Macht van het visitekaartje DE VIJANDEN VAN HET BIJEN RADIO-PROGRAM DE NIEUWE HOED DE HET De Automaat DINSDAG 9 AUGUSTUS OVERAL CREDIET Turksche Köpenickiade Contact met officieren Uit den kindermond DE SENSATIE DER SNELHEID De aard van het water vliegtuig In de chemie Geen uitzondering Raak ■nniiii Woensdag ÏO Augustus 'Critiek Duplicaat Vanzelf VERHAAL VAN DEN DAG Een blik, die den Czaar redde Nog zoo dom niet Obstinaat Alle abonné's £g"nd f3000.-^VXi^eX^V^n^ 750.- SSoS&Sf250.- vofn 'SFSi f125.-f50.-ïlT~ hor*I%f40.- TïïgS AANGIFTE MOET OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL FEUILLETON7 Te Smyrna, waar in oude romantische tijden roovers en zwendelaars de geschiedenis maakten, te Smyrna, dat ook nu nog niet heelemaal vrij is van „1001-nacht" bedriegers, heeft zich een gebeurtenis afgespeeld, die ons doet denken aan de historie van den wereldberoemden kapitein van Köpenick. Memdoech Effendi, een sjofele Anatoliër, liep al lang' met de gedachte rond om zich van de in Anatolië heerschende armoede te bevrijden, een belangrijk man te worden, verder: een mejsje Uit een goede Smymasche familie te trouwen en bovendien op een gemakkelijke manier aan de noodige piasters te komen. Daar hij een paar jaar tevoren de school van zijn geboorteplaats Hendek bezocht had, waar hij de Latijnsche spelling geleerd had, kon hij doorgaan voor een intellectueel. En dit kwam hem goed te pas bij de uitvoering van zijn plan. Daar men hem in Smyrna niet kende, liet hij zich visitekaaartjes maken met den titel: Kaimakam: bestuurder van een proviiTcie. Meer hoefde hij niet te doen en zijn rekening klopte precies. Het kaartje deed wonderen. Hij kreeg kleeren zonder dat men direct betaling eischte. De kapper in Smyrna haarkunstenaar ge- heeten verleende hem crediet.In een paar Uur was de bescheiden Memdoech Effendi ver anderd in den trotschen Memdoech Bey. Zoo snel mogelijk probeert hij in contact te komen met officieren, hjj wordt uitgenoodigd om een bezoek te brengen aan de militaire club en daar de stemming weldra uitstekend wordt, is de club in minder dan geen tijd een lid rijker, ni. den edelen Memdoech Bey. Deze voelt zich hoe langer hoe vorsteljjker worden en blijft de vertering schuldig. Hierin ziet niemand evenwel iets kwaads; de andere officieren betalen ook pas aan het eind van de maand. Alle leveranciers en caféhouders zijn overigens zeer genegen om het nieuwe lid van de mili taire club, dat men altijd in gezelschap ziet van officieren, het noodige te verstrekken zonder daarbij onmiddellijk kwitantie aan te bieden. Slechts één der heeren, die toevallig geld Waarom gaat vader toch eiken ochtend naar kantoor? vroeg kleine Toon. Dat doet je vader, om Toon 's middags goed, lekker eten te kunnen geven! zei moeder. Eenige dagen later aan tafel, toen er wat was, dat Toon heelemaal niet lustte, zei de kleine bengel: Vader! Ja Toontje? U hebt zeker vandaag niet veel te doen gehad op kantoor, hé? noodig heeft, verzoekt den Bey beleefd om de schuld meteen te voldoen. De Bey verklaart, dat hij het nu te druk heeft, omdat hij onmiddellijk naar Hendek moet vertrekken om zijn ambte naren hun salaris uit te keeren. Dit wekt eenig wantrouwen op. Memdoech is intusschen vertrokken, maar in plaats van naar Hendek te g"aan, heeft hij een taxi gehuurd en is daarin naar Manissa gere den, dat op 70 K.M. afstand ligt. De chauffeur krijgt zijn geld natuurlijk ook niet te zien; Memdoech moet immers weer naar Smyrna terug ook. Het beste hotel van Manissa