ONZE FOTO-WEDS De stroom houdt aan WOLVEN Kodak 6-20 in De nieuwste is ZATERDAG 23 JULI ALLE EENDJES ZWEMMEN IN HET WATER Ingezonden door J. Voskuil, Winterswijk DE DRIE GRATIËN IN DE KAMPEERTENT Ingezonden door P. J. Soepnel, Hilversum Proeve van een vacantiefoto..., IN DE KORENSCHOOF Ingezonden door J. N. Pieper, Soestdijk SERIE-SIX LIMITED DEN HAAG - AMSTERDAM - ROTTERDAM EEN KRUIS IS NIET ALTIJD EEN KRUIS Ingezonden door B. J. Arens, Hengelo Gewoonlijk beginnen de geleerden te eindigen met een conclusie. Maar aan gezien wij geen geleerden zijn, hoewel wij voor een beetje wijsheid niet uit den weg gaan, vangen wij met een conclusie aan. En onze conclusie is: dat het resul taat van de afgeloopen week de bewijzen heeft opgeleverd, dat onze inzenders hun beste beentje hebben voorgezet! Het is precies als wanneer je een nieuwe zaak hebt geopend. Je begint met te éta- leeren, bloemstukjes voor de ramen te zet ten, waarvoor wij tusschen haakjes onze prijzen hebben gebruikt, en bekendheid te geven aan het artikel dat je verkoopt door het plaatsen van advertenties. Nu is het wel niet voor de hand liggend een zaak met een wedstrijd te vergelijken, maar zegt u eens zelf, hebben wij niet hetzelfde ge daan? Was onze foto-wedstrijd-pagina niet een reuze-advertentie? Voor ons zelf. Ook de advertentie van Kodak heeft getrokken, waaruit wij de zekerheid hebben gekregen van de doeltreffendheid onzer publiciteit Maar nu moet u niet meenen, dat wij hier reclame zitten te maken voor onze adver tentie-rubrieken. Voor die aangelegenheid zorgt een andere afdeeling en dat gaat ze best af! Wij willen alleen maar zeggen, dat de resultaten prachtig zijn. Nu zijn onze inzenders geen koopers. Wij vragen niet eerst: heeft u geld bij u? Onze inzenders en inzendsters zijn eerder te vergelijken, ja goed beschouwd alleen te vergelijken met gasten! De foto, welke zij inzenden is hun visite-kaartje, en wanneer dit visite-kaartje ons bevalt, dan zeggen wij niet: gaat u zitten! of: steek eens op, doch wij zeggen: hier, neem dit toestel onder den arm en .wandel er mee weg! Leerzaam zijn vele kiekjes. Men krijgt te zien hoe de menschen vacantie houden, welke opvatting zij hebben van ontspan ning en hoe ze hun vrijen tijd met de daar aan noodzakelijk verbonden uitgaven be nutten. Dan is daaruit nog wel eens te zien, dat vele menschen met weinig geld een massa plezier kunnen beleven. Vacan tie genieten is ook geen kwestie van geld. Ontspanning behoeft, goed beschouwd, niet yeel te kosten. Een onzer abonné's, die men gerust mag beschouwen als een witte raaf op een kerk hof, schrijft, dat hij het dezen zomer zeer druk heeft. Vermoedelijk zal er deze maan den van vacantie wel niet veel komen, om dat zijn patroon hem niet wil missen. Of hij nu een foto mag insturen van zich zelf aan den arbeid? Deze abonné gaat dus schijnbaar van de veronderstelling uit, dat werken ook va cantie is. Maar om het plezier van onze andere inzenders niet te bederven, moe ten wij zulke inzendingen absoluut weren. Onze fotoproeven, waarvan er nog een op deze pagina voorkomt, hebben overigens tot navolging geïnspireerd. Een grappenmaker stuurde ons een foto in, waarop niets anders te zien is dan de zee. Een klein reepje strand, verder wat schuimrandjes en vervolgens hooge golven. Als toelichting geeft hij er bij: hier zwem men mijn vriend en ik. Het geval had zich namelijk voorgedaan, dat zijn vriend wat lang onder water bleef. Gelijk het een waar vriend betaamt, was hij daarop gedoken om naar zijn vriend te zoeken. Juist was hij