LEEKEPREEKEN
Prikkeldraad
KRISIS EN BELASTING
MOEDER EN.
GEEN KIND!
1
Poppenkast
Heffing in eens
onmogelijk
ZATERDAG 2 JULI
DE H. VADER SPREEKT TOT DE WERELD
WEER VOOR ZONDAG
Opnieuw droog en warm
Een terecht geweigerde stand
v;
sT} Jillv
Halsmisdaad
Z. H. Paus Pius XI zegent voor de microfoon de pelgrims naar het
Eucharistisch Congres te Dublin en met hen de geheele wereld.
KON. PETROLEUM MIJ.
DE TOESTAND VAN ONS LAND
Minister Ruys voor de microfoon
Audiëntie
ZENDTIJDRUIL
Tusschen A.V.R.O. en V.P.R.O.
voorloopig toegestaan
IR. D. DE JONGH NAAR
NAAR HOLLAND
Besprekingen over de tinbelangen
van het Gouvernement
EEN GEVAARLIJKE LEUZE
VOLKSGEZONDHEID
Mr. L. Lietaert Peerbolte 12^2 jaar
d irecteur-generaal
Officieele huldiging
Rede dr. Josephus Jitta
446
EIGEN CULTUUR
Hebben wij in voorgaande beschouwingen
het socialisme en het ongemerkt doordrin
gen van den socialistischen geest, ook op
het christelijke erf, genoemd het stempel,
dat op onze tijdsperiode gedrukt staat, het
zou onvruchtbaar zijn het bij deze aanwij
zing te laten. Niet alleen negatief, door
afwijzing, veroordeeling en signaleering
moeten wij het socialisme als een der erg
ste kwalen van onzen tijd bestrijden, wij
moeten er positief onze eigen levensbe
schouwing en een eigen practijk tegenover
stellen.
Ziedaar een uiterst moeilijke taak! De
gemakkelijke methode der socialisten moet
principieel vermeden worden. Het is heel
eenvoudig en uit propagandistisch oogpunt
ook heel dankbaar, om al het bestaande
te veroordeelen en aan de massa een nieu
wen heilstaat met mooie woorden voor te
tooveren. Wanneer men daarbij geen reke
ning houdt met Gods wetten van recht
vaardigheid en naastenliefde, wanneer men
evenmin rekening houdt met de mensche-
lijke natuur en de ongelijkheid in de schep
ping, dan is het vrij gemakkelijk op papier
een maatschappelijk systeem te ontwerpen,
dat de massa bekoort, omdat ze er mee
gevleid wordt. In de practijk komen ech
ter al deze proefnemingen op mislukkingen
uit en alleen door het verblinde en opge
hitste volk te suggereeren, dat ook deze
mislukkingen weer de schuld zijn van het
bestaande maatschappelijk stelsel is het
socialisme, ondanks zijn gruwelijke conse
quenties in Rusland, in staat zijn crediet
op te houden.
Een eigen, christelijke maatschappij ech
ter, welke wel degelijk met al het boven
opgesomde heeft rekening te houden, staat
voor ontzaglijke moeilijkheden, zeker in een
tijd van overgang als waarin wij thans
verkeeren. Maar deze zware tijd schept ook
groote mogelijkheden en een echt christen
moet met blijmoedigheid aan een betere
toekomst bouwen. Dit nu is in zekeren zin
ons geluk, dat wij uit een periode van hoog
conjunctuur, waarin het materialisme van
hoog tot laag heeft aangegrepen, naar be
neden zijn gegaan en langs een smallen en
slecht begaanbaren weg verder moeten.
Uit het verleden, uit den glorieusen strijd
voor de vrijheid van het bijzonder onder
wijs, wordt verhaald, dat de christelijke
onderwijzers, ondanks salarissen, die nau
welijks voldoende waren om het meest
sobere leven te onderhouden, de pioniers
waren op ieder gebied van openbaar katho
liek leven. Men vocht voor een ideaal en
had daarvoor wat over. Dat ideaal lag in
de verte; was op de eerste plaats een gees
telijk en eerst op de tweede plaats een
stoffelijk goed. Daarom was de strijd zoo
nobel eri werd hij met zulk een taaiheid
gevoerd. Onze fout is, dat wij aan ons
ideaal van een betere maatschappij niet
voldoende perspectief geven. Wij willen niet
bouwen, steen voor steen, aan een beter
huis, waarin wij misschien zelf, maar
zeker onze kinderen zullen wonen. Wij
willen het nieuwe huis morgen al betrek
ken. En toch zal die betere maatschappij-
vorm niet te verkrijgen zijn door het aan
nemen van moties tegen het „kapitalis
tische stelsel", door het verkondigen van
fraaie leuzen of het naloopen van de socia
listen onder het motief: „anders houden
wij onze menschen niet vast." Wie enkel
om materialistische beweegredenen in het
christelijk kamp blijft, die valt op den duur
toch af.
