaine.
Als schrijfster moet Colette dat weten en
als winkelierster kan ze er zich alleen maar
over verheugen. Wat immers zou er van „de
zaak" worden, wanneer het natuurlijke, een
maal verjaagd, nooit meer terugkwam? De
toonkast van den winkel draagt alleen haar
beroemden naam zonder aanprijzingen of ver
dere opschriften. Er liggen een aantal van die
moderne snuisterijen in verspreid, welke in
kleur en vorm aan amuletten doen denken.
De toon wordt aangegeven door eenige groote
bokalen met zacht gekleurde, geheimzinnige
vloeistoffen, wier rangschikking van een goe
den smaak getuigt.
Vanwege de plechtigheid der opening, die
met het oog op Colette's bekendheid drie da
gen duren zal, herinnert het interieur meer
aan een bloemenhandel dan aan een schoon
heids-instituut. In een hoek bloeit een waar
bosch van rozen. Op een laag tafeltje prijken
wat orchideeën, Hortensia's, cyclamen en an
jers overheerschen. Een paar exotische poppen
voltooien het geheel.
De wanden zijn met een witte, glanzende stof
bedekt. De stoelen zijn van metaal. Grillige
witte standaards en kastjes dragen de fles-
schen en de fleschjes, de flacons, de doosjes, de
potjes en de tuben.
Wat die allemaal bevatten? De benoodigd-
heden voor de maquillage: crème, zalf, poeder
in alle kleuren van hard-geel tot zonnebad toe,
toiletwateren met namen als Hopla, Engelen
huid, Abrikozenkleur; dat het in het Neder-
landsch nogal nuchter klinkt, kan Colette
evenmin helpen als wij.
Een lippenstift, welke overdag dient te wor
den aangewend, draagt den naam van Gesto
len Kersen, Cérises volées; een dito instrument
voor 's avonds heet Groote Tralala. Voorts is
het blauw dat des avonds diepte geven moet
aan de oogen der vrouw, Bleu-Orage gedoopt:
onweersblauw, met een klaarblijkelijke zinspe
ling, waarschijnlijk op de rampen welke dit
fraais geroepen is, in een of ander argeloos
mannenhart te veroorzaken.
Colette met haar weerspannige haren en
puntigen neus staat tusschen een groepje da
mes van alle leeftijden. Zij is in het zwart
gekleed, draagt een roode sjaal en de rozet
van het Legioen van Eer prijkt op haar borst.
Zwart en rood zijn de kleuren welke zij voor
haar instituut gekozen heeft en die men overal
terug vindt, tot op de étuis en de etiketten
harer fleschjes en potjes. Er is. niets te koop
dat niet de handteekening draagt welke zij
er zelf op gezet heeft.
Een aantal jeugdige bewonderaarsters die
zreer door haar naam worden aangetrokken dan
door haar zalijes, een paar dames van middel
baren leeftijd en talrijke meer bejaarde vrouwen
die zich aan haar vastklampen als aan een
nieuwe, laatste hoop, verdringen zich om Co-
lette, die met passenden ernst haar raadgevin
gen uitdeelt.
„Alles wat ik zeg," vertelt ze, „is de vrucht
eener langdurige ervaring. Geen enkele im
provisatie in mijn nieuwe bezigheid. Reeds als
kind gebruikte ik „eau de coing" en ik her
inner my met hoeveel geduld mijn moeder
mq het gebruik leerde van een crème, die men
in papier smelten moest boven de vlam van
een kaars, natuuriyk, zonder het papier te ver
branden."
Colette gaat voort romans te schrijven. Haar
laatste boek „Les Plaisirs" was nog niet ver
schenen, toen ze reeds met het volgende begon
dat binnenkort het licht gaat zien onder den
titel „Le Chien de Pique". Zij maakt een pe
riode door van grooten werklust. Het lichaam
is eenigszins vermoeid, maar de geest onrusti
ger dan ooit.
Gaat haar schoonheids-instituut misschien
nog een letterkundige school worden? Al staat
dit dan niet uitdrukkelijk vermeld, stilzwijgend
zal Colette het er toch met zichzelve over eens
zijn dat haar zorgen uitsluitend gewijd moe
ten worden aan de dochteren van Eva. Toch
toonde ze zich niet overmatigd verrast toen een
harer eerste klanten een man bleek te zijn. Be
greep ze dadelijk dat het een journalist was?
,,U wenscht?" vroeg ze koel.
„Een afdoend middel tegen het glimmen van
mijn neus."
„Dan kan ik u dit aanraden," antwoordde
ze zonder enthousiasme.
