Mgr. dr. W. H. Nolens herdacht Prikkeldraad De groote lijnen getrokken WOENSDAG 17 AUGUSTUS Waardige hulde Inval in een speelhol ONTWERP-PROGRAM1933 EN RAPPORT-WEL TER Vertrouwen gevraagd Spoorbrug bij Zalt-Bommel Moskou's struisvogel politiek R.K. SPORTBEWEGING Mgr. Aengenent spreekt Hazardspelers op heeterdaad betrapt DE CRISISVARKENSWET R.K STAATSPARTIJ Beginselen vooraan! NA DE STIKSTOFCONVENTIE ONVRIJWILLIGE AFKOELING VERBORGEN GEWEREN W erkloozensteun BLIKSEM INGESLAGEN LEELIJKE VAL BOEDDHISTISCH GESCHENK Aan Z. H. den Paus H. H. WIJDINGEN Het pas verschenen f aarboek van Rolduc zingt op vele tonen het lied van jonge levensvreugd en vrome dankbaarheid. Het vergeet natuurlijk de groote dooden niet, wier namen met gouden letteren in in Roldues Annalen staan opgeteekend. Zoo vindt de groot staatsman, van wiens heengaan we over veertien dagen het eerste jaargetijde herdenken, er zijn „In Memo- riam", van de hand van prof. dr. M. J. H. Cobbenhagen. We veroorloven ons hier eenige treffende gedachten uit deze mooie levensschets over te nemen: „Slechts aan enkelen is het vergund ge weest de laatste levensweken van dezen man, die uit eigen wil de eenzame bleef tot het einde, van nabij mee te leven. Alleen met zich zelf, klaar van geest en met het volle weten van den naderenden dood, alles regelend wat geregeld worden moest en dat enkele weken lang, is wel een voorbereiding op den grooten overgang in de eeuwigheid, die als aangepast was aan een karakter, dat zich kenmerkte door beleid en zorgvuldige voorbereiding van elke belangrijke daad, doch het eischt tevens een sterkte van ziel zóó groot, dat menigeen in de Augustus maand van het vorig jaar met eerbied heeft opgezien naar het hooge, stoere huis op de Prinsegracht." Na de vermelding van een reeks belang rijke data in Nolens' leven, komt de figuur van den staatsman voor ons te staan: „Nolens, de priester-staatsman! Hij werd dit in 1896, toen hij zijn intrede deed in de Tweede Kamer der Staten-Generaal als afgevaardigde van het district Venlo: hij bleef lid van deze Kamer sinds de even redige vertegenwoordiging als de voortrek ker der Limburgsche lijst tot zijn dood, onafgebroken. Een unicum in onze parle mentaire geschiedenis, die immers leert, hoe alle vooraanstaande parlementaire figuren tijdelijk uit de Kamer traden om zitting te nemen in de hooge landsregeering. Ook Nolens heeft zijn kans gehad met name in 1918, toen hem de kabinetsformatie was opgedragen, die hij uitvoerde, zonder zelf in den Ministerraad zitting te nemen. Een daad, die getuigde van zin voor realiteit, kennis van het Nederlandsche volk, dat een katholiek priester liever niet zag in de landsregeering, kennis ook van zichzelf en den eigen aard zijner talenten, die hem meer tot parlementair leider dan tot minis ter geschikt maakten. Want een parlemen tair leider van de eerste orde was hij. Geen volksleider, daarvoor ontbrak hem het élan en de suggestieve welsprekendheid. Dit ge mis aan een talent, dat Schaepman sierde, maar vooral het deel was van den genialen staatsman en volksleider dr. A. Kuyper, heeft de vergaderingen van den partijraad, die Nolens leiden moest als voorzitter der Katholieke Kamerfractie tot een torment gemaakt voor hem zelf en tot een oorzaak van onbevredigdheid voor vele leden van den partijraad. Typeerend is in dit opzicht de markante tegenstelling tusschen Nolens en den huidigen voorzitter van den partij raad mr. Aalberse, Nolens' vriend en op volger. We zeiden reeds, dat Nolens' levensopgang een gelukkige was. Toen Nolens in het open bare leven trad, was de Katholieke emanci patie voldoende gegroeid, om in het publieke leven van de politiek de groote problemen aan de orde te stellen en de oplossing te vragen zooveel mogelijk in katholieken zin. Had Broere den storm, onder onze protes- tantsche landgenooten opgestoken naar aanleiding van het herstel der bisschoppe lijke hiërarchie, door zijn rustig woord tot bedaren gebracht, had Alberdingk Thijm zijn geloofsgenooten uit de schuilhoeken de straat opgejaagd, Schaepman oogstte met zijn redenaarstalent succes bij katholieken e:. niet-katholieke landgenooten en bouwde de coalitie tusschen katholieken en geloovige protestanten, welke politieke verbinding de noodzakelijke voorwaarde schiep voor de verwezenlijking van de eischen der geloovige bevolkingsgroepen op staatkundig terrein." Ook in de wereld der wetenschap was een gunstige kentering gekomen. Bedenk, dat prof. De