is voor den Bey niet goed genoeg. Ook hier wordt iedereen inge nomen door het mooie visitekaartje. Een vroolijk avondje volgt nog, maar dan komt de wrekende Nemesis. Juist toen meneer de provinciebestuurder in slaap zou vallen, verscheen de Manissasche politie, die gewaarschuwd was door de politie van Smyrna. Memdoech Bêy werd gearresteerd en veranderde met bekwamen spoed weer in Memdoech Effendi. Wing-Commander A. H. Orlebar, houder van het wereldrecord van 655.7 K.M. per uur, heeft in een interview een en ander verteld van zijn gewaarwordingen bij het vliegen met groote snel heden, vooral bij het opstijgen en landen. Hij vertelde dat, wanneer men maar eenmaal in de lucht is met het kleine race-watervliegtuig, de gewaarwordingen niet anders zijn dan bij elke andere vlucht. Het opstijgen en landen zijn ech ter beide zeer eigenaardig. Bij het snelle taxiën over het water vóór het opstijgen wordt het toe stel geheel gehuld in een wolk van waterdrup pels, zoodat men niets kan zien. Het toestel van Orlebar zwenkt bovendien aanvankelijk sterk naar links, voordat het roer begint te werken. De piloot kan niets anders doen dan zijn hand les in den juisten stand houden om er dadelijk gebruik van te kunnen maken, zoodra het vlieg tuig er weer aan gehoorzaamt. Wanneer zij eenmaal in de lucht waren op voldoende hoogte, kan men de vliegtuigen van het type, waarmee in 1931 de Schneider Cup werd gewonnen, laten vliegen met een snel heid van 525 K.M. per uur met handen en voe ten los. Vlak voor het opstijgen heeft het vlieg tuig zeer veel te verduren, zoodanig, dat de pi loot zelfs het geringstd rimpeltje op het wa ter door het geheele toestel voelt schokken. Aangezien deze vliegtuigen een zeer .kleine vleugeloppervlakte hebben, moet men Janden met een snelheid van niet minder dan 250 K.M. per uur. Op het oogenblik, dat het vlieg tuig het water aanraakt, moet de piloot ver achterover leunen om te voorkomen, dat hij tegen het windscherm geworpen wordt door den schok en zijn vliegbril breekt. Orlebar gaf toe, dat de wedstrijden om den Schneider Cup een vliegtuigtype hebben doen ontstaan, dat in dien vorm geen praktische waarde had. Er is echter dank zij deze wedstrijden in den loop der jaren veel waardevolle kennis verzameld en het geld, dat beschikbaar werd gesteld in de hoop, de race te winnen, maakte het moge- inmniiimiBmi mniiiuiiniiints Nu de "bloeitijd der tomaten In zijn volle actie staat, Zien wij ook. de reuze groeikracht Van de vinding: automaat! Want de wet op winkelsluiting Helpt hierbij een handje mee, Want zij streeft toch naar vacanties? En naar dagjes aan de zee? Dus het moet wel, dat men daarbij Het verkoopen over laat Aan dien ijzeren bediende, Den gelakten automaat! Nu geen praatjes hoe het weer is, Nu geen buigen of beleefd: Weet u zeker, heer of dame, Dat u niets vergeten heeft? Niemand kent nu nog zijn klanten, Want terwijl men wand'len gaat, Komt de klant en gooit een geldstuk Zwijgend in den automaat! En zoo gaan wij automatisch Naar een arbeidswet, die véél Rust en wandeltochtjes voorschrijft Aan bedienend personeel. Nu ten slotte nog een wetje: Zet je personeel op straat, Want het werken is alleen goed Voor een stommen automaat! MARTIN BERDEN I I (Nadruk verboden) lijk om vele concrete resultaten te bereiken, die de luchtvaart in het algemeen ten goede kwamen. Wing-Commander Orlebar was van meening dat diezelfde resultaten, wanneer zij op andere wijze bereikt hadden moeten worden, vermoedelijk veel meer geld