Ze haalde een potje witte crème te voorschijn
en voor onze ambtsbroeder wist wat hem over
kwam, bedekte een witte brij het sieraad van
zijn gelaat. Aan den buitenkant bleek dit hevig
te branden, inwendig veroorzaakte het een on
draaglijke jeuk, en de mededeeling dat hij zoo
een kwartier moest blijven zitten, dreef het
zWeet der benauwdheid door zijn poriën.
„U denkt natuurlijk dat ik uit ijdelheid hier
heen gekomen ben," vroeg hij, zcoal niet om
Colette uit haar koele gereserveerdheid te lok
ken, dan toch om den tijd te korten.
„Misschien. Is dat niet zoo?"
„Neen, ik ben journalist."
„Heel onverstandig van u om dat te vertel
len. Nu komen mijn auteursrechten er bij en
betaalt u dubbel tarief."
„Alle eerbied voor uw auteursrechten. Maar
mijn journalisten-rechten?"
„Een interview!"
„Soit."
„Wat denkt u van de moderne vrouw?"
„Zij heeft de natuurlijkheid van haar moeder
en grootmoeder verloren. Daarvoor echter kreeg
zc meer smaak, meer kunst in de plaats. Jam
mer dat er zoo veel naaperij bestaat. Onze
meisjes herinneren aan de zoogenaamde artis
tieke potjes en pannetjes die sommige fabrieken
bij duizenden te gelijk fabriceeren. Schoonheid
zonder persoonlijkheid is ondenkbaar."
„Weet u dat vele uwer bewonderaars de
keuze welke u gedaan heeft, beneden uw waar
digheid van schrüfster achten?"
„ga m'amuse!"
Voor Colette haar litteraire loopbaan begon,
slaagde ze als onderwijzeres, als figurant en als
tooneelspeelster. Haar roem als schrijfster
maakt het welslagen van haar schoonheids
instituut minstens waarschünlijk. En zou dit
welslagen er niet toe kunnen bijdragen haar
roem nog eens te bevestigen?
Zaken zijn zaken. En in tegenstelling met het
overgroote deel harer mannelijke en vrouwelijke
collega's die elke verdenking van koopman
schap verontwaardigd van zich af zouden
schudden, heeft Colette getoond dat zij dit
Amerikaansche spreekwoord kent en aanneemt.
JAN HOEK.
Al die ontwikkelingsclubs dienen voor niets.
Want wie in zijn jeugd een domoor was zal ook
op zijn ouden dag niet verstandiger worüden.
Dat weet ik uit ervraing.
HUIZEN, 286 M. 8.30 K. R. O. morgenwij
ding door kapelaan W. Bosch: „Wandelen in
het Licht" N. C. R. V. 9.30 gewijde muziek
10.20 Kerkdienst uit de Oude Kerk der Evang.
Luth. Gemeente aan het Spui te Amsterdam
K. R. O. 12.15 Het Con Brio Sextet 1.25
Mr. Dr. F. A. Bijvoet: „Het Standpunt der we-
reldiyke Overheid tegenover anti-Godsdienstige
uitingen 1.45 Jhr. Dr. J. L. A. A. M. van
Rijckevorsel. „Het Mariabeeld je in de St. Igna-
tiuskerk" 2.00 gramofoonmuziek 2.10 Boe
ken en schrijvers; L. v. d. Broeke: „De kleine
misdaad" door Joh. Luger 2.30 Het Amster-
damsch a Capellakoor „Bel Canto o.l.v. Alphons
Vranken 4.00 ziekenlof uit Bloemendaal
N. C. R. V. 5.00 gewqde muziek 5.20 kerk
dienst uit de Geref. Kerk te Groningen
K. R. O. 7.45 Pater Dr. D. van der Haar O. F.
M.: „Het cacramenteele in 't Katholicisme"
8.10 Voetbaluitslagen van de R. K. F. 8.15
K. R. O.-orkest o. 1. v. Johan Gerritsen 8.45
„Klaas Breugnon" van Romain Rolland; De
clamatie door Louis Saalborn 9.00 K. R. O.-
orkest 10.05 Samenspraak tusschen Egmont
en Oranje uit Goethe's „Egmont", door Louis
Saalborn 10.25 K. R. O.-orkest 10.40 Epi
loog door het Klein Koor o. 1. v. Jos. H. Pick-
kers.