gedoken, toen zijn vriend boven kwam en hèm miste. Deze dacht toen niet anders of zijn vriend verkeerde in gevaar en hij dook opnieuw. De andere vriend kwam in middels weer boven en zijn vacantie-kame- raad niet ziende dook hij andermaal.... in het kort nummer 1 en nummer 2 doken telkens «naar elkaar, omdat de een den ander niet zag zoodra hij bovenkwam, en dat spelletje duurde zoo ongeveer een kwartier, waarna ze elkander doodmoe op het strand ontmoetten! Een derde vriend, die aan het strand was gebleven, had het grapje aanschouwd en wilde hun plezier niet bederven. Hij had ondertusschen het kiekje gemaakt op het moment, waarop ze geen van beiden zichtbaar waren geweest! Met den besten wil van de wereld mogen wij de fantasie van onze lezers niet op zulk een harde proef stellen. Dan hadden wij liever een kiek gezien van de beide uitge putte duikers. Maar de inzender deed beter zich met een filmmaatschappij in verbin ding te stellen. Filmen van „half watt" en „heel watt" doen nog steeds opgeld en aan paljassen is in deze wereld van gal en azijn behoefte. Wij mogen nog geen oordeel uitspreken. Men moet den dag niet prijzen voordat de avond is gevallen. De avond van onzen wedstrijd is gelukkig nog niet daar, zelfs het middaguurtje is nog niet bereikt, want wij plaatsen heden pas voor den tweeden keer de beste inzendingen. En er zullen er nog veel meer komen, al zijn de dagen geteld, wat tenslotte met alle dagen van het jaar het geval is. Ziet u dien jongen, verscholen tusschen korenschooven? Ver- AAN DE DEELNEMERS 3 Verschillende inzenders vragen ons, of zij méér dan één foto mogen inzenden. I Wij antwoorden: alle deelnemers I kunnen meerdere foto's inzenden, die stuk voor stuk nauwkeurig wor- den bekeken en waarvan de beste ten slotte wordt vergeleken met het concurreerend materiaal. Men zende dus lustig zooveel foto's als men maar wil. DE REDACTIE iiuiiiuiiuiiiiuuiuiuiiiouiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiil scholen is goed beschouwd niet juist, want daarvoor is hij te goed zichtbaar. Doch zeg het maar eens anders! Zijn gelaat toont aan, dat er iets geslaagd is. Is dat de kiek? Of is hij het zelf? In elk geval, als je ge zakt bent, kijk je niet zóó, al zal je wel neigingen gevoelen om je te verschuilen. Bepaald als symboliek met betrekking tot de hondsdagen liggen de vier jongemannen in een houding, welke niets te denken geeft Zoo lig je niet, wanneer de ijsheiligen op bezoek zijn. Of ze met hun armen de swastika volledig willen maken, valt moei lijk uit te maken. Intusschen zijn ze geen vocrloopers van Hitler, want volgens de berichten nemen zijn naloopers, al fungee- ren zij dan dikwijls als voorloopers, een actievere houding aan! Maar dat moeten zij weten. Wij genieten hier liever van vacantie! Die andere kiek zou je wel Kleuterdorp kunnen noemen. Dit zijn vroolijke en ge zonde kameraden, waarmede je het bosch kunt intrekken om de echo te probeeren: En aangezien alle eendjes in het water zwemmen, behoeft u zich niet te verwon deren, dat u op de vierde foto geen stukje land ziet! Het is mogelijk, dat die eenden ook op vacantie zijn. Misschien dat de amateur hiermede een stukje verlangen uitbeeldt, zooals hij gaarne door het leven zou waden. Maar we kunnen ons ook ver gissen, namelijk dat het geen eenden zijn, maar zwanen! (Cl li 9 9 Reeds een uur gleden onze sleden zwij gend voort. Opeens links van ons in het woud het gehuil van een wolf: lang ge rekte geluiden, onderbroken door korte blaffende Het gaf me een schok. Plotseling zag ik het heele tooneel