LEEKEPREEKEN
Querido overleden
Nood tuinbouw
ZATERDAG 6 AUGUSTUS
Een groot schrijver
Onverwijlde hulp
noodig
Onvermengde marga
rine voor behoeftigen
RICHTLIJNEN DER l.K.P.
Verkiezing nieuw hoofdbestuur
PASTOORSBENOEMINGEN
BIJ DE AUGUSTIJNEN
UITVOER NAAR FRANKRIJK
Uitgifte van certificaten
INVOER BUITENLANDSCH
FRUIT
Ook het Westland vraagt
maatregelen
Het Bergensche bloemencorso
ALS DE AVOND VALT
Aan den laaden loswal is na drukke bedrijvigheid de rust
teruggekeerd
Werkweek ingekort
Heffing van boter
De begrafenis
GEVOLGEN DER CRISIS
Maastrichtsche Zinkwitfabriek
stopgezet
Zilveren Kloosterjubileum
ARBEIDSTIJDVERKORTING
Het standpunt van Minister
Verschuur
MARIALE STUDIEDAGEN
Te Tongerloo
Audiëntie
Een subcommissie van advies
inzake consumenten
belangen
BENOEMINGEN
Paters Minderbroeders
PROMOTIE IN HET LEGER
Groote kans op stagnatie
„St. Petrus" en het
R.K. Werkliedenverbond
449
Wij menschen van de verlichte twintig
ste eeuw, wij gevoelen ons dikwijls tegen
over voorgaande geslachten als groote,
wijze menschen ten opzichte van onervaren
kinderen. Wij lezen van primitieve ge
bruiksvoorwerpen, van bekrompen huis
vesting, van schrale verlichting en glim
lachen om onze voorouders, die zich met
een kaarsje en een lantaarn langs de on
verlichte straten moesten voortbewegen.
Toch stemt ons dit nog niet tot den mee-
warigen lach, die op onze lippen komt, als
wanneer wij lezen van de medische hulp en
voorlichting in vroeger eeuwen en de dwaze
pogingen, die maar al te vaak werden aan
gewend om algemeene rampen, zoowel
natuurverschijnselen als epidemieën en
economische catastrofen te bestrijden. De
„hulp in den nood", die dan kwam opdagen
zijn wij geneigd om met den naam kwak
zalver zonder meer te betitelen.
Ten deele is dit medelijdend lachje van
ons, ouderen in tijdorde, te verontschuldi
gen. Al hebben wij zelf niet de minste ver
dienste ten opzichte van de moderne uit
vindingen, die het leven van thans zooveel
dragelijker en gemakkelijker maken dan
dat van vroeger, er zijn inderdaad oude
histories, die onzen lachlust wettigen. Maar
slechts ten deele. Wanneer wij eens nagaan
hoeveel profeten er sinds den grooten oor
log van 1914/18 onder ons zijn opgestaan,
om het verloop en den afloop, den duur en
de gevolgen van den bloedigen krijg te
voorspellen; hoevelen er vooral daarna ge
komen zijn om den gang van de maat
schappij in een vernieuwden, naoorlogschen
vorm te verklaren; hoeveel mannen van
naam ons een uitvoerig beeld van den nieu
wen tijd hebben gegeven en toen alles
in het tegendeel uitkwam met eenzelfde
geleerd gezicht de crisis gingen verklaren,
ontleden en bedokteren met middelen, die
eveneens een falikant effect hadden; wan
neer wij dit alles bedenken en nu pog eens
voor onzen geest terugroepen, hoeveel repu
taties van diplomaten en politici, van eco
nomen en financiers hopeloos verloren
zouden zijn, als wij niet zoo vergeetachtig
waren; is er dan wel zooveel aanleiding om
ons op onze eigen wijsheid tegenover de
onnoozelheid van vroegere geslachten te
verhoovaardigen? Is er wel ooit een tijd
geweest, dat de samenleving erger in de
knoop zat dan thans? En wat veel beden
kelijker is: was er ooit een tijd armer aan
waarlijk groote geesten, aan leiders in de
staatkunde en in de volkshuishoudkunde om
afdoende hulp in den nood te brengen? Wij
verdienen, dat een latere eeuw even mee
warig om onze hulpeloosheid lacht als wij
het om vroegere geslachten doen.
