OTTAWA Het vrouwelijk leeken-apostolaat Brunswijk krijgt hulppolitie ZATERDAG 6 AUGUSTUS Een mijlpaal Zusters Oblaten in het Aartsbisdom Vormschool te Utrecht J ournalistiek LAATSTE EER AAN MGR. SEIPEL WAT GEBEURT ER IN ITALIË? Joodsche conferentie Kapitaalvlucht uit Spanje Vriendschap, die niet slijt Berichten van overal De Priory „Regina Pacio" Vormschool voor vrouwelijke leekenapostelen MEESTERWERK VAN VLAAMSCHE KUNST Het portret van burgemeester Memling (geb. 1433 bij Moreel, geschilderd door Hans Mainz, gest. 1494 te Brugge) DE KUNST VAN HEDEN Groot en der aarde spreken EEN NIJMEEGSCH PROEFSCHRIFT Over Rembrandt De schuldigen van Koningsbergen Zelfportret van Rembrandt AUTOWEG KEULEN—BONN 40 WAGONS FRUIT IN ZEE In Ottawa zijn de Britsche afgevaardig den druk aan het confereeren. Men geeft slechts officieele communiqué's Uit en daarin worden wij natuurlijk niets gewaar omtrent de vorderingen, die men er maakt. Trouwens dit is ook niet mogelijk, want het zijn ten slotte de details, die een handelspolitiek plan kunnen doen slagen dan wel tot mislukking doemen. Elk gebied moet met zijn handelsbewe ging op tafel komen, minutieus uitgewerkt; men zal dan om het zoo uit te drukken zoeken naar den grootst gemeenen dee- ler; heeft men dezen gevonden, dan is het een kleine moeite om de overeenkomst in elkander te zetten. Vóór men zoover geko men is, gaan maanden voorbij. Wellicht zal men enkele hoofdlijnen aan stippen en daarna commissies van experts de onderdeelen doen uitwerken. Komt men tot een resultaat, dan zal het weinigje, dat er nog van internationalen handel is over gebleven, verder worden afgeknabbeld. Is het niet een dreiging voor Java, dat men in Ottawa overweegt om het Britsch Empirium van eigen suiker te voorzien? Natuurlijk zal men in dat geval den eigen uitzaai moeten opvoeren, doch dit is slechts een kwestie van tijd. Britsch-Indië kan ongetwijfeld zijn productie beduidend uit breiden en hoe meer suiker de Britten in eigen gebieden produceeren, hoe minder kans Java heeft om zijn surplus te slijten. Er zijn echter nog andere facetten aan Ottawa. Sluiten de Britsche gebieden zich nauwer bij elkander aan, dan zullen de niet-Britsche landen moeten overwegen, wat zij daartegen hebben te doen. Amerika zal vermoedelijk per jaar orders tot een bedrag van ongeveer 40 millioen aan staal verliezen door een contract, dat Canada met Engeland zou hebben gesloten. Washington kan dat niet zonder tegen maatregelen over zijn kant laten gebeuren. Zal het represailles nemen en zijn tarie ven verlagen, nu de democraten in hun programma juist verlaging der barrières hebben gezet? Zullen door Ottawa Ame rika en Frankrijk tot elkander worden ge voerd? Zullen Parijs en Washington ten slotte de geschillen opzij zetten en de on aangename momenten, door Laval en con sorten destijds aan Jonathan berokkend, vergeten? Zal tegenover een Britsch blok een Amerikaansch-Fransche overeenkomst worden gesteld? Wij kunnen het niet gelooven, want wat heeft Frankrijk aan te bieden? Hoe het ook zij, Ottawa blijft een mijl paal! Alles kan daaruit geboren worden, zoowel ten goede als ten kwade. Niemand weet het en men moet zich niet laten ver blinden door de uitingen van ruzie, die af en toe den Oceaan over waaien. In hun hart zijn de Angelsaksers één. Men verwijt Engeland, dat het de Dominions zijn, die van het moederland profiteeren en er wei nig voor terug geven. Op grond van statistisch materiaal zou blijken, dat Engeland circa 90 pet. van den invoer uit de Dominions vrij van invoer rechten binnenlaat, terwijl dit percentage van de niet-Britsche landen circa 33 pet. is Omgekeerd geniet Engeland buitengewoon weinig faciliteiten van de zijde der vroegere gebieden. Wanneer men eenmaal het stadium van loven en bieden is aangeland, mag men zeker zijn, dat ér een overeenkomst tot stand zal komen. Want, looft en biedt men, dan moet er ook iets