Mgr. Möllmann als Haarlemmer Gouden priesterfeest te Sassenheim ZATERDAG 13 AUGUSTUS PASTOOR DESSING 1907 - 15 Aug. - 1932 PASTOOR J. NIEHUS Feest te Bentveld 40 JAAR PRIESTER Dit jubilé is een jubeldag voor het geheele Haarlemsche diocees Geven wij als geschenk ons gebed Het Haarlemsche Katholieke leven maakte de hooge jubilaris intens mede Hooggeeerd stadgenoot Z. D. H. Mgr. Mathias Petrus Joannes MöllmannVic.-Gen. van het Bisdom Haarlem. Bouwsteentjes PASTOOR J. THUS Stichter van nieuw bedehuis Het geloofsleven PRIESTER ZIJT GIJ IN EEUWIGHEID De feeestviering. PRIESTERJUBILEA IN HET BISDOM HAARLEM uuiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ immuuniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiintii Maandag 15 Augustus viert de Zeereerw. Heer W. C. Dessing zijn zilveren priesterfeest. Oud- Schoten en Jan Gijzenvaart zijn in feeststem ming en door de parochianen wordt dit feest ernstig medegevierd Zondag reeds wordt het feest geopend met de begroeting van den jubi leerenden pastoor bij zijn terugkeeren in de Parochiekerk, na eenige dagen afwezigheid. Maandag, de eigenlijke feestdag zal op ker kelijke wijze zeer plechtig worden gevierd, ter wijl overigens ook de geheele parochie zal mede leven in de receptie welke gehouden wordt van 23.30 uur en de feestuitvoeringen op Zondag 21 Augustus en de daaropvolgende da gen. Woorden van sympathie mogen wij niet Gratias agamus. Laat ons danken den Heer onzen God, want dit is passend en recht! Heden een lofzang van bijzonderen dank, met en voor dezen hoogverheven en doorluchtigen priester. Veertig jaren doorleefd in het bezit der priesterlijke waardigheid. Veertig jaren lang iederen morgen gestaan te hebben aan het altaar in den dienst van den Grooten Middelaar Christus Jezus, den Grooten Middelaar tusschen God en de men- schen. Wie zal wagen ook maar een poging te doen om in woord of formule bij benadering vast te stellen de hoeveelheden van aanbid ding en dankzegging aan God gebracht, van gunsten en genaden voor de menschen verwor. ven dag in dag uit, veertig jaren lang? Het aanschouwen hiervan in het grondelooze Licht der Godheid zal voor den priester en voor alle zaligen in den hemel een der groote en onuitputtelijke bronnen zijn van geluk en glorie. Ditzelfde is de diep liggende, reden waarom de katholieken zich altijd weer opnieuw ver blijden en juichen en God danken bij elk pries- terjubilé dat gevierd wordt. Behalve het priesterschap zelf is bij derge lijke vieringen de werkkring aan den jubilee, renden priester toegewezen een factor van be. teekenis. De Apostel Paulus zeide reeds (1 Cor,. 12) „er is verscheidenheid van genadegaven, verscheidenheid van bedieningen, verscheiden heid van werkingen." Deze jubilaris heeft gedurende de veertig jaren van zijn priesterschap zeer bijzondere bedieningen vervuld, die veel verschillen van de zielzorg in de parochiën. Hij was lang secre taris van het Bisdom en daarna bijna reeds 21 jaren Vicaris-Generaal van den Bisschop; twee belangrijke en zeer verantwoordelijke posten, beide onmisbare schakels in het apparaat van $6t bisscöbppelijk bestuur. Het ambt van secretaris is vrij algemeen bekend. Een bisschoppelijk Secretariaat omvat echter heel wat meer zaken, ook zaken van geheel anderen aard dan die, welke een gewone secretaris zich gewoonlijk als taak ziet toege wezen. Wat de hooge functie van Vicaris-Generaal in heeft, ligt voor zóó velen in het verborgen, dat een korte uiteenzetting daarvan hier wel op haar plaats is. De Vicaris-Generaal is de eerste ambtenaar van den Bisschop, diens plaatsvervanger; we kunnen zelfs zeggen: hij is medebestuurder van het diocees. Krachtens zijn ambt