Krantenjongenmulti-millionair William Fox een zwendelaar? Als de kersen..? VICTORIA-WATER RADIO-PROGRAM RUBENS EN DE JONGE VAN DUCK E VIJANDEN HET BIJENDORP Het Rozee^Kasteel DINSDAG 12 JULI Hoe hij tot filmmagnaat opklom Zijn eerste theatertje Zijn eerste film Woensdag 13 Juli VERHAAL VAN DEN DAG Vleiende verklaring Een goed begin Het voornaamste Zich versproken AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL m FEUILLETON Er doet zich weer een gelegenheid voor om het portret op te hangen van een filmgroot heid. Deze gelegenheid ontstond uit een bericht, dat de filmmagnaat William Fox gerechtelijk vervolgd zal worden wegens verduistering van een bedrag van twaalf en een half milliöen gulden ten nadeele van de Film Theatre Cor poration. Het gerecht zal dus nog moeten uitmaken, of Fox inderdaad als een soort Kreugertje uit den strijd zal treden. Inmiddels zit het leven van dezen filmfabrikant zoo vol met avonturen, dat men voor een geval meer of minder waar lijk niet behoeft te schrikken. Ziehier het ver haal van zijn leven, dat arm begon en schatrijk verliep. Voor de juistheid van alle bijzonder heden kunnen wij uiteraard niet in staan. Wij geven het relaas zooals wij het vonden in een archief. Zeker kunnen wij het niet eens zijn met de waardeering, die de samensteller blijkt te bezitten voor bepaalde handigheden van Fox, welke handigheden den publieken smaak en de eerlijke levensbeschouwing zonder blik ken of blozen opofferden als het er om ging geld te verdienen.' Ook kunnen we weinig respect hebben voor het feit, dat William Fox de man zou zijn die het sterren-systeem heeft uitgevonden, d. w. z. die eigenlijk films maakte om aan een bepaalde actrice of acteur gelegenheid te geven voor het publiek te verschijnen. Want dit beteekent, dat zoowel de film, als de ster en het publiek alleen gebruikt worden om den fabrikant rijker te maken, terwijl het toch ook nog wel van be- teekenis is, of een film invloed uitoefent op de menschen, die de film zien. Uit den levensloop van den heer Fox zal blijken, dat hij zich van dezen invloed niet veel heeft aangetrokken. In dezen geest ge lezen kan zoo'n levensverhaal nog wel eens nuttig zijn. William Fox wordt dus vervolgd wegens fraude. Deze fraude zou gepleegd zijn in de jaren, dat Fox de absolute leiding der Theatre Corporation in handen had. Vaak hebben groote mannen hun opkomst te danken gehad aan droomen uit hun jeugd. Zoo ook William Fox. Reeds als kleine jongen voelde hij, dat hij zich moest gaan bewegen op het gebied van de „show business", het tooneel, variété en vaudeville. Op jeugdigen leeftijd kwam hij met zijn ouders uit Hongarije, waar hij was ge boren in het kleine stadje Tulchva, naar Ame rika. Zijn familie leefde met vele andere in een der armste wijken van New-York. Als de kleine Fox niet op school was, liep hij met kranten en ook hielp hij het familie-„kapitaal" vergrooten door het verkoopen van doosjes schoensmeer, die zijn vader thuis op een keu kenkacheltje maakte. Zijn neiging tot het too neel kreeg de jongen, doordat hij zoo vaak goedksoope schouwburgjes in zijn buurt be zocht. Hoe arm hij ook was, altijd wist hij enkele centen bij elkaar te krijgen om een voor stelling bij te wonen. Ook wist William als hulp op te treden in een van die theatertjes, toen hij nog maar een jaar of twaalf was. Op zekeren dag vertelde hij zijn moeder van zijn lucht- kasteelen en zeide: „Toch zal ik nog eens van mijn leven een eigen theater bezitten, al word ik ook tachtig jaar Zijn dorst naar kennis wist hij eenigszins te lesschen, door zijn vrije uren door te brengen in tweedehands-boekwin kels, en daar alles wat binnen zijn bevattings vermogen lag, in zich op te nemen. Huiselijke omstandigheden dwongen hem, op 15-jarigen leeftijd de school te verlaten en zijn kost te verdienen als helper van een glazenwasscher tegen een salaris van 5 per week. Vóór hij 21 jaar was, had hij het tot voorman gebracht in de onderneming waar hij