zouden hebben ge kost. Verder sprak hij de verwachting uit dat de snelheid, die thans voor hem een wereld record beteekent, in een niet al te verre toe komst de gemiddelde snelheid van een vracht vliegtuig zou zijn! Professor tot student in de scheikunde: Zegt u mij eens in welke verbinding lost goud het snelste op. Student: In het huwelijk. Dame: Gelooft u werkelijk, dat het onge luk brengt wanneer men op Vrijdag trouwt? Heer: Zeker, waarom zou de Vrijdag 'n uitzondering maken? Een impertinent winkelbediende besloot, tot algemeen vermaak, een grap te hebben met een bejaard buitenman, die zooeven den boek winkel binnenstapte. U komt zeker van buiten, niet? Ja, meneer. Dan heb ik hier juist een geschikt boek voor u. Hoe heet 't? Iets over het opfokken van ezels. Nee, dat kan ik niet gebruiken. Maar dót moest u uw moeder cadeau geven. Den volgenden morgen wilde Piet niet uit zijn bed komen. Op staan, commandeerde Jaap, doch Pietje trok een raar gezicht en beweerde ziek te zijn. Maar vader de Bie kende zijn zoontje wel. Piet werd uit bed gezet en nadat ie zich aangekleed had. nam Vader de Bie hem op en zei; „En vandaag geen vliegen lee- ren, maar honing puren," Vader de Bie zette Piet bij een bloem neer en leerde hem toen hoe ie heel voorzichtig het zoete vocht uit de kelk moest zuigen. Nou, Pietje vond, dat er heelemaal niets aan was. Dat kon iedereen wel meende Pietje, maar daar kon ie zich wel eens in vergissen. Zoodra vader de Bie weggging, riep Pietje enkele kevertjes by hem en deed net als een waar ie op speelde. HUIZEN (296 M.) 8 uur N.C-R.V. Schrift lezing; 8.15 Morgenconcert; 10 uur Zang door het N.C-R.V.-dameskoor; 10.30 Korte zieken- dienst door Ds. L. Oranje; 11 uur Harmonium bespeling door M. P. Jurjaanz; 12 u. Politie berichten; 12.15 Middagconcert; 2 u. Verzor ging zender; 230 Lezen van Christel, lectuur, door mej. M. Wentink: „Gouden Teugels"; 3 uur Het Delftsche Trio; 5 u. Kinderuurtje; 6 u. Concert; 7.15 J. Schipper,- secretaris van het Chr. Nat. Vakverbond in Nederland; 7-30 Poli tieberichten; 7-45 Persberichten van het Ned. Chr. Persbureau; 8 u. Bidstond der Geref. Ver. v. Drankbestrijding; 9 u. Concert door de Haar- lemsche Orkestvereenigtng, o.l.v. Marinus Na- dam; 10 u. Persberichten van het Persbureau Vaz Dias te Amsterdam; 10.30 Gramofoonpl. HILVERSUM (1875 M.) 6.-45 V. A. R. A. Lichaamsoefeningen o.l.v. G. Kleerekoper; 7.30 idem; 8 u. Gramofoonmuziek. V.P.R.O. 10 u. Morgenwijding. V.A.R.A. 10.15 Uitzending voor de arbeiders in de Continubedrijven; 12 u. Vara-Septet o-l-v. Is. Eyl; 1.45 Verzorging van den zender; 2.15 Vara-Septet o.l.v. Is. Eyl; 3 u. Vara klein orkest o.lv. Jan van der Horst; 5.30 Gramofoonmuziek; 6 u. Onderwijsfonds voor de Binnenvaart; 6.30 Radio Volks Univer siteit. V.A-R-A 7 u. The Four Serenaders accordeonvirtuozen; 7.20 „De Zelfmoordenaar"; 7.50 The Four Serenaders; 11.15 Persberichten van het Persbureau Vaz Dias; 11.30 Gramofoon muziek. BRUSSEL (509 M.) 5-20 Dansmuziek uit de Kurzaal te Ostende; 6.50 Gramofoonmuziek; 8.20 Cello-recital; 9.15 Gramofoonmuziek; 9.20 Concert o.l.v. Karl Candael uit het Casino te Knocke. KALUNDBORG (1153 M.) 3.50 Concert uit Restaurant „LTvex" orkest o.l.v. Teddy Peter sen; 9.50 fluitsoli; 10.25 Omroeporkest o.l-v. Wail- ther Meyer-Radon. BERLIJN (419 M.) 7.55 Vocaalconcert; 8.40 Helmund programma-,jNotstandsorchester Ber- lin-Mitte" o.l.v. Eugen Sonntag; 9.30 „Frühlings- luft", operette. HAMBURG (372 M.) 1.35 Gramofoonmuziek; 2.30 idem; 4.50 Concert; 