bezit hij de zelfde bestuursmachten (niet de wijdingsmach ten) als de bisschop in alle geestelijke en tij delijke zaken voor het geheele bisdommelijke gebied, behoudens enkele uitzonderingen door het Canoniek Recht of de persoonlijke bepaling des Bisschops vastgelegd. In zaken van bestuur heeft hij dezelfde machten en bevoegdheden, die de Bisschop bezit. Zoo kan hij, evenals de Bisschop, dispenseeren in verschillende kerke lijke wetten, aan priesters jurisdictie verleenen om biecht te hooren, aan besturen, die aan den Bisschop rekenplichtig zijn, de noodige machtiging geven om rechtskrachtige handelin gen te stellen enz. Een dispensatie, een verlof, een volmacht van den Vicaris-Generaal heeft dezelfde waarde alsof zij door den Bisschop zelf gegeven waren. Bij afwezigheid van den Bisschop rust op hem de geheele zorg voor het diocees. Beide ambten van secretaris en van Vicaris- Generaal missen het aantrekkelijke, het afwis selende en het vaak troostrijke en fleurige van de zielzorg die rechtstreeks met de geloovigen in aanraking is. Toch zijn zij voor de verzor ging van de geestelijke belangen der geloovigen onmisbaar. Alles wat op de bisschoppelijke kanselarij verricht wordt; wat daar geschreven en geadministreerd, geordend en geregeld wordt, alle stukken die daar inkomen en uit gaan, betreft wel degelijk het zieleheil van alle leden der gemeenschap. Zou dit werk worden stopgezet, dan zouden de priesters die de ge wone zielzorg uitoefenen, hun arbeid onmogelijk kunnen voortzetten. Dit priesterjubilé van Mgr. Mölmann is der halve een jubeldag voor het geheele bisdom. Voor allen heeft de jubilaris veertig jaren ge werkt; voor allen heeft hij zijn beste krachten en zijn uitstekende talenten gegeven, en dit op een wijze die voortreffelijk moet geprezen worden. Daarom zijn alle Haarlemsche diocesanen dank verschuldigd, op de eerste plaats aan God, Die zich van dezen priester heeft willen bedienen om voor hun geestelijk welzijn zooveel goeds tot stand te brengen; en vervolgens aan den hoogen en doorluchtigen Jubilaris, omdat hij met onverdroten ijver zooveel zorgen voor hen heeft gedragen, en den last van veeljarigen zwaren en dikwijls ook zeer kommervollen ar beid heeft getorst. En daarom: Gratias agamus: danken wij met hem God onzen Heer, want dit is pas send erij recht. En geven wij hem heden als ge- Schenk tfcelk geschenk naar zijn eigen ver. klaring hem het meest aangenaam zal zijn ons gebed. Het verzoek wat de jubilaris richtte tot de studenten van Hageveld op de laatste prijsuit. deeling, dat zij op 15 Augustus drie Weesge groeten zouden bidden tot zijne intentie, dur ven wij hier wel uit te breiden tot alle geloo vigen van het diocees. Ad muitos annos! Warmond, 27 Juli 1932. H. J. M. TASKIN, Sem. Praes. Anderen mogen de uitstekende priesterlijke deugden, de faam van goed geestelijk leider en bemoediger van bekommerden, de rustelooze werkkracht, het scherpzinnig inzicht in moei lijke kwesties, de administratieve vaardigheid in het nauwkeurig toezicht op de roerende en on roerende goederen van kerkelijke instellingen van den jubilaris eeren en bewonderen, voor de katholieken van Haarlem is Monseigneur Möll mann vooral de voorname, hoogvereerde stad genoot, de priester, die, op een bijzonderen uit kijkpost, weldra veertig jaren met hen het Haarlemsche katholieke leven intens heeft mee gemaakt en meegeleefd, de geschiedenis van het huidige Haarlem heeft helpen maken. Ook Mgr. Möllmann denkt met klaarblijke lijk genoegen aan zijn langdurig verblijf in Haarlem, als hij, zijn oogen tintelend van innige zielevreugde, spreekt over de geweldige katho lieke expansie, grooter gewis dan in eenig