FEEST IN FRIESLAND Van de Pers-tribune Prikkeldraad Friesche Bond jubileert MGR. DR. ZAVORAL Bezoek aan 't Kasteel van Aemstel MAANDAG 4 JULI Redevoeringen van Prof. Brandsma en Baron Van Wijnbergen, welke laatste tot eere-lid is benoemd DE AARTSBISSCHOP IN ZIJN GEBOORTESTAD Groote feestvergadering Feestrede v. Wijnbergen Afr. A. Baron van Wijnbergen Z.H. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen Wat we wonnen Beteekenis van de Bond Naaste toekomst Een woord van den Aartsbisschop Rede prof. dr. Brandsma Heemskerkiana Aangeboden „betrekkingen" Mgr. Zavoral FRANSCH KOLEN- CONTINGENT VERHOOGD Driemaandelijksche invoer vergunningen UITVOER VAN VISCH NAAR FRANKRIJK Mager succes der onderhandelaars Heb dank, o Heer HULP AAN DE TUINDERS Ged. Staten van N.'Holland stellen voor in 1932 een ton te be stemmen voor steun EERSTE KAMER-VERKIEZING Candidaat-stelling in de Provinciale Staten DOMANIALE MIJN Ir. Foch benoemd tot directeur Geen dividend Vijftig jaren geleden stichtte Schaepman voor Frieslands katholieken hun Frieschen Bond. Zondag heeft die Friesche Bond te Leeuwar den gejubileerd. Die dag had dubbele beteekenis! En om de gouden feestviering èn om de komst van Z. H. Exc. Mgr. Jansen, aartsbis schop van Utrecht in zijn geboortestad, in Leeuwarden, waar Mgr. is geboren en waar in 1882 de Friesche katholieke kiezers tot den eer sten landdag waren opgeroepen. Natuurlijk hadden Frieslands katholieken, hadden Leeuwardens katholieken vooral zich reeds Zaterdagavond opgemaakt om den op volger van Sint Witlibrord, om hun oudgewest en stadgenoot hartelijk welkom te heeten. Des Zondags heeft Monseigneur ter intentie van den bond de H. Mis opgedragen en in den namiddag de grootsche vergadering bijgewoond, waar het Tweede Kamerlid mr. A. baron Van WijnbergenJae feestrede hield. Te ongeveer negen uur Zaterdagavond was de Aartsbisschop te Leeuwarden aangekomen en aan 't station feestelijk ontvangen. Er was een groote menigte rondom het station verzameld om Monseigneur blij te begroeten. Een aantal jeugdvereenigingen in uniform en met vaan dels stond opgesteld om mgr. naar de St. Bo- nifaciuskerk te begeleiden, waar de kerkelijke ontvangst overeenkomstig de liturgische voor schriften plaats vond. Zondagmorgen droeg de Aartsbisschop in de St. Bonifaciuskerk pontificaliter het H. Misof fer op. Assistenten waren hierbij: Persb. assis- tens: Deken J. H. Vaas v. Leeuwarden; troon - diakens: de dekens v. Wolvega en Heerenveen resp. G. Vaas en G. van Galkom; diaken en sub-diaken: past. H. Geveling en past. Th. v. Wijk v. Woudsend; caeremoniarius: dr. J. Ger- ding, seer. v. Z. H. E.; ad crucem et thuribu- lum: G. Pelgröm, past. v. Roodhuis; ad mi- tram: J. Verhoef, past. v. Makkum;ad gremiale: W. Knuif, kap. te Harlingen; ad palmatorium: J. Westermann, kap. te Sneek; ad librum: pa ter A. Strijbosch O. P.; ad baculum: pater F. v. d. Elzen O.P.; acolythi: S. Bouwhuis en P. Graafsma, kapelaans der Bonifaciusparochie. Het zangkoor voerde de vierstemmige Mis „Mater Admirabilis" van Griesbacher uit. In het Beursgebouw vond des middags de feestvergadering, meer bekend als „de Friesche Landdag" plaats. Het podium was rijk met vaandels, bloemen en planten getooid. Bij zijn binnenkomen werd Mgr. door de 2500 anwezigen begroet met „Aan U, o Koning der Eeuwen". Gasten in deze bijeenkomst waren o.m. prof. De Jong van Rijsenburg. het dagelijksch bestuur der Partij; my, Goseling, mr. Teulings, A. C. de Bruyn, baron 'van Voorst, mr. Kolfschoten. (Van mr. Aaiberse was een telegram ontvangen, mel- defide dat een aanval van spit hem noopte thuis te blijven)voorts waren er vertegenwoor digers der Rijkskieskringen Tilburg, Den Hel der en Groningen, het Eerste Kamerlid Visser en het Tweede Kamerlid Keestra. Mr. KOCH sprak een woord van begroeting en dank tot den Aartsbisschop. Aan baron van Wijnbergen, die voor de 25ste maal op den landdag het woord voert, bood spr. het eere lidmaatschap van den bond aan. Een hartelijk woord wijdde