Prikkeldraad Van de Pers-Tribune FINANCIEEL BEHEER GEMEENTEN De kritiek van de Commissie-Weiter NOG EENS HET KRUISERVRAAGSTUK DONDERDAG 21 JULI n. NATIONALE BEDEVAART- NAAR LOURDES WIJZIGING DER KIESWET Verhooging van het percentage van den kiesdeeler DE CRISIS IN DEN MIJNBOUW Ook huishuurverlaging een punt van bespreking UIT HET BOUWBEDRIJF MIDDENSTANDSCONGRES TE ARNHEM Bespreking der Winkelsluitingswet Het concept-program-1933 der R.K. Staatspartij NIEUWE RIJWIELPLAATJES I Augustus verplichtend DRIEDAAGSCHE TuInBOUW- BEURS 57 October te Utrecht DUIDELIJKE WOORDEN Elias weet het beter DE ESPERANTO-BEWEGING Internationaal Congres te Parijs OP HET BINNENHOF De portefeuille-kwestie 'n Toast Doe geen inkoopen! Op 15 Augustus en 1 November Steun aan de suikerindustrie op Java; Prof. van Embden spreekt een woordje mee De commissie-Welter heeft, zooals wij in een vorig artikel reeds lieten uit komen, den gemeentebesturen haar kritiek niet gespaard: wij releveerden uit het rapport, dat het Rijk zich de laatste jaren belangrijke offers getroostte om tegemoet te komen aan het van de zijde der gemeenten voortdurend ge opperde bezwaar, dat de financieele ver houding tusschen Rijk en gemeenten voorzoover die geregeld was in de wet van 1897 niet deugde; wij memoreerden, dat het Rijk ten behoeve van de gemeenten af stand deed van van de opbrengst in hoofdsom van de grondbelasting, alsmede van de personeele belasting; voor de gemeenten beteekende dit een voordeel van 26 millioen, terwijl het Rijk voor 1932 nog eens 12 millioen voteerde uithoofde van de op zich genomen aanspra kelijkheid voor het tekort in het gemeente fonds; de uitkeering uit het gemeentefonds aan de gemeenten is voor 1932 geraamd op ƒ96.000.000, en daarnaast krijgen de ge meenten nog de opbrengst der gemeente lijke opcenten op de gemeentefondsbelas ting. Ondanks de royaliteit van het Rijk zijn de gemeenten er financieel niet gunstiger vóór komen te staan, en wel, doordat het gemeentenbudget van ƒ557.941.000 in 1924 steeg tot ƒ656.523.000 in 1931; een stij ging dus met rond 100 millioen. Dientengevolge zullen er naar raming der commissie in 1932/1933 reeds 250 ge meenten zijn, die 80 opcenten op de hoofd som der gemeentefondsbelasting heffen, terwijl er bovendien nog 50 gemeenten zul len moeten komen tot het bijzondere maximum van 100 opcenten; voorts zijn cr op 't oogenblik al 14 noodlijdende gemeen ten, die zonder hulp van het Rijk niet kun nen rondkomen, en zijn er nog 19 nieuwe aanvragen om Rijkshulp in behandeling. De commissie vervolgt nu haar teeke- ning van den nood der gemeenten docr erop te wijzen, dat zich in den laat- sten tijd bij vele gemeenten kasmoeilijk- heden hebben voorgedaan, welke geleid hebben tot de Kasvoorschottenwet. Deze kasmoeilijkheden, welke tot dusver ruim 100 gemeenten hebben gedwongen, voor schotten uit 's Rijks kas aan te vragen (aan welke gemeenten te zamen tot heden 100 millioen is toegezegd, terwijl het Rijk bo vendien voor ongeveer ƒ17 millioen aan garantie heeft aanvaard, waarvan ruim ƒ77 millioen is opgenomen) spruiten voor een deel voort uit credietopzeggingen door banken, die voor haar liquiditeit moeten waken. Deels ook zijn zij een gevolg van de terughoudendheid der Rijksfondsen, die nu ook de Staat mede tot consolideering van zijn vlottende schuld moet overgaan -— hun voor belegging beschikbare middelen in de eerste plaats voor de Staatsleening hebben moeten reserveeren. Het spreekt echter vanzelf, dat deze beide directe oor zaken der gemeentelijke kastekorten geen ernstig bezwaar zouden hebben opgeleverd, indien de gemeenten op normale wijze haar vlottende schuld konden consolideeren, door openbare emissies. Dat vele gemeenten momenteel niet meer een beroep op de geldmarkt kunnen doen. mag naar het oordeel der commissie niet uitsluitend op rekening van de crisis wor den geschoven. Men moet aannemen, dat wantrouwen van het geldbeleggend publiek in het gemeentelijk financieel beleid hier bij mede een groote rol speelt. De commissie acht dit een ernstig verschijnsel, dat de volle aandacht verdient van hen, die met het toezicht op het gemeentelijk beheer be last zijn. De gemeenteschuld