Wij moeten komen tot doorvoering van
eigen, katholieke beginselen op maatschap
pelijk terrein. En al is die taak ontzag
lijk zwaar, wij gelooven, dat de tijd er rijp
voor is. Alleen het onbevangen, christelijk
oordeel, dat de oplossing van de brandende
vraagstukken zoekt tegen een lichtenden
achtergrond van de eeuwigheid, zal in staat
zijn om orde in den tegenwoordigen chaos
te brengen. Daarvoor is op de allereerste
plaats noodig samenwerking der verschil
lende standen, voornamelijk van hun voor
mannen en leiders, in plaats van een
elkander afstooten, in plaats van hoe lan
ger zoo meer zich in een sfeer van groeps
egoïsme op te sluiten. Vervolgens zal naast
nationale samenwerking veel meer dan tot
heden naar internationaal overleg moeten
worden gestreefd. Want de teleurstelling
en ontevredenheid in onzen tijd kom^ bij
de groote massa, welke onder de economi
sche depressie gebukt gaat, voor een groot
deel hieruit voort, dat de crisisverschijnse
len veel te veel plaatselijk en nationaal
bekeken worden. Niet alleen zal de oplos
sing van heel veel economische vraagstuk
ken nu eenmaal internationaal moeten
worden gezocht, ook de berusting zal in dit
moeilijke overgangstijdperk gemakkelijker
zijn, wanneer men als wereldburger ge
meenschappelijk leert lijden en strijden,
worstelen en overwinnen.
Een gunstig teeken was de houding van
het dezer dagen te Antwerpen gehouden
congres van het Internationaal Christelijk
Vakverbond. Daar werd blijk gegeven, dat
men in die kringen het gewicht van de
internationale economische moeilijkheden
begreep.
Laten wij met een voorbeeld onze bedoe
ling duidelijker maken. Een der voornaam
ste oorzaken van de tegenwoordige crisis
is een in de hoogconjunctuur veel te ver
doorgevoerd credietwezen. Wanneer een
kleine winkelier, die zijn zaakje in een
vroeger woonhuis heeft opgezet, het noodig
vindt om zijn voorpui uit te breken en te
voorzien van een breede spiegelruit, heeft
hij daarvoor geld noodig. Heeft hij dit geld
buiten zijn bedrijfskapitaaltje overge
spaard. dan moet hij zelf beoordeelen of
de verbouwing gewenscht of noodig is; of
zijn debiet er mee zal worden vergroot enz
In ieder geval waagt hij zijn eigen geld
Maar heeft hij dat geld niet voorradig en
gaat hij het leenen om het uit de verhoop
te meerdere opbrengst af te betalen, dan
zal de aangezochte geldschieter zich met
zijn zaken gaan bemoeien, althans willen
weten, welk risico hij loopt. Eenerzij ds zal
de winkelier een deel van zijn zelfstandig
heid moeten inboeten, anderdeels zal de
geldschieter zich wellicht gaan bemoeien
met zaken, waarvan hij geen verstand
heeft.
Wat hier in het klein is geschetst is heel
in het groot de moderne bankpolitiek van
onzen tijd. In den na-oorlogstijd hebben
allerlei menschen hun zaken willen ver-
grooten en uitbreiden, hun omzet willen
verdrie- en vertienvoudigenmet
vreemd geld. Zij kwamen daardoor onder
controle van bankiers, die zelf niet altijd
in staat waren te beoordeelen in hoeverre
de zaak, waarvoor geld werd gevraagd,
expansie-mogelijkheid had. Toch eischte
hun verantwoordelijkheid inmenging en
controle. En zoodoende werd de leiding
van een onderneming voor een deel naar
onbevoegden verplaatst.