Louter van Utrecht zijn geliefden leerling Nolens als onderwerp voor zijn dis sertatie voorstelde: „de leer van den H. Tho mas van Aquino over het recht". Er waren meer teekenen van toenadering tusschen protestantsche, neutrale en katholieke ge leerden, er ontbloeide grooter belangstelling voor de wetenschap bij onze geloofsgenooten in binnen- en buitenland. Dat waren inder daad voor den opgang van Nolens gelukkige omstandigheden. Prof. Cobbenhagen ver volgt: Hij had daarenboven een benijdenswaar dig geschikte opleiding genoten, philosophi- sche en theologische priesterstudiën en de universitaire scholing in de rechts- en staatswetenschappen. Hier past een woord van groote hulde aan de Roermondsche Bis schoppen, die vanaf Paredis, tientallen jaren voordat in één der andere Nederland sche diocesen een soortgelijke stap werd ge zet, hun priesters of aanstaande priesters uitzonden naar de universiteiten, aldus ge tuigend van een breedheid van opvatting, een ruimte van blik en een juistheid van inzicht, waarvan ook de Limburgsche clergé, aan wiens vorming de universitair geschool- Maandag heeft in een pand aan de Boompjes te Rotterdam een inval door de politie plaats gehad, daar er vermoed werd, dat in dit pand een speelhol was gevestigd. Reeds geruimen tijd bestond het vermoeden en er waren de politie al eerder verhalen ter oore gekomen, dat er in dit pand gelegenheid tot hazardspelen werd gegeven. Er hadden dan ook reeds eerder inval len plaats, maar zonder resultaat. Maandagmiddag zijn opnieuw een aantal re chercheurs onder leiding van een inspecteur het pand binnengegaan, nadat de politie het huis eerst had omsingeld. Op de eerste étage trof men een gezelschap aan van dertien personen, die om een tafel zaten. Op de tafel werd eenig geld en kokertjes voor het werpen van dobbel- steenen aangetroffen. Alle dertien mannen wer den per politieauto naar het bureau overge bracht. Twaalf van hen, die bezoekers van de speelgelegenheid waren, zijn later weer vrij get laten. De huurder van het kantoorlokaal, waar in het speelhol gevestigd was, zekere W. P. L. T., die geruimen tijd bij de politie bekend staat als houder van speelholen, is in arrest gesteld. de leeraren zich wijdden, de rijke vruchten draagt. Doo>- deze houding heeft het Roer mondsche episcopaat ook aan Nederland in Nolens een staatsman geschonken, die bijna vier decenniën den Staat diende en daarin ook de Kerk: utrique fidelis. De opbouw van de Nederlandsche sociale wetgeving, die een kleinen aanloop nam in 1874 en 1889, valt samen met de jaren van Nolens' Kamerlidmaatschap. Het groote aandeel, dat Nolens in dezen opbouw had, evenals zijn aandeel in de voorbereiding der onderwijspacificatie, die de bekroning bracht van den schoolstrijd, is algemeen bekend. Hij heeft de zorg, aan zijn vorming besteed, met hooge rente terugbetaald. De overtuiging, dat een nationale sociale wetgeving alleen geslaagd kan heeten, wanneer ook in andere landen dan het eigen de sociale toestanden verbeterd wor den, leidde hem al heel spoedig naar de internationale bijeenkomsten, zoowel de particuliere als de officieele van staatsge- delegeerden. Vanaf de eerste internationale arbeidsconferentie te Washington in 1919 tot de zestiende in Genève, vanwaar hij naar Nederland terugkeerde om te sterven, was hij het hoofd der Nederlandsche dele gatie. Hoe deze uiterst-deskundige, die daarenboven met groot gemak de vreemde talen sprak, in dit zoo vaak woelig inter nationaal centrum werd gewaardeerd, bleek uit de benoeming tot president van de con ferentie van 1926, toen hij met een groote, diep katholieke rede het nieuwe secreta riaatsgebouw inwijdde, bleek uit het feit dat directeur Albert Thomas naar Den Haag reisde, om diep-geroerd een eerbiedigen af scheidsgroet te brengen aan het stoffelijk overschot, bleek uit het afscheidswoord, dat Thomas aan hem wijdde in het jaarrapport en in de conferentie van dit voorjaar, enkele dagen voordat Thomas zelf den dood vond, eenzaam en onbekend in een Parijsch restaurant, bleek ten slotte ook uit het wijdingswoord van zijn opvolger ter confe rentie, oud-minister Aalberse." De weg over Wieringen Naar aanleiding van een door den A.N.W.B. en de K.N.A.C. bij het Gemeentebestuur van Wieringen voorgebracht verzoek om een spoedige verbetering van aen slechten toestand van den weg op Wieringen tot den Oever te bevorderen, ontvingen genoemde Vereenigingen van dat Gemeentebestuur welwillend bericht, dat de toestand van den hoofdweg over Wie ringen (Westerlander-, Konings- en Gemeene landsweg) inderdaad zeer slecht is en dat door de geweldige toename van het verkeer als ge volg van de Zuiderzeewerken deze voorheen goed onderhouden weg in enkele jaren in deplora- belen toestand is geraakt, en dit ondanks het feit, dat jaarlijks belangrijke bedragen aan on derhoud zijn besteed (laatste jaar meer dan f 25.000.