Vergane Bloei - Nieuw Leven
HOLT STRAATHOF
ZATERDAG 2 JULI
Rijke erflatingen
WELLUIDEND
SPAARNE
Toestanden en gewoonten bij
onze middeleeuwsche
voorouders
Vroegere bewoners
Scheiding
Patricische aankoop
DE WAARDE VAN HET KLEINE
m 1
De Vereeniging tot ondersteuning van arme kerken in Haarlem ver
zamelt sinds eenigen tijd oud goud en oud zilver en laat dit smelten,
om er kelken en cibories van te laten vervaardigen. Ziehier de
opbrengst van het afgeloopen jaar.
STADSNIEUWS
De Haarlemsche Motet- en Madri
gaal-V ereeniging oogst groot
succes bij de Jubileum
feesten te Amsterdam
R.K. GYMNASIUM
VOOR MEISJES TE HAARLEM
Overplaatsing naar de Dreef
Prov. Waterleidingbedrijf
De Sacramentsvereeniging en haar
tentoonstelling
Aanbestedingen
DE LAGE PRIJZEN DER SPECIALE JULI-AANBIEDING
KLEERMAKERS
GROOTE HOUTSTRAAT 52
Alleen de prijzen zijn bij HOLT STRAATHOF van 1 tot
31 Juli belangrijk lager Groote Houtstraat 52.
ELCK WAT WILS
Probaat middel
Indertijd las ik eens in de Nederlandsche
Stads- en Dorpsbeschrijver van 1795, dat Heem
stede door de malaise, gevolg van oorlogen der
laatste 20 jaar, reeds 23 buitens had zien slech
ten. Wat zou hij nu zeggen? Zoeken zou hij
moeten om de bekende plekjes weer te vinden.
Weinig minder zou wijlen onze stadgenoot Ds.
Craandijk moeten doen. Als hij in 1882 zijn wan
delingen schrijft, zegt hij: „Dat Land- en
Spaamzicht is bespaard gebleven (voor een jaar
of acht ook verkaveld) dankt het vermoedelijk
aan zijn veel geringer slooperswaarde. De
plaats kon ten minste noch bij het Clooster
ter eener, nog bij Bronstee ter andere zijde,
halen in uitgestrektheid en luister. Thans
van die geduchte mededingers ontslagen, is het
een fraaie plaats met eerwaardig hout, een aan
gename afwisseling tusschen de weiden en het
bollenland, waarin zijn naburen zijn veranderd.
Met hoeveel weemoed zagen Heemstee's en
Haarlem's op- en ingezetenen en zij niet al
leen! het schoone huis van Bronstee steen
voor steen afbreken en het heerlijke bosch on
der de onbarmhartige bijlslagen vallen! Het ijze
ren hek tusschen steenen palen en een brok
van den lagen muur, die het terrein afsloot
en een vijver ter zijde van den weg, ziet daar,
wat er van een der voortreffelijkste buitenplaat
sen nog te vinden is".
In Maart '29 schreven we, dat het de bedoe
ling was om de Heemsteedsche Dreef door te
trekken. Die zou dan een geheel maken met den
nieuwen weg, dien de Provinciale Waterstaat
van Noord-Holland aanlegt naar de Cruquius,
waar een nieuwe brug over de Ringvaart komt.
Bovendien zou de Kruisweg naar Hoofddorp
verbreed en geasphalteerd worden om daardoor
een nieuwe verbinding HaarlemHeemstede
HoofddorpAmsterdam te verkrijgen. De Pro
vincie zette spoed achter de voorbereiding van
het werk, maar toen liet het zich aanzien, dat
er voorloopig van een doortrekken der Heem
steedsche Dreef niets zou komen. De gemeente
was met de betrokken eigenaren aan het on
derhandelen, hoewel de Raad ook machtiging
had gegeven, om stappen tot onteigening te
doen.
De onderhandelingen zijn gelukt en thans
wordt er hard gewerkt om klaar te komen. De
bezwaren waren vele. Het laatste stukje Dreef
moest door kostelijk bollenland en dat kostte
aardig wat, en dan.... waar zou de eigenaar
met zijn werkers een stuk brood vinden.
Of de malaise het laatste stuk aan de ge
meenschap bracht?
Nog staat aan het Noordeinde van het Julia-
naplein bij de Dreefschool te Heemstede Ver
boden toegang en aan den anderen kant naar
het Blauwbruggetje toe vlak bij de oude grijze
boerenwoning met die heerlijke boomengroep
dito.
Misschien zeven minuten ligt er tusschen en
die kunt ge, harde paadjes zoekende en nu en
en dan springende over een steenhoop wel loo-
pende afleggen, maar waag niet uw fiets, al
mocht de wegarbeider het oogluikend toestaan.
Maar nu is te bekijken, dat althans over
eenige maanden het stukje Dreef bij de Blauwe
Brug en het gedeelte tusschen Zantvoort en
Campla*»..aen geheel is. De weg naar de nieuwe
brug over de Ringvaart bij de Cruquius is er
nog niet, maar is ook dat voor mekaar, dan
ftieeft Haarlem en ook Heemstede door de Meer
een modernen verkeersweg naar 't Utrechtsche
Het heele terrein waardoor de Heemsteed
sche Dreef loopt behoorde eenmaal tot een
oud buiten Bronstee, dat onze historieschrij
ver Allan nog in zijn glorie heeft gekend. Nu
is er geen steen meer van overeind. Aan de
oüde glorie herinnert het oude inrijhek met
het gebeeldhouwde kussen op de pilaren.