werkte. Intusschen was hij getrouwd. Fox, die altijd huiselijk was geweest, beschouwt het huwelijk als een keer punt in zijn leven. Hij verdiende toentertijd 17 per week, hetgeen genoeg was om als vrij gezel van te leven, maar onvoldoende om een huisgezin te onderhouden. Maar het feit, dat hij geen geld had, weerhield Fox ervan, zicji aan het tooneel te wijden. Om in het onderhoud van zijn huishouden te kunnen voorzien, ver huisde Fox met zijn vrouw naar'een straat in New Cork, waar vele z.g. .penny arcades" wa ren, winkeltjes, die te vergelijken zijn met onze vroegere stuiverbazars. Hij hoorde, dat hij een kleine zaak kon over nemen op Broadway, een klein theatertje. Hij wilde het graag hebben en in zijn angst dat een ander hem voor zou zijn, beging hij een der weinige misslagen van zijn loopbaan. Hij belde den eigenaar op en deelde hem mede, dat hij de zaak eens wilde bezien, en dat hij er wel zin in had. Toen de toekomstige film magnaat zijn inspectie begon, werd hij over donderd door de massa's menschen, die de in richting binnenstroomden, hun dubbeltje in de gleuf van den kaartjesautomaat wierpen, en de zetels van het zaaltje bezetten. Oningewijd in de trucs van de sluwe zakenmenschen, was Fox dadelijk bereid, zijn derde deel a 1.666.66 te betalen. Van deze som had hij 1000 overge spaard, de rest moest hij ïeenen. Dadelijk na den koop daalde het aantal bezoekers geweldig en hij leerde de wreede waarheid. De vroegere eigenaar had de plaats een beetje „hartig" ge maakt door voorbijgangers te huren, die voor een door hem te voren gegeven dubbeltje de in richting bezochten. Maar de nieuwe eigenaar was niet terneergeslagen. Al dadelijk toonde hij groote eigenschappen te bezitten als theater directeur. Hij maakte er een galerij in, die hij inrichtte als schiettent, buiten liet hij een clown of goochelaar zijn kunsten vertoonen; toen alles goed ging, richtte hij zelfs een bioscoopzaaltje in. Dit was in die dagen een waagstuk en de meeste menschen beschouwden het dan ook als iets, dat slecht moest afloopen. Maar toch wa ren er enkelen, die een dubbeltje eraan waag den, om een enkel bewegend plaatje te zien. Spoedig verspreidde zich het nieuwtje van dit theater als een Joopend vuurtje, de toeschou wers stroomden gestadig toe. De bezoekers ont vingen hun wisselgeld in den vorm van pennies, zoodat zij allicht werden verleid er beneden een kaartje voor het zaaltje voor te koopen. Het klantenaantal vermeerderde zich zóó spoe dig, dat de clown en de goochelaar gemist kon den worden en de politie er aan te pas moest komen om de rijen menschen goed naar bin nen te loodsen. Dat bioscooptheater was met zijn 145 plaatsen het kleinste theater ter we reld. Naarmate hij meer ondervinding opdeed, werd hij brutaler en ondernam hij grootere waagstukken. Spoedig kocht hij wederom twee kleine theaters en vervulde aldus den schoonen droom zijner jeugd. Daarna kreeg hij het De wey- en het Gotham-theater in zijn bezit. Hij werd toen reeds beschouwd als de invloed rijkste man in de amusementswereld. Men be gon speciale aandacht te wijden aan Fox en zijn ondernemingen. Hij associeerde zich met den beroemden Timothy Sullivan, een oud vriend van hem, die naast zijn politieke bezig heden altijd veel belangstelling gehad had in theaterzaken. Het gevolg dier samenwerking was het City-theater in de 14e Straat. Onder de vele verbeteringen, die Fox in de theater leiding invoerde, behoort het instellen van een nauwkeurige boekhouding. Voordien waren de meeste theateradministraties zeer slordig. Een acteur werd b.v. geëngageerd, zijn salaris en de afspraken werden op een kladje geschreven of uit het hoofd onthouden. Van het begin af heeft Fox een geregelde boekhouding gevoerd en deed hij alles zelf. Een zijner andere be langrijke daden was het aankoopen van de Academy of Music. In 1910 nam hij het voor 100.000 huur per jaar over. Dit was de hoog ste prijs, die tot dusverre voor een theater was betaald. Hij voerde