van mijn eerste ontmoe ting met wolven weer voor mij, dat was 10 jaar geleden, in den tijd toen ik nog als piepjonge, grasgroene nieuweling in Kausk vertoefde. Imquill keerde mij zijn spottend gezicht toe, dat rood zag van de vorst. „Jongen, daar verschrik je, omdat er een hond huilt," lachte hij. „Vroeger was je toch zoo'n bangerd niet. Wat ter wereld scheelt je dan toch?" Ik gaf geen antwoord. Bij den ijzigen wind, die ons in het gezicht blies, viel het spreken zwaar. Maar toen wij twee uur la ter onze tent opgeslagen en rondom meters hoog met sneeuw bedekt hadden om het binnen in warm te houden, toen uit het droge beuken- en dennehout, dat wij opge stapeld hadden een heerlijk vuur brandde, toen van de nabije bergen het gehuil der wolven tot een huiveringwekkende nacht muziek aanzwol, toen vertelde ik hem mijn eerste avontuur met den grijzen bloeddor- stigen, mageren en valschen wolf der Sibe rische oerwouden en der eenzame steppen. Het was in den middag van een helderen lentedag. Ik kwam met de slede van Kausk en was op weg naar Ilausk. Ik ging langs een hollen weg, die heele- maal dichtgewaaid was met sneeuw. Bijna had ik hem achter mij; voor mij lag de hoogte, welke de waterscheiding tusschen Kan en Ilan vormt. Ik was daar zeer blij om, want ik was om 't kleine, ruwe Siberische paardje niet te zeer vermoeien uitgestegen en stapte naast de slede voort. Ik kon immers al spoedig weer tusschen de pelzen zitten. Achter mij kwam 'n Siberische boer, die zich in 't laat ste dorpje bij mij aangesloten had. Hij wilde eveneens naar Ilausk. Het was bitter koud. De zon stond stralend boven het land, de hemel was blauw en er was geen wolkje aan te bekennen. De zon gaf echter geen warmte, zij deed alleen de kou niet meer gevoelen. De sneeuw zat in mijn laarzen, drong zich door alle naden der schuba, en als het paardje in een opgewaaiden hoop sneeuw raakte en er zich met groote moeite doorheen werkte, stoof een droge glinste rende verblindende sneeuwwolk op. Rondom ons strekte het land zich uit... de vlakten, waarop de zon straalde, schit terden in verblindend witde hellingen in de schaduw waren donkerblauw. Het donkere woud van het Kan-dal lag ver achter ons, thans verhief zich aan onze linkerzijde de Taiga, het Siberische oer woudhet stond daar als een muur. Plotseling werden de paarden onrustig. begonnen zachtjes te snuiven, bleven staan, weigerden verder te gaan. Ik keek om naar den boer; zijn oogen in het baardige gezicht hadden een verschrikte uitdrukking ge kregen. „Wlki!" riep hij ontsteld. Nooit zal ik den eigenaardigen klank van de letter 1 in dit woord vergeten. Het leek niet meer op de letter 1 zooals wij die zeggen, zij klonk mij dik, plomp in de ooren als werd zij moei lijk, met gezwollen tong uitgesproken. „Wolven, nu wat zou dat!" zei ik niets vermoedend en onbezorgd lachend. „Wol ven heb ik wel honderden ontmoet Dat was zeker een brutale overdrijving, want het waren er zeker in totaal niet meer dan tien geweest. „Wolven, dat zijn immers niets anders dan laffe, schuwe beesten, die zich verber gen, zoodra ze maar 'n mensch in de verte bemerken. Ik ben toch immers al van Mei af in dit gezegend land en ik ken het dus al voldoende!" De boer staarde mij, het groentje, 'n poosje onbegrijpelijk aan. „Wolven in den zomer!" mompelde hij, „dan zijn zij immers zoo tam als honden." Plotseling staarde hij naar den rand van het woud en ik zag, dat hij ondanks de koude, nog bleeker werd. „Daar!" Op een afstand van ongeveer 200 Meter bewogen zich smalle, donkere lichamen in de