Holland in de Zweedsche pers
't Weer voor Zondag
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel
Plaats dan een „Omroeper"
voor 75.000 gezinnen.
Een historische plechtigheid te d' Albert
Onfortuinlijke brandweer
CHARMANTE TAAL
Waardeering en be
wondering
Geen veranderingen
te wachten
wMm
Een land met zeer hoffelijke en
voorkomende mannen
Duidelijke taal
BOEK EN BLAD
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
66ste Jaargang No. 44
VRIJDAG 5 AUGUSTUS 1932.
ZOMER IN DE ROTTERDAMSCHE DIERGAARDE.
Élilitfe
Een bekend Zweedsch journaliste besloot
haar reisverhaal met zeer vleiende woorden aan
het adres der Hollandsche mannen. „Ik kan
geen afscheid van Holland nemen, zonder in
stilte den mannen van dat land hartelijk dank
te zeggen, want zelden heb ik zooveel hoffelijk
heid ondervonden als daar."
De Zweden zijn een volk, dat van reizen
houdt; het is daarom niet te verwonderen, dat
men in de Zweedsche pers zeer vaak corres
pondenties uit verschillende landen vindt. Het
meest worden natuurlijk de groote landen be
reisd, maar dikwijls wordt ook Holland in het
reiSDlan opgenomen, vooral natuurlijk, wanneer
de tocht per vliegtuig wordt gemaakt, waarbij
immers Amsterdam meermalen het eerste sta
tion is. Nu moet men ook niet denken, dat Hol
land den Zweden alleen als doorgangsland
dient; het is in vele gevallen het doel van de
reis en lange, boeiende beschrijvingen zijn dan
het resultaat.
In de laatste jaren geniet vooral „Hollands
strijd tegen de zee" een groote belangstelling
en, nu deze arbeid door de voltooiing van den
afsluitdijk zeer gevorderd is, ontbreekt in geen
enkel groot blad een volledig en goed ge
ïllustreerd artikel over dit reuzenwerk. ,3in-
nenkort", schrijft de .JJagens Nyheter", zullen
de Skandinavische automobilisten dezen dijk
over een afstand van 30 K M. kunnen berijden.
Links en rechts zullen zij eindelooze water
vlakten zien. Aan de eene zijde zout, aan de
andere zoet water. Aan de eene zijde de onge
toomde woestheid der Noordzee, aan de andere
een door de menschen aan banden gelegd ele
ment
De foto's uit verschillende streken van Hol
land, die de dagblad-artikelen illustreerden,
hebben ook een duidelijke taal gesproken over
de bedrijvigheid van het Nederlandsche volk
op ander gebied. Trouwens, zoowel de uitvoer
naar Holland van Zweedsche grondstoffen en
halffabrikaten, als de invoer van afgewerkte
Hollandsche producten, zooals margarine, oliën,
textiel waren, gloeilampen, radio-toestellen, wij
zen op een veelzijdige en hoog ontwikkelde in
dustrie in Holland. Ook de Nederlandsche ko
loniën, waar zoovele Zweedsche kooplieden en
ingenieurs zich hebben gevestigd, spelen een
zeer belangrijke rol in de Zweedsche samen
leving en ook zij leveren rijke stof voor artike
len en reisbeschrijvingen.
Dat het personenverkeer niet eenzijdig van
Zweden naar Holland en koloniën gaat, en dat
de betrekkingen tusschen de beide staten zich
niet beperken tot de bovenbesproken gebieden,
wordt intusschen bewezen door twee Holland
sche bezoeken, die onlangs de Stockholmsche
pers bezighielden.
De uitstekende coloratuurzangeres Nora van
Rappard gaf in April een concert in het con
certgebouw te Stockholm en de bekende secre
taris van den Christelijken Studenten Wereld
bond, dr. W. A. Visser 't Hooft hield aan de
Stockholmsche hoogeschool een lezing over
„Nationalisme, communisme en Christendom".