zijn, waaróver ge loofd en geboden kan worden. Het kan dus heel wel mogelijk zijn, dat de uitlating van een bij zonderen correspon dent der „Daily Telegraph" juist is, als zou men een Engelsch 10-jarenplan overwegen, waarbij de Dominions de tarieven voor En- gelsche goederen regelmatig verlagen, ter wijl Engeland rechten gaat heffen op goe deren van vreemde landen, die ook in de Dominions kunnen worden vervaardigd. De handelsbalans der Dominions met Engeland vertoont een surplus van onge veer 100 millioen.... de Dominions voe ren dus voor circa 100 millioen meer goe deren in Engeland in, dan Engeland naar de Dominions exporteert, terwijl de Domi nions in 1930 circa 250 millioen Engel- sche waren kochten. In de door Engeland aan de conferentie overgelegde staten wordt ook een bere kening gemaakt van de bedragen, die Engeland aan de vroegere koloniën heeft geleend en waardoor dezelver ekonomische opbouw mogelijk is gemaakt. Vóór den oor log was de helft van de 3.500 millioen, die Engeland in den vreemde had belegd, in de Britsche gebieden uitgezet; na den oorlog is dit bedrag ten gunste van de Do minions gewijzigd. Een en ander moet dui delijk maken, dat Engeland heel wat heeft aan te bieden, zoodat de Dominions onver standig zouden handelen, indien zij van deze gelegenheid geen gebruik maakten om hun handelsbeweging uit te breiden. De harde noot is hier echter de verhou ding tusschen Ierland en Engeland, waar op het moment een verwoede ekonomische oorlog heerscht. Hoe dit conflict zal afloo- pen is niet te zeggen, maar dat De Valera sterke troeven in handen heeft, is zeker. De Iersche premier kan de Ottawa-stem ming bederven en dit zou buitengewoon te betreuren zijn voor de Engelsche gebieden, omdat nimmer eenzelfde gelegenheid zal tomen, als nü geboden wordt. Doch niet mag worden vergeten, dat Ottawa niets an ders beteekent dan een zet op het schaak bordeen zet in het spel, dat groote we reldgebieden met elkander spelen, niet voor hun genoegen, maar om de materie te ba ten! Zoodat men uit eigenbelang wel tot over- Seeastemnüng zal dienen te komen, Aan Onze Geestelijkheid en Geloovigen kun nen Wij mededeelen, dat voor het vrouwelijk leeken-apostolaat in ons Aartsbisdom een de finitieve beslissing is genomen. Door de hooge medewerking van Zijne Emi nentie Kardinaal van Roey, Aartsbisschop van Mechelen en onder volle goedkeuring van den Hoogeerw. heer Dom Luigi M. Perego O.S.B., Abt-generaal der Zusters Benedictinessen van de Priory „Regina-Pacis" te Schootenhof bij Ant werpen, heeft, op Ons verzoek, het Kapittel dezer Benedictinessen te Schootenhof er gaarne in toegestemd zijn klooster en zijn leden in dienst te stellen van het vrouwelijk jeugdwerk en verderen vrouwelijken charitatieven en socia len arbeid in het Aartsbisdom. Met volledige toestemming van den Hoog eerw. heer Abt van Afflighem is Dom Con- stantinus J. M. Bosschaerts O.S.B. door Ons reeds belast met de uitvoering van maatrege len, verbonden aan de nederzetting van be doelde Stichting in Ons Aartsbisdom. Tengevolge daarvan zal Ons Aartsbisdom met een dubbele Stichting verrijkt worden, daar dit klooster bestaat: le. uit Contemplatieve Benedictinessen, die naast haar streng be schouwend leven zich wijden aan de geeste lijke en sociale vorming der toekomstige Obla ten; 2e. uit leden, Oblaten genaamd, die, na hare Opdracht en het verlaten der Vorm school, zich geheel wijden aan het veelzijdig leekenapostolaat. Voorloopig blijft de Priory-zelf der Benedic tinessen, met de daaraan verbonden Vorm school, nog te Schootenhof, totdat in Ons Aartsbisdom een geschikte plaats voor huis vesting van de Priory is gevonden. De thans reeds gevormde Oblaten zullen haar Centraal Oblatenhuis openen te Utrecht, Ma liebaan 16. De voorbereidende maatregelen zijn reeds in die mate gevorderd, dat Wij binnen zeer korten tijd den datum van opening kun nen mededeelen. Rector