Mgr. Möllmann
als Haarlemmer
Gouden priesterfeest te Sassenheim
ZATERDAG 13 AUGUSTUS
PASTOOR DESSING
1907 - 15 Aug. - 1932
PASTOOR J. NIEHUS
Feest te Bentveld
40 JAAR PRIESTER
Dit jubilé is een jubeldag voor
het geheele Haarlemsche
diocees
Geven wij als geschenk
ons gebed
Het Haarlemsche Katholieke
leven maakte de hooge
jubilaris intens mede
Hooggeeerd stadgenoot
Z. D. H. Mgr. Mathias Petrus Joannes MöllmannVic.-Gen. van het Bisdom Haarlem.
Bouwsteentjes
PASTOOR J. THUS
Stichter van nieuw
bedehuis
Het geloofsleven
PRIESTER ZIJT GIJ
IN EEUWIGHEID
De feeestviering.
PRIESTERJUBILEA IN HET BISDOM HAARLEM
uuiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ immuuniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiintii
Maandag 15 Augustus viert de Zeereerw. Heer
W. C. Dessing zijn zilveren priesterfeest. Oud-
Schoten en Jan Gijzenvaart zijn in feeststem
ming en door de parochianen wordt dit feest
ernstig medegevierd Zondag reeds wordt het
feest geopend met de begroeting van den jubi
leerenden pastoor bij zijn terugkeeren in de
Parochiekerk, na eenige dagen afwezigheid.
Maandag, de eigenlijke feestdag zal op ker
kelijke wijze zeer plechtig worden gevierd, ter
wijl overigens ook de geheele parochie zal mede
leven in de receptie welke gehouden wordt
van 23.30 uur en de feestuitvoeringen op
Zondag 21 Augustus en de daaropvolgende da
gen. Woorden van sympathie mogen wij niet
Gratias agamus. Laat ons danken den Heer
onzen God, want dit is passend en recht!
Heden een lofzang van bijzonderen dank, met
en voor dezen hoogverheven en doorluchtigen
priester.
Veertig jaren doorleefd in het bezit der
priesterlijke waardigheid.
Veertig jaren lang iederen morgen gestaan
te hebben aan het altaar in den dienst van
den Grooten Middelaar Christus Jezus, den
Grooten Middelaar tusschen God en de men-
schen.
Wie zal wagen ook maar een poging te
doen om in woord of formule bij benadering
vast te stellen de hoeveelheden van aanbid
ding en dankzegging aan God gebracht, van
gunsten en genaden voor de menschen verwor.
ven dag in dag uit, veertig jaren lang?
Het aanschouwen hiervan in het grondelooze
Licht der Godheid zal voor den priester en
voor alle zaligen in den hemel een der groote
en onuitputtelijke bronnen zijn van geluk en
glorie.
Ditzelfde is de diep liggende, reden waarom
de katholieken zich altijd weer opnieuw ver
blijden en juichen en God danken bij elk pries-
terjubilé dat gevierd wordt.
Behalve het priesterschap zelf is bij derge
lijke vieringen de werkkring aan den jubilee,
renden priester toegewezen een factor van be.
teekenis. De Apostel Paulus zeide reeds (1 Cor,.
12) „er is verscheidenheid van genadegaven,
verscheidenheid van bedieningen, verscheiden
heid van werkingen."
Deze jubilaris heeft gedurende de veertig
jaren van zijn priesterschap zeer bijzondere
bedieningen vervuld, die veel verschillen van de
zielzorg in de parochiën. Hij was lang secre
taris van het Bisdom en daarna bijna reeds 21
jaren Vicaris-Generaal van den Bisschop; twee
belangrijke en zeer verantwoordelijke posten,
beide onmisbare schakels in het apparaat van
$6t bisscöbppelijk bestuur.
Het ambt van secretaris is vrij algemeen
bekend. Een bisschoppelijk Secretariaat omvat
echter heel wat meer zaken, ook zaken van
geheel anderen aard dan die, welke een gewone
secretaris zich gewoonlijk als taak ziet toege
wezen.
Wat de hooge functie van Vicaris-Generaal
in heeft, ligt voor zóó velen in het verborgen,
dat een korte uiteenzetting daarvan hier wel
op haar plaats is.
