OTTAWA
Het vrouwelijk leeken-apostolaat
Brunswijk krijgt
hulppolitie
ZATERDAG
6 AUGUSTUS
Een mijlpaal
Zusters Oblaten in het
Aartsbisdom
Vormschool te Utrecht
J ournalistiek
LAATSTE EER AAN
MGR. SEIPEL
WAT GEBEURT ER IN
ITALIË?
Joodsche conferentie
Kapitaalvlucht uit Spanje
Vriendschap, die
niet slijt
Berichten van overal
De Priory „Regina Pacio"
Vormschool voor vrouwelijke
leekenapostelen
MEESTERWERK VAN VLAAMSCHE KUNST
Het portret van burgemeester
Memling (geb. 1433 bij
Moreel, geschilderd door Hans
Mainz, gest. 1494 te Brugge)
DE KUNST VAN HEDEN
Groot en der aarde spreken
EEN NIJMEEGSCH
PROEFSCHRIFT
Over Rembrandt
De schuldigen van
Koningsbergen
Zelfportret van Rembrandt
AUTOWEG KEULEN—BONN
40 WAGONS FRUIT IN ZEE
In Ottawa zijn de Britsche afgevaardig
den druk aan het confereeren. Men
geeft slechts officieele communiqué's
Uit en daarin worden wij natuurlijk niets
gewaar omtrent de vorderingen, die men er
maakt. Trouwens dit is ook niet mogelijk,
want het zijn ten slotte de details, die een
handelspolitiek plan kunnen doen slagen
dan wel tot mislukking doemen.
Elk gebied moet met zijn handelsbewe
ging op tafel komen, minutieus uitgewerkt;
men zal dan om het zoo uit te drukken
zoeken naar den grootst gemeenen dee-
ler; heeft men dezen gevonden, dan is het
een kleine moeite om de overeenkomst in
elkander te zetten. Vóór men zoover geko
men is, gaan maanden voorbij.
Wellicht zal men enkele hoofdlijnen aan
stippen en daarna commissies van experts
de onderdeelen doen uitwerken. Komt men
tot een resultaat, dan zal het weinigje, dat
er nog van internationalen handel is over
gebleven, verder worden afgeknabbeld.
Is het niet een dreiging voor Java, dat
men in Ottawa overweegt om het Britsch
Empirium van eigen suiker te voorzien?
Natuurlijk zal men in dat geval den eigen
uitzaai moeten opvoeren, doch dit is slechts
een kwestie van tijd. Britsch-Indië kan
ongetwijfeld zijn productie beduidend uit
breiden en hoe meer suiker de Britten in
eigen gebieden produceeren, hoe minder
kans Java heeft om zijn surplus te slijten.
Er zijn echter nog andere facetten aan
Ottawa.
Sluiten de Britsche gebieden zich
nauwer bij elkander aan, dan zullen de
niet-Britsche landen moeten overwegen,
wat zij daartegen hebben te doen.
Amerika zal vermoedelijk per jaar orders
tot een bedrag van ongeveer 40 millioen
aan staal verliezen door een contract, dat
Canada met Engeland zou hebben gesloten.
Washington kan dat niet zonder tegen
maatregelen over zijn kant laten gebeuren.
Zal het represailles nemen en zijn tarie
ven verlagen, nu de democraten in hun
programma juist verlaging der barrières
hebben gezet? Zullen door Ottawa Ame
rika en Frankrijk tot elkander worden ge
voerd? Zullen Parijs en Washington ten
slotte de geschillen opzij zetten en de on
aangename momenten, door Laval en con
sorten destijds aan Jonathan berokkend,
vergeten? Zal tegenover een Britsch blok
een Amerikaansch-Fransche overeenkomst
worden gesteld?
Wij kunnen het niet gelooven, want wat
heeft Frankrijk aan te bieden?
Hoe het ook zij, Ottawa blijft een mijl
paal!
Alles kan daaruit geboren worden,
zoowel ten goede als ten kwade. Niemand
weet het en men moet zich niet laten ver
blinden door de uitingen van ruzie, die af
en toe den Oceaan over waaien. In hun
hart zijn de Angelsaksers één. Men verwijt
Engeland, dat het de Dominions zijn, die
van het moederland profiteeren en er wei
nig voor terug geven.
Op grond van statistisch materiaal zou
blijken, dat Engeland circa 90 pet. van den
invoer uit de Dominions vrij van invoer
rechten binnenlaat, terwijl dit percentage
van de niet-Britsche landen circa 33 pet. is
Omgekeerd geniet Engeland buitengewoon
weinig faciliteiten van de zijde der vroegere
gebieden.
