BUITENLANDSCHE REIZEN VOOR BRIDGERS i. i m i m mtm Don Bradman Het uitkomen R.K.F. PROGRAMMA HET DAMSPEL ZATERDAG 9 JULI Phenomeen met het bat Douane-moeilijkheden, Rijvaardig heid, taal en geld GRENZENVREES MISPLAATST moeilijkheden in den vreemde Waar gaan we heen? De bagage Is het grensgebied gevaarlijk? WW 1 T.Y.B.B. en Caesar beginnen aan de laatste ronde Ons eigen land Is mooi, héél mooi zelfs. Rei zen in Nederland biedt dan ook verschillende voordeelen en velen zullen in de huidige om standigheden in eigen land willen blijven, óf uit gebrek aan contanten óf uit vaderlands lievende overwegingen. Maar daarnaast blijkt de stroom van toeristen, die naar het buiten land willen, krachtiger dan ooit te zijn, vooral nu velen een auto voor beroep of zaken be zitten en het reizen voor hen aldus veel goed- kooper is, dan met den trein. Het komt ons dus gewenscht voor, om ter voorlichting van de ongetwijfeld talrijke lezers, die ook dit jaar per auto een tochtje over de grenzen willen maken, eenige wenken te publiceeren. Deze zijn ons verstrekt door den A.N.W.B. Toeristenbond voor Nederland, een vereeniging, die steeds de aandacht vestigt op ons eigen land, zonder daarom de belangen te verzaken van de toeris ten. die naar het buitenland willen. Heel veel automobilisten koesteren nog een onbestemde vrees voor de grenzen; de vele be richten over verhooging van douanetarieven en de onrustbarende waarschuwingen van den laatsten tijd hebben daaraan zeker geen goed gedaan, integendeel! Wanneer we echter na gaan, dat alleen de A.N.W.B. in het jaar 1931 niet minder dan ruin» 33.000 internationale rijbewijzen heeft afgegeven, dan bewijst zulks wel zonneklaar, dat die „grenzenvrees" mis plaatst is. Wie met zijn auto naar het buiten land gaat, en zijn reis onvoldoende voorbereidt, zal inderdaad oponthoud hebben, daar, „waar vriendschap moet heelen, wat grenzen deelen". Hij zou o.m. een waarborgsom moeten storten, om zekerheid te geven, dat zijn auto weer uit het vreemde land zal worden uitgevoerd. Wie lid is van een toeristenbond, heeft daarmede niets te maken, want hij kan dan de neodige documenten verkrijgen, die niets meer of min der dan een „Sesam open U" inhouden. Op het „hoe en waarom" van die documenten kunnen wij in dit bestek niet nader ingaan, wie er meer van weten wil, schrijve een briefje aan een der bekende toeristenbonden of cms bu reau. Alle deelnemers moeten een paspoort hebben; voor België en Luxemburg is een be wijs van Nederlanderschap voldoende. Bijgaand overzicht geeft dienaangaande gedetailleerde inlichtingen. Het is echter niet te veel gezegd, dat het Pan-Europa van wijlen Briand reeds thans voor den bona-fiden automobilist ge realiseerd is! Voor behoeft de automobilist niet te vreezen. Wie in Holland behoorlijk rijden kan, past zich ln enkele uren aan de veranderde omstandigheden aan. Zelfs rijden in het hooggebergte is niet moeilijk aan te leeren en dikwijls zelfs minder gevaarlijk, dan een tochtje over een smallen Nederlandschen dijk! Vóór de reis moet de wagen eens goed onderhanden genomen wor den, voorts kan men enkele reserve-onderdee- len meenemen. Veel behoeft het niet te zijn, want in geheel „beschaafd-Europa" zijn goede garages te vinden. Voor verdwalen behoeft men ook al niet bang te zijn, want ofschoon in geen enkel land zulk een systeem van wegwijzers voorkomt als