ou\/ GEKLEED PAKJE HUMEURIG NEIGINGEN Een Orchideeënwandeling DE GELUKSVOGELS GOEDE RAAD IS DUUR bS Eenige aardige zelf te maken voorwerpjes De eieren zijn nu goedkoop VOOR» O Boekomslag Voor jongens van 4 jaar OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN We bespreken dezen keer twee gezellige voorwerpjes om zelf te maken, en die bui tengewoon geapprecieerd zullen worden, indien men ze als geschenkje bestemt. Omdat het altijd zoo moeilijk is voor hee- ren iets te bedenken, komen we hier met een lucifersstandaardje, werkelijk een zeer nuttig geschenkje. Het standaardje bestaat, zooals te zien is, uit een houten huisje met vier opstaande wanden, welke gespijkerd of geschroefd kunnen worden. Men gebruikt hiervoor 6 m.M. triplex en kleine spijker tjes. Het beste is een lucifersdoosje als maat te gebruiken, de twee zijwanden zijn smal ler en hebben een opening, waardoor men een lucifer kan aanstrijken. Met zorgt er voor de maat zoo te nemen, dat het doosje er gemakkelijk in geschoven kan worden. Op fig. B. ziet u de helft van den voet geteekend. Een helft hebben we maar te teekenen, we vouwen het papier dan dubbel en trekken de tweede helft na, zoo krijgen we het altijd zuiver. Het voetplankje daar onder kunt u van wat dikker hout maken, vurenhout is wel geschikt, of dik triplex. De deeltjes worden aan elkaar gespijkerd of geschroefd, de gaatjes dichtgemaakt met zacht gemaakte was, en alles mooi glad geschuurd. Nu schilderen we het geheel met grondverf, en daarna, als die goed droog is, met glansverf. Lakrood is een bizonder aardige kleur. U kunt de kleine bloempjes dan wit maken, dit pas, als het rood goed gedekt en goed droog is. De bloempjes zijn heel eenvoudig en u zet ze met een dun kwastje. Ook is het leuk een vlam op het doosje te schilderen aan beide kanten, rood is dan geen goeden ondergrond, en we kiezen dan geel voor het doosje. Den vorm van de vlam ziet u op onze teekening. Hij wordt geschilderd in drie kleuren, vuurrood in het midden, diep oranje, en rondom licht oranje. Indien u de vlam erop schildert met kunstverf, dan heeft u dus geel en rood noodig, en mengt u steeds wat meer geel door het rood, naarmate u dé randen nadert. Het tweede voorbeeld is een staand lamp je. Voor de opstaande kanten heeft u noodig triplex van 6 m.M. en voor den voet een stukje eikenhout. U teekent den vorm en de bloem op een stuk papier op de grootte, zooals u die zelf wenscht. De kanten zijn alle vier gelijk. Hebben we dus precies den vorm geteekend voor één kant, dan trek ken we vier maal dezelfde teekening over op triplex; een stukje carbon-papier legt u bij het overtrekken onder de teekening. De bloemen en het blad worden zoo groot mogelijk uitgezaagd, zoodat er veel licht uitgestraald kan worden. De bloem valt precies in een cirkel en als u een gekruld chrysantenblad teekent, (zie fig. C.) dan kunt u de andere overtrekken. Op fig. D. ziet u, dat de bladeren niet alle een kant omkrullen. De bladen zijn aan beide kanten precies gelijk. Dus als u een rechter-blad teekent, draait u het om voor den linker kant, en u doet zoo vervolgens alle kanten: de stengel is een rechte spleet. Als alle kanten uit gezaagd zijn, wordt alles voorzichtig en netjes geschuurd. Dan maken we een vierkanten voet van twee plankjes eiken hout op elkaar, de kanten er van kun nen rond geschuurd worden, een gat wordt precies in het midden door den voet ge boord, waardoor het snoer gehaald kan worden, men steekt een klein kanaaltje in den onderkant van het gat naar den kant (zie teekening D.), zoodat het snoer er in gelegd kan wor