UIT HET EEUWIGE ROME 200e UITKEERING f68.465.- Honderd vijf en twintig gulden Eigenaardige volks gebruiken mRij-bewijs1 E VIJANDEN VAN HET BIJENDORP RADIO-PROGRAM ELLA GAAT TOEREN Het Rozen*Kasteel DONDERDAG 14 JULI Het slakkenfeest van San Giovanni 'n Boffer Schrale troost Hoe transporteert men hier Zonder vaten Vrijdag IS Juli De eenige voorwaarde VERHAAL VAN DEN DAG Uitkeering van aan den Heer H. A. BRONDSEMA, 2e Vroondwarsstraat 82, Den Helder, wegens een hem overkomen ongeval. Thans hebben wij voor een gezamenlijk bedrag van Acht en Zestigduizend vierhonderd vijf en zestig gulden uitgekeerd aan onze verzekerde abonné's. DE DIRECTIE. Aangifte moet, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uiterlijk driemaal vier en twintig uren na het ongeval. AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL - FEUILLETON i ROME, Juli 1932. Reeds dagen te voren waren in de wijk van Lateranen de kleine, eigenaar dige wagentjes al te zien. „Wagentje" is eigen lijk nog wel een te deftig woord, want in wer kelijkheid zijn het niets meer dan vaten op een paar wrakke wielen, die moeizaam door de straten getrokken worden. Boven het wagentje hangt aan een paar stokken een ris fel roode Spaansche-peperpeulen, als een rijtje minia tuur dwergen-mutsjes. Het vat zelf is tot den rand gevuld met slakken, met duizenden en nog eens duizenden kleine slakken, die zich angstig in hunne huisjes verbergen, maar soms ook wel eens probeeren om over den rand van de kuip te ontsnappen. Hierin slagen zij evenwel slechts bij hooge uitzondering, want de koopman veegt die brutaaltjes voortdurend bij de verwarde slakkenmassa terug. En onophoudelijk klinkt zijn langgerekte straatkreet „Lumache! Luma- che!" tegen de hooge gevels der huurkazernes omhoog, tot aan de hoogste vensters onder de nok van het dak Dan komen de vrouwen en kinderen in lange rijen naar het wagentje; zij laten eenige kilo's van de levende waar in zinken emmers, oude potten of schotels schudden, dingen nog wat af op den gevraagden prijs en gaan vroolijk naar huis terug als zij nog een peul bloedroode Spaansche peper op den koop toe ontvangen. De slakken worden met water overgoten en in den kelder weggezet, waar zij drie of vier dagen moeten vasten, om de druivenblaadjes, die zij de laatste dagen hebben opgegeten, te kunnen verteren. Als zij zich dan inwendig gereinigd hebben, zijn zij gereed om zelf opgegeten te worden. De vooravond van het feest van St. Jan, de „Vigilia di San Giovanni" is dan aangebroken. Het is een overoud gebruik, vooral in de wijk van Lateranen (waarvan Johannes de Dooper de beschermheilige is), om het feest van dezen Patroon te vieren met een overvloedig slakken- maal. Over den oorsprong van dit gebruik is niemendal bekend; maar dit kan de hartstoeh- telijke slakkensmullers ook weinig schelen! Hoofdzaak is dat er overvloedig slakken te krijgen zijn in de tweede helft van Juni en dat deze nooit zoo smakelijk zijn als in dezen tijd van het jaar. En zoo worden dan op den 23sten Juni, daags voor San Giovanni in alle straten van Lateranen, voor alle Osteria (café's) en Trattoria (restaurants), voor alle pensions en privé-woningen, eindelooze rijen tafels en stoe len neergezet. Nauwelijks een vierkante Meter trottoir in de geheele stadswijk blijft onbezet. Op het plein vooiflHe eerbiedwaardige basiliek en aan den voet vlh de middeleeuwsche stads muren worden speelgoedkramen, draaimolens en schommels opgeslagen; alles wordt in ge reedheid gebracht, om een lawaaierigen nacht, waarin niemand een oog