hier het programma in, dat bestaat uit het vertoonen van films, afgewisseld door vaudeville, hetgeen tot op den huidigen dag in de groote theaters wordt gevolgd. Hij begreep, dat de nieuwe ondergrondsche trein naar zijn stadswijk de oorzaak zou worden van een veel drukker verkeer en dus ook meer toe schouwers zouden kunnen komen. De tijd leer de, dat hij goed had gezien. Toen hij een steeds grooter aantal theaters in handen kreeg, vond hij, dat de bronnen, vanwaar hij zijn films kreeg, niet voldoendetleverden, en dat bovendien die films slecht waren. Dit was in 1913. Hij wilde toen zelf een filmfabriek oprichten, stichtte de Fox Office Attracting Cy, en zond J. Cordon Edwards naar Europa, om de beste regie-metho den te leeren. Hij huurde een studio en de eerste Fox-film „Life's Shopwindow" werd gedraaid onder regie van Edwards. Een andere mijlpaal in zijn levensgeschiedenis is het vervaardigen van de film „Daughter of the Gods", die $700.000 kostte, een aardig be drag voor dien tijd en ook nog voor den tegen- woordigen. Weer schudden de voorzichtigen het hoofd, toen Fox Annette Keilerman, de be roemde zwemster, met enkele andere nymphen naar Jamaica, Engelsch West-Indië, stuurde, om scène? voor deze film te spelen. Weer gaf de tijd Fox gelijkEen der grootste sensaties van dien tijd was „Over the Hill", een film, welke een jaar lang op Broadway draaide! Het bewerken voor de film en het regiseeren ervan werd aan anderen toegeschreven, maar inge wijden wisten, dat Fox er een der belangrijkste aandeelen in gehad had. Intusschen kwam hij door zijn filmwerkzaam heden in strijd met de groote filmtrust van die dagen, de General Film Cy en de Motion Pic ture Patents Cy. „Kun je me honderd pop lee- nen tot morgen?" „Ik leen nooit zonder borg." „Prachtig, haal een borg voor me en ik ben klaar." liiniiiiiiiiuiiiiiiiuuuiiiii Als de kersen Volop rijpen, Is de zomer Op z'n best. En dit geldt niet Slechts den zomer Maar dit geldt ook Voor de rest! En met name Voor Lausanne, Want men zat wat In de knel, Doch men schrapte De millioenen Om te komen Tot herstel! Een verluchting Bij die hitte, Nu dit zaakje Is gelukt, Want het is toch Heel de wereld, Die de vruchten Daarvan plukt. En niet langer Is het spreekwoord Zoo te zeggen Up-to-date, Dat men steeds met Groote heeren Tot zijn schade Kersen eet! MARTIN BERDEN I Nadruk verboden Deze organisatie vertelde Fox, evenals zij dat tot verschillende andere fabrikanten zeide, dat hij slechts dót soort films mocht maken, dat zij hem opgaf. Maar Fox, die achter zijn zacht moedig uiterlijk een strijdlustige natuur ver borg, knoopte den strijd tegen de organisatie aan. Na jaren van gerechtelijke schermutse lingen, slaagde hij erin, het monopolie van zijn concurrenten te breken. Deze overwinning van Fox heeft een tweeledige beteekenis gehad voor de film-industrie. Daardoor konden de fabrie ken zich ontwikkelen, de vooraanstaande spe lers kregen de plaats, die hun toekwam. Voor dien had de trust, uit vrees, dat de lievelingen van het publiek te hooge financieele eischen zouden gaan stellen, geweigerd hun namen te vermelden, behalve dien van Mary Pickford. De opkomst van het „star"-systeem, en het ver langen van het publiek, bepaalde artisten te zien spelen, is hoofdzakelijk een gevolg van Fox' optreden. Het grootste.. Na jaren van gestadigen, maar kalmen voor uitgang, was er weer een gewichtige stap te doen en Fox kocht het Roxy-theater, het groot ste theater der wereld. Deze daad was de eer ste van een nieuwe reeks uitbreidingen. Ver volgens kocht hij de „West Coast Chain", een maatschappij, die eigenares was van 250 thea ters, daarna de zeven Ascher Theaters te Chi cago, de 50 Saxe-theaters en Wisconsin en Iowa, 20 theaters in New England, en thans weer pas de Loew-groep, waardoor zijn totaal-aantal theaters thans ongeveer 800 bedraagt! Zijn trots van de laatste jaren is de invoering van de „mo- vietone." Terwijl vele anderen bezig waren een filmbe geleiding