—). Een afdoende verbetering is reeds jarenlang in overweging; hiervoor is echter de hulp van het Rijk noodig, in de eerste plaats omdat de gemeente niet in staat is de aan verbetering verbonden kosten te betalen, in de tweede plaats omdat de slechte toestand een gevolg is van de Dagelijksch bestuur spreekt zich uit voor handhaving van den bestaanden werkloozen- steun Verschenen is nummer 5 van het maandblad ter voorlichting van de leden en de organen der R. K. Staatsparty, waarin een beschouwing is opgenomen van het Dagelijksch Bestuur, handelend over het ontwerp-program 1933 en het rapport-Weiter. Wy laten het artikel hier in zijn ^geheel vol gen: Het ontwerp-program 1933 zet in met dezen ernstigen aanhef: „De komende parlementaire periode zal in menig opzicht een der gewichtigste en moeilijk ste zqn, die ooit in de moderne politieke ge schiedenis zijn voorgekomen." Het is aan twijfel onderhevig, of de overtui ging, waarmede deze waarheid in het alge meen wordt beaamd, steeds en by een ieder geiyken tred houdt met de bereidvaardige ge zindheid om het aandeel in de noodzakelijke offers zelf mede te dragen. De leiding eener politieke partij, die zich van haar verantwoordelijkheid bewust is, heeft daarom zeker in dezen tijd den zwaren plicht richting te geven aan denken en streven, al lereerst van hen, die in het verleden hebben getoond, die leiding te willen volgen. De R. K. Staatsparty vervult daarbij tevens een bij uit stek nationale taak. Immers van alle partijen omvat zy in haar organisatie de meeste kiezers, en op haar lijsten werd bij de laatste verkiezing voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal het hoogste aantal stemmen uitgebracht. Maar wat gewichtiger is als groote volkspartij omvat zq een belangrijk deel van het volk in al zijn geledingen. Om dit feit is zy aan haar beginsel verplicht te bevorderen die ware saamhoorigheid, welke alleen in staat is moei lijkheden te overwinnen en een betere toe komst op te bouwen. Algemeen oordeel Vervuld van deze gedachten, heeft het Da- geiyksch Bestuur het tot zijn plicht gerekend naar aanleiding van de publicatie van het rapport-Weiter enkele gedachten te ontwikke len, die richting kunnen geven aan het VQr- men van een algemeen oordeel over het com plex van voorstellen, welke in dat rapport wor den gedaan. In dit rapport kan men onder meer zien een concrete belichaming van al thans een deel der moeiiykheden, welke in den aanhef van het ontwerp-program 1933 zijn aan geduid. Het is ondoenlijk en onnuttig de voor stellen hier in bijzonderheden te bespreken. Dit is niet de taak van het Dageiyksch Bestuur. Maar juist met het oog op gedetailleerde be handeling, die elders volgen moet, heeft het nut enkele groote lijnen te trekken. Dat het ontwerp-program 1933 aan het Dagelijksch Bestuur, daarby tot leidraad strekt, spreekt vanzelf uitvoering van Rykswerken. De daarover ge voerde onderhandelingen zijn jarenlang sle pende gebleven; thans is de zaak echter zoover, dat zeer binnenkort met de verbetering begon nen wordt. De bestekken zijn door den Rijks waterstaat reeds opgemaakt. Aan het eind van dit jaar zal hopelijk het werk gereed komen. De directe gevolgen voor den varkensvleeschconsument Maandag is de crisis-varkenswet in werking getreden. Evenals b.v. de boterwet beoogt ook deze wettelijke regeling naast bescherming van den producent de beveiliging van onzen export, een export die voornamelijk plaats vindt in den vorm van bacon en versch geslacht vleesch. Waar het hierom noodzakelijk was om de uit- voerprijzen op het hudige lage niveau te houden, daar anders onze uitvoer te gronde zou gaan, is er met behoud van dat principe naar een middel gezocht om de varkenshouderij te steunen en men is er in geslaagd het te vinden: De binnenlandsche consument zal uiteindelijk moeten betalen. Naar aanleiding van de vraag, in hoeverre de gevolgen van dezen steun voor de consumen ten voelbaar zijn, heeft de „N. A. Crt." zich ge wend tot den heer A. Feberwee, directeur van het Gemeente-slachthuis te Arnhem. Op haar vraag