7.40 Concert; 10.40 No- rag orkest van Hannover o.l.v. Otto Ebel von Sosen; KÖNIGSWUSTERHAUSEN (1635 M.) 220 Gramofoonmuziek; 4.50 Concert. LANGENBERG (472 M.) 12.20 Populair Con cert o.l.v. Erich Klosz; 150 Concert o.l.v. Eysoldt. DAVENTRY (1554 M.) 12.20 Orgelconcert; 1.50 Concert; 3.50 Concert; 5.05 Orgelconcert; 10.20 Concert; 11.20 B.B.O. dansorkest. PARIJS (Eiftel 144 M.; Parijs R. 1725 M.) 8.50 en 12.50 uur: Concert o.l.v. Ed. Flament; Gra mofoonmuziek; 7.20 idem; 9.05 Kamermuziek; 9.50 Concert. MILAAN (331 M.) 8.50 Radiotooneel. ROME (441 M.) 8.50 Programma Milaan. WEENEN (517 M.) 8.05 Concert door het Weensche Symphonie -orkest o.l.v. Arthur Lö- wenstein; 10.20 Populair Concert. WARSCHAU (1411 M.) 3 20 Populair Con cert door het omroeporkest o.l.v. Cas. Wilko- mirski; 6.30 Populaire- en Dansmuziek; 8.20 Vocaal Cc eert; 9.10 Solisten-concert; 10.20 dansmuziek. BEROMUNSTER (460 M.) 8.20 Concert door Omroeporkest; 10.05 Concert door het Omroep orkest o.l.v. Hermann Hofmann. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS Schilder (tot zijn collega): Nu, wat zeg je van mijn schilderij. Moet ik er nog iets aan veranderen of verbeteren? Collega: Ik zou je raden de figuren over te schilderen en wat den achtergrond aangaat, dien zou ik geheel anders maken. A: En je bent zoo weer een gelukkige vader geworden? B: Jawel, van 'n tweeling! A: Hoe heeten de kinderen? B: De eene heet Kaatje. A: En de andere, zeker Duplicaat je. Een buitenman had eens een kennis uit de stad op bezoek en hij noodigde hem uit uit rij den te gaan. Onderweg sloeg 't paard op hol. Ik wou dat ik er uit was, zei de stads- mensch. O, als je even wacht, ga je vanzelf, zei de boer lakoniek Niets kon mevrouw Jansen afbrengen van d'r idee dat een nieuwe hoed onontbeerlijk was voor haar geluk. Tegelijkertijd was ook mevrouw Pietersen er van overtuigd, dat, zonder een nieu wen hoed, het voor haar een onmogelijkheid was, op klaarlichten daghaar hoofd buiten de voordeur te steken. Vreemd genoeg deden beide dames deze ont dekking precies op het zelfde oogenblik. Op zichzelf was het echter niets opmerkelijks, dat de echtgenooten der beide dames de meening waren toegedaan, dat het vrouwelijk schoon hunner wederhelften door een nieuwen hoed niet meer kon worden verhoogd weshalve ze vriendelijk maar beslist weigerden, den wensch financieel "te steunen. „Als je een nieuwen hoed wilt hebben, Marie," zei mijnheer Jansen, „zul je hem zelf moeten betalen." „Tenzij je hem zelf betaalt, Mina," zei mijn heer Pietersen; „zul je nog een jaar met een nieuwen hoed moeten wachten." Iedereen die de vrouwelijke standvastigheid kent, waar het een nieuwen hoed betreft, zal be grijpen, dat zoo'n weigering slechts ten gevolge heeft, dat het verlangen des te grooter wordt. Er mocht van komen wat komen wilde, een nieuwen hoed zouden ze hebben, verklaarden de dames beslist. Drie dagen reeds was de vrede tusschen de echtelieden Jansen verstoord en gedurende dat zelfde tijdsverloop heerschte er stilte, benau wende stilte in den huize Pietersen. Op den morgen van den vierden dag einde lijk verwaardigde mevrouw Jansen zich haar man triomfantelijk toe te voegen: „Ik ga vandaag een nieuwen hoed koopen, Gerrit en jij kunt je geld houden." Het'doet me genoegen dit te hooren, lieve!" antwoordde de heer Jansen op zoetsappigen toon. Dienzelfden morgen aan 't ontbijt werd door mevrouw Pieterse de stilte verbroken met de woorden: „Je kan je geld oppotten. Frans! Ik koop vandaag zelf een