De fouten van dit credietstelsel hebben
voor een groot deel de ellende van dezen
tijd op hun geweten. Zonder dat geleende
geld zou de ontzaglijke expansie in de
nijverheid niet hebben plaats gehad, zou
den heel veel van de debacles zijn uitge
bleven met de gevolgen van werkloosheid
voor tienduizenden arbeiders, na enkele
jaren van intensen arbeid in dag- en
nachtploegen, met hooge loonen en blijde
vooruitzichten.
Wat hier van één internationaal ver
schijnsel is gezegd zou zijn uit te breiden
met vele andere kwade voorbeelden van
onzen tijd. Daar zijn fouten in het geld
wezen, die de eenvoudige man niet begrijpt
en die van heel veel invloed zijn op het
algemeen economische, dus ook op zijn
leven. Daar is verder het vraagstuk van den
vrouwenarbeid. Wanneer de vrouwen naar
het gezin of naar de zuiver vrouwelijke
beroepen werden teruggedreven, van hoe
groote waarde zou dit niet voor het moreel
der samenleving en ook uit maatschappe
lijk oogpunt zijn.
Zoo zijn er tal van vraagstukken, die in
onzen tijd roepen om een oplossing en die
van heel wat meer belang zijn dan de vraag
van de loonsverlaging, waarop wij ons nu
blind staren. Daar is vooral de schrikke
lijke kwaal der werkloosheid, die grooten-
deels ook door internationaal overleg zal
moeten worden verbeterd.
Op heel dit breede terrein ligt voor ons,
katholieken, een groote taak om mee te
helpen, liever nog mee te leiden in een
goede richting. En wanneer wij de massa
leeren de verhoopte oplossing te zien in
deze breede sfeer in plaats van enkel uit
het oogpunt der eigen dagelijksche zorgen,
dan doen wij reeds een verdienstelijk werk.
Bij dit zoeken naar oplossingen zal de
christelijke rechtvaardigheid de leidster
moeten zijn. Maar met de rechtvaardigheid
alleen zullen wij er niet komen. De Paus
zegt het zoo juist in zijn Quadragesimo
Anno: „Hoezeer vergissen zich hier de on
bezonnen hervormers, die er alleen op
bedacht zijn de rechtvaardigheid en dan
nog alleen de ruilrechtvaardigheid te
onderhouden, de medewerking der liefde
daarentegen hoogmoedig afwijzen. Zeker,
de liefde kan niet in de plaats treden van
de rechtvaardigheid, waartoe men verplicht
is en die men niet zonder onrecht veron
achtzaamt. Maar veronderstel zelfs, dat
ieder mensch alles zou verkrijgen, waarop
hij recht heeft, ook dan blijft er altijd nog
een groot arbeidsveld open voor de naas
tenliefde. Want de rechtvaardigheid alleen
ook al wordt ze nog zoo volmaakt beoefend,
zal wel vele oorzaken van maatschappelijke
conflicten kunnen verwijderen, maar nooit
zal zij in staat zijn de menschen te veree
nigen in hartelijke eensgezindheid."
Ziedaar de juiste weg aangegeven voor
het bereiken van een maatschappelijke
ordening in christelijken geest: met af wij -
zing van den bruten klassenstrijd en het
doodende staatssocialisme, op den bodem
der rechtvaardigheid streven naar een
hartelijke samenwerking der standen in
den geest der christelijke naastenliefde:
dat is de christelijke solidariteit!
HOMO SAPIENS.
De temperatuur-stijging, die een week
geleden kon worden voorspeld, ontwikkel
de zich a Zaterdag over geheel West- en
Centraal-Europa. Zij was een gevolg van
het doorkomen van een warmen Zuidelij
ken luchtstroom, die den kouden Noordelij
ken stroom in West-Europa verving. Een
afkoeling, die Woensdag op locale onweders
volgde, was slechts van korten duur.
Er heeft zich sedert het begin der week
een uitgebreid gebied van lage luchtdruk-
king boven den Oostelijken Atlantischen
Oceaan ontwikkeld, dat vrij stationnair
blijkt te zijn, doch zich in Oostelijke rich
ting uitbreidt. Dit heeft ten gevolge, dat
gedurende de eerstvolgende dagen de al-
gemeene luchtdruk-verdeeling wel weinig
zal veranderen, zoodat de warme, hoofdza
kelijk Zuidelijke luchtstroom over West-
Europa zal aanhouden en het weer zijn zo-
mersch karakter zal behouden. Een kort
durende afkoeling in verband met plaatse
lijke onweders is' echter niet uitgesloten,
maar zal door een herstel van het warme
weer gevolgd worden.