dicht zal doen nog rumoeriger te maken. Eindelijk zinkt de goudbruine avondnevel over het oude Rome. Voor de vensters gloeit reeds hier en daar een kleurige lampion en de tinnen der oude stadsmuren zijn al feestelijk verlicht. Daar klinkt al een eerste scheurende trompetstoot, als een uitnoodiging voor de overmoedige jeugd. Tien mintïten later is de geheele voorraad van ,het trompettenwinkeltje bij den San Giovanni "^^uitverkocht. In deze tien minuten zijn de stra ten bevolkt met een ontelbare menschenmassa en weldra is er geen enkele stoel voor de wijn huizen nog onbezet. Dan worden er planken gelegd over leege wijnvaten om nieuwe zit plaatsen te maken. Wie thuis geen slakken eet, eet ze op straat. Men peutert de slakken met een speld of een tandenstoker uit haar huisje, doopt zijn brood in de scherpsmakende pepersaus, drinkt daarbij den topaaskleurigen Castelliwijn, wordt dronken, overmoedig en ge lukkig!Voor den drievoudigen prijs koopt men een blikken trompet en blaast daarop in het begin ter bevordering van de spijsver tering en later in koor met de anderen tot bevordering van het algemeen lawaai en ge tier Slakken eten is iets wonderlijks. De zenuwen worden daarvan als kabeltouwen en ondervin den het helsche spektakel als een zachte lief- koozing; het trommelvel wordt er door ver hard, zooals weleer de huid van Siegfried in het bad van drakenbloed, de maag kan den wijn bij liters verdragen, de vroolijkheid stijgt met ieders nieuwe portie „Lumache", die op gediend wordt. De menschen worden ongeloof lijk bewegelijk en loopen onvermoeid op hun ^trompetjes te blazen, de eene straat in en de andere straat uit! Welk een geheimzinnige werking: het traagste van alle dieren, eenmaal aangeland in 's menschen maag brengt de grootste onrust te weeg! Plotseling komt er een onderbreking in het slakken eten. De menschenmassa blijft stil staan en het gillende trompetconcert is eens klaps verstomd. Het traditioneele geloop en gedraaf is ten einde; nu begint het traditio neele vuurwerk. Vóór den monumentalen ba- rokgevel van San Giovanni spuiter de vuurpij len suizend omhoog, daarboven tegen de staal blauwe zomerlucht sproeien zij sterrenboeket ten uit, altijd door schieten nieuwe vuurpijlen in vurige slangenlijnen omhoog en springen onder donderend gekraak uiteen, terwijl op het plein de vuurwerkmolentjes in altijd fantasti scher vormen rondzwieren. Dan volgt nog een laatste geweldige knal, gevolgd door een lang- aanhoudende rollende echo, en opnieuw begin nen allen te blazen op de trompetten en slak ken te eten. Ongetwijfeld hebben de eigenaars der talrijke café's bij San Giovanni tonladingen slakken ingeslagen, want hun voorraad is onuitputtelijk. Voortdurend worden nieuwe porties op de on gedekte ruwhouten tafels aangedragen. Tege lijk groeien de hoopen leege slakkenhuizen achter de osteria tot pyramiden en bergen. Om vier uur bestelt Giovanni, die den feest dag van zijn patroon te midden van zijn ken nissen en vrienden naar waarde wil genieten, zijn tiende portie Om vijf uur, als de zon reeds is opgegaan, vliegen de afgebeulde blikken trompetjes op de hoopen leege slakkenhuizen. Even na vijf uur is er nog een enkele trompetstoot te hooren, maar neen het is een signaal van de eerste autobus, die naar het centrum van de stad rijdt. De nieuwe dag is dus al begonnen, een heel gewone dag, slakkeneten en tieren heeft nu al zijn bekoring verloren. Gastheer (bij zich zelf): Wat 'n gemeene kerel. Omdat ik denk „hij zal wel gaan", geef ik hem een van mijn slechtste