De Vicaris-Generaal is de eerste ambtenaar
van den Bisschop, diens plaatsvervanger; we
kunnen zelfs zeggen: hij is medebestuurder van
het diocees. Krachtens zijn ambt bezit hij de
zelfde bestuursmachten (niet de wijdingsmach
ten) als de bisschop in alle geestelijke en tij
delijke zaken voor het geheele bisdommelijke
gebied, behoudens enkele uitzonderingen door
het Canoniek Recht of de persoonlijke bepaling
des Bisschops vastgelegd. In zaken van bestuur
heeft hij dezelfde machten en bevoegdheden,
die de Bisschop bezit. Zoo kan hij, evenals de
Bisschop, dispenseeren in verschillende kerke
lijke wetten, aan priesters jurisdictie verleenen
om biecht te hooren, aan besturen, die aan
den Bisschop rekenplichtig zijn, de noodige
machtiging geven om rechtskrachtige handelin
gen te stellen enz. Een dispensatie, een verlof,
een volmacht van den Vicaris-Generaal heeft
dezelfde waarde alsof zij door den Bisschop
zelf gegeven waren. Bij afwezigheid van den
Bisschop rust op hem de geheele zorg voor het
diocees.
Beide ambten van secretaris en van Vicaris-
Generaal missen het aantrekkelijke, het afwis
selende en het vaak troostrijke en fleurige van
de zielzorg die rechtstreeks met de geloovigen
in aanraking is. Toch zijn zij voor de verzor
ging van de geestelijke belangen der geloovigen
onmisbaar. Alles wat op de bisschoppelijke
kanselarij verricht wordt; wat daar geschreven
en geadministreerd, geordend en geregeld
wordt, alle stukken die daar inkomen en uit
gaan, betreft wel degelijk het zieleheil van alle
leden der gemeenschap. Zou dit werk worden
stopgezet, dan zouden de priesters die de ge
wone zielzorg uitoefenen, hun arbeid onmogelijk
kunnen voortzetten.
Dit priesterjubilé van Mgr. Mölmann is der
halve een jubeldag voor het geheele bisdom.
Voor allen heeft de jubilaris veertig jaren ge
werkt; voor allen heeft hij zijn beste krachten
en zijn uitstekende talenten gegeven, en dit
op een wijze die voortreffelijk moet geprezen
worden.
Daarom zijn alle Haarlemsche diocesanen
dank verschuldigd, op de eerste plaats aan
God, Die zich van dezen priester heeft willen
bedienen om voor hun geestelijk welzijn zooveel
goeds tot stand te brengen; en vervolgens aan
den hoogen en doorluchtigen Jubilaris, omdat
hij met onverdroten ijver zooveel zorgen voor
hen heeft gedragen, en den last van veeljarigen
zwaren en dikwijls ook zeer kommervollen ar
beid heeft getorst.
En daarom: Gratias agamus: danken wij
met hem God onzen Heer, want dit is pas
send erij recht. En geven wij hem heden als ge-
Schenk tfcelk geschenk naar zijn eigen ver.
klaring hem het meest aangenaam zal zijn
ons gebed.
Het verzoek wat de jubilaris richtte tot de
studenten van Hageveld op de laatste prijsuit.
deeling, dat zij op 15 Augustus drie Weesge
groeten zouden bidden tot zijne intentie, dur
ven wij hier wel uit te breiden tot alle geloo
vigen van het diocees.
Ad muitos annos!
Warmond, 27 Juli 1932.
H. J. M. TASKIN, Sem. Praes.
Anderen mogen de uitstekende priesterlijke
deugden, de faam van goed geestelijk leider en
bemoediger van bekommerden, de rustelooze
werkkracht, het scherpzinnig inzicht in moei
lijke kwesties, de administratieve vaardigheid in
het nauwkeurig toezicht op de roerende en on
roerende goederen van kerkelijke instellingen
van den jubilaris eeren en bewonderen, voor de
katholieken van Haarlem is Monseigneur Möll
mann vooral de voorname, hoogvereerde stad
genoot, de priester, die, op een bijzonderen uit
kijkpost, weldra veertig jaren met hen het
Haarlemsche katholieke leven intens heeft mee
gemaakt en meegeleefd, de geschiedenis van het
huidige Haarlem heeft helpen maken.
Ook Mgr. Möllmann denkt met klaarblijke
lijk genoegen aan zijn langdurig verblijf in
Haarlem, als hij, zijn oogen tintelend van innige
zielevreugde, spreekt over de geweldige katho
lieke expansie, grooter gewis dan in eenig tijd
vak der kerkelijke geschiedenis, waarvan hij in
Haarlem getuige is geweest.
