Macht van het visitekaartje
DE VIJANDEN VAN HET BIJEN
RADIO-PROGRAM
DE NIEUWE HOED
DE
HET
De Automaat
DINSDAG 9 AUGUSTUS
OVERAL CREDIET
Turksche Köpenickiade
Contact met officieren
Uit den kindermond
DE SENSATIE DER
SNELHEID
De aard van het water
vliegtuig
In de chemie
Geen uitzondering
Raak
■nniiii
Woensdag ÏO Augustus
'Critiek
Duplicaat
Vanzelf
VERHAAL VAN
DEN DAG
Een blik, die den Czaar
redde
Nog zoo dom niet
Obstinaat
Alle abonné's £g"nd f3000.-^VXi^eX^V^n^ 750.- SSoS&Sf250.- vofn 'SFSi f125.-f50.-ïlT~ hor*I%f40.- TïïgS
AANGIFTE MOET OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
FEUILLETON7
Te Smyrna, waar in oude romantische tijden
roovers en zwendelaars de geschiedenis maakten,
te Smyrna, dat ook nu nog niet heelemaal vrij
is van „1001-nacht" bedriegers, heeft zich een
gebeurtenis afgespeeld, die ons doet denken aan
de historie van den wereldberoemden kapitein
van Köpenick.
Memdoech Effendi, een sjofele Anatoliër, liep
al lang' met de gedachte rond om zich van de in
Anatolië heerschende armoede te bevrijden, een
belangrijk man te worden, verder: een mejsje
Uit een goede Smymasche familie te trouwen en
bovendien op een gemakkelijke manier aan
de noodige piasters te komen. Daar hij een paar
jaar tevoren de school van zijn geboorteplaats
Hendek bezocht had, waar hij de Latijnsche
spelling geleerd had, kon hij doorgaan voor een
intellectueel. En dit kwam hem goed te pas bij
de uitvoering van zijn plan.
Daar men hem in Smyrna niet kende, liet hij
zich visitekaaartjes maken met den titel:
Kaimakam: bestuurder van een proviiTcie. Meer
hoefde hij niet te doen en zijn rekening klopte
precies. Het kaartje deed wonderen. Hij kreeg
kleeren zonder dat men direct betaling eischte.
De kapper in Smyrna haarkunstenaar ge-
heeten verleende hem crediet.In een paar
Uur was de bescheiden Memdoech Effendi ver
anderd in den trotschen Memdoech Bey.
Zoo snel mogelijk probeert hij in contact
te komen met officieren, hjj wordt uitgenoodigd
om een bezoek te brengen aan de militaire club
en daar de stemming weldra uitstekend wordt,
is de club in minder dan geen tijd een lid rijker,
ni. den edelen Memdoech Bey. Deze voelt zich
hoe langer hoe vorsteljjker worden en blijft de
vertering schuldig. Hierin ziet niemand evenwel
iets kwaads; de andere officieren betalen ook
pas aan het eind van de maand.
Alle leveranciers en caféhouders zijn overigens
zeer genegen om het nieuwe lid van de mili
taire club, dat men altijd in gezelschap ziet van
officieren, het noodige te verstrekken zonder
daarbij onmiddellijk kwitantie aan te bieden.
Slechts één der heeren, die toevallig geld
Waarom gaat vader toch eiken ochtend
naar kantoor? vroeg kleine Toon.
Dat doet je vader, om Toon 's middags
goed, lekker eten te kunnen geven! zei moeder.
Eenige dagen later aan tafel, toen er wat
was, dat Toon heelemaal niet lustte, zei de
kleine bengel:
Vader!
Ja Toontje?
U hebt zeker vandaag niet veel te doen
gehad op kantoor, hé?
noodig heeft, verzoekt den Bey beleefd om de
schuld meteen te voldoen. De Bey verklaart, dat
hij het nu te druk heeft, omdat hij onmiddellijk
naar Hendek moet vertrekken om zijn ambte
naren hun salaris uit te keeren. Dit wekt eenig
wantrouwen op.
Memdoech is intusschen vertrokken, maar in
plaats van naar Hendek te g"aan, heeft hij een
taxi gehuurd en is daarin naar Manissa gere
den, dat op 70 K.M. afstand ligt. De chauffeur
krijgt zijn geld natuurlijk ook niet te zien;
Memdoech moet immers weer naar Smyrna
terug ook.