nieuwen hoed." „Een zeer kordaat besluit, waaraan ik mijn bewondering niet vermag te onthouden," klonk het sarcastisch van het hoofd van 't gezin. Dien namiddag ontmoetten mevrouw Jansen en mevrouw Pietersen elkaar. „Wel, dat is een verrassing," zei de eerste, „ik was juist op weg naar je toe, lieve!" „Hoe gelukkig dat we elkaar ontmoetten; „antwoordde de tweede. „Ik stond te wachten op de tram om naar je toe te gaan!" „En ik stapte juist uit de tram om naar een nieuwen hoed te zien!" „Wel, da's merkwaardig!" riep mevrouw Pie tersen, „ik wil juist ook naar een hoed kijken." ,.Bij Cornelissen moeten keurige hoedjes te koop zijn. Echte snoesjes!" „Cornelissen? Wel, daar wilde ik juist naar toe." „Laten we dan samen gaan." „Zeker; we kunnen natuurlijk eens kijken. En als er niets is dat ons bevalt.... Dan behoe ven we niet te koopen." „Natuurlijk niet." „Ze stapten den winkel binnen. De modiste kwam zelf naar voren. „Dag dames! Wat is er van uw dienst?" vroeg Ze glimlachend. „M'n vriendin heeft een nieuwen hoed noo dig!" zei mevrouw Jansen. ,,'t Is zij, mijn vriendin, die een nieuwen hoed moet hebben!" verklaarde nu mevrouw Pieter sen. Juffrouw Cornelissen boog. „Dat zijn dus twee nieuwe hoeden!" „Ik wilde mevrouw Pietersen met 'u in ken nis brengen," hernam mevrouw Jansen. „Ik kom u een nieuwe klant bezorgen, juf frouw Cornelissen," zei mevrouw Pietersen. De modiste boog weer. „Uitstekend!" riep ze; „welken prijs denkt u te besteden?" „O, ik heb geen hoed noodig," antwoordde mevrouw Jansen haastig. „Het is voor mijn vriendin." „In 't geheel niet!" verklaarde mevrouw Pietersen: „Het is mijn vriendin, die een hoed wenscht te koopen." „Heb ik jou niet hier gebracht?" vroeg me vrouw Jansen, zich opwindend. „Neen, ik heb jou hier gebracht," klonk het even vinnige bescheid. Mevrouw Jansen keerde zich verwoed om en verliet haastig den winkel, de deur met geweld achter zich dicht werpend. Een oogenblik staarde mevrouw Pietersen (Wilt u mijn vrouw worden, juffrouw Hups?" „Herhaal uw aanzoek, zoodra u een man bent geworden, me neer Smal." haar heensnellende vriendin verbaasd na en volgde haar voorbeeld, na de modiste een stijf knikje tot afscheid gegeven te hebben. Mevrouw Jansen was rechts gegaan; mevrouw Pietersen ging links. „Wat een gierig serpent," zei de eerste in zich zelf, „om te denken dat ze voor niemandal een hoed zou krijgen door er mij voor te laten betalen." „Zoo'n gemeene kat," mompelde de andere, „te kaal om zelf een hoed te koopen, zou ze er een willen hebben, door er mij een aan te smeren." In de tram haalde mevrouw Jansen uit haar taschje een advertentie te voorschijn, die ze uit het ochtendblad geknipt had. Vol spijt en teleurstelling las ze deze nogmaals: „Cornelissen en Baarman, hoedenmodisten, Niewstraat 20, telef. 203, berichten de ontvangst van nieuwe winterhoeden. Tevens hebben zij de eer haar geachte cliëneele mee te deelen, dat zij voor elke nieuwe klant, die bij haar een hoed in den prijs van 20.of daarboven koopt, een van haar smaakvolle Parijsche hoedjes „dernier cri", cadeau geeft." Mevrouw Jansen frommelde het papier ineen en vertrapte het onder haar voet. Mevrouw Pietersen, eveneens woedend en teleurgesteld huiswaarts keerend, verscheurde dezelfde advertentie in honderd stukjes. En anderwijl vroegen de modisten Cornelis sen en Baarman zich af, of maar lumineuze inval succes zou hebben. De onthullingen uit de Russische archieven worden nog steeds doorgezet. Dezer dagen zijn onbekende documenten ge