dat van den A.N.W.B. in Neder land, zoo ontbreken dergelijke aanwijzingen toch nergens. Bovendien zorgt men er natuur lijk voor goede kaarten, gidsen en een volkomen uitgewerkt reisplan te bezitten, dat men, evenals practische reiswijzers, bij den A.N.W.B. ver krijgen kan. In 1931 (een oeconomi6ch slecht jaar) werden 27.000 reislnlichtingen afgege ven, op 1 Mei 1932 waren er reeds pijn. 30 pCt. meer dan in de eerste 4 maanden van 1931! De vreemde taal en het geld? Och ja, het is wel gemakkelijk, als men b.v. vlot Hon- gaarsch kan spreken, maar zonder dat komt men er óók wel, en meestal zelfs héél goed! Een zakwoordenboekje kan zijn gewicht in goud waard zijn. Men moet niet te veel con tant geld medenemen, dit kan verloren geraken of gestolen worden. Practisch zijn de z.g. reis- chèques of een credietbrief, dien men bij bank instellingen kan verkrijgen. En tenslotte is een reisbagage-verzekering heel nuttig. Men moet dan echter aHes verzekeren, ook op de reis te dragen kleeding en de voorwerpen in de zak ken. Verzekert men b.v. tot een bedrag van 1000 gulden, terwijl men voor 1500 bij zich heeft, dan wordt van elke schade maar twee derde gedeelte vergoed. De automobilist verkeert in een bevoorrechte positife! Met spoorboekjes, volle coupé's en hotelreserveeringen heeft hij niets te maken. Wanneer in een bepaalde stad eens toevallig alle hotels bezet mochten zijn, dan vindt hij in een naburige plaats allicht wél onderdak. In een kort tijdsbestek kan hij ongeloofelijk veel zien; in dit verband moet echter tegen jak keren en overhaasting gewaarschuwd worden! Hoeveel kilometers men per dag rijden zal, hangt af van rijder en passagiers. Een bepaald getal is dan ook niet te noemen, maar wan neer men in een mooi .deel van Europa ver toeft, zal men toch allicht niet meer dan een twee honderd kilometer per dag maken. Voor een tochtje langs den Rijn (vanouds zeer ge liefd!) heeft men aan een dag of vijf al ruim schoots voldoende. Den eersten dag b.v. tot Keulen, den tweeden tot Koblenz, gecombi neerd met kleine excursies door het Ahrdal en langs den rechter Rijnoever, den derden dag langs de Mbezel en door den Eifel naar Schlei- den, Gemünd of Aken, den vierden dag door Zuid-Limburg en Noord-Brabant en den vijf den dag naar huis terug. Wanneer men zich alleen tot den Rijn beperkt, laat men de ex cursie door den Eifel vervallen, en rijdt men op de heenreis langs Boppard en Bingen naar Wiesbaden en op den terugweg door het Tau- nusgebergte langs Langenschwalbach, Nassau en Ems. Ook de Belgische en Luxemburgsche Ardennen en het Maasdal kan men in dit tijd verloop doorkruisen, verder staan het Sauer- land, Westerwald, de Belgische Zeekust en ook nog het Harzgebergte te onzer beschikking. Ditmaal kunnen wij slechts vluchtig eenige toeristengebieden noemen, binnenkort zullen wij nog eenige reisschema's, ook voor rijwiel en wandeltoeristen, publiceeren. Daarbij zullen behalve ons eigen land ook de wat verder ge legen streken eens behandeld worden, zooals b.v. de Alpen en eenige andere centra van Duitschland, Frankrijk of Oostenrijk. Een vierpersoonsauto is eigenlijk wat te klein, om door vier personen voor een lange reis gebruik-t te worden. Men moet zich dus wel ietwat beperken ten aanzien van de bagage. Kleedingstukken, die men weinig of niet ge bruiken zal, moeten hun plaats afstaan aan meer