Het was de heer Muller, die kolonel-comman
dant van de Haarlemsche Schutterij was en
die er „Schuttersmaaltijden" hield, liefst on
der de prachtige bruine beuken, die een klok
in den gevel van Bosch en Hoven liet aan
brengen; 64 jaar geleden kwam de klok van
Bronstee hier.
Het uurwerk van den toren werd overge
bracht naar Bosch en Hoven.
Velen zullen zich het tooverachtig gelui van
voor eenige jaren herinneern.
De modelboerderij „Bronstee" heeft den
naam van het buiten overgenomen. Thans zijn
er nog een paar laantjes van over en eenige
boomgroepen, maar de vijver is niet meer.
Hoe. oud dat buiten wel is? Moeilijk te zeg
gen. De oudste berichten begonnen 2e helft 17e
eeuw. Hoe groot het was? Het strekte zich uit
oorspronkelijk van Crayenester- of Gasthuis
vaart tot bij de Camplaan. Van der Aa gaf
pl.m. 1850 als oppervlakte op 62 bunder, 48
vierkante roeden, 34 vierkante ellen. Bronstee
was toen in eigendom en gebruik van den heer
David Splitgerber van Amsterdam. Dat was
ook de laatste bewoner.
De eerste bewoner was Jean Fontaine, een
Amsterdamsen koopman. Die moet omstreeks
1667 zijn overleden. H ijliet een dochter Agnet
achter, die gehuwd was met Jacob Schardi-
nal, ook een Amsterdamsch koopman.
Die moesten, om Bronstee in bezit te komen
nemen, verschijnen voor Bartholomeus van
Hove, schout en Comelis Kessel en Mr. Pieter
Vinckesteijn, schepenen in deheerlijkheid Heem.
stede.
Zij brachten dartoe o.a. „seeckere notarisacte
en verclaringe" mee d.d. 2 Ocober 1668, waar
uit bleek, dat Agnet Fontaine, nagelaten doch
ter, mede erfgename voor een vierde gedeelte
van zaliger heer Jean Fontaine en Juffrouw
Anna Hooftman was en zoo lezen we dan in
een uitvoerige schepenacte in dato 17 December
1669 „dat de hofstede, huijsinghe, woninge en
landerijen genaempt Bronstee, gelegen binnen
dezelve gemelde heerlijkheid „Heemstede" ge-
stelt en aengeschreven (is) op den naem van
den voorsegde heer Schardinal. Jacobus Schar,
dinal was dus bij acte van 19 Januari 1671
eigenaar van Bronstee geworden.
Lang is hij er niet geweest. Was het hem
te stil aan den Binnenweg? Wie zal het zeg
gen, maar onze Jacob transporteert 18 Novem
ber 1677 zijn buiten aan Luycas Schorer, hoofd
ingeland van de pas drooggemaakte Beemster,
ook al een Amsterdammer.
Met een klein huisje, gelegen aan den weg,
met den grond daarvan groot 14 morgen, 24
roeden, betaalde hij 28001.
Die blijft er ook niet lang en verkoopt Bron
stee ca. 26 April 1681 voor 31.000 aan Pieter
Rendorp van Amsterdam. Deze was 18 Mei
1648 geboren en stierf 18 Augustus 1699. Hij
was „brouwer op de Geldercche Kaay in den
Witten Haan" en reeder op de Oostzee en
Noorwegen. Hij was een eter vermogend man,
die op den Kloveniersburgwal woonde. Het
scheen hem méc te bevallen, want hij ver
kocht Bronstee 1 Mei 1682 weer vooi 27.000
en wel aan Comelis van Bambeeek, weer eer-
Amsterdammer.
Watervliet onder Velsen, waar nu de hout
stapels van de papierfabriek staan, beviel hem
ook niet, want Pieter Rendorp verkocht dit
buiten 27 Juli 1685 voor 26.000, nadat hij
nog al wat kosten aan verfraaiing had be
steed.
Hjj was vaandrig der burgerij in 1670, kapi
tein 1678 en Hoogheemraad van de Beemster
in 1689, om maar eenige der vele besognes te
noemen.
Het was 1 Mei 1682 dat Comelis van Bam-
beek, Schepen van Amsterdam, Blonstee van
den Amsterdamschen Burgemeester B. Ren
dorp kocht voor 27000. Bij Bronstee behoorde
een klein huisje, staande aan den weg, dito een
stuk warmoes- of teelland in de Schouwbroe-
kerpolder omtrent de hofstede gelegen. Het was
groot 572 roeden, belend ten Oosten en Zuiden
de IJzeren Kruislaan. Meester Comelis van
Bambeeek was 28 April 1648 geboren en stierf
9 Februari 1705 aan de Kloveniersburgwal over
het Rusland in „de Ster". Hij volgde de ge
woonte van veel patriciërs in de gouden eeuw
en later en was ossxweider. Bij zijn dood was
hij Burgemeester. Kapitein der Schutterij was
hij in 1677 geworden en Schout in 1678. 23 Fe
bruari 1673 was hij getrouwd met joffer Haasje
Hooft, die 21 Januari 1652 Remonstrantsch
was gedoopt.
Als dan Burgemeester Cornelis Bambeeek, in
leven Burgemeester van Amsterdam, is gestor
ven, wordt er 13 October 1712 een acte van
Scheiding opgemaakt tusschen Baudouin van
Collenait en Lieve Geelvinck, heer van Castri-
cum. Ze doen bij transportacte van 30 October
1712 Bronstee over aan Mr. Joan de Graeff
voor 13900. De Haarlemsche Courant van 13
Juli 1713 dóet daarvan mededeeling.