Het beste hotel van Manissa is voor den Bey
niet goed genoeg. Ook hier wordt iedereen inge
nomen door het mooie visitekaartje. Een vroolijk
avondje volgt nog, maar dan komt de wrekende
Nemesis.
Juist toen meneer de provinciebestuurder in
slaap zou vallen, verscheen de Manissasche
politie, die gewaarschuwd was door de politie
van Smyrna. Memdoech Bêy werd gearresteerd
en veranderde met bekwamen spoed weer in
Memdoech Effendi.
Wing-Commander A. H. Orlebar, houder van
het wereldrecord van 655.7 K.M. per uur, heeft
in een interview een en ander verteld van zijn
gewaarwordingen bij het vliegen met groote snel
heden, vooral bij het opstijgen en landen. Hij
vertelde dat, wanneer men maar eenmaal in de
lucht is met het kleine race-watervliegtuig, de
gewaarwordingen niet anders zijn dan bij elke
andere vlucht. Het opstijgen en landen zijn ech
ter beide zeer eigenaardig. Bij het snelle taxiën
over het water vóór het opstijgen wordt het toe
stel geheel gehuld in een wolk van waterdrup
pels, zoodat men niets kan zien. Het toestel van
Orlebar zwenkt bovendien aanvankelijk sterk
naar links, voordat het roer begint te werken.
De piloot kan niets anders doen dan zijn hand
les in den juisten stand houden om er dadelijk
gebruik van te kunnen maken, zoodra het vlieg
tuig er weer aan gehoorzaamt.
Wanneer zij eenmaal in de lucht waren op
voldoende hoogte, kan men de vliegtuigen van
het type, waarmee in 1931 de Schneider Cup
werd gewonnen, laten vliegen met een snel
heid van 525 K.M. per uur met handen en voe
ten los. Vlak voor het opstijgen heeft het vlieg
tuig zeer veel te verduren, zoodanig, dat de pi
loot zelfs het geringstd rimpeltje op het wa
ter door het geheele toestel voelt schokken.
Aangezien deze vliegtuigen een zeer .kleine
vleugeloppervlakte hebben, moet men Janden
met een snelheid van niet minder dan 250
K.M. per uur. Op het oogenblik, dat het vlieg
tuig het water aanraakt, moet de piloot ver
achterover leunen om te voorkomen, dat hij
tegen het windscherm geworpen wordt door
den schok en zijn vliegbril breekt. Orlebar gaf
toe, dat de wedstrijden om den Schneider Cup
een vliegtuigtype hebben doen ontstaan, dat in
dien vorm geen praktische waarde had. Er is
echter dank zij deze wedstrijden in den loop
der jaren veel waardevolle kennis verzameld
en het geld, dat beschikbaar werd gesteld in
de hoop, de race te winnen, maakte het moge-
inmniiimiBmi
mniiiuiiniiints
Nu de "bloeitijd der tomaten
In zijn volle actie staat,
Zien wij ook. de reuze groeikracht
Van de vinding: automaat!
Want de wet op winkelsluiting
Helpt hierbij een handje mee,
Want zij streeft toch naar vacanties?
En naar dagjes aan de zee?
Dus het moet wel, dat men daarbij
Het verkoopen over laat
Aan dien ijzeren bediende,
Den gelakten automaat!
Nu geen praatjes hoe het weer is,
Nu geen buigen of beleefd:
Weet u zeker, heer of dame,
Dat u niets vergeten heeft?
Niemand kent nu nog zijn klanten,
Want terwijl men wand'len gaat,
Komt de klant en gooit een geldstuk
Zwijgend in den automaat!
En zoo gaan wij automatisch
Naar een arbeidswet, die véél
Rust en wandeltochtjes voorschrijft
Aan bedienend personeel.
Nu ten slotte nog een wetje:
Zet je personeel op straat,
Want het werken is alleen goed
Voor een stommen automaat!
MARTIN BERDEN I
I (Nadruk verboden)
lijk om vele concrete resultaten te bereiken,
die de luchtvaart in het algemeen ten goede
kwamen. Wing-Commander Orlebar was van
meening dat diezelfde resultaten, wanneer zij
op andere wijze bereikt hadden moeten worden,
vermoedelijk veel meer geld zouden hebben ge
kost. Verder sprak hij de verwachting uit dat
de snelheid, die thans voor hem een wereld
record beteekent, in een niet al te verre toe
komst de gemiddelde snelheid van een vracht
vliegtuig zou zijn!
Professor tot student in de scheikunde: Zegt
u mij eens in welke verbinding lost goud het
snelste op.