de voorzitter aan de nagedachtenis van wijlen het Kamerlid Van Vuuren en trad vervolgens in een beschouwing over Schaepman's werken met de Friezen, van wie hij er vele met eere noemde. De vergadering kreeg van pastoor Overmeer kennis, dat in de zaal aanwezig was de oud- zouaaf Epkemeyer uit Sint Nicolaasga, die ook de eerste bijeenkomst met dr. Schaepman heeft meegemaakt. Dit was voor de aanwezigen aan leiding den getrouwe spontaan te huldigen. Pastoor Overmeer vroeg uit naam van den Aartsbisschop dat de katholieken toch eens wat beter en steeds om de oud-zouaven zou den denken. Mgr. stelde terstond 't voorbeeld en gaf honderd gulden. De heer Casparie uit Sneek bood namens de afgevaardigden aan het bestuur een voorzitters hamer aan uit Brom's edelsmederij. Plichtsgetrouw altijd en in alles toonen op heden de Katholieke Friezen ook den plicht tot feestvieren te verstaan, waarvoor hun, naast een woord van welgemeenden gelukwensch, gaarne van ganscher harte oprechte hulde zij gebracht. Plicht tot feestvieren rust op hen. Dank daarvoor gebracht vóór alles den goe den God, die de katholieke Friezen wilde uit verkiezen, om te mogen verrichten, wat de laatste halve eeuw hier op staatkundig gebied, vóór alles te Zijner eer, werd verricht. En het was voor u geen verrassing het mocht voor u geen verrassing wezen, maar het was van zelf sprekend, dat, nu een zoon van Friesland, een Leeuwarder jongen, op den zetel van den H. Willibrord werd geplaatst, deze als aartsbisschop naar Friesland zou snellen om namens u, in nauwste vereeeniging met u, God op dezen dag lof, dank en eer te brengen door 't beste, wat wij bezitten, het hoogheilig offer der Mis. Dank brengt gij heden aan het voorgeslacht, Dankbaar zijt gij uwen grooten, onvergete- lijken stichter, dr. Schaepman, grootscher en zaliger gedachtenis, die uwen Bond in het leven riep, en hem aanstonds een stevigen, forschen duw in de goede richting gaf, die op heden zijn uitwerking nog niet verloren heeft. Zal ik meer namen noemen? Neen, laat ook ik mij mogen bepalen, om in dien eenen allen saam te vatten, tot het noemen, naast Schaep man, van Bekhuis, door pater Molkenboer in het Gedenkboek zoo terecht als „de Friesche Schaepmaniaan par excellence" gequalifi- seerd. Dank eindelijk, wilt en kunt en moet gij, de thans levende generatie, brengen wederkeerig aan elkander, voor den steun, den kostelijken steun, dien gij over en weer van elkander ont vangen mocht en die er toe geleid heeft, dat hier in Friesland op politiek gebied de ver trouwelijke samenwerking gevonden werd en nog wordt, die vóór alles noodig is. Slechts een enkele greep hier en daar om te doen zien wat de laatste 50 jaren, werd be reikt, terwijl het resultaat voor een niet te onderschatten deel verkregen werd door den bezielenden invloed, van hier uitgaande, door de richting, hier aangegeven, dit laatste weer een gevolg van het feit, dat dr. Schaepman juist de Friesche Landdagen gebruiken wilde Verplaatst u voor een oogenblik 50 jaren terug. 1882: 6 jaren nog zou het moeten duren, alvorens optrad het eerste Christelijk Kabinet, dat ons zou brengen de eerste, van zelf sprekend, bescheiden Arbeidswet. En thans na 50 jaren? Een complex van wetten en maatregelen voor arbeidersbescherming en arbeidersverzekering, die met slechts bestaan, doch ook worden ten uitvoer gelegd en nageleefd, een complex van wetten en maatregelen, waarmede we aan de spits der volkeren staan. Daarom eerde spr. mannen als Talma en Aaiberse. 1882: Veertien jaren reeds was het geleden om zijne politieke Inzichten naar voren te brengen, om de door hem voorgestane politiek tot gemeengoed van ons volk te maken. sinds door de Bisschoppen was uitgevaardigd het mandement over het onderwijs, en in ste. de van verbetering trad verslechtering in, wat de wetgeving betreft; sedert 1878 toch ging het Bijzonder Onderwijs zwaar gebukt onder de wet-Kappeyne, die de in 1848 bevochten vrijheid van onderwijs illusoir trachtte te ma. ken. En thans? Reeds jaren is voor het lager onderwijs het ideaal: „het katholieke kind op de katholieke school" verwezenlijkt; wij heb ben verder op tal van plaatsen onze katholieke vakscholen, onze katholieke middelbare scholen, te Tilburg de R.K. Handelshoogeschool.te Nij megen de R.K. Universiteit, en eindelijk te 's.Hage ons R.K. Centraal Bureau voor onder wijs en opvoeding, zoo terecht geroemd, zoo wel in binnen, als buitenland. 