De uitbreiding van het depressie-gebied
naar het Oosten heeft intusschen tenge
volge, dat de regenkans aanvankelijk toe
neemt. Vóór het einde der week zullen in
ons land, vooral in het Zuiden en Oosten,
plaatselijke onweders met flinken regen
kunnen voorkomen. Lang aanhoudend, vrij
koel regenweer is niet waarschijnlijk. In
tegendeel is het niet onwaarschijnlijk dat
het weer tegen Zondag opnieuw droog en
warm wordt.
(Nadruk verboden).
Terwijl in de hoofdstad met buitenge
woon succes de tentoonstelling: „Moeder
en Kind" wordt gehouden, waar men beslist
alles vinden kan, wat voor de verzorging
van de liefste huisgenooten maar eenigs-
zins wenschelijk is, heeft zich elders geves
tigd een onderafdeeling van den „Nieuw-
Malthusiaanschen Bond", die vooral men
schen zoekt te trekken door zich uit te
geven voor de „mishandelde onschuld".
Twee opgeschoten jongelingen zijn er
gehuurd, die den vreemdeling met een
reclaiqe-bord verwijzen naar den „gewei-
gerden stand", waar het niets kost, een
kijkje te nemen, niets.... dan misschien
het zielenheil van wie er onschuldig zou
binnenwandelen. Daarom willen wij tegen
dit vieze standje even waarschuwen.
Wij zijn er een kijkje gaan nemen, om
eens te zien, hoe het er toe gaat op deze
concurreerende „tentoonstelling". Het is er
nauw en de meeste menschen krijgen er
gelukkig weinig te zien wegens het gebrek
aan plaatsruimte, dat dadelijk den indruk
wekt, als zou het hier storm loopen. Zoo erg
is het niet, al is het er beschamend druk.
Twee kleine woonkamers van een leeg
staand huis zijn ingericht als expositiezaal
met groote opschriften aan den wand. Ver
der zijn er wat boeken, eenige niet nader
te omschrijven voorwerpen en enkele plaat
jes, die een prikkelend effect kunnen uit
oefenen op ongezonde geesten. Voor een
publiek van grootendeels kennelijk S. D.
A. P.-ers legt een juffrouw uit, wat de
Nieuw-Malthusiaansche Bond eigenlijk wil.
Die uitleg is niet stichtelijk. Men hoort er
o.m. tot zijn verbazing, dat de priesters
het volk zoeken dom te houden, vooral in
Limburg, om het dan gemakkelijker op te
voeden „voor de kolenmijnen". Zulke goed-
koope leugens zijn het propaganda-mate-
riaal van den Bond, die de geboortebeper
king zoekt te verspreiden, ten koste van
volkskracht en volksgezondheid. Een be
zoek aan den terecht „geweigerden" stand
is voor katholieken verboden.
Donderdag werd onder voorzitterschap van
jhr. ir. H. Loudon, de algemeene vergadering
van aandeelhouders in de Koninklijke Neder-
landsche Maatschappij tot Exploitatie van
Petroleumbronnen in Nederlandsch-Indië ge
houden.
Onder de aanwezigen was o. m. Lady
Deterding.
Naar aanleiding van de balans vroeg een
aandeelhouder of het geen zaak zou zijn om,,
nu de obligaties ca. 72 pot. noteeren, tot in-
koop over te gaan.
Dr. Deterding antwoordde hierop, dat dit
een kwestie is, die het bestuur aangaat. Het
bestuur zal wel bepalen of dit wenschelijk is.
De balans en verlies- en winstrekening wer
den daarop eveneens z. h. s. goedgekeurd en
het dividend mitsdien vastgesteld op 6 pCt.,
betaalbaar vanaf 6 Juli.
Daarna bracht een aandeelhouder hulde
aan het bestuur. Met leedwezen, aldus deze
spreker, hebben wij gezien hoe op de meest
unfaire wijze, vooral ook in Frankrijk, een
compagne tegen de maatschappij is gevoerd.