Deze Jan de Graeff, Schepen van Amster
dam, was Vrijheer van Zuid-Polsbroek, Heer
van Purmerend en Ilpendam en woonde aan
de Heerengracht Noordzijde, tusschen de
Utrechtschestraat en de Reguliersgracht. Van
Bronstee heeft hij maar 7 jaar genoten. Zijn
weduwe Johanna Hooft verkoopt het 23 No
vember 1720 voor 14.666 Zij transporteert
dan het buiten met een huisje voor aan den
weg en landerijen achter de hofstede gelegen
tot aan het Spaarne en de Fonteinsvaart. Th i-
mos Perrin wordt dan de gelukkige bezit
ter van 19 morgen 1% roede; het terrein strekt
dan naar het Zuiden uit tot het IJzeren Kruis.
Thomas Perrin blijft er nog geen jaar en
zijn erven transporteeren 20 Augustus 1721
Bronstee voor 19.100 aan Mr. J. van Fon
taines, commissaris der Stad Amsterdam,
,met zijne beeldenvazen" enz. voor 19 000.
Deze Mr Joan was in 1720 kapitein geworden
en werd in 1729 Ontvanger van het Last en
Veilgeld te Amsterdam Van 1703—1717 oefende
hij op de Heerengracht in „het Blaauhuis" de
advocatenpraktijk uit en later, 1724, op de Hee
rengracht bij de Vijzelstraat. Zijn moeder, Eva
Catharina Valckenier, was ook van patricische
afkomst, evenals zijn vrouw (sinds 24 Oct 1717)
Petronella Calkóen. Zij was bijzonder rijk en
liet van man en kind 750.600 na. Nog in 1742
hield zij als weduwe 5 dienstboden, had een
koets, hield 4 paarden en hield ook de buiten
plaats aan, terwijl ze in de stad een huis van
2080 huurwaarde bewoonde. Haar inkomen
werd op 12 a 14.000 gulden geschat.
Eena ndere patricische bezitter van Bronstee
is geweest Mr. Jacob Hop Heer van La Lecq,
Lekkerkerk en Zuidbroek. Van 1772 tot 1774
was hij Gedeputeerde ter Staten-Generaal.
Verder was hij Commissaris van de Pilotage
het loodswezen) en „Ontvanger-Generaal
van de Vuur- en Bakengelden benoorden der
Mase" 1760, Bewindhebber der West-Indische
Compagnie in 1753, Kerkmeester ter Amstel-
kerke 1747, Stads-Advocaat te Amsterdam en
den Haag in 1750. Hij woonde in 1758 aan de
Zuidzijde der Heerengracht bij de Reguliers
gracht. Zoo we zagen was hij ook eigenaar van
het prachtige buiten Bronstee, dat 22 Juli 1783
na den dood zijner weduwe voor 80.800 werd
verkocht. Hij was een zeer vermogend man ge
weest.
De gelukkige kooper was Mr. Jacob A1 e -
w ij n, geboren 19 Augustus 1756, die 28 Augus
tus 1789 in zijn woning aan de Keizersgracht,
tusschen Spiegel- en Vijzelgracht is overleden.
Hij kocht dit patricsche huis metk oetshuis en
stalling voor 76.000. Deze heer was getrouwd
met Cornelia Backer en liet zijn vrouw „kon-
siderabele schatten" na. Hij was Schepen van
Amsterdam en Bewndhebber der Oost-Indische
Compagnie en is, na een langdurige ziekte en
verzwakking overleden.
De groote som van aankoop wijst niet alleen
op meerwaarde, maar ook op vergrooting, waar
mee J. van Fontaines al begonnen was en wat
Jacob Hop voortzette. Zoo kocht deze 4 Mei
1757 een huismanswoning met stalling, schuur,
boomgaard en landerijen in den Schouwbroeker-
polder, groot 21 morgen voor 8000.
Daar kwamen 9 September 1757 twee stukken
weiland bij in den Schouwbroekerpolder, ge
naamd de Driestal. Die weide groot 3 morgen
35 roeden met een stuk groot 700 roeden kostte
1550 gulden.
Een andere patriciër in de buurt was Jacob
Elias, die 7 Juni 1758 een hofstede genaamd het
huys te Crayenest, van ouds genaamd „het
Ridderlycke Rusthoff" kocht voor 7500. Dit
belende ten Zuiden de Hofstede Bronstee. Bij
het Kraaienest behoorde nog een stuk weiland
in den Schwouwbroekpolder van 1560 roeden en
nog 2 morgen en 140 roeden. Hij kocht 4 Janu
ari 1759 van Regenten van het Elisabeths-
Gasthuis een huis en erven genaamd „het jonge
Gasthuys" en een huis en erve, beiden belent
ten Zuiden Bronstee, gelegen aan den Gast-
huisweg en laatstelijk een huis genaamd Jeru
salem, gelegen aan het voetpad en de vaart
voor 8100.
We zagen boven hoe 2 Mei 1783 Vrouwe Ger-
truyd Lestevenow, weduwe van Jacob Hop,
Bronstee aan Jacob Alewijn transporteerde.
Daar hoorde bij een z.g. boererbruiker, Oud
ronstee gelegen ter zijde van het buiten Bron
stee en laatstelijk een boerebruiker pach
terswoning) genaamd Nieuw Bronstee, mede
naast de voornoemde hofstede tegen den
Schouwbroekerpolder gelegen, te samen groot
70 morgen en nog eenige partijen „elsbosch"
onder Lisse.