We hebben met Monseigneur een gezellig
causeur als hij op zijn praatstoel zit een
prettig uurtje over zijn Haarlemschen tijd kun
nen spreken.
Toen ik in 1893, na mijn benoeming door Mgr.
Bottemanne z.g., als secretaris van het bisdom
naar Haarlem kwam, waren er slechts drie ka
tholieke kerken, die aan de Groenmarkt, die
aan de Jansstraat en die aan het Spaarne Dat
was voor dien tijd ook voldoende. Haarlems
bebouwde kom strekte zich aan de noordzijde
niet verder uit, dan tot aan de Bolwerken en
naar den kant van Heemstede en Bloemendaal
waren nog prachtige wandelingen in het vrije
veld te maken. Thans ligt daar een aaneenge
sloten bebouwing en in het dekenaat Haarlem
zijn in de laatste veertig jaar wegens den ge
weldigen bevolkingsaanwas niet minder dan
twaalf nieuwe parochiekerken gesticht.
Ik trof hier als vicaris-generaal Mgr. Callier
aan, die in 1892 was benoemd. Ik kende hem
goed, want hij was op Hageveld een mijner
professoren geweest en in Amsterdam kapelaan
in de parochiekerk waar ik onder behoorde. In
1903 werd Hij mijn bisschop en van 1911 tot aan
Zijn dood was ik Zijn vicaris-generaal als op
volger van wijlen Mgr. Brouwer. Mgr. Botte
manne, die in 1893 bisschop van Haarlem was,
had een strenge levensopvatting, maar een bui
tengewoon gevoelig hart. Ik stel er wel prijs
op, dat eens uitdrukkelijk te verzekeren, want
men heeft Mgr. Bottemanne, geloof ik, nooit
goed gekend en daarom wel eens verkeerd be
oordeeld. Hoewel Hij in de laatste jaren slecht
van gezicht was, maakte Hij ook toen nog zelf
met Sint Nicolaas de surprises voor Zijn secre
tarissen. De bouw van een Haarlemsche ka
thedraal was het ideaal van Zijn levensavond
en het was Zijn groote vreugde, dat Hij het
begin der uitvoering mocht beleven. Het zich
ontwikkelende Haarlem maakte namelijk de
stichting van een nieuwe parochiekerk noodig
in het Westen der stad. Deze plannen werden
gecombineerd met den bouw van een kathe
draal, hoewel velen de Bisschopskerk in het
midden der stad hadden gewenscht In Mei
1895 plantte ik het kruis op de plek, waar den
volgenden dag Mgr. Bottemanne den eersten
steen zou leggen voor den bouw der nieuwe
kathedrale kerk.
Wij mogen in dit verband wel de aandacht
1111:
L..
vestigen op hetgeen de jubileerende vicaris-
generaal voor Haarlem heeft gedaan.
Hoewel de dagelijksche taak van Mgr. Möll
mann èn als secretaris èn als vicaris het ge
heele bisdom Haarlem omvat en niet zoozeer
den priesterlijken arbeid in de stad Haarlem,
heeft Hij ook in den bloei van het Haarlem
sche katholieke leven Zijn aandeel gehad. Velen
zullen zich nog herinneren hoe ijverig de toen
malige secretaris het leger zelateurs en zcla-
tricen aanvoerde en aanvuurde om „bouw
steentjes" voor de kathedraal te verzamelen.
Een bedrag van 75000,kwam op die wijze
bijeen. Den geheelen bouw van de kathedraal,
een monument waar niet alleen de katholieke
Haarlemmers trotsch op zijn, heeft Hij dus in
zijn geheele ontwikkeling en al zijn veelvuldige
en veelzijdige moeilijkheden meegemaakt. Van
de eerste nonnetjes der Mariastichting, die aan
vankelijk in een huis aan de toenmalige Ach
terstraat (nu Anthoniestraat) de wijkverpleging
begonnen, was hij de geestelijke leidsman en
raadgever tevens. In het moderne ziekenhuis
aan de Kamperlaan verblijven nu over de hon-
Mach. X
derd zusters, terwijl de stichting van „Huize
Duinrust" en van het moederhuis op het vroe
gere Boekenrode door de aanwezigheid in Haar
lem van de Mariastichting stellig beïnvloed zal
zijn.