stijgt in on rustbarende mate en in tijden van dalende conjunctuur, als wij thans tegemoet gaan, zal de rente- en aflossingslast een der meest bezwarende posten op het gemeente lijk budget gaan vormen. De totale gemeen teschuld bedroeg direct na den oorlog (1919) omstreeks 850 millioen. Tien jaren later is zij reeds boven de 2100 millioen gestegen, d.w.z. een vermeerdering met meer dan 150 pCt. De Rijksschuld steeg in diezelfde periode met omstreeks 10 pGt. Erkend wordt, dat onder de evengenoem- de 2100 millioen ook begrepen zijn de lee ningen voor de gemeentebedrijven, maar dat ook daarin wel belangrijke risico's kun nen schuilen, indien de geheele bevolking zich op een lager levenspeil moet gaan in stellen, zal wel geen uitvoerig betoog be hoeven; men denke slechts aan de groote kapitalen, die in den woningbouw zijn vastgelegd. Het systeem, dat door vele ge meenten wordt gevolgd om voor alles te leenen wat bestemd is om voor meerdere jaren dienst te doen, moet vroeg of laat vastloopen. De gemakkelijke wijze, waarop de ge meenten in de laatste jaren geld konden krijgen bij de Rijksfondsen, heeft het kwaad nog vergroot. De 500 millioen, die de Rijks fondsen thans in de gemeenteleeningen hebben belegd, hebben ongetwijfeld het vormen van een kunstmatig gemeentecre- diet in de hand gewerkt. Bedacht moge wor den, dat de Rijksfondsen zijn opgezet op een productiefmaking der door de gedwon gen besparing verkregen gelden, en niet om de overheid aan crediet te helpen. Blijkt later, dat de belegde gelden niet tot een evenredige inkomstenvermeerdering van het Nederlandsche volk hebben geleid, dan zal de Staat, die voor de verplichtingen der Fondsen aansprakelijk is, het tekort door belastingverzwaring moeten aanvullen. Het bedenkelijke van de veel te sterke stijging van den gemeentelijken schuldenlast is voorts, dat het eenige middel om hierin te voorzien bestaat in een verkorting van den looptijd der leeningen, d.w.z. in een verhooging van de gewone uit gaven, hetgeen natuurlijk de bestaande te korten op de gemeentelijke budgetten nog grooter maakt. Duidelijk treedt in dit ver band de ernstige fout der gemeentelijke begrootingsvoorschriften in het licht, die toelaten, dat een batig rekeningsaldo van den gewonen dienst naar den gewonen dienst van het volgend jaar in plaats van naar den kapitaaldienst wordt overgebracht. Waren de gemeenten in 1924 gedwongen geworden in deze de praktijk te vol gen, die tot voor kort steeds door het Rijk werd toegepast, en hadden zij sedert 1924 behoorlijk gezorgd, dat de boven de ramingen uitgaande middelenopbrengsten in plaats van aanstonds door een evenredige stijging der gewone uitgaven te worden op geteerd, in een batig rekeningsaldo waren overgebleven en dat deze saldi dan naar den kapitaaldienst waren overgebracht, dan zouden nu in de gemeentelijke balansen de reserves aanwezig zijn, die met het oog op de steeds terugkeerende ups and downs in elke publiekrechtelijke organisatie onver mijdelijk noodig zijn. Nu dit niet is geschied, zullen vele gemeenten, indien zij nog eenigs- zins de gemeentelijke autonomie willen red den, zeer diep en veel dieper dan het Rijk het mes in haar gewone uitgaven moeten zetten en het gemeentelijk budget moeten terugbrengen tot een peil, dat zich aan de sterk gedaalde draagkracht zal aanpassen. De tegenstelling met de door het Rijk ge volgde behoedzame financieele politiek moet thans tot uiting komen in een veel straffer inperking van de uitgaven dan bij het Rijk noodig zal zijn. In dit verband komt de commissie te spreken over de door de grootere en grootste gemeenten betaalde loonen en salarissen. Het heeft de commissie getroffen dat de onlangs aan de Eerste Kamer overgelegde vergelijkende staat van salarissen en loo nen van het Rijk en enkele groote gemeen ten bijna zonder uitzondering voor de groote gemeenten op hoogere bezoldiging wijst. Zelfs indien de gemeentefinanciën gezond waren aldus de commissie zou een dergelijke bevoorrechting van het per soneel in gemeentedienst bezwaarlijk te verdedigen zijn, terwijl zij bovendien ten gevolge heeft, dat de recruteering van openbare ambtenaren een verkeerd verloop