Wanneer men eenmaal het stadium van
loven en bieden is aangeland, mag men
zeker zijn, dat ér een overeenkomst tot
stand zal komen. Want, looft en biedt men,
dan moet er ook iets zijn, waaróver ge
loofd en geboden kan worden.
Het kan dus heel wel mogelijk zijn, dat
de uitlating van een bij zonderen correspon
dent der „Daily Telegraph" juist is, als zou
men een Engelsch 10-jarenplan overwegen,
waarbij de Dominions de tarieven voor En-
gelsche goederen regelmatig verlagen, ter
wijl Engeland rechten gaat heffen op goe
deren van vreemde landen, die ook in de
Dominions kunnen worden vervaardigd.
De handelsbalans der Dominions met
Engeland vertoont een surplus van onge
veer 100 millioen.... de Dominions voe
ren dus voor circa 100 millioen meer goe
deren in Engeland in, dan Engeland naar
de Dominions exporteert, terwijl de Domi
nions in 1930 circa 250 millioen Engel-
sche waren kochten.
In de door Engeland aan de conferentie
overgelegde staten wordt ook een bere
kening gemaakt van de bedragen, die
Engeland aan de vroegere koloniën heeft
geleend en waardoor dezelver ekonomische
opbouw mogelijk is gemaakt. Vóór den oor
log was de helft van de 3.500 millioen,
die Engeland in den vreemde had belegd,
in de Britsche gebieden uitgezet; na den
oorlog is dit bedrag ten gunste van de Do
minions gewijzigd. Een en ander moet dui
delijk maken, dat Engeland heel wat heeft
aan te bieden, zoodat de Dominions onver
standig zouden handelen, indien zij van
deze gelegenheid geen gebruik maakten om
hun handelsbeweging uit te breiden.
De harde noot is hier echter de verhou
ding tusschen Ierland en Engeland, waar
op het moment een verwoede ekonomische
oorlog heerscht. Hoe dit conflict zal afloo-
pen is niet te zeggen, maar dat De Valera
sterke troeven in handen heeft, is zeker.
De Iersche premier kan de Ottawa-stem
ming bederven en dit zou buitengewoon te
betreuren zijn voor de Engelsche gebieden,
omdat nimmer eenzelfde gelegenheid zal
tomen, als nü geboden wordt. Doch niet
mag worden vergeten, dat Ottawa niets an
ders beteekent dan een zet op het schaak
bordeen zet in het spel, dat groote we
reldgebieden met elkander spelen, niet voor
hun genoegen, maar om de materie te ba
ten!
Zoodat men uit eigenbelang wel tot over-
Seeastemnüng zal dienen te komen,
Aan Onze Geestelijkheid en Geloovigen kun
nen Wij mededeelen, dat voor het vrouwelijk
leeken-apostolaat in ons Aartsbisdom een de
finitieve beslissing is genomen.
Door de hooge medewerking van Zijne Emi
nentie Kardinaal van Roey, Aartsbisschop van
Mechelen en onder volle goedkeuring van den
Hoogeerw. heer Dom Luigi M. Perego O.S.B.,
Abt-generaal der Zusters Benedictinessen van de
Priory „Regina-Pacis" te Schootenhof bij Ant
werpen, heeft, op Ons verzoek, het Kapittel
dezer Benedictinessen te Schootenhof er gaarne
in toegestemd zijn klooster en zijn leden in
dienst te stellen van het vrouwelijk jeugdwerk
en verderen vrouwelijken charitatieven en socia
len arbeid in het Aartsbisdom.
Met volledige toestemming van den Hoog
eerw. heer Abt van Afflighem is Dom Con-
stantinus J. M. Bosschaerts O.S.B. door Ons
reeds belast met de uitvoering van maatrege
len, verbonden aan de nederzetting van be
doelde Stichting in Ons Aartsbisdom.
Tengevolge daarvan zal Ons Aartsbisdom
met een dubbele Stichting verrijkt worden, daar
dit klooster bestaat: le. uit Contemplatieve
Benedictinessen, die naast haar streng be
schouwend leven zich wijden aan de geeste
lijke en sociale vorming der toekomstige Obla
ten; 2e. uit leden, Oblaten genaamd, die, na
hare Opdracht en het verlaten der Vorm
school, zich geheel wijden aan het veelzijdig
leekenapostolaat.
Voorloopig blijft de Priory-zelf der Benedic
tinessen, met de daaraan verbonden Vorm
school, nog te Schootenhof, totdat in Ons
Aartsbisdom een geschikte plaats voor huis
vesting van de Priory is gevonden.