Hulp in den nood! Wat blijken wij altijd
weer zwakke Adamskinderen te zijn, wan
neer het er op aan komt ons zelf of anderen
bij meer dan alledaagsehe rampen te hel
pen! En het ergste is, dat wij zoo weinig
bereid zijn onze zwakte en onmacht te
erkennen. Het is vaak lachwekkend in ge
schriften van allerlei aard, tegen alle uit
komsten in, methoden te zien aanprijzen
om in een handomdraai groote economische
problemen op te lossen. Men is dan geneigd
te verzuchten: zal de mensch dan nooit
wijzer worden! Er zou een zekere berusting
mogelijk zijn in het falen van de wijsheid
van ons geslacht tegenover dezelfde mis
lukkingen, welke de geschiedenis ons te
leeren geeft, wanneer er op één punt niet
een zeer bedenkelijke afwijking te consta
teer en viel. Van de oudste tijden tot ver
door de christelijke beschaving heen was de
menschheid gewoon om bij groote tegen
slagen zich van eigen onmacht bewust
tot een hooger Wezen te wenden. De hei
denen gingen tot hun goden; de joden
brachten offers aan Jehova en lieten hun
priesters met uitgestrekte armen bidden,
terwijl zij zelf met boete en vasten den
wrekenden arm der Godheid trachtten
tegen te houden. In de christenwereld was
het steeds gewoonte om bij rampen van al-
gemeenen aard zijn toevlucht te nemen tot
het gebed en de historie verhaalt ons
menige wonderbare uitkomst.
Ons geslacht heeft dit vluchten tot een
hoogere macht, dit zoeken om hulp bij de
eeuwige wijsheid verleerd. En helaas moet
erkend, dat zelfs onder christenen de
modern-heidensche afkeer van bovenna
tuurlijke hulp niet zonder invloed is ge
bleven. Een der slechtste kenmerken van
den modernen mensch is: zijn absoluut ver
trouwen in zijn eigen wijsheid. Wij zijn allen
min of meer stofaanbidders geworden. Al
willen we het ons zelf niet hardop erken
nen, er is toch innerlijk bij de meeste men
schen een zekere hoop, dat het aan de
medische wetenschap zal gelukken alle
kwalen en ziekten uit de wereld te doen
verdwijnen; ja, er zijn nog dwazen genoeg,
die gelooven in apenklieren of soortgelijke
middelen om het leven te vernieuwen! En
grooter is nog het getal, dat gelooft in een
recept om de maatschappelijke kwalen te
verdrijven en alle menschen even rijk en
„gelukkig" te maken.
Die geest, dat overdreven vertrouwen in
menschelijke wijsheid, dat hangen aan de
stof, heeft den blik vast op den aardbodem
getrokken en verhindert ons het hoofd om-
BATAVIA, 5 Aug. (Aneta) Ten aanzien
van de I. K. P. wordt vernomen dat op advies
van Monseigneur Van Velsen tegen 28 Augus
tus te Batavia een vergadering is uitgeschreven
waar de richtlijnen van de nieuwe organisatie
zullen worden besproken en tevens de verkie
zing van een nieuw hoofdbestuur zal plaats
vinden.
In dit nieuwe hoofdbestuur zal geen zitting
mogen worden genomen door hen, die in oppo
siiie tegen ripri Kerkvorst zyn geweest.
hoog te heffen. In de voorbije bange en
magere jaren van deze eeuw heeft de kerke
lijke overheid zoo menigmaal vermaand tot
boete en gebed. In den aanvang, in de ang
stige oorlogsjaren, stroomden de kerken
vol. Maar volharden is geen kenmerk van
dit ongeduldig geslacht. Men behoeft geen
scherp opmerker te zijn om ook in eigen
kring de houding waar te nemen: wat helpt
al dat bidden; geef andere middelen aan
tegenover een dalende conjunctuur,. tegen
over werkloosheid en loonsverlaging!
Wat helpt al dat bidden! Zou de vraag
niet anders en wel zóó gesteld moeten wor
den: wat heeft al de menschelijke wijsheid
zonder bidden geholpen? En: heeft de
wereld het wel eens met bidden geprobeerd?