sigaren, maar nu gaat hij verduiveld! weer zitten ook, en verpest hij mij nog heel mijn huis. Dokter (na 'n onderzoek tot patient)U bent weliswaar van 'n beetje zwakke consti tutie, maar de hartzwakte, waarover u zoo be angstigd! bent, heeft niet veel te beduiden, daar mede kan 'n ander wel tachtig jaar worden. Als de zon de velden blakert En de wegen stoffig zijn, Heerscht er nog geen El Dorado Of een openlucht-festijn! Ook al zijn er dan geen wolkjes Als de hemel effen spant, Toch is op de buitenwegen Dikwijls nog een schaduwkant. Want er zijn nog altijd auto's, Die weer langs de wegen gaan Als beschonken of bezeten, Als een dolle karavaan. En zij racen en zij dollen En zij rennen als onwijs, Steunend op het recht der sterken, Machtig door hun rij-bewijs! Al wat wandelt moet als kippen Voor hun toeteren op zij, Vlug een beetje! vlug een beetje! Want zij zuigen reeds voorbij. En nu kan de wet al zeggen, Dat het weg-misbruik niet mag..,. Zij betalen de benzine, Hij, die wandelt.... het gelag! MARTIN BERDEN Nadruk verboden) De volgende gebeurtenis speelde zich dezer dagen in Temesvar af. Zooals tegenwoordig zoo vele zaken, had een groote bierbrouwerij al daar met financieele moeilijkheden te kampen. Zij ging daarom bij 'n bank een leening van 1 millioen Lei aan tegen een onderpand van 100.000 liter bier. De bank is solide voor zoover banken tegenwoordig nog solide zijn. Zooals het een solide bank betaamt, maakte ze het liquide onderpand niet op de vloeiende inhoud verdween niet in de kelen der dorstige directeuren, noch de opbrengst in hun thans, veelal zoo leege zakken. De snuggerheid der bank blijkt echter niet evenredig aan haar soliditeit te zijn wel een uitzondering op den regel! Want in een onbe waakt oogenblik besluit ze de duizenden vaat jes bier op te bergen, in een kelder, van de brouwerij gehuurd. Prompt heeft de brouwerij het geld ontvangen of ze zegt de bank met een maand de huur op. Ze laat de protesteerende bank maar protesteeren: ook de ter hulp geroe pen rechtbank stelt de brouwerij in het gelijk. Er blijft de bank niets anders over dan naar 'n andere bergplaats om te zien.. De bank heeft al weer een onderdak voor haar biervoorraad gevonden, weldra zullen de vaatjes naar hun nieuw verblijf verhuizen! Dan krijgt de bankdirecteur de volgende ver rassende mededeeling te hooren: „Geachte Herr Bankdirektor! Dat gaat zoo maar niet. We heb ben u wel het bier, maar niet de vaten als on derpand gegeven. Over de vaten wordt in het contract in het geheel niet gesproken!" De bankdirecteur staat paf! Weer wordt op de wijsheid der Temesvarsche rechters een be roep gedaan. De heeren pluizen het contract zorgvuldig na: ze moesten de brouwerij gelijk geven, dat er nergens van vaten gewag wordt emaakt. Het a.b.c. van hun wijsheid is, dat een contract altijd letterlijk dient te worden nage komen, dus.... De bank is nog even ver en piekert over het lastige probleem: „Hoe transporteert men bier zonder vaten?" ECHrE. dEÜNrE BIJ PE. Ete. import Den volgenden morgen ging Jaap al vroeg met den honing naar de markt, huurde voor die gelegenheid een kraampje en zette met dikke letters op een bord „Echte Chineesche Honing". Dien verkocht hij tegen extra hooge prijzen en waarschuwde de bijen er niet te veel van op te eten. Dat was heel verkeerd, beweerde Jaap. Als we den honing toch betaald hebben, kunnen we er zooveel van eten als we zelf willen, riepen de bijen tegen Jaap en daar hadden ze na tuurlijk gelijk in. Maar weldra begon de honing te werken. Iedereen kreeg Chineesche koorts. De burgemeester, de notaris, de politieagent had het te pakken, tot pret van Jaap de Ble. HUIZEN, 296 M. K.R.O. 8.00 Morgenconcert. 