De thans reeds gevormde Oblaten zullen haar
Centraal Oblatenhuis openen te Utrecht, Ma
liebaan 16. De voorbereidende maatregelen zijn
reeds in die mate gevorderd, dat Wij binnen
zeer korten tijd den datum van opening kun
nen mededeelen. Rector B. H. de Groot van
Amersfoort hebben Wij opgedragen de zorg
voor het Oblatenhuis te Utrecht en het toe
komstig apostolaat der Oblaten in het Aarts
bisdom.
Ofschoon binnenkort een volledige brochure
zal verschijnen over de Stichting en hare wer
king, zal het u aangenaam zijn thans reeds
enkele bijzonderheden te vernemen over de
Priory „Regina-Pacis" van Schootenhof.
De stichting werd begonnen te Rouaan (Nor-
mandië) in 1825, met autorisatie-brieven van
Rome door Z.Em. Kardinaal de Croye. De Con
stituties werden goedgekeurd in 1876 door Z.Em.
Kardinaal de Bonnechose, Aartsbisschop van
Rouaan en Primaat van Normandië. In 1878
werd de Stichting tot Priory verheven door
Z. H. Paus Leo XIII.
Tengevolge der Fransche wetgeving op de
kloosterorden, weken de Monialen in 1901 uit
naar Engeland, waar de Congregatie door ar
moede begon te kwijnen. In 1921 was zij op
enkele Zusters na uitgeput.
Na deze periode van inzinking wist de Com
muniteit zich echter te herstellen en onder
leiding van den Benedictijn Dom Constantinus
Bosschaerts 'met enthousiasme te bezielen voor
het groote ideaal: de hernieuwing van het
Christendom door middel van het leeken-apos
tolaat, d.w.z.: de deelname aan de katholieke
actie in hiërarchisch verband, waartoe de ker
kelijke autoriteiten herhaaldelijk de katholieke
mannen en vrouwen oproepen, en waarvan de
H. Vader Paus Pius XI zegt, dat deze actie
niet willekeurig gevoerd worde, doch „dat men
zich daartoe voorbereide door een degelijke,
godsdienstige, zedelijke en intellectueele vor
ming." (Brief aan Jeugdcongres te Luik).
Dom Bosschaerts bereidde de Monialen voor
tot verwezenlijking van dit ideaal en richtte
voor de communauteit een nieuw klooster in
te Schootenhof bij Antwerpen, waar deze zich
in 1926 vestigde. De definitieve autorisatiebrie-
ven tot vestiging werden gegeven den 15 Juni
1925 door Z.Em. Kardinaal Mercier, en den
22 Januari 1930 door Z.Em. Kardinaal v. Roey,
Aartsbisschoppen van Mechelen.
In 't begin van 1927 werd aan de Priory te
Schootenhof een Vormschool voor vrouwelijke
leekenapostelen verbonden.
De Benedictinessen, hoewel zelf een streng
contemplatief leven leidend, aarzelden niet,
om, na zich zelf degelijk daartoe te hebben
bekwaamd, de poorten van haar Schola-Dei
wijd te openen voor de katholieke jonge vrou
wen, die zich aanmeldden, om ze te onder
richten in alle godsdienstige en sociale vak
ken, noodig voor haar apostolaat in de we
reld. En zij gaven daardoor het bewijs, dat men
een intens inwendig leven kan leiden en te
vens een open oog hebben voor de tijdnooden
en een sterk verlangen om daarin te voorzien.
De vormingstijd duurt een half jaar postu
laat en een jaar noviciaat, dat zoo noodig
wordt verlengd. De adspiranten worden als in
ternen behandeld, worden na bovengenoemden
proeftijd als Oblaten opgenomen in de Orde
en hebben dus deel aan de geestelijke voor-
deelen der Benedictinessen. Deze band blijft
later de groote moreele kracht, als zij haar
werkkring hebben in de wereld, want steeds
blijft het Tehuis der Oblaten, dat aan het
klooster verbonden is, voor haar geopend, om
nieuwe geestelijke kracht te verzamelen. En
niet alleen geestelijken en moreelen steun, ook
lichamelijke verzorging zullen zij hier vinden,
wanneer zij zich, door ziekte of ouderdom, uit
het actieve leven moeten terugtrekken.
Waarom, alvorens het actieve leven in te
gaan, eerst een vorming bij contemplatieve
kloosterlingen?
Omdat het onmogelijk is een Martha te zijn,
indien de ziel niet geleerd heeft tijdens het
werk aan de voeten van Jezus te verwijlen;
omdat het onmogelijk is: lichtdraagsters te
zijn en van eigen genadeschat voortdurend aan
anderen mee te deelen, als de vlam van het
zieleleven niet wordt gevoed.
