ou\/
GEKLEED PAKJE
HUMEURIG
NEIGINGEN
Een Orchideeënwandeling
DE GELUKSVOGELS
GOEDE RAAD
IS DUUR
bS
Eenige aardige zelf te maken
voorwerpjes
De eieren zijn nu goedkoop
VOOR» O
Boekomslag
Voor jongens van 4 jaar
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN
We bespreken dezen keer twee gezellige
voorwerpjes om zelf te maken, en die bui
tengewoon geapprecieerd zullen worden,
indien men ze als geschenkje bestemt.
Omdat het altijd zoo moeilijk is voor hee-
ren iets te bedenken, komen we hier met
een lucifersstandaardje, werkelijk een zeer
nuttig geschenkje. Het standaardje bestaat,
zooals te zien is, uit een houten huisje met
vier opstaande wanden, welke gespijkerd
of geschroefd kunnen worden. Men gebruikt
hiervoor 6 m.M. triplex en kleine spijker
tjes. Het beste is een lucifersdoosje als maat
te gebruiken, de twee zijwanden zijn smal
ler en hebben een opening, waardoor men
een lucifer kan aanstrijken. Met zorgt er
voor de maat zoo te nemen, dat het doosje
er gemakkelijk in geschoven kan worden.
Op fig. B. ziet u de helft van den voet
geteekend. Een helft hebben we maar te
teekenen, we vouwen het papier dan dubbel
en trekken de tweede helft na, zoo krijgen
we het altijd zuiver. Het voetplankje daar
onder kunt u van wat dikker hout maken,
vurenhout is wel geschikt, of dik triplex.
De deeltjes worden aan elkaar gespijkerd
of geschroefd, de gaatjes dichtgemaakt met
zacht gemaakte was, en alles mooi glad
geschuurd. Nu schilderen we het geheel met
grondverf, en daarna, als die goed droog is,
met glansverf. Lakrood is een bizonder
aardige kleur. U kunt de kleine bloempjes
dan wit maken, dit pas, als het rood goed
gedekt en goed droog is. De bloempjes zijn
heel eenvoudig en u zet ze met een dun
kwastje.
Ook is het leuk een vlam op het doosje
te schilderen aan beide kanten, rood is dan
geen goeden ondergrond, en we kiezen dan
geel voor het doosje. Den vorm van de
vlam ziet u op onze teekening. Hij wordt
geschilderd in drie kleuren, vuurrood in
het midden, diep oranje, en rondom licht
oranje. Indien u de vlam erop schildert
met kunstverf, dan heeft u dus geel en
rood noodig, en mengt u steeds wat meer
geel door het rood, naarmate u dé randen
nadert.
Het tweede voorbeeld is een staand lamp
je. Voor de opstaande kanten heeft u noodig
triplex van 6 m.M. en voor den voet een
stukje eikenhout. U teekent den vorm en
de bloem op een stuk papier op de grootte,
zooals u die zelf wenscht. De kanten zijn
alle vier gelijk. Hebben we dus precies den
vorm geteekend voor één kant, dan trek
ken we vier maal dezelfde teekening over
op triplex; een stukje carbon-papier legt u
bij het overtrekken onder de teekening.
De bloemen en het blad worden zoo groot
mogelijk uitgezaagd, zoodat er veel licht
uitgestraald kan worden. De bloem valt
precies in een cirkel en als u een gekruld
chrysantenblad teekent, (zie fig. C.) dan
kunt u de andere overtrekken. Op fig. D.
ziet u, dat de bladeren niet alle een kant
omkrullen. De bladen zijn aan beide kanten
precies gelijk. Dus als u een rechter-blad
teekent, draait u het om voor den linker
kant, en u doet zoo vervolgens alle kanten:
de stengel is een rechte spleet.
Als alle kanten uit
gezaagd zijn, wordt
alles voorzichtig en
netjes geschuurd.