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Halfuurtje voor zieken en ouden van dagen. 12.00 Tijdsein en politieberichten. 12.15 K.R.O.-Kwintet o. 1. v. Piet Lustenhouwer. 1.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Verzorging zender. 2.30 Evert Haak be speelt het orgel der St. Dominicuskerk te Amsterdam. 3.30 Recital door Marie Andries- senBies, zang en Joop Dito, piano. 5.00 K.R.O.-Kunst-ensemble o. 1. van Piet Lusten houwer. 6.00 Causerie over Esperanto. 7.10 A. D. Seeman, de onderkoopman der 20ste eeuw in Ned. Oost-Indië. 7.30 Politie-berichten. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 De Koninklijke militaire kapel o. 1. v. Kapt. C. L. Walther Boer. Pl.m. 9.00 Persbureau Vaz Dias. Kon. Mil. Kapel. 10.15 K.R.O.-Salon-orkest o. 1. v. Marinus van 't Woud. HILVERSUM 1875 M. VARA. 6.45 Lichaams oefeningen o.l.v. G. Kleerekoper. 7.30 Idem. 8.00 Tijdsein en Gramofoonmuziek. 9.00 Vara- septet o.l.v. Is. Eyl. VPRO. 10.00 Morgenwij ding. VARA. 10.15 Voordracht door Adolf Bouwmeester. Een mensch, Top Naeff. 10.30 Septet. 11.00 Adolf Bouwmeester. De twee sla ven. Dr. J. L. Walch. 11.20 Septet. 12.00 Slui ting. AVRO. 12.00 Tijdsein. 12.01 Het AVRO kamerorkest o.l.v. Louis Schmidt. Zangvoor dracht door Serge Smirnoff, vleugel: Egbert Veen. 2.00 Uitzending voor scholen. Luit.-vlie- ger A. Viruly: „Het bestuurbare luchtschip, zooals Jules Verne dat zich dacht en de mo derne Zeppelin". 2.30 Het Avro-Kleinorkest o. 1. v. Nico Treep.' Intermezzo: Gramofoonmu ziek. VARA. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 Na schooltijd. Knutselwerkjes voor kinderen. 5.00 Vara-orkest oJ.v. Hugo de Groot,- afgewis seld door orgelspel van Joh. Jong en Gra mofoonmuziek. 7.00 L. Evertsen „Onze eisch tot huurverlaging der woningen, gebouwd met overheidssteun. 7.15 Vara-orkest. 8.00 Sluiting. AVRO. 8.15 Aansluiting van het Kurhaus te Scheveningen. Het Residentieorkest o. 1. van Carl Schuricht m. m. van Julie de Stuers, zang en een knapenkoor. 3de Symphonie van Gustav Mahler. VPRO. VPRO-nieuws. 9.00 Cursus: „Godsdienstig of ongodsdienstig". Na afloop van het Kurhausprogramma. (Zie AVRO- programma). Vrijz. Godsd. Persbureau. Persbu reau Vaz Dias. Cursus Oud-testamentische figuren. VARA. 11.00 Gramofoonmuziek. 12.00 Tijdsein en sluiting. BRUSSEL, 509 M.: 12.20 Concert door het Radio-orkest onder leiding van Franz André. 1.30 Vervolg concert, 3.20 Uit de Kursaal te Ostende, concert onder leiding van Franqois Rasse, 5.20 Concert door het omroeporkest on der leiding van Arthur Meulemans, 6.20 Gra mofoonmuziek, 9.05 idem, 9.20 uit de Kursaal te Ostende, 11.00 Dansmuziek uit Ostende. KALUNDBORG, 1153 M.: 12.20 Uitzending uit het Restaurant „Wivex", 3.50 Het Radio- Harmonie-ensemble, 11.20 Dansmuziek. HAMBURG, 372 M.: 11.50 Concert, 1.35 Gra mofoonmuziek, 2.30 idem, 4.50 Concert uit Leipzig, 9.50 Pianorecital door Hans Neumarkt. KONIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M.: 12.20 Gramofoonmuziek, 2.20 idem. LANGENBERG, 472 M.: 12.20 Populair con cert, 1.20 Concert onder leiding van Eysoldt, 5.20 Vesperconcert, 9.50 Concert. DAVENTRY, 1554 M.: 12.20 Concert door Stepherd's Bush Pavilion-orkest onder leiding van Harry Freyer, 1.05 Orgelrecital door Wal ter S. Vale, 4.20 Concert door het Schotsche studio-orkest onder leiding van Guy Daines, 7.50 Piano-recital door Dr. Stanley Marchant, 9.55 Bach