B. H. de Groot van Amersfoort hebben Wij opgedragen de zorg voor het Oblatenhuis te Utrecht en het toe komstig apostolaat der Oblaten in het Aarts bisdom. Ofschoon binnenkort een volledige brochure zal verschijnen over de Stichting en hare wer king, zal het u aangenaam zijn thans reeds enkele bijzonderheden te vernemen over de Priory „Regina-Pacis" van Schootenhof. De stichting werd begonnen te Rouaan (Nor- mandië) in 1825, met autorisatie-brieven van Rome door Z.Em. Kardinaal de Croye. De Con stituties werden goedgekeurd in 1876 door Z.Em. Kardinaal de Bonnechose, Aartsbisschop van Rouaan en Primaat van Normandië. In 1878 werd de Stichting tot Priory verheven door Z. H. Paus Leo XIII. Tengevolge der Fransche wetgeving op de kloosterorden, weken de Monialen in 1901 uit naar Engeland, waar de Congregatie door ar moede begon te kwijnen. In 1921 was zij op enkele Zusters na uitgeput. Na deze periode van inzinking wist de Com muniteit zich echter te herstellen en onder leiding van den Benedictijn Dom Constantinus Bosschaerts 'met enthousiasme te bezielen voor het groote ideaal: de hernieuwing van het Christendom door middel van het leeken-apos tolaat, d.w.z.: de deelname aan de katholieke actie in hiërarchisch verband, waartoe de ker kelijke autoriteiten herhaaldelijk de katholieke mannen en vrouwen oproepen, en waarvan de H. Vader Paus Pius XI zegt, dat deze actie niet willekeurig gevoerd worde, doch „dat men zich daartoe voorbereide door een degelijke, godsdienstige, zedelijke en intellectueele vor ming." (Brief aan Jeugdcongres te Luik). Dom Bosschaerts bereidde de Monialen voor tot verwezenlijking van dit ideaal en richtte voor de communauteit een nieuw klooster in te Schootenhof bij Antwerpen, waar deze zich in 1926 vestigde. De definitieve autorisatiebrie- ven tot vestiging werden gegeven den 15 Juni 1925 door Z.Em. Kardinaal Mercier, en den 22 Januari 1930 door Z.Em. Kardinaal v. Roey, Aartsbisschoppen van Mechelen. In 't begin van 1927 werd aan de Priory te Schootenhof een Vormschool voor vrouwelijke leekenapostelen verbonden. De Benedictinessen, hoewel zelf een streng contemplatief leven leidend, aarzelden niet, om, na zich zelf degelijk daartoe te hebben bekwaamd, de poorten van haar Schola-Dei wijd te openen voor de katholieke jonge vrou wen, die zich aanmeldden, om ze te onder richten in alle godsdienstige en sociale vak ken, noodig voor haar apostolaat in de we reld. En zij gaven daardoor het bewijs, dat men een intens inwendig leven kan leiden en te vens een open oog hebben voor de tijdnooden en een sterk verlangen om daarin te voorzien. De vormingstijd duurt een half jaar postu laat en een jaar noviciaat, dat zoo noodig wordt verlengd. De adspiranten worden als in ternen behandeld, worden na bovengenoemden proeftijd als Oblaten opgenomen in de Orde en hebben dus deel aan de geestelijke voor- deelen der Benedictinessen. Deze band blijft later de groote moreele kracht, als zij haar werkkring hebben in de wereld, want steeds blijft het Tehuis der Oblaten, dat aan het klooster verbonden is, voor haar geopend, om nieuwe geestelijke kracht te verzamelen. En niet alleen geestelijken en moreelen steun, ook lichamelijke verzorging zullen zij hier vinden, wanneer zij zich, door ziekte of ouderdom, uit het actieve leven moeten terugtrekken. Waarom, alvorens het actieve leven in te gaan, eerst een vorming bij contemplatieve kloosterlingen? Omdat het onmogelijk is een Martha te zijn, indien de ziel niet geleerd heeft tijdens het werk aan de voeten van Jezus te verwijlen; omdat het onmogelijk is: lichtdraagsters te zijn en van eigen genadeschat voortdurend aan anderen mee te deelen, als de vlam van het zieleleven niet wordt gevoed. Een vormingstijd, besteed aan studie van: Liturgie, Latijn, Schriftuurkennis, Doogmatiek, Gregoriaanschen zang, Kunst, Kerkgeschiede nis, Maatschappijleer, Opvoedkunde enz., mag