Mr. Aug. Philips werd tot commissaris her
kozen.
Naar wij vernemen, zal de Minister van
Staat, Jhr. Mr. Ruys de Beerenbrouck, Voorzit
ter van den Raad van Ministers, den 19en Juli
a.s. te 19.30 uur, gedurende 20 minuten over
de zenders te Hilversum en te Huizen spreken
over den huidigen toestand des lands.
Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Dinsdag en Donderdag geen
audiëntie verleenen.
Op zijn telegram en uitvoerigen brief aan
den minister van Waterstaat inzake de voor
genomen ruiling van zendtijd tusschen A. V.
R. O. en V. P. R. O. heeft het hoofdbestuur van
de V. A. R. A., naar „Het Volk" bericht, het
volgende telegram ontvangen:
„Aan A.V.R.O. is geseind:
In afwachting van mijn beslissing inzake
voorgenomen ruiling van zendtijd met V. P.
R. O. kan uitzending Kurhaus-Concert op Vrij
dag 1 Juli a.s. voortgang vinden. Deze toestem
ming loopt in geen enkel opzicht vooruit op
beslissing, welke ik zal nemen, nadat ik van
terzake ingewonnen adviezen heb kunnen ken
nis nemen."
Minister van Waterstaat,
P. J. REYMER.
BUITENZORG, 30 Juni. (Aneta). De Regee
ring heeft den directeur der Gouvernementsbe.
drijven, Ir. D. de Jongh, opgedragen zich op 15
Juli a.s. per vliegtuig van de K. L. M. naar
Nederland te begeven en zich aldaar ter be
schikking te stellen van den Minister van Ko
loniën voor besprekingen namens de Regee
ring van Ned.-Indië van de tinbelangen van het
Gouvernement.
Wat doet een eenzame man, die verdwaald
raakt op de tentoonstelling „Moeder en Kind"?
„God danken, dat hij geen vrouw bij zich
heeft" zult gij schalks antwoorden, wanneer
gij er getuige van waart, hoe het zwakke ge
slacht op deze expositie aan stand na stand
wordt geboeid met hart en oogen. Ten koste
natuurlijk van den echtgenoot, die nu eenmaal
gauw is uitgekeken op luiermanden en kook-
apparaten, ofschoon ook hij gaarne zal beken
nen, dat er voor den man veel wetenswaardigs
en bewonderenswaardigs te zien is in het
R.A.I.-gebouw. Hij behoeft er zich niet te ver
velen, daar is voor gezorgd. Hij kan bijvoor
beeld eens een kijkje nemen, achter in de zaal,
bü de Antwerpsche inzending en daar die
mooie, komische poppen bewonderen. Maar hij
kan beter doen. Hij kan binnen gaan in ,3ert
Brugmans Marionetten-Theater" en zoo hij
aanleg heeft om vervelend te zijn (wat eigen is
aan sommige mannen), wordt die aanleg hier
grondig vernietigd.
De marionetten-kunst is oud. Wie herinnert
zich niet den poesjenellenkelder, al ware het
slechts uit de beschrijving van Conscience? En
wie kent Jan Klaassen niet, den typisch
Hollandschen held, liever bloö Jan dan doó
Jan, graag bij den borrel en altijd in conflict
met de wettige overheid?
Het marionetten-theater van Bert Brugman
heeft die oude kunst gemoderniseerd. Er is een
uitgebreid programma, dat variatie biedt en
iets volstrekt eenigs te genieten geeft, iets, dat
overal in ons openbare leven gemist wordt: de
levendige caricatuur.
Weet u precies hoe Doctor Willem Mengel
berg de maat slaat? Ga eens kijken bij Brug
man of het niet échter is dan echt! Dat is
juist de geslaagde caricatuur: iets echter dan
echt.
Heeft u Koos Speenhoff al eens gehoord?
Natuurlijk! Welnu, ga hem hier eens beluiste
ren! Kent u Louis Davids? Ga eens in het
Marionetten-theater van Bert Brugman naar
zijn laatste liedje hooien!
Weet u wat Den Haag is? U dacht een stad
in Zuid-Holland? Den Haag, dames en heeren,
is een innerlijke gesteldheid met opvallende uit
wendige consequenties, die de conferencier van
het marionettentheater u aan de hand doet!
