EEN ROOFDIER IS EEN GROOT GEVAAR, OMDAT ZIJN KLAUW HET LICHAAM SCHENDT,
MAAR ERGER IS DE LASTERAAR, DIE IEMANDS GOEDEN NAAM MISKENT.
Wanneer een leeuw de borst versiert
In goud en op emaille,
Dan vaart de fierheid van dit beest
Ook altijd in de taille.
Men loopt wat rechter dan voorheen,
En kijkt ook meer bewuster.
En ziet hij iemand zonder leeuw,
Dan.„loop maar naar je zuster
De oogen lichten feller op,
Alsof ze willen zeggen
Hier loopt de man, die door talent
Een leeuw wist neer te leggen
En daarom zie je aan een mensch,
Wanneer zijn gang volleerd is,
Zelfs als hij loopt in pyama,
Dat hij gedecoreerd is 1
De leeuw is, naar u allen weet,
De koning der woestijn,
Dus als hij in het vrije loopt
Dan voelen wij ons klein
Zijn majesteit, maar meer zijn kracht
Brengt ons gauw van ons stuk.
Dat in het Gooi geen leeuwen zijn
Is zeker een geluk 1
Maar als die koning is onttroond
En achter trahes zit,
Dan vreezen wij zijn klauwen niet,
Nog minder zijn gebit.
En met de tralies tusschen in,
Van elk gevaar ontbloot,
Dan draaien wij de rollen om
En voelen „wij" ons groot 1
yK
SS
:o
j*
Een wetenschappelijke verhandeling over het roofdier
is even eentonig en vervelend als de woestijn, waar
deze dieren zich ophouden. Bovendien zijn er niet
zoovele menschen, die behoefte hebben aan een diepgaande
studie over het roofdier. En degenen, die er wat voor
voelen om leeuwenjager te worden, vinden den weg van
zelf reeds aangewezen ze gaan naar Afrika en keeren met
leeuwen beladen terug, tenzij dat zij pech hebben, hetgeen
de familie na verloop van jaren dan wel bemerkt. Wil men
leeuwentemmer worden, dan
kan men het beste terecht bij
Hagenbeek, Sarassani of Gleich,
waar dit baantje zoo nu en dan
vacant komt, omdat een temmer
zich wel eens te diep in het hol
van den leeuw waagt. Van een
christelijke begrafenis van een
leeuwentemmer hoort men dan
ook zelden, omdat het gewoon
lijk moeilijk uit te maken is,
in welken leeuw de stoffelijke
overblijfselen zich bevinden.
Je hebt mensehen, die gaarne
altijd zelf de kastanjes uit het
vuur willen halen. Dit is zeer
nuttig en vooral aangenaam
voor de anderen, die hun deze
liefhebberij niet misgunnen. U heeft
het woord kastanje maar door leeuw te
vervangen en u begrijpt wel waar ik
naar toe wil. Want wat voor nut zou
een leeuwenjager hebben, wanneer in
het rustige vaderland geen menschen
wonen, die van zijne resultaten genieten?
Wanneer de leeuw met veel misbaar op
de boot is gebracht en deze boot komt
behouden aan in Rotterdam en de tocht
van den leeuw in kratten zet zich voort
naar Artisdan komen eenige dagen
later, wanneer het dan toevallig Hemel
vaartsdag is, de vijf-en-twintig-cent-
betalende Amsterdammers naar dezen
voldoende om hoog
doet rijzen, zoo weten
die vaders hunne we
tenswaardigheden te
kruiden met een zeker
soort zout, dat dorstig
maakt naar avontu
ren I Maar wan
neer een leeuw
achter de tralies
zit, dan is het
niet alleen ge
makkelijk, maar
ook rustig pra
ten. Nooit wordt
'n mensch door
zooveel moed
bezield, dan
wanneer hij het
gevaar voor zich
ziet en daarbij de zekerheidheeft er
niet bij ten onder behoeven te gaan.