Deze gedachten kwamen bij ons op, toen
we lazen van de grootsche voorbereiding
van het Mariacongres, dat juist dezer
dagen te Nijmegen wordt gehouden. Zie
daar nu het ware middel om uitkomst in
dezen donkeren tijd. Daar wordt in een echt
kaholieke stad een groote openbare demon
stratie van zuiver godsdienstig karakter ge
houden. Daar gaat het Roomsche volk zich
verdiepen in de deugden en in de macht
van de Moeder Gods. Hoe hebben vroegere
eeuwen zij mogen dan de niet verlichte
heeten die Maria-vereering steeds hoog
gehouden. Wanneer wij door katholieke
streken gaan, dan vinden wij daar nog de
sporen van oude godsvrucht langs den weg:
een kruis of een Mariabeeld. Ook toen mag
het leven soms zwaar en moeilijk zijn ge
weest; ook toen was er oorlog, epidemie en
zelfs hongersnood. Er zijn altijd rampen
geweest en zoolang de mensch met zijn erf
zonde zal blijven bestaan, zoolang zal het
lijden in de wereld blijven. De vraag is
echter meer: hoe wordt het lijden gedragen
dan: hoe wordt het uit de wereld geholpen.
En wanneer wij in oude geschiedbladen de
schoone vertelsels lezen van wonderbare
reddingen door Maria's voorspraak ver
kregen, dan geurt ons uit die legenden een
levensblijheid tegen, die boven ons modern
fatalisme benijdenswaardig is.
Het gaat er niet allereerst om, of al die
schoone vertelsels historische waarheid be
vatten; of de Moedermaagd wel zoo vaak
van haar troon is afgekomen om in leven
den lijve haar kinderen te helpen, zooals de
middeleeuwsche sproken ons verhalen. Neen,
het gaat hierom: uit die legenden spreekt
de taal van een volk dat bidden kon. En de
dichter, die ons zingt van Maria's glorie,
heeft dikwijls in bloemrijke woorden niet
anders willen zeggen, dan dat 't gebed aan
den bedrukten mensch nieuwe kracht gaf,
nieuwen levensmoed om voort te gaan; dat
de vrucht van het gebed op Maria's voor
spraak van een zwakken, wanhopigen lijder,
een nieuwen mensch met vernieuwde
levenskracht en daardoor een gelukkigèr
mensch maakte. En ziedaar een kant aan
het gebed, dien wij, christenen wel kennen,
maar te veel vergeten en die in vroegere
geslachten zoo uitblinkt. Wij weten wel, dat
er in den gewonen zin des woords niet ieder
uur wonderen gebeuren. Wat het gebed, het
godvruchtige, het vurige, het volhardende,
altijd zeker geeft, dat is zelfinkeer en in
zicht. En dat is dikwijls meer waard dan
een wonder. En heeft onze tijd, hebben wij
allen geen innerlijk licht noodig? Dit staat
nu voor een ieder wel vast, dat wij den
rechten weg deerlijk zijn kwijt geraakt. Op
menschelijke hulp bouwen, op menschelijke
wijsheid hopen is een ijdel bedrijf. „Hulp
in den nood" moet uit betere gewesten
komen, waar almacht is en eeuwige wijs
heid straalt.
Het Mariacongres in deze Augustusdagen
waarop duizenden zich rondom het beeld
van de Moedermaagd vereenigen en tien
duizenden in den geest met de verzamelde
Mariakinderen meebidden en hun harten
omhoog verheffen, is een aanwijzing, dat de
katholieke wereld het middel nog niet ver
geten is, waarvan tenslotte nog alleen uit
komst is te verhopen, wanneer alle men
schelijke hulp faalt!
HOMO SAPIENS.
Naar wij vernemen is benoemd tot pastoor
van de St. Augustinusparochie te Utrecht, de
Zeereerw. Pater S. van Nuenen, thans kapelaan
dier parochie en is de Zeereerw. heer J. K. C.
Wouters benoemd tot pastoor te Nieuwendam.
Voorts is benoemd tot pastoor van de paro
chie van O. L. Vrouw van Goeden Raad te
Utrecht de zeereerw. pater J. A. P. van Engelen,
thans pastoor te Nieuwendam, terwijl de Zeer
eerw. pater P. Duynstee benoemd is tot kape
laan der St. Augustinusparochie aan den
Baarsjesweg te Amsterdam.
De minister van Economische Zaken en Ar
beid heeft bepaald, dat met ingang van 6
Augustus voor den uitvoer naar Frankrijk cer
tificaten, als bedoeld in art. 2 lid 1 van het
Kon. Besluit van 11 Mei 1932 tot regeling van
den uitvoer naar Frankrijk, zullen worden af
gegeven voor: tafelperen, tafelappelen, prui
men, kersen, aardbeien, roode en witte bessen,
zwarte bessen, kruisbessen.
Met het uitgeven dezer certificaten is be
last mr. L. Niemöller te 's Gravenhage.