niet overbodig genoemd worden voor haar, wier streven het is hulp te verleenen overal waar tekort aan priesters of teveel aan priesterlij ken arbeid het apostolaat van daartoe gevorm de leeken noodzakelijk maakt. De Oblaten zijn de strijdkracht van Koning Christus; gedisciplineerd in de Koninklijke Vormschool, waar zij geadeld door een schoon harmonieus leven en verwarmd door 't harte lijk communauteitsleven der Monialen toe gerust worden om de lasten te dragen van het vol-bedrijvig modern-maatschappelijk leven. Hier worden zy ten volle bedreven in de Christelijke krijgskunst, wier grondslag is: zelfverloochening. De Oblaat is noch een halve kloosterling noch een halve wereldling. Zij hebben een geheel aparte, door de Kerk erkende en gewijde roeping. Zij hebben een eigen schoone en be langrijke taak in het groote Lichaam der Kerk. Zij zijn als 't warme bloed, dat 't hart uit- stuwt naar alle organen, drijvend geheel het organisme. De Oblaten zijn het, die uitgestuwd door de Centrale, mee willen helpen om de maacschap- pij te hernieuwen in Christus. Zij zijn het, die in dit groot organisme alle vertakkingen voe den met den waarachtigen Christengeest, de oude, uitgewerkte denkbeelden uitwisselend tegen nieuwe door frisch-opbloeiend kerkelijk en artistiek leven. Trouw aan haar naam Oblaat, d.i. Opgedra- gene aan God, offeren zij alles op: tehuis, vrienden, bezit, om alles in dienst te stellen van Koning Christus. De Oblaten, die in de Benedictijner Orde zijn opgenomen (als leeken) en ermee verbroederd zijn, willen de intensiteit van het godsdienstig leven in het klooster naar buiten uitdragen, zooals dat ook geschiedde in de middeleeuwen, toen het Oblatenleven sterk en bloeiend was. De geheele Stichting van Monialen en Obla ten is diocesaan en staat rechtstreeks onder jurisdictie van den Aartsbisschop. Als volgt is het kloostercomplex ingesteld: Aan het hoofd de Priorin der Benedictines sen met haar Kapittel. Verder twee Monialen: Novicenmeesteres, voor de vorming van Novi- een der Contemplatieven en de Oblaten-Moe der, voor de vorming van Aspirant-Oblaten, die bijgestaan worden door de verscheidene Monialen-professoren. Aan het Klooster der Contemplatieven is ver bonden: De Centrale der Oblaten bestaande uit: 1. De Schola-Dei (Vormschool Oblaten); 2. Het Geestelijk Tehuis voor de Oblaten in het apostolaat. 3. Het Rusthuis der Oblaten; 4. Een Gastenkwartier voor eenieder, die den Liturgischen Cyclus wenscht mee te vieren, of Liturgische studiedagen wil volgen. Het Aartsbisdom heeft een Centraal Oblaten huis van gevormde Oblaten, die onder Onze leiding zich beschikbaar hebben gesteld voor het leeken-apostolaat onder de Vrouwelijke Jeugd, en eventueel andere Vrouwelijke Instellingen, die haar door ons zullen worden toegewezen. In dit Centraal-huis, onder leiding van den Algemeen Bestuurder Rector B. H. de Groot, zal het secretariaat gevestigd zijn en zullen alle Wanneer zij goed beoefend wordt, is ook de journalistiek een kunst. De dagbladschrijver is een kunstenaar. Hij bespeelt dagelijks het ge moed van zijn duizenden lezers, hij zoekt hen te overtuigen door zijn eenvoudigen betoogtrant, zijn vlotten stijl. Hij bespeelt het wonderbare instrument der taal. Hij heeft geen tijd om de registers nauwkeurig te regelen. Hij moet spe len, zooals het gevoel van het oogenblik hem dit ingeeeft. Voor hem is er geen gelegenheid tot langzame en overdachte voorbereiding. Zoo dra zich iets voordoet, moet hij er bij zijn. Hij is de snel teekenaar van het proza; klopt hij bij u aan om uw portret te ontwerpen, dan kunt gij wachten op het resultaat. Een uur is meer dan genoeg. De markante trekken staan vast gelegd op papier. Het geheel is klaar, terwijl u wacht. Daar is nog een instrument, dat deze veelzijdige kunstenaar bespelen moet. Ik bedoel het instrument van den tijd. De journalist be speelt den dag. Hij weet, dat de dag