1882: Zeker, niet het minst door den arbeid van dr. Schaepman, waren de katholieken wat naar voren geschoven. Maar wie den toestand van toen, wie de positie en de daarmede ge paard gaande invloed der katholieken van toen vergelijkt met dien op heden, zal stellig met dankbaarheid worden vervuld. Maar den katholieken van heden zij gesmeekt toch ern stig te beseffen, dat het verkrijgen van zoo danige positie en invloed uiterst langzaam plaats vindt, met ontzettend veel moeite gaat gepaard, terwijl er zoo weinig noodig is om het verlies er van in weinig tijds te doen plaats hebben. Vergete men het toch niet. 1882. Men leeft onder de liberale overheer. sching en voelt den druk. Enkele jaren later zullen Schaepman en Kuyper elkaar vinden, in en door hen de Christen-belijders op politiek terrein tot samenwerking worden gebracht, en gaat zoo worden ingeluid eenig in Europa een tijdvak van Christelijke Staatkunde, meer dan eens onderbroken, niet afgebroken. Met voldoening zij geconstateerd, dat hier in dezen Frieschen Bond de beteekenis van onze Nederlandsche Christelijke Staatkunde, van onze christelijke coalitie juist is gevoeld ge. bleven, de christelijke coalitie, waarvan niet gelijk politieke tegenstanders soms meenen te mogen zeggen eerste doel is het behalen van voordeelen voor de rechtsche partijen. Neen, de christelijke coalitie is daarom zoo mooi, voert daarom de Staatkunde op zoo hoog peil, wijl een ieder, van den Minister der Kroon tot het meest eenvoudig lid der plaatselijke kiesver. eeniging toe, die haar aanhangt en door haar wenscht te voeren een christelijke politiek, ge. lijk ze door Schaepman werd voorgestaan, een maal op zijn sterfbed met vertrouwen tot Christus zal mogen zeggen: Door mijn poli. tieken arbeid heb ik er naar gestreefd, dat Uw leer zoude ten grondslag liggen aan Wetgeving en Bestuur, er naar gestreefd op het staatkun dig terrein' U te belijden en te doen belijden voor de menschen wil mij nu ook belijden voor den Vader die in den hemel is. Wellicht zal over enkele maanden, wanneer het verkiezingswerk een aanvang gaat nemen, de toekomst onzeker zijn, onzeker zijn wat in de komende periode de taak, in de Volksverte genwoordiging te verrichten, wezen zal, onzeker zijn voor welke vraagstukken men daar zal wor den geplaatst. Welnu, moge dan blijken, dat er zij onder ons katholieken groot en hartelijk vertrouwen, en dat, steunend op dat gegrond vertrouwen de kiezers hun afgevaardigden zen den ter Staten-Generaal. De enkele feiten, zoo even naar voren gebracht, kunnen stellig bij dragen tot het bewijs, dat in het verleden de afgevaardigden het vertrouwen der katholieke kiezers niet hebben beschaamd. Er is zoo schreef de Standaard 23 April 1.1, door de economische verwikkelingen groot gevaar, ook onder onze menschen, dat de stof felijke dingen van het moment den blik op de lijnen der eeuwige beginselen verdoffen. Bestaat het gevaar ook bij ons? Het zal niet kunnen «orden ontkend, maar onmiddellijk zij daaraan toegevoegd, dat onder degelijke, prin- cipieele leiding het gevaar niet behoeft te wor den geducht. En van niet gering belang is het daarom, dat deze feestviering van den Frieschen Bond valt op een tijdstip, waarop de verkiezingen zijn in zicht, wijl juist deze feestviering niet slechts de katholieke Friezen, maar gansch ons ka tholiek kiezerscorps er toe brengt een blik te slaan in het verleden, om dan klaar in te zien, dat zij door trouw te blijven aan de Katholieke Staatspartij het mooie van de politiek zullen bekomen, wat ik U zooeven noemde, tevens