Vrouwe Cornelia Henriëtte Backer, weduwe
van mr. Jacob Alewijn, transporteerde 5 Novem
ber 1798 Bronstee met de boerenwoningen oud
en Nieuw Bronstee, „mitsgaders de landerijen
achter en terzijde van dezelve gelegen" aan
Frederik Lodewijk Braunsberg voor 56000. Vol
gens het kaartje van Loosjes plm. 1800 lag Bron
stee tusschen den Bronsteeweg, De Zandvaart en
het Spaarne en zag men er achter over het wei
land uit op de Amsterdamsche Vaart.
Mijnheer Braunsberg was Lid van den Raad
van Amsterdam, van 20 Januari 180816 Novem
ber 1813. Ook was hij lid en vice-president van
de Kamer van Koophandel van 1 Mei 1811Nov.
1812. Zonder fortuin was hij naar Amsterdam ge
komen. Daar komt zijn naam in 1770 voor het
eerst in de boeken der wisselbank voor. Hij be
hoorde weldra tot de voornaamste kooplieden
op Pruisen en de Rijnstreken en was in 1772 in-
kooper der Koninklijke Pruisische tabaksadmini
stratie. Hij vervoerde vaten, hoepels, kisten en
duigen van Keulen langs den Rijn over Amster
dam naar Bordeaux.
Als reeder kreeg hij 18 Mei 1780 van Hunne
Hoogmogende Heeren verlof met het in het bui
tenland gebouwde schip „de Vier Gebroeders"
naar Suriname te varen, hetgeen tengevolge van
de revoluties van 24 Februari en 13 April 1767 in
Amerika verboden was. Hij deed in deze jaren
ook reeds bankierszaken en richtte 1 Januari
1773 een 4*4 pCt. negotiatie op, groot 120.000 gul
den op tweehonderd actiën in de geoctroyeerde
Pruisische Compagnie tot invoer van het zout en
den uitvoer van het wasch". In 1794 verrekende
het handelshuis Braunsberg c.s voor een bedrag
van 1323908 gulden. Hij woonde in 1772 op de
Prinsengracht bij de Leidschestraat en kocht la
ter voor 77000 een huis op de Keizersgracht.
Bronstee had in zijn dagen een zeer fraaien
tuin, die Braunsberg in Engelschen stijl had
doen aanleggen.
Bij zijn testament van 20 Juni 1812 gaf
Braunsberg aan zijn associé het recht om het
huis aan de Heerengracht met den stal en pak
huizen op de Keizersgracht en de buitenplaats
Bronstee (hofstede was een ouderwetsch woord
geworden) tegen taxatie over te nemen, en zoo
kwam Bronstee na Braunsberg' dood in handen
van D. Splitberger.
Oud- en Nieuw Bronstee waren bij de over
dracht in 1798 tezamen groot 70 morgens. Door
aankoop op 28 Maart en 30 April kocht hij ook
voor 2025 het huis op Kraaiennest met den
tuin. Ook had hij November 1786 voor 2000
landerijen gekocht onder Sloten.
In dien staat vinden we Bronstee afgebeeld
door P. J. Lutgers.
Gesigten in den Omtrek van Haarlem. Dan
is de bovengenoemde David Splitberger de be
zitter. Hij handelde met zijn zwager Klufspe!
als associé en firmant van het handelshuis
Braunsberg.
Nog geen eeuw heeft dit handelshuis ge
bloeid, het liquideerde in 1845.
WË&L-Mm
De commissie voor de Zomerfeesten ter ge
legenheid van het driehonderd-jarig bestaan
der Amsterdamsche universiteit had Vrijdag
avond talrijke gasten naar het Stedelijk Mu
seum der hoofdstad genood voor een muzikalen
avond.
De Haarlemsche Motet- en Madrigaal-Ver-
eeniging onder leiding van Sem Dresden gaf
daar namelijk een uitvoering van gewijde en
profane muziek.
De groote eerezaal boven, waar de jubileum
tentoonstelling van moderne kunst wordt ge
houden, werd voor deze gelegenheid als con
certzaal gebruikt. Het was er wel erg warm,
maar de zang klonk er prachtig.
Aanwezig waren o.a. wethouder Boekman en
de secretaris van den Academischen Senaat,
professor Scholte, alsmede verschillende andere
leden der commissie voor de Zomerfeesten o.a.
directeur C. W. H. Baard, dr. P. Cronheim,
mevr. mr. van Dam van Isselt e.a.
Heel de avond was gewijd aan Nederlandsche
werken voor a capellakoor.
De inzet was „O Bone Jesu" van Ph. de
Monte (1521—1603) en onmiddellijk bewees het
koor welk een prachtig zangmateriaal, welk een
zuiver muzikaal gevoel, en welke geschoolde
leiding het bezit.
Vol wijding en vrome smeeking klonk de
klaging op van hét „Paree Dominé" van Jacob
Obrecht (14501505). En hoe vol biddend ver
wachten was de bede tot den „glorierijken Nico-
laas" om een veilig geleide voor ons, „die in
deze wereld leven en in den afgrond der zon
den reeds schipbreuk leden": Nos qui sumus
in hoc Mundovan Orlando di Lasso (1532
—1594).
Dan kwamen voor de pauze een viertal pro
fane liederen van geheel ander gehalte. Eerst
het romantische „Bella veloce Gona" van Jan
Tollius (15501603), daarna het ondeugende
„Jan, Jan" van J. Th. Sweelinck (15621621),
vervolgens het guitige „Quand mon Muri" van
Orlando di Lasso en van denzelfden „Fyons tous
d'amour le jeu".
De keuze zoowel als de uitvoering was zeer
gelukkig; de nummers werden door het koor
voortreffelijk gezongen en karakteriseerden
goed het wel heel eigene vermogen van dit
a capella koor onder de bezielde en bezielende
leiding van Dresden.