Verder verklap ik niets, want ik gun u de
pret, zelf de leuke moppen te tappen, die het
marionetten-theater u ongetwijfeld zal ingeven!
Langs alle mogelijke wegen trachten de
verschillende groepen in ons sociale en
politieke leven geschut aan te voeren
ter bestrijding van de krisis. De regeerings-
partijen zien daarbij uit naar andere mid
delen dan de tegenstanders der regeering.
Dit ligt voor de hand, want daarvoor zijn
het nu eenmaal tegenstanders.
Nu is het opmerkelijk te zien, hoe de
socialisten de sterkste groep tegenstan
ders juist die wegen willen bewandelen,
die het regeeringsbeleid in den kern aan
tasten. Zij richten daarom een regelrechten
aanval op de schatkist en wekken daarbij
den indruk, dat zij niet zoozeer de krisis
als wel de regeering tot mikpunt hebben
gekozen. Deze veronderstelling moge hard
klinken en twijfel inhouden aan goeden wil
bij de roode broeders, het kost moeite
andere gevolgtrekkingen te maken, wan
neer men ziet, hoe krom de wegen zijn, die
in de fantasie van „Het Volk" naar het
doel slingeren. Want wat wil men?
De aangewezen weg, aldus het orgaan
der socialisten, leidt naar de schat
kist. Wanneer de regeering met be
hulp van haar geldmiddelen de krisis zou
willen bestrijden, dan heeft zij slechts te
zorgen voor een goed gevulde kas, waaruit
zij naar hartelust kan putten. Is de schat
kist leeg, dan kan zij te allen tijde gevuld
worden door.... belastingheffing. De kort
ste en eenvoudigste vorm van belastinghef
fing is de heffing ineens op de groote ver
mogens.
Ziedaar zoo ongeveer het ideaal van de
socialisten; en op het eerste gezicht lijkt
deze opvatting nog niet zoo onaannemelijk;
gemakkelijk kan zoo'n opvatting de sym
pathie veroveren van hen, die over deze
zaken niet plegen na te denken, die
gemakkelijk, met schijn-schoone leuzen
meegaan.
Maar laten we het ideaal ten deze van
de socialisten eens van nabij be
schouwen. Aangenomen, dat de
regeering er toe zou overgaan een aanzien
lijke belasting ineens te heffen op de
groote vermogens, wat zou dan het prak
tisch resultaat van dezen maatregel zijn?
In de eerste plaats, dat, gezien het kleine
aantal der groote vermogens, het te ont
vangen bedrag in de verste verte niet vol
doende zou zijn om ook maar eenigszins
aan het gestelde doel te kunnen beant
woorden. Onmiddellijk hierna dient men de
vraag te stellen, of binnen zeer afzienbaren
tijd het aantal groote vermogens niet aan
merkelijk zou afnemen.
in ieder geval zou een regeeringsmaat-
regel, als hierboven bedoeld, niet alleen de
bezitters der groote vermogens treffen,
doch ook al degenen, wier werkzaamheden
min of meer dank zij die groote vermo
gens verricht worden. Het zou dan ook
heel gemakkelijk kunnen gebeuren, dat
mede geslachtofferd werden juist zij, tot
wier heil de maatregel was bedoeld, en dat
het leger der werkloozen nog eens aan
zienlijk zou worden uitgebreid.
Hoe staat het overigens met die groote
vermogens? Komt daarin niet iederen
dag wijziging? Is er wel één bezitter
die „zijn" bezit het zijne kan noemen?
Wanneer niet alles zoo wankel stond in
onze huidige maatschappij, dan zou het so
cialistisch voorstel beteekenis hebben en wel
zóó sterk, dat het vermoedelijk niet eens een
voorstel der roode partij maar vermoedelijk
een voorstel der regeering kon zijn. Nu ech
ter, nu een heffing ineens op de groote ver
mogens zóóveel ellende na zich zou sleepen,
dat ze meer kwaad dan goed zou doen, nu
dienen we vóór alles het gezond verstand
te laten spreken. Dit is een zekerder blijk
van sociaal voelen dan een geestdriftig aan
geheven leuze, die nutteloos in de lucht
weggalmt of erger nog: er toe stimuleeren
zou, met de vermogens de levenskracht van
een volk te vernietigen.