.Mevrouw Boerden Hoed, lectrice in de Skan
dinavische talen aan de Amsterdamsche Uni
versiteit, verklaarde in een gesprek met een
Zweedsche journaliste: „De buitenlanders, die
ons Hollanders het best begrijpen, zijn de Skan-
dinaviërs". Met deze charmante woorden kun
nen wij Zweden van onzen kant ten volle in
stemmen; de hartelijke betrekkingen, die tus
schen beide landen bestaan en die steeds nau
wer schijnen te worden, bewijzen, dat onze
naties elkaar buitengewoon goed verstaan. Een
persoonlijk voorbeeld van de duurzaamheid
dezer vriendschappelijke betrekkingen levert ook
de populaire Hollandsche gezant te Stockholm,
de Zwedenvrlend Baron Sweerts de Landas
Wyborgh, die reeds vanaf 1919 zijn functie heeft
waargenomen en sedert vele jaren doyen van
het corps diplomatique is.
DE ONTWIKKELINGSGESCHIEDENIS
VAN DE SYSTEMEN DER MENSCHE-
LIJKE TAALKLANKEN, door Jac. van
Ginneken. Uitg.: Noordholl. Uitgevers-
Mij., Amsterdam.
Deze uitgave is een zeer wetenschappelijke be
handeling van wat de schr. noemt „een klein
onderdeeltje van het groote vraagstuk naar den
oorsprong der menschentaal" de behandeling
n.l. van de taalklanken, de beantwoording van
de vraag: „hoe komt de mensch aan zijn taal
klanken? Zijn die'ons aangeboren, of leeren wij
ze door de opvoeding?"
De titels der verschillende hoofdstukken zeg
gen den ingewijde voldoende, wat de geleerde
schrijver over zijn materie te melden heeft
voor den buitenstaander is hier studiekost, waar
hij nu eens in waarheid geheel „buiten blijft
staan", niets van mee neemt; het werkje, prij
kend met den kop: „Koninklijke Akademie van
Wetenschappen te Amsterdam", is wel zeer
blijkbaar uitsluitend voor de reeds genoemde
ingewijden bestemd.
De zes titels zijn:
I. De Phaenomenologie der Phonologische sy
stemen.
II. De Genetische ontwikkeling dezer systemen
uit hybridische kruisingen.
III. De Ineengroei dezer klanksystemen tot
heele erfelijke complexen.
IV. De Koppelingen der differentieele klank
systemen.
V. De Vereenvoudigingen der ingewikkeldste
klanksystemen.
VI. De nieuwere Consolideering der eenvou
dige Fragmentsystemen door cumulatieve Poly-
merie.
G. J.
Zeeland door de Eeuwen heen.
Afl. 4, door M. v. Empel en H.
Pieters. Uitg.: G. W. den Boer
Middelburg.
Deze 4e afl. doet waarlijk niet onder voor
haar drie voorgangsters!
Na de voltooiing van het in no. 3 begonnen
hoofdstuk over Walcheren volgt nu een bezoek
aan de eilandengroep, waaruit N.- en Z.-Beve-
land ontstonden. Interessante bijzonderheden
worden verhaald over de stormvloeden der 16e
eeuw, die zooveel stukken lands verzwolgen, die
ook zooveel invloed uitoefenden op de wording
of verandering van dit deel der Zeeuwsche
eilandengroep. Vervolgens gaat het over den
invloed der Vlaamsche abdijen in het oosten
van Zuid-Beveland, waar de heeren van Crui-
ningen groote bezittingen hadden en de heeren
van Breda hun macht deden gelden. En ten
slotte wordt in dit nummer een aanvang ge
maakt met de uitvoerige beschrijving van het
land, dat later Zeeuwsch-Vlaanderen werd. Bij
zonderheden over het Zwin, de zeeham in de
Vlaamsche kust, waaraan Brugge, Damme en
Sluis zich tot machtige koopsteden ontwikkel
den. De beschrijvingen gaan vergezeld van be
langwekkende bijzonderheden over de welvaart,
het ontstaan van machtige handelsvloten, over
den naijver tusschen de verschillende steden,
over de wanhopige pogingen om verzandingen
tegen te gaan, enz.