Dan maken we een
vierkanten voet van
twee plankjes eiken
hout op elkaar, de
kanten er van kun
nen rond geschuurd
worden, een gat wordt
precies in het midden
door den voet ge
boord, waardoor het
snoer gehaald kan
worden, men steekt
een klein kanaaltje in
den onderkant van
het gat naar den
kant (zie teekening
D.), zoodat het snoer
er in gelegd kan wor
den, een fitting wordt
in het midden op het
blokje geschroefd. Het
spijkeren van zijkan
ten gaat op de ma
nier als in E. aange
geven: een latje
wordt tegen een kant
gespijkerd en dit latje
wordt weer op het
eiken blokje getim
merd. De zijkanten
worden gewoon tegen
elkaar gespijkerd met
dunne spükertjes, al
le spijker-gaatjes
worden dichtgemaakt
met was, en het ge
heel wordt gebeitst.
Men laat vier schuine
glaasjes snijden (deze
zijn van boven recht).
U geeft een maatkar-
tonnetje er bij. Ge
kleurd glas of melk-
glas kan toegepast
worden, terwijl ge
kleurd dik lampekap-
papier ook goed te
gebruiken is. U kunt
dit papier van bin
nen in het lampje
met een paar punaises vaststeken. De
bloemmotieven stralen 's avonds een zacht
licht uit, heel fantastisch. U dient dus, om
zoo veel mogelijk licht te krijgen, de mo
tieven zoo groot mogelijk te maken.
ANEMOON.
OP VERZOEK
De eieren zijn op 't oogenblik goedkoop:
laten we er dus van profiteeren vóór de
winter ons weer tot zuinigheid gaat dwin
gen.
Laten we ons b.v. eens oefenen in het
bereiden van omelettes. Zelfs al zouden we
als eerste proef nog niet dadelijk een
„schitterend" gerecht op tafel brengen
een herhaling brengt ons al spoedig tot
grootere zekerheid en dan zullen we moe
ten toegeven, dat er weinig schoteltjes be
staan, die in zóó'n kort oogenblik en met
zóó weinig moeite en kosten worden bereid
als juist deze soort eiergerechten.
Bovendien stellen ze ons in staat tot het
aanbrengen van veel variatie, zoowel wat
vorm als smaak betreft.
We kennen de zoete omelette, die als na-
jgerecht wordt gegeven, maar daartegen
over ook de „hartige", die in het vóórge
deelte van den maaltijd op haar plaats is,
of die bij de boterham wordt gepresenteerd;
we kennen de schuim-omelette, waarin
stukgeklopt eiwit een rol speelt, maar daar
naast ook den platteren eierkoek, waar
voor eiwit en dooier samen zijn ge
klopt; we kennen de omelette in tweeën
geslagen maar ook opgerold of wel als plat
ten ronden koek op den schotel gelegd; we
kennen ten slotte de gevulde omelette, met
tal van mogelijkheden wat het „vulsel" be
treft: vruchtenmoes, jam, een vleesch- of
een vischfarce, een restje gestoofde groen
ten, enz., enz.
Een paar eenvoudige voorbeelden uit de
Fransche keuken zullen, dunkt mij, wel tot
navolging lokken: wie ze eenmaal op deze
manier heeft geprobeerd, komt er vanzelf
tee, om andere combinaties te bedenken.
OMELETTE AUX CROUTONS
(4 PERSONEN)
(OMELETTE MET GEBAKKEN BROOD)
SM niet te dikke sneetjes brood, 4 a 6 eie
ren, 34 afgestreken eetlepel zout, 2 theelepels
Maggi's Aroma, misschien wat peper, onge
veer 60 G. (3 afgestreken eetlepels) boter.
Snijd het brood in kleine dobbelsteentjes,
laat de boter in de koekenpan heet worden
en bak daarin het brood goudbruin.
Klop intusschen de eieren met de Maggi's
Aroma, het zout en de peper, giet het
mengsel over het brood in de koekenpan en
laat de omelette op een zacht vuur bakken
tot het ei gestold is.