de behartiging hunner stoffelijke belangen voor treffelijk gewaarborgd weten, wat op heden weder zoo heerlijk gedemonstreerd wordt door den niet genoeg te prijzen en te waardeeren, schier bovenmenschelijken arbeid van onzen kranigen Minister Verschuur. Zeker de tijden zijn somber, doch slaan we een blik over Europa, dan mogen we ons toch gelukkig prijzen hier te leven, hier in Neder land. Schaepman heeft het zoo juist en schoon gezegd: Al waart ook steeds de ellende Door t arme menschenlot Tot aan der wereld ende Blijft ons het brood van God. Aan u katholieke Friezen dank, duizendmaal dank voor alles, wat in de afgeloopen 50 jaar hier op staatkundig gebied werd tot stand gebracht; het moge aan u en aan degenen, die na u komen, gegeven worden tot in lengte van dagen, onder even voortreffelijke leiding, als thans uitgaat van uw krachtig Bondsbestuur, dat heerlijk werk voort te zetten. De heer Van der Zee deed mededeeling, dat 5 plaatselijke afdeelingen van jongeren in de poiitiek (18—25 jaar) zich vereenigigd hadden tot een prov. bond. Het R. K. Friesch Staatkun dig Jongeren Verbond. Deze mededeeling bracht enthousiasme in de vergadering, wat nog verhoogd werd toen een der jongeren, in een geestdriftig woord opwekte tot medewerken. Z. H. Exc. Mgr. Jansen sprak met een har telijk woord zijn vreugde uit over deze uiting van jong leven, welke de toekomst van den bond waarborgt. Met vreugde was Mgr. „als Aartsbisschop" naar zijn geboortestad gekomen en alles ge schonken wat hem mogelijk was: een liturgi sche ontvangst, een pontificale H. Mis en nu wilde Mgr. een kort woord spreken. Mgr. huldigde het werken van den Frieschen Bond. die Schaepman trouw bleef toen hij werd uitgestooten. Naar de Friesche Landdagen waar Schaepman sprak, werd in het geheele land geluisterd. In Mei 1901 gaf Schaepman op den landdag aan de Friezen drie gedachten mee: doordring u in den politieken strijd, dat we leven in een land met gemengde bevolking, toon u dus Ka tholiek; geef geen ideaal op, wees 'n man van de daad; bewaar de eenheid, eerbiedig elkan ders vrijheid en doe alles in liefde. 't Was geen wonder dat de Friezen Schaep man minden. Tenslotte benutte Mgr. deze gelegenheid gaarne, hier pastoor Overmeer te huldigen als een bescheiden priester, maar als iemand, die naast zijn parochiewerk alles heeft over gehad voor de bevordering van de katholieke zaak in Friesland. (De vergadering rees van haar ze tel en bracht met den Aartsbisschop hartelijk hulde aan pastoor Overmeer, den werkzamen secretaris van den Frischen Bond). In de middagbijeenkomst werden door ver schillende der gasten o.a. door .mr. C. Goseiiu* als voorzitter van het bestuur der R.K. Staats partij hartelijke woorden van gelukwensch ge sproken. Prof. Titus Brandsma was feestredenaar. We zijn niet meer dat eerste handjevol, we zijn thans alle Katholieken van Friesland sa men. Er behoeft geen dr. Schaepman meer te komen om de Friezen wakker te roepen en te begeesteren. Niet, dat we hem vandaag niet graag in ons midden hadden en met hem de strijders van de eerste ure. We zijn blij, in meester van der Loos nog één hunner hier te zien om in hem allen te huldigen. Waren zij nog hier, zij zouden zich niet verloren hebben in lange nabetrachtingen, maar de oogen wijd hebben open gezet voor de oogenblikkelijke werkelijkheid. En daarom nuchter als wij Friezen zijn „sljucht en rjucht", hoe blij ons de dingen stemmen, welke wij heden herdenken, de tra ditie legt ons op, toch een ernstig woord te spreken en rond ons te zien om te weten en te hooren, wat de dingen van den dag ons zeggen voor vandaag, wat ze van ons kleine groepje eischen. Ja, we zijn maar een kleine groep, 25.000 Katholieken in heel Friesland, maar door onze eenheid sterk, nemen we toch een plaats in, die vele groepen ons benijden. En dan denk ik niet alleen aan de bekende mannen, Bekhuis, Stockmann, Brenninkmeijer, van der Loos, de Boer, mijn eigen vader en zoovele anderen, maar evenzeer aan mijn moe der