De groote waarde van deze afl. wordt ook
weer verhoogd door zeldzame illustraties o.a.
een „Gezicht op Vlissingen in 1613": een aller
prachtigste kopergravure in 4 bladen: een re
productie van een kaart van Van Deventer
waarvan, blijkens de mededeeling van den uit
gever, slechts twee exemplaren bekend zijn:
een in Duitschland en een in Italië.
Als bijlage ontvingen de inteekenaars een
tweetal stamboomen van de graven van Hol
land en die van Vlaanderen.
Voor historici zoowel als voor liefhebbers van
historische studie is dus dit nummer opnieuw
een waardevol stuk lectuur.
G. 3.
Nederlandse Spelling, Geslacht en
Verbuiging. Een Bundel Opstel
len. Uitg.: J. B. Wolters, Gro
ningen, Den Haag.
'tWil nog maar steeds niet vlotten met het
verkrijgen van een toch zo nodige eenheid
inzake onze Spelling. Een strijd tussen de
voorstanders van het bestaande stelsel De
Vries - Te Winkel en die van de Vereenvou
digde Spelling van Dr. Kollewijn is de laatste
tijd nog wat meer vertroebeld, sedert van Re
geringswege een poging is aangewend om de
beide partijen tot elkaar te brengen: een po
ging, welke we bezwaarlik anders kunnen noe
men dan een mislukking van het streven naar
eenheid. In beide strijdkampen toch is men
met dat compromis allesbehalve ingenomen,
zodat men nu feitelik al van drie spellingen
gewaagt!
Het spreekt vanzelf, dat de „Vereniging tot
Vereenvoudiging van onze Schrijftaal" in haar
raads enige tientallen van jaren bestaande
strijd, die talloos velen uit alle klingen tot
voorstanders heeft gemaakt, paraat blijft. Het
bovengenoemde werk bevat een bundel opstel
len, van de hand van enige der voornaamste
kampvechters reeds vroeger verschenen; op
stellen, waarin de talrijke kwesties van taal-
pedagogiese, taal-historiese en taai-politieke
aard worden behandeld. O. a. enige van de
beste stukken uit Dr. Kollewijn's bekende „Op
stellen over Spelling en Verbuiging", waarin de
strijd tegen het bestaande stelsel werd aange
vangen verder bijdragen van Dr. De Vooys.
Dr. Valkhoff, Dr. Gerl. Royen, Dr. Hesseling
reeds in andere wetenschappelike tijdschriften:
„Vragen des Tijds" „Nieuwe Taalgids" e. a.
voorheen opgenomen en ten slotte een paar
nieuwe studies van Van den Bosch en Simons.
We gaan geheel akkoord met Dr. De Vooys,
als deze aan het eind van z'n voorrede schrijft:
„Belangstellenden, die een grondige studie
willen maken van al wat met het spelling
vraagstuk samenhangt, zullen ongetwijfeld de
veelzijdige voorlichting die deze bundel biedt,
op prijs stellen." Want voor ieder, die onpar
tijdig en zonder vooringenomenheid wil lezen
èn bestuderen, is hier inderdaad interessante
lektuur.
G. 3.
„De Politieke Geschiedenis van het
Lager Onderwijs in Nederland door
Dr. Cassianus Hentzen O.F.M.
Uitg.: R.K. Centraal Bureau voor
Ond. en Opv. Den Haag.