De Kathedraal en de Mariastichting zijn twee
in het oog springende feiten, die de expansie
der katholieke gedachte in Haarlem accen-
tueeren. De kathedraal getuigt tegenover de
oude Bavo van de nieuwe levenskracht van het
geloof der Haarlemsche katholieken; de Maria
stichting symboliseert hun werkkracht en
werklust ook op ander dan zuiver godsdienstig
terrein. Dat Mgr. Möllmann aan den bouw van
deze stichtingen werkzaam heeft deelgenomen,
zal door de Haarlemmers niet vergeten worden
en geeft hem recht op hun dankbaarheid.
In 1893, zoo vertelde Monseigneur ons nog,
waren er in Haarlem, eenige zusterscholen, doch
slechts één R. K. jongensschool, die aan de
Gedempte Oude Gracht. Thans telt Haarlem
tientallen R. K. scholen voor lager onderwijs,
voorbereidend lager onderwijs, buitengewoon la
ger onderwijs, meer uitgebreid lager onderwijs,
middelbaar onderwijs en voorbereidend hooger
onderwijs, huishoud- en nijverheidsonderwijs,
Alleen al wat op dit gebied tot stand kwam,
dwingt bewondering af. En dan het organisa
tiewezen. De in 1888 gestichte R. K. Volksbond,
dien ik hier in 1893 aantrof met andere ver-
eenigingen op charitatief gebied, is gevolgd door
een keur van vereenigingen op sociaal en an
der gebied, die het geheele katholieke leven in
Haarlem in al zijn geledingen omvatten. Voeg
daarbij de patronaten, de R. K. leeszaal, de
kloosters en zoovele andere katholieke instel
lingen, dan is er wel alle reden om God te
danken voor den wasdom, dien Hij schonk aan
het katholiek initiatief in Haarlem.
In verband met het gouden priesterfeest van
den zeereerw. heer pastoor J. Thus te Sassen
heim kunnen wij nog de volgende levensbijzon
derheden mededeelen.
Na zijn priesterwijding in 1882 werd hij aller
eerst kapelaan te Polanen, vervolgens pastoor
te Kralingen bij Rotterdam en tenslotte in 1911
pastoor te Sassenheim, waar hij thans dus reeds
21 jaar zijn zegenrijke werkzaamheden verricht.
Vele belangrijke zaken heeft de pastoor hier
tot stand gebracht.
Zijn eerste werk was de bouw van 'n nieuwe
kerk, een bedehuis, dat ongetwijfeld een voor
uitgaand katholiek dorp als Sassenheim waar
dig is. Met hoeveel energie heeft hij den bouw
daarvan ondanks talrijke moeilijkheden en
tegenslagen weten door te zetten! Wij herin
neren ons nog hoe spoedig de kerk reeds voor
de helft tot stand was gekomen. Groot waren
echter de financieele zorgen en lasten, die
pastoor Thus moest overwinnen.
Somtijds leek het wel of de geheele bouw
moest worden opgegeven. Pastoor Thus behield
echter zijn onverwoestbaar Godsvertrouwen en
gesteund door de onmisbare hulp van zijn
parochianen heeft hij de kerk toch kunnen vol
tooien.
Dat naderhand de toren eenigszins verzakt
is, was tenslotte aan natuurlijke omstandig
heden te wijten.
Pastoor Thus mag trotsch zijn (en is ook
trotsch!) op dit schoone gebouw, waaraan zijn
naam voor verre nageslachten verbonden zal
blijven.
Ook het onderwijs had zijn bijzondere aan
dacht. Op zijn initiatief en dank zij zijn door
tastende werkzaamheid zijn de beide scholen
in Sassenheim (de St. Annaschool en St. Pan-
cratiusschool) tot tweemaal toe uitgebreid en
verfraaid.
Goed onderwijs, zoo meende terecht pastoor
Thus, is een eisch van den tegenwoordigen tijd.
Hij spaarde dan ook moeite noch kosten om
de noodige uitbreidingen en verbeteringen aan
deze scholen aan te brengen.
Daar wij toch over bouwen spreken, memo-
reeren wij hier ook den bouw van het K.S.A.-
gebouw te Sassenheim enkele jaren geleden,
een gebouw dat zoozeer in de behoeften van
het vereenigingsleven voorziet. Dan het St. Ber-
nardus-gesticht. Hoe ging zijn geheele priester
lijke voorliefde uit naar de zieken en zwakken
in de parochie! Met hoeveel zorg omgaf hij
hen en met welk een groote voldoening heeft
hij het St. Bernardus-gesticht voor zieken en
ouden van dagen destijds geopend.