krijgt. Doch hoeveel ernstiger karakter krijgen dergelijke verschillen, nu het juist de gemeentefinanciën en speciaal de finan ciën der grootere en grootste gemeenten zijn, die boven elke andere reden geven tot bezorgdheid. Het valt buiten de taak der commissie zoo lezen wij in het rapport de wegen aan te wijzen, langs welke een voldoende verlaging der gemeentelijke uitgaven kan worden verkregen. Waar echter de commis sie blijkens de in haar rapport verwerkte voorstellen tot de overtuiging is gekomen, dat in den Rijksdienst over de geheele linie het peil der uitgaven aanmerkelijk moet worden verlaagd, en haar tevens is geble ken, dat de gemeentefinanciën, meer nog dan die van het Rijk, reden tot bezorgd heid geven, daar meende zij niet te mogen nalaten gezien ook de groote risico's, die de Rijksfinanciën loopen bij een onoordeel kundig gemeentebeheer op „deze zieke plek" de ernstige aandacht der regeering te vestigen. Tot zóóver de lang niet malsche kritiek van de commissie-Welter. In een volgend artikel zullen wij ver schillende gemeentelijke bedenkingen tegen deze kritiek naar voren brengen. De processietreinen aangekomen Men bericht ons telegrafisch uit Lourdes, dat de 4 processie-treinen in den besten wel stand aldaar zijn aangekomen. De zieken ma ken het goed en zijn opgewekt, ondanks het regenachtige weer. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets ontwerp tot wijziging van eenige artikelen der Kieswet. Hieraan wordt het volgende ontleend: Meermalen is terecht gewezen op het feit, dat bij de verkiezingen tal van candidaten plegen te worden gesteld op lijsten, te wier aanzien van te voren vaststaat, dat zij niet een voldoend aantal stemmen zullen verwerven, om zelfs slechts voor één der te vervullen plaatsen in aanmerking te kunnen komen. De minister meent, dat het beoogde doel, om aan dezen misstand een einde te maken, goed deels zal worden bereikt, indien als eisch wordt gesteld, dat de handteekeningen van bevoegde kiezers, die de candidatuur steunen, moeten worden gesteld ter secretarie van de gemeente, waar het hoofdstembureau is gevestigd. Het uitlokken van een gang van den kiezer naar bedoelde secretarie zal den promotors van niet- serieuze lijsten allicht veel bezwaarlijker vallen. De ontworpen regeling, welke voor alle verkie zingen geldt, komt hierop neer, dat gedurende 14 dagen vóór de candidaatstellipg op de ge noemde secretarie iedere kiezer de gelegenheid krijgt zijn handteekening te plaatsen onder een candidatenlijst, die hij zelf aanbiedt, of die door een ander kan worden aangeboden. Ten einde de versnippering van stemmen in verband met de talrijkheid van partijen met slechts één vertegenwoordiger in de Tweede Kamer, te verhelpen, wordt voorgesteld het per centage van 75 pCt. van den kiesdeeler, het welk thans geldt voor de verkrijging van rest zetels, te verhoogen tot 90 pCt. Deze verhooging zal alleen gelden bij de ver kiezing voor de Tweede Kamer en de Prov. Staten. Voor de gemeenteraden, bij welker ver kiezing als gevolg van het minder aantal te vervullen plaatsen het thans mogelijk is, dat een partij met even 40 pCt. van het totaal aantal uitgebrachte de absolute meerderheid der zetels verwerft, zal veeleer de bestaande bepaling moeten worden verzwakt en wel in dier voege, dat het minimum van 75 pCt. enkel zal gelden voor het verkrijgen van den eersten restzetel. Voorts wordt voorgesteld een vervroeging van de stemming, door den dag der candidaatstelling te bepalen op den tweeden Dinsdag der maand Mei. Dinsdag heeft de Nederlandsche Mijnwerkers- bond op een brief van den hoofdingenieur der Mijnen geantwoord, dat genoemde organisatie voorstelt ten spoedigste een conferentie onder zijn leiding te doen plaats vinden, waartoe die nen uitgenoodigd de mijnbesturen en vertegen woordigers van de vakorganisaties der mijn werkers. Als punt van bespreking zouden kunnen uitma ken de reeds bij den Minister van Waterstaat ingezonden voorstellen, alsmede de huishuurver laging. Hierdoor wordt de mogelijkheid geopend, dat over een of meerdere voorstellen overeenstem ming wordt bereikt, waarna aan den Minister van Waterstaat eensluidend kan worden gead