van van daag een anderen klank heeft dan de dag van morgen. Hij moet daar rekening mee houden. Zijn eerste gedachte moet zijn: „wat is van daag van het meeste belang." En als hij dit ge vonden heeft, begint hij zijn ontdekkingsreis. Het onderwerp wordt snel van alle kanten be keken, er ontstaat een ruwe schets. Maar de fijne trekjes mogen niet ontbreken. Met een vaardig oog moet de journalist het karakteris tieke van mensch of toestand waarnemen. Hij moet overal binnengaan en met iedereen ken nis maken. Voor hem bestaan geen geheimen. Want hij vertegenwoordigt de duizendvormige nieuwsgierigheid van het lezend publiek. Hij is de kunstenaar der nieuwsgierigheid. Hoort hij vertellen, dat Frankrijk een nieuwen pre sident heeft gekregen, zoo vraagt hij direct: „wat is dat voor een man?" Hij gaat kijken. Hij ziet den man eten of een krant lezen of een debat leiden en onmiddellijk trekt hij zijn lij nen. Het portret begint te groeien onder zijn vingers. Vóór gij het weet, zal het gedrukt staan in de krant. De journalist is overal thuis. Hij heeft geen „stand" in de maatschappij, hij komt bij alle rangen en standen. Hij heeft geen leeftijd. Hij is altijd zoo jong als de dag van vandaag. Hij heeft geen arbeidsuren. Zelfs als hij slaapt, waakt zijn aandacht. Hij schept de grillige kro nieken van het leven. Een ras-journalist in den vollen zin van het woord is Kees van Hoek, van wien bij Paul Brand's uitgeversbedrijf te Hilversum een bun del opstellen verscheen onder den titel „Man en Macht". Het zijn dagbladartikelen, die hier gebundeld werden. Zooals de schrijver zelf be scheidenlek zegt in zijn voorwoord: het hier gebodene is journalistiek, misschien met al de kwaliteiten, zeker met al de gebreken, daar noodzakelijkerwijze aan verbonden." Wij zou den het willen omkeeren. Hier zijn misschien al de gebreken van ons vak, maar hier zijn zeker al de kwaliteiten: de snelle waarneming, het vlugge maar scherpe oordeel, de geoefende stijl, de overtuigende betoogtrant, het nimmer fa lend oog, de gespannen aandacht voor iedere kleinigheid, de sportiviteit, de bravoure, die soms een beetje op bluf lijkt, maar die zich dan ook letterlijk overal doorheen slaat de breede kijk op menschen en dingen, het ruime denken, dat zich niet in pietluttigheden laat vangen, kortom het volledige karakter van den vak- kundigen dagbladschrijver. Kees van Hoek heeft veel gereisd. Hij is te genwoordig geweest bij vredesconferenties en Eucharistische Congressen, hij heeft in het Lagerhuis te Londen gezonden en kan u rond leiden in het stedelijk museum van Stockholm, hij is even gewoon aan een vliegmachien als aan de Fransche keuken, hij praat met den pre sident der Zwitsersche Federatie even rustig als met den voorzitter van den plaatselijken timmerliedenbond. En Kees van Hoek heeft voor zijn kranten gesproken met de grooten der aarde. Niet alleen de politieke leiders, maar ook de sociale her vormers, de geestelijke raadslieden, de bezielde kunstenaars v. elk volk heeft hij opgezocht, Hü heeft die menschen laten praten en daarna hun portret geschilderd. Hij heeft niet geprobeerd, er zelf iets bij te voegen. Hij heeft de menschen niet mooier doch ook niet hatelijker gemaakt dan ze zijn. Zoo werd dit boek een bonte staal kaart van machthebbers en invloedrijke gees- tesleiders. Het bevat gesprekken met: Mgr. Dr. Nolens, Albert Thomas, Ruys de Beerenbrouck, Giuseppe Motta, Kardinaal Bourne, Willem Mengelberg, Edmond de Va lera, Dr. Colijn, Frank Kellogg, Frans van Cauwelaert Kardinaal Van Rossum, Dr. Brii- ning, Alfred Noyes, Philip Snowden, Prof. Röntgen, Kardinaal Hayes, Prélat Kaas, Jhr. De Jonge, Lars Eskeland, Upton Sinclair, Mr. Trip, Gatti-Casazza, l?r. H. Deterding, Sir Ro bert Borden, D. J. van den Ven, Graaf Apponyi, Mgr. MacDonald, Hans Martin, Charles Hug hes, Prof. Bamouw, A. T. Pannir Selvam, Sir Eric Drummond, Evert van Dijk. Afwisseling