op gramofoonplaten vast te leggen en die tegelijk met de vertóoning der beelden ten gehoore te brengen, zocht Fox naar een geheel nieuw systeem, dat theoretisch reeds opgelost was, maar in de praktijk op groote moeilijkhe den stootte. Volgens dat stelsel werd het geluid als het ware op de film gefotografeêrd, zoodat er niet de minste moeilijkheden bestonden, een samenloop van beeld en geluid te krijgen. Fox zag een groote toekomst voor dit stelsel weg gelegd. Geluidsjournaal Als eerste resultaten vernam de buitenwereld, dat Fox een Movietone Journaal uitgaf. Hier naast vervaardigde Fox „In Old Arizona", de eerste groote klankfilm, die geheel met klank is opgenomen. Dan zijn er de komische „tal kies", als de films van Robert Benchley en Clark en McCollough, een dramatische film „Napoleons Barber" en korte „interviews" met o.a. koning George, Bernard Shaw, den Prins van Wales, ex-koning Alfonso, enz., waardoor het publiek in aanraking werd gebracht met de grooten der aarde. Dit alles hèeft den naam van Fox op een mijlpaal in de geschiedenis der filmindustrie gezet. Hij was de eerste, die kinderfilms produceerde, o.a. „Jack and the Beanstalk", waarin hij de rollen door kinderen liet vervullen. 'Hij was de eerste die de Wild- Westfilms invoerde. Hij was wederom de eerste, waar het betrof het stichten van filialen in Europa en andere werelddeelen. NATUURLIJK BRONWATER. Nederlandsche Maatschappij, opgericht 1887 HUIZEN, 296 M. 8.00 Schriftlezing; 8.15 morgenconcert; 10.00 Zang door het N. C. R. V.- dameskoor; 10.30 Korte ziekendienst door ds. P. N. Kruyswijk; 11.00 Harmoniumbespeling, door M. F. Jurjaanz; 12.00 Politieberichten; 12.15 middagconcert; 2.00 verzorging zender; 2.30 gra- mofoonmuziek; 3.00 concert; 5.00 kinderuurtje; 6.00 concert; 6.30 Rede door H. Amelink; 6.45 Ouverture „Anakreon", Cherubini; 7.30 Politie berichten; 7.45 Persberichten van het Persbu reau Vaz Dias; 8.00 Tijdsein en Carillonbespe ling van den Martinitoren te Sneek, door J. Nauta; 9.00 Ds. P. N. Kruyswijk: „Het Stan daardwerk der Kerkhervorming"; 9.30 Liederen- recital door Hans Gruys; 9.45 Persberichten van het Persbureau Vaz Dias; 10.30 Gramofoon- muziek. HILVERSUM, 1875 M. 6.15 VARA: li chaamsoefeningen o. 1. v. G. Kleerekoper; 7.30 idem; 8'Ó0 gramofoonmuziek; VPRO: 10.00 mor genwijding; VARA: 10.15 uitzending voor arbei ders in de continubedrijven; 12.00 VARA-septet o. 1. v. Is. Eyl; 1.45 verzorging zender; 2.15 Onze keuken, door J. J. Kers Jr.; 3.00 piano recital; 3.30 voor de kinderen m. m. v. het Vara- tooneel o. I. v. Willem van Capellen; 5.30 gra mofoonmuziek; 6.00 V. V. D. B.; 6.30 orgelspel door Johan Jong; 7.00 I. Lessing: „Offert Uw oude belastingplaatjes e.a. metalen tén bate der T.B.C.-bestrijding; 7.15 orgelspel; 7.45 A. M. de Jong vertelt van zijn Roemeensche reis; 8.00 VARA-orkest o. 1. v. Hugo de Groot; 8.30 „Overgeschakeld op Genève", Satyre in één be drijf van Heyn Macer, op te voeren door het Graat Volkstooneel en Ben Groeneveld; 9.10 Ouverture „De geest der Woiwoden", Gross- mann; 10.00 Uitzending voor den Algemeenen Nederlandschen Bond van Handels- en Kan toorbedienden. Opvoering: „De wederwaardig heden van Wakker en Tropenduit" door het VARA-tooneel; 10.15 orkest; 11.00 Persberich ten van het Persbureau Vaz Dias; 11.15 gra mofoonmuziek. .BRUSSEL, 509 M. 5.50 Gramofoonmuziek; Mozart-programma 6.50 Gramofoonmuziek 8.20 Concert door het Caecilia-Koor van Antwerpen, onder laiding van Lodewijk de Vocht 9.20 Concert onder leiding van Guille- mijn 11.00 Concert uit „Ancienne Bel- gique. KALUNDBORG, 1153 M. 3.20 Omroep orkest onder leiding van Walther Radon 5.20 Gramofoonmuziek 10.20 Omroeporkest onder leiding van Walter Meyer Radon 11.20 dansmuziek. BERLIJN, 419 M. 11.20 Dansmuziek door de Oscar Joostkapel. HAMBURG, 372 M. 2.30 Gramofoon muziek 6.50 Concert 6.15 Gevarieerd programma 10.40 Populair Concert onder leiding van Boss. KÖNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 2.20 Gramofoonmuziek 4.50 Concert. LANGENBERG, 472 M. 1.20 Concert onder leiding van Wolf 5.20 Vesperconcert onder leiding van Eysoldt; 10.55 „Deutsche Tanze; concert o. 1. v. Eysoldt. DAA'ENTRY, 1554 M. 1.55 Concert door de Jacq. Martin en zijn Majestic-orkest 3.50 Concert 5.05 Orgelconcert 7.50 Con cert 820 B. B. C.