noodzakelijke reisbehoeften. Men behoeft overigens heusch geen zeer duren autokoffer aan te schaffen, de gewone koffers zijn vol doende. Wel moet men een dekzeiltje om die koffers wikkelen, anders komt alles onder het stof te zitten. De meeste auto's zijn tegenwoor dig van een bagagedrager voorzien, terwijl er ook handige treeplankrekken bestaan, welke weggeklapt kunnen worden. Met een klein beetje gevoel voor de practijk zal men zonder twijfel een redelijke oplossing voor het bagage- vraagstuk kunnen vinden. De moeite, die daar voor vereischt wordt, weegt ruimschoots op tegen den last en de zorg, die de treinreiziger voor zijn koffers heeft! Men zou het haast gaan gelooven, wanneer men verschillende berichten der laatste weken leest. Maar de practijk en de ondervinding zijn ook hier de beste leermeesteressen en zij heb ben ons tot de overtuiging gebracht, dat het grensgebied heelemaal niet gevaarlijk is. Zelfs in dezen tijd van smokkelhandel reist de auto mobilist nog even prettig als een jaar of wat geleden. Van over de Duitsche grens b.v. wer den ons onheilspellende berichten toegestuurd, „Fliegende Kolonnen", die zoo maar „in eens" zouden schieten; aanrandingen; strenge visi tatie, enzoovoorts. Wat het laatste betreft, weten wij uit ervaring, dat de eerzame toerist in den regel maar heel vluchtig gecontroleerd wordt; aanrandingen komen in het buitenland niet veel vaker voor dan ten onzent, en die aanhoudingen onderweg door zwaarbewapende Zoll-beambten zijn zóó sporadisch, dat men er zoo goed als nooit iets van bemerkt. Wanneer men soms aangehouden mocht worden (als numinnnnnnnininniinniriiiHinnniiusni Mammie, is dat een componist, die z'n notenbalken meeneemt? regel door ambtenaren in uniform) dan moet men natuurlijk stoppen. Maar ook wanneer men in Nederland zou doorrijden, kan een kogel het gevolg zijn! En de Neder laodsche douane-beambten zijn niet eens in uniform! (Men moet natuurlijk niet smokkelen en verder steeds bedenken, dat men in het vreemde land als gast vertoeft, met taalkwesties, politiek of fascisme heeft men niets te maken. En als men er zich niet zelf mede bemoeit, zal men er ook weinig of niets van bemerken. Douane- en politie-beambten moeten natuurlijk beleefd be jegend worden, als een buitenlandsche agent u soms aanhoudt, antwoordt dan in uw moe dertaal, allicht zal het incident daardoor veel gauwer tot het verleden behooren! In dit korte bestek kunnen wij niet te uit voerig op alles ingaan, wat met reizen in ver band staat. Wanneer er soms lezers mochten zijn, die over een of ander punt nadere inlich tingen wenschen, dan zal onze redactie die gaarne verstrekken. Juist in dezen zwaren tijd is het zoo goed, dat men er eens een tijdje heelemaal uit ls. En juist het autotoerisme stelt ons daartoe in staat, goedkoop, aangenaam en gemakkelijk. Wij wenschen al onzen lezers dan ook van harte; GOEDE REIS! Alles betreffende deze rubriek te adresseeren aan den schaakredacteur van dit blad. Partij gespeeld in het toumooi te Cambridge, 26 Maart2 April 1932. J. H. O. VAN DEN BOSCH, Wit. C. H. ALEXANDER, Zwart. (Damepionopening) Wit 1. d2—d4 2. c2c4 3. Pblc3 4. Ddlc2 Zwart Pg8—f6 e7e6 Lf8b4 Deze voortzetting is van Capablanca. Zie voor analyse van deze opening ook de partij WinterColle in de vorige rubriek. 4 .Pb8c6 Het theoretische d7d5 verdiende hier ver moedelijk de voorkeur. 