wat het eerste verschijnsel was, wat zich tengevolge van een en ander heeft voorgedaan, zeide de heer Feberwee, dat deze week practisch geen varkens zouden worden geslacht, als gevolg van het feit, dat de slagers in den loop der vorige week twee maal zooveel varkens dan gewoonlijk hadden geslacht, met de bedoeling, de eerste dagen althnas, de gevolgen der steunregeling zoo veel mogelijk te onder vangen. „Hoeveel zal de prijs voor het varkens- vleesch, d w.z. voor dat gedeelte van het varken, dat tegenwoordig het meest in trek is dus zonder het minderprijzige gedeelte bedragen?" informeerden wij. „Dat is niet met zekerheid te zeggen", ant woordde de directeur, „daar dit veel van de omstandigheden afhangt. Hoewel door den gros sier, die bij ons het varken verkoopt 9 ct. per K.G. moet worden betaald, houdt dit natuur lijk niet in, dat ook voor den kleinhandel een gelijke prijsverhooging het gevolg zal zijn. Het „ruwe" varken wordt tegenwoordig maar voor ongeveer één vierde gedeelte door het publiek ge waardeerd. Koppen en pooten zyn vrüwel waar deloos geworden, terwijl het spek weinig opbrengt, zoodat wanneer op de toch al zeer lage prijzen, die hier eventueel voor worden gerekend, ook nog deze steuntoeslag zou worden verhaald, de „afvalproducten" in 't geheel niet meer zouden worden verkocht. Een varken van iOO K G., waar dus „ruw" 9 crisissteun op wordt gestort, heeft een verkoopgewicht aan fijn vleesch van c.a. 35 K.G., op welk laatste gewicht de totale crisislast drukt, wat een prijsverhooging inhoudt van ongeveer 35 cent per K.G. voor dit fijne var- kensvleesch. Op deze wijze heeft men de mogelijkheid ge vonden den uitvoer in stand te houden voor lage prijzen, waar tegenover staat een extra hoog bedrag, dat de binnenlandsche consument voor zijn karbonaadje heeft te betalen". Zoo ooit, dan is het thans allerminst de tijd van simplistische leuzen, van welke zijden die ook mochten worden aangeheven. Dat wil niet zeggen, dat korte, pakkende aanduidingen, ook nu, steeds uit den booze zijn. Maar zeker te genover voorstellen tot bezuiniging in dezen tijd kan men zich niet de gemakkelyke weelde veroorloven van een verwerping met afgrijzen of van een aanvaarding met weemoed. Degenen, die hier hebben te beslissen en allen, die zich een oordeel willen vormen en zich bovendien geroepen achten het uit te spreken, zullen zich ter dege moeten inwerken in de verhoudingen, zakelijke, maar ook persoonlijke. Dit bedoelt ook het ontwerp-program met de uitspraak: „Meer dan ooit is dan ook bezinning noo dig op beginsel en practijk; het beginsel, dat de practijk moet bezielen en gezond houden; de practijk, die het beginsel vruchtbaar moet maken door een uit daden sprekenden wakke ren werkelijkheidszin en vooruitziend beleid." Want al is het niet de tijd van leuzen, de tijd van beginselen is het steeds, zoo mogelijk thans in versterkte mate! Bij de beoordeeling van de voorstellen der Commissie-Weiter moet tot uitgangspunt wor den genomen de omschryving van haar taak. Die luidde: „zoodanige voorstellen te doen als in verband met de noodzakelijkheid van een blijvende en aanzienlijke verlaging van het peil der Rijks uitgaven dienstig zullen zijn." Kennelijk gaat die taak dus verder, dan het zoeken naar evenwicht b.v. voor het crisisjaar 1933. Het is moeilijk met nauwkeurigheid te zeggen, waar in de aardsche verhoudingen de grens ligt van „het blijvende". Toch heeft men te bedenken, dat Rijksuitgaven tot een bedrag van rond 600 millioen gulden, waarop men het tegenwoordige peil kan stellen, niet kunnen worden gehandhaafd, wanneer niet redelijke zekerheid bestaat, dat, tenminste in de eerst komende jaren, op een ongeveer geiyk bedrag aan inkomsten kan worden gerekend. Aard en omvang van deze crisis, in tegenstelling met vorige crises, geven de zeer gewichtige aanwij zing, dat het tegendeel van die zekerheid aan wezig is. Dan moet dus het peil zeker der blij vende uitgaven omlaag. Daarvoor heeft de Staat te zorgen, juist om in dezen tyd „zyn vermogen om helpend en steunend op te tre den niet te ondermijnen" en evenzeer om be langrijke volksgoederen niet in gevaar te bren gen „met name volksonderwijs en sociale voor zieningen". De redelijke kant De vraag biyft natuurlijk: met hoeveel moet het peil omlaag en is alles wat tot verlaging dienstig is, ook aanvaardbaar? De vraag omtrent het aanvaardbare, binnen de grenzen van het mogelijke, is in laatste in stantie, een van zedelijken aard. Voor