Een vormingstijd, besteed aan studie van:
Liturgie, Latijn, Schriftuurkennis, Doogmatiek,
Gregoriaanschen zang, Kunst, Kerkgeschiede
nis, Maatschappijleer, Opvoedkunde enz., mag
niet overbodig genoemd worden voor haar, wier
streven het is hulp te verleenen overal waar
tekort aan priesters of teveel aan priesterlij
ken arbeid het apostolaat van daartoe gevorm
de leeken noodzakelijk maakt.
De Oblaten zijn de strijdkracht van Koning
Christus; gedisciplineerd in de Koninklijke
Vormschool, waar zij geadeld door een schoon
harmonieus leven en verwarmd door 't harte
lijk communauteitsleven der Monialen toe
gerust worden om de lasten te dragen van het
vol-bedrijvig modern-maatschappelijk leven.
Hier worden zy ten volle bedreven in de
Christelijke krijgskunst, wier grondslag is:
zelfverloochening.
De Oblaat is noch een halve kloosterling noch
een halve wereldling. Zij hebben een geheel
aparte, door de Kerk erkende en gewijde
roeping. Zij hebben een eigen schoone en be
langrijke taak in het groote Lichaam der Kerk.
Zij zijn als 't warme bloed, dat 't hart uit-
stuwt naar alle organen, drijvend geheel het
organisme.
De Oblaten zijn het, die uitgestuwd door de
Centrale, mee willen helpen om de maacschap-
pij te hernieuwen in Christus. Zij zijn het, die
in dit groot organisme alle vertakkingen voe
den met den waarachtigen Christengeest, de
oude, uitgewerkte denkbeelden uitwisselend
tegen nieuwe door frisch-opbloeiend kerkelijk
en artistiek leven.
Trouw aan haar naam Oblaat, d.i. Opgedra-
gene aan God, offeren zij alles op: tehuis,
vrienden, bezit, om alles in dienst te stellen
van Koning Christus.
De Oblaten, die in de Benedictijner Orde zijn
opgenomen (als leeken) en ermee verbroederd
zijn, willen de intensiteit van het godsdienstig
leven in het klooster naar buiten uitdragen,
zooals dat ook geschiedde in de middeleeuwen,
toen het Oblatenleven sterk en bloeiend was.
De geheele Stichting van Monialen en Obla
ten is diocesaan en staat rechtstreeks onder
jurisdictie van den Aartsbisschop.
Als volgt is het kloostercomplex ingesteld:
Aan het hoofd de Priorin der Benedictines
sen met haar Kapittel. Verder twee Monialen:
Novicenmeesteres, voor de vorming van Novi-
een der Contemplatieven en de Oblaten-Moe
der, voor de vorming van Aspirant-Oblaten,
die bijgestaan worden door de verscheidene
Monialen-professoren.
Aan het Klooster der Contemplatieven is ver
bonden:
De Centrale der Oblaten bestaande uit:
1. De Schola-Dei (Vormschool Oblaten);
2. Het Geestelijk Tehuis voor de Oblaten in
het apostolaat.
3. Het Rusthuis der Oblaten;
4. Een Gastenkwartier voor eenieder, die den
Liturgischen Cyclus wenscht mee te vieren, of
Liturgische studiedagen wil volgen.
Het Aartsbisdom heeft een Centraal Oblaten
huis van gevormde Oblaten, die onder Onze
leiding zich beschikbaar hebben gesteld voor het
leeken-apostolaat onder de Vrouwelijke Jeugd,
en eventueel andere Vrouwelijke Instellingen,
die haar door ons zullen worden toegewezen.
In dit Centraal-huis, onder leiding van den
Algemeen Bestuurder Rector B. H. de Groot,
zal het secretariaat gevestigd zijn en zullen alle
Wanneer zij goed beoefend wordt, is ook de
journalistiek een kunst. De dagbladschrijver is
een kunstenaar. Hij bespeelt dagelijks het ge
moed van zijn duizenden lezers, hij zoekt hen te
overtuigen door zijn eenvoudigen betoogtrant,
zijn vlotten stijl. Hij bespeelt het wonderbare
instrument der taal. Hij heeft geen tijd om de
registers nauwkeurig te regelen. Hij moet spe
len, zooals het gevoel van het oogenblik hem
dit ingeeeft. Voor hem is er geen gelegenheid
tot langzame en overdachte voorbereiding. Zoo
dra zich iets voordoet, moet hij er bij zijn. Hij is
de snel teekenaar van het proza; klopt hij bij u
aan om uw portret te ontwerpen, dan kunt
gij wachten op het resultaat. Een uur is meer
dan genoeg. De markante trekken staan vast
gelegd op papier. Het geheel is klaar, terwijl
u wacht. Daar is nog een instrument, dat deze
veelzijdige kunstenaar bespelen moet. Ik bedoel
het instrument van den tijd. De journalist be
speelt den dag. Hij weet, dat de dag van van
daag een anderen klank heeft dan de dag van
morgen. Hij moet daar rekening mee houden.