HILVERSUM, 1875 M. 8.15 V. A. R. A. li
chaamsoefeningen 9.00 Postduivenberichten
en Voetbalmededeelingen 9.05 Tuinbouwhalf-
uurtje S. S. Lantinga: „Nateelt van Groenten"
9.30 gramofoonmuziek 10.20 orgelspel door
Johan Jong A. V. R. O. 12.00 Het Schwarz-
wald door Hans Hesse 12.30 Kovacs Lajos en
zijn orkest m. m. v. Lotte Fernandez, zang;
tusschenspel van gramofoonmuziek 2.00 Boe-
kenhalf uurtje; Jan H. Eekhout spreekt
over: „De nieuwe weg" 2.30 pianorecital
3.00 Radiotooneel-studio-opvoering van „Een
zomerzotheid" in zes tafereelen o. 1. v. Julia de
Gruyter 4.30 gramofoonmuziek; Sportuitsla
gen van het Persbureau Vaz Dias. V. A. R. A.
5.00 Dilettantenuurtje A. V. R. O. 8.00 Tijd
sein en Nieuws- en Sportberichten van het Pers
bureau Vaz Dias 8.15 Aansluiting met het
Kurhaus te Scheveningen. Het Residentie-orkest
o. 1. v. Albert van Raalte. Solist: Fred. Lamond,
piano 9.15 Onbekend 9.45 Het Omroep
orkest o. 1. v. Nico Treep. Solisten: Gretha
WeynschenkHogenbirk, sopraan; Carl Heinz,
tenor 11.30 gramofoonmuziek.
BRUSSEL, 509 M. 5.30 populair concert
door het Radio-orkest o.l.v. Franz André; 6.20
gramofoonmuziek; 6.50 vioolrecital; 7.20 gra
mofoonmuziek; 11,00 concert uit dé zaal „Mem-
linc" te Antwerpen.
KALUNDBORG, 1153 M. 4.20 concert door
het Harmonieorkest o. 1. v. F. Hemme; 10.20
Omroeporkest o. 1. v. Walther Meyer-Radon;
11.10 moderne dansmuziek.
BERLIJN, 418 M. 12.30 concert o. 1. v. Ber-
thold Goldschmidt; 2.50 pianorecital; 3.40 man-
dolinemuziek; 6.05 kamermuziek; 7.20 concert
door het Omroeporkest 0. 1. v. Bruno Seidler
Winkler.
HAMBURG, 372 M. 4.50 populair concert
door het Mandoline- en Guitaar-orkest „Frisch
voran" o. 1. v. Walter Schuchardt; 6.50 concert;
8.20 concert door het Noragorkest o. 1. v. Adolf
Seeker; 10.50 dansmuziek uit „Boccaccio"; 11.30
dansmuziek uit „Atlantic" te Bremen.
KÖNIGS WUSTERH AU SEN, 1635 M. 12.30
concert; 6.05 populair concert.
LANGENBERG, 472 M. 1.20 concert o.l.v.
Eysoldt; 4.50 vesperconcert o.l.v. Wolf; 8.20 Uit
het Operahaus te Keulen „Othello"-opera in
vier bedrijven van Verdi; 11.00 concert o.l.v.
Wolf.
DAVENTRY, 1554 M. 1.20 Het Commodore
Grand orkest o.l.v. Joseph Muscant; 2.35 gra
mofoonmuziek; 4.35 BBC-orkest o.l.v. Stanford
Robinson; 9.25 Albert Sandler en zijn orkest;
10.50 epiloog.
PARIJS (Eiffel) 1446 M. 1.45 concert o.l.v.
Ed. Flament; 8.50 gramofoonmuziek.
PARIJS R., 1725 M. 8.05 gramofoonmuziek,
12.40 gewijde muziek; 1.20 gramofoonmuziek;
6.20 idem; 7.05 concert; 8.20 concert; 9.50 dans
muziek.
MILAAN, 331 M. 7.50 gramofoonmuziek;
8.50 „Poliuto", opera in drie bedrijven van Do
nizetti.
ROME, 441 M. 9.05 „Don GU dalle calze
verdi", operette in drie actes.
WEENEN, 517 M. 8.00 Concert door het
Tautenhayn-kwartet; 10.35 Dansmuziek, door
het Adolf Causcher-orkest.
WARSCHAU, 1411 M. 5.20 Concert door het
Omroeporkest; 6.40 Populair concert; 8.20 idem;
10.25 Dansmuziek.
BEROMÜNSTER, 460 M. 8.20 Couperin-
concert; 10.05 Concert, door het Omroeporkest
o. 1. v. Heeman Hofman.
HUIZEN, 296 M. NCRV. 8.00 Schriftlezing
en morgenconcert. 10.30 korte ziekendienst door
Ds. A. C. Diederiks. 11.00 Lezen van Chr. Lec
tuur door mej. J. C. M. Doyen: „Een blanke
vrouw onder de Kannibalen". 11.30 Gramofoon
muziek. 12.00 Politieberichten. 12.30 Orgelcon
cert door Jan Zwart. 2.00 Gramofoonmuziek.