Ontroerend waren de oogenblikken waarop de
oude herder de jongens, die hij had zien op
groeien en die hem als misdienaar nog gediend
hadden aan het altaar, als jeugdig priester kon
assisteeren bij hun eerste H. Mis in hun paro
chiekerk. Waarlijk, dat waren grootsche mo
menten in het leven van pastoor Thus!
Hoevelen heeft hij niet voortgeholpen in hun
studie en hen bij hun strijd voor een plaats in
de maatschappij! Wij zijn ervan overtuigd, dat
zij allen thans met groote dankbaarheid en
erkentelijkheid het gouden priesterfeest van
hun beminden herder zullen komen vieren.
En tenslotte vonden ook de besturen van de
vele vereenigingen een grooten steun bij hun
pastoor, die zoo bijzonder veel van goede mu
ziek en'echt Roomsch tooneel houdt. Ook hier
aan heeft pastoor Thus zijn beste krachten ge
geven en heeft hij heel wat tot stand weten te
brengen.
Zoo gaat Sassenheim thans met groote
vreugde en dankbaarheid het gouden priester
feest van zijn voortreffelijken herder vieren.
De feestdag van Maria ten hemelopneming zal
een dag worden onvergetelijk niet alleen voor
geheel Sassenheim en omgeving, maar ook voor
onzen alom beminden en geachten pastoor
Thus!
Wat de innigheid van het geloofsleven aan
gaat, meende Mgr. tusschen dat van 1890 en
nu, geen groot verschil op te merken. Mis
schien was het veertig jaar geleden over het
geheel minder uiterlijk, meer inwendig beleefd.
De oorzaak hiervan zal dan wel voor een deel
liggen in de door Z. H. Paus Pius X ingestelde
vervroegde H. Communie der kinderen en In
het feit, dat de katholieken, door de omstandig
heden gedwongen, in 1890 in het openbare
leven niet zoozeer op den voorgrond traden als
tegenwoordig.
Uit deze enkele herinneringen moge blijken,
dat het een voor het katholieke geloof in onze
stad wel zeer belangrijk tijdsgewricht was,
waarin Mgr. Möllmann de belangarijke posten
van secretaris van het bisdom en vicaris van
den bisschop vervulde. De groei was zoo ge-
weldig, dat buitenstaanders onwillekeurig
moesten vreezen, dat de bedding door den on-
stuimigen stroom overweldigd zou worden, dat
het niet mogelijk zou zijn de alom uitschieten
de energie te beheerschen en te leiden. Het
aantal katholieken in ons bisdom is in de laat
ste veertig jaren ongeveer verdubbeld; het aan
tal kerken meer dan verdubbeld en de werk
zaamheid der katholieken op sociaal en eco
nomisch gebied hield daarmede gelijken tred.
Met onverzwakte kracht, wijs beleid, begin
selvast en met vertrouwen op God, heeft Mon
seigneur Möllmann zijn zwaar en verantwoor
delijk aandeel in deze eerbiedwekkende taak
op de schouders genomen en gedragen. Een
stut en steun jarenlang van drie onzer Haar
lemsche bisschoppen. Dat feit mag Maandag
blijde worden herdacht.
Maar omvat dan zijn arbeid het geheele
bisdom en bezorgt zijn zakelijk contact met
geestelijken en leeken hem beslommeringen, die
de belangen van de uiterste hoeken der beide
Hollanden en Zeeland raken, zijn woning aan
den Kruisweg ligt in het hartje van Kennemer-
lands hoofdstad en wie, zooals wij, den vicaris-
generaal mocht spreken over Haarlem, weet,
dat deze Amsterdammer van geboorte Haarlem
door en door kent en van alles, wat er omgaat,
merkwaardig goed op de hoogte is, weet ook
dat de stad zijner inwoning zijn genegenheid
heeft.
Dat dit door de Haarlemsche katholieken
gewaardeerd wordt, is gebleken uit de vorming
van een comité uit de Haarlemsche katholie
ken naast het comité van priesters, dat een
herdenking over het heele bisdom waarborgt.