Was het gedeelte vóór de pauze aan oude
muziek gewijd, het deel na de pauze bracht
muziek van onzen tijd.
Eerst weer kerkelijke muziek: de „Missa
Simplex" van Hendrik Andriessen: Kyrië,
Gloria en Agnus Dei. De uitvoering hiervan
stond op wel zeer voorname hoogte en liet niet
na diepen indruk te maken. Reeds de inzet van
het dameskoor trof diep. En hoe sereen ver
klonk het slot van het Agnus Dei!
Na dit voorname wijdingvolle werk kregen we
tot slot twee composities van A. Diepenbrock
„Wandrers Nachtlied" (Goethe) en ,,Den Uil".
Een hoogstaande muziekavond! De aan
wezigen huldigden dan ook koor en leider met
warm, waardeerend applaus.
Een avond die het verlangen doet uitspreken,
dat dit goed geschoolde, zuiver op elkander in
gestelde, voortreffelijke, a capella-koor onder
Sem Dresden zich méér zal doen hooren in onze
hoofdstad, waar dit „welluidend Spaarne"
hartelijk welkom is.
Na afloop van de uitvoering begaven de
meeste aanwezigen zich naar de benedenzalen
der Sophia Augusta-stichting welke op zoo fan
tastische wijze electrisch zijn verlicht. De oude
vertrekken uit de patricische huizinge met
de kostbare antieke meubelen en kunstzinnige
preciosa leken een sproke uit het verleden van
het renaissance-Amsterdam. Het was een zeld
zaam iets, die salons en portalen thans in de
electrischen too verschijn te kunnen bezoeken.
Naar wij vernemen, heeft het bestuur van de
Maria-School aan de Koningstraat het perceel
Dreef 22 aangekocht.
Het is de bedoeling in dit pand het R.K.
Gymnasium voor Meisjes onder te brengen.
1234-jarig bestaan.
Vrijdag was het 1234 jaar geleden, dat het
Provinciaal Waterleidingbedrijf in Noord-Hol
land werd opgericht. Dit feit is niet op officiee-
le wijze gevierd. Wel is in de vergaderzaal van
het gebouw te Bloemendaal een bijeenkomst
van het personeel gehouden, waarin de direc
teur van het bedrijf, Ir. J. van Oldenborgh, een
korte toespraak heeft gehouden. Hij deelde me
de, dat in verband met de tijdsomstandigheden
en den minder gunstigen toestand van vele be
woners der provincie, geen feestelijkheden ge
houden zouden worden. Toch wenschte men het
feit in intiemen kring te vieren. Als geschenk
bood hij het personeel een herdenkingsboekje
aan.
Ir. B. F. van Nievelt sprak namens het per
soneel en bood den directeur een bloemstuk aan.
Zooals ieder jaar organiseert de Sacraments
vereeniging te Haarlem ook thans weer een
tentoonstelling van paramenten en altaarsie
raden. De opening van deze tentoonstelling,
waarvoor de nieuwe zaal van het Bisschoppelijk
Museum aan de Jansstraat 79 welwillend is
afgestaan, zal Zondag 10 Juli plaats hebben.
De uren, waarop de tentoostelling geopend zal
gijn, zullen nader in ons blad bekend worden
gemaakt.
Onze lezers kennen wel het geheel eenige doel
van deze zeer sympathiek aandoende vereeni-
ging: missiekerken helpen aan altaarsieraden
en misparamenten en niet alleen missiekerken,
maar ook nieuwe en behoeftige parochies in
ons eigen land-
Tot nu toe hebben de middelen der vereeni-
ging nimmer toegelaten, dat vaatwerk kon
worden aangekocht en toch werd en wordt hier
dikwijls naar gevraagd. De ijverige penning-
meesteresse van de vereeniging, mevrouw Smit-
Blomjous, heeft hiervoor de oplossing gevon
den. Er is nJ. moeite gedaan om gouden en
zilveren snuisterijen, die wel een ieder zon
der eenige bestemming in huis heeft liggen
(zooals gebroken lepels en vorken, kapotte arm
bandjes en dergelijke) te verzamelen. Deze voor
werpen worden gesmolten en verwerkt tot hei
lige vaten. Hiemevené geven wij een afbeelding
van wat op dit gebied reeds dit jaar gereikt is.
Het zijn de verguld-zilveren kelken en cibories,
die van de ingezamelde voorwerpen gemaakt
zijn. Niets anders werd ervoor gebruikt.
Met hetgeen voor smelten ongeschikt bleek,
aijn de fabricagekosten gedekt. Wie zou niet
gaarne aan zijn oud goud en zilver zulk een
edele bestemming geven? Iedereen natuurlijk.
Een opwekking om zün bijna waardeloos goud
en zilver voor dit doel af te staan is dan ook
ongetwijfeld overbodig. Zelfs de foudraals,
waarvoor het hout geschonken wordt, worden
door eenige werklieden belangeloos vervaardigd.
Het geringste kan door de vereening worden
gebruikt: broches, oorbellen, een armbandje
van zusje, een ringetje. Het adres van de pen-
ningmeesteresse is mevrouw Smit-Blomjous,
Wilhelminastraat 45, Haarlem.
Ten slotte wekken wij onze lezers op de ten
toonstelling, die straks in het Bisschoppelijk
Museum wordt gehouden, te bezoeken.