genoeg, zooals men ziet. Dit boek levert dan ook een buitengewone instruc tieve bijdrage tot de kennis van dezen tijd. En het laat zich prettig lezen. Heelemaal niet zwaarwichtig, doch pittig, vlot en gezellig. Het is een boek, dat veel kaft leeren over de fi guren, wier naam men herhaaldelijk vindt in de krant. Dit boek behoort tot de goede jour nalistiek, die inderdaad een kunst is, welke hooge eischen stelt. Prachtig op tijd in deze zomermaanden, nu bij het derde eeuwfeest der Amsterdamsche Universiteit alom in de hoofdstad de groote schilder gevierd wordt, verscheen bij de Uitgeversmaatschappij W. L. en J. Bruss e, te Rotterdam, een proefschrift over „Rem brandt en de Traditie". De schrijver jhr. dr. J. L. A. A. M. van Rij ck e vorse 1, maakte zijn studies in de kunstgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen, onder leiding van Professor Gerard Brom. Aan den stijl van zijn proefschrift merkt men hier en daar den invloed van den leermeester, ofschoon de behandeling van het onderwerp geheel oorspronkelijk is. In dit boek onderzoekt jhr, dr. Van Rijcke- vorsel in hoeverre Rembrandt zijn perseel diensten worden ondergebracht, die betrekking hebben op het Diocesane vrouwelijke jeugd werk. Een plan is in studie, om, indien mogelijk, bij verdere uitbreiding van het werk, ook geweste lijke cellen te vormen van Oblaten, die recht streeks onder leiding van het Centraalhuis wer ken en voeling houden met de plaatselijke Di recteuren van het vrouwelijk jeugdwerk. Voor verdere gegevens verwijzen we naar de reeds boven aangekondigde brochure. Dezen omvangrijken opzet bevelen Wij onder- tusschen in de vurige gebeden en bijzondere sympathie van onze Geestelijkheid en Ge loovigen aan. Utrecht, 30 Juli 1932. t J. E O, JANSEN, Aartsbisschop van Utrecht. 100.000 menschen trekken langs het stoffelijk overschot WEENEN, 5 Aug. Donderdagmorgen is het stoffelijk overschot van Mgr. Dr. Seipel in de doodenkapel van het mailitaire cassino opge baard. Hiermee zijn de officieele rouwplechtig- heden voor Oostenrijks' grooten staatsman be gonnen. De absoute zal plaats hebben in den Stephanusdom, waarna een gedachtenisplech tigheid aan de baar van Mgr. Seipel voor het parlement zal plaats vinden. Woensdag trokken bij de 100.000 menschen, waaronder vele delegaties uit de successie- staten en vele buitenlanders langs de open lijk kist van den dooden bondskanselier. Pruisische socialisten spreken van recht op noodweer Op een ledenvergadering van de Duitseh- Nationale partij te Brunswijk werd door den voorzitter, dr. Lange-Bartels, verklaard, dat er in het land Brunswijk binnenkort een hulp politie zal worden georganiseerd, met het oog op de incidenten van den laatsten tijd. De Duitsch-Nationalen hebben minister Klagges hun instemming met dit voornemen te kennen gegeven, op voorwaarde echter, dat deze hulppolitie paritair zal worden samenge steld, d.w.z. niet alleen uit Hitlerianen, maar ook uit Stahlhelm-leden. Wat de regeering met deze hulppolitie denkt te doen zal in de eerstvolgende dagen aan den dag treden. Spreker motiveerde de maatregelen met het betoog, dat het sturen van politiever- sterkingen naar het platteland te duur is en ook te veel td in beslag neemt. Spr. deelde voorts mede, dat de stedelijke af- deeling Brunswijk der Duitsch-Nationale partij bij de regeering van Brunswijk heeft aange drongen op het verbieden der Communistische partij. De voorzitter en vice-voorzitter der Sociaal- Democratische partij, Otto Wels en Heinz Vo gel, hebben gisteren een bezoek gebracht bij den plaatsvervangend Rijkscommissaris, dr. Bracht, en scherpe protesten laten hooren te gen de Nationaal-Socialistische terreur in Oost- Pruisen. Zij eisehten het recht van noodweer in wet- telijken zin op en op noodzakelijkheid voor de Republikeinsche bevolking, middelen ter zelf verdediging ter hand te nemen, .wanneer de staatsbescherming