Het bedrag, verbonden aan de uitgifte de
zer certificaten, is vastgesteld op 10 cent per
100 K.G. met een minimum van ƒ1 per cer
tificaat.
Het is het derde artikel van voormeld Kon.
Besluit, bedoelde tijdvak voor fruit is vast
gesteld op 1 Jan. 19311 Jan. 1932
De Bond Westland heeft aan den Minister
van Economische Zaken een adres gezonden,
waarin gewezen wordt op het feit, dat momen
teel groote partijen perziken, pruimen, appelen,
peren en Zuidvruchten uit Italië, Spanje, Zuid-
Amerika en andere streken in ons land worden
ingevoerd, en onze markten overstroomen. Het
is te verwachten, dat binnenkort de invoer nog
zal worden uitgebreid met groote zendingen
druiven. De genoemde landen worden immers
in hun export ten zeerste belemmerd door de
maatregelen van Frankrijk, door contingentee-
ring en verder door soortgelijke belemmeringen
in andere landen, waarheen tot dusver een be
langrijk deel van den export was gericht. Hier
door wordt Nederland beschouwd als gunstig
afzetgebied van het surplus. Groote partijen, in
hoofdzaak door consignatie hier ingevoerd, wer
den reeds beneden productiekosten afgezet.
Adressant is er van overtuigd, dat deze import
binnenkort angstwekkende afmetingen zal gaan
aannemen.
Waar nu het Westland met zijn fijn fruit in
deze tijdsomstandigheden bijna geheel op de
binnenlandsche markt is aangewezen, wordt
dringend verzocht maatregelen te nemen tegen
den ongelimiteerden import, daar dan onze
markt gelegenheid zal bieden het eigen fijn
fruit te verwerken. In het belang van den
Westlandschen tuinbouw, waarmede groote ka
pitalen gemoeid zijn en uit de inkomsten, waar
van duizenden gezinnen in hun levensonder
houd moeten voorzien, wordt dringend verzocht
op korten termijn maatregelen te willen treffen.
Het bloemencorso te Bergen (N.H.) nadert met
rassche schreden. 10 Augustus zal Bergen weer
tienduizenden in het van Reenenpark aanwezig
zien. In het dorp wordt hard aan de voorberei
dingen gewerkt en vele vereenigingen, die in de
vereenigingsrubriek uitkomen, zijn reeds maan
den bezig met den bouw van groote nummers.
Duizenden bloemen zijn reeds besteld en de
bloemenpracht belooft Woensdag 10 Aug. onver
getelijk te worden.
De vindingrijkheid van de Bergenaren zal ook
ditmaal weer vertoond worden. De samensteller
van vorige succesnummers komt dezen keer uit
met een groot nummer: Neptunus, God van de
Zee. Men krijgt dan te zien, Neptunus gekleed
in het gewaad van zeegroene zijde, afgezet met
zilver, in den rechterhand zijn gouden drie
tand, in de linker een gouden visch, die getrok
ken wordt door twee zwemmende zilverkleurige
paarden met gouden manen en hoeven! Het ge
heel is omringd door zeemeerminnen, en wordt
voorafgegaan door twee ruwe zeemeermannen
als lijfwacht en verkondigers van de komst van
hun heer op aarde.
Wij waren in de gelegenheid den voorbereidenden
bouw van dit nummer in oogenschpuw te nemen
en stonden verbaasd over de vaardigheid en de
uren opoffering, door den ontwerper daaraan
besteed. Hier wordt beeldhouwerstalent geopen
baard.
Een andere groep, van welks ontwerp wij ken
nis namen, komt uit met de voorstelling: Dioge
nes de Wijze, die woonde in een vat. Hieruit kan
men bewijzen, dat Wijsheid woont bij 't nat!"
Ook dit nummer zal getuigen van vindingrijk
heid.
„Vrede voor Esperanto," getypeerd door Azië,
Amerika, Australië, Afrika en Europa, zal even
eens een nummer zijn, dat in het corso de aan
dacht trekt, evenals de voorstelling van de
Klokken van Corneville, genomen uit de operette,
die de Berger- en Operetteclub in studie heeft.
Kunst na Arbeid komt uit met een nummer,
voorstellende het oud-Berger wapen met oud-
Berger kleederdrachten. Een aardig nummer zal
zeker zijn dat van Elsje bij de Dwergen en dat
van Sneeuwwitje met de Kabouters. De Eere-
wacht te paard, een nummer van dertien Engel-
sche ruiters, zal zeker een groot succes-nummer
worden, terwijl de gymnastiekvereeniging een
voorstelling zal geven van den tocht naar de
Stratosfeer!