zoover bezuinigingen meer rechtstreeks op personen inwerken, zal met groote nauwgezetheid moe ten worden overwogen, tot hoever de invloed van deze soort versobering mag gaan op le vende menschen. Het is duideiyk, dat niet met een soort wis kundige zekerheid kan worden bepaald, op welk peil de Rijksuitgaven moeten worden terug gebracht. Wei is het noodzakeiyk te bedenken, dat een aanzienlijk deel der uitgaven niet voor bezuiniging in aanmerking kan komen. Daar zijn vooreerst de pensioenslasten, welke met inbegrip van de Ryksbydragen aan de sociale Naar wij vernemen zal Vrijdag in het vroege morgenuur een der middenstukken van de groote hoofdliggers (lengte 65 Meter, gewicht 210 ton) van de spoorbrug bij Zalt-Bommel, welke door Werkspoor N.V. te Amsterdam wordt gebouwd worden ingeheschen. Sterke inkrimping in Nederland In verband met den afloop der te Schevenin- gen gehouden conferentie van internationale stikstofproducenten, waartoe o.a. de groote con cerns behooren, bericht men ons, dat hierdoor zeer aanzienlijke inkrimping van het bedrijf der Compagnie Néerlandaise de l'Azöte te Sluiskil (Zeeuwsch-Vlaanderen) is veroorzaakt. De producten dezer fabriek die met de com pagnie Norvégienne en de compagnie Beige de l'Azóte, tot de grootste in West-Europa behoort, is als gevolg der Scheveningsche conventie sterk teruggevoerd. Zij werkt thans nog slechts op één derde gedeelte ,van haar capaciteit, waardoor zeer vele arbeiders zijn ontslagen. Gezelschap in de koelcel opgesloten Zondagavond wilden eenige belangstellenden de koelcellen van het gemeentelijk abattoir te Poeldijk (gem. Monster) gaan bezichtigen. Dat is wat al te best gelukt, want toen men in een cel was, viel de celdeur onverwachts achter de belangstellenden in het slot. Een dergelijk verblijf in de koelcel is zelfs in deze warme dagen niet prettig en op alle mo gelijke manieren poogde men dan ook de aan dacht te trekken van hen die buiten de cel wa ren gebleven. Toen dit gelukte, moest een smid worden ge haald, die na bijna drie uur, de celdeur open kon krijgen. Het gezelschap zal intusschen wel voldoende afgekoeld zijn geweest. Komen na 18 jaren te voorschijn Te Overslag zijn bij werkzaamheden, welke aan een woning werden verricht, een aantal mi litaire geweren te voorschijn gekomen. Deze vuurwapenen zijn afkomstig van Belgische sol daten, die in October 1914 bij hun vlucht voor de Duitsche troepen, na overschryding der Ne derlandsche grens hun wapenen in deze in de nabijheid der grens staande woning hadden ach tergelaten. De geweren, die door de gemeente lijke autoriteiten in beslag zijn genomen, werden achter het behangselpapier aangetroffen. fondsen, een som van rond 118 millioen gulden bedragen. Met Rente en aflossing der schuld is rond 74 millioen gemoeid. Het is alleszins begrijpelijk, dat men naar een middel zoekt om dit laatste bedrag ook in de bezuiniging te be trekken. Een zoodanig middel zou b.v. zijn conversie, voor zoover deze volgens de voor waarden van uitgifte mogelijk is. Ook bij be zuiniging op dezen post moet echter worden nagestreefd „een rechtvaardige verdeeling van nieuwe lasten". Het is niet met volkomen ze kerheid te zeggen, wie deze lasten zouden heb ben te dragen. Wel mag het van algemeene be kendheid worden geacht, dat „de veilige staatsfondsen met de vaste rente" by uitstek het bezit zijn van hen, die veelal uit arbeid een zeer bescheiden bedrag hebben bespaard en van de velerlei soorten instellingen (spaar banken, verzekeringsfondsen, werkloosheids fondsen, vakvereenigingskassen enz.), die voor het nakomen harer verplichtingen op stabiele inkomsten moeten kunnen rekenen. Daarbij kan men niet over het hoofd zien, dat een ver laging van inkomsten uit rente van staatsfond sen een weinig geëigend middel is om de mo gelijkheid open te laten, dat de Staat door het opnemen van gelden op langen termijn (plaat sen van leenïngen) voor zoover toelaatbaar een deel der lasten van den huidigen zwa ren tijd doet dragen ook door het nageslacht. Juist in dit verband zy gewezen op het punt in ons ontwerpprogram, waarbij werkverrui ming, zoo noodig ook door het verschaffen van werkgelegenheid bij niet-aanstonds-productieve werken, aan de orde wordt gesteld. Bovendien dient volgens ons ontwerp-pro gram het behoud van het evenwicht, waar toe de verlaging van het peil der uitgaven moet strekken, mede voorwaarde te zyn om met name volksonderwijs en sociale voorzienin gen niet in gevaar te