Wij mogen ons deze gevaren wel goed en
duidelijk voor oogen stellen, en ernstig
moeten we dan ook waarschuwen tegen de
socialistische leuze.
Men zou nu, na lezing van het boven
staande, de vraag kunnen stellen: als
de zienswijze der sociaal-demokraten
nu werkelijk zoo opvallend dwaas is, waar
om komen zij er dan mee voor den dag?
Het antwoord daarop?
De S.D.AP. is nu eenmaal een heksenke
tel, waarin de raarste dingen worden ge
brouwen. En van politieke smetten is het
voorstel der socialisten natuurlijk niet ge
heel vrij te pleiten. Met de verkiezingen in
het verschiet doet menige partij soms gekke
sprongen en al willen wij niet insinueeren,
dat de heer Albarda bereid zou zijn in koe
len bloede onverantwoordelijke verwoestin
gen aan te richten, mits hij behouden
uit den verkiezingsstrijd trede, ons laat de
overtuiging niet los, dat de socialistische
wenschen inzake de krisisbestrijding voor
een goed deel worden ingegeven door de na
dering van den komenden strijd. Dat de
leiders der beweging deze wenschen deel
den en mede-colporteeren, schrijven wij toe
aan de overtuiging bij diezelfde leiders, dat
de Kamermeerderheid wel zoo verstandig
zal zijn, die wenschen niet in vervulling te
doen gaan, zoodat land en volk toch wel ge
spaard zullen blijven voor de onheilen van
de verwezenlijking derzelve.
Men zou haast lust hebben om den rooden
leiders eens de kans te geven, hun talenten
te ontplooien: wij durven voorspellen, dat
zij, staande in de krisis-schoenen van de re-
geering-Ruys, met die schoenen op dezelfde
wijze zouden stappen, gedwongen door de
droeve werkelijkheid van deze jammerlijke
tijden.
Nou vergaat de wereld!
Te H oensbroek hebben drie (alweer
drie!) SDA.P.-ers voor loonsverlaging
gestemd!
En dat, nu na het Amsterdamsche geval
toch onomstootelijk is komen vast te staan,
dat een S.D-A.P.-er in deze dagen alleen
maar reden van bestaan heeft, als hij
ageert en demonstreert en stemt tegen
alle loonsverlaging; de leer der S.DA..P,
op dit punt is den laatsten tijd toch wer
kelijk luid en nadrukkelijk genoeg verkon
digd; aan die leer kan geen twijfel meer
bestaan; een goed S.D.A.P.-er moet er zelfs
als de leiders het decreteeren een be-
bloeden kop voor over hebben; in ieder
geval is 't een SX>.A.P.-er in geweten ver-
I boden, in wélk overheidscollege ook, voor
loonsverlaging te stemmen, wélke conse
quenties er ook aan verbonden kunnen
zijn.
Het belang der partij, de zuigkracht de$
beweging eischt het, en daarmee uit!
Maar nou die drie Hoensbroekers?
Hoe zijn die toch tot hun boo ze daad ge
komen?
Het „Limburgsch Dagblad" onthult het
geheim:
In Hoensbroek draagt de S.D.AP. mede
de regeeringsverantwoordelijkheid, en aan
gezien de gemeentekas bij niet-aan-
vaarding der loonsverlaging een bedrag
van ƒ4400 uit het Gemeentefonds zou
moeten missen (een bedrag, dat de ge
meente niet missen kan volgens deze roode
bestuurders) hebben dezen hun gezond
verstand boven het partij-commando ge
steld.
Daarmede hebben zij natuurlijk een
halsmisdaad bedreven, en we zien den
beul al naderen
Kijken, hoe 't afloopt!
Vrijdag was het 12)4 jaar geleden, dat mr.
L. Lietaert Peerbolte optrad als directeur-ge
neraal der Volksgezondheid en zooals reeds
eerder bericht werd .hebben vele personen,
die op eenigerlei wijze in ambtelijk contact met
den heer Peerbolte staan, deze gelegenheid
aangegrepen om hem op bescheiden wijze te
huldigen.
Om 4 urn- kwam mr. Lietaert Peerbolte met
zijn echtgenoote en familie in de Twee Steden
Palace en vond daar een grooten kring van
vrienden en medewerkers, die hem wenschten
te feliciteeren.