De inschrijving tot deelname aan het corso
sluit Dinsdag 9 Augustus 's middags 4 uur. De
prijzen staan geëtaleerd in de etalage van de
garage van den heer Smulders en lokken zeker
tot deelname uit. De terreinversiering is in goede
handen, terwijl het feest opgeluisterd zal wor
den door twee muziekkorpsen, 's Avonds gratis
concerten te Bergen aan Zee met als slot een
groot vuurwerk op het Mastduin.
Teneinde ontslag te voorkomen heeft de N.
V. Talens en Zoon te Apeldoèrn voor haar
personeel ten getale van 300 een kortere werk
week ingevoerd. Voortaan zal das Zaterdags
niet meer gewerkt worden. Oorzaak is de
voortdurende bedrijfsslapte.
De Crisis Zuivel-centrale deelt mede, dat de
heffing van boter voor de week van 7 t.m. 13
Augustus a.s. is gehandhaafd op 55 cent per
KG.
Op ruim 59-jarigen leeftijd is gistermiddag
in de Boerhavenkliniek te Amsterdam over
leden Israël Querido.
Deze bekende Nederlandsche letterkundige,
wiens heengaan een groot verlies beteekent, was
afkomstig uit een diamantwerkersmilieu. Reeds
op zeventien-jarigen leeftijd schreef hij verzen,
die in 1894 als Verzen
en Gedichten van
Theo Reeder versche
nen.
Spoedig liet hij het
diamantvak varen om
zich geheel aan de
literatuur en andere
kunsten te wijden.
Door zelfontwikkeling
wist hij zich een uni-
verseele kennis te ver
schaffen en wist hij
door te dringen in al
lerlei gebieden van
wetenschap. Gedreven
door een hartstochte
lijke levensliefde
schiep hij grootsche figuren en niet ten on
rechte acht men hem de grootste epicus van
dezen tijd. Voor al zijn werk maakte hij lange,
practische of theoretische voorstudies, voor zijn
„Jordaan" heeft hij zich daar jarenlang geves
tigd en voor zijn „Oude Waereld" las hij een
aantal boeken, zoo groot als vakmenschen niet
eens hebben gedaan. Door al zijn werken straalt
zijn Oostersch temperament. Zij zijn geladen
van een woordenzwaarte, rumoerig van heftig
heid, die soms in opgeschroefdheid ontaardt.
Na zijn jeugdverzen kwamen eerst nog medi
taties over literatuur en leven I (1897) en
Studiën over Tijdgenooten I, Frank van der
Goes; daarna verschenen met een aantal cri-
tische artikelen in tijdschriften en dagbladen
een onafgebroken serie romans: „Levensgang"
roman uit de diamantwereld 1900, „Menschen-
wee", 1903, „Zegepraal", 1904, „Kunstenaars
leven", 1906, „De Jordaan", I en II, „De Oude
Wereld", deel I: „Koningen", 1918, deel H:
„Zonsopgang", 1920, deel III: „Morgenland"
1921.
Studies, essays, critieken verzamelde hij in
tal van bundels: „Over Literatuur", „Literatuur
en Kunst", „Arbeid", „Van den Akker", „Ge
schreven portretten", 1912, „Muziek", Tooneel
en literatuur, Studiën I en II, Letterkundig
•Leven I en II, 1916—1917, Van Verbeelding en
Werkelijkheid, 1918, De Jeugd van Beethoven,
1919, Van Verleden en Heden, 1919.
Voor het tooneel schreef hij „Saul en David"
en „Aron Lagunza".
In een Boek-van-dé-Week, gewijd aan
Querido's werk „Van Armen en Rijken",
schreven wij o. a.:
„Dit is het prachtige van Querido's boeken,
dat ze zoo dóór en dóór leven. In deze ge
schriften is alles geschapen, niets geschreven.