brengen. Uit het voorgaande volgt derhalve, dat van de rond 600 millioen zeker niet meer dan rond 400 millioen overbhjft, waarop bezuinigd zou kunnen worden. Ook voor bezuiniging vat baar is? Het ligt voor de hand, dat men dan aan stonds vraagt naar het totale bedrag van loonen en salarissen dat daarin is begrepen. In het rapport-Weiter wordt dit bedrag gesteld op rond 194 millioen. Meer nauwkeurige gegevens staan ons thans niet ten dienste. Maar men drukt zich voor zichtig uit, wanneer men vaststelt, dat het to tale bedrag aan loonen en salarissen in ieder geval 40 tot 50 pet. vertegenwoordigt van de voor bezuiniging overbiyvende 400 millioen. Hier doet zich dan met alle kracht de eisch gelden van een nauwgezet onderzoek naar het toelaatbare van deze bezuiniging, met name in den geest van ons ontwerp-program, dat „ge zinspolitiek het geheele staatsbeleid moet door trekken." De Commissie-Weiter had tot taak het zoeken naar een blijvende en aanzienlijke verlaging van het peil der Ryksuitgaven. Haar terrein was dus allereerst dat der blijvende uitgaven. De huidige crisistyd brengt ook uitgaven mede, die niet van bljjvenden aard zijn. Wij bedoelen in het bijzonder: den Als ons ontwerp-program spreekt van de mo- reele gevolgen van de wereldcrisis is niet in de laatste plaats gedacht aan den geesel der werk loosheid. Dat geldeiyke steun, ook al zou die in overvloed kunnen worden gegeven, in staat zou zqn alle gevolgen weg te nemen, zal niemand Bij een kort, doch hevig onweder, dat Zon dagmiddag boven Boskoop woedde sloeg de bliksem in de de door den arbeider G. v. d. Haak bewoonde woning. Een oude tante, die in de huiskamer zat werd van haar stoel gesla gen, terwijl de echtgenoote door het hemelvuur aan de voeten werd getroffen, waardoor deze ernstig werden verbrand. Zonder brand te veroorzaker} verliet de blik sem het huis. De vrouw van v. d. H„ die bui ten bewustzijn was geraakt, is in de Wijkver pleging verbonden. Maandagavond omstreeks half acht is een 17-jarige bouwvakarbeider uit Hilversum, toen hij den in aanbouw zijnden watertoren te Laren bezocht, door een misstap gevallen in een tien meter dieper liggend reservoir. Het kostte zeer veel moeite hem weer boven te krijgen. Dr. Holtman, die gewaarschuwd was, constateerde een hersenschudding en breuken in beide knieën. De jongeman is naar het St. Jans Zieken huis te Laren overgebracht. Zijn toestand is ernstig. Een Japansche boeddhistische kunstenaar, Takahaschi Shoko uit Niigata heeft een drietal van zijn schilderijen aangeboden aan den H. Vader. Het geschenk werd door den apostoli- schen prefect van Niigata,, Mgr. Ceska van de Missionarissen van Steil, bij gelegenheid van zijn bezoek bij den H. Vader aan Zijne Heilig heid aangeboden. De kunstenaar wilde door dit geschenk zijn hooge waardeering en bewondering voor de Ka tholieke Kerk en haar hoofd en leider te ken nen geven. De drie schilderijen zijn voorstel lingen van een drietal boeddhistische goden: Nichiren, de Vader van het heelal; Kanzeon, die de smeekbeden der menschen verhoort, en Amida. de Verlosser en Redder van rechtvaar digen en zondaars. De H. Vader was vol bewondering voor de kunstwerken en droeg den apost. prefect Mgr. Ceska op, zijn bijzonderen dank aan den kun stenaar over te brengen. In de Abdijkerk te Heeswijk Op O. L. Vrouw Hemelvaart wijdde Z. H. Exc. Mgr. Th. L. Heylen in de Abdijkerk te Heeswijk tot priester de Norbertijner kanunni ken Otto Paymans (Tilburg), Gerlacus van Dorst (Gilze) en Gilbertus van der Velden (Breda), behoorende tot de Abdij van Berne: Herman Joseph Durge (Wijk aan Zee), Gode- fridus Sijen (Maastricht) en Tharcisius van der Velden (Schijndel), behoorende tot de Abdij van Postel; Norbertus Backmund (Würz- burg) van de Abdy van Windberg (Beieren). Tot diaken werd gewijd fr. Gratianus Hage naars (Oosterhout) van de onlangs door Ton- gerloo herstelde Abdij te Leffe (België). met recht kunnen volhouden. Ook op dit ter rein blijft ten volle plaats voor het beoefenen van christeiyke naastenliefde in den ruimsten zin. Maar in de maatschappij, zooals die nu een maal is gegroeid, en zeker in de tegenwoordige omstandigheden in Nederland, zal de overheid ervoor moeten zorgen, dat de lasten zoodanig worden verdeeld, dat ook zü, die buiten schuld niet door arbeid in het onderhoud van zichzelf en hun gezin kunnen voorzien, voldoende midde len voor het noodzakelijke levensonderhoud ont vangen. Men kan niet zeggen, dat de bestaande