Van het buitengewone, schitteren 1e werk,
door den Franciscaanschen geleerde geleverd,
is bovengenoemde uitgave het 4e deel. Het le
deel, dat tot ondertitel heeft: „De Vestiging
van het Staatsmonopolie 17951813", verscheen
in 1920 de beide volgende deelen, resp. ver
schenen in 1925 en 1928, gingen over „De Fi-
nancieele Gelijkstelling 19131920", cn idem
19201925. En dit 4e deel behandelt thans „De
Financieele Gelijkstelling 19261929".
Een beoordeeling van dit standaardwerk, dat
beslist van blijvende waarde is? We kunnen ze
stellig niet duidelijker geven dan door hier te
citeeren, wat Dr. Verhoeven, de Directeur van
het Centraal Bureau voor O. en O., ter inlei
ding van het meesterwerk schrijft:
„Op de mij vaak gestelde vraag, wat de kort
ste, zekerste en aangenaamste methode is om
zich in te werken in de onderwijspolitiek, ant
woord ik stereotiep: lees en herlees Hentzen.
Inderdaad: Kamer-, Staten- en Gemeente
raadsleden, journalisten, leden van schoolbe
sturen, onderwijzers, kortom allen die in de
voorste gelederen deelnemen aan den school
strijd, waarvan voor de toekomst van ons chris
telijk volk zoo ontzaglijk veel afhangt, kunnen
geen betere scholing verlangen dan hun doo
Dr. Hentzen in „De Politieke Geschiedenis van
het L.O. in Nederland" geboden wordt. Met
verrassende eruditie heeft de schrijver den cha
os van handelingen, verslagen, brochures,
rapporten, adviezen, statistieken, tijdschriften
en kran:snartit-c.„n geor :nd, e~ het belang
rijkste uit dat overstelpend eitenmateriaal ten
grondslag gelegd aan een politieke geschiedenis
die even leerzaam als boeiend, beknopt en toen
volledig, een standaardwerk belooft te worden,
dat tijdgenoot en nakomelingschap nschatba-
ro diensten bewijzen kan. Het R---. Centraal
Bureau voor Ond. en Opv. acht het dan ook
et i voorrecht, de studh van. OrHentzen eerst
in den „Spieghe* His+oriael" van zijn j-arboe-
ken te moge o*. ien n ze vervolgens, voor
zooveel noodig door den schrijver o.-- en bij-
werkt, in afi-aderlijke boekdeelen te mogen
uit£e->en.
De hartgrondige wensch, dat deze samenwer
king van schrijver en uitgever haar doel berei
ken moge, doordat „Spieghel Historiael" en
„Politieke Geschiedenis" in steeds v.'ijderen
kring steeds drukker ter hand genomen wor
den, moge ook dit nieuwe deel, over het tijd
vak 1926—1929, begeleiden."
Van zijn kant brengt de auteur in zijn voor-
jord Dr. Verhoev.„u zijn medewerkers dank
voor de ve .ging ->n het Register, da:
nderdaai vo„r zoo'n werk een onmisbaar en
zeer waardevol Aanhangsel is.
G. J.
Ben Traven. De witte roos. Ver
taling van Nico Root. N.V. De
Arbeiderspers, Amsterdam 1932.
Een aangrijpende geschiedenis met groo:
talent meegedeeld hoe een petroleum-koning,
een oliemagnaat er toe komt met verkrachting
van alle rechtsgevoel de hazienda: De witte roes
in te lijven in de Condor-Oil-Company als
no. 119—176.
Meesterlijke bladzijden bevat dit boek mer
beschrijvingen van het leven op de hazienda
waar de dollar nu eens geen stem in het kapit
tel heeft. Prachtig wordt de beteekenis va:
geboortegrond uitgewerkt en eerbied krijgt df
lezer niet alleen voor den armen Hacyn's
maar ook voor den eerlijken en bekwamet.
gouverneur en toch het droevig einde.