5. Pgl—f3 d7d6 6. Leld2 e6e5 7. a2a3 Sultan Khan speelde in denzelfden wedstrijd in deze stelling 7. d4d5. 7. Lb4 c3 8. Ld2 c3 e5 d4 liiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiimuiiiiiifiiMniii Algemeen wordt aangeraden te inviteeren in de kleur, waarin men een hooge kaart heeft. Dat wil zeggen een laag kaartje voorspelen, wat voor den partner een wenk moet wezen, dat men er iets hoogs in heeft. Deze aanwijzing nu is erg vaag, veel vager dan de aanwijzing, die de vierde kaart van boven geeft. Men noemt het voorspelen van die vierde kaart „de regel van elf". Er zijn dertien kaar ten in het spel, die van onder naar boven ge teld van twee tot aas oploopen. Boven de twee zijn dus nog dertien kaarten, boven de drie twaalf en in het algemeen boven elke kaart veertien, verminderd met de waarde van die kaart, als men den boer de waarde elf, de vrouw de waarde twaalf, den heer de waarde dertien en het aas de waarde veertien toekent. Komt men nu uit met zijn vierde kaart van boven, dan weet de partner, dat ge nog drie kaarten die hooger zijn, in handen hebt. Het aantal kaarten, dat in de andere drie handen zit, is dus elf verminderd met de waarde van de voorgespeelde kaart. Hiervan weet uw partner, welke er op tafel liggen en welke hij zelf in handen heeft en dus kan hij uitrekenen, hoeveel de leider er heeft en in vele gevallen ook welke de leider heeft. Ik zal hiervan een paar voorbeelden geven. Wanneer degene die voorzit uitkomt met een acht in een of andere kleur, dan zijn er in het spel buiten de kaarten in de voorhand dus nog elf, verminderd met acht, dat is drie kaarten. Op tafel ligt boer en aas. Gesteld nu, dat de achterhand, dus de partner van dengene die uitgekomen is, de vrouw heeft en de blinde gaat niet boven de acht, omdat hij in de tweede hand een kleintje speelt en een hooge kaart van de achterhand verwacht, dan kan de achterhand onder de acht blijven, daar hij uit gerekend heeft, dat de leider er niet boven kan. HU weet dan verder, dat de partner de negen, tien en heer in handen heeft. Komt de voorhand met de acht uit en heeft diens partner heer en boer, terwijl de vrouw op tafel ligt en de blinde legt de vrouw niet in, dan kan hy weer met een kleine volstaan en weet, dat de leider niet boven de acht kan. Hy blyft dan met heer en boer achter de vrouw. Was de vrouw gespeeld, dan had hy den heer er op gelegd, wetend dat zyn partner het aas heeft en dat de boer de hoogste kaart na dat aas is. Nu is dit voorbeeld byzonder gunstig. Ge- wooniyk zal die vierde kaart geen acht zyn, gunstig is al, als het zeven of zes is. Op verschillende wijzen kan men er zyn voor deel mee doen. Een typisch voorbeeld geeft B. M. van de Groene in zyn handboek, dat ik me veroorloof hier te citeeren. De voorhand komt by sans atout uit met een zeven. Op tafel ligt van die kleur niets anders dan heer en negen. De heer van den blinde wordt op deze zeven gelegd. De achterhand heeft vrouw, boer, twee. De achterhand rekent nu uit, dat de leider geen kaart heeft, die boven de zeven gaat. Hij gooit nu den boer by. Waarom? Wel, omdat zijn partner, naar hy kan na gaan, aas, tien en acht heeft en mogelyk nog een kleintje of een paar kleintjes. Had hy nu zyn twee er by gedaan, dan was er gevaar geweest, dat hy later een kaart van zyn partner in die kleur had moeten overnemen en niet meer in die