-dansorkest o. 1. van Henry Hall; 10.00 Concert d. h. B.B.C.orkest oj.v. Constant Lambert 11 Maurice Winninck en zijn Band in het Carlton-Hotel. PARIJS, Eiffel, 144 M. 8.50 Liederen uit de Rev. m. m. van het Vocaalkwartet „Le sol Majeur" o. 1. v Alice Sauvrezis 9.25 Concert o. 1. v. Ed. Flament. PARIJS R., 1725 M. 12.50 Gramofoon muziek 9.05 Radiotooneel „Harmonie" Duvernois. MILAAN, 331 M. 7.50 Gramofoonmuziek 850 Radiotooneel. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS De volgende geschiedenis speelde zich af in het jaar onzes Heeren 1614. Het schildersgilde van den H. Lucas te Ant werpen had een prijsvraag uitgeschreven voor de jonge gjldebroeders. Het gold, den H. Mar- tinus voor te stellen, zooals hij den bedelaar de helft van zijn mantel schenkt. Heden vond de vergadering plaats der gildemeesters, die den prijs zouden toekennen. Twee schilderijen waren door de jury als de beste erkend; doch de heeren konden niet tot overeenstemming komen, welk der beide den palm moest worden toegekend. De stemmen staakten; drie tegen drie; nu werd met algemeene stemmen besloten, dat de grootmeester van Antwerpen, de be roemde Petrus Paulus Rubens, uitspraak zou doen. Men wachtte met ongeduld op de komst van den grooten kunstenaar, die in de geheele we reld zóó hoog in aanzien stond, dat hij boven de afgunst van de andere meesters der schilder kunst yerheven was. Inmiddels stonden de beide jonge mededin gers naast hunne schilderijen. De eene, Theo- door Rombouts, stond uitdagend met beide han den op de heupen. Er sprak lachend zelfver trouwen uit zijn gezonde, min of meer grove ge laatstrekken, en vol zelfvoldoening beschouwde hij zijn heiligen Martinus, zooals hij zich hoog vanaf zijn statig ros tot den armzaligen bede laar nederboog. De machtige krijgsman had zijn bonten, stijven ruitersmantel half omlaag ge trokken, om den bedelaar een slip toe te wer pen. Juist stond hij op het punt met een forsch gebaar het warme kleedingstuk met het blanke, Romeinsche korte zwaard middendoor te snij den. De ruiter had waarschijnlijk geen geld meer in den buidel, en behielp zich nu op deze manier, om het christelijk gebod betreffende de aalmoes na te komen. De bedelaar keek half verwonderd, half vroolijk tot den snelberaden Heilige omhoog. Het geheele schilderij tintelde van hetzelfde krachtige leven als zijn schepper, en verried duidelijk de goede school van den ouden Van Noort, die trouwens ook de leer meester van Rubens geweest Was. De jongere mededinger van Rombouts, An- tonius van Dijck, was een zwakke, bleeke jon geling van vijftien jaren. Verlegen stond hij aan zijn kanten kraag en aan de knoopen van zijn donker fluweelen wambuis te plukken. Slechts zelden schoot er een flits uit zijn neergeslagen oogen op zijn mededinger of op de vergadering der druk-disputeerende schilders van Sint Lucas, die ongeduldig in hunne banken afwachten en zich duidelijk in twee partijen verdeeld hadden, waarvan blijkbaar de grootste op de hand van Rombouts was. Het vóór en tégen der beide schilderijen was het onderwerp van een leven dige discussie. De heilige Martinus van Van Dijck was van zijn paard gestegen en hing den ouden bedelaar, die naast zijn krukken op een stoep aan de straat zat, met een vriendelijken, opgeruimden lach de afgesneden helft van zijn mantel over de armzalige vodden. Hij kénde en begréép den nood van den man. De grijsaard zag met een blik vol innige dank baarheid tot den barmhartigen krijgsman om hoog, en greep met een ongedwongen, impulsieve beweging van het oogenblik naar de linkerhand van den Heilige, die de afhangende teugels van het kleine paard vasthield. Wél