viseerd. Conferentie op Binnenlandsche Zaken Het 29ste Middenstandscongres te Arnhem is Woensdagmiddag door den bondsvoorzitter ge opend en werd o.a. bijgewoond door den bur gemeester van Arnhem, mr. de Monchy, baron v. Wijnbergen, lid van de Tweede Kamer, den heer v. d. Sand, vertegenwoordiger van den R. K. Middenstandsbond, vertegenwoordigers van de K. v. K. en andere genoodigden. Op verzoek van de Haagsche Winkeliersver- eeniging werd het eerst aan de orde gesteld een bespreking van de Winkelsluitingswet. Na eenige discussie werd met algemeene stemmen aange nomen een motie, waarin de Middenstandsbond tot de regeering het dringend verzoek richt ten spoedigste maatregelen te nemen tot een zoo danige toepassing van de wet, dat ook op Zon dag aan die winkeliers, voor wie de Zondags verkoop de meest beteekenende bron van in komsten vormt, de gelegenheid wordt gegeven door verkoopsmogelijkheid op Zondag voor hun gezin het brood te verdienen. Deze motie werd telegrafisch aan de regeering gezonden. Vervolgens werd behandeld het prae-advies van mr. B. Bouman, secretaris van den Pa troonsbond voor de Bouwbedrijven over den „Middenstander-vakpatroon en de Overheid". In tegenstelling met het rapport-Weiter heeft het concept-program-1933 der R.K. Staatspartij in de (R.K.) pers een gunstige ontvangst genoten. „De Tij d" schrijft: „Met voldoening zal de katholieke open bare meening ook in het program-1933 op merken, dat er continuïteit is tusschen deze opvattingen van Doctor Schaepman en haar toepassing in den nieuwen tijd door h bestuur der R.K. Staatspartij. En het geeft een nieuwe geruststelling voor de vastheid der leiding aan de katholieke kiezers, dat oud-Minister Aalberse, in de school van Mgr. dr. Schaepman gevormd en als opvolger .van wijlen Mgr. dr. Nolens voor de eerste maal als Voorzitter van den Partijraad het program mede voorbereidend, in een zoo prachtige twee-eenheid van gedachte mr. Goseling en zijn mede-helpers heeft ontmoet voor de samenwerking, die dit concept-program van Schaepmanniaan- sche traditie voortbracht. Met recht worden de nieuwe program punten in een ernstigen toon ingeluid voor een der gewichtigste en moeilijkste tijd perken, daar „niemand weet, wanneer de wereldcrisis haar diepste punt zal hebben bereikt." Beheersching en verzachting van de gevolgen der economische crisis om uit het kwade het goede te kweeken, dat is wel het hoofddoel, door beginsel aan practijk gedicteerd. Vooruitziende werkelijkheidszin vordert daarom de naaste jaren een wissel werking van Staat en individu, die het geheele beleid van den eerste met gezins politiek zal moeten doortrekken. Maar hoe? Het zal een der moeilijkste opgaven worden voor het nieuwe wetgevend tijdperk en met name voor de R.K. Staatspartij, die zich geplaatst ziet tusschen de Encycliek Quadragesimo Anno en.... het rapport- Weiter." „De Volkskrant" spreekt van een „uitmuntend concept": „Het concept-program houdt èn rekening met de crisis-periode welke wij doorworste len, èn houdt den blik gericht op d^ periode die daarna moet aanbreken. Het wenscht noch voor het heden, noch voor de toekomst een afbraak-politiek. Het wil niet aan de crisis alles offeren wat wij in lange jaren hebben verworven en veroverd; het wil nog minder voorgoed de welvaart, zeg liever de ellende der volks massa stabiliseeren op het peil, dat de .Kalff's en Carp's voor oogen zweeft. Met ingang van 16 Juli 1932 zijn op de kan toren der posterijen verkrijgbaar de rijwielbe- lastingmerken voor het belastingtijdvak aanvan gende 1 Augustus 1932 en eindigende 31 Juli 1933. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat het geval zich kan voordoen, dat op een postkantoor en in het bijzonder op een hulpkantoor, tijdelijk geen belastingmerken voorhanden zijn. Het verdient daarom aanbe veling het koopen van een merk niet uit te stellen tot het tijdstip waarop men het moet gebruiken. Voorts wordt er met nadruk op gewezen, dat de controle op het gebruiken van geldige be lastingmerken reeds dadelijk na den aanvang van het nieuwe belastingtijdperk zal worden in gesteld. De Vereeniging „De Nederlandsche Tuinbouw- beurs" zal ter viering van het feit. dat in Augustus a.s. de honderdste tuinbouwbeurs plaats vindt, welke beurzen door deze Vereeni ging sinds 1918 regelmatig in het Jaarbeurs gebouw worden gehouden, in de maand October een driedaagsche nationale tuinbouwbeurs orga- niseeren. Naast aan de gewone leden zal op ruime schaal ook aan niet-leden gelegenheid worden De Eerste Kamer werkt zich deze week door het restant harer agenda heen. Er liggen nog een aantal ontwerpen, die vooral minister Ver schuur aangaan, het ontwerp op het deviezen- verkeer, contingenteeringen en de steunmaat regelen voor de varkenshouderij, de scheepvaart en de kippenhouderij. Doch daaraan kwamen we heden nog niet toe. Te lang praatten de senatoren over een suppletoire Indische begroo ting, ingediend, opdat de Indische Regeering over de noodige middelen beschikke voor de voedselvoorziening en de werkloosheidsvoorzie ning. In de Tweede Kamer is indertijd, toen de sociaal-democraat Ir. Cramer over den derden kruiser wilde interpelleeren, met de coulante medewerking van minister Deckers dit onder werp bij deze suppletoire begrooting behandeld. Uit een oogpunt van tijdsbesparing werd dit door president van Schaïk zoo geregeld. En de behandeling eindigde toen met de verwerping van de motie-Cramer, welke uitstel van de gun ning van den bouw bepleit had. Let wel: uit stel. Afstel vroeg zij niet. De sociaal-demo craten schenen zich dus eindelijk bij de herhaalde principieele uitspraken van de Kamer te hebben neergelegd. Wie had kunnen denken, dat aan dat verloop van zaken in de Tweede Kamer de Senaat op De „N. R. Ct." ziet door de economische vloedgolf de sociale voorzieningen reeds weggespoeld, het „heilig huisje" van het onderwijs ondermijnd. Welnu, het concept-program noemt „met name volksonderwijs en sociale voorzienin gen," die niet in gevaar mogen worden gebracht. De opstellers van het concept-program hebben zeer goed begrepen, dat de bezuini gingslust zich het eerst en het meest zou vergrijpen aan deze twee bezittingen van de volksmassa; de sociale voorzieningen, moeizaam veroverd, voor de poorten der liberale hel als het ware weggesleept, wor den als een zoenoffer beschouwd op het altaar der liberale gedachte, die er zich op beroemt de omstandigheden mee te hebben, en het onderwijs, weleer het palladium der liberalen, heeft zijn aantrek kelijkheid verloren sedert de volksmassa zich met overtuiging van het liberalisme heeft afgewend. Het concept-program is een uitmuntend concept, omdat het èn voor het heden èn voor de toekomst gedachten ontwikkelt- richtlijnen trekt, die geheel in overeen stemming zijn met de leeringen der Ency cliek „Quadragesimo Anno" en derhalve moeten beantwoorden aan hetgeen in de katholieke ziel leeft." „Ons Noorden" verneemt in dit concept „Een frisch geluid": „Dit ontwerp getuigt van een nieuwen frisschen geest in de leiding van de Katho lieke Staatspartij, waar men met kloeken moed de nieuwe vraagstukken onder de oogen durft te zien, berustend op de aloude katholieke beginselen, die ook nu weer zoo veel levenskracht blijken te bezitten om de nieuwe practijk te bezielen en gezond te houden. In dit program vinden we terug de begin selen door mr. Van Schaik reeds eenigen tijd geleden in enkele losse gedachten weer gegeven bij de aanvaarding van zijn voor zitterschap van de Tweede Kamer, waarbij hi. de nieuwe taak van den huidigen Staat uiteenzette. En van welke beginselen ook mr. Goseling zich op het gouden feest van den Frieschen Bond op zoo gelukkige wijze tot tolk maakte. Aan de Nederlandsche Katholieken de mooie en eervolle taak het Nederlandsche volk in deze gewichtigste en moeilijkste parlementaire periode in de geschiedenis van ons land den weg te wijzen en naar een betere toekomst te leiden. Laten in tusschen voor de verwezenlijking van dit program, alle katholieken de zware plicht begrijpen, door nauwe aaneensluiting met verzaking aan elke noodlottige poging tot splijtzwam, de eenheid der Katholieke Staatspartij te handhaven. Want voor de verwezenlijking van dit mooie program is die eenheid meer dan ooit noodzakelijk." geboden aan deze driedaagsche beurs deel te nemen. Deze driedaagsche beurs zal het karakter