3.15 Cursus knippen en naaien. 3.30 Cursus
stofversieren en hoedjes maken. 3.45 verzorging
van den zender. 4.00 Ziekenuurtje. 5.00 Concert.
6.30 Vragenuurtje. 7.30 Politieber. 7.45 Pers
berichten van het Ned. Chr. Persbureau. 8.00
Concert door de Wognummers o.l.v. D. Saai
Wzn., m.m.v. solisten. 9.00 Ds. J. D. Boerkool:
,,Een tempel der kunst". 9.30 Vervolgconcert.
10.20 Persbureau Vaz Dias. 10.30 Gramofoon
muziek.
npnwuiu
Niet alle dagen vindt men iets,
Dat zooveel zwaarder weegt dan niets,
En dat men rustig liggen laat,
Ofschoon de vondst ter harte gaat.
't Is geen gewoonte en geen plicht
Te laten liggen wat er ligt.
Want wat men vindt, dat brengt men
aan,
Eerst dan is aan de wet voldaan.
Maar toen in Heerlen, onverwacht,
Men deze vondst aan 't daglicht
bracht,
Toen was slechts wat de vinder zei:
Een reuze-kanjer van een kei!
Hij liet hem liggen waar hij lag,
Hij ligt er nog op dezen dag.
I Ook in de toekomst wordt allicht
De kei gelaten waar hij ligt!
I De kei is eenig in zijn soort
En meer dan tweemaal Amersfoort!
Maar wat men vindt, 't zij groot of
klein,
Dat moet toch ook verloren zijn?
En daarom vraagt men algemeen
Wie legde hier dien eersten steen?
Als dit de steen der wijzen is,
Dan is hij van beteekenis.
Intusschen blijft dit kei-gevaart
Voor 't komend nageslacht bewaard.
En als inscriptie lijkt niet kwaad,
Als men er in graveeren gaat:
De tijd, waarop de kei verscheen,
Was even hard als deze steen!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
iiiiininiiiiiiniiniiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiniiiiiiiniiiiuiiiiiiiiii
HILVERSUM, 1875 M. AVRO. 8.00 Tijdsein
en Gramofo:nmuziek. 10.01 Morgenwyding.
10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Mevr. M. Meu
nierNagtegaal leest voor „De Pul" van Luigi
Pirandello. 11.00 Orgelconcert door George Ro
bert en Helene Cals, sopraan. 12.00 Tijdsein en
AVRO Kleinorkest o.l.v. Nico Treep, intermezzo
Gramofoonmuziek. 2.15 Rustpoos voor het ver
zorgen van den zender. 2.30 Causerie door Max
Tak. Mozart's Jeugd. 3.30 Aansluiting met het
restaurant Royal te Arnhem. Concert door het
ensemble Pali. 4.30 Kinderuur door Rie Beyer.
5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. 7.00 Boeken
halfuur Johannes Reddingius spreekt over
„Weerklank" van Gabriel Smit. 7.30 Kamer
muziek door het trio F. Hellmann, H. Bosmans
en Henk van Wezel. 8.00 Tijdsein en AVRO-
Kamerorkest m.m.v. Alb. de Booy, zang; Jos.
Goettlicher, o.l.v. Louis Schmidt. 10.00 Nieuws
berichten en koersen van Vaz Dias. 10.10 Gra
mofoonmuziek. 11.00 Aansluiting met „De Ver-
eeniging" te Nijmegen. Dansmuziek.
BRUSSEL, 5.09 M. 5.20 Concert door het
omroeporkest o.l.v. Arthur Meulemans 6.20
Gramofoonmuziek 6.50 Idem 8.20 Concert
door het omroeporkest oJ.v. Arthur Meulemans
11.00 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1153 M. Gramofoonmu
ziek 8.20 Weensche Operettemuziek door het
omroeporkest o.l.v. Walther Meier Redon
10.50 Negerliederen en Gramofoonmuziek.
BERLIJN, 4.19 M. 4.50 concert 6.50 idem
9.30 Kamermuziek, o.a. sonaten van Bach.
HAMBURG, 372 M. 1.35 Gramofoonmuziek
2.30 Idem 4.50 Concert door het omroep
orkest van Breslau o.l.v. Franz Marszalek
6.15 Concert,
KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 2.20
Gramofoonmuziek. 4.30 Concert.
LANGENBERG, 472 M. 1.20 Concert o.l.v.
Vertelt u maar rustig, zei Tuppins.