Vrijdagmorgen werden vanwege den hoofdin
genieur-directeur van den Rijks-Waterstaat te
Haarlem aanbesteed:
Het vemieuVen van den dwarssteiger en een
gedeelte langssteiger van het noorderplankier in
de haven te Terschelling met bijkomende wer
ken;
het bouwen van acht dienstwoningen en eene
bergplaats aan de noordzijde van het Noordzee
kanaal, bewesten de Hembrug, behoorende tot
de werken tot wijziging en verbetering van het
pontveer bij de Hembrug; raming ƒ31.500;
Het onderhoud en vernieuwen van verfwerk
aangebouwen en inrichtingen van het Noordzee
kanaal gedurende de jaren 1932 en 1933, in twee
perceelen en in massa; raming per jaar: per
ceel A 5750, perceel B ƒ2000; massa der twee
perceelen 7750;
en: Het vernieuwen van een gedeelte rem-
mingwerk aan de zuidwestzijde van de Visschers-
haven te IJmuiden en van een meerstoel in die
haven, raming 7600.
Ingekomen waren voor het eerste werk 13 bil
jetten. Laagste inschrijver was C. Dubbeld te
Bergen, voor ƒ6943.
Voor het tweede waren 45 biljetten ingekomen.
Laagste inschrijver was J. Buis te Hoofddorp
voor 29250.
Voor het derde werk: perceel A waren 6 bil
jetten ingekomen. Laagste inschrijver was A.
Veugster, te Zeist, voor ƒ4100.voor perceel
B waren 5 biljetten ingekomen. Laagste inschrij
ver was A. Breed, te Heer Hugowaard voor
1444.en voor massa der twee perceelen wa
ren 13 biljetten ingekomen. Laagste inschrijver
was A. A. J. de Pauw te IJmuiden voor 4935.
Voor het vierde werk waren 17 biljetten inge
komen. Laagste inschrijver was J. C. Schermers
te Nieuwendijk voor ƒ4143.
van
worden geheel verantwoord door den belangrijken verkoop
die er het gevolg van is. Per costuum wordt er door H. S.
aanmerkelijk minder verdiend, doch dit gemis aan winst
wordt door den grooten omzet goedgemaakt.
De JULI-AANBIEDING van H, S. geeft U de gelegenheid
een chique en best costuum te laten maken tegen den prijs
die U elders voor een middelmatig pakje betaalt.
Op alle stoffen is de JULI-AANBIEDING van H. S. van
toepassing, de afwerking der aangeboden costuums is, zooals
altijd, buitengewoon goed en de ooüpe zeer elegant.
Personen:
Bert.
Mien; z'n vrouw.
Dokter Kops; Bert's vroegere patroon.
Speelt in de huiskamer van Bert en Mien.
Bert wrijft het zeil. Mien, 'n kleine, maar zeer
bazige en scherp-hoog sprekende vrouw, staat
hem te controleeren, de handen in de zijde. Ze
is gekleed om de deur uit te gaan.
Mien: Steviger!
Bert: Ik doe 't zoo stevig mogelijk.
Mien: Dat lieg je! Is dat wrijven? Dat is
aaien! Harder! Zoo kan ik 't zelf óók wel!
Bert: (met flauwe hoop) Oals jij soms.
Mien: O, is 't weer te veel moeite? Zou
wel 'n wonder wezen als jij es wat voor je
vrouw over had!
Bert: (met poging om te mopperen) Nou,
me dunkt, dat 'k genoeg voor je mot doen
Ben al bijna drie uur bezig.... Me heele vrije
Zaterdagmiddag is er alweer mee gemoeid.
Mien: Hou je mond, vervelende vent...,
Bert: Zeg.... as je me nou....
Mien: (oogen-fonkelend) Hou je mond!!
(Bert krimpt in elkaar). Altijd en eeuwig kla
gen en tegenspreken! Heb ik 'n vrije Zaterdag
middag? Je most je oogen uit je kop schamen.
Toe, schiet op 'n beetje! Je ziet toch, dat 'k
klaar sta om 'n boodschap te doen.
Bert: Nouik hou je niet tegen
Mien: (sarcastisch). Ach ja? Da's lief van
je. En dan jij lekkertjes met de Fransche slag
't zeil afwrijven, hè? Of ik je al niet lang dóór
heb, goocheme stiekemerdmaar dat zal je
toch niet glad zitten, ventje! Nou, wrijf je, of
wrijf je niet?
Bert: Ik wrijf
Mien: 't Lijkt me been wel! Bah, wat 'n
akelige luiwammes ben jij toch! Kijk uit, suf
ferd, je slaat 'n heel stuk over daar!
Bert: (wrijft steunend) Kan 't zoo?
Mies; Ja.... 't mot tenminste maar.... nou
dat hoekie nog.... gauw 'n beetje. (Bert wrijft;
Mien maakt aanstalten tot vertrek)En dan kan
je zoo meteen de gang dweilen en de looper
van de trap leggen enne....
Bert: Ja maar.
Mien: Mót je weer tegenpruttelen? Guns,
guns, wat heb ik 'n plezier van jou.... 't gaat
allemaal zoo bereidwillig mogelijk, maar nou
lieg 'k! Dus je weet 't! De gang en de looper
en als je daarmee klaar bent, ge je in de keu
ken 't koper poetsen, (vertrekt).
(Bert alleen; wrijft zielig; zucht erg; staat
moeilijk op en voelt zich de lenden. Er wordt
gescheld. Hij gaat de kamer uit. Er klinken
stemmen, en even later komt Bert weer binnen,
in gezelschap van Dokter Dops, 'n joviale vijf
tiger.)
Bert: Nou.... dat doet me nou echt plezier,
dokterdat u nog es komt anwaaien.
Dokter: Ja, met recht „anwaaien".... 't is
heel toevallig, hoorik moest hier in de
buurt zijn, ik denk: eventjes van de gelegenheid
gebruik maken.... Ja vrouw niet thuis?