De stad Amsterdam bloeit erin als een ge
weldige wonderplant op het IJ-water, als een
flitsende meteoor op de nacht-aarde, als een
donkere broedplaats van hartstocht en ge
heimzinnig verderf. De menschen, binnen deze
nieuwe schepping, zijn gesublimeerd tot bo-
venwerkelijk-gewonen, zooals dat alleen in de
werken van de grootste romanschrijvers aller
tijden: Dickens en Tolstoi, volgehouden ge
schiedt. Wat hen verhelft is niet hun afzon
derlijkheid, maar de grootsche visie van hun
schepper, die slechts behoeft te zeggen, hoe
ze zijn om hen te doen leven. Het bewegen
op grachten en pleinen, het stille leven van
boomkruinen onder verdiepingvensters, het
wachtend staan van een toren in de parel
moeren ongereptheid van den morgen, de vol
komen stilte zelfs van de ledige ruimte rond
om een eenzaam droomend man, krijgen in
Querido's boeken een eigen bestaan, dat niet
meer aardsch is, doch het visioenaire spiegel
beeld der ons bekende werkelijkheid, weer
kaatst door het scheppend genie."
In de Boekzaal van heden vangt een
opstel van Jos. Panhuysen over hetzelfde boek
aldus aan:
Een boek van Querido is welhaast altijd
mateloos en verbijsterend. Men ziet er tegen
op er aan te beginnen, het lijkt een berg, en
het is een berg. geweldig, massaal, grootseh. In
het eerst ziet men in al deze aangolvingen van
woorden, in deze opeenstapelingen van lyrische
krachttermen niets duidelijk, zooveel moeite
kost het voortschrijden, maar als men zijn ge
duld weet te bewaren, wordt men beloond, rij
kelijk zelfs, door plotseling opdoemende verge
zichten, schoone openbaringen van een nauwe
lijks vermoede wereld. Het is wel merkwaardig,
maar men leest deze moeilijk leesbare, deze
volumineuze boeken van Querido doorgaans met
zeer korte onderbrekingen achter elkaar uit.
Querido boeit. Ondanks de onnatuur van zijn
taal, hoe plastisch die vaak ook zijn kan, on
danks de soms haast naïeve onwaarschijnlijk
heid der compositie, is de hoofdzaak in zijn
werk, het visioen van een stuk leven, dat hij
telkens weer geeft, diep waarachtig, fel door
licht en van een helderen eenvoud, die de
eenvoud der verhevenheid is.
Is. Querido was een wèl moderne zoon van
het Oude Volk, maar hij was en bleef van
Israëlietisch ras en wel van het alleredelste.
Hij ruste in vrede!
Omtrent het overlijden van Is. Querido in de
Boerhaave-kliniek, vernemen wij nog dat het
einde geheel onverwacht is gekomen. In de
ochtenduren was de patiënt nog goed. Te half
één bracht de zuster hem zijn lunch; toen zij
hem eenige minuten later een kopje koffie kwam
brengen, lag hij bewegingloos in bed. Prof.
Snapper, die toevallig in het gebouw aanwezig
was, werd onmiddellijk gewaarschuwd, doch hij
kon slechts den dood constateeren. Een hart
verlamming had aan het werkzame leven een
einde gemaakt. Ofschoon men wist dat het hart
van den kunstenaar niet sterk meer was, zijn
noch zijn behandelende geneesheer, noch dege
nen, die hem van nabij kenden, op dit plotselinge
sterven voorbereid geweest.
Het stoffelijk overschot van den Vrijdagmid
dag te Amsterdam in de Boerhaave Kliniek
overleden letterkundige, Is. Querido zal Maan
dag a.s. te 12 uur op „Zorgvlied" ter aarde
worden besteld. Het vertrek geschiedt te half
twaalf vanuit de woning van een der beste
vrienden van den overledene, den heer Andries
de Rosa, Herculesstraat 67.
Donderdag is door de directie der Maastricht
sche Zinkwitfabriek aan de nog werkzame em-
ployé's schriftelijk ontslag aangezegd tegen 30
September a.s.
Het volledig stop leggen dezer eertijds zoo
bloeiende industrie gaat hiermede een voldon
gen feit worden.
Zondag 28 Augustus a.s. hoopt de Eerw.
Broeder Simplicianus den dag te herdenken,
dat hij voor 25 jaar zijn intrede deed in de
Congregatie van de Broeders van Barmhartig
heid van den H. Joannes de Deo.
Broeder Simplicianus was zes jaar Overste
van het St. Joan de
Deo Gesticht te Utrecht
en na dien elf jaar
Broeder aldaar. In
Utrecht bracht hij de
uitbreiding van het St.
Jlean de Deo-Gesticht
tot stand. Thans is de
a.s. jubilaris als Broeder
werkzaam te Haarlem.
Wij twijfelen niet of
het zal Broeder Simpli
cianus, die zoo veel
goeds deed voor zijn
Congregatie en tot heil van de vele aan zijne
zorgen toevertrouwde zieken op zijn jubileum
dag niet aan bewijzen van belangstelling ont
breken.