sneeuw: een, twee, drie, vierzeven!" Het waren wolvengeen twijfel! Nu een geweer! Maar ik had niet eens 'n pistool bij me. In onverantwoordelijke lichtzinnigheid had ik het in Ilausk gela ten. De wolven wendden geen blik naar ons, renden een poos langzaam langs den rand der Taiga en verdwenen weer. „Zie je nu, domkop!" zei ik, „ze zijn bang voor ons." De boer schudde het hoofd. „Ze hebben ons niet geroken, barin. De wind is gunstig voor ons. De bellen van de paarden! Als de klappers niet loopen als hazen Hij zweeg. Ik zag, dat hij een bijgeloovige vrees had, het verschrikkelijke ook maar in woorden uit te drukken. Ook ik voelde onrust in me opkomen. De bellen waren spoedig van de duga, het tuig, afgedaan en in de slee gelegd. Wij wikkel den ons in de dekens en dreven de paar den voort. Onwillig zetten zij zich in bewe ging. Toen, vlak voor de hoogte, kwam uit het woud het langgerekte hongergehuil van 'n wolf, zooals ik dat thans weer voor 't eerst hoorde en dat wij den heelen winter door nog ontelbare malen zouden te hooren krijgen. Ik kan het niet helpen, maar voor mij klinkt het telkens weer onuitsprekelijk griezelig en spookachtig en ik kan mij er niet aan wennen. Destijds, toen ik 't voor de eerste maal in de onmiddellijke nabijheid gehoord had, werd het beantwoord door een dozijn de zelfde tonen, verder en dichterbij. Het was, alsof het woud zelf in de vallende avond schemering uit honderden kelen een onbe schrijfelijk klagend gezang aangeheven had. Mijn zelfbewustheid was nu met één slag verdwenen! De zweep suisde éénmaal slechts over het paard! Toen was de hoogte bereikt en nu ging 't in adembeklemmende wilde jacht naar be nedenaltijd langs de Taiga, altijd in hetzelfde razende tempo. De sneeuw sloeg mij met scherpe bran dende wolken in het gezicht. Achter mij hijgde het paard van den boer, met voor- uitgestrekten hals en wapperende manen, bleef het zoo vlak achter mij, dat ik soms den heeten adem uit zijn neusgaten meen de te voelen. Daar hoorde ik achter mij de gillende stem van den boer. „Vooruit! Zij komen! Zij komen! De zweep! Sla er op!" Ik keek even om. Achter ons, nog hon derden meters achter ons, kwam een troep wolven aangejaagd, twintig, dertig dieren misschien. Eerst had ik gedacht, dat ze al bij ons waren. Nu begreep ik het: op mijn paard moest ik slaan. Maar waarom? Het goede beest raasde toch al voortopge zweept door de duizendmaal zwaardere zweep van wilden doodsangst, zoodat het schuim van zijn bek vloog. Gelukkig, dat ik het gespaard had en niet zooals de boer in de slee gebleven was, toen het bergop ging. Langzaam kwam de troep nader. Eenige wolven waren zijwaarts uitgebroken en be proefden blijkbaar ons voorbij te snellen en ons van voren den weg af te snijden. De boer bleef met zijn slede meter voor meter achterAls razend beukte hij op zijn paard, dat drijfnat was van het zweet. Het landschap vloog langs ons heen. Wanneer de volgende uitsprong van het Een „Kodak" is een camera waarmee iedereen zonder moeite of hoofdbrekens de beste opnamen maken kan, van welken aard die ook zijn. De naam „Kodak" is uw garantie. De nieuwste modellen „Kodak", die der Serie-Six, munten niet alleen uit door den eenvoud waarmee zij te hanteeren zijn, doch zij zijn bovendien zóó compact, dat men een nieuwe, kleinere filmspoel moest maken voor deze camera's. Deze nieuwe „Kodak" bezit ook de zoo veelvuldig geprezen ronde hoeken, doch die zijn eenigszins „verstrakt", waardoor het toestel een zeer modern aanzien krijgt. Ook in den sluiter is die „strakke" lijn aangehouden. De