kleur kon nakomen. Nu echter kan de partner, als hy aan slag is, de geheele serie afspelen. Kleiner is echter het voordeel van dezen regel als de kaart, waarmee uitgekomen is, een lage kaart is en er dus vry veel kaarten boven gaan. Maar toch blijft het dan zijn voordeel hebben, want is die kaart een twee, dan is dat een aanwyzing, dat de voorhand van een vierkaart is uitgekomen, wat een inlichting van waarde kan zyn by een troefspel, als het er om gaat of een kleur nog kan loopen. Van belang is de regel echter in hoofdzaak voor de eerste uitkomst. In het midden van het spel is het van minder belang met de vierde kaart uit te komen. Beter is het dan om, als men een serie heeft, daarvan de hoogste te spelen. Dit is een vaste regel voor de voorhand, als deze moet uitkomen, wanneer de voorhand heer, vrouw heeft, moet hy heer spelen; als hij vrouw! boer en tien heeft, de vrouw. Dit is dus altyd de hoogste spelen van een serie. Een uitzondering wordt gemaakt met aas, heer. Dan speelt men het aas niet, maar den heer. Waarom, zal ik later nog even verklaren. (Wordt vervolgd). 9. Pf3 d4 Pc6 d4 10. Lc3 d4 Lc8—d7 11. e2e3 Ld7c6 12. Lfld3 Dd8e7 Indien 12. Lc6:g2; 13. Thlgl! enz. 13. f2—f3 Om 13. Lc6e4 enz. met zeer over zichtelijk spel, te voorkomen. 13. h7h6 14. 0—0 h7h6 15. e3e4 Tf8e8 16. Tal—el! Stand na 16. Talel! Wit heeft belangrijk positievoordeel; hy be- heerscht het centrum en de zwarte stukken hebben maar weinig bewegingsvrijheid. 16. 17. 18. 19. Dreigt 22. Te5 19. 20. 21. 22. 23. Maakt Tf3—g3 24. 25. 26. 27. 28. Ta8d8 b7—b6 Lc6b7 Dc2c3 Ld3—bl! Dc3c2 20. e4—e5! d6 e5. 21. Tel e5, De7— e8t, Td8:e8; 23. Ld4:f6! enz. Pf6d7 f3—f4 Pd7—f8 Ld4c3 De7—d7 Tfl—f3 f7—f5 Dc2—f2 Dd7c6 plaats voor den toren, daar anders onmiddellyk beslissend is. Tf 3g3Td8d7 e4 f5 Te8 elf Df2 el Dc6c5t Kgl—hl Dc5 c4 f5—f6! Zwart geeft op. De aanval op zyn koningsstelling is niet af te slaan. Een door den Hollander uitstekend gespeelde party. OPLOSSING PROBLEEM (V. U. Gandolfi) De stand was: Wit: Kg3, Tdl, Pf7. Zwart: Kf8, Le3, Lc8. Wit Zwart 1. Pf7d6! Lc8e6(a) 2. Tdl—el Kf8e7 3. Pd6e4! Wit wint. (a) 1.Lc8a6; 2. Tdlal! enz. win.t OPLOSSING DAAROPVOLGEND PROBLEEM De stand was: Wit: Ke6, Pe3, Lfl. Zwart: Kh5, Lg3, pion h6. Wit Zwart 1. Ke6—f5! Kh5—h4! 2. Pe3—g2t Kh4h3 3. Pg2elt Kh3h2(a) 4. Pel—f3t Kh2—hl 5. Kf5—g4 Lg3— 6. Kg4h3 7. Lfl—g2f en mat. (a) 3. Kh3—h4: 4. Pel—f3t, Kh4—h5; 5. Lfl—h3! gevolgd door 6. Lh3g4t en mat. OPLOSSING (A. CHICCO). De stand was: Wit: Kh4, Dal, Tel, Tel, Pc3, Lgl, Lhl, pion nen a3, g3, a4, g4, b5. Zwart; Kd4, Dd7, Ta2, Tc4, Pe6, Le2, pion nen b3, b6, e7. Mat in twee zetten: 1. g4g5! enz. OPLOSSING PROBLEEM B. RESTADT. De stand was: Wit: Ka8, De2, Td8, Pa6, Pd8, Le4, Ld6, pionnen b2, b7. Zwart: Kd4, Da5, Ta3, Th5, Pa2, Pe7, pion a7. Mat in twee zetten: 1. Le4d5! enz. OPLOSSING PROBLEEM A. TROITSKY. De stand was: Wit: Kc3, Pd3, Lh5, pion e5. Zwart: Ka6, pionnen h6, g2. Wit Zwart 1. e5e6! g2—gl=D 2. e6e7 Dglg7t 3. Kc3c4 Dg7 e7 4. Pd3b4t Ka6b7 5. Lh5f3t Kb7c8 6. Lf3—g4t Remise door eeuwig schaak en indien Zwart dat verhinderen wil, dan: 6. Kc8e7 7. Pb4d5t wint de dame. Zooals in alle takken van sport treden er in cricket ook enkele namen naar voren van spe lers, die door hun prestaties tot de verbeelding der sportliefhebbers hebben gesproken en thans haast met cricket worden vereenzelvigd. Daar