tijd vak der kerkelijke geschiedenis, waarvan hij in Haarlem getuige is geweest. We hebben met Monseigneur een gezellig causeur als hij op zijn praatstoel zit een prettig uurtje over zijn Haarlemschen tijd kun nen spreken. Toen ik in 1893, na mijn benoeming door Mgr. Bottemanne z.g., als secretaris van het bisdom naar Haarlem kwam, waren er slechts drie ka tholieke kerken, die aan de Groenmarkt, die aan de Jansstraat en die aan het Spaarne Dat was voor dien tijd ook voldoende. Haarlems bebouwde kom strekte zich aan de noordzijde niet verder uit, dan tot aan de Bolwerken en naar den kant van Heemstede en Bloemendaal waren nog prachtige wandelingen in het vrije veld te maken. Thans ligt daar een aaneenge sloten bebouwing en in het dekenaat Haarlem zijn in de laatste veertig jaar wegens den ge weldigen bevolkingsaanwas niet minder dan twaalf nieuwe parochiekerken gesticht. Ik trof hier als vicaris-generaal Mgr. Callier aan, die in 1892 was benoemd. Ik kende hem goed, want hij was op Hageveld een mijner professoren geweest en in Amsterdam kapelaan in de parochiekerk waar ik onder behoorde. In 1903 werd Hij mijn bisschop en van 1911 tot aan Zijn dood was ik Zijn vicaris-generaal als op volger van wijlen Mgr. Brouwer. Mgr. Botte manne, die in 1893 bisschop van Haarlem was, had een strenge levensopvatting, maar een bui tengewoon gevoelig hart. Ik stel er wel prijs op, dat eens uitdrukkelijk te verzekeren, want men heeft Mgr. Bottemanne, geloof ik, nooit goed gekend en daarom wel eens verkeerd be oordeeld. Hoewel Hij in de laatste jaren slecht van gezicht was, maakte Hij ook toen nog zelf met Sint Nicolaas de surprises voor Zijn secre tarissen. De bouw van een Haarlemsche ka thedraal was het ideaal van Zijn levensavond en het was Zijn groote vreugde, dat Hij het begin der uitvoering mocht beleven. Het zich ontwikkelende Haarlem maakte namelijk de stichting van een nieuwe parochiekerk noodig in het Westen der stad. Deze plannen werden gecombineerd met den bouw van een kathe draal, hoewel velen de Bisschopskerk in het midden der stad hadden gewenscht In Mei 1895 plantte ik het kruis op de plek, waar den volgenden dag Mgr. Bottemanne den eersten steen zou leggen voor den bouw der nieuwe kathedrale kerk. Wij mogen in dit verband wel de aandacht 1111: L.. vestigen op hetgeen de jubileerende vicaris- generaal voor Haarlem heeft gedaan. Hoewel de dagelijksche taak van Mgr. Möll mann èn als secretaris èn als vicaris het ge heele bisdom Haarlem omvat en niet zoozeer den priesterlijken arbeid in de stad Haarlem, heeft Hij ook in den bloei van het Haarlem sche katholieke leven Zijn aandeel gehad. Velen zullen zich nog herinneren hoe ijverig de toen malige secretaris het leger zelateurs en zcla- tricen aanvoerde en aanvuurde om „bouw steentjes" voor de kathedraal te verzamelen. Een bedrag van 75000,kwam op die wijze bijeen. Den geheelen bouw van de kathedraal, een monument waar niet alleen de katholieke Haarlemmers trotsch op zijn, heeft Hij dus in zijn geheele ontwikkeling en al zijn veelvuldige en veelzijdige moeilijkheden meegemaakt. Van de eerste nonnetjes der Mariastichting, die aan vankelijk in een huis aan de toenmalige Ach terstraat (nu Anthoniestraat) de wijkverpleging begonnen, was hij de geestelijke leidsman en raadgever tevens. In het moderne ziekenhuis aan de Kamperlaan verblijven nu over de hon- Mach. X derd zusters, terwijl de stichting van „Huize Duinrust" en van het moederhuis op het vroe gere Boekenrode door de aanwezigheid in Haar lem van de Mariastichting stellig beïnvloed zal zijn. De Kathedraal en de Mariastichting zijn twee in het oog springende feiten, die de expansie der katholieke