was de uitvoering minder gerijpt dan die van Rombouts, maar in de uitdrukking van de geheele scène lag zulk een diepe, pakkende menschelijkheid, dat men het verschil van mee ning onder de juryleden zeer goed begrij pen kon. En daar verscheen Rubens in de zaal, een schitterende verschijning, voornaam-aristocra- tisch, van top tot teen een edelman. Nadat de algemeene begroeting had plaats gehad, schreed Rubens voor de beide schilderijen, welke naast elkaar waren opgesteld. Aller blikken hingen aan zijn aangezicht. Theodoor Rombouts bekeek den rechter over I zijne kunst met zelfbewuste kalmte. Van Dijcks oogen hadden die van den grootmeester slechts één polsslag gekruist; dan had de jonge kun stenaar, nog iets bleeker dan tevoren, de oogen wederom naar den grond gericht. Er vergingen een paar zwijgende spannende minuten; toen keerde Rubens zich snel om, en met eene sierlijke buiging naar de tafel der juryleden: „Waarde gildebroeders, met Uwe ver gunning!" nam hij vlug de prijsoorkonde, en overhandigde die met een korten gelukwensch aan den vreugdevol dankenden Rombouts. Gedurende den daarop volgenden wirwar van bewondering en gelukwenschen van den prijs- bekroonde was Rubens onbemerkt terzijde ge treden. Zijn blik zocht den anderen mededin ger. De tengere jonge man had met bevende handen en slechtverholen teleurstelling zijn schilderij van den ezel genomen, en wilde on middellijk de zaal verlaten. Doch op hetzelfde oogenblik schoot Rubens hem terzijde, en legde hem zacht de hand op de schouders: „Mijn jonge vriend, niet zoo haastig, ik heb nog een enkel woordje te spreken!" Bij den klank van deze diepe welwillende stem had de jonge man zich plotseling omgewend. Het bloed schoot hem naar wangen en voorhoofd. Hij sloeg de oogen op, en zag recht in twee andere, groote, lichtende, levendige oogen, waarin een warme goedheid schemerde, in zeldzaam contrast tot het voorname uiterlijk van den ge vierden schil der. Deze oogen lieten hem niet meer los, en toen de jonge Van Dijck als in een droom we derom deze diepe vriendelijke stem vernam: ,M'n jonge vriend, wilt gij tot mij komen in mijn huis als mijn leerling en mijn helper?" toen wist hij dat zijn „heilige Martinus" den prijs gewonnen had. Zijne bevende mond kon slechts dit ééne woord stamelen: „Meester!" Mevrouw: Verbeeld je, onderwijl ik zangles had is het goudvischje uit het glas gesprongen, en op het tapijt jammerlijk omgekomen. Dienstmeisje (op medelijdende tooon)Het arme dier, het kon het zeker niet langer meer uit houden. Vriendin, Zeg, Truus ik geloof dat je verloofde er nog niet aan denkt, om een eigen haard te stichten. De ander: Nu dat zal je gezegd zijn, vandaag heeft hij tenminste al vast een familiegraf ge kocht. Rechter (tot getuige): Vertel mij eens, stond de beklaagde, die bij u in het dorp woont, nog al gunstig bekend Getuige: Over zijn persoon zelf weet ik niet veel bijzonders te ggen, maar ik weet wel dat zijn worst altijd heerlijk is. Kellner (tot reiziger): Zoo komt u eindelijIrr weer eens terug. U heebt mij onlangs een val-' schen gulden in mijn handen gedrukt. Reiziger: Dat kan niet. In dit lokaal ben ik één keer geweest, en toen heb Tc in *t geheel niet betaald. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllll De Chineesche bij probeerde met Jaap te spreken, maar ze kwamen geen van belden verder, wat voor mooie grimassen ze ook tegen elkaar maakten. Te langen laatste ging Jaap maar stilletjes achter de Chineesche bij aan en zoo kwamen ze in een mooien Chineeschen tuin met prachtige bloemen, waar de bij aan zoog. Jaap vond, dat de Chineesche bijen veel te langzaam zuigen. Hij wees daarom op zijn borst en vroeg met groote oogen of hij eens mocht zuigen. Daar had de vreemde bij niets tegen en Jaap toog aan het. werk. Doch hij had niet gerekend op een groote verrassing. i 11 1 on dit blad ziin ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7Kfj bij een ongeval met OCfï bij verlies van een hand 9C SHim o^wiTsvinaer f SO.