Vouw de omelette in drieën en breng ze
over op een verwarmden schotel. Presen
teer ze o.a. in plaats van vleesch, by spi'
Daade, andijvie, postelein of sla.
OMELETTE MET SPINAZIE
(4 PERSONEN)
4 a 6 eieren, 34 afgestreken eetlepel zout,
1 theelepel Maggi's Aroma, 40 G. (2 afge
streken eetlepels) boter, restje gestoofde
spinazie (ongeveer 3 theekopjes).
Begin met de koude spinazie voorzichtig
op te warmen (b.v. op den wasem van den
ketel). Klop intusschen de eieren met het
zout, de Maggi's Aroma (en misschien wat
peper). Laat de boter in de koekenpan heet
worden (niet bepaald bruin), giet er het
eiermengsel in en roer daarin voorzichtig
met een lepel, echter zóó, dat de daarbij
gevormde gaten steeds weer dichtvloeien
met het nog vloeibare bovenlaagje. Laat,
zoodra geen vloeistof voor dat doel meer
beschikbaar is, de omelette rustig een
oogenblik liggen, tot ze van onderen licht
bruin is (een paar minuten). Rol de ome-
lette in de pan op en breng ze over op een
verwarmden schotel. Maak er op eenige
c.M. afstand van de beide uiteinden met
een mes een diepe gleuf in, tot op den scho
tel toe; vouw de gespleten omelette wat uit
elkaar en vul dan de holte hoog-op met de
gewarmde spinazie.
Maten: Heupwijdte 68 c.M., lengte van de
broek 32 c.M., mouwlengte 42 c.M.
Benoodigd: 90 c.M. fluweel van 70 c.M.
breedte, 80 c.M. voering, 7 groote en 2 kleine
knoopjes voor de broek; voor het blousje
1.20 M. crêpe de chine van 100 c.M. breedte,
70 c.M. elastiek, 7 knoopjes.
Ge teekent het patroon op de aangegeven
maten, waarna ge het op de vaste lijnen uit-
terwijl de volgende steeds IX cM. verder
komen.
Hierna kunt ge schouder-, zij- en mouw
naden met een Engelschen naad verbinden,
waarna ge onderaan het blousje het 2 cM.
breede zoompje inmaakt. Onderaan wordt
het mouwtje ingerimpeld, waarna ge aan
den verkeerden kant een manchetje op
stikt, dat ge 18 c.M. lang en 8 c.M. breed
knipt. Hierna legt ge eerst het patroon van
de broek op de stof, waarna ge alles met
een naad uitknipt, terwijl onderaan het
broekje nog 3 c.M. extra voor terugslag
wordt bij gerekend.
Ook het blousepatroon wordt op de stof
gelegd, en met een naad uitgeknipt, terwijl
onderaan het blousje 2 c.M. extra voor
zoompje wordt bijgerekend. Tevens knipt
ge van crêpe de chine biezen, welke 6 c.M.
breed zijn en 3 c.M. lang, zoodat er een
paar naadjes in komen. Deze laat ge plis-
seeren, voor het strookje langs hals, vóór
kant en mouwen. Hierna begint ge midden
voor de terugslagen in te rijgen en wel
334 c.M. breed, waarna ge de smalle plooi
tjes instikt. Het eerste komt 6 c.M. van af
midden voor of 734 c.M. van af den kant,
hebt geknipt. Bij het overstikken op den
goeden kant laat ge dan 't plisseer strook je
234 c.M. breed uitsteken. Hierna rijgt ge het
strookje langs hals en voorkantjes, waarbij
ge het 434 c.M. breed uit laat steken, terwijl
ge den hals met een schuin biesje afwerkt.
De knoopgaatjes maakt ge op 5 c.M. af
stand van elkaar in de linkerhelft in.