publiceerd, die betrekking hebben op de voor bereidingen van een „centrale acte", d.w.z. in de taal der revolutionnairen: „Czarenmoord" Na de gewelddadige ontbinding der tweede Rijksduma in Juni 1907 besloot de strijdorga nisatie der Russische sociaal-revolutionnairen in Genève tot den moord op den Czaar, waarvan men tot nu toe om tactische redenen afgezien had. De leider der centrale acte zou Azew zijn. De aanslag zou gepleegd worden in Reval, tij dens een samenkomst van den Czaar met Eduard VII en wel op den nieuwen pantser kruiser „Rurih", die speciaal voor deze bijeen komst der monarchen gebouwd was. Azew begaf zich naar Glasgow, waar het schip op de werf lag en stelde zich daar met Russische officieren der Marine in verbinding, die den bouw van den kruiser van tijd tot tijd controleerden. Onder hen bevond zich een zekere Kostenko, die lid was van een revolutionnaire organisatie. Kostenko ontwierp het plan: een der samen zweerders zou in een kast van het appartement van den Czaar verborgen worden, om van daar uit het schot op den Czaar te lossen. Daar ech ter de tijd der bijeenkomst niet bekend was, moest van dit plan afgezien worden. Azew stelde nu voor onder de bemanning drie gewillige hel pers te zoeken. Zonder groote moeite gelukte het, twee matrozen der .Rustiek" te winnen, die zich bereid verklaarden den Czaar te vermoor den. De beide medeplichtigen Gerasim Awdejew en Peter Kaptelowitsch kregen van de organi satie geladen revolvers. Toen schreven zij af scheidsbrieven aan hun familieleden, waarin zij de motieven van hun daad uitvoerig uiteenzet ten. Toen kwam het oogenblik waarop de Czaar zijn nieuw schip betrad. Op weinige schreden afstand stond Awdejew en juist tot dezen man, die zijn moordenaar wilde zijn, wendde de Czaar zich met het verzoek: „Ik heb geweldigen dorst. Breng mij een glas champagne!" De ma troos keerde zich om en haalde het glas. Onder weg spande hij zijn revolver. Toen hij dan met het glas in de hand, stram in de houding voor Nicolaas stond, voelde hij het wapen in zijn zak! Nog slechts een seconde en het doodelijk schot was gevallen.... het schot dat de wereldge schiedenis misschien in heel andere banen ge leid had. Op dit moment keek de Czaar, die niets ver moedde, den man, die tot het uiterste besloten was, recht in het gezicht enAwdejew sa lueerde, maakte rechtsomkeert en verdween. Nooit was de gelegenheid gunstiger geweest, nu was zij echter onbewust voorbijgegaan. Meester: Wat is het tegenovergestelde van theoloog. Jan? Jan: Theo sprak de waarheid, meester De schoonmoeder van een Turk viel in het water van den Bosporus. Toen de man van het ongeval even later hoorde, sprong hij in het water en zwom dadelijk tegen den stroom op. De helpers aan den wal schreeuwden, dat het mensch natuurlijk stroomafwaarts was gedreven. Ach, riep de Turk, jullie kent mijn schoonmoeder niet, ze is zoo obstinaat, dat ze natuurlijk tegen stroom op is gedreven. ÏHIUIIIII Letty, zeide hij, als je voor jezelf bepaalde Ideeën hebt van een bepaalde toekomst an ders dan waar je hier uitzicht op hebt zeg me die ideeën dan, en ik zal mijn best doen, om je te helpen. Maar als je weg wilt gaan, enkel en alleen, omdat je niet tevreden bent met het leven hier, en omdat je jezelf daar boven verheven acht, nu, dan spijt het me, maar dan zou ik eerder verhinderen, dat Je Wegging, dan dat ik je hielp. Haar oogen schoten vol tranen. O, Mr. Maurice, d&t is het niet, protes teerde zij. Ik ik wil het liever aan niemand vertellen, maar