Zijn eerste gedachte moet zijn: „wat is van
daag van het meeste belang." En als hij dit ge
vonden heeft, begint hij zijn ontdekkingsreis.
Het onderwerp wordt snel van alle kanten be
keken, er ontstaat een ruwe schets. Maar de
fijne trekjes mogen niet ontbreken. Met een
vaardig oog moet de journalist het karakteris
tieke van mensch of toestand waarnemen. Hij
moet overal binnengaan en met iedereen ken
nis maken. Voor hem bestaan geen geheimen.
Want hij vertegenwoordigt de duizendvormige
nieuwsgierigheid van het lezend publiek. Hij
is de kunstenaar der nieuwsgierigheid. Hoort
hij vertellen, dat Frankrijk een nieuwen pre
sident heeft gekregen, zoo vraagt hij direct:
„wat is dat voor een man?" Hij gaat kijken. Hij
ziet den man eten of een krant lezen of een
debat leiden en onmiddellijk trekt hij zijn lij
nen. Het portret begint te groeien onder zijn
vingers. Vóór gij het weet, zal het gedrukt staan
in de krant.
De journalist is overal thuis. Hij heeft geen
„stand" in de maatschappij, hij komt bij alle
rangen en standen. Hij heeft geen leeftijd. Hij
is altijd zoo jong als de dag van vandaag. Hij
heeft geen arbeidsuren. Zelfs als hij slaapt,
waakt zijn aandacht. Hij schept de grillige kro
nieken van het leven.
Een ras-journalist in den vollen zin van het
woord is Kees van Hoek, van wien bij Paul
Brand's uitgeversbedrijf te Hilversum een bun
del opstellen verscheen onder den titel „Man
en Macht". Het zijn dagbladartikelen, die hier
gebundeld werden. Zooals de schrijver zelf be
scheidenlek zegt in zijn voorwoord: het hier
gebodene is journalistiek, misschien met al de
kwaliteiten, zeker met al de gebreken, daar
noodzakelijkerwijze aan verbonden." Wij zou
den het willen omkeeren. Hier zijn misschien al
de gebreken van ons vak, maar hier zijn zeker
al de kwaliteiten: de snelle waarneming, het
vlugge maar scherpe oordeel, de geoefende stijl,
de overtuigende betoogtrant, het nimmer fa
lend oog, de gespannen aandacht voor iedere
kleinigheid, de sportiviteit, de bravoure, die soms
een beetje op bluf lijkt, maar die zich dan ook
letterlijk overal doorheen slaat de breede kijk
op menschen en dingen, het ruime denken,
dat zich niet in pietluttigheden laat vangen,
kortom het volledige karakter van den vak-
kundigen dagbladschrijver.
Kees van Hoek heeft veel gereisd. Hij is te
genwoordig geweest bij vredesconferenties en
Eucharistische Congressen, hij heeft in het
Lagerhuis te Londen gezonden en kan u rond
leiden in het stedelijk museum van Stockholm,
hij is even gewoon aan een vliegmachien als
aan de Fransche keuken, hij praat met den pre
sident der Zwitsersche Federatie even rustig
als met den voorzitter van den plaatselijken
timmerliedenbond.
En Kees van Hoek heeft voor zijn kranten
gesproken met de grooten der aarde. Niet alleen
de politieke leiders, maar ook de sociale her
vormers, de geestelijke raadslieden, de bezielde
kunstenaars v. elk volk heeft hij opgezocht, Hü
heeft die menschen laten praten en daarna hun
portret geschilderd. Hij heeft niet geprobeerd,
er zelf iets bij te voegen. Hij heeft de menschen
niet mooier doch ook niet hatelijker gemaakt
dan ze zijn. Zoo werd dit boek een bonte staal
kaart van machthebbers en invloedrijke gees-
tesleiders. Het bevat gesprekken met:
Mgr. Dr. Nolens, Albert Thomas, Ruys de
Beerenbrouck, Giuseppe Motta, Kardinaal
Bourne, Willem Mengelberg, Edmond de Va
lera, Dr. Colijn, Frank Kellogg, Frans van
Cauwelaert Kardinaal Van Rossum, Dr. Brii-
ning, Alfred Noyes, Philip Snowden, Prof.
Röntgen, Kardinaal Hayes, Prélat Kaas, Jhr.
De Jonge, Lars Eskeland, Upton Sinclair, Mr.