Bij de broek begint ge met de zakken en
't splitje. Hierna wordt van den zijnaad de
voorkant op den achterkant gestikt. Hierna
verbindt ge den achternaad en het restee-
rende gedeelte van den voornaad, daarna
den kruisnaad. Onderaan rijgt ge den 3
c.M. breeden terugslag in, en bovenaan een
inslag, waarna ge de voeringbroek in elkaar
stikt, en langs de pijpjes, bovenaan, en langs
het splitje tegenzoomt. DINY
Iedereen is wel eens humeurig. Er zijn
zelfs menschen, die het eiken morgen zijn.
De eerste uren zijn zij niet te genieten en
daardoor zichzelf en anderen tot last. Dat
zij anderen tot last zijn, is wel het ergste,
want voorzoover zij het zichzelve zijn, zegt
men immers, dat zij maar met zichzelf in
het reine moeten zien te komen.
Het is ongelukkig als een huismoeder
humeurig is. Niet zoozeer of alleen „mor-
genziek", maar zóó, dat zij ook overdag een
booze bui openlijk toont. Dat kan op de ge-
heele huishouding drukken. Voor man en
kinderen is het niet plezierig en de gedien
stigen moeten het ook al ondervinden. Veel
onredelijks kan er uit voortvloeien. En lang
niet altijd ten voordeele van den goeden
gang van zaken in het gezin.
Als een boosgeluim.de nadenkt, zal zij er
varen, dat het kwaad zich ook hier zelf
straft. Nu behoeft geenszins te worden ont
kend, dat er allerlei beweegredenen kun
nen zijn, die op het goede humeur inwer
ken. Er kunnen zoo tal van motieven zijn,
die ter verontschuldiging kunnen dienen,
al zijn het alleen maar de vele dingen, die
met het gezin samenhangen en speciaal de
huisvrouw en moeder raken. Wanneer
echter alle zelfbeheersching zoek is, zal het
leed van humeurigheid in den regel niet
te overzien zijn. Zoo vroolijk mogelijk het
leven inkijken, is de beste remedie. En die
geestelijke opgewektheid komt immers ook
van zelf, als we den dag goed en met goede
godsdienstige intenties beginnen. Iemand,
die gewoon is des morgens in of buiten de
kerk (want niet ieder kan iederen morgen
naar de kerk gaan, al doet de wil hier véél!)
zijn „bidplicht" te vervullen, zal haast niet
in den gewonen zin humeurig kunnen zijn.
En dan: geef uzelf rekenschap van uw boos
humeur. Ge zult tot de ontdekking, de be
schamende ontdekking komen, dat er geen
reden voor is, en dat is het ergste van al,
en een van de beste remedies. Wees dus
niet humeurig; heb geen boos humeur,
want humeurig zijn is een mensch, die
zichzelf rekenschap geeft van wat in hem
omgaat, onwaardig.
MARIE ATTINK.
Tal van kennisjes heb ik onder wat men
noemt werkende meisjes. Het zijn meisjes,
die heel gewoon in een betrekking zijn.
Nette meisjes, echte dametjes, die zoo haar
eigen brood verdienen en zich in den goe
den zin overigens vrij voelen als vogeltjes
in de lucht. Zij hebben een afgeronden dag,
een vrijen Zaterdagmiddag en mopperen af
en toe, omdat zij wel eens een middagje,
als het mooi weer is, méér vrij zouden wil
len hebben. Alles dus, zooals het behoort
en er zit niets onbetamelijks in.
Onder die kennisjes zijn verschillende
types, die ik hier ditmaal wil afmeten naar
haar meer of mindere huiselijkheid. Er zijn
er, die dolgraag na haar dagtaak thuis zijn,
rustig in de huishouding, waar zij zich
overigens bitter weinig van aan trekken.
Zij werken buitenshuis en doen dus verder
binnenshuis niets. Anderen besteden haar
vrijen tijd des avonds voor haar eigen klee
ding; zij maken het meeste zelf en zijn
daar zeer handig en zelfs artistiek in en
toch degelijk. De types, die huishoud- en
kookcursussen volgen, laat ik buiten be
schouwing Zij hebben doorgaans trouw
plannen of behooren tot de vooruitziende
geesten.