Student: In het huwelijk.
Dame: Gelooft u werkelijk, dat het onge
luk brengt wanneer men op Vrijdag trouwt?
Heer: Zeker, waarom zou de Vrijdag 'n
uitzondering maken?
Een impertinent winkelbediende besloot, tot
algemeen vermaak, een grap te hebben met
een bejaard buitenman, die zooeven den boek
winkel binnenstapte.
U komt zeker van buiten, niet?
Ja, meneer.
Dan heb ik hier juist een geschikt boek
voor u.
Hoe heet 't?
Iets over het opfokken van ezels.
Nee, dat kan ik niet gebruiken. Maar dót
moest u uw moeder cadeau geven.
Den volgenden morgen wilde Piet niet uit zijn bed komen. Op
staan, commandeerde Jaap, doch Pietje trok een raar gezicht en
beweerde ziek te zijn. Maar vader de Bie kende zijn zoontje wel.
Piet werd uit bed gezet en nadat ie zich aangekleed had.
nam Vader de Bie hem op en zei; „En vandaag geen vliegen lee-
ren, maar honing puren,"
Vader de Bie zette Piet bij een bloem neer en leerde hem toen
hoe ie heel voorzichtig het zoete vocht uit de kelk moest zuigen.
Nou, Pietje vond, dat er heelemaal niets aan was. Dat kon
iedereen wel meende Pietje, maar daar kon ie zich wel eens in
vergissen. Zoodra vader de Bie weggging, riep Pietje enkele
kevertjes by hem en deed net als een waar ie op speelde.
HUIZEN (296 M.) 8 uur N.C-R.V. Schrift
lezing; 8.15 Morgenconcert; 10 uur Zang door
het N.C-R.V.-dameskoor; 10.30 Korte zieken-
dienst door Ds. L. Oranje; 11 uur Harmonium
bespeling door M. P. Jurjaanz; 12 u. Politie
berichten; 12.15 Middagconcert; 2 u. Verzor
ging zender; 230 Lezen van Christel, lectuur,
door mej. M. Wentink: „Gouden Teugels"; 3
uur Het Delftsche Trio; 5 u. Kinderuurtje; 6 u.
Concert; 7.15 J. Schipper,- secretaris van het
Chr. Nat. Vakverbond in Nederland; 7-30 Poli
tieberichten; 7-45 Persberichten van het Ned.
Chr. Persbureau; 8 u. Bidstond der Geref. Ver.
v. Drankbestrijding; 9 u. Concert door de Haar-
lemsche Orkestvereenigtng, o.l.v. Marinus Na-
dam; 10 u. Persberichten van het Persbureau
Vaz Dias te Amsterdam; 10.30 Gramofoonpl.
HILVERSUM (1875 M.) 6.-45 V. A. R. A.
Lichaamsoefeningen o.l.v. G. Kleerekoper; 7.30
idem; 8 u. Gramofoonmuziek. V.P.R.O. 10 u.
Morgenwijding. V.A.R.A. 10.15 Uitzending
voor de arbeiders in de Continubedrijven; 12 u.
Vara-Septet o-l-v. Is. Eyl; 1.45 Verzorging van
den zender; 2.15 Vara-Septet o.l.v. Is. Eyl;
3 u. Vara klein orkest o.lv. Jan van der Horst;
5.30 Gramofoonmuziek; 6 u. Onderwijsfonds
voor de Binnenvaart; 6.30 Radio Volks Univer
siteit. V.A-R-A 7 u. The Four Serenaders
accordeonvirtuozen; 7.20 „De Zelfmoordenaar";
7.50 The Four Serenaders; 11.15 Persberichten
van het Persbureau Vaz Dias; 11.30 Gramofoon
muziek.
BRUSSEL (509 M.) 5-20 Dansmuziek uit de
Kurzaal te Ostende; 6.50 Gramofoonmuziek;
8.20 Cello-recital; 9.15 Gramofoonmuziek; 9.20
Concert o.l.v. Karl Candael uit het Casino te
Knocke.
KALUNDBORG (1153 M.) 3.50 Concert uit
Restaurant „LTvex" orkest o.l.v. Teddy Peter
sen; 9.50 fluitsoli; 10.25 Omroeporkest o.l-v. Wail-
ther Meyer-Radon.
BERLIJN (419 M.) 7.55 Vocaalconcert; 8.40
Helmund programma-,jNotstandsorchester Ber-
lin-Mitte" o.l.v. Eugen Sonntag; 9.30 „Frühlings-
luft", operette.