Dat was een beetje teveel gevergd. Men mag
van een winkelier, bij wien men in den gepas-
seerden nacht een ruit heeft ingeslagen en een
geldkistje met 900 gulden heeft ontvreemd, niet
verlangen, dat hij zeer rustig is.
De kruidenier Berger scheen echter de op
merking van Tuppins niet gehoord te hebben.
Kr is verder niets te vertellen, zei hij. Een
vent heeft een ruit stukgeslagen en het kistje
gepakt. Er zat 900 gulden in, om precies te zyn
886 gulden en 54 cent.
De politiebegon Tuppins.
De politie weet er niets van, stoof de krui
denier op. En ik ben niet van plan het te ver
tellen ook. Ik heb nooit iets met de politie te
maken willen hebben en nu ook niet.
Juist, begreep Tuppins. Het beste is, dat
ik even met u meega.
Op de plaats van het misdrijf gekomen, deed
hij uiterst gewichtig.
Hij liet zich op één knie zakken, haalde een
vergrootglas te voorschijn en inspecteerde den
winkel. Af en toe slaakte hy een gedempte
U zult opmerken, dat ik misschien één of
meer keeren met mijn linkerschouder schok,
zei Tuppins. Dat is een onwillekeurige beweging,
die ik maak, wanneer ik iets bijzonders ont-
Werkelijk gebeurde het twee keer, dat de
tective Tuppins (van het particuliere informa
tiebureau Tuppins en Zoon) opvallend schou-
derschokte. Na een half uur ingespannen ar
beid stond hij op.
Kn? vroeg de kruidenier nieuwsgierig.
Het gaat prachtig, verklaarde Tuppins. In
mijn gedachten heb ik het portret van den da
der al gereed. Het is scherper dan de beste
Kodak het maken kan.
Hij leunde tegen de toonbank.
Om te beginnen, zei Tuppins, is het een
lange, magere man geweest, die voor de eer
ste maal van zijn leven zich aan inbraak schul
dig maakte. Hij is oorspronkelijk van goede
familie. Hy draagt bruine schoenen en is een
hartstochtelijk rooker. Bovendien is het vrij
zeker, dat. hij geen sterk gestel bezit, een hart
kwaal heeft en gauw last van hoofdpijn.
Allemachtig, zei winkelier Berger. Hoe
Eysoldt. 5.20 Vesperconcert o.l.v. Wolf 10.40
Concert o.l.v. Eysoldt.
DAVENTRY 1554 M. 12.20 concert 1.05
concert 2.20 gramofoonmuziek 4.20 concert.
PARIJS (EIFFEL) 1446 M. 9.55 concert.
PARIJS R. 1725 M. 12.20 gramofoonmuziek
7.50 idem 9.50 Gramofoonmuziek.
8.50 Orkest-concert.
MILAAN 331 M. 8.20 Gramofoonmuziek
ROME 441 M. 8.20 Tijdsein en gramofoon
muziek 9.05 Populaire muziek m.m.v. Orkest
en solisten.
WEENEN 517 M. Cello-recital door
Raphael Lanes 10.35 Dansmuziek door de
Charly Gaudriot-Jazzkapel m.m.v. Dario Medi
na, zang.
WARSCHAU 1412 M. 5.20 Populair con
cert o.l.v. Adam Stromberg 6.40 Populaire-
en dansmuziek oJ.v. Max Raczka 8.20 uit
zending ter gelegenheid van het N.-Ameri-
kaansch feest 11.20 Dansmuziek.
BEROMÜNSTER 460 M. 8.20 ..Die zehnte
Frau", één-acter van Felix Moeschlin 10.05
concert d. h. omroeporkest o.l.v. H. Hofmann.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DÉN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
weet u dat in 's hemelsnaam? U hebt den man
niet eens gezien.
Tja, glimlachte Tuppins, dat is nou het
geheim van den smid, hè?
De deurbel rinkelde. Een inspecteur van po
litie kwam binnen en nam den winkelier ter
zijde.
Ik heb gehoord, dat hier is ingebroken. Is
dat zoo?
Ja, ja, zei winkelier Berger. En hy begon
zijn verhaal.
Detective Tuppins knipoogde tegen den win
kelier.
Als u de boodschappen bij elkaar wilt pak
ken kom ik ze dadelijk halen, merkte hij luch
tig op. Hij verliet den winkel en zocht een
café op.
Het was er aardig druk. aUe tafeltjes waren
bezet. Tuppins koos een plaatsje aan een ta
feltje, waar alleen een gemoedelijke dikke man
zat met een glas cognac voor zich. Hij voelde
zich in staat alle mysteries ter wereld zonder
moeite op te lossen. Binnen tien minuten was
hij in gesprek met zyn welgedanen buurman,
wien hij mededeelde, dat hy Tuppins was, de
bekende Tuppins van het opsporingsbureau.