Dan zijn er ook wispelturigen onder. Wis
pelturig in den goeden, althans niet kwa
den zin. Zij kunnen tijden hebben, dat zij
in zich een neiging ontwaren van huishoude
lijke beredderigheid. Vooral zoo een vrije
Zaterdagmiddag kan er mee gezegend zijn.
Niets is dan voor haar schoonmaak- en
opruimwoede veilig, zeer tot ongenoegen
vaak van de vrouw des huizes. En toch vor
men deze beredderige meisjes geen rem in
den huishoudelijken gang van zaken. Haar
huishoudwoede wordt ten toon gespreid bij
wijze van geoorloofde ongeregelde neiging.
Het is een neiging, welke geen enkele huis
moeder moet tegenhouden. Ik zou zoo zeg
gen, laat die meisjes haar gang gaan, hoe
wel, zorg er voor die neigingen in goede
banen te leiden. Niet ieder meisje is èn
goed voor haar werk buitenshuis èn bo
vendien nog een model-huishoudster te
vens. Kijk daa maar eens naar de velen,
die aan huishouden absoluut niets doen.
Wakker die ongeregeldheid ten goede aan,
omdat het iets goeds is.
CORRY UYTENDOORN.
ZEER JUIST!
Denk er aan juffrouw, u moet alle aan
doeningen, alle emoties vermijden.
Maar dokter, waarom stuurt u me dan
zoo'n hooge rekening?
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN
Lies kreeg bij haar poppékleertjes
ook een badpakje 'als 't behoort
Nu haar kind te laten baden,
leek haar heerlijk in één woord.
Dus ontdoet ze 'r popje Paula
van haar mantel, jurkje en hoed
van haar schoentjes en haar kousjes
en ook van haar ondergoed.
„Kijk eens," zegt ze, „Poppe Paula,
wat een prachtig pak is dat
't Is van zuiver zij-met-streepjes,
als een pepermuntstok wat?
Kan je je iets nog mooiers denken:
Geel en rood en hemelsblauw
't Is een pakje om te zoenen,
één dat je zóó stelen zou!"
Zóó praat Liesje en kleedt haar Paula
in haar zijden badtoilet
Daarna wordt haar popje weldra
door haar „in de zee gezet"
En nu laat ze 'r Paula duiken,
sparflen, zwemmen, na en vóór
Of zij kampioen moet worden,
zóó toch plast en plonst zij dóór!
Liesje heeft een reuze-pret nu,
daar zij dl maar spetter-spat,
tot.... opééns.... wel, wat gebeurt er....
kijk eens even.... wat is dat?
Poppe Paula's mooie krullen
worden piekjes, glad en steil
en, eer zij het kan voorkomen,
zwemt haar pruikje in de teil!
En de blosjes op pop's wangen,
éérst zoo lieflijk blozend rood,
zijn verdwenen bij het popje
en zie, Lies' verdriet is groot.
O, zij staat verschrikt te kijken
Uit is plots'ling al haar pret
Weldra heeft zij poppe Paula
uit haar „bad-in-zee" gezet....
Dan begint zij luid te schreien,
tot haar Moes komt aangesneld,
om dan weldra te vernemen,
wat haar lieve Liesje kwelt.
„O!" riep moeder, toen zij snapte
wat zooeven was gebeurd
,Jij deed domme dingen, kindje,
die je nu, vanzelf, betreurt.
Om te baden en te zwemmen
had je popje geen gestel
Héél pop Paula is bedorven,
Lieve Liesje, zie je wél?
Leg je pop en poppe-pruikje
nu maar in het raamkozijn,
om ze eerst wat op te drogen
in den zomer-zonneschijn.
Dan speel 'k straks voor poppe-dokter
met wat verf en lijm, mijn kind,
zoo, dat binnen weinig uren
jij je pop genezen vindt
Liesje lachte hoopvol weder,
toen zij aan haar moeder vroeg:
„Als dat nu met mij gebeurde,
had u dan verf en lijm genoeg?"