Bert: Nee dokterjammeru treft rrte
alleenmaar ik ben d'r evengoed blij mee,
hoorgaat u zittenWacht, waar heb 'k
nou me sigaren.... (doet verlegen; zoekt op
plaatsen waar niemand sigaren bewaart; de
dokter „volgt" dat).
Dokter: Doe geen moeite, Bertsteek
jij nou van mij nog es 'n fijne sigaar op, kerel
Kijk es(koker). Nog altijd me ouwe
irierk. Bert: (neemt sigaar; geeft lucifers).
Dank u, dokter.... dank u.... dat treffen we.,
ik krijg ze zoo best niet meer.
Dokter: Je zal toch nog wel rooken?
Bert: (aarzelend). O, jada's te zeggen..
zoo af en toeEn hoe gaat 't thuis, dokter?
Met mevrouw en de kinderen
Dokter: Dank jeuitstekenden
hier?
Bert: Oook best jaJa.... 't is na
tuurlijk 'n heele verandering, hè, as je zoo in
je veertigste jaar nog tot 'n trouwdag komt.
Dokter: Dat spreektmaar je hebt 't
dan toch wel goed getroffen, hè?
Bert: Jaaaa.... ach kijk....
Dokter: Bert.... je draait.... wees eerlijk
tegen je ouwe patroon....
Dokter: Ik wou zekerheid hebben, Bert....
dat is eigenlijk de reden van me komst.want
de menschen praten graag méér van 'n ander,
dan ze kunnen verantwoorden.... Zeg me nou
es ronduit: hoe gaat 't?
Bert: Ja maar....
Bert: (uitbarstend). Beroerd! Beroerd, dok
ter! Daar is alles mee gezegd!
Dokter Heelemaal onder de pantoffel ze
ker? (B. knikt moedeloos). Dat spijt me, kerel..
dat spijt me heel ergM'n vrouw heeft je
toen nog gewaarschuwd, hè? Ze kende Mina
nog beter dan ik.
Bert: De liefde is blind, dokter
Dokter: Ben jij wel flink, Bertus? Bijt je
nooit es van je af als 't noodig is?
Bert: Had 'k dat maar gedaan in 't begin.,
nou is 't te laat.... ze heeft me d'r onder
En toch is Mien niet kwaad van hartdat
hou 'k vol.maar 't is nou eenmaal 'n behoef
te van d'r om de baas te spelenIk ben d'r
niet tegenin gegaandat is mijn fout ge
weestnou kan ik niet meer tegen d'r op..
Wil u wel gelooven, dokter, dat ik 'r heelemaal
zenuwachtig van wordt? Soms zit ik gewoon
over me heele lijf te trillen.
Dokter: Wat 'n wonder! Zooiets krop je
niet. Dat moet veranderen, Bert. 't Zou toch
verschrikkelijk zijn als jij je heele leven zóó
moest slijten
Bert: (zucht). Veranderen zegt u.
Dokter: Ja! Wees 'n kerel! Toon dat je
man bent.
Bert: U praat makkelijk.
Dokter: Dus jij wordt liever gek?
Bert: U zeit?
Dokter: (maakt hem bang), 't Zou 't eer
ste geval niet zijn, Bertik weet van 'n man,
die door 'n mislukt huwelijk volslagen krank
zinnig is geworden.... Ik mag dat tegen jou
eigenlijk niet zeggenmaar ik vind 't zoo
verduiveld jammer, dat 'n goeie kerel als jij 't
zoo getroffen heeften nog te bang is om
«'n tanden es te laten zien. Weet je wat? Ik
kom straks nog even terugen dan zal ik
met jouw vrouw es 'n hartig woordje praten
Als jij dan niet durft, dan zal ik 't doen. Tot
straks! (Vertrekt).
Bert: (Blijft verbluft zitten; kijkt dan som
ber; peinst. Opeens gaan z'n oogen wijd open;
hij komt langzaam, in 'n idee overeind; zegt
roerloos): Hij weetvan 'n geval.... dat 'n
man volslagen krankzi.... Nee maarals dat
es lukteals dat erNee, ik durf niet
Niet durven? Wéér niet durven? 't Moet.... d'r
op of d'r onder(Hij hoort de deur. Bliksem
snel zet ie 'n stoel op de tafel en gaat daar op
zitten; begint hoog en valsch te zingen. Mien
komt binnen, geeft 'n gil van schrik).
Mien: Bert!! Man!! Wat doe je?
Bert: (zingt) Minaaaaa, heb jij de hengel
in je haaaaaandMinaaaa, wat ben jij toch
sjarmant.Miiiiiinaaaa
Mien: Bert!!! Wat bezielt je? Kom van die
stoel af!
Bert: (Met één sprong op den grond; Mien
geeft 'n schreeuw. Bert komt op z'n hurken te
recht, grijpt 'n voetenbankje, houdt dat voor z'n
gezicht en kijkt er telkens overheen of er naast
of er onder). Kiekeboe! Kiek-kiek! Kiek-kiek!
(lacht akelig).
Mien: Groote hemel! Hij zal toch niet....
Toe, Bert, sta op en zeg me
Bert: (Springt met 'n grijns recht; trekt de
Ia van 't buffet open en grijpt twee tafelmessen;
hij zet ze aan, gaat dan langzaam op Mien af).