Want de leeuw blijft leeuw al zit hij achter de
tralies. En de mooi gestreepte tijger met zijn
katachtigen blik, het forsche lijf gestrekt, den muil
belikkend, wanneer hij de levende hapjes bekijkt,
waar hij niet bij kan, is dan op zijn mooist. En de
poema doet allesbehalve aan als een gedicht, wan
neer zijn verzorger hem een stuk dijbeen toe
werpt, dat voorheen nog aan het stuk zat van een
mijn-paard.
In het algemeen moet de tijger in het wild een
gevaarlijker roofdier zijn dan de leeuw. Wan
neer je tenminste menschen met ondervinding
hoort spreken, en op dit gebied laten wij gaarne
de ondervinding over aan anderen, dan zal een
leeuw je nooit aanvallen, zoolang hij geen bepaalden
honger heeft. Nu is het nemen van proeven op
dit gebied iets, dat ons eerder tot nadenken zal
brengen dan proeven op welk ander gebied ook
Een verschijnsel, dat op zich zelve reeds spreekt.
Wij herinneren ons het verhaal van den romein-
schen slaaf Androcles. Ieder voorstander van de
dierenbescherming heeft daarbij in de latere
eeuwen goe^eurend geknikt. Die Androcles
ontmoette eens op een zijner wandelingen een
leeuw met een doorn in zijn poot. Heel voorzichtig
haalde hij den doorn er uit, welke operatie den
leeuw tot een bijzondere dankbaarheid moet
hebben gestemd. Althans, toen wat later deze
slaaf in de romeinsche arena slordig voor de leeuwen
werd geworpen, was die dankbare leeuw toevallig
aanwezig en stak hem, nog steeds dankbaar ge
stemd, vriendschappelijk een klauw toe bij wijze
van handje geven. Als jongen maakte je toen het
vaste plan om later, als je eens een leeuw met een
doorn in den poot mocht tegen komen, hetzelfde te
doen. Zoover ik kan nagaan is aan al mijn vroegere
schoolkameraden een dergelijke ontmoeting be
spaard gebleven. En geen een, gekomen op den
leeftijd van nu, is er rouwig om.
wij ondanks onze pa
cifistische neigingen
en lust tot ontwape
ning van vechten als
'n leeuw. En niemand
zal toch willen bewe
ren, dat onze voor
vaderen den
leeuw in ons
wapenschild ge
bracht hebben
als 'n uiting van
bescheidenheid?
Is onze ridder
orde van den
N eder land schen
Leeuw niet een
orde van bijzon
dere beteekenis?
Ik wil onze
voorzaten van de Nederlandsche
Compagnie niet met roofdieren ver
gelijken, maar het rooven hadden zij met die
dieren gemeen en uit onze koloniale geschiedenis
zijn eenige pagina's door de muizen weggeknabbeld.
wanneer althans de overlevering bij de inboorlingen
op waarheid berust. Maar die tijden zijn voorbij.
En wanneer wij thans grootsche daden verrichten,
dan krijgen wij als kostbaar zinnebeeld 'n leeuw toe
geworpen, die wij trotsch aan onze borst koesteren.
En hoe vele café's tellen wij niet in ons vader
land, die met hun uithangbord den leeuw eeren
De gouden leeuw, de roode leeuw zijn namen, welke
op dit gebied boekdeelen spreken. Wellicht is dit
gedaan om de menschen aan de bittertafel te in-
spireeren, hetgeen dan niet zonder succes is ge
bleven. Heeft zelfs de keizer van Ethiopië zich niet
den naam van den leeuw van Juda voorbehouden
Het zijn allemaal voorbeelden, waaruit blijkt,
dat de mensch zich gaarne de verschillende eigen
schappen van het roofdier wil toeëigenen.