en zoovele Friesche moeders en vrouwen, die in het verborgen den stillen invloed, dien zij hebben in het Friesche gezin, hebben aan gewend om den grondslag van onze eenheid zoo diep te fundeeren, dat het niet gemakkelijk zal zijn, daarin een bres te schieten. Ook kunnen we nog beter uitkomen voor hetgeen we willen. Maar wij willen en durven toch „Ons Noorden" vergelijken met den bazuin van Gedeons strijders. „Ons Noorden" is met den Frieschen Bond gegroeid en is er nog al tijd het orgaan van. Het moge dit blijven en het als een eere-titel beschouwen. Wat wij nu willen? Dat antwoord is het devies van Schaepman, op wiens „credo" „ik geloof" volgde „pugno" „ik strijd". Maar het zal een strijd zijn, in gegeven door de liefde eerst tot God, maar dan evenzeer tot de menschen. Onze lust tot strijden voor een ordening onzer zieke maatschappij naar Christelijke be ginselen, wordt in niet geringe mate verleven digd door ons bewustzijn, iets te kunnen. Dat bewustzijn wortelt in ons vertrouwen in de menschelijke natuur, in ons vertrouwen op God, die den drang naar vervolmaking in die natuur neerlegde en ons middelen geeft om aan dien drang te voldoen. Wij staan niet alleen. Wij strijden met God voor de door Hem gewilde orde. Heden juichen we, dat onze vaderen ons daarom samenbrachten, ook in het maatschap pelijk leven, ook in de politiek. En allen samen vernieuwen we het Verbond, vóór 50 jaar ge sloten. Wij kunnen niet blind zijn voor hetgeen door die eenheid in 50 jaar verkregen is en zijn oprecht blij, dat steeds die eenheid groeide en nu ons allen omvat. Zij moet blijven groeien, vooral innerlijk steeds sterker worden. Hetgeen wij daardoor verkrijgen, moge bij allen verwon dering wekken en hen doen begrijpen, dat slechts een terugkeer tot de Christelijke begin selen de maatschappij nog redt. In het oude Friesche wapen staan de Friezen als wachters naast den troon der Moeder met het Goddelijk Kind. Wij willen er nog staan om hare zending te doen vervullen, Christus te laten zien aan de wereld als haar heil en be houd. Het slotwoord werd gesproken door den bondssecretaris pastoor W. F. A. Overmeer. Als 'n bevestiging der goede wenschen voor de toekomst van den bond en zijn leden gaf de Aartsbischop zijn zegen. Met het zingen van het Friesche Volkslied werd de feestelijke bijeenkomst beëindigd. Zaterdagmiddag heeft Mgr. Dr. Method Zavoral, Abt van het Norbertijner-klooster Strahov te Praag, lid van 't Permanent Comité voor de organisatie der Internationale Eucha- De heer D. Hans vertelt in „De Vrijheid" eenige anecdoten van wijlen mr. Heems kerk. Hier volgen er eenige: Hij was minister van binnenlandsche zaken en men vroeg hem subsidie voor be paalde zaken. „Mijnheer de voorzitter", zei de mi nister in zijn antwoord, „wat is het sub sidiestelsel? Ik wandelde eens met mijn kinderen buiten, en we gingen bij een boerderij zitten om wat te gebruiken. Een van mijn kinderen brak een stukje koek in kruimels en gaf, dat aan een paar kip pen, die dicht bij ons liepen. Maar direct kwamen van alle kanten tientallen kippen aanstormen. Dat is het subsidiestelsel mijnheer de voorzitter!" Als minister van binnenlandsche zaken was hij eens ad interim minister van justi tie. Er was een zaak bij de regeering aan hangig, die beide departementen aanging. Op de Witte informeerde een Kamerlid hoe het er mee stond. „O" zei Heemskerk, „ik heb juist als minister van binnenlandsche zaken van morgen een brief op pooten gestuurd naar den minister van justitie, want ik vind, dat die de zaak wel wat lang onder zich houdt." Wij kennen toch allen vele van zijn ge vleugelde woorden en van zijn grappen? „Die zaak bestaat slechts in de ge achte verbeelding van den geachten afge vaardigde." „Als het een stelsel is, mijn heer de voorzitter, dan is het een stelsel van stelselmatige stelselloosheid". „De heer ter Hall ziet niet veel verschil tus- schen kunst en amusement. Ik wel. Zijn rede b.v. was een amusement, maar een kunst was ze niet". „Men