normen beven een dusdanig minimum uitgaan. Juist omdat het hier gaat om een gezamenlijk dragen, om een rechtvaardige verdeeling van lasten, is zoo noodig het opleggen van eenigen nieuwen last om het leed van anderen arageiyker te maken, zoo ten volle gerechtvaar digd. Belastingen Het ligt voor de hand, dat men, om het even wicht te behouden op een niet al te sterk ver laagd peil van uitgaven, mede denkt aan de verhooging van bestaande en de invoering van nieuwe belastingen. De Commissie-Welter had niet tot taak daarnaar te zoeken. Slechts in het voorbygaan wijst zij er op, dat van verzwaarde belastingheffing bij een sterk gedaalde conjunc tuur in de practijk geen zoodanige financieele resultaten zyn te verwachten, dat zy een tekort van den omvang, als waarom het hier gaat, voor een belangrijk deel zouden kunnen neu traliseeren. De juistheid van die opmerking in algemeenen zin valt moeilijk te ontkennen. Zij wordt trouwens bij herhaling gedemonstreerd door de aanwijzingen, die in sommige politieke kringen omtrent het verschaffen van nieuwe middelen worden gegeven. Daarbij kan niet over het hoofd worden gezien, dat in een plan van noodzakelijke bezuinigingen in dezen tyd ver mindering van uitgaven een vrij zeker middel, doch vermeerdering van inkomsten een zeer on zeker middel beteekent. Dat alles neemt niet weg, dat zeker thans met de grootste nauwgezetheid moet worden ge streefd naar rechtvaardige verdeeling ook van nieuwe lasten rechtstreeks of zijdelings. Die taak lag niet op het eigenlijke terrein der Com- missie-Welter. Zij rust in volle zwaarte, voor elk met de ten dienste staande bevoegdheden, op de organen van den Staat, die omtrent concrete maatregelen zullen hebben te beslissen. Een betere toekomst Het Dagelijksch Bestuur vertrouwt hiermede eenig algemeen inzicht te hebben gegeven in het geheele complex van moeilijkheden, die om op lossing vragen. Dit zal er ongetwijfeld toe kun nen bijdragen, om met name de taak van hen, die in de deelen van de partij organisatie leiding hebben te geven, te vergemakkelijken. Het is altyd uit den booze verantwoordehjkheden te verschuiven, in dezen tijd in verhoogde mate. Maar, indien men den gezonden invloed van een vrij volk op de regeling van zijn eigen huishou ding wil behouden, is het volstrekt noodzakelijk dat er, naast een behoorlijk inzicht, een goed gefundeerd vertrouwen bestaat in de eigen „mannen en vrouwen", die voor het nemen van beslissingen worden gesteld. De z.g. vertrouwens crisis is niet het minst fatale gevolg van de huidige verwarring. De party leiding zal daarom in nauw contact blijven met de fractie, en verder de voorlichting geven, die tot schragen van het vertrouwen onontbeerhjk is. Bij verlaging van het peil der Rijksuitgaven, voorzoover die noodzakelijk is, heeft men ten slotte te bedenken, dat dit niet behoeft in te sluiten blijvende verlaging van het peil der volkswelvaart. Juist daarop doelt het ontwerp- program 1933, waar het handelt over den opbouw van een betere toekomst. Te midden van de oogenblikkeiyke verwarring en ontreddering zullen juist de Katholieken richting moeten wijzen en leiding moeten geven, in hechte staat kundige eenheid, doelbewust, en in sterk Gods vertrouwen! De legende, dat struisvogels bij het nade ren van den jager hun kop in het heete woestijnzand steken om het dreigend ge vaar niet te zien, heeft het begrip „Struis vogelpolitiek" doen ontstaan. Struisvogel politiek is een politiek, waarbij men de oogen sluit voor dat wat men niet zien wil, ofschoon het wel degelijk bestaat. De plannen-makerij der Sovjets is een typisch verschijnsel dier veelvuldig be oefende politiek. De vijf-jaren-plannen mislukten in de practijk. De bevolen resul taten bleven uit. Niettemin smeedden de Bolsjewieken met een onverwoestbaar opti misme nieuwe plannen. Zoo heeft eenige maanden geleden het Centrale Departement voor Zoölogie te Moskou opdracht gekregen in Rusland op groote schaal Australische diersoorten in te voeren. Bij Maikop, in het Zuiden des lands, werd een kangoeroe-fokkerij opgericht, welke, naar het heet, prachtige resultaten afwerpt. Die resultaten schijnen zelfs zóó schitterend, dat de Russische bladen in hun getallenstelsel geen cijfers genoeg schijnen te kunnen vinden, om die resultaten wat minder vaag aan te geven. Behalve met buideldieren is men in Moskou thans ook proefnemingen gaan doen met struisvogels. In de buurt van de hoofdstad, wier atmos feer blijkens wetenschappelijke