-^ien^ bi"f f 40 - Alle abonnés gallen SSTor een der volgende ultkeeringen T OUUU.' verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen T f OU.- doodelljken' afloop ZOU.' een voet of een oog# AA. O. duim of wijsvinger I VU. been of arm# tU. anderen vinger 28 Ja, herneemt ze, 't is mijn land, maar niet alleen daarom bemin ik het. Hier ben ik een nieuw leven begonnen. Heel deze heerlijke en toch zoo gemoedelijke omgeving gaat zoo goed samen met betere gevoelens, hooger streven. Dank zij die goede tante Valérie en de beschut ting van het Rozen-Kasteel ben ik hier aan de alledaagschheid, de platheid van het leven ont snapt, heb ik kunnen breken met vooroordeelen en sleur, waarvan ik walgde, kortom hier heb ik den zegen van den arbeid leeren kennen. En ik heb er geleefd veel dichter bij God, ik heb begrepen, dat het niet voldoende is Hem een meer of minder groote plaats in ons hart in te ruimen, maar dat we in Hem moeten leven, in Hem alleen! Ja, zegt hij ingetogen, en hoe onmetelijk groot en rijk wordt dan niet ons bestaan! Uw vader, de dichter, heeft mij het godde lijk werk nog beter leeren waardeeren; er is geen lief plekje hier4 geen uurtje van zaligheid, of hij heeft het beschreven, en tante Valérie heeft me vertaald, wat ik niet kon begrijpen. Denk maar een aan .zijn gedicht: Provence's kleur! Nog eenigen tijd verdiepen ze zich in deze poëzie, de vertolking van wat ze daar voor hun oogen hebben, tot hij op eens met diepe stem besluit: Maar ons leven zal slechts schóón zijn en ons werk waarachtig in dat andere licht, die andere warmte, waarin we moeten zijn, ons bewegen en leven. Ja, dat licht hervormt en idealiseert zelfs het lijden, zegt ze, zonder hem aan te zien. Want opeens vóelt ze, dat de smart, al is die ooit hervormd, toch geen ij del woord is. Ook Elzéar bemint zijn land, misschien veel vuriger dan zij, en niettemin is hij er zoo ongelukkig, dat hij wenscht het te ontvluchten. Ook hij zucht. Weg is de vreugde, de gedachte aan scheiding vergalt alles, en toch is er een nieuwe, sterke band tusschen hen gevlochten: de woorden, die ze gesproken hebben, zijn niet ijdel, geweest. Zwijgend daalden ze de helling af. Juffrouw d'Albrègue kwam reeds aangeloopen, om hun den tijd te herinneren. Wanneer kom je terug? vroeg ze wee moedig. Elzéar haalde twijfelachtig de schouders op, terwijl Marie-Claire uit de hoogten tot de wer kelijkheid teruggebracht, zich met toegenepen hart afvroeg, hoe men in slechts drie dagen aan vroolijkheid kon gewennen, dit stille huis levendig vinden en zich uitsloven voor het wel zijn van iemand, die toch eigenlijk geheel bui ten haar leven stond. Het diner was keurig verzorgd, maar niemand deed het veel eer aan. Gesproken werd er bijna niet; het scheen wel, of men thans dacht, dat dit wederzien beter achterwege gebleven ware. Juffrouw d'Albrègue, die alle ontroering haatte, stond op om voor het valies van haar neef te zorgen, naar ze beweerde. Elzéar keek eens op zijn horloge en vroeg dan: Willen we voor het laatst nog wat op het terras wandelen? Zij volgde hem, en langzaam stapten ze naast elkander heen en weer, bij de ondergaande zon, wier stralen daar ginds in het blauwe water der reede weerspiegelden. Een afscheid is altijd terurig, maar vooral des avonds, zei Marie-Claire, die onbestemd ge voelde, dat voortdurend zwijgen thans mis plaatst was. Ja, antwoordde hij, ik vertrek in den avond, maar het is niet alleen materieele duisternis, het is diepe nacht, waarin ik me weer ga dompelen. Geen zon om mijn levens pad te beschijnen en te verlichten, geen ster ren, die mij een haven toonenSlechts een sombere zee, waarvan de oevers zoo ver ver wijderd zijn, dat men ze zelfs niet raden kan. Tante heeft me gezegd, dat u de treurige ge schiedenis mijns vaders kent, en hem beklaagt God zegene u daarvoor en dat u ook weet, welk een bijna hopelooze taak mij op de schou ders drukt. Zij boog het hoofd en durfde eerst niet te antwoorden, uit