De dikke man knikte beleefd.
Ik ben Breetman, de bekende Breetman,
die in manufacturen reist, vertelde hij welwil
lend.
Ik zal u eens wat zeggen, zei Tuppins, ter
wijl hij den heer Breetman van top tot teen
aankeek. U bent geen dief en u zult er nooit
een worden ook.
Kijkt u eens naar mijn handen, vroeg de
reiziger, als u daar een stomp mee krygt, komt
het aan, dat verzeker ik u.
U begrijpt me verkeerd, zei Tuppins haas
tig. Ik zou het niet in mijn hoofd halen u te
beleedigen. Ik wou alleen maar zeggen, dat myn
ervaring, mijn intuïtie me zegt, dat u voorbe
stemd bent steeds een eerlijk mensch te blij
ven. Het is juist zoo werkwaardig, dat ik een
man zoek, die in alle opzichten met u con
trasteert. Het beeld van dien man heb ik mij
gevormd na een verblijf van een half uur in
een kruidenierswinkel.
Zoo, zei meneer Breetman.
Ik zal u vertellen hoe ik weet hoe myn
man eruit ziet, verklaarde Tuppins. Hij was
mager, want dikke menschen krijgen het niet
in hun hoofd om in te breken. Hy was lang,
daar het geldkistje op de bovenste plank van
de kast stond. Al is het natuuriyk mogelijk, dat
hy op een stoel ging staan. Zonder twijfel was
het iemand van goede familie, daar hy ten
eerste dure sigaretten rookte en verder de si-
garettenstompjes zorgvuldig op den vloer uit
doofde. Ik vond drie restanten, dus het moet
een hartstochtelyk rooker zijn. 't Feit van 'n
stukje bruine veter bewijst dat de man bruine
schoenen droeg. Tenslotte bleef in de kast
een kruik Bols onaangeroerd, terwijl daaren
tegen de tube asperine geopend lag. De man
heeft dus een hartkwaal en veel last van hoofd-
pijn.
U bent een geweldig speurder, zei Tuppins
buurman bewonderend. Het is maar gelukkig
dat ik dik ben, dat ik absoluut nooit rook en
evenmin bruine schoenen draag! Anders zoudt
u me bepaald arresteeren.
De deur ging open. Wederom zag Tuppins
den inspecteur, dien hij ook bij winkelier Ber
ger had ontmoet. Hy kwam regelrecht op zijn
tafeltje toe, gevolgd door twee agenten.
Arresteer dien man, zei hij wijzend op
Tuppins' welgedanen buurman.
We hebben alle bewijzen, dat die inbraak
in dien kruidenierswinkel jouw werk is, ver
volgde de inspecteur.
En naar Tuppins kijkend, ging hij voort:
Neem dien kerel ook maar mee, het schijnt
een vriend van Goocheme Gerard te zijn, veel a
bijzonders kan het dus niet wezen.
(Nadruk verboden)
„Vandaag geen school,vertelde Pietje de Ble aan zijn kameraadjes,
maar niemand gelooide hem. „Je zult het zelf zien," begon Pietje
opnieuw en hij zette het masker op zijn hoofd tot pret van al de
bengels. Toen gingen ze allemaal op de loer liggen en zoodra de
onderwijzeressen kwamen en Pietje met zijn masker op zagen staan,
gilden ze het uit en liepen hard weg. „Zie je wel," riep Pietje uit.
De ondeugende bengels gingen nu allerlei streken uithalen, waara -1
Pietje vooral het grootste aandeel had. Pietje belde bij verschillende
korven aan en als er dan Iemand open deed, stak le zijn hop
binnen de deur en liet de verschrikte bijenmoeders aan hun noodlot
over. Het werd tijd, dat de politie de orde weer eens kwam herstellen.
IIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIÜIIIIIIIIHIIIIII
J II f ,f riit blad ziin Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 9/)/}/) by levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7C/I bij een ongeval met f 9 Cfk bij verlies van een hand 1 9C bij verlies van een f Cf) bij een breuk van f Af) m
AllC QUOTIIIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeericgen öUUUm - verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen I öU,m doodelijken afloop T OU* een voet of een oog T160» duim of wijsvinger OU, been of arm Tl/. anderen vinger
flïïlülff
20
Hij boog zich diep en volgde zijn tante, die
hem naar de tram uitgeleide deed.