was eerst de oude W. C. Grace, de fabelachtige all-rounder van een vorige Engelsche generatie, forsche figuur met imponeerenden baard. Toen hy zich uit cricket terugtrok had hy in eerste-klas cricket 126 centuries gescoord. Een record dat men door niemand verbeterd dacht! Toen kwam Hobbs. Deze sympathieke Engel sche cricket-professional, in tegenstelling met Grace, die amateur was, heeft op het oogenblik in eerste-klasse cricket al 185 honderden ge maakt. En dat wil wat zeggen, om één century in Engelsch county-cricket te maken. Doch Hobbs is heden ten dage al weer in de schaduw gesteld door de verrichtingen van den jeugdigen Australischen batsman Donald Geor ge Bradman, die geboren in het onbekende plaatsje Constamundra in Nieuw-Zuid-Wales op 27 Augustus 1908 thans dus 23 jaar oud is en kort geleden in het huwelijk is getreden. Bradman is dus nog jong, maar heeft des ondanks in de vijf seizoenen „big" cricket die hij speelde, ten volle bewezen dat hij in de ry van Grace, Hobbs e.a. mag worden opgenomen en hy moet in staat worden geacht om gemak- keiyk de door Grace en Hobbs gevestigde re cords te verbeteren. Ziet wat hy reeds tot dusverre presteerde! In den Australischen winter 1927-'28 kwam hy voor het eerst in de groote matches van zyn land uit en hy debuteerde in den inter-state wedstryd N.-Z.-WalesZ.-Australië reeds met een feillooze 118. Met zijn Staat-elftal nogmaals tegen Z.-Australië spelend maakte hy toen 134 not out. Zyn groote kwaliteiten kwamen echter eerst recht tot uitdrukking in het volgend sei zoen, toen Engeland in Australië tourde. Zijn slot-gemiddelde was in dat seizoen 1690 runs in 24 innings (6 keer not out), gemiddeld 93.88. Hoogste score 340 not out. In twee der test- matches scoorde hij een century. Het jaar daarop bracht hij het op naam van zyn landgenoot Ponsford staande we reldrecord voor de hoogste score op zyn naam met 452 not out. Dit geschiedde in een match tegen den staat Victoria en was waarschynlyk een grootsche wraak voor het feit dat Victoria er in geslaagd was hem in de le innings voor 3 aan den kant te zetten! In 1930 was Bradman in Engeland. Zyn fa buleuze verrichtingen met het slaghout liggen nog versch in het geheugen, zyn eerste twee innings in Engeland bedroegen reeds niet min der dan 236 en 185 not out. Hij maakte op dien tour elf centuries, waarvan zes keer boven de 200. In de testmatches bedroeg zijn hoogste score 334; de eerste honderd runs van deze century had hy in Leeds reeds vóór de lunch te pakken, een prestatie slechts eerder verricht door Trumper en McCartney. Zyn gemiddelde in de - testmatches bedroeg 139.14! Over alle matches 99.06. In den winter van 1930-'31 speel de hy met Australië in de testmatches tegen West-Indië, 258 en 223 waren zyn hoogste sco res. In het afgeloopen seizoen tenslotte werd te gen de Z.-Afrikanen gespeeld en weer onder scheidde zich Bradman. In 8 innings scoorde hy vier honderden (226,112,167 en 299 not out)ge middelde 170.De Afrikaansche bowlers wa ren in wedstryden, waarin Bradman speelde, reeds by voorbaat van hun inferioriteit over tuigd engeslagen! In totaal scoorde Bradman in vyf seizoenen niet minder dan 34 honderden en gezien zyn jeugd valt het met geen mogelijkheid te voor spellen, met hoeveel hy er zal eindigen. Hobbs is 50 jaar en heeft er 185, zoodat Bradman wat dat betreft, nog 27 jaar beschikbaar heeft. We zullen dus nog genoeg van den jongen Austra liër hooren en Engeland zal in de heroïsche toetswedstryden nog genoeg van Bradman's schitterende prestaties last hebben! Het R.K.F.