Trip, Gatti-Casazza, l?r. H. Deterding, Sir Ro
bert Borden, D. J. van den Ven, Graaf Apponyi,
Mgr. MacDonald, Hans Martin, Charles Hug
hes, Prof. Bamouw, A. T. Pannir Selvam, Sir
Eric Drummond, Evert van Dijk.
Afwisseling genoeg, zooals men ziet. Dit
boek levert dan ook een buitengewone instruc
tieve bijdrage tot de kennis van dezen tijd.
En het laat zich prettig lezen. Heelemaal niet
zwaarwichtig, doch pittig, vlot en gezellig. Het
is een boek, dat veel kaft leeren over de fi
guren, wier naam men herhaaldelijk vindt in
de krant. Dit boek behoort tot de goede jour
nalistiek, die inderdaad een kunst is, welke
hooge eischen stelt.
Prachtig op tijd in deze zomermaanden, nu
bij het derde eeuwfeest der Amsterdamsche
Universiteit alom in de hoofdstad de groote
schilder gevierd wordt, verscheen bij de
Uitgeversmaatschappij W. L. en J. Bruss e,
te Rotterdam, een proefschrift over „Rem
brandt en de Traditie". De schrijver
jhr. dr. J. L. A. A. M. van Rij ck e vorse 1,
maakte zijn studies in de kunstgeschiedenis
aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen,
onder leiding van Professor Gerard Brom. Aan
den stijl van zijn proefschrift merkt men hier
en daar den invloed van den leermeester,
ofschoon de behandeling van het onderwerp
geheel oorspronkelijk is.
In dit boek onderzoekt jhr, dr. Van Rijcke-
vorsel in hoeverre Rembrandt zijn perseel
diensten worden ondergebracht, die betrekking
hebben op het Diocesane vrouwelijke jeugd
werk.
Een plan is in studie, om, indien mogelijk, bij
verdere uitbreiding van het werk, ook geweste
lijke cellen te vormen van Oblaten, die recht
streeks onder leiding van het Centraalhuis wer
ken en voeling houden met de plaatselijke Di
recteuren van het vrouwelijk jeugdwerk.
Voor verdere gegevens verwijzen we naar de
reeds boven aangekondigde brochure.
Dezen omvangrijken opzet bevelen Wij onder-
tusschen in de vurige gebeden en bijzondere
sympathie van onze Geestelijkheid en Ge
loovigen aan.
Utrecht, 30 Juli 1932.
t J. E O, JANSEN,
Aartsbisschop van Utrecht.
100.000 menschen trekken langs
het stoffelijk overschot
WEENEN, 5 Aug. Donderdagmorgen is het
stoffelijk overschot van Mgr. Dr. Seipel in de
doodenkapel van het mailitaire cassino opge
baard. Hiermee zijn de officieele rouwplechtig-
heden voor Oostenrijks' grooten staatsman be
gonnen. De absoute zal plaats hebben in den
Stephanusdom, waarna een gedachtenisplech
tigheid aan de baar van Mgr. Seipel voor het
parlement zal plaats vinden.
Woensdag trokken bij de 100.000 menschen,
waaronder vele delegaties uit de successie-
staten en vele buitenlanders langs de open lijk
kist van den dooden bondskanselier.
Pruisische socialisten spreken van
recht op noodweer
Op een ledenvergadering van de Duitseh-
Nationale partij te Brunswijk werd door den
voorzitter, dr. Lange-Bartels, verklaard, dat er
in het land Brunswijk binnenkort een hulp
politie zal worden georganiseerd, met het oog
op de incidenten van den laatsten tijd.
De Duitsch-Nationalen hebben minister
Klagges hun instemming met dit voornemen
te kennen gegeven, op voorwaarde echter, dat
deze hulppolitie paritair zal worden samenge
steld, d.w.z. niet alleen uit Hitlerianen, maar
ook uit Stahlhelm-leden.
Wat de regeering met deze hulppolitie denkt
te doen zal in de eerstvolgende dagen aan den
dag treden. Spreker motiveerde de maatregelen
met het betoog, dat het sturen van politiever-
sterkingen naar het platteland te duur is en
ook te veel td in beslag neemt.
Spr. deelde voorts mede, dat de stedelijke af-
deeling Brunswijk der Duitsch-Nationale partij
bij de regeering van Brunswijk heeft aange
drongen op het verbieden der Communistische
partij.
De voorzitter en vice-voorzitter der Sociaal-
Democratische partij, Otto Wels en Heinz Vo
gel, hebben gisteren een bezoek gebracht bij
den plaatsvervangend Rijkscommissaris, dr.
Bracht, en scherpe protesten laten hooren te
gen de Nationaal-Socialistische terreur in Oost-
Pruisen.