Ha-ha! Ha-haaa! Zóó, mevrouw de markiezin.,
heb ik u eindelijk in mijn macht? Zal ik dan
toch nog het heerlijke genoegen mogen sma-
kènuw bloed te zien spuitèn uit uwees wal
gelijke liahaam? Ha, haaaa! De wraak is geko-
mèn.de bloedwraak zal geschieden! O, gij
slangdie zich koesterde aan mijn onschul
dig hart(Mien vlucht rond de tafel, wil om
hulp roepen, doch Bert grijpt 'n kussen en stopt
dat tegen haar mond. De dokter komt nu bin
nen).
Mien: (Huilend; grijpt den dokter vast). O,
doktertoevallig dat u juist.... hebben ze
u al gewaarschuwd?
Dokter: (Verbaasd). Nee, juffrouw, wat
dan? Ik kom op visite
Bert: (Maakt diepe buigingen). Mijn min
zame groeten, hooggenadige vorst.... treed bin
nen in onze nederige hut.welkom, welkom.
en eet van onze bescheiden disch.... (lacht
krijschend. De dokter begrijpt 't; houdt zich
goed)
Dokter: (tot M.) 'n zeer ernstig gevalik
zal hem 'n spuitje geven. (Gaat vriendelijk naar
B.; geeft hem kwasie 'n injectie en zegt veelbe-
teekenend:) Ga naar je bed, Bertus, en rust wat.
(Zacht) Afluisteren wat ik zeg!
Bertus: (Kinderlijk) Naar bed, naar bed
zei DuimelotEerst nog wat eten, zei Likke
potDan zal ik 't halen, zei Lange Male
(zoo gaat ie de kamer uit; lacht nog es heel
schel)
Mien: (in doodsangst). Wat is dat, dokter?
Dokter: Nogal duidelijk, hè? Begin van
krankzinnigheid.
Mien: God! Wat erg!
Dokter: 't Is uw schuld! Da's nog erger.
Mien: Wat zegt u daar?
Dokter: Zwijg, juffrouw! Ik weet alles
u hoeft me niets wijs te makenvan twintig,
dertig kanten weet ik 't al, dat u Bert 't leven
zuur maakt door uw tiranniek optreden. Dat
moest spaak loopennou ziet u de gevolgen
....ik ken meer van die gevallen.
Mier# (Tranen van berouw). O, dokter....
zeg me.... ik wil alles.... alles doen, om 'm
weer goed te krijgen.... 't zou m'n dood zijn
als ie door mijn schuld
Dokter: Uw dood zijn? Dus u gééft toch
wel iets om Bert?
Mien: Wie zegt van niet?
Dokter: Maar mensch! Waarom treiter je
'm dan zoo? Waarom maak je 'm dan tot je
slaaf?
Mien: Daar heb 'k eigenlijk nooit erg in ge
had.
Dokter: Dat is 'n goeie noot. Dat doet me
plezier.... Luister nou goed.... dat spuitje zal
'n vermoedelijk wel kalmeerenik hoop, dat
er vooralsnog sprake is van ernstige zenuw
overspanning.... Behandel hem dus met goed
heid en liefdede vent is 't waard trouwens
geef hem voorloopig in alles toeen ik
zou me al erg moeten vergissen als ie dan niet
langzamerhand weer de oude werd. Mogelijk is
ie de eerste paar weken nog wat lastigmaar
dat moet u verdragen.... dat komt goeden
dan kunt u nog 'n prettig leven met elkaar
hebbep
Mien: Ik beloof 't u, dokter.
Dokter: Geef 'm nu 'n glas melk met *n
geklutst ei er in.... Heeft ie nog 'n lievelings
kostje?
Mien: Ja.... ik geloof..— h(j sprak wel es
van spekpannekoekenmaar
Dokter: Die lust u niet....
Mien: Ja.... ik
Dokter: En daarom bakte u ze nooit! U
moet niet alleen aan uw eigen denkenUw
man verdient 't brood.... en heeft dus nu en
dan recht op z'n eigen lievelingskostDenk
daaraan!
Mien: Ja, dokter. Ik zal gauw melk met 'n
ei gaan halen. (Gaat de kamer uit; de dokter
proest achter z'n vuist; Bert komt behoedzaam
uit de slaapkamer; proest mee).
Bert: (Fluisterend). Hoe heb ik 'm dat ge
leverd?
Dokter: 't Was 'n gewaagde stapMaar
't kan nu goed wordenspeel maar flink de
baas voorloopigen dan zoo langzaam aan
wat de teugels laten vierenbegrepen?
Bert: Ja, dokter.U had es motte zien
ik zat boven op die stoel daar enne(moet
lachen; de dokter kan zich ook niet meer inhou
den; plots komt Mien binnen met 't klaarge
maakte; ze staat even verbaasd naar hen te kij
ken; Bert laat z'n lach overgaan in 'n schrille
schatering, die Mien weer doet schrikken; de
dokter lacht harder nu; Bert houdt wat verle
gen met lachen op).
Dokter: (Neemt Mien even terzijde en zegt
zacht): Zoo moet u nou ook doen, juffrouw....
als ie zoo raar lacht, dan lacht u maar met 'm
meeen dan houdt ie vanzelf op. Ziet u
wel?
Mien: Ja.... warentigu hebt gelijk....
Kijk es, Bert.... 'n lekker glas melk met 'n ge
klutst eidat blief je zeker wel?
Bert: Nou! En of! (ineens bevelend) Vrouw
haal 'n pond gerookte paling voor me....
Mien:Hè?! Ja maar, zeg es eventjes
(waarschuwende blik van dokter; woede-grijns
van Bert). Ojagoedgoed.ik zal
't direct halen, man! (ze gaat weg; als de bui
tendeur dicht slaat valt de dokter bijna van z'n
stool as Bert duikelt kopje)
Doek.