HAMBURG (372 M.) 1.35 Gramofoonmuziek;
2.30 idem; 4.50 Concert; 7.40 Concert; 10.40 No-
rag orkest van Hannover o.l.v. Otto Ebel von
Sosen;
KÖNIGSWUSTERHAUSEN (1635 M.) 220
Gramofoonmuziek; 4.50 Concert.
LANGENBERG (472 M.) 12.20 Populair Con
cert o.l.v. Erich Klosz; 150 Concert o.l.v. Eysoldt.
DAVENTRY (1554 M.) 12.20 Orgelconcert; 1.50
Concert; 3.50 Concert; 5.05 Orgelconcert; 10.20
Concert; 11.20 B.B.O. dansorkest.
PARIJS (Eiftel 144 M.; Parijs R. 1725 M.) 8.50
en 12.50 uur: Concert o.l.v. Ed. Flament; Gra
mofoonmuziek; 7.20 idem; 9.05 Kamermuziek;
9.50 Concert.
MILAAN (331 M.) 8.50 Radiotooneel.
ROME (441 M.) 8.50 Programma Milaan.
WEENEN (517 M.) 8.05 Concert door het
Weensche Symphonie -orkest o.l.v. Arthur Lö-
wenstein; 10.20 Populair Concert.
WARSCHAU (1411 M.) 3 20 Populair Con
cert door het omroeporkest o.l.v. Cas. Wilko-
mirski; 6.30 Populaire- en Dansmuziek; 8.20
Vocaal Cc eert; 9.10 Solisten-concert; 10.20
dansmuziek.
BEROMUNSTER (460 M.) 8.20 Concert door
Omroeporkest; 10.05 Concert door het Omroep
orkest o.l.v. Hermann Hofmann.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
Schilder (tot zijn collega): Nu, wat zeg
je van mijn schilderij. Moet ik er nog iets aan
veranderen of verbeteren?
Collega: Ik zou je raden de figuren over
te schilderen en wat den achtergrond aangaat,
dien zou ik geheel anders maken.
A: En je bent zoo weer een gelukkige
vader geworden?
B: Jawel, van 'n tweeling!
A: Hoe heeten de kinderen?
B: De eene heet Kaatje.
A: En de andere, zeker Duplicaat je.
Een buitenman had eens een kennis uit de
stad op bezoek en hij noodigde hem uit uit rij
den te gaan. Onderweg sloeg 't paard op hol.
Ik wou dat ik er uit was, zei de stads-
mensch.
O, als je even wacht, ga je vanzelf, zei de
boer lakoniek
Niets kon mevrouw Jansen afbrengen van
d'r idee dat een nieuwe hoed onontbeerlijk was
voor haar geluk. Tegelijkertijd was ook mevrouw
Pietersen er van overtuigd, dat, zonder een nieu
wen hoed, het voor haar een onmogelijkheid
was, op klaarlichten daghaar hoofd buiten
de voordeur te steken.
Vreemd genoeg deden beide dames deze ont
dekking precies op het zelfde oogenblik. Op
zichzelf was het echter niets opmerkelijks, dat
de echtgenooten der beide dames de meening
waren toegedaan, dat het vrouwelijk schoon
hunner wederhelften door een nieuwen hoed
niet meer kon worden verhoogd weshalve ze
vriendelijk maar beslist weigerden, den wensch
financieel "te steunen.
„Als je een nieuwen hoed wilt hebben,
Marie," zei mijnheer Jansen, „zul je hem zelf
moeten betalen."
„Tenzij je hem zelf betaalt, Mina," zei mijn
heer Pietersen; „zul je nog een jaar met een
nieuwen hoed moeten wachten."
Iedereen die de vrouwelijke standvastigheid
kent, waar het een nieuwen hoed betreft, zal be
grijpen, dat zoo'n weigering slechts ten gevolge
heeft, dat het verlangen des te grooter wordt.
Er mocht van komen wat komen wilde, een
nieuwen hoed zouden ze hebben, verklaarden de
dames beslist.
Drie dagen reeds was de vrede tusschen de
echtelieden Jansen verstoord en gedurende dat
zelfde tijdsverloop heerschte er stilte, benau
wende stilte in den huize Pietersen.
Op den morgen van den vierden dag einde
lijk verwaardigde mevrouw Jansen zich haar
man triomfantelijk toe te voegen:
„Ik ga vandaag een nieuwen hoed koopen,
Gerrit en jij kunt je geld houden."