en Handel. PARIJS EIFFEL, 1446 M.: 8.50 La Distribu tion des Prix, blijspel in één acte, 9.25 Concert onder leiding van Ed. Flament, Oostersehe muziek. PARIJS (Radio), 1725 M.: 12.50 Gramofoon muziek, 7.20 idem, 8.20 „Aïda" van Verdi, Gra- mofoonplaten. MILAAN, 331 M.: 8.20 Gramofoonmuziek, 9.05 Symphonie-orkest. ROME, 441 M.: 9.05 Concert onder leiding van Alfredo Cacella. WEENEN, 517 M.: 8.25 „Zar und Zimmer- mann", opera-comique in drie bedrijven, 10.50 Populair concert door de Robert Hügel-kapel. WARSCHAU, 1412 M.: 5.20 Militair concert, 6.40 Dansmuziek, 8.20 Symphonie-concert door het Symphonie-orkest, 10.20 Dansmuziek. BEROMÜNSTER, 460 M.: 8.50 Symphonie- concert door het stedelijk orkest van Bern. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS Dokter: Wil ik u pillen of poeders voor schrijven? Patiënt: Dat is mij volmaakt onverschillig, schrijf alles voor wat ge wilt, dokter, als ik er maar een glas bier bij mag drinken. „Je hebt zeker geen zin, om met me te trouwen?" zei ik, niet erg hoopvol. „Vandaag niet," zei Ella. „Ik heb 't veel te druk. Misschien als ik eens tijd heb ,,'t Duurt niet zoolang," verzekerde ik haar. „Ik heb een kennis, die pas getrouwd is. 't Kost niet meer tijd dan een kies trekken, zegt hij." „Ik heb vandaag en morgen óók geen tijd, om een kies te laten trekken. Ik ga toeren." „Waar naar toe?" „Ja, dat weet ik zelf nog niet goed. Naar de meren, ofzal wel zien." „Te voet? Met die hooge hakken?" „Domoor! Met een auto natuurlijk." „Met wie z'n auto?" „De mijne," zei Ella trotsch. „Ga maar mee kijken." Ik volgde haar langs het pad naar de nieuwe garage. Het kleine planken gebouwtje zag er een beetje aangeschoten uit scheen moeite te hebben, om overeind te blijven. „Daar heb je Sonny Boy," zei ze, en ik keek naar de glinstering van nieuwe lak. Wil je me even laten starten, dan kun je zien, of ik 't goed doe. Ik heb 't met 'n heel anderen wagen geleerd, en „Start maar. Heb je hier iets, waar ik achter kan staan?" Met een frons, die ongeloofelijk bekoorlijk stond, ging Ella achter 't wiel zitten. „Eerst den knop omdraaien, is 't niet?" zei ze. „Of den draai omknoppen. Doe maar." Ella keek mij klaaglijk aan. „En dan?" „Je hoeft nog geen lichten aan te hebben," zei ik vriendelijk. „O. Ik bedoelde den anderen knop. Ze lijken zoo op mekaar. Nu de zelfstarter?" „Eerst kijken, of ie neutraal staat." „Komt dat er wat op aan?" vroeg Ella on schuldig. „Of je moest dien deurpost heelemaal willen uitroeien!" De zelfstarter knorde nijdig. „Niet zoo zachtzinnig," zei ik. „Je zult 'm geen zeer doen." De starter liet een zacht gegorgel hooren. „Heb je wel benzine?" vroeg ik. „Massa's en massa's." „En heb je gas gegeven?" „O ja," zei Ella opgewekt. „Ja een mensch kan niet overal tegelijk aan denken." De motor maakte een donderend lawaai. „Waarom trilt de wagen nou zoo?" riep Ella boven 't tumult uit. „Klep dicht!" schreeuwde ik. „Nou je kon wel beleefd blijven!" schreeuw de Ella terug. Ik legde uit, dat minder gas meer gewenscht mocht heeten, en de motor verviel van zijn gebrul in een katachtig spinnen. ..Wat nu?" vroeg Ella tevreden. „Débrouillage en eerste versnelling." „Hij wil niet," zei EUa met een verwrongen gezicht, ,,'t Gaat lastig. Ik...." De wagen schoot met geweld achteruit. Er kwam een scheurend gekraak, toen de achter wand van de* garage het begaf, en de auto bleef stilstaan halverwege den nieuwen uitgang. „Ik gleed uit," klaagde Ella. „En jij maakt me maar zenuwachtig met dat schreeuwen en kijken!" „Niets van aantrekken," suste