uitblijft. De plaatsvervangend Rijkscommissaris ver klaarde, het gevaar in te zien en bezig te zijn de noodige maftregelen te treffen. De bladen houden zich alle uitvoerig bezig met de voorgenomen maatregelen der regee ring tot bestrijding van de politieke terreur. De „Berliner Lokalanzeiger" en de ..Tag" we ten te berichten over de nieuwe verklaringen van de partijleiding der N.S.D.A.P., waarin de politieke excessen ten scherpste veroordeeld worden, terwijl de partijleiding tevens wil trachten de leden der S.A. formaties onvoor waardelijk te weerhouden van zulke gruwel daden. Hierover zouden de besprekingen geloopen hebben, die de vertegenwoordiger der N.S.D.A. P. gisteren met leden der rijksregeering gehad heeft en waarin hij dienovereenkomstige De- loften van de partijleiding zou hebben overge bracht. De „Vorwaerts" (soc.) waarschuwt voor maatregelen, die uitsluitend tegen links ge richt zijn en verklaart, dat het hier een poli tiek vraagstuk betreft. Kan de regeering van de N.S.D.A.P. geen verandering in houding af dwingen, dan moet zij den strijd tegen allen opnemen, in het belang des lands. De „Deutsche Allgemeine Zeitung" spreekt zich uit voor de doodstraf tegen hen die on rechtmatig gebruik maken van wapenen, die den dood tengevolge kunnen hebben. KONINGSBERGEN, 5 Aug. (VB.) De op I Augustus beraamde aanslag op het Vakver- eenigingshuls te Koningsbergen is opgehelderd. De stukken worden heden in handen gesteld van het O.M. Er waren 8 daders, die opgaven S.A.-mannen van de 12de stormafdeeling te zijn. Onder hen is ook de stormafdeelings-aan- voerder,. Verder zijn 13 daders gearresteerd, die eveneens opgaven tot de 12e stormafdeeling te hooren. In den afgeloopen nacht werden verschil lende stadswijken stelselmatig gecontroleerd. Hierbij had een aanval plaats van 40 personen op twee agenten in burger. Er werden 5 men schen gearresteerd, die allen in het bezit waren van wapenen. heeft laten leiden door het voorbeeld van vroegere schilders en deze vraag is niet zon der belang, omdat ze een onderzoek noodig maakt naar den invloed, dien Rembrand onder ging van de traditioneele, katholieke schilder kunst, vooral waar het betreft zijn voorstellingen uit het Nieuwe Testament. „Kan het ontleenen aan andere meesters wel eens gevolg zijn van zwakker vormgevoel, dan is het altijd nog geen bewijs van machteloos heid en het volslagen ontbreken van uitbeel dingskracht", zoo begint de schrijver terecht. Immers in onzen tijd wordt de waarde der artistieke onafhankelijkheid wel eens licht vaardig overschat. Met talrijk en uitstekend verzorgd illustratie-materiaal, toont de schrij ver vervolgens aan, hoe Rembrandt inder daad vaak gebruik maakte van ervaringen, door voorgangers opgedaan. Merkwaardig is op zijn minst de conclusie, die getrokken wordt uit de Madonna-voorstellingen van Rembrandt. Deze hebben geheel den geest van vóór de hervor ming. „Het is wel teekenend", zegt de schrijver, „dat schilder Rembrandt, als visuee ltype, een aanschouwelijke voorstelling van de Heilige Maagd met zich omdroeg, ofschoon, die met zijn Protestantisme weinig strookte". Het geheele betoog bewijst, dat Rembrandt in zijn tijd lang niet zoo „modem" geweest is, als wel eens gedacht wordt. Wat natuurlijk ook weer niet zeggen wil, dat deze grootmeester der schilderkunst zich slaafs zou hebben aan gesloten bij de heerschende traditie. Welken invloed zijn kunst onderging, zoowel naar den vorm als naar den geest, wordt in dit lijvige boek aandachtig onderzocht. Het werk bevat niet minder dan 296 uitste kend geslaagde reproducties, het is royaal ge drukt, op glanzend papier en doet zijn uitgever eer aan. Als titelprent draagt het Rem- brandts zelfportret, dat wij hierbij reproducee- ren. Een groot aantal arrestaties ROME, 5 Aug. (Reuter). Het gerucht doet alhier de ronde, dat er de laatste dagen in ver scheidene steden van Italië een aanzienlijk