gedachte in Haarlem accen- tueeren. De kathedraal getuigt tegenover de oude Bavo van de nieuwe levenskracht van het geloof der Haarlemsche katholieken; de Maria stichting symboliseert hun werkkracht en werklust ook op ander dan zuiver godsdienstig terrein. Dat Mgr. Möllmann aan den bouw van deze stichtingen werkzaam heeft deelgenomen, zal door de Haarlemmers niet vergeten worden en geeft hem recht op hun dankbaarheid. In 1893, zoo vertelde Monseigneur ons nog, waren er in Haarlem, eenige zusterscholen, doch slechts één R. K. jongensschool, die aan de Gedempte Oude Gracht. Thans telt Haarlem tientallen R. K. scholen voor lager onderwijs, voorbereidend lager onderwijs, buitengewoon la ger onderwijs, meer uitgebreid lager onderwijs, middelbaar onderwijs en voorbereidend hooger onderwijs, huishoud- en nijverheidsonderwijs, Alleen al wat op dit gebied tot stand kwam, dwingt bewondering af. En dan het organisa tiewezen. De in 1888 gestichte R. K. Volksbond, dien ik hier in 1893 aantrof met andere ver- eenigingen op charitatief gebied, is gevolgd door een keur van vereenigingen op sociaal en an der gebied, die het geheele katholieke leven in Haarlem in al zijn geledingen omvatten. Voeg daarbij de patronaten, de R. K. leeszaal, de kloosters en zoovele andere katholieke instel lingen, dan is er wel alle reden om God te danken voor den wasdom, dien Hij schonk aan het katholiek initiatief in Haarlem. In verband met het gouden priesterfeest van den zeereerw. heer pastoor J. Thus te Sassen heim kunnen wij nog de volgende levensbijzon derheden mededeelen. Na zijn priesterwijding in 1882 werd hij aller eerst kapelaan te Polanen, vervolgens pastoor te Kralingen bij Rotterdam en tenslotte in 1911 pastoor te Sassenheim, waar hij thans dus reeds 21 jaar zijn zegenrijke werkzaamheden verricht. Vele belangrijke zaken heeft de pastoor hier tot stand gebracht. Zijn eerste werk was de bouw van 'n nieuwe kerk, een bedehuis, dat ongetwijfeld een voor uitgaand katholiek dorp als Sassenheim waar dig is. Met hoeveel energie heeft hij den bouw daarvan ondanks talrijke moeilijkheden en tegenslagen weten door te zetten! Wij herin neren ons nog hoe spoedig de kerk reeds voor de helft tot stand was gekomen. Groot waren echter de financieele zorgen en lasten, die pastoor Thus moest overwinnen. Somtijds leek het wel of de geheele bouw moest worden opgegeven. Pastoor Thus behield echter zijn onverwoestbaar Godsvertrouwen en gesteund door de onmisbare hulp van zijn parochianen heeft hij de kerk toch kunnen vol tooien. Dat naderhand de toren eenigszins verzakt is, was tenslotte aan natuurlijke omstandig heden te wijten. Pastoor Thus mag trotsch zijn (en is ook trotsch!) op dit schoone gebouw, waaraan zijn naam voor verre nageslachten verbonden zal blijven. Ook het onderwijs had zijn bijzondere aan dacht. Op zijn initiatief en dank zij zijn door tastende werkzaamheid zijn de beide scholen in Sassenheim (de St. Annaschool en St. Pan- cratiusschool) tot tweemaal toe uitgebreid en verfraaid. Goed onderwijs, zoo meende terecht pastoor Thus, is een eisch van den tegenwoordigen tijd. Hij spaarde dan ook moeite noch kosten om de noodige uitbreidingen en verbeteringen aan deze scholen aan te brengen. Daar wij toch over bouwen spreken, memo- reeren wij hier ook den bouw van het K.S.A.