Het'doet me genoegen dit te hooren, lieve!"
antwoordde de heer Jansen op zoetsappigen
toon.
Dienzelfden morgen aan 't ontbijt werd door
mevrouw Pieterse de stilte verbroken met de
woorden:
„Je kan je geld oppotten. Frans! Ik koop
vandaag zelf een nieuwen hoed."
„Een zeer kordaat besluit, waaraan ik mijn
bewondering niet vermag te onthouden," klonk
het sarcastisch van het hoofd van 't gezin.
Dien namiddag ontmoetten mevrouw Jansen
en mevrouw Pietersen elkaar.
„Wel, dat is een verrassing," zei de eerste,
„ik was juist op weg naar je toe, lieve!"
„Hoe gelukkig dat we elkaar ontmoetten;
„antwoordde de tweede. „Ik stond te wachten
op de tram om naar je toe te gaan!"
„En ik stapte juist uit de tram om naar een
nieuwen hoed te zien!"
„Wel, da's merkwaardig!" riep mevrouw Pie
tersen, „ik wil juist ook naar een hoed kijken."
,.Bij Cornelissen moeten keurige hoedjes te
koop zijn. Echte snoesjes!"
„Cornelissen? Wel, daar wilde ik juist naar
toe."
„Laten we dan samen gaan."
„Zeker; we kunnen natuurlijk eens kijken. En
als er niets is dat ons bevalt.... Dan behoe
ven we niet te koopen."
„Natuurlijk niet."
„Ze stapten den winkel binnen. De modiste
kwam zelf naar voren.
„Dag dames! Wat is er van uw dienst?" vroeg
Ze glimlachend.
„M'n vriendin heeft een nieuwen hoed noo
dig!" zei mevrouw Jansen.
,,'t Is zij, mijn vriendin, die een nieuwen hoed
moet hebben!" verklaarde nu mevrouw Pieter
sen.
Juffrouw Cornelissen boog.
„Dat zijn dus twee nieuwe hoeden!"
„Ik wilde mevrouw Pietersen met 'u in ken
nis brengen," hernam mevrouw Jansen.
„Ik kom u een nieuwe klant bezorgen, juf
frouw Cornelissen," zei mevrouw Pietersen.
De modiste boog weer.
„Uitstekend!" riep ze; „welken prijs denkt u
te besteden?"
„O, ik heb geen hoed noodig," antwoordde
mevrouw Jansen haastig. „Het is voor mijn
vriendin."
„In 't geheel niet!" verklaarde mevrouw
Pietersen: „Het is mijn vriendin, die een hoed
wenscht te koopen."
„Heb ik jou niet hier gebracht?" vroeg me
vrouw Jansen, zich opwindend.
„Neen, ik heb jou hier gebracht," klonk het
even vinnige bescheid.
Mevrouw Jansen keerde zich verwoed om en
verliet haastig den winkel, de deur met geweld
achter zich dicht werpend.
Een oogenblik staarde mevrouw Pietersen
(Wilt u mijn vrouw worden,
juffrouw Hups?"
„Herhaal uw aanzoek, zoodra
u een man bent geworden, me
neer Smal."
haar heensnellende vriendin verbaasd na en
volgde haar voorbeeld, na de modiste een stijf
knikje tot afscheid gegeven te hebben.
Mevrouw Jansen was rechts gegaan; mevrouw
Pietersen ging links.
„Wat een gierig serpent," zei de eerste in
zich zelf, „om te denken dat ze voor niemandal
een hoed zou krijgen door er mij voor te laten
betalen."
„Zoo'n gemeene kat," mompelde de andere,
„te kaal om zelf een hoed te koopen, zou ze er
een willen hebben, door er mij een aan te
smeren."
In de tram haalde mevrouw Jansen uit haar
taschje een advertentie te voorschijn, die ze
uit het ochtendblad geknipt had. Vol spijt en
teleurstelling las ze deze nogmaals:
„Cornelissen en Baarman, hoedenmodisten,
Niewstraat 20, telef. 203, berichten de ontvangst
van nieuwe winterhoeden. Tevens hebben zij
de eer haar geachte cliëneele mee te deelen, dat
zij voor elke nieuwe klant, die bij haar een
hoed in den prijs van 20.of daarboven
koopt, een van haar smaakvolle Parijsche
hoedjes „dernier cri", cadeau geeft."
Mevrouw Jansen frommelde het papier ineen
en vertrapte het onder haar voet.