Vrijdag 22 Juli heeft een delegatie van het
N.V.V. een bespreking gehad met den minister
van Economische Zaken en Arbeid over het
vraagstuk der arbeidstijdverkorting.
Ten aanzien van de groepen, welke nog niet
onder de Arbeidswet vallen of waarop de 48-
urige werkweek nog niet van toepassing is ver
klaard, zei de Minister, dat hij onder de huidige
economische omstandigheden bezwaar had te
voldaan aan 't verzoek van het N.V.V. om den
arbeidstijd voor deze groepen in elk geval tot
48 uur terug te brengen.
Wat den wensch tot verkorting van den arbeid-s
tijd beneden 48 uur, eventueel tot 40 uur, per
week betreft, deelde de Minister mede, dat hij
tegenover hét denkbeeld, om door een betere
verdeeling van den arbeid tot vermindering der
werkloosheid te komen, niet afwijzend stond. Hij
achtte het vraagstuk uit een moreel oogpunt in
verband met de groote en langdurige werkloos
heid van bijzonder belang.
Men was het er over eens, dat verschillende
punten, met deze zaak verband houdende, o.a.
ook het loonvraagstuk, nog nader moesten wor
den besproken en onderzocht.
De Minister heeft toegezegd, zich in verbinding
te zullen stellen met vertegenwoordigers der
werkgevers, om na te gaan, hoe over het vraag
stuk in die kringen wordt gedacht.
Onder de hooge bescherming van Zijne Em.
Kard. Van Roey, zullen van 29 Augustus tot
1 Sept. 1932 voor de tweede maal Mariale stu
diedagen voor priesters, seminaristen en kloos
terlingen belegd worden in de Norbertijner Ab
dij van O. L. Vrouw te Tongerloo (Prov. Ant
werpen).
Gedurende deze studiedagen zal onder voor
zitterschap van den hoogeerw. heer prelaat dr.
Hugo Lamy, Abt van Tongerloo, en van Z. E. H.
kan. dr. Bittremieux, hoogleeraar te Leuven,
gehandeld worden over „Maria, de Nieuwe Eva."
In twee studie-reeksen zal „De leer" en „de
practische beleving" van het genoemde onder
werp worden uiteengezet.
Laatste datum voor volledige inschrijving
18 Augustus.
Voor inschrijving en verdere inlichtingen zich
wenden tot het Secretariaat der Mariale Da
gen, gevestigd in bovengenoemde Abdij.
De Christ. Boeren- en Tuindersbond in Ne
derland, 't Kon. Ned. Landbouw-Comité en de
Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbond hebben
onder dagteekening van 5 Augustus 1932 het
volgende telegram aan den Minister van Eco
nomische Zaken en Arbeid gezonden:
„De Dagelijksche Besturen der drie Centrale
Landbouworganisaties, t.w. Christ. Boeren- en
Tuindersbond, Kon. Ned. Landbouw-Comité en
Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbond op 5 Aug.
in vergadering bijeen, in aanmerking nemende,
dat.de tuinbouw, meer in het bijzonder in West-
Friesland, in den alleruitersten nood verkeert,
zóó zelfs dat geen middelen meer aanwezig zijn
voor het noodzakelijke levensonderhoud, ver
zoeken Uwe Excellentie met den meesten aan
drang de steunverleening aan den tuinbouw on
verwijld tot stand te brengen en in ieder ge
val onmiddellijk over te gaan tot uitbetaling
van het aan de Noord-Hollandsche bedrijven
verleende crediet."
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal vol
gende week Donderdag en Vrijdag geen audiën
tie verleenen.
Volgens de bepalingen van de wet van 10
Juni, houdende tijdelijke maatregelen tot hulp
verleening aan de melkveehouderij, wordt het
bestuur der Crisis-Zuivel-Centrale bijgestaan
door een commissie van advies. Deze commis
sie, welke bedoeld te zijn een .middellijke ver
tegenwoordiging in het bestuur der Crisis-Zui
vel-Centrale van door den minister van Eco
nomische Zaken en Arbeid aangewezen groe
pen van georganiseerde zuivelproducten, vee
houders, producenten van margarine of andere
spijsvetten, alsmede handelaren en consumen
ten" is weer verdeeld in subcommissies.