-programma voor Zondag luidt: Kampioenscompetitie Caesar—T.Y JB.B. Promotie-competitie Boxmeer—R.A.C. B.V.C.—W.I.K. We beginnen dus thans aan het einde van de kampioenscompetitie. Caesar en T.Y.B.B. ontmoeten elkaar in Beek en de verliezer krijgt dan een kans op revanche in Haarlem. Slaagt de verliezende partij daar in, dan zal wederom een beslissingskamp noo- dig zyn. Een kansenberekening is voor dezen wedstryd moeiiyk te maken. T.Y.B.B. is overtuigender kampioen gewor den dan Caesar en mede het feit, dat de Haar lemmers in uitwedstryden zeer goed op dreef zyn doet ons in een Haarlemsch succes geloo ven. Dan is het landskampioenschap voor het gry- pen! Alles betreffende deze rubriek te adressee ren aan den damredacteur van dit blad. Party, gespeeld in den jongsten wedstryd om het Kampioenschap van Nederland. P. J. van Dartelen, Wit. J. H. Vos, Zwart. (3228-opening) 32—28 18—23 2. 34—29 Dit is mi. niet minder sterk dan het mo derne 2. 33—29 (Chefneu). 223:32 In het Jbumooi Parijs 1931 sloeg Bi2ot tegen Garoute 223:34; waarna, na 3. 39:30, een regelmatige party ontstond. 3. 37:28 12—18 4. 41—37 7—12 5. 37—32 1—7 Zwart had hier op de combinatie kunnen spelen, die in een partij Polman.Bonnard is voorgekomen52025 6. 4641, 1923; 7. 28:19, 14:34; en indien wit nu machinaal onmiddellijk 40:29 slaat, dan Zwart 2530! 1319; 17:46! Bonnard sloeg echter eerst 39:30! 6. 46—41 19—23 7. 28:19 14:34 8. 40:29 20—25 8. 41—37 10—14 10. 32—28 Wit had 3328 moeten spelen, met steeds minstens geiyk spel: 10. 3328, 1721; (Zwart moet den uitruil 2923 en 2822 natuurlyk verhinderen) 11. 39—33, 14—20; 12. 44—39, 21 —26; 13. 50—44, 5—10; 14. 44—40. 18—22, 15. 28:17, 11:22; 16. 47—41, 10—14; 17. 31—27, 22:31; 18. 36:27, 14—19; 19. 29—24, 20:29 20. 33:24, 19:30; 21. 35:24, 7—11; 22. 39—33! en naar gelang van Zwart's spel, gevolgd door 3228 of 3329, steeds met uitmuntende stelling. "105—10 1L 37—32 14—20 Zwart bereidt zich voor om op het gun. sige oogenblik de hekstelling in te nemey, ter- wyl hy zich bovendien voorbehoudt om, zoo noodig, door 20—24 en 25:14 uit te ruilen. Stand na 1114—20. Wit kan de hekstelling voorkomen, door 42 37 te spelen en daarna zyn rechtervleugel snel te ontwikkelen, maar dan komt zyn lin kervleugel in een minder gunstige positie: 12. 42—37, 17—22; 13. 28:17, 12:21; 14. 31—26, 7—12; 15. 26:17, 12:21; 16. 32—28, 21—26; 17. 45—40, 10—14; 18. 39—34, 18—22; 19. 28:17, 11:22; 20. 4439, 812! enz. met moeiiyk spel voor Wit. 12. 44—40 17—21 Hier kwam 1721 en 12:21 zeer in aanmer king. 13. 31—26 10—14 14. 26:17 11:22 15. 28:17 12:21 16. 32—28 Deze party is belangryk voor de theorie der hekstelling; de strategie van den verdediger (hier Wit)zoo sterk mogelyk het centrum bezetten en die van den aanvaller: de vijan- deiyke centrumstelling afbreuk doen zonder evenwel te trachten zelf op. het midden te ko men, komen bijzonder duidelyk uit. De hekstelling, die vroeger gewoonlyk reeds in de opening werd ingenomen, is in de wed stryden der laatste tien jaren vrywel niet meer voorgekomen. De practyk heeft namelyk uitge wezen dat de opgeslotene gewoonlijk de beste kansen had. Thans schynen eenige meesters deze interessante stelling nieuw leven te wil len inblazen en haar in het middenspel en na de schijven op de lange lijn ontwikkeld te hebben te willen probeeren. M. i. echter heeft de opgesloten party ook dan over het algemeen het beste spel. 16712 17. 