hebben van een handelstentoonstelling, waartoe echter uitsluitend vakgenooten, boomkweekers, bloemisten, zaadhandelaren en bloembollenkwee kers toegang zullen hebben. Daarnaast zal ook aan nevenbedrijven, zooals aan fabrikanten van bedrijfsbenoodigdheden, gereedschappen, ver- warmingsinstallaties, kassenbouw en dergelijke, gelegenheid worden geboden op deze beurs uit te komen. Inlichtingen worden verstrekt door het secretariaat Ned. Tuinbouwbeurs, Sneeuw balstraat 24, 's-Gravenhage. Naar aanleiding van de officieele uitnoodi- ging, verleden jaar gericht door de Kamer van Koophandel te Parijs aan het Internationaal Centraal Bureau voor de Esperanto-beweging, gezeteld te Genève, zal te Parijs van 30 Juli tot en met 6 Augustus a.s. gehouden worden het 24ste Algemeen Esperanto-Congres. Begin Juli waren reeds ver over de duizend deelnemers bij het congrebureau ingeschreven en wel uit 34 verschillende landen. Voor de deelnemers worden door verschil lende landen tegemoetkomingen verleend in verband met passen, visa, enz. De Fransche spoorwegen geven korting op de reiskosten. De opening van het congres heeft plaats in de groote zaal van de Sorbonne. Een 150 Nederlandsche esperantisten, onder wie tal van onderwijzers en personen uit han del en bedrijf, zullen aan het congres deelne men. Eenige excursies zq'n aan het congres ver bonden, n.l. naar Versailles, Fontainebleau en St. Cloud. zijn beurt weer eens het recht zou ontleenen, om in zijn Voorloopig Verslag over deze supple toire begrooting, die niets met den reserve kruiser te maken had, oök zijnerzijds maar weer eens dit kruiservraagstuk te gaan herkauwen? Daarmede was de weg voor herkauwing ook in de openbare vergadering geopend. En inderdaad, herkauwd hebben de heeren. Eenerzijds de sociaal-democraat mr. Mendels en prof. van Embden, anderzijds de katholieken Heerkens Thijssen en Blomjous, prof. de Savomin Loh- man en de ministers de Graaff en Deckers be streden elkaar met de oude argumenten. Met klem heeft mr. Heerkens Thijssen gepro testeerd tegen de défaitistische propaganda van de eenzijdige ontwapenaars en tegen hunne tendentieuze voorstelling, als zouden de Regee ring en degenen, die haar inzake de defensie steunen, met zekeren wellust deze uitgaven doen. Veeleer is hier sprake van een offer, dat men zich getroost. Heusch niet alleen de eenzijdige ontwapenaars besteden de gelden van defensie liever voor andere doeleinden. En ook prof. de Savornin Lohman stelde nog eens tegenover de telkens koppig volgehouden beweringen van S.DA.P. en vrijzinnig-demo craten in het licht, dat de laatste jaren op geen enkel begrootingshoofdstuk zoo bezuinigd is als juist op defensie. In 1929 nog minister de Graaff herinnerde daaraan was op de be grooting 19 y2 millioen voor nieuwbouw uitge trokken, thans 2 millioen. Maar over de bezui nigingen, die de Regeering reeds aanbracht, zwijgt men hardnekkig. Zag zij in tegenstelling met wat de Staten-Generaal haar gunden, niet af van allen verderen nieuwbouw, totdat de bewuste kruiser zal zijn afgebouwd? Prof. van Embden was weer sterk in het klei neeren. Dit wisselt hij af met opblazen van de beteekenis onzer marine precies naargelang het in zijn kraam te pas komt. Thans was de ge- vechtswaarde der Indische vloot weer nihil, een in het niet zinkend percentage van de kracht der Amerikaansche, Britsehe en Japansche vloot. Vergelijking, die volgens den heer Blom jous volkomen mank gaat, aangezien Nederland zich meer specialiseert op klein materieel. Dat er over de kruiserkwestie oneenigheid in het kabinet zou bestaan, zooals mr. Mendels had geconcludeerd uit het feit, dat vroeger steeds van „de Regeering" gesproken was, ter wijl in Juni alleen de ministers van Defensie, Koloniën en Buitenlandsche Zaken de porte feuillekwestie stelden, ontkende minister Dec kers met nadruk. De portefeuillekwestie werd slechts door drie leden van het kabinet gesteld, eenvoudig omdat hun de kruiserkwestie meer van nabij aanging. Overigens heeft de bewindsman van Defensie weer zijn noodzakelijke paraphrase geleverd op zijn al tal van malen gehouden betoog. Het eenige nieuwe argument, dat hq middelerwijl nog had gevonden, was