Ieder, die de film van Trader Horn heeft gezien,
kan zich wel een voorstelling maken van wat een
roofdier is. Voor den naam hebben wij schrik en
voor deze beesten zelf een heilige vrees. Natuurlijk
willen wij gaarne weten wat er zoo al in de wereld
te koop is. Maar op dit gebied is het niet uit lust
om concurrentie aan te doen. Slechts zucht tot
wetenschap. Nu, de nieuwsgierigheid kan gezond
blijven en het kost ons ook weinig inspanning. Iets
waar de meeste menschen op belust zijn. Elke
stad van beteekenis heeft haar dierentuin en men-
schelijkerwijze gesproken mogen de roofdieren, die
zich daar bevinden, blij zijn, dat ze zoo goed op
geborgen zitten. Ze hebben daar geen zorgen meer
voor het dagelijksche bestaan, waar ze in de wil
dernis nog wel eens last van kunnen hebben. En
terwijl hen in de kooien de lekkere hapjes kant
en klaar worden toegeworpen, zoodat ze het
been maar voor het afkluiven hebben, moeten ze
er in het wild om vechten. Iets dat niet altijd
zonder huidscheuren afloopt. Onze lezers en lezeressen
maken wij het nog gemakkelijker door hun de roofdieren
aan huis te brengen. Niet in levende lijve. Want behalve
zij zelve zouden ook onze loopers er bezwaren tegen hebben.
En met die bezwaren hebben wij rekening te houden. Maar
op deze pagina vindt u een kerncollectie roofdieren. Ook
al zult u niet direct watertanden bij het zien van roof
dieren, het gedierte op deze pagina zou het wel doen,
wanneer dit het voor u twijfelachtige genoegen had u van
zoo dichtbij te mogen verwel
komen. Ziet u de ij delheid van
dat kleine leeuwtje onderaan
Net als de menschen zijn ijdele
dieren niet gevaarlijk. Maar de
leeuw, die zijn kaken openspert
doet dit niet direct om u zijn
gebit te laten bewonderen. Hij
schijnt den fotograaf te willen
beduiden, dat het tijd wordt
heen te gaan, wil hij het beleven
zelf de platen te mogen ontwik
kelen. Het is maar goed, dat.
die tijger met loerenden blik
slechts twee pooten heeft. Want
zulke beesten zijn alleen maar
gevaarlijk wanneer ze volledig
zijn. Onderaan vindt u een
afbeelding van het echtelijk geluk. De
leeuwin, zijnde de bazin in het huis
houden, staat in werkelijkheid een
trapje hooger. Maar de leeuw, zooals
het in ieder huisgezin toegaat, mag zich
wel een plaatsje toebedenken op den
voorgrond. Maar over hem wordt heen-
gekeken. En ook op dit gebied schijnt
de strijd beslecht, want het tafereel
is zeer vreedzaam en huiselijk 1 Al
zullen wij menschen ons wat meer op
ons gemak gevoelen met wat beter
meubilair, zij het dan op afbetaling.
(Nadruk verboden^
zoölogischen tuin. Een
hert kan men lief vinden,
een papegaai interessant,
de afdeeling roofdieren
blijft favorietHet is altijd
merkwaardig te zien hoe
veel moed een mensch aan
den dag legt, wanneer ste
vige tralies hem van de
roofdieren scheidenDan
worden de vaders een soort
Tartarin de Tarascon en
wanneer je hunne uiteen
zettingen hoort tot hunne
kinderen, dan krijg je on
willekeurig den indruk, dat
er heel wat roofdierenja
gers verloren zijn gegaan in
de sleur voor de zorg voor
het dagelijksche belegde
brood. Alsof een brullende
leeuw de haren al niet
Toch is de mensch een
vreemd wezen gebleven,
ondanks alle beschaving.
Een mensch praalt gaarne
met kracht en moed. Dit
is er, sinds de Batavieren
er mee begonnen zijn, bij
ons volk in gebleven. Het
karakter van den tijger
vinden wij niet vleiend ge
noeg, wat voor den aard
van dit dier niet pleit, maar
een vergelijking met den
leeuw doet ons altijd goed
keurend instemmen. Ieder
mensch is altijd gaarne wat
meer dan hij is en in de
schaduw staan van den
koning der dieren is altijd
aangenamer dan in de zon
vao menschelijke onvol
maaktheid. Daarom praten