aantal arrestaties zou zijn verricht. Zefs wordt een cijfer van 200 arrestaties ge noemd; zij zouden in verband staan met een „beweging voor recht en vrijheid." Van gezag hebbende zijde wordt verklaard, dat deze ge ruchten onjuist zijn. Er is wel een aantal arrestaties verricht, doch dat was veel minder groot dan het genoemde cijfer. Het betrof hier gewone politiemaatregelen tegen kringen die Communistische sympathieën hadden. Zttrich, 5 Aug. Het Zwitsersche Telegraaf - agentschap deelt mede, dat thans definitief is besloten de Joodsche wereldconferentie op 14 Augustus niet te Zürich, doch te Genève te houden. O. a. zullen de volgende punten worden behandeld: de toestand van het Joodsche volk in de verschillende landen en de maatregelen ter waarborging van de Joodsche rechten en posities. Besproken zal voorts worden de door prof. Tedeschi voorgestelde internationale con ventie ter ontzenuwing van het anti-semie- tisme. Ten slotte zal dr. Stephan Wise spreken over de eventueele bijeenroeping en voorbe reiding van een Joodsch wereldcongres. Te Madrid is een Portugeesch reiziger ge arresteerd wegens het ongeoorloofd buitens lands brengen van Spaansch kapitaal. In aan sluiting hierop werd een wijdvertakte organi satie ontdekt, die zich bezig hield met het uitvoeren van kapitaalvlucht. Men verwacht, dat boetes ten bedrage van 27 millioen pesetas zullen worden opgelegd. Naar verluidt heeft koning Alfonso bij zijn ver trek uit Spanje 8 millioen pesetas meegenomen Op 6 Augustus zal de nieuwe autoweg Keu en—Bonn plechtig worden geopend. Den 8sten Augustus wordt de weg voor het algemeene verkeer vrijgegeven. Hongarije en Duitschland BOEDAPEST 5 Aug. (Reuter). De Hongaar- sche minister-president, Graaf Karolyi heeft zich uitgesproken over de Duitsch-Hongaar- sche betrekkingen en verklaard, dat de regee- ringswisseling in Duitschland niets veranderd heeft aan de goede verhouding tusschen Duitschland en Hongarije. Een onmiddellijk bewijs hiervoor, aldus ver klaarde, naar Reuter verneemt, de minister verder, is het feit, dat de huidige rijksregee ring zich de gezichtspunten ten nutte heeft gemaakt, die onder de vorige regeering zijn ingezet, en dat de onderhandelingen met suc ces ten einde konden worden gebracht. Overgaande tot de kwestie van het stand recht in Hongarije verklaarde de minister ver der, dat gepoogd is den schijn te wekken, als of de Hongaarsche regeering van het stand recht uit politieke overwegingen gebruik wil maken, om de vrijheid der politieke meenings- uiting te onderdrukken. Langen tijd, zoo verklaarde Karolyi, is Hon garije onderworpen geweest aan de terroristi sche heerschappij eener minderheid. Daarom zal hij alle hem ten dienste staande middelen aanwenden, om een herhaling van deze minderheidsterreur te voorkomen. PARIJS, 5 Aug. (V. D.) Aan de Spaansch- Fransche grens te Cerbere zijn veertig wagon ladingen met Spaansch fruit in zee gestort, om dat het niet in Frankrijk mocht worden inge voerd. Het fruit is afkomstig uit Zuid-Spanje en kwam pas aan de grens aan toen 't Fransch- Spaansche verdrag inzake de contingenteering van fruitoogst reeds in werking was getreden. Aangezien het niet mogelijk is gebleken in de grensplaatsen de vruchten te verkoopen, heeft men de geheele lading, welke een waarde heeft van ongeveer een millioen francs, in zee gestort. Te Beuthen overvielen in den nacht op Vrij dag een 6-tal ongunstig bekend staande jonge lui een opperwachtmeester van de politie, dien zij zoodanig met snij- en steekwonden overlaad den, dat gevaar voor zijn leven bestaat. De jeugdige onverlaten, die niet om politieke rede nen gehandeld zouden hebben, zijn gearresteerd Op het station Diergaarde te Wuppertal wer den twee bouwarbeiders, die een steenen muur langs een der perrons bouwden, door een pas- se erenden sneltrein gegrepen en op slag gedood.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 15