ik. „Je kuni er nu tenminste aan twee kanten in en uit. Maar ik zou nu liever maar vóóruit gaan. De tuin hoeft in dezen tijd van 't jaar niet om geploegd te worden." Ella greep met grimmige vastberadenheid het wiel en begon opnieuw. Ditmaal verbet de wa gen inderdaad in voorwaartsche richting de garage. Hij schoot met een ruk door de open deuren, trok zigzag verder, als een koopvaardij schip, dat de vijandelijke torpedo's tracht te ontwijken, klom over een grasrichel en kwam tot staan in een bloembed. „Weet je wat?" zei ik edelmoedig. „Als je belooft, dat je met me zult trouwen, zal ik tegen je vader zeggen, dat ik die tulpen ver moord heb." „Neen!" antwoordde Ella heftig. „Nu wil ik voor geen miUioen met je trouwen. Kijk nu eens, wat je bereikt hebt met je bespottelijke aanmerkingen. Ik heb nog nóóit in de tulpen gezeten." „In ieder geval heb je nu een poëtisch begin gehad. 'tKon niet interessanter of je had in een boom moeten klauteren." Ella gunde mij niets dan een blik. In dien bbk was niets van het respect en de genegen heid, die ik had mogen verwachten. Toen zette zij haar toer voort. Sonny Boy maaide tulpen als een oude oorlogstank, vloog het hellende grasveld over, hotste met een onrustbarenden hoek de laan in Een uur later keerde Sonny Boy terug. Het knaapje zag er uit als een stout, bestraft kind, toen het, radiateur vóór, angstig-precies de garage inschoof. Ella's wangen waren zeer rood, toen zij uitstapte. Ik groette haar met een vriendelijken glimlach. „Blij je weer te zien," zei ik. .Bevend en wel." Ella beet op haar bp. „Ik ik had eigenlijk niet alleen moeten gaan," zei ze. ,Maar ik vind toch...." „Veel verder dan dien verkeers-agent schijn je niet gekomen te zijn, schat," zei ik. „Raad ik t goed?" Ella's wangen werden nog rooder. „Ik begrijp tóch niet, dat zoo'n groote bon kige agent zoo'n drukte hoeft te maken tegen een meisje. Je weet hoe 'n bonk 't is. Hij heeft vast mijn radiateur méér bezeerd, dan mijn radiateur hém." .Natuurlijk," zei ik. „Zoo'n onmensch!" „Tonny," zei EUa heel zacht, „is 't waar, dat een getrouwde man aansprakelijk is voor de schulden van zijn vrouw?" „Absoluut. Ze kunnen hem er voor in de ge vangenis stoppen." „En boeten?" ,3oeten ook." „O," zei Ella. „Kijk zie je, ik heb tegen .dien agent gezegd, dat ik „Wat?" „Nou, ik heb gezegd, dat ikdat ik „O Ella, engel, ik heb je bef!" „Vind je 't heuseh niet erg," snikte EUa, „een klein tijdje in de gevangenis te zitten, omdat „Natuurlijk vind ik 't niet erg. Ik bedoel, al waren de politie-agent en ik niét in dezelfde kegelclub, dan zou ik 't nog niet èrg vinden." J li f 't oo dit blad zltn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7C/1 bij een ongeval met OCfi bij verlies van een hand f 1 OC bij verlies van een f bij een breuk van f Afl bij verlies van *n A ll€ ClUOTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Ol/lrl/*- verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f doodelijken afloop 1 £tOU»m een voet of een oog# 1 O»-duim of wijsvinger I t/l#."been of arm# TI/«" anderen vinger 30 Ze was reeds weg, voortgedreven door den wind, zoo snel loopend als de dubbele last ver oorloofde. Marie-Claire zette het nu op een drafje, zonder hoed, met losgewaaide haren, nog altijd trachtend haar japon te sparen. Zij hoopte nog vóór den regéh de Solitude te bereiken en aan de hulshoudster een schuilplaatsje te vragen. Er begonnen echter reeds enkele zware druppels te vallen, al meer en meer, tot het spoedig een ware stortvloed werd. Al repte de arme Marie- Claire