den, een fitting wordt in het midden op het blokje geschroefd. Het spijkeren van zijkan ten gaat op de ma nier als in E. aange geven: een latje wordt tegen een kant gespijkerd en dit latje wordt weer op het eiken blokje getim merd. De zijkanten worden gewoon tegen elkaar gespijkerd met dunne spükertjes, al le spijker-gaatjes worden dichtgemaakt met was, en het ge heel wordt gebeitst. Men laat vier schuine glaasjes snijden (deze zijn van boven recht). U geeft een maatkar- tonnetje er bij. Ge kleurd glas of melk- glas kan toegepast worden, terwijl ge kleurd dik lampekap- papier ook goed te gebruiken is. U kunt dit papier van bin nen in het lampje met een paar punaises vaststeken. De bloemmotieven stralen 's avonds een zacht licht uit, heel fantastisch. U dient dus, om zoo veel mogelijk licht te krijgen, de mo tieven zoo groot mogelijk te maken. ANEMOON. OP VERZOEK De eieren zijn op 't oogenblik goedkoop: laten we er dus van profiteeren vóór de winter ons weer tot zuinigheid gaat dwin gen. Laten we ons b.v. eens oefenen in het bereiden van omelettes. Zelfs al zouden we als eerste proef nog niet dadelijk een „schitterend" gerecht op tafel brengen een herhaling brengt ons al spoedig tot grootere zekerheid en dan zullen we moe ten toegeven, dat er weinig schoteltjes be staan, die in zóó'n kort oogenblik en met zóó weinig moeite en kosten worden bereid als juist deze soort eiergerechten. Bovendien stellen ze ons in staat tot het aanbrengen van veel variatie, zoowel wat vorm als smaak betreft. We kennen de zoete omelette, die als na- jgerecht wordt gegeven, maar daartegen over ook de „hartige", die in het vóórge deelte van den maaltijd op haar plaats is, of die bij de boterham wordt gepresenteerd; we kennen de schuim-omelette, waarin stukgeklopt eiwit een rol speelt, maar daar naast ook den platteren eierkoek, waar voor eiwit en dooier samen zijn ge klopt; we kennen de omelette in tweeën geslagen maar ook opgerold of wel als plat ten ronden koek op den schotel gelegd; we kennen ten slotte de gevulde omelette, met tal van mogelijkheden wat het „vulsel" be treft: vruchtenmoes, jam, een vleesch- of een vischfarce, een restje gestoofde groen ten, enz., enz. Een paar eenvoudige voorbeelden uit de Fransche keuken zullen, dunkt mij, wel tot navolging lokken: wie ze eenmaal op deze manier heeft geprobeerd, komt er vanzelf tee, om andere combinaties te bedenken. OMELETTE AUX CROUTONS (4 PERSONEN) (OMELETTE MET GEBAKKEN BROOD) SM niet te dikke sneetjes brood, 4 a 6 eie ren, 34 afgestreken eetlepel zout, 2 theelepels Maggi's Aroma, misschien wat peper, onge veer 60 G. (3 afgestreken eetlepels) boter. Snijd het brood in kleine dobbelsteentjes, laat de boter in de koekenpan heet worden en bak daarin het brood goudbruin. Klop intusschen de eieren met de Maggi's Aroma, het zout en de peper, giet het mengsel over het brood in de koekenpan en laat de omelette op een zacht vuur bakken tot het ei gestold is. Vouw de omelette in drieën en breng ze over op een verwarmden schotel. Presen teer ze o.a. in plaats van vleesch, by spi' Daade, andijvie, postelein of sla. OMELETTE MET SPINAZIE (4 PERSONEN) 4 a 6 eieren, 34 afgestreken eetlepel zout, 1 theelepel Maggi's Aroma, 40 G. (2 afge streken eetlepels) boter, restje gestoofde spinazie (ongeveer 3 theekopjes). Begin met de koude spinazie voorzichtig op te warmen (b.v. op den wasem van den ketel). Klop intusschen de eieren met het zout, de Maggi's Aroma (en misschien wat peper). Laat de boter in de koekenpan heet worden (niet bepaald bruin), giet er het eiermengsel in en roer daarin voorzichtig