- gebouw te Sassenheim enkele jaren geleden, een gebouw dat zoozeer in de behoeften van het vereenigingsleven voorziet. Dan het St. Ber- nardus-gesticht. Hoe ging zijn geheele priester lijke voorliefde uit naar de zieken en zwakken in de parochie! Met hoeveel zorg omgaf hij hen en met welk een groote voldoening heeft hij het St. Bernardus-gesticht voor zieken en ouden van dagen destijds geopend. Ontroerend waren de oogenblikken waarop de oude herder de jongens, die hij had zien op groeien en die hem als misdienaar nog gediend hadden aan het altaar, als jeugdig priester kon assisteeren bij hun eerste H. Mis in hun paro chiekerk. Waarlijk, dat waren grootsche mo menten in het leven van pastoor Thus! Hoevelen heeft hij niet voortgeholpen in hun studie en hen bij hun strijd voor een plaats in de maatschappij! Wij zijn ervan overtuigd, dat zij allen thans met groote dankbaarheid en erkentelijkheid het gouden priesterfeest van hun beminden herder zullen komen vieren. En tenslotte vonden ook de besturen van de vele vereenigingen een grooten steun bij hun pastoor, die zoo bijzonder veel van goede mu ziek en'echt Roomsch tooneel houdt. Ook hier aan heeft pastoor Thus zijn beste krachten ge geven en heeft hij heel wat tot stand weten te brengen. Zoo gaat Sassenheim thans met groote vreugde en dankbaarheid het gouden priester feest van zijn voortreffelijken herder vieren. De feestdag van Maria ten hemelopneming zal een dag worden onvergetelijk niet alleen voor geheel Sassenheim en omgeving, maar ook voor onzen alom beminden en geachten pastoor Thus! Wat de innigheid van het geloofsleven aan gaat, meende Mgr. tusschen dat van 1890 en nu, geen groot verschil op te merken. Mis schien was het veertig jaar geleden over het geheel minder uiterlijk, meer inwendig beleefd. De oorzaak hiervan zal dan wel voor een deel liggen in de door Z. H. Paus Pius X ingestelde vervroegde H. Communie der kinderen en In het feit, dat de katholieken, door de omstandig heden gedwongen, in 1890 in het openbare leven niet zoozeer op den voorgrond traden als tegenwoordig. Uit deze enkele herinneringen moge blijken, dat het een voor het katholieke geloof in onze stad wel zeer belangrijk tijdsgewricht was, waarin Mgr. Möllmann de belangarijke posten van secretaris van het bisdom en vicaris van den bisschop vervulde. De groei was zoo ge- weldig, dat buitenstaanders onwillekeurig moesten vreezen, dat de bedding door den on- stuimigen stroom overweldigd zou worden, dat het niet mogelijk zou zijn de alom uitschieten de energie te beheerschen en te leiden. Het aantal katholieken in ons bisdom is in de laat ste veertig jaren ongeveer verdubbeld; het aan tal kerken meer dan verdubbeld en de werk zaamheid der katholieken op sociaal en eco nomisch gebied hield daarmede gelijken tred. Met onverzwakte kracht, wijs beleid, begin selvast en met vertrouwen op God, heeft Mon seigneur Möllmann zijn zwaar en verantwoor delijk aandeel in deze eerbiedwekkende taak op de schouders genomen en gedragen. Een stut en steun jarenlang van drie onzer Haar lemsche bisschoppen. Dat feit mag Maandag blijde worden herdacht. Maar omvat dan zijn arbeid het geheele bisdom en bezorgt zijn zakelijk contact met geestelijken en leeken hem beslommeringen, die de belangen van de uiterste hoeken der beide Hollanden en Zeeland raken, zijn woning aan den Kruisweg ligt in het hartje van Kennemer- lands hoofdstad en wie, zooals wij, den vicaris- generaal mocht spreken over Haarlem, weet, dat deze Amsterdammer van geboorte Haarlem door en door kent en van alles, wat er omgaat, merkwaardig goed op de hoogte is, weet ook dat de stad zijner inwoning zijn genegenheid heeft. Dat dit door de Haarlemsche katholieken gewaardeerd wordt, is gebleken uit de vorming van een comité uit de Haarlemsche katholie ken naast het comité van priesters, dat een herdenking over het heele bisdom waarborgt. In Haarlem hebben vele excellente priesters soms jarenlang gearbeid. Z. H. Exc. Mgr. Cal lier vertoefde hier zelfs van 1892 af tot aan zijn