zich ook nog zoo, toch kleefden haar de kleederen aan de schouders, toen zij bij de deur -van 't dienstpersoneel aankwam. Zy' schelde aan, onwillekeurig veel heftiger dan ze had willen doen, en de bediende, die haar opende, trad verschrikt achteruit, toen hy daar zulk een deftig persoontje gewaar werd, in rooskleurig, nat en verfrommeld mousse line, met de haarlokken op de wangen geplakt en de melkkruik van zijn heer in de hand! Er was niemand om deze boodschap té doen, hygde ze, moeite doende om weer op adem te komen. Kan ik Misé Esparton spreken? Die zal my wel een schuilplaatsje willen geven, tot de bui over is. O zeker, kom maar spoedig binnen! Maar Misé Esparton is in de keuken, zei de knecht verlegen, want hy had de juffrouw van het Rozen-Kasteel herkend en wist, dat elk verkeer tusschen de beide huizen streng verboden was. Nu, voor de keuken ben ik niet bang, zei Marie-Claire de plaats overloopend, nog altyd met de kruik in de hand, die de knecht haar niet had durven afnemen. Zij bemerkte evenwel niet, dat van uit een venster der eerste verdieping twee sombere oogen dit zeker allervreemdst tooneeltje be gluurden. De knecht echter zag dien nieuws gierigen blik wel en voelde zich lang niet op zijn gemak. Maar, bekende hij later, hy kon toch de juffrouw geen schuilplaats weigeren by een weer, om zelfs geen hond buiten te laten. Misé Esparton uitte een kreet van schrik. U hier, mejuffrouw, en dat in zulk een toestand! Waarom is die luie Millie niet ge komen?.... O, wat is dat goed van u.... Ik hoop maar, dat mijnheer de markies u niet gezien heeft! Hü heeft haar wèl gezien, zei de knecht angstig. HU stond juist aan het venster. Misschien heeft hy haar voor Millie ver sleten, meende Misé Esparton. Tot eenig antwoord keek de man eens naar de verkreukelde japon en schudde op wel sprekende wyze het hoofd. Trek die japon uit, mejuffrouw, zei de oude huishoudster; ik zal hem spoedig drogen. Wel neen! By deze temperatuur betee- kent een nat-zün niet veel. Geef my maar een sjaal, en laat my hier het einde de bui afwachten. Zoo iets kan niet lang duren. Kom liever in myn kamer, mejuffrouw; men zou u kunnen zien en erover babbelen. Mijnheer zal u niet herkend hebben en nie mand behoeft te weten, dat een dame zooals u Een korte, gebiedende ruk aan de bel ont nam haar het woord. Zy beefde en scheen zeer ontsteld. Kom in den kleinen 6alon, mejuffrouw, zei ze haastig. Ik ga hooren, wat mynheer ver langt. Haar oude knieën knikten, terwyi ze haastig de trap besteeg. Meer dood dan levend trad ze in de kamer, waar mynheer de Saint-Meuron ongeduldig wachtte. Wie is er daareven gekomen? De gevreesde stem trilde en Misé Esparton begon nog harder te beven. Niemand mijnheer de markies; uw melk werd gebracht, wel een beetje laat, maar.... De melkbrengster is niet zeer alledaagsch, onderbrak hy haar spottend. Waar komt die bode met geborduurde japon vandaan? Zij begreep, dat hU Marie-Claire herkend had, en brak in tranen uit. Mijnheer de markies, mynheer Raoul, myn lieve meester, wees toch niet boos op mij. Ik meende er goed aan te doen, omdat het voor uw gezondheid was. Het ging toen zoo slecht met u. De geneesheer verlangde goede melk, en de gecondenseerde, die van verre komt, kon u niet verdragen. Deze afgebroken woorden, die enkel dienden om de gevraagde verklaring uit te stellen, maakten den markies nog ongeduldiger. Wil u mij nu eens duidelyk antwoorden, Misé Esparton? Kan ik de melk slechts veer- dragen, als ze door een jong meisje in roos kleurige mousseline