In Haarlem hebben vele excellente priesters
soms jarenlang gearbeid. Z. H. Exc. Mgr. Cal
lier vertoefde hier zelfs van 1892 af tot aan
zijn dood. Maar dat één hunner daar bijna
veertig jaar van zijn priesterlijke loopbaan op
een zoo verantwoordelijken post als die van
Mgr. Möllmann doorbrengt is in de Haarlem
sche kerkgeschiedenis ongetwijfeld een unicum.
En nog is die Haarlemsche periode niet af
gesloten. Monseigneur Möllmann is ongebroken
en geniet een uitstekende gezondheid.
Onder Gods Zegen zal Haarlem nog vele jaren
Z. D. H. Mgr. Möllmann een zijner beste en
werkzaamste burgers kunnen noemen. Zoo zij
het!
Maandag 15 Augustus zal het 25 jaar geleden
zijn, dat de zeereerwaarde heer J. Niehus, pas
toor te Bentveld, de H. Priesterwijding ontving.
De 15e Augustus van het jaar 1907 betee-
kende voor hem het begin van een door God
gezegend priesterleven. In den eenvoud van zijn
persoon en de bescheidenheid van zijn optre
den heeft hij in breeden omvang zijn priester
schap vruchtbaar gemaakt.
Niet in veel uiterlijkheid heeft hij zijn kracht
gezocht, maar in de innerlijke waarde van een
diep beleefd priesterschap. Met weinig woorden
vermag hij veel goeds uit te werken en vooral
de zieken vinden steeds in hem een kalmen en
trouwen bezoeker.
Na 19 jaar als kapelaan in de zielzorg werk
zaam te zijn geweest, o.a. in Amsterdam en in
den Haag, werd hij in Juli 1926 benoemd tot
pastoor van de nog kort bestaande St. Anto-
niusparochie te Bentveld. In dat kleine zeer
eenvoudige kerkje predikt hij den geestelijken
rijkdom van geloof en genade en is er de altijd
bereidvaardige uitdeeler van Gods geheimenis
sen.
Pastoor Niehus begreep, dat een sterke paro-
chieele band de noodige voorwaarde voor een
vruchtbare zielzorg is. Zijn parochianen te bin
den aan hun eigen parochiekerk, dat is de idee
die ten grondslag ligt aan wat pastoor Niehus
tot heil der zielen onderneemt. Ongetwijfeld
zal het voor hem een groote voldoening zijn
juist in het jaar van zijn zilveren priester
jubilé een eigen parochiale school te kunnen
openen, die wat locale ligging, arobitectuur en
inrichting betreft, zeker een model mag ge
noemd worden.
Het zal pastoor Niehus op den dag van zijn
zilveren priesterjubilé niet aan belangstelling
ontbreken.
Wanneer hij Zondagavond in zijn parochie
terugkeert, dan zal het in zijn idee niet zijn
om gehuldigd te worden hij verwacht geen
hulde voor het feit, dat hij 25 jaar zijn hooge
priesterlijke plichten vervuld heeft maar om
te midden van zijn parochianen en met hen
God er voor te danken, dat hij 25 jaar onder
zijn zegen tot heil van vele zielen heeft mogen
arbeiden.
Zonder twijfel is het de wensch van zijn pa
rochianen en van zijn vele vrienden, dat God
hem nog vele jaren schenken zal en dat zijn
priesterlijke ijver met Gods zegen nog langen
tijd de St. Antoniusparochie van Bentveld ten
goede moge komen.
De zeereerw. heer J. Niehus, pastoor der St.
Antoniusparochie te Bentveld, zal op den feest
dag van Maria-ten-Hemelopneming, Maandag
15 Aug. a.s.. zijn zilveren priesterfeest vieren.
Het programma van de feestviering vermeldt
o.a.:
Zondagavond, 14 Aug., om half acht plechtige
intocht in de parochiekerk, waarbij het feestlied
door allen gezongen zal worden.
Toespraak van den weleerw. zeergel. heer J.
H. A. Everts, waarna kort Lof.
Aan het einde hiervan zal het Jubellied wor
den gezongen.
Maandag 15 Aug.: ten 10 ure Plechtige Hoog
mis, op te dragen door den zeereerw. jubilaris.
De heer M. J. M. van Ebbing zal hierna het,
jubellied zingen.
Om één uur: aanbieding in de pastorie van
het huldeblijk en de cadeaux.
Des namiddags van 2 tot 4 uur receptie in de
pastorie.
Om half acht des avonds wordt een plechtig
lof gehouden met toespraak van den jubilaris,
gevolgd door Te Deum en feestlied.