zwart geëmailleerde zij kanten geven het toestel een voornaam aanzien. Met „Kodak" Doublet lens f. 8.8 25, Met „Kodak" Anastigmaat f. 7.7 27,50 Met „Kodak" Anastigmaat f. 6.3 30, Deze camera wordt ook gemaakt voor het formaat 6x X1 cm, model 6-16 Vraagt „Verichrome" (de Meester) Film Verkrijgbaar bij eiken Kodak Handelaar. KODAK woud ons het uitzicht vrij maakte, moest het reddende dorp voor ons liggen. Ik draaide mij half om. Het korte, keffend ge blaf van den troep klonk reeds vervloekt dichtbij. De boer was bijna 20 meter achtergeble ven en de eerste wolven waren nog ternau wernood 30 meter van hem verwijderd Hij had zich diep in de slee verstopt zwaaide zijn zweep, het knalde voortdu renden daartusschen het schreeuwen dat kwam van den boer haast als het huilen der wolven.... het had niets men- schelijks meer. Daar hoorde ik voor mij 'n gillenden lui den roepik rukte me om. Een vrouw stond langs den weg, hield een kind van ongeveer 4 jaar met opgeheven armen naar mij uitgestrekt. Wat zij riep verstond ik niet, maar ik begreep wat zij wilde: ik moest het kind meenemen. Ik rukte aan de teugels, een oogenblik stokte de wilde jacht, nauwelijks merkbaar maar juist voldoende om het schreiende meisje in de slede te trekken toen raas de het paard opnieuw, thans buiten zich zelf van angst, voort. De vrouw zal bij den boer in de slee springen! flitste het even door mijn hoofd. Bovendien hoorde ik het gehuil der wolven langzamerhand achterblijven. Daar lag ook reeds het dorpje voor mij. De laffe beesten, dacht ik, wagen zich toch niet zoo dicht bij het dorp. Enkele oogenblikken later was ik in het ■NM dorp. Het paard bleef staan, snuivend, hij gendhet dampte! Ik sprong uit de slee en wierp het beest een deken over den rug. Daar kwam ook reeds de slee van den boer achter mij aan. Ik vloog erheenDe boer was alleen! Toen ik op hem aanviel, hem schudde, hem toeschreeuwde waar de vrouw was, keek hij mij zonder begrijpen aan. „Zij was immers niet uit mijn dorp!" Dat was alles wat hij mij te zeggen wist. En dat was typeerend genoeg voor den Si- beriër. Ik schreeuwde het dorp bijeen. Een half mm later waren wij weer aan den weg op de bewuste plaats.... Wij vonden al leen een schoen, waarin nog een voet stak. DIIIIII1S aan onzen vacantie-fotowedstrijd deel te nemen, want niet alleen heeft u de voldoening, dat uw werk, indien het de goedkeuring der jury kan wegdragen, in uw lijfblad wordt gereproduceerd, u heeft kans op een veel grootere belooning, omdat wij voor dezen wedstrijd een pracht-col- lectie prijzen beschikbaar stellen. De kampioen van onzen wedstrijd, de eerste prijswinnaar, komt in het be zit van een schitterende Zak Kodak Speciaal No. I ter waarde van hon derdvijfentwintig gulden. Het is een luxe model met Kodamatiesluiter. Degene, die zich met den tweeden prijs tevreden moet stellen, komt in het bezit van de Supra- phoonkoffergramo- foon, welke een waar de vertegenwoordig van vijfenveertig gul den, waarvan een af beelding hierbij gaat. De derde prijs is een elegant aantrekkelijk Kodaktoestel ter waarde van vijfentwintig gulden. Als vierden prijs stellen wij de Nieuwe Kodak Juvier beschikbaar ter waarde van negentien gulden en ten slotte nog vijftig prijzen in den vorm van vijftig Hawk Eyes-toestellen, ter waarde van vijf gulden per stuk; EEN TOTAAL DUS VAN VIERHONDERD ZESTIG GULDEN AAN PRIJZEN. NEEMT UW KANS NOG HEDEN WAAR en stuurt uw beste en aardigste vacantie-foto in onder het fiotto ,J?oto-vacantie- wedstrijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9