dood. Maar dat één hunner daar bijna veertig jaar van zijn priesterlijke loopbaan op een zoo verantwoordelijken post als die van Mgr. Möllmann doorbrengt is in de Haarlem sche kerkgeschiedenis ongetwijfeld een unicum. En nog is die Haarlemsche periode niet af gesloten. Monseigneur Möllmann is ongebroken en geniet een uitstekende gezondheid. Onder Gods Zegen zal Haarlem nog vele jaren Z. D. H. Mgr. Möllmann een zijner beste en werkzaamste burgers kunnen noemen. Zoo zij het! Maandag 15 Augustus zal het 25 jaar geleden zijn, dat de zeereerwaarde heer J. Niehus, pas toor te Bentveld, de H. Priesterwijding ontving. De 15e Augustus van het jaar 1907 betee- kende voor hem het begin van een door God gezegend priesterleven. In den eenvoud van zijn persoon en de bescheidenheid van zijn optre den heeft hij in breeden omvang zijn priester schap vruchtbaar gemaakt. Niet in veel uiterlijkheid heeft hij zijn kracht gezocht, maar in de innerlijke waarde van een diep beleefd priesterschap. Met weinig woorden vermag hij veel goeds uit te werken en vooral de zieken vinden steeds in hem een kalmen en trouwen bezoeker. Na 19 jaar als kapelaan in de zielzorg werk zaam te zijn geweest, o.a. in Amsterdam en in den Haag, werd hij in Juli 1926 benoemd tot pastoor van de nog kort bestaande St. Anto- niusparochie te Bentveld. In dat kleine zeer eenvoudige kerkje predikt hij den geestelijken rijkdom van geloof en genade en is er de altijd bereidvaardige uitdeeler van Gods geheimenis sen. Pastoor Niehus begreep, dat een sterke paro- chieele band de noodige voorwaarde voor een vruchtbare zielzorg is. Zijn parochianen te bin den aan hun eigen parochiekerk, dat is de idee die ten grondslag ligt aan wat pastoor Niehus tot heil der zielen onderneemt. Ongetwijfeld zal het voor hem een groote voldoening zijn juist in het jaar van zijn zilveren priester jubilé een eigen parochiale school te kunnen openen, die wat locale ligging, arobitectuur en inrichting betreft, zeker een model mag ge noemd worden. Het zal pastoor Niehus op den dag van zijn zilveren priesterjubilé niet aan belangstelling ontbreken. Wanneer hij Zondagavond in zijn parochie terugkeert, dan zal het in zijn idee niet zijn om gehuldigd te worden hij verwacht geen hulde voor het feit, dat hij 25 jaar zijn hooge priesterlijke plichten vervuld heeft maar om te midden van zijn parochianen en met hen God er voor te danken, dat hij 25 jaar onder zijn zegen tot heil van vele zielen heeft mogen arbeiden. Zonder twijfel is het de wensch van zijn pa rochianen en van zijn vele vrienden, dat God hem nog vele jaren schenken zal en dat zijn priesterlijke ijver met Gods zegen nog langen tijd de St. Antoniusparochie van Bentveld ten goede moge komen. De zeereerw. heer J. Niehus, pastoor der St. Antoniusparochie te Bentveld, zal op den feest dag van Maria-ten-Hemelopneming, Maandag 15 Aug. a.s.. zijn zilveren priesterfeest vieren. Het programma van de feestviering vermeldt o.a.: Zondagavond, 14 Aug., om half acht plechtige intocht in de parochiekerk, waarbij het feestlied door allen gezongen zal worden. Toespraak van den weleerw. zeergel. heer J. H. A. Everts, waarna kort Lof. Aan het einde hiervan zal het Jubellied wor den gezongen. Maandag 15 Aug.: ten 10 ure Plechtige Hoog mis, op te dragen door den zeereerw. jubilaris. De heer M. J. M. van Ebbing zal hierna het, jubellied zingen. Om één uur: aanbieding in de pastorie van het huldeblijk en de cadeaux. Des namiddags van 2 tot 4 uur receptie in de pastorie. Om half acht des avonds wordt een plechtig lof gehouden met toespraak van den jubilaris, gevolgd door Te Deum en feestlied.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9