Zij eisehten het recht van noodweer in wet-
telijken zin op en op noodzakelijkheid voor de
Republikeinsche bevolking, middelen ter zelf
verdediging ter hand te nemen, .wanneer de
staatsbescherming uitblijft.
De plaatsvervangend Rijkscommissaris ver
klaarde, het gevaar in te zien en bezig te zijn
de noodige maftregelen te treffen.
De bladen houden zich alle uitvoerig bezig
met de voorgenomen maatregelen der regee
ring tot bestrijding van de politieke terreur.
De „Berliner Lokalanzeiger" en de ..Tag" we
ten te berichten over de nieuwe verklaringen
van de partijleiding der N.S.D.A.P., waarin de
politieke excessen ten scherpste veroordeeld
worden, terwijl de partijleiding tevens wil
trachten de leden der S.A. formaties onvoor
waardelijk te weerhouden van zulke gruwel
daden.
Hierover zouden de besprekingen geloopen
hebben, die de vertegenwoordiger der N.S.D.A.
P. gisteren met leden der rijksregeering gehad
heeft en waarin hij dienovereenkomstige De-
loften van de partijleiding zou hebben overge
bracht.
De „Vorwaerts" (soc.) waarschuwt voor
maatregelen, die uitsluitend tegen links ge
richt zijn en verklaart, dat het hier een poli
tiek vraagstuk betreft. Kan de regeering van
de N.S.D.A.P. geen verandering in houding af
dwingen, dan moet zij den strijd tegen allen
opnemen, in het belang des lands.
De „Deutsche Allgemeine Zeitung" spreekt
zich uit voor de doodstraf tegen hen die on
rechtmatig gebruik maken van wapenen, die
den dood tengevolge kunnen hebben.
KONINGSBERGEN, 5 Aug. (VB.) De op
I Augustus beraamde aanslag op het Vakver-
eenigingshuls te Koningsbergen is opgehelderd.
De stukken worden heden in handen gesteld
van het O.M. Er waren 8 daders, die opgaven
S.A.-mannen van de 12de stormafdeeling te
zijn. Onder hen is ook de stormafdeelings-aan-
voerder,. Verder zijn 13 daders gearresteerd, die
eveneens opgaven tot de 12e stormafdeeling te
hooren.
In den afgeloopen nacht werden verschil
lende stadswijken stelselmatig gecontroleerd.
Hierbij had een aanval plaats van 40 personen
op twee agenten in burger. Er werden 5 men
schen gearresteerd, die allen in het bezit waren
van wapenen.
heeft laten leiden door het voorbeeld van
vroegere schilders en deze vraag is niet zon
der belang, omdat ze een onderzoek noodig
maakt naar den invloed, dien Rembrand onder
ging van de traditioneele, katholieke schilder
kunst, vooral waar het betreft zijn voorstellingen
uit het Nieuwe Testament.
„Kan het ontleenen aan andere meesters wel
eens gevolg zijn van zwakker vormgevoel, dan
is het altijd nog geen bewijs van machteloos
heid en het volslagen ontbreken van uitbeel
dingskracht", zoo begint de schrijver terecht.
Immers in onzen tijd wordt de waarde der
artistieke onafhankelijkheid wel eens licht
vaardig overschat. Met talrijk en uitstekend
verzorgd illustratie-materiaal, toont de schrij
ver vervolgens aan, hoe Rembrandt inder
daad vaak gebruik maakte van ervaringen, door
voorgangers opgedaan. Merkwaardig is op zijn
minst de conclusie, die getrokken wordt uit de
Madonna-voorstellingen van Rembrandt. Deze
hebben geheel den geest van vóór de hervor
ming. „Het is wel teekenend", zegt de schrijver,
„dat schilder Rembrandt, als visuee ltype, een
aanschouwelijke voorstelling van de Heilige
Maagd met zich omdroeg, ofschoon, die met zijn
Protestantisme weinig strookte".
Het geheele betoog bewijst, dat Rembrandt
in zijn tijd lang niet zoo „modem" geweest is,
als wel eens gedacht wordt. Wat natuurlijk ook
weer niet zeggen wil, dat deze grootmeester der
schilderkunst zich slaafs zou hebben aan
gesloten bij de heerschende traditie. Welken
invloed zijn kunst onderging, zoowel naar den
vorm als naar den geest, wordt in dit lijvige
boek aandachtig onderzocht.
Het werk bevat niet minder dan 296 uitste
kend geslaagde reproducties, het is royaal ge
drukt, op glanzend papier en doet zijn uitgever
eer aan. Als titelprent draagt het Rem-
brandts zelfportret, dat wij hierbij reproducee-
ren.