zegt, dat de heer Talma in mijn kabinet evenmin thuis behoort als een varken in een synagoge. Maar een varken is immers nergens vei liger dan in 'n synagoge?" „Och, als ik zie hoe slecht geestelijke arbeid in ons vaderland wordt betaald, dan denk ik: was ik maar in den delicatessen-handel ge gaan!" De hand leggend op een stapel ingebonden Handelingen op de re- geeringstafel: „De welsprekendheid der Kamer, mijnheer de voorzitter, spreekt.... boekdeelen!" Op een zijner audiënties kwam een nog jonge man binnen. Minister Heemskerk herinnerde zich, dat deze onlangs al bij hem geweest was in verband met een solli citatie, maar hij herinnerde zich tevens, dat in de betrekking al was voorzien. „Mijnheer", zei Heemskerk onmiddel lijk, „het spijt mij zeer, maar die vacature is al vervuld. Het zou misschien toch niets voor u zijn geweest. Maar later mis schien. ..f" „Excellentie", antwoordde de jonge man, „ik kwam u juist bedanken omdat ik in die betrekking ben benoemd....!" Wie de lijst van „aangeboden betrekkin gen" in sommige groote dagbladen leest, begrijpt niet, dat er nog werkloozen zijn, waar toch dag-aan-dag zooveel baantjes worden aangeboden. Wie de bedoelde an nonces echter aandachtig leest, zal ervaren, dat het meerendeel dier annonces geplaatst is met de bedoeling om het gespaarde geld machtig te worden van de werkzoekenden, terwijl aan him persoon als werkkracht in het geheel geen behoefte bestaat. Ter waarschuwing van de goedgeloovigen geeft het „Algemeen Weekblad van den Middenstandsbond" een artikeltje waaraan het volgende is ontleend: We hebben hier voor ons een willekeurig genomen nummer van een groot blad. Zoekt u een betrekking? We zullen u helpen, dat ééne nummer van dit blad zij onze gids. We kunnen u aanbieden: een betrekking als directeur in een automobielbedrijf. Wat u bent, doet of kent, hoe oud u is daar wordt niet naar gevraagd en dat doet dan ook niets ter zake, mits u maar beschikt over 75.000 gulden. Ook van een ander bedrijf kunt u direc teur worden. De aard van het bedrijf wordt zelfs in het geheel niet genoemd. Als u maar deel neemt in het kapitaal „om een goed beheer te verzekeren", dan bent u de geschikte man, die het baantje krijgt. Het weekblad geeft nog enkele voorbeel den van dien aard en vervolgt: Slechts één behoorlijk baantje vonden we aangeboden, zonder dat de sollicitant geld behoefde te hebben om dat in te bren gen. Kapitaal werd hier dus niet verlangd, maar vakkennis ook niet. Alleen een beetje algemeene ontwikkeling werd ais zwakke eisch gesteld. Heel de menschheid is tegen woordig algemeen ontwikkeld, of acht het zich. Een beetje kennis van boekhouden, welke niemand vreemd is in onze dagen, kon tot aanbeveling strekken. Een baantje dus, dat door iedereen kan worden waar genomen, en gehonoreerd zou worden om te beginnen met f 120 per maand. Heusch niet slecht in dezen tijd. Om ieder een zijn kans te laten benutten, drukken we die advertentie hierbij over: „Gevr. v. spoed. alg. ontwikkeld pers., kennis van boekh. t. aanbev. Aanv. sal. f 120 per m. Br. m. postz. voor antwoord ond. no...." Men ziet uit alle afkortingen, dat er geld was gespaard op deze advertentie, waarop ieder „pers." mannelijk of vrouwelijk die maar werk verlangt, zou kunnen schrij ven. Dat zijn een half millioen menschen in ons land. Zeg nu maar weinig, dat er 500 brieven op zoo'n advertentie binnenko men; dan ontvangt de steller der adver tentie 500 postzegels a 6 ct. van 500 arme doodgesjochte menschjes, die er een hap eten voor uit den mond sparen. De steller „verdient" dan op zijn annonce f 25 schoon. Het is schuimen op de armoe van ver twijfelde menschen» ristische Congressen, een bezoek gebracht aan onze Amsterdamsche bureaux. Monseigneur werd begeleid door den gezant van Tsjecho-Slowakije bij het Nederlandsche Hof Z. E. Miroslav Plesinger Bozinov. alsmede door den kamerheer van Z. H. den Paus, Dr. J. J. Rückl en diens echtgenoote. Op zijn tocht van Den Haag naar Amsterdam vertoefde 't