ik ben erg erg dol op iemand die héél anders is, dan ik. En ik geloof, dat hij ook dol op mij is, voegde zij er zachtjes bij. maar hij heeft altijd met dames omgegaan en ik wou ook een beetje een dame worden. Ik dacht, als ik naar Londen ging, dat ik het dan zou kunnen leeren? zei ze peinzend, Maurice lachte vroolijk. Hij legde een oogen blik zijn hand op haar arm. O Letty, Letty! zei hij. Je bent een dwaas, klein meisje! Hoor nu eens, wat ik je zeg. Als het een goede jongen is dan zal hij van je houden, precies zooals je bent. Weet je, wat het zeggen wil: een dame te zijn en een toon beeld van goede manieren? Dat wil zeggen: eenvoudig zijn, natuurlijk zijn. Neem mijn raad aan en ga door met je moeder te helpen doe mee met het leven onder de menschen hier zoek vriendinnetjes onder de andere meisjes en maak jezelf niet wijs, dat Je misschien meer bent, dan een ander. Lees wat, als je tijd hebt ik zal je de boeken bezorgen en breng al je vrijen tijd in de open lucht door. Dat is een gezonde raad, Letty dat kun je op mijn woord gelooven. Hallo, wie is dèit? Een geluid in de laan deed hen beiden om zien. De jonge Bell was juist komen aanrijden en maakte zijn paard aan het hek vast. Hij keek nieuwsgierig in hun richting en Letty trok zich overhaast in huis terug. Enkele oogenblikken later kwam hij het smalle pad op. Hij fronste de wenkbrauwen, terwijl hij over de lage heg van rozen naar Maurice keek, en beantwoordde nauwelijks diens spreken. Dan veranderde hij van gedachte, liep door en ging de hoeve binnen. Hij kwam Mrs. Foulton zelf in de gang tegen en zij verwelkomde hem met een glimlach op het gelaat. Goeden morgen, mr. Bell, riep zij uit, ter wijl zij aan haar boezelaar plukte. Wilt u (niet binnenkomen, mijnheer, en plaats nemen? De zitkamer is weliswaar verhuurd aan mr. Maurice daar, maar hij zit buiten in den tuin en hij zal er geen bezwaar tegen hebben, als u een oogenblikje inkomt. En hoe gaat het met uw vader, mr. Bell? Hij zag er buitengewoon goed uit, toen ik hem de laatste maal zag. De jongeman volgde haar naar binnen, maar weigerde plaats te nemen. O de oude heer maakt het best, Mrs. Foul ton, antwoordde hij. Ik heb hem «ooit anders gekend. Goed. weer voor den oogst he? Prachtig, mijnheer, antwoordde Mrs. Foul ton. Wou u John misschien spreken, Mr. Bell' Hij is ergens achter het huis, of in den boomgaard. Ik kan wel even een jongen naar hem toesturen; of misschien wilt u zelf naar hem toegaan. Ik kwam, om te spreken, Mrs. Foulton, zei de jongeman. En op mijn woord, ik ben niet erg op mijn boodschap gesteld. Mrs. Foulton was zichtbaar ongerust. Ér zijn toch geen moeilijkheden, hoop ik, mijnheer? begon zij. O, het is niets ernstigs, verklaarde hij ge ruststellend. Om u de waarheid te zeggen, het gaat over uw huurder. Over mr. Maurice, mijnheer! riep de vrouw uit. Juist. Weet u ook, hoe lang hij van plan was, bü u te blijven? Hij heeft net weer voor een week inge huurd, mijnheer, antwoordde zij; en een netter, en bedaarder, en geregelder bewoner heb ik nooit gehad, en verlang ik ook niet. Er is toch zeker niets tegen hem, mijnheer? Niéts persoonlijks, zoover ik weet, ant woordde Bell, terwijl hij met zijn rijzweep tegen zijn laarzen tikte. De kwestie hij heeft miss Atherton op een of andere manier be- leedigd, en zij wil hem hiervandaan hebben. No. ELF No. ELF No. ELF Wel, allemachtig! riep Mrs. Foulton in verbazing uit Hij miss Atherton beleedigen! En hij drukt zich altijd zoo keurig uit! Ik kan me niet