Geloof nu maar niet, dat Marie-Claire
inbreuk op mijn rechten als meesteres des
huizes maakt, zei ze eensklaps, zonder dat
voor deze woorden eenige reden scheen te be
staan. Ze heeft veel tact, en daardoor juist
begrijpt ze mijn verlangen haar als vriendin,
als deelgenoote te behandelen.
Ze schijnt met in het geheel niet bemoei
ziek, zei Elzéar verwonderd.
Zy behartigt mijn zaken, maar doet niets
zonder mij te raadplegen.
Zy moet wel aangenaam gezelschap voor
u zijn, sprak hij onverschillig. Nu, tot morgen,
tante Valérie, dan kom ik dineeren.
Misschien heeft de post dan wel een brief
Uit Buenos-Ayres gebracht, zei ze bedrukt. Het
is de dag.
Ook hij zuchtte.
Misschien, die droevige brieven; ik ducht
ze en verlang er naar.
De tram zou afrijden. Hij drukte nog eens
hartelijk de hand van zijn tante, die lang
zaam en peinzend den terugweg naar het Rozen-
Kasteel aannam.
XIX.
In den hof stond een kleine wagen inge
spannen en Marie-Claire bewaakte de oplading
der bloemenmanden, die een jonge knecht naar
het station zou brengen.
De zomer zal u weldra wat meer vryen
tyd gunnen, meisje lief, zei juffrouw d'Al-
brègue, toen ze stil hield om naar de groote
stapels kleurige manden te kijken.
't Mocht wat, zei het knechtje gemeen,
zaam. Dan komen de vruchten, en op de markt
te Toulon koopen ze bloemen, het heele jaar
door.
Dan steeg hij op en zette het paard met een
tikje van de zweep aan.
En dan blijven nog de rouwkransen, want
dat werk staat evenmin stil als de dood zelf,
voegde juffrouw d'Albrègue erbij, terwijl ze de
stoep opging.
Peinzend bleef ze op op het terras verwijlen
en wendde zich dan eensklaps tot Marie-
Claire, die bezig was haar natte handschoenen
uit te trekken.
Elzéar wordt onze gast, zei ze kort af.
Zoolang de Redoutable te Toulon blijft, komt
hij dagelijks hier dineeren.
Dat zal aangenaam voor u zyn, ant
woordde het meisje beleefd.
Juffrouw d'Albrègue begon het terras op
en neer te wandelen.
Het is veel te mooi hier, om in huis te
gaan, sprak ze. O, het zou heel aangenaam
zyn, als ik niet wist, dat de arme jongen te
Toulon nog ongelukkiger is, dan waar ook.
Marie-Claire vroeg zich af, wat ze hierop
kon antwoorden, en of er wel een antwoord
verwacht werd.
Na eenig zwijgen hiernam de oude dame:
Hy gaat gebukt onder bittere zorgen.
Maar uw genegenheid kan die voor hem
verzachten; zei het meisje op goed geluk af.
Neen, was het korte antwoord.
Dan scheen juffrouw d'Albrègue een besluit
te nemen, en op beslisten toon, al trilde ook
haar stem ietwat, ging zij voort:
Het is beter, dat ik eens over hem met
u praat, daar u hem zoo dikwijls zult zien.
Trouwens, iedereen hier, kent zyn geschiede
nis, en op een goeden dag zoudt u er toch van
hooren
Terwijl ze sprak keek ze het meisje maar
zelden aan, doch blikte stijf naar een verwy-
derd punt, daar ginds in de bloeiende velden.
Vooreerst heeft hy zyn moeder verloren,
toen hy nog een kind was. Zyn vader was 'n
Proven?aalsch dichter het spijt mij, dat u
onze landstaal niet verstaat hy had meer
talent voor de dichtkunst dan voor zaken. Op
een goeden dag kwam hy tot het bewustzijn,
dat zijn klein fortuin in zijn vingers weg
smolt, en juist in dien tijd bood een verleider
hem aan millionnair te worden. Hij bezat al
de goedgeloovigheid van rechtschapen harten
en zyn verbeeldingskracht deed het overige.
Zonder eenige kennis van geldzaken, zonder
iemands raad in te winnen, nam hy aandeelen
in een goudmijn. Dat was in die dagen het
groote stokpaardje en heeft in ons land heel
wat fortuinen verslonden en elders ook wel,
mag ik onderstellen. En zonder goed begrepen
te hebben welke verantwoordelijkheid deze
titel van aandeelhouder voor hem meebracht,
was hy niet alleen totaal geruineerd, doch bleef
nig veel meer schuldig, dan hij ooit bezeten
had. Al zyn familiegoed werd natuuriyk ver
kocht, zijn huisraad, alles, wat hij 't zijne kon
noemen. Hy had een vrouw getrouwd met een
zeer gering fortuin, wier gelukkig onaantast
bare bruidsschat echter nauwelijks voldoende
was om zyn zoon op te voeden. Bovendien
heeft Elzéar van dit geld afstand gedaan, zoo.
dra hij het recht had daarover te beschikken.