hooge gezelschap allereerst eenigen tijd te Warmond, waar onder leiding van den president Mgr. H. J. M. Taskin de gebouwen van het Groot-Seminarie werden bezichtigd. Te Haarlem werd een bezoek gebracht aan Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, waarna de kathedraal in oogenschouw werd genomen. Vervolgens werden de buitenlandsche gasten op het raadhuis door den burgemeester begroet. Hartelijk onderhield de Hoogeerwaarde Abt zich met den Haarlemschen magistraat, die Mgr. Zavoral en zijn begeleiders te zijnen huize noodigde voor de lunch. Te ongeveer half vijf arriveerden de hooge bezoekers voor het .Kasteel van Aemstel" aan de N.Z. Voorburgwal, waar zij door directie en hoofdredactie werden ontvangen. Monseigneur had voor zijn bezoek wel een ge lukkig oogenblik uitgekozen. De avondbladen waren reeds verschenen, zoodat de technische en redactioneele afdeelingen rustig konden worden bezien. Vol belangstelling liet Monseig neur zich de werking van de machines verkla ren en met evenveel interesse bezichtigde het gezelschap de verschillende afdeelingen van redactie en administratie. Bij zijn bewondering voor de technische outillage van het bedrijf voegde Monseigneur zijn groote waardeering voor de Katholieke pers in Nederland. Van onze bureaux begaf het gezelschap zich naar Hilversum, waar Mgr. Zavoral voor de K.R.O.-microfoon in de Tsjechische taal een toespraak hield tot de Katholieken van Neder land richtte, en het gebouw bezichtigde. Teneinde aan de tot dusver geregeld voor komende contingent-overschrijdingen een einde te maken, heeft de Fransche regeering het totale contingent voor den import van steen kool, bruinkool en bijproducten weer tot 70% verhoogd. Bij vroegere besluiten was het contingents percentage op 60% bepaald, doch er was nog een extra-contingent van 130.000 beschikbaar gesteld, waardoor het in feite tot 68% toe kon bedragen. De nieuwe regeling geldt, volgens de „Tel." voorloopig voor de maand Juli, maar zij zal worden verlengd, tot een verbetering in het kolenverbruik wordt geconstateerd, dat sedert verscheidene maanden stationnair is gebleven. Met de bepaling van het contingent op 70% beoogt men vooral tegemoet te komen aan de buitenlandsche mijnen, die zich ver plichten, om in haar nationaal contingent voor den export naar Frankrijk bij te dragen, uit sluitend in den vorm van kolen voor huis brand. Ter regeling van den invoer heeft de Fransche regeering besloten, driemaandelijksche invoervergunningen te verstrekken. Mijnen en importeurs, die daarop reflecteeren, mogen echter per maand slechts 80% van het hun toekomende contingent importeeren. De invoer der resteerende 20% kan pas aan het einde der periode van drie maanden geschieden. Men meldt aan het „Vad." uit IJmuiden: De deputatie uit de Reedersvereeniging en de Vischhandelvereeniging, welke naar Parijs is geweest om faciliteiten te verkrijgen voor den uitvoer van visch in het derde kwartaal, is hier teruggekeerd. Zij heeft niet anders kunnen ver krijgen dan dat er tot a.s. Maandag nog fijne visch als tong, tarbot, e.d. naar Frankrijk mag worden verzonden. Een totale hoeveelheid is niet opgegeven, doch daar er geen groot aan tal schepen op zee is kan de hoeveelheid te ver zenden visch niet groot zijn. De uitvoer van grove zeevisch blijft nog wel geoorloofd; het contingent hiervan is op 250.000 K.G. bepaald. Men deelde ons echter mee, dat het niet lang zal duren, of ook dit quantum is bereikt, en dan zijn de Fransche grenzen voor onze zeevisch tot 1 October gesloten. U herinnert zich ongetwijfeld nog wel, wie het kindje van Lindbergh vermoord heeft. De Amerikaansche politie en justitie (lof zij dezen beiden instituten van onbesproken levenswandel!) hebben het groote geheim nog steeds niet weten te onthullen, maar in „Het Volk" is het raadsel al lang opge lost: het kapitalisme was de moordenaar, en 't is alleen de anti-kapitalistische socia list, die het recht heeft, verontwaardigd te zijn over zóó'n misdaad.... Met