gebracht wordt? Nooit is zij er mee gekomen.... dat is haar werk niet. Millie, mijn nichtje, brengt ze eiken morgen en avond. Alleen omdat Mil lie vandaag verhinderd was, heeft zyheeft zyde goedheid gehad zelf te komen. Daaruit moet ik dus opmaken, dat u tegen mijn uitdrukkel-k verbod nog verkeer houdt met de bewoonsters van het Rozen-Kas teel? Alleen daar kon ik versche melk krijgen, antwoordde Misé Esparton snikkend. Er was iets roerends in de nederigheid de zer oude vrouw, die zich over haar toewijding verontschuldigde, als ware het een fout ge weest. De markies werd, opeens kalm, en iot haar overgroote verrassing hoorde zij hem met zyn gewone stem zeggen: Er is maar eéné ding, dat ik u moeilyk kan vergeven, Rose: u hebt de dochter van mijn ouden vriend de Solliès in de keuken ont vangen, want zij is het, niet waar? Verzoek haar wel by een zieke te willen komen, en ver ontschuldig mij, dat ik haar moet verplichten de trap te bestygen. ïntusschen zat Marie-Claire te rillen van de koude, want in haar haast om aan de bel te gehoorzamen, had Misé Esparton vergeten haar een sjaal te geven. Daar zag ze de oude vrouw terugkeeren, lachend en weenend tege- lyk. HU vraagt u boven te willen komen Eerst was hy vreeselijk boos, maar hij vraagt excuus, dat hy niet naar beneden kan komen, en hU heeft mij beknord, omdat ik u in de keuken ontvangen heb. Marie-Claire voelde zich het hartje kloppen. Zou het niet beter zijn, als ik maar on middellijk naar huis ging, Misé Esparton? U hebt me werkeiyk bang gemaakt voor uw myn heer de Saint-Meuron! Niet naar boven gaan, als hy het ver langt? Maar, lieve juffrouw Marie-Claire, zoo iets zult u toch niet doen? Op mij zon het weer terugvallen, ziet u! Goed dan, ik zal gaan. Hy zal me toch zeker niet opeten, zei Marie-Claire, haar moed by een rapend. Zij streek de weerbarstige lokken wat recht en volgde de oude vrouw op de trap; maar deze verdween eensklaps na de deur geopend te heb ben, en zoo bevond Marie-Claire zich alleen met den vreeselyken markies. HU stond middenin een ruime kamer, die de geheele breedte van het huis innam en ven sters had op beide gevels. Ondanks de hooge temperatuur lagen er dekens op de sofa, die hy zooeven verlaten had. Zy vond hem opval lend veranderd, sedert zy hem op den weg ont moet had. Hy sprak het eerst en ongedwongen. Wilt u mij toestaan mijn dienstboden te excuseeren, mejuffrouw? Het moet wel door de groote verrassing geweest zyn ,als ze vergeten hebben, wat de dochter van een myner vrien den toekomt, wanneer zy, met een my onbe kend doel, my de eer aandoet nujn drempel te overschrijden. Deze wellevendheid, al was ze dan wat over dreven, stelde Marie-Claire opeens gerust, en hoewel nog ietwat bevend, kon ze toch glim lachend antwoorden: Ik zou me niet verstout hebben hier te komen, als ik my niet met de taak van een ander belast had; ik meende stellig, dat het dringend noodig was.... Die zware kruik melk hierheen te dragen! viel hy haar in de rede. Mag ik wagen, hoe u gedwongen werd, u daarmee te belasten? Millie had zich bezeerd, en al onze dienst boden waren uit. En toen moest u zulk een weer trotsee- ren! Maar u is doornat, en ik zie in mijn vry- gezellenhuis geen middel om u te hulp te komen. Een sjaal zou voldoende zyn, zei Marie- Claire, die zat te bibberen, en me dunkt, Misé Esparton kon me.... Wacht een oogenblik! riep mynheer de Saint-Meuron en opende haastig een ryk ge beeldhouwde kast, waaruit een lieflyke geur de kamer binnendrong. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7