Mijn arme vriend, die een der beroemdste na
men van dit land droeg, kon niet leven tus
schen hen, die hem gekend hadden. Insolvent
verklaard en onteerd, vertrok hij naar Amerika,
het droombeeld der ongelukkigen, waar hy vast
geloofde een nieuw fortuin te zullen bemach
tigen, of ten minste hen te ontvluchten, wien
hy niet meer onder de oogen durfde komen.
Dat is nu dertien jaar geleden, en hy is nog
niet teruggekeerd.
De stem der oude dam, die langzamerhand
vrzwakt was, werd opeens weer flink, en thans
Marie-Claire aanziende, ging ze voort.
Hy heeft geen fortuin gemaakt, verre
van daar, maar hij heeft een betrekking ge
vonden, hy leeft, en elk jaar ontvangen zyn
schuldeischers een sommetje, dat druppelsge
wijze den put tracht te dempen. Oordeel nu
zelf hoe ongelukkig hij is.
Levendige sympathie blonk uit Marie.
Claire's oogen, doch eer ze spreken kin, bracht
juffrouw d'Albrègue de hand aan het voor
hoofd en hernam:
Maar ik wilde met u over Elzéar spreken.
Hij kende den toestand van zijn vader, lang
vóór hy een man was. Nog kind zijnde leed
hij reeds de smart zyn naam bezoedeld te zien,
en dit viel hem in deze streken dubbel zwaar.
Naaste bloedverwanten bezat hy niet, ik ben
zijn eenige steun geweest, en u kunt zelf be.
oordeelen, of ik in staat ben, een jonge ziel het
deel in de vroolijkheid te geven, waaraan zy
zulk een behoefte heeft.
U hebt hem ten minste zijn deel van uw
genegenheid geschonken, zei het meisje zacht
jes; en ik weet, by ondervinding, welk een
steun u kunt zyn.
Van zyn prille jeugd af, vervolgde de
oude juffrouw, stond zijn roeping vast: terwijl
al zijn voorvaderen zeelieden of soldaten ge
weest waren, wilde hij geneesheer worden. De
langdurige en kostbare studie daarvoor ver.
eischt ging ver boven onze middelen, ook al
had hij mijn hulp willen aanvaarden. Toch kon
hy de gewenschte loopbaan volgen, dank zij de
voordeelen, die de marine-geneeskunde, een
rijkszaak aanbiedt. En een lichtpunt blinkt in
de verte: hy kan bekwaam chirurg worden,
geld verdienen, zijn vader eindelijk verlossen.
Dat is waajrlijk schoon! zei Marie-Claire
bewogen.
Ja, myn kind, maar het schoone is vaak
zoo smartelijk, 't Zal heel lang duren, eer hy
zijn doel bereiken kan. Nog vijf of zes jaren
moet hij den Staat dienen, eer hy zyn eigen
meester is. Hij spaart op zijn soldij, ram naar
zijn vader te kunnen gaan. Want hij zal wel
naar het buitenland moeten gaan om den ver.
loesingsprijs spoediger te kunnen verdienen.
Is eenmaal de schuld gedelgd, hun naam van
elke vlek schoon gewasschen, dan zijn voor hem
de jaren der jeugd voorbij, en daarmee de
jaren van hoop en levensdroomen. Als hy ooit
een gezin sticht, zal hij eerst na langen tyd
zyn, op rijpen leeftijd, zonder de bekoorlijkheid
der jeugd, die nooit terugkeert. De bloemen
des levens zijn dan dood en verdord.
Zwijgend liep ze op en neer. Haar tred was
even vast als altijd, terwijl zij dit treurig ver
haal deed. Dan bleef ze staan en keek het
meisje opnieuw aan, thans met die scherpe,
doordringende oogen, welke haar woorden als
onderstreepten.
En ik, die hem zoo innig liefheb, ik moet
wel buigen voor zijn mannelijke besluit, dat
geen afwijking duldt; ik moet hem zeggen:
„Je hebt gelijk; men bouwt geen huiselijken
haard op schulden, men geeft zijn kinderen
niet een naam, die te veel glans heeft gehad om
een schaduw te kunnen verdragen. Je kinder,
plicht is nu eenmaal den ongelukkigen terug te
brengen, die gezworen heeft slechts als vrij
man te zullen wederkeeren."
.(Wordt vervolgd)