de opperst-bewuste vroomheid van den Pharisaeër vóór in den tempel heeft een hoofdartikelen-schrijver in „Het Volk" namens alle rechtgeaarde partij genooten zijn oogen ten hemel gericht en demon stratief „gebeden": „Heb dank, o Heer, dat wij niet zijn als dezen, kapitalisten, uitbuiters, uitzuigers, ja zelfs moordenaars van een onschuldig, hef kind, moordenaars, moordenaars om wille van het kapitalistisch goud!".... Dezer dagen was het tien jaar geleden, dat Walter Rathenau, de Duitsche staats man, vermoord werd, en weer is de Pha risaeër van „Het Volk" naar voren getre den in den tempel, minachtend, met opge heven hoofd den kapitalistischen tollenaar daarachter voorbij schrijdend: „Heb dank, o Heer „Is het toevallig, dat met uitzondering van ons blad vrijwel de geheele pers zich met een kort berichtje van de Rathenau- herdenking heeft afgemaakt? Tien jaar is het geleden, dat deze groote staatsman-be drijfsleider-denker lafhartig is vermoord door personen uit de ultra-rechtsche groe pen, die thans, met den trouwen finan- cieelen steun van het groot-kapitaal, in Duitschland tot een voor geheel Europa ge vaarlijke macht zijn gegroeid. Het is onze taak te zorgen, dat Rathenau niet in h*t duister der vergetelheid wordt teruggedrongen. Het kapitalisme is met den geest van Rathenau nog niet klaar!" Aldus „Het Volk" in zijn zelfverheffing: Alleen „Het Volk" herdenkt een Rathe nau waardig, de niet-socialistische pers acht het de moeite niet waard, den moord op een nobel mensch in herinnering te brengen en haar lezers afschuw voor zulk een moord in te boezemen. „Alleen „Het Volk" zal er voor zorgen, dat de goede geest van Rathenau niet te ruggedrongen wordt in het luguber-misda- dige duister van het kapitalisme. „Heb dank, o Heer...." Het blad begaat een vergissinkje: reeds dagen vóórdat „Het Volk" Walter Rathe nau herdacht, verscheen er in ons blad een zeer waardeerend herdenkingsartikeL Maar 't is niet dit blundertje, waarop wij wijzen wilden; 't is de prediking der eigen voortreffelijkheid, welke „Het Vok" niet achterwege heeft kunnen laten, waar op wij even de aandacht wilden vestigen. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, prae-advies uitbrengend op het voorstel van de heeren Miranda en Polak in de vergadering der Prov. Staten van 1 December, stellen voor hen te machtigen over het jaar 1932 een bedrag van ƒ100.000 te besteden tot het verstrekken van tegemoetkomingen aan tuinders, wier pro ducten op de veilingen de onder goedkeuring van Ged. Staten vastgestelde minimumprijzen niet opbrengen, mits de tuinders van deze pro ducten afstand doen en indien, na overleg met de commissie tot het instellen van een onder zoek naar de toestanden in den land- en tuin bouw in Noord-Holland, een naar het oordeel van Ged. Staten bruikbaar stelsel kan worden gevonden, dat de noodige waarborgen biedt voor een goede besteding van voornoemd bedrag. De Provinciale Staten van Zuid-Holland zijn bijeengeroepen tegen Vrijdag 29 Juli om 11 uur in het gebouw der Eerste Kamer voor de stem ming over de candidaten voor de Eerste Kamer. Dien dag zullen eveneens de stemmingen ge houden worden door de Prov. Staten van Gel derland, Overijsel, Groningen en Drenthe. In de Zaterdagochtend te Kerkrade gehouden jaarvergadering van de Domaniale Mijn-Maat- schapij werd benoemd tot directeur de heer ir. Fock, thans bedrjjfsingenieur dier mijn. Den heer Husmann werd op de meest eervolle wijze ontslag verleend als directeur dier mijn en tevens benoemd tot commissaris. De voor zitter van den raad van commissarissen, ba ron Michiels van Kessenich, deelde mede, daar toe gerechtigd door den Minister van Water staat, dat bij K. B. benoemd is tot officier in de orde van Oranje-Nassau, de aSgetreden directeur de heer Husmann. Het jaarverslag van de Domaniale Steenko lenmijnen werd goedgekeurd. Van het winst saldo werd ruim ƒ360.000 afgeschreven. Er zal geen dividend worden uitgekeerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5