hem helaas reeds tevoren door prof. Lohman afgesnoept. Dit argu ment krachtig argument was, dat men, zoo men de marine reduceert tot een omvang, beneden het noodzakelijke minimum, het restee- rende gedeelte eenvoudig waardeloos maakt. Dan kan men even goed de rest opdoeken en openlijk voorstander van weerloosheid worden. Een ander onderwerp, dat eigenlijk al even weinig bij deze suppletoire begrooting thuis behoorde, was de door mr. Fock aangeroerde noodtoestand van de suikercultures. De oud gouverneur-generaal wenscht, omdat de betrok kenen eenvoudig niet tot samenwerking te krij gen zijn, aan te sturen op gedwongen stichting van een coöperatieve vereeniging onder controle van de Regeering. Een radicaal staatsingrijpen, dat men mr. Mendels had daar terecht schik in van liberale zijde het laatst zou hebben verwacht. Intusschen is de Regeering aan het overleggen met deskundigen, of het op haar weg ligt, zich met het suikervraagstuk te bemoeien, en zoo ja, welke methode dan de beste is. In ieder geval, verzekerde minister De Graaff mr. Fock, staat de Regeering tegenover een eventueele ontbin ding van de V.I.S.P. niet onvoorbereid. Met alleen de Socialistische stemmen tegen werd de suppletoire aanvaard. Over het zon derlinge van het tegenstemmen der SDAP op grond van de in het geheel niet aan de orde zijnde kruiserkwestie had de staatsrechtprofes sor De Savornin Lohman het hevig, aan den stok met den niet loslatenden, doch volkomen ongelijk hebbenden mr. Mendels. Immers, men trof met zijn tegenstemmen de Indische Re geering, die voor voedsel- en werkloosheids voorziening gelden vroeg, terwijl men het eigen lijk op den Minister van Defensie gemunt had! Verdere ontwerpen Van de overige zonder hoofdelijke stem ming aangenomen ontwerpen vermelden we de voorziening in de behoefte aan geldmidde len in verband met de aflossing der Neder- landsch-Indische pond sterling-leeningen, de goedkeuring van de verdragen tot invoering van 'n intern, uniforme wet op wisselbrieven en orderbriefjes, de opheffing van het fonds tot verbetering van de kustverdediging en de an nexatie van de gemeente Cromvoirt door Den Bosch en Vught. Het fonds voor de kustverdediging, dat wordt Minister Verschuur heeft dezer dagen in een heel penible positie verkeerd. Dat gebeurt hem méér, zal een of ander scherpzinnig lezer misschien opmerken, en hij denkt dan aan Posthuma, die den minister laksheid verweet, aan Kan, die den bewindsman te passief vond, aan den directeur-generaal der Oranje Nassau- mijnen in Limburg, die er den armen heer Verschuur aansprakelijk voor stelt, dat hij 600 arbeiders gedaan moest geven Het lijstje belagers van minister Ver- schuur's nachtrust en goed humeur zou nog rijkelijk uitgebreid kunnen worden. Ligt eigenlijk niet iedere Nederlander om de een of andere reden met onzen krisis- minister over hoop? Maar dat is allemaal tot daar aan toe: met vijanden, die booze gezichten zetten, valt te vechten Hachelijker wordt de positie, wanneer je bij een min of meer feestelijke gelegenheid temidden van je vijanden, die zich uitslo ven in vriendelijkheden, een toast moet ko men uitspreken op het werk, waarmee die zelfde vijanden je belagen.... In die' positie toch moet minister Ver schuur zich min of meer gevoeld hebben, toen hij dezer dagen in het Koloniaal In stituut te Amsterdam een internationaal congres van vele autoriteiten op het gebied van „wetenschappelijke bedrijfsorganisatie" alias, met een leelijk woord: „rationali satie" moest toespreken. Ons dunkt intusschen, dat de minister zich er fijntjes doorhéén geslagen heeft; hij toastte o.a.: „Wanneer ik niet instem met de kritiek, welke uw werk vaak ondervindt van de zijde van diegenen, welke een zondebok r.oodig hebben voor bepaalde krisisver- schijnselen, dan wil dit geenszins zeggen, dat de wetenschappelijke bedrijfsorganisa tie daaruit geen lessen zou kunnen putten. Integendeel, ik geloof, dat men ook in uw kring zal moeten overdenken, welke conse quenties uit 'n dergelijken gang van zaken te trekken zijn. Men beseffe, door rationa lisatie de fouten, welke onze sociale ge meenschap aankleven, niet te kunnen eiimineeren; men geve zich