Mevrouw Pietersen, eveneens woedend en
teleurgesteld huiswaarts keerend, verscheurde
dezelfde advertentie in honderd stukjes.
En anderwijl vroegen de modisten Cornelis
sen en Baarman zich af, of maar lumineuze
inval succes zou hebben.
De onthullingen uit de Russische archieven
worden nog steeds doorgezet.
Dezer dagen zijn onbekende documenten ge
publiceerd, die betrekking hebben op de voor
bereidingen van een „centrale acte", d.w.z. in
de taal der revolutionnairen: „Czarenmoord"
Na de gewelddadige ontbinding der tweede
Rijksduma in Juni 1907 besloot de strijdorga
nisatie der Russische sociaal-revolutionnairen in
Genève tot den moord op den Czaar, waarvan
men tot nu toe om tactische redenen afgezien
had. De leider der centrale acte zou Azew zijn.
De aanslag zou gepleegd worden in Reval, tij
dens een samenkomst van den Czaar met
Eduard VII en wel op den nieuwen pantser
kruiser „Rurih", die speciaal voor deze bijeen
komst der monarchen gebouwd was. Azew begaf
zich naar Glasgow, waar het schip op de werf
lag en stelde zich daar met Russische officieren
der Marine in verbinding, die den bouw van den
kruiser van tijd tot tijd controleerden. Onder
hen bevond zich een zekere Kostenko, die lid
was van een revolutionnaire organisatie.
Kostenko ontwierp het plan: een der samen
zweerders zou in een kast van het appartement
van den Czaar verborgen worden, om van daar
uit het schot op den Czaar te lossen. Daar ech
ter de tijd der bijeenkomst niet bekend was,
moest van dit plan afgezien worden. Azew stelde
nu voor onder de bemanning drie gewillige hel
pers te zoeken. Zonder groote moeite gelukte
het, twee matrozen der .Rustiek" te winnen, die
zich bereid verklaarden den Czaar te vermoor
den. De beide medeplichtigen Gerasim Awdejew
en Peter Kaptelowitsch kregen van de organi
satie geladen revolvers. Toen schreven zij af
scheidsbrieven aan hun familieleden, waarin zij
de motieven van hun daad uitvoerig uiteenzet
ten.
Toen kwam het oogenblik waarop de Czaar
zijn nieuw schip betrad. Op weinige schreden
afstand stond Awdejew en juist tot dezen man,
die zijn moordenaar wilde zijn, wendde de
Czaar zich met het verzoek: „Ik heb geweldigen
dorst. Breng mij een glas champagne!" De ma
troos keerde zich om en haalde het glas. Onder
weg spande hij zijn revolver. Toen hij dan met
het glas in de hand, stram in de houding voor
Nicolaas stond, voelde hij het wapen in zijn zak!
Nog slechts een seconde en het doodelijk schot
was gevallen.... het schot dat de wereldge
schiedenis misschien in heel andere banen ge
leid had.
Op dit moment keek de Czaar, die niets ver
moedde, den man, die tot het uiterste besloten
was, recht in het gezicht enAwdejew sa
lueerde, maakte rechtsomkeert en verdween.
Nooit was de gelegenheid gunstiger geweest, nu
was zij echter onbewust voorbijgegaan.
Meester: Wat is het tegenovergestelde van
theoloog. Jan?
Jan: Theo sprak de waarheid, meester
De schoonmoeder van een Turk viel in het
water van den Bosporus. Toen de man van het
ongeval even later hoorde, sprong hij in het
water en zwom dadelijk tegen den stroom op.
De helpers aan den wal schreeuwden, dat
het mensch natuurlijk stroomafwaarts was
gedreven.
Ach, riep de Turk, jullie kent mijn
schoonmoeder niet, ze is zoo obstinaat, dat ze
natuurlijk tegen stroom op is gedreven.
ÏHIUIIIII
Letty, zeide hij, als je voor jezelf bepaalde
Ideeën hebt van een bepaalde toekomst an
ders dan waar je hier uitzicht op hebt zeg
me die ideeën dan, en ik zal mijn best doen,
om je te helpen. Maar als je weg wilt gaan,
enkel en alleen, omdat je niet tevreden bent
met het leven hier, en omdat je jezelf daar
boven verheven acht, nu, dan spijt het me,
maar dan zou ik eerder verhinderen, dat Je
Wegging, dan dat ik je hielp.
Haar oogen schoten vol tranen.