vrees haar ontroering te ver raden. Ja, zei ze eindelijk, het is zeer mooi, maar ook zeer smartelijk. Gisterenavond zei u, dat de hemel een eeuwigdurende Zondag is Daar vóór echter ligt een geheele week van werken, van zulk een zwaren arbeid. Eerst na eenig zwijgen sprak hij weer: Ik beklaag mij niet. Nooit laat ik mijn zorgen naar buiten doorschemeren. Waar zou het toe dienen? Ik weet niet, hoe het komt, maar hedenavond loopt de smart over. Dezen naam, vroeger zoo geëerd en vermaard in ons land, nu omsluierd en verduisterd. Die beminde vader, zoo ver weg,alleen en verlaten, al zoo veel jaren, oud wordend zonder liefde of ge negenheid terwijl zijn gevoelig hart daaraan zulk een groote behoefte heeft. Deze harde, meedoogenlooze taak, die mij alle wegen af sluit. Al mijn. vermogens, al mijn streven, ook het nobelste, afgeleid naar dit ééne, platte doel: geld verdiénen! Alles, zelfs mijn roeping, mijn groote liefde voor de menschheid, mijn innig medelijden met haar smarten, alles moet be taald worden! Op eens zag hij haar aan. Tranen vloeiden haar over de wangen, en uit zijn oogen sprak een droefenis, die haar ontstelde. Misschien, sprak hij met gebroken stem, nu u weet, wat ik lijd, wilt u wel voor me bidden. En langzaam wanhopig bijna, voegde hij er bij: Het is alles, wat u voor een ongelukkig wezen kunt doen. Ja, dat was alles. Zij kon hem de vreugde, waarnaar hij smachtte, niet geven, noch den haard, dien hij met heel zijn ziel begeerde, noch de liefde, waarnaar hij haakte, de liefde, die,' ze voelde het maar al te pijnlijk, haar uit het hart zou geweld zijn. Zij dacht er niet meer aan, haar tranen te verbergen. Zij besefte, dat ze elkander zonder spreken begrepen hadden, dat deze lange dagen van vertrouwelijkheid hun wederkeerig een innige sympathie hadden ingeboezemd. Zij wist, dat hij haar beminde, dat ook hij in haar hart gelezen had, en deze liefde zoo bitter op hem terugviel. Al haar moed vatte ze samen. Ik zal voor u bidden.... dat is alles, wat ik u geven kan, maar het is een groot goed, en voor God is alles mogelijk! Juffrouw d'Albrègue kwam Elzéar roepen. 't Is tijd, mijn jongen! Helaas, 't is steeds tijd zijn last weer op te vatten, tijd om te lijden. Aldus eindigden deze dagen, zoo vroolijk be gonnen. Marie-Claire stond aan het hek en zag daar in den duisteren nacht den zuiversten, meest idealen droom verdwijnen, dien ze ooit had kunnen vormen. XXVII. Droef en donker waren haar de dagen nu. Al trachtte ze door verdubbelden ijver elke kwel lende gedachte te verdrijven, toch had ze allen lust in het leven verloren. De hoop, die, al of niet gegrond, in elk geval voor de jeugd een levensvoorwaarde is, was van haar horizon ver dwenen. Niets verwachtte ze meer van de toe komst, en het besef van de lengte des tijds ont nam haar den moed. Hoeveel jaren zouden er nog in deze omgeving moeten verloopen, zoo plotseling voor haar beperkt tot een huis, waar uit alle vreugde gevlucht was, onder eentonigen arbeid aan een taak zonder einde, een poging vruchteloos voor immer. Ongevoelig hechtte juffrouw d'Albrègue zich meer en meer aan haar. Een lichte buiging in de stem, een hartelijke oogslag alleen toonden, dat Marie-Claire's lieftalligheid eindelijk op dit gesloten hart inwerkte. Maar het kon slechts weinig geven; daar het geheel aan anderen toe behoorde. Het meisje gevoelde, dat zij slechts sympathie verwierf naar de mate, waarin ze deel nam aan de beslommeringen van haar oude vriendin, en nooit zou ze in Valérie's leven tre den, dan alleen voor zoover ze deelnam aan haar streven, en vooral door den marsch naar het bijna onbereikbare doel te verhaasten. Treurig was het voorwaar, naast dit gebroken hart, deze zieleruimte te moeten leven. Valérie toch behield nog zooveel van haar vroegere schoonheid, dat de diepe verwoesting ervan des te sterker uitkwam. Met innig medelijden moest Marie-Claire dit menigmaal opmerken (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9