onderzoe kingen buitengewoon geschikt voor deze woestijndieren moet zijn (hoe kan het ook anders!), zijn zes struisvogels bijeen ge bracht, die zich zullen hebben te onder werpen aan een door de Sovjet gedecreteerd „éénj aarsplan voor de struisvogelteelt". De gevederde steltloopers hebben n.l. last ge kregen dit jaar nog zestig eieren te leggen, welke, in broedmachines uitgebroeid, een minimum van dertig welgeschapen kuikens zullen moeten opleveren. Welke maatregelen de Sovjet-autoriteiten zullen nemen, indien de struisvogels dit éénj aarsplan trachten te saboteeren, is niet bekend. Vermoedelijk wacht hun dan ver banning naar Siberië of een nieuw plan, waarbij zij tot een verdubbelde eierproduc- tie zullen worden geprest. Het laat zich echter aanzien, dat zij de bevelen der machthebbers in Moskou gehoorzaam zul len opvolgen. Nergens ter wereld toch heb ben de struisvogels zoo'n kans om politieke carrière te maken als in Sovjet-Rusland De R. K. Sportbeweging te Leiden heeft een nieuwen mijlpaal gepasseerd. Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent heeft Zondag het nieuwe R. K. Sportpark ingewijd. Z. H. Exc. heeft na de plechtige inzegening het woord gevoerd en zeide o.m.: Ongetwijfeld zullen velen, buiten onze Room- sche kerk en ook nog wel leden van de kerk zelve, de vraag stellen: „Wat heeft nu toch de Bisschop met de sport te maken?" Zeer ze ker heeft een bisschop op de allereerste plaats te zorgen voor de geestelijke belangen van de aan Zijne zorgen toevertrouwden. Maar hieruit volgt geenszins, dat alle andere belangen, niet rechtstreeks geestelijke belangen te noemen, zouden vallen buiten de bemoeiingen van de geestelijke overheid. Immers, met zoovele stof felijke belangen hangen dé geestelijke belan gen samen. Daarom heeft de bisschop ook wel degelijk zijn aandacht te vestigen op en te zorgen voor de stoffelijke en lichameiyke be langen, opdat door de behartiging van de stoffelijke de geestehjke belangen niet zullen worden geschaad. Dit geldt ook voor de sportbeweging. Beoogt de sport in hoofdzaak de ontwikke ling van het lichaam, by de beoefening ervan mogen echter de hoogere en geestelijke belan gen niet alleen niet uit het oog worden ver loren, maar behooren deze positief en prin cipieel behartigd te worden. Evenmin als het lichaam kan zonder den geest, evenmin mogen bij de behartiging van de lichamelijke belan gen de geestelijke belangen worden uitge schakeld of omgekeerd. Daarom dienen deze samen behartigd te worden en op dien grond heeft de kerkelijke overheid dan ook absoluut het recht en den plicht voorschriften te ge ven. Dit is, zoo vervolgt Mgr. met nadruk, niet de meening van mij alleen, maar van alle bisschoppen en van Z. H. den Paus. Mgr. wijst hier op de uitspraak van Z. H. den Paus in de encycliek over de opvoeding, welke het vorig jaar werd uitgevaardigd. Daar in lezen wij, dat „de kerk de zorg heeft uit te strekken over de geheele opvoeding". Daarom behooren de uitspraken van de ker- keiyke overheid ook inzake de sportbeweging, als zijnde een deel van de jeugdopvoeding, door allen geëerbiedigd te worden en nageko men. Het eerste motief, waarom ik gaarne naar Leiden ben gekomen, is om mijn sympathie uit te spreken met deze principieele Room- sche sportbeweging, zooals zij hier is tot stand gekomen. Met nadruk wees Mgr. ook de ouders op de zware verplichting ten opzichte van de niet- toetreding van hunne kinderen tot niet-er- kende katholieke sportvereenigingen, ook al bestaan deze dan alleen uit katholieken. Noch in deze, noch in de z.g. neutrale sport vereenigingen, maar alleen in de erkende R. K. Sportvereenigingen, dat zijn die vereenigingen, welke een geestelijk adviseur hebben, is de plaats voor onze roomsche kinderen. Mgr. doet hiervoor een beroep op de ouders en is ervan overtuigd, dat dit woord zal wor den opgevolgd. Veel te goed, aldus vervolgde Mgr. Aenge nent, ken ik de principieele gevoelens van de ouders in ons bisdom en ook in Leiden, om niet overtuigd te zijn, dat de Roomsche sport beweging, in nieuwe en juiste banen geleid, ook hier zal groeien en bloeien. Hierna eindigde Mgr. met een „Lang leve de R. K. Sport en de R. K. Sportcentrale in Lei den." De rede van Haarlems kerkvorst, met na druk en diepen ernst uitgesproken en door de vele aanwezigen met gespannen aandacht en ademlooze stilte aanhoord, werd aan het einde met een daverend applaus begroet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5