5044 2126 18. 42—37 18—22! Zwart speelt uitstekend en hy slaagt er in de hekstelling in haar gunstigsten vorm in te nemen. Maar zooals straks zal blyken, leidt ze zelfs dan niet tot voordeel. 19. 28:17 12:21 20. 33—281419 21. 39—33 19—24 22. 36—31! 13—18 23. 38—32 9_13! Belet 24. 35—30, 25:23 25. 28:30 door 25 21—27! 24. 31—27 4__g Stand na 244—9. om W. 3530 te verhinderen. Maar na 24 13191 25. 4339! staat Wit uitmuntend. Na den tekstzet kan Wit 35—30, 28:30 spelen, met minstens gelyk spel. 25. 43—38 Nu komt Wit in het nadeel. 2527 Zwart heeft thans een belangryk tempo ge wonnen en indien Wit nu 3530 enz. speelt, dan komt hy als volgt in het nadeel: 26. 35—30, 25:23. 27. 28:30, 20—25. 28. 30—24, 7—11. 29. 4842, 8—12. 30. 33—28, 12—17. 31. 28—22. (Indien 31. 47—41, 17—22. 32. 28:17, 11:31. 33. 41—36, 18—23. 34 36:27, 23—28 enz. wint). 31. 17:28. 32. 32:12, 21:41. 33. 47:36, 13—19! 34. 24:4, 11—17. 35. 12:21, 16:27. 36. 4:31, 26:48 gewonnen. 26. 49—43. Wit's beste voortzetting is 26. 4742, 711. 27. 37—31, 26:37. 28. 42:31, hoewel wit ook dan moeiiyk spel heeft. 26. 7_ii 27. 44—39 18—22! De beslissende aanval. 28. 27 18 29. 28 17 30. 32—28 Indien 30. Stand na 45. 21:12 46. 29—23. Wit moet een schijf verliezen. By voorbeeld: 46. 38—32, 13—18. 47. 32—27, (indien 47. 32—28, 18—22! enz. wint) 47.26—31. 48. 27—21. 31—37. 49. 21—16, 12—17! wint. 46. 13 :22 11:22 8—13 22—27? 31. 28—22! 27:18 31. 37—31, 26:37. 33. 38—32! enz. wint. 31. 28 17 21 12 32. 38—32 6—11 33. 47—41 11—17 34. 39—34 13—18 35. 43—38 17—22 36. 32—28 3— 8 37. 28 17 12 21 38. 37—32 21—27 39. 32 21 26 17 Indien 39.16:27; dan W. 38—32! 33:42. 3430, 40:38! met geiyk spel. 40. 48—42 Zwart had natuurlyk 13—19 kUnnen spelen, 41. 42. 43. 44. 45. 42—37 41—36 37—32 32—28 28:17 17—21 21—26 18—22 16—21 9—13 21 :12 47. 33 24 48. 34—30 49. 40 29 50. 38—32 51. 35—30 52. 32 21 53. 36—31 54. 30—24 55. 45—40 56. 40—34 57. 31—26 58. 34—30 59. 30—25 60. 25—20 61. 20—14 62. 24—19 63. 14— 9 24—29 20 18 25 34 12—17 17—21 21—27 26 17 17—22 8—12 12—17 17—21 21—27 22—28 28—32 32—37 37—41 13 33 41—461 Wit geeft op. OPLOSSING PROBLEEM DR. MOLIMARD De stand was: Zwart: 11, 13, 16, 17, 18, 24, 25. Wit: 27, 28, 31, 33, 34, 39, 44. Deze stand is voorgekomen in een de vorige maand te Ambert gespeelde partij tusschen dr. Molimard met Wit en den Chineeschen student King met Zwart. King speelde 17—21? en verloor door W. 31 26! 33—29 en 39:8! Indien in den diagramstand: 1. 13—19 2. 28—22! 17:28 3. 33 13 19 8 4. 34—29 24 33 5. 39 28 8—13 6. 28—23 25—30 7. 44—40 11—17 8. 31—26! Wit wint. Indien in den diagramstand: 1. 2. 31—26 3. 33—29 4. 29—24 5. 34—29! Wit wint. Maar de remise is als volgt: 1. 2. 34 25 3. 28—22! 4. 22—17 5. 31—27 6. 33—29 7. 39 26 8. 25—20 24—3b 30—35 13—19 19 :30 25—30! 17—21 21 32 11 :22 22 31 f 32 21 24 :33 13—19 19—24! Remise. OPLOSSING PROBLEEM MAY VAN VOLLENHOVEN De stand was: Zwart: 9, 11, 13, 17, 18, 20, 24, 30. Wit: 22, 27, 28, 29, 31, 33, 38, 43. Wit 1. 29—23! 2. 2823 3. 23 :3 4. 27—21 5. 3:21! Wit wint. Zwart 18 29 17 48 48 :26 26:17

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 14