Onder de aanwezigen was de minister-presi
dent, jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck, onder
wiens departement thans de Volksgezondheid
ressorteert, de secretaris-generaal van dat De
partement, mr. Frederiks, en de oud-ministers
prof. Slotemaker de Bruine en prof. Aalberse.
Voorts werden opgemerkt de hoofdinspecteurs
der Volksgezondheid Terburgh, EykeL Coe-
bergh, prof. Berger, chef van de veterinaire in
spectie, en de heer de Brey, chef van de
Drankbestrijding, de inspecteurs uit de ver
schillende hoofdinspecties, vertegenwoordigers
van het Rijksserologisch Instituut, van het
Centraal Laboratorium voor de Volksgezond
heid, van de Amsterdamsche en Rotterdam-
sche kweekscholen voor Vroedvrouwen, hoofd
ambtenaren en ambtenaren van de afdeeling
Volksgezondheid van het Departement van
Binnenlandsche Zaken en voorts vele bestuurs
leden van vereenigingen en organisaties, die
zich op het gebied der volksgezondheid bewe
gen.
Namens allen werd het woord gevoerd door
dr. Josephus Jitta, voorzitter van den Gezond
heidsraad, die zeide, dat de vele vrienden van
mr. Lietaert Peerbolte dezen mijlpaal in diens
leven gaarne hadden aangegrepen om hem
de omstandigheden in acht genomen te hul
digen. In verband met die omstandigheden had
men de huldiging willen beperken tot een be
scheiden kring, iets wat spr. eigenlijk onjuist
achtte. Want velen, die niet tot de ambtelijke
medewerkers van den jubilaris behooren, had
den zich in de afgeloopen dagen toch nog aan
gemeld en spr. was er van overtuigd, dat nog
een veel grooter aantal dit zou gedaan hebben,
indien daartoe gelegenheid was geweest.
Vooral de Volksgezondheid heeft veel aan
mr. Peerbolte te danken. De Gezondheidswet,
door Goeman Borgesius ingediend, is op initia
tief van den jubilaris geheel gewijzigd; voorts
herinnerde spr. aan de regeling van de diplo
ma's voor ziekenverpleging, aan de Tuchtwet,
aan de wijzigingen der Woning- en Drankwet,
aan de wet op de besmettelijke ziekten, welke
bijzonder veel voorbereiding vereischte.
Bij al deze kwesties zijt gij gebleven de
scherpzinnige jurist, doch waart gij ook ie me-
decin malgré lui, steeds heeft er een prettige,
aangename samenwerking met den jubilaris
bestaan, iets waarvoor dr. Jitta hem hartelijk
dankte.
Namens een grooten kring van vrienden en
vereerders bood spr. tenslotte een ameublement
aan, vergezeld van een album met handteeke-
ningen.
Mr. Lietaert Peerbolte dankte vervolgens al
len bijzonder voor de hem gebrachte hulde. H(J
wees er op, dat hij, indien hij niet de mede
werking had gehad van de hoofdinspecties en
inspecties, van den Gezondheidsraad, van het
Centraal laboratorium en van het Serologisch
Instituut, nooit bereikt zou hebben, wat er
thans bereikt is.
Vervolgens herinnerde hij aan zijn studen
tentijd te Amsterdam, waar hij zijn geestelijke
vorming had ontvangen en waar hij ook zijn
sociale idealen had gekregen. Men kan niet
altijd blijven voortbouwen en uitbouwen, maar
het is aangenaam te ervaren zoo zeide de
jubilaris, dat ook in een tijd als deze, alle
menschen, die op dit gebied werken, er prijs
op stellen saamhoorigheid te betrachten.
Er is eigenlijk geen mooier terrein dan het
onze: materieel, maar met een ethischen In
slag. Het is een voorrecht, indien men op deze
wijze voor het geheele geestelijk leven van zijn
volk nuttig kan zijn.
Er waren vele fraaie bloemen gezonden en
een zeer groot aantal telegrammen, waaronder
één van minister Verschuur, als volgt luiden
de: „Door uitstedigheid verhinderd tegenwoor
dig te zijn, sluit ik mij hierbij aan bij hulde
aan directeur-generaal Volksgezondheid, wiens
jarenlange scheppende arbeid niet voldoende
geprezen kan worden"
i