Het is, naar „De Volkskrant" verneemt, het
voornemen van den minister van Economische
Zaken en Arbeid o. m. over te gaan tot het
instellen van een .subcommissie van advies in
zake consumentenbelangen". Als zeer belang
rijk punt, waarover deze subcommissie zal heb
ben te adviseeren, wordt genoemd de distributie
van onvermengde margarine onder het behoef
tige deel der bevolking.
De samenstelling van de betreffende com
missie is als volgt gedacht: een lid van de na
te noemen vereenigingen: Ned. Verbond van
Vakvereenigingen; R. K. Werkliedenverbond in
Nederland; Chr. Nationaal Vakverbond; Natio
naal Arbeidssecretariaat; Nederlandsche Vak
centrale; Ned. Ver. voor Armenzorg en Wel
dadigheid; Ver. v. d. H. Vincentius van Paulo;
Federatie v. Diaconieën in de Ned. Herv. Kerk;
Centrale Bond van Chr. Philantropische In
stellingen en Inwendige Zending; Ver. van
Nederlandsche Gemeenten en Nationaal Crisis-
Comité.
Op voordracht van de Hoog Eerw. Pater Pro
vinciaal der Minderbroeders werd door Z. H.
Exc. den Bisschop van Haarlem benoemd tot
kapelaan te 's-Gravenhage (H.H. Antonius en
Lodewijk) Pater J. A. Moeskops, nadat eervol
ontslag werd verleend aan Pater G. W. Blom.
In de vergadering van het Hoogw. Definito-
rium van de Nederlandsche Provincie der Min
derbroeders, gehouden te Maastricht 28 Juli,
werden benoemd tot Novicen-Meester te Bleyer-
heide P. Ranulphus Franssen; tot Vicarius te
Hoogcruts P. Dagobertus Hulshof; tot Secreta
ris voor de inrichtingen van Middelbaar en
Voorbereidend Hooger Onderwijs P. Anscharius
van der Veer met standplaats te Heerlen; tot
Rector van het Gymnasium te Venray P. Mr.
Ezeehiel van der Helm; tot Gardiaan en Rec
tor van het Missie-College St. Willibrord te
Katwijk a.d. Rijn P. Walfridus Blom; tot Ma
gister van de fraters theologanten te Weert P.
Diomedes Femot; tot Gardiaan te Venray P.
Malachias Geelen; tot Gardiaan te Vorden P.
Josaphat Hulshof; tot Gardiaan te Weert P.
Cajetanus Reiber; tot Vicarius te Maastricht P.
Gilbertus Lohuis.
Verder werden door den Hoog Eerw. Patei
Provinciaal benoemd tot leeraar aan het Gym
nasium te Megen P. Theotonius Gantevoort;
tot surveillant-leeraar te Venray P. Eugenius
Trienekens; tot leeraar aan het Missie-College
te Katwijk a.d. Rijn P. Ananias Beunen en P.
Vedastus Petit; tot leeraar aan het Missie-Col
lege te Sittard P. Maurus van Genk; tot Ma
gister cantus te Hoogcruts P. Arthus Mertens.
Er doen op het oogenblik in en ook wel
buiten het leger allerlei geruchten de ronde
over een stopzetting van de promoties in het
najaar, zulks in verband met de bezuinigingen
en de reorganisatieplannen.
De „Telegraaf' verneemt echter, dat men
niet kan spreken van een algemeenen stilstand.
Men kan b.v. moeilijk zeggen dat alle luite
nants, die voor kapitein in aanmerking zouden
komen, dit jaar niet bevorderd zullen worden
of dat de kapiteins, die aan de beurt zijn, den
majoorsrang niet zullen krijgen. Worden de
reorganisatieplannen, zooals die in het rap
port-Welter zijn voorgesteld, doorgevoerd, dan
is het natuurlijk zeer wel mogelijk, dat er een
overcompleet komt in de thans bestaande ran
gen, waardoor de promotie ernstige stagnatie
zalondervinden. Dat beteekent echter weer
niet, dat nu niemand bevorderd zal worden;
dat zal geheel van de omstandigheden afhan
gen en is thans nog moeilijk te zeggen. Doet
zich b.v. het geval voor, dat na de reorganisa
tie veel kapiteins ontslag nemen, dan is het
mogelijk dat nog een aantal luitenants den
kapiteinsrang krijgen. Blijft echter het mee-
rendeel van de kapiteins aan, dan is de kans
op bevordering natuurlijk veel geringer.
Het bondsbestuur van den Nederl. R. K. Bond
van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel be
sloot aan het R. K. Werkliedenverbond mee
te deelen, dat de aansluiting bij het Verbond
is gesteld op 1 October as.