O, Mr. Maurice, d&t is het niet, protes
teerde zij. Ik ik wil het liever aan niemand
vertellen, maar ik ben erg erg dol op iemand
die héél anders is, dan ik. En ik geloof, dat
hij ook dol op mij is, voegde zij er zachtjes bij.
maar hij heeft altijd met dames omgegaan
en ik wou ook een beetje een dame worden. Ik
dacht, als ik naar Londen ging, dat ik het dan
zou kunnen leeren? zei ze peinzend,
Maurice lachte vroolijk. Hij legde een oogen
blik zijn hand op haar arm.
O Letty, Letty! zei hij. Je bent een dwaas,
klein meisje! Hoor nu eens, wat ik je zeg. Als
het een goede jongen is dan zal hij van je
houden, precies zooals je bent. Weet je, wat
het zeggen wil: een dame te zijn en een toon
beeld van goede manieren? Dat wil zeggen:
eenvoudig zijn, natuurlijk zijn. Neem mijn raad
aan en ga door met je moeder te helpen
doe mee met het leven onder de menschen
hier zoek vriendinnetjes onder de andere
meisjes en maak jezelf niet wijs, dat Je
misschien meer bent, dan een ander. Lees wat,
als je tijd hebt ik zal je de boeken bezorgen
en breng al je vrijen tijd in de open lucht
door. Dat is een gezonde raad, Letty dat
kun je op mijn woord gelooven. Hallo, wie is
dèit?
Een geluid in de laan deed hen beiden om
zien. De jonge Bell was juist komen aanrijden
en maakte zijn paard aan het hek vast. Hij
keek nieuwsgierig in hun richting en Letty
trok zich overhaast in huis terug. Enkele
oogenblikken later kwam hij het smalle pad op.
Hij fronste de wenkbrauwen, terwijl hij over
de lage heg van rozen naar Maurice keek, en
beantwoordde nauwelijks diens spreken. Dan
veranderde hij van gedachte, liep door en ging
de hoeve binnen. Hij kwam Mrs. Foulton zelf
in de gang tegen en zij verwelkomde hem met
een glimlach op het gelaat.
Goeden morgen, mr. Bell, riep zij uit, ter
wijl zij aan haar boezelaar plukte. Wilt u
(niet binnenkomen, mijnheer, en plaats nemen?
De zitkamer is weliswaar verhuurd aan mr.
Maurice daar, maar hij zit buiten in den tuin
en hij zal er geen bezwaar tegen hebben, als u
een oogenblikje inkomt. En hoe gaat het met
uw vader, mr. Bell? Hij zag er buitengewoon
goed uit, toen ik hem de laatste maal zag.
De jongeman volgde haar naar binnen, maar
weigerde plaats te nemen.
O de oude heer maakt het best, Mrs. Foul
ton, antwoordde hij. Ik heb hem «ooit anders
gekend. Goed. weer voor den oogst he?
Prachtig, mijnheer, antwoordde Mrs. Foul
ton. Wou u John misschien spreken, Mr.
Bell' Hij is ergens achter het huis, of in den
boomgaard. Ik kan wel even een jongen naar
hem toesturen; of misschien wilt u zelf naar
hem toegaan.
Ik kwam, om te spreken, Mrs. Foulton,
zei de jongeman. En op mijn woord, ik ben
niet erg op mijn boodschap gesteld.
Mrs. Foulton was zichtbaar ongerust.
Ér zijn toch geen moeilijkheden, hoop ik,
mijnheer? begon zij.
O, het is niets ernstigs, verklaarde hij ge
ruststellend. Om u de waarheid te zeggen,
het gaat over uw huurder.
Over mr. Maurice, mijnheer! riep de vrouw
uit.
Juist. Weet u ook, hoe lang hij van plan
was, bü u te blijven?
Hij heeft net weer voor een week inge
huurd, mijnheer, antwoordde zij; en een
netter, en bedaarder, en geregelder bewoner
heb ik nooit gehad, en verlang ik ook niet. Er
is toch zeker niets tegen hem, mijnheer?
Niéts persoonlijks, zoover ik weet, ant
woordde Bell, terwijl hij met zijn rijzweep tegen
zijn laarzen tikte. De kwestie hij heeft
miss Atherton op een of andere manier be-
leedigd, en zij wil hem hiervandaan hebben.
No. ELF No. ELF No. ELF
Wel, allemachtig! riep Mrs. Foulton in
verbazing uit Hij miss Atherton beleedigen!