met een lepel, echter zóó, dat de daarbij gevormde gaten steeds weer dichtvloeien met het nog vloeibare bovenlaagje. Laat, zoodra geen vloeistof voor dat doel meer beschikbaar is, de omelette rustig een oogenblik liggen, tot ze van onderen licht bruin is (een paar minuten). Rol de ome- lette in de pan op en breng ze over op een verwarmden schotel. Maak er op eenige c.M. afstand van de beide uiteinden met een mes een diepe gleuf in, tot op den scho tel toe; vouw de gespleten omelette wat uit elkaar en vul dan de holte hoog-op met de gewarmde spinazie. Maten: Heupwijdte 68 c.M., lengte van de broek 32 c.M., mouwlengte 42 c.M. Benoodigd: 90 c.M. fluweel van 70 c.M. breedte, 80 c.M. voering, 7 groote en 2 kleine knoopjes voor de broek; voor het blousje 1.20 M. crêpe de chine van 100 c.M. breedte, 70 c.M. elastiek, 7 knoopjes. Ge teekent het patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uit- terwijl de volgende steeds IX cM. verder komen. Hierna kunt ge schouder-, zij- en mouw naden met een Engelschen naad verbinden, waarna ge onderaan het blousje het 2 cM. breede zoompje inmaakt. Onderaan wordt het mouwtje ingerimpeld, waarna ge aan den verkeerden kant een manchetje op stikt, dat ge 18 c.M. lang en 8 c.M. breed knipt. Hierna legt ge eerst het patroon van de broek op de stof, waarna ge alles met een naad uitknipt, terwijl onderaan het broekje nog 3 c.M. extra voor terugslag wordt bij gerekend. Ook het blousepatroon wordt op de stof gelegd, en met een naad uitgeknipt, terwijl onderaan het blousje 2 c.M. extra voor zoompje wordt bijgerekend. Tevens knipt ge van crêpe de chine biezen, welke 6 c.M. breed zijn en 3 c.M. lang, zoodat er een paar naadjes in komen. Deze laat ge plis- seeren, voor het strookje langs hals, vóór kant en mouwen. Hierna begint ge midden voor de terugslagen in te rijgen en wel 334 c.M. breed, waarna ge de smalle plooi tjes instikt. Het eerste komt 6 c.M. van af midden voor of 734 c.M. van af den kant, hebt geknipt. Bij het overstikken op den goeden kant laat ge dan 't plisseer strook je 234 c.M. breed uitsteken. Hierna rijgt ge het strookje langs hals en voorkantjes, waarbij ge het 434 c.M. breed uit laat steken, terwijl ge den hals met een schuin biesje afwerkt. De knoopgaatjes maakt ge op 5 c.M. af stand van elkaar in de linkerhelft in. Bij de broek begint ge met de zakken en 't splitje. Hierna wordt van den zijnaad de voorkant op den achterkant gestikt. Hierna verbindt ge den achternaad en het restee- rende gedeelte van den voornaad, daarna den kruisnaad. Onderaan rijgt ge den 3 c.M. breeden terugslag in, en bovenaan een inslag, waarna ge de voeringbroek in elkaar stikt, en langs de pijpjes, bovenaan, en langs het splitje tegenzoomt. DINY Iedereen is wel eens humeurig. Er zijn zelfs menschen, die het eiken morgen zijn. De eerste uren zijn zij niet te genieten en daardoor zichzelf en anderen tot last. Dat zij anderen tot last zijn, is wel het ergste, want voorzoover zij het zichzelve zijn, zegt men immers, dat zij maar met zichzelf in het reine moeten zien te komen. Het is ongelukkig als een huismoeder humeurig is. Niet zoozeer of alleen „mor- genziek", maar zóó, dat zij ook overdag een booze bui openlijk toont. Dat kan op de ge- heele huishouding drukken. Voor man en kinderen is het niet plezierig en de gedien stigen moeten het ook al ondervinden. Veel onredelijks kan er uit voortvloeien. En lang niet altijd ten voordeele van den goeden gang van zaken in het gezin. Als een boosgeluim.de nadenkt, zal zij er varen, dat het kwaad zich ook hier zelf straft. Nu behoeft geenszins te