HERMAN J. HAIJEMAIJE.
DE B.L.N.S.
„Woensdagmiddag orchideeën zoeken, om
twee uur bij Jan en Gerrit verzamelen."
Dat briefje had bij alle leden van den B.
L. N. S. de ronde gedaan.
't Spreekt wel vanzelf, dat niemand ont
brak. Het weer werkte bijzonder mee, het
was niet te koud en niet te warm. Met
flinken pas werd de wandeling naar het
bosch ondernomen. Van te voren was afge
sproken, dat er geen bossen orchideeën ge
plukt zouden worden, gesteld al, dat er bos
sen te vinden waren. Alleen vond iedereen
het heel begrijpelijk, dat Bram, die zoo
graag een goed overzicht van Nederland-
sche planten later mee naar Indië wilde
nemen, van elke soort een exemplaar mee
nam om te drogen. Het eerste terreintje,
waar ze gingen zoeken en dat andere jaren
vol orchideeën stond, gaf ditmaal een te
leurstelling. Het leek wel of het heelemaal
drooggelegd was, het gras was net hooi,
waartusschen hier en daar een vergeetmij-
niet en wat kleine valeriaan (fig. 1) stond.
Alleen heel achteraan, waar de grond zoo
week was, dat hun voeten er in wegzonken,
stonden een paar planten met groene bla
deren en groene bloemen, door Jan her
kend »ls keverorchideeën (fig. 2).
Na even ge-
y.3 s rust te heb
ben, ging men
opnieuw op
weg naar het
volgende or-
chideeënveld,
dat er al da
delijk beter
uitzag. En ja
wel, daar
stond een me
nigte paarse
gevlekte or
chideeën en
verderop, waar
meer hei was, ook nachtorchideeën (fig. 2).
Vooral die laatste plant trok de aandacht,
met de lange spoor van de roomkleurige
bloem.
Ada vestigde de aandacht op den heerlijken
vanillegeur, dien de bloem verspreidt en die
sterker wordt, als de zon ondergaat. Op dien
geur komen de avondvlinders, vooral de
pijlstaartvlinders af, halen den honing en
brengen meteen het stuifmeel over.
„In Indië hadden jullie zeker nog
mooiere orchideeënsoorten," vroeg Jan aan
Bram, dien hij aan het praten wou krijgen.
En hij had succes.
„Bij ons in Indië groeien de orchideeën
meestal, zooals hier de paardebloemen op
knotwilgen groeien, op de boomen. Met een
vreemd woord noem je zulke planten, die
niet met hun wortels op den grond ko
men, epiphyten. Kijk, zoo groeien ze." En
Bram teekende met een stok in het zand
een tak met een plant er op (fig. 3).
„Prachtig zijn bijvoorbeeld de bij ons in-
heemsche vanda's (fig. 4). Maar ook Ame-
rikaansche orchideeënsoorten worden ge
kweekt, zooals de beroemde Oncidiums (fig.
5). En dan moet ik de cypripedilums niet
vergeten, waarvan een soort wel eens in
Limburg gevonden is en welke plant, in het
Nederlandsch vrouwenschoentje genoemd,
heel wat neefjes en nichtjes in de Tropen
heeft. Dan moeten we de vanille niet ver
geten en de gember, die in de verte ook
familie van de orchideeën is. Je merkt dus
wel, dat je hier in Nederland maar een
schijntje soorten hebt, vergeleken met de
tropen, Maar deze zijn toch aardig" en
Bram bekeek nog eens zijn verzameling.
Als Bram eenmaal op zijn praatstoel zat,
dan was hij niet zoo gauw klaar. En allen
luisterden graag als hij zoo enthousiast iets
stond te betoogen.
Maar Kees bracht hem weer tot de wer
kelijkheid terug.