En hij drukt zich altijd zoo keurig uit! Ik kan
me niet voorstellen, dat hij ook maar één onge
past woord tegen iemand zou zeggen.
Hij is naar Rulery gekomen met een be
doeling, die niet de goedkeuring van miss Ather
ton wegdraagt, verklaarde Bell, en zij wil
hem daarom niet in de buurt hebben. Zij weet,
dat hij hier woont, en zij verlangt dat u hem
onmiddellijk wegstuurt.
Mrs Moulton's gezicht betrok.
Nu, het spijt me erg, dat te hooren, mijn
heer, zei ze. Nog vanmorgen heeft hij de
kamérs weer een week ingehuurd, en ik was
maar al te blij, dat ik ze aan hem verhuren kon.
Wel allemachtig! Dat klinkt zoo ongeveer, hé,
mijnheer, dat ik hem moet zeggen, dat hij zijn
boeltje pakt, en onmiddellijk maakt, dat hij weg-
komt.
Ik zal zelf wel met hem spreken, als u dat
liever wilt, mrs. Foulton, zei Charles. Natuurlijk
verlangt miss Atherton niet, dat u er schade
van hebt, en ik heb daarom opdracht, u de huur
van de kamers te betalen voor den tijd, dat hij
gehuurd heeft. Dat zal ik terstond doen, als u
mij wilt zeggen, hoeveel het is.
Hij stak zijn hand in zijn zak, doch mrs. Foul
ton deed een pas achteruit. De hoeken van haar
mond waren vast opeengeklemd.
Dank u, mr. Bell, zei ze. Ik zal natuur
lijk gehoor geven aan den wensch van miss
Atherton, zooals ik dat verplicht ben, maar ik
wil geen geld nemen voor de kamers. Niettemin
bedank ik u wel.
Wees niet dwaas, mrs. Foulton, zei de
jongeman op overredenden toon. Miss Ather
ton zal boos zijn, als ze hoort, dat u het geld
geweigerd hebt. U kunt het evengoed in uw zak
steken. Laat eens kijken. Zullen we zeggen: een
paar pond voor één week?
Mrs. Foulton schudde het hoofd.
Ik wil niets hebben, mijnheer. Maar niet
temin wél bedankt. En als li een woordje met
mr. Maurice zou willen spreken, zou ik u zeer
verplicht zijn. Ik zou het liever ieder ander
willen laten doen, dan dat ik het zelf deed.
Charles haalde zijn schouder op en stak het
geld weer in zijn zak.
Zooals u wilt, natuurlijk, mrs. Foulton.
zeide hij. Ik zal na dadelijk met dien meneer
gaan spreken.
Hij slenterde de kamer uit en keek over de
heg.
Mr. Maurice, geloof ik? merkte hij vra
gend op.
Maurice knikte en stond van zijn stoel op.
En u bent de zoon van mr. Bell, is het niet?
zei hij beleefd. Een prachtige morgen, hé?
De jonge Bell stapte over de rozenstruiken.
De beide manden stonden nu tegenover elkaar.
Ze waren ongeveer even groot alleen deed de
betere snit van Bell's costuum zijn figuur voor-
deeliger uitkomen.
Het spijt me, u te moeten zeggen, dat ik
voor een zeer onaangename boodschap gekomen
ben, begon de zoon van den rentmeester. Ik
heb er met mrs. Fou—on over gesproken.
Werkelijk ?zei Maurice cp vragenden toon.
De zaak is, dat u zich de ongenade van
onze geachte mee-'-ros op den hals schijnt ge
haald te hebben, vervolgde de jonge Bell.
Zij is erg gekant tegen die lezingen, die u
wou houden, en ze wil u hier vandaan hebben.
Het spijt mij, dat te hooren, zei Maurice,
en wachtte dan weer.
Het is geen aangename taak, ging Charles
voort, die hoe langer hoe meer hekel kreeg
aan zijn boodschap, maar ik heb Mrs. Foul
ton moeten zeggen, datdatkort en
goed, dat miss Atherton niet wil, dat haar
pachters u in huis nemen.
Miss Atherton voert oorlog op groote
schaal, merkte Maurice op, met een matten
glimlach.
En ja, ziet u, zei Bell, op slot van re
kening is de heele plaats zoo wat van haar, en
er is geen enkele reden, nietwaar, waarom ze
er iemand in zou dulden, dien ze liever niet
ziet.
Geen enkele reden, stemde Maurice em.
stig toe.
(Wordt vervolgd).