rekenschap van het tempo, waarin verbeterde organisatie methoden kunnen worden toegepast in sa menhang met vorderingen op andere ter reinen en ten derde bedenke men, dat deze alleen de technische zijde van het evolutie- vraagstuk raken. Aanvankelijk werd menige ernstige fout begaan, doordat de factor mensch te veel uit het oog werd verloren. Later werd meer aandacht geschonken aan de psychologie en physiologie en werden deze wetenschap pen dienstbaar gemaakt aan de weten schappelijke bedrijfsorganisatie. Ook hier mede werd het doel nog niet volledig be reikt; want men ging beseffen, dat ook de ethische zijde van het vraagstuk, 's men- schen koninklijke waardigheid als heer- scher over de geschapen wereld, niet mocht verwaarloosd worden. De wetenschappelijke bedrijfsleiding zal deze elementen niet uit het oog mogen ver liezen; zou zij zulks doen, dan zou de me chanisatie leiden tot vernietiging van geest. De werkloosheid, welke de technische evolutie en geperfectionneerde bedrijfsor ganisatie met zich kunnen meebrengen, werd door de ekonomie echter steeds als eene tijdelijke gezien. Er vond steeds eene compensatie plaats door nieuwe vraag naar arbeidskracht, zij het ook, dat deze niet nauwkeurig samenvalt met het vrijkomen van arbeidskrachten na toepassing van nieuwe machines of organisatiemethoden Thans ziet het er wel eens naar uit, alsof de rationalisatie, in ruimen zin genomen, tot een „structureele" werkloosheid heeft bijgedragen." Ja! Het ziet daar werkelijk naar uit! En t is een moedige daad van minister Verschuur, dat hij dat en nog méér in dezen kring heeft durven zeggen. t Is toch ook werkelijk nu geen tijd om de rationalisatie, die zoo ontzettend veel ellende over het menschdom gebracht heeft, te gaan befuiven! opgeheven, omdat in den wereldoorlog het nut van dezen trant van verdediging niet zeer groot bleek sinds den oorlog hield men dan ook alleen bestaande posten in stand en bouw de men geen nieuwe meer, kreeg natuurlijk van prof. Van Embden nog een woordje mee. Alweer weggegooid geld door de eigenwijsheid der deskundigen! Daarop kwam dit korte voorzoover men bq dezen hoogleeraar van kort kan spreken betoogje neer. Inderdaad. Ach teraf bleek het geld niet goed besteed. Maar geschiedt dit op andere gebieden des levens niet evenzeer? We bunnen het niet helpen, maar prof. v. Embden's betoogtrant doet ons altijd weer denken aan den hoofdpersoon uit het ver makelijke leerzame tooneelstuk „Elias weet het beter". Minister Deckers reageerde er aardig op en deed erg blij-met den steun, die hem nu einde lijk eens van dezen eeuwigen opponent te beurt viel. De hoofdbesturen van den Nederl. R. K. Middenstandsbond, gevestigd te Utrecht en den Nederl. R. K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden „St. Franciscus van Assisië" te Amsterdam, doen opnieuw een gezamenlijk beroep op de winkeliers, om, zoover ze katholiek zijn, htm zaken overeenkomstig de wenschen hunner Kerkelijke Overheid op 15 Augustus, feestdag van O. L. Vrouw Hemelvaart en 1 No vember, Allerheiligen, welke als Zondag zijn te vieren, te sluiten, en de niet-katholieke win keliers om het katholiek personeel die dagen in de gelegenheid te stellen hun plicht te kunnen nakomen om die dagen als Zondag te vieren. Genoemde besturen doen daartoe eveneens een dringend beroep op de Roomsche mannen, maar vooral ook op de vrouwen, om dien dag niet enkel „niet extra" te besteden aan het doen van inkoopen, maar, zooals het katholieken be taamt, in het geheel geen inkoopen te doen. Waar de R. K. winkeliers het offer weten te brengen, om aan het verlangen van de Kerke lijke Overheid te voldoen, spreken genoemde besturen het vertrouwen uit, dat zulks door hun geloofsgenooten ook op prijs wordt gesteld, wat niet het geval is. wanneer ze dien dag de ge sloten zaken voorbijgaan, en de geopende win kels ingaan om htm inkoopen te doen. De onlangs uitgestelde conferentie, welke op het departement van Binnenlandsche Zaken zou worden gehouden met de besturen der ver schillende landelijke bonden van bouwarbei ders, zal, naar wij vernemen, thans a.s. Dinsdag- aanvangen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5