„Al half vijf en ik moet nog een
aardrijkskunderepetitie leeren."
Nu, de anderen vonden ook, dat het tijd
was en zeer tevreden over den orchideeën-
tocht, die zoo goed geslaagd was, werd de
terugtocht aanvaard.
A. L.
Dit is een aardig werkje voor de meisjes.
Het is z.g. appliqué-werk. Eerst wordt van
een effen lap een rechthoek geknipt en dan
naaien we met den festonneersteek lapjes
er op volgens de teekening. Zorg er voor,
dat je mooie kleuren kiest. Als je erg han
dig met de naald bent, kun je de binnen
zijde nog voeren met satinet. Ook moeten
aan de binnenzijde twee strooken genaaid
worden, die als 't ware zakjes vormen. Hier
in wordt de band van het boek gestoken.
Voordat je die strooken maakt, moet je
eerst de hengsels aan de binnenzijde be
vestigen. Probeer het maar eens. Als het
klaar is, is het de moeite waard. W. S.
Zullen we een bezoek gaan brengen
aan den dierentuin. We hebben ieder
net nog een kwartje. Er stond in de
krant, dat ze er pas een pracht van een
leeuw bij hebben gekregen, zoo wild uit
Afrika. Er is maar één oppasser, die er
bij durft.
Ik denk, dat ze dien leeuw nog niet Oh!lieve, goede, beste leeuw.
willen laten zien. We konden hem ten- Doe me alsjeblieft niets. Ik wist heusch
minste nergens ontdekken. Ik ga eens echt niet, dat je hier woonde. Ik kom
door dit hek naar binnen. Wedden, dat heusch niks weghalen en ik zal je ook
ik hem te zien krijg? geen kwaad doen. Ik heb echt heelemaal
geen zin op t oogenblik om te vechten.
Zoo, jongeman, dat scheelde geen
haar, hè? Goed, dat ik net in de buurt
was. Het was anders je eigen schuld ge
weest als ie je opgevreten had. Dan moet
je maar niet zoo nieuwsgierig zijn en
geen verboden deuren in gaan!
Op zekeren dag kwam een eenvoudig
mannetje bij een advocaat op het spreek
uur, natuurlijk om diens raad in te winnen,
zooals algemeen wordt gedacht.
Het mannetje vertelde dan ook, dat hij
zooeven rustig liep te wandelen en, zonder
eenige aanleiding, een groote hond hem
een flink stuk uit zijn broek beet, alsof hij
een vetten pot voor zich had.
De advocaat vond het de natuurlijkste
zaak van de wereld, dat hij aanspraak op
schadevergoeding kon eischen en noemde
de verschillende gronden daartoe, toege
licht met de noodige wettelijke formules.
Dat had het mannetje ook gedacht en hij
meende dus een nieuwe broek te moeten
aanschaffen en taxeerde deze op zes
gulden en vijftig cent.
De advocaat; meende, dat hij nog meer
kon vragen, maar het mannetje was tevre
den met die 6.50. Hij wilde er niet bij
winnen.
Toen beiden zich met dit standpunt had
den vereenigd en de advocaat adviseerde,
om nu den eigenaar persoonlijk de schade
vergoeding te vragen, kwam met recht de
aap uit de mouw. „Welnu, mijnheer de
advocaat, de eigenaar van den hond is u."
De advocaat zag even ernstig, maar be
taalde daarna met een glimlach de 6.50.
De man deed het geld in zijn beurs en
wilde heengaan, toen de advocaat met een
tegenvordering kwam voor zijn advies, zoo
als hij zeide: Dat zijn goede raad 7.50
kostte.
De man sputterde een weinig tegen, maar
eerlijkheidshalve moest hij het billijke van
de zaak inzien en legde dus de 7.50 neer.
Buiten gekomen, mompelde hij: „Ik ben
niet alleen m'n tijd, maar ook een gulden
en m'n broek kwijt.''
nas
r-Af
vw»
^Klitte»*
Tgr