Alleen de petroleum is ten slotte belangrijk
Het boek ls voor ons niet aanvaardbaar, nie
alleen om de wel rake, maar juist daarom nie'
goed te keuren beschrijving van het schandelijk
privé-leven der olie-koningen. Wat echter het
meest hindert in dit boek, is het neerhalen
van allen godsdienst en bijbel. O.a. de wijze,
waarop Joseph van Egypte wordt voorgesteld
Een enkel voorbeeld tot welken onzin de talent
volle schrijver komt in zijn haat tegen gods
dienst: „Heeft Onze Lieve Heer, waarvan mer
vertelt, dat het zoo'n verstandige, flinke jongen
is, niet zelf gezegd: „Wees verstandig als slan
gen en neemt, waar ge nemen kunt. want
moeizaam zijn zij, die beladen zijn en als gij
de overheid zijt, moeten de armen u gehoor
zamen, opdat ook het penninkske der weduwe
niet veracht worde". Praat maar tegen derge
lijkq exegeten!
J. O. M.
Hermann Muckermann. „Nieuw Le
ven". Vertaald door H. Desttayes. 4e
Boek. De Vlaamsche Drukkerij, Leu
ven.
Een Duitsch boekje in het Vlaamsch vertaald
is niet het middel om zuiver Nederlandsch te
leeren schrijven, maar dat ik ook het doel niet
Dit stukje Dogmatiek tracht ons het Geheim
der heilige Eucharistie meer en meer te ver
duidelijken. Lang staat de schrijver stil bij
de instellingswoorden van het H. Sacrament
des Altaars. Dat de realispraesentie niet de
eerste doeling is gewee wordt uit dit
schriftje helder en klaar en de practijk der
Kerk, dat n.l. de tabernakel in het algemeen
tct aan de ;esti nd1* eeuw onbekend is n
onze kerken en dat alleen in de huizen van
bisschoppen en priesters als laatste teerspijze
voor de stervenden het heilig Sacrament be
waard werd, zegt ook iets. Ook de veelvuldige
heilige communie en de voorwaarden daartoe
worden uitvoerig besproken en overdreven
drijvers kunnen ook hun nut hieruit halen
den "uttig boekje om de ktennis van de devotit-
tot de heilige Eucharistie te versterken, maar
voor onze Communie-practijken geldt niet
Germania docet.
S.O.M.
ROEP VAN JEUGD. Werk
van studenten van 't Kruishee-
ren-College te Uden.
N.V. Van Lindert's Drukkerij
Cuyk.
„Roep van Jeugd" is werk van jongens; even
als 't verleden jaar verschenen „Eucharistische
Kruistocht en Kruisverbond voor studenten''t
Is gegroeid uit E. K.-beweging en Kruisverbond
't Wil een bewijs zijn van nut en doelmatigheid
van zoo'n beweging onder studenten. Er is nie
mand in onzen tijd, die niet begrijpt, dat de
jeugd-van-nu naast lichamelijke en wetenschap
pelijke ontwikkeling, nog veel meer 'n godsdien
stige vorming noodig heeft en er bewust naai
verlangt. In algemeene en persoonlijke leiding
worden studenten van seminaria colleges, mis
siehuizen, juvenaten en andere instituten van
onderwijs, zeer zeker gestuurd in de groote ge-
nadestroomingen onzer dagen. Dit boekje prae-
tendeert heelemaal niet daarin eenige wijziging
te geven, 't Bevat alleen uitingen van jongens
om daarmee te bewijzen 't nut van godsdien
stige en sociale vereenigingen onder jongen
(zooals er nog zooveel andere zijn als E. K. en
Kruisverbond). Jeugd wil werken en moet wer
ken. Jeugd moet geen leiding geven maar ge
leid worden, en zoo vooruit streven. Op ve.t
seminaria, colleges, juvenaten enz. bestaan der
gelijke vereenigingen, die prachtige resultaten
bereiken. Mogen ook anderen daar niet ns iets
van hooren? Dat heeft zeker zijn nut, om Jeug
digen op te wekken hun idealen hoog te hou
den. Waar dergelijke vereenigingen bestaan, za,
't hooren of lezen ('n eigen studentenblad oi
dat gebied oestaat er nog niet) 'n verwijderd
aanleiding kunnen worden tot 't ontstaan er
van.