Een groot aantal arrestaties
ROME, 5 Aug. (Reuter). Het gerucht doet
alhier de ronde, dat er de laatste dagen in ver
scheidene steden van Italië een aanzienlijk aantal
arrestaties zou zijn verricht.
Zefs wordt een cijfer van 200 arrestaties ge
noemd; zij zouden in verband staan met een
„beweging voor recht en vrijheid." Van gezag
hebbende zijde wordt verklaard, dat deze ge
ruchten onjuist zijn.
Er is wel een aantal arrestaties verricht, doch
dat was veel minder groot dan het genoemde
cijfer. Het betrof hier gewone politiemaatregelen
tegen kringen die Communistische sympathieën
hadden.
Zttrich, 5 Aug. Het Zwitsersche Telegraaf -
agentschap deelt mede, dat thans definitief is
besloten de Joodsche wereldconferentie op 14
Augustus niet te Zürich, doch te Genève te
houden. O. a. zullen de volgende punten worden
behandeld: de toestand van het Joodsche volk
in de verschillende landen en de maatregelen
ter waarborging van de Joodsche rechten en
posities. Besproken zal voorts worden de door
prof. Tedeschi voorgestelde internationale con
ventie ter ontzenuwing van het anti-semie-
tisme. Ten slotte zal dr. Stephan Wise spreken
over de eventueele bijeenroeping en voorbe
reiding van een Joodsch wereldcongres.
Te Madrid is een Portugeesch reiziger ge
arresteerd wegens het ongeoorloofd buitens
lands brengen van Spaansch kapitaal. In aan
sluiting hierop werd een wijdvertakte organi
satie ontdekt, die zich bezig hield met het
uitvoeren van kapitaalvlucht.
Men verwacht, dat boetes ten bedrage van
27 millioen pesetas zullen worden opgelegd.
Naar verluidt heeft koning Alfonso bij zijn ver
trek uit Spanje 8 millioen pesetas meegenomen
Op 6 Augustus zal de nieuwe autoweg Keu
en—Bonn plechtig worden geopend.
Den 8sten Augustus wordt de weg voor het
algemeene verkeer vrijgegeven.
Hongarije en Duitschland
BOEDAPEST 5 Aug. (Reuter). De Hongaar-
sche minister-president, Graaf Karolyi heeft
zich uitgesproken over de Duitsch-Hongaar-
sche betrekkingen en verklaard, dat de regee-
ringswisseling in Duitschland niets veranderd
heeft aan de goede verhouding tusschen
Duitschland en Hongarije.
Een onmiddellijk bewijs hiervoor, aldus ver
klaarde, naar Reuter verneemt, de minister
verder, is het feit, dat de huidige rijksregee
ring zich de gezichtspunten ten nutte heeft
gemaakt, die onder de vorige regeering zijn
ingezet, en dat de onderhandelingen met suc
ces ten einde konden worden gebracht.
Overgaande tot de kwestie van het stand
recht in Hongarije verklaarde de minister ver
der, dat gepoogd is den schijn te wekken, als
of de Hongaarsche regeering van het stand
recht uit politieke overwegingen gebruik wil
maken, om de vrijheid der politieke meenings-
uiting te onderdrukken.
Langen tijd, zoo verklaarde Karolyi, is Hon
garije onderworpen geweest aan de terroristi
sche heerschappij eener minderheid.
Daarom zal hij alle hem ten dienste staande
middelen aanwenden, om een herhaling van
deze minderheidsterreur te voorkomen.
PARIJS, 5 Aug. (V. D.) Aan de Spaansch-
Fransche grens te Cerbere zijn veertig wagon
ladingen met Spaansch fruit in zee gestort, om
dat het niet in Frankrijk mocht worden inge
voerd. Het fruit is afkomstig uit Zuid-Spanje
en kwam pas aan de grens aan toen 't Fransch-
Spaansche verdrag inzake de contingenteering
van fruitoogst reeds in werking was getreden.
Aangezien het niet mogelijk is gebleken in
de grensplaatsen de vruchten te verkoopen,
heeft men de geheele lading, welke een waarde
heeft van ongeveer een millioen francs, in zee
gestort.
Te Beuthen overvielen in den nacht op Vrij
dag een 6-tal ongunstig bekend staande jonge
lui een opperwachtmeester van de politie, dien
zij zoodanig met snij- en steekwonden overlaad
den, dat gevaar voor zijn leven bestaat. De
jeugdige onverlaten, die niet om politieke rede
nen gehandeld zouden hebben, zijn gearresteerd
Op het station Diergaarde te Wuppertal wer
den twee bouwarbeiders, die een steenen muur
langs een der perrons bouwden, door een pas-
se erenden sneltrein gegrepen en op slag gedood.