voorstellen, dat hij ook maar één onge past woord tegen iemand zou zeggen. Hij is naar Rulery gekomen met een be doeling, die niet de goedkeuring van miss Ather ton wegdraagt, verklaarde Bell, en zij wil hem daarom niet in de buurt hebben. Zij weet, dat hij hier woont, en zij verlangt dat u hem onmiddellijk wegstuurt. Mrs Moulton's gezicht betrok. Nu, het spijt me erg, dat te hooren, mijn heer, zei ze. Nog vanmorgen heeft hij de kamérs weer een week ingehuurd, en ik was maar al te blij, dat ik ze aan hem verhuren kon. Wel allemachtig! Dat klinkt zoo ongeveer, hé, mijnheer, dat ik hem moet zeggen, dat hij zijn boeltje pakt, en onmiddellijk maakt, dat hij weg- komt. Ik zal zelf wel met hem spreken, als u dat liever wilt, mrs. Foulton, zei Charles. Natuurlijk verlangt miss Atherton niet, dat u er schade van hebt, en ik heb daarom opdracht, u de huur van de kamers te betalen voor den tijd, dat hij gehuurd heeft. Dat zal ik terstond doen, als u mij wilt zeggen, hoeveel het is. Hij stak zijn hand in zijn zak, doch mrs. Foul ton deed een pas achteruit. De hoeken van haar mond waren vast opeengeklemd. Dank u, mr. Bell, zei ze. Ik zal natuur lijk gehoor geven aan den wensch van miss Atherton, zooals ik dat verplicht ben, maar ik wil geen geld nemen voor de kamers. Niettemin bedank ik u wel. Wees niet dwaas, mrs. Foulton, zei de jongeman op overredenden toon. Miss Ather ton zal boos zijn, als ze hoort, dat u het geld geweigerd hebt. U kunt het evengoed in uw zak steken. Laat eens kijken. Zullen we zeggen: een paar pond voor één week? Mrs. Foulton schudde het hoofd. Ik wil niets hebben, mijnheer. Maar niet temin wél bedankt. En als li een woordje met mr. Maurice zou willen spreken, zou ik u zeer verplicht zijn. Ik zou het liever ieder ander willen laten doen, dan dat ik het zelf deed. Charles haalde zijn schouder op en stak het geld weer in zijn zak. Zooals u wilt, natuurlijk, mrs. Foulton. zeide hij. Ik zal na dadelijk met dien meneer gaan spreken. Hij slenterde de kamer uit en keek over de heg. Mr. Maurice, geloof ik? merkte hij vra gend op. Maurice knikte en stond van zijn stoel op. En u bent de zoon van mr. Bell, is het niet? zei hij beleefd. Een prachtige morgen, hé? De jonge Bell stapte over de rozenstruiken. De beide manden stonden nu tegenover elkaar. Ze waren ongeveer even groot alleen deed de betere snit van Bell's costuum zijn figuur voor- deeliger uitkomen. Het spijt me, u te moeten zeggen, dat ik voor een zeer onaangename boodschap gekomen ben, begon de zoon van den rentmeester. Ik heb er met mrs. Fou—on over gesproken. Werkelijk ?zei Maurice cp vragenden toon. De zaak is, dat u zich de ongenade van onze geachte mee-'-ros op den hals schijnt ge haald te hebben, vervolgde de jonge Bell. Zij is erg gekant tegen die lezingen, die u wou houden, en ze wil u hier vandaan hebben. Het spijt mij, dat te hooren, zei Maurice, en wachtte dan weer. Het is geen aangename taak, ging Charles voort, die hoe langer hoe meer hekel kreeg aan zijn boodschap, maar ik heb Mrs. Foul ton moeten zeggen, datdatkort en goed, dat miss Atherton niet wil, dat haar pachters u in huis nemen. Miss Atherton voert oorlog op groote schaal, merkte Maurice op, met een matten glimlach. En ja, ziet u, zei Bell, op slot van re kening is de heele plaats zoo wat van haar, en er is geen enkele reden, nietwaar, waarom ze er iemand in zou dulden, dien ze liever niet ziet. Geen enkele reden, stemde Maurice em. stig toe. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7