Tegen het einde der vorige week trok een
hittegolf in Noordoostelijke richting over
Midden-Europa en raakte daarbij juist even
ons land, zoodat wij hier een paar warme
zomerdagen hadden, die echter weer spoe
dig door een afkoeling werden gevolgd en
het verwachte onweer bleef niet uit.
Het weer gedurende de daarop volgende
dagen werd beheerscht door een vochtigen
Westelijken luchtstroom en bleef daardoor
winderig en vrij koel, terwijl kleine depres
sies, die langs den Noordrand van het ge
bied van hoogen druk over Zuidwest-Europa
trokken, eenigszins buiig weer veroor
zaakten.
Het gebied van hoogen druk over Zuid
west-Europa is nu hog van veel beteekenis,
daar 't als 't ware een stevig bolwerk vormt
tegen het al te ver naar het Zuiden door
dringen van de depressies, die uit den
Oceaan opkomen. Over Noordwest-Europa
en in de omgeving van IJsland ligt een uit
gebreid en vrij stationnair depressie-gebied.
Lands den Zuidrand daarvan trekken z.g.
secundaire depressies dicht voorbij ons land
en veroorzaken veranderlijk, eenigszins
buiig, regenachtig weer met sterk afwisse
lende bewolking.
Voor de eerstvolgende dagen zijn geen
groote veranderingen in den algèmeenen
weerstoestand in West-Europa te verwach
ten, zoodat wij voor het einde der week en
voor Zondag moeten rekenen op dezelfde
weersgesteldheid als de laatste dagen
heerschte, derhalve onvast, eenigszins buiig
weer, niet bijzonder warm, met sterk afwis
selende bewolking en meest matigen wind
van veranderlijke richtingen tusschen Zuid
en West.
(Nadruk verboden).
In deze aflevering werpt Fred. Thomas het
licht over de Zuiderzee-badplaats „Muider-
berg". Neré Valk vertelt van „Moeders laatste
brief" en Marie Therèse verhaalt uit het
teven van een jongen man in Indië „Zonder
afscheid". Bert Tichelaar laat Joan Rogers
„Toch promotie" maken, terwijl dr. Felix
Rutten „In de Duitsche Alpen" het leven van
de bergbewoners schetst. Voor de jeugd be
schrijft M. v. D. „Jantje ik-wou", en Elsebee
roert in „De Pop" een klein stukje levens
tragedie aan. Rijk aan variante actueele- en
genrefoto's, besluit dit nummer met „Van den
vroolijken kant".
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
PAARDENKRACHT. De brandweer van Oxford werd dezer dagen
geroepen om assistentie te verleencn bil het blusschen van een grooten
boerderijbrand. Onderweg bleei echter de brandweerauto steken en
paarden moesten er aan te pas komen om den wagen naar de plaats
van bestemming te vervoeren.
SCHLEBAUM (met trui 1932) heeft Donderdagavond op de wielerbaan te
Amsterdam den wielerwedstrijd over 100 K.M. achter motoren om het kam
pioenschap van Nederland gewonnen.
DE EEREWACHT bij het bezoek van
president Lebrun van Frankrijk aan het
stadhuis van de stad d'Albert waar de presi
dent de plechtige opening verrichtte van het
nieuwe gebouw.
DE VEREENIGING EERSTE HULP BH ONGELUKKEN „LINKER MAASOEVER" heeft
aan den Blinderdijk te Rotterdam, veld oefeningen gehouden. Een vliegtuigongeval.
Dr. J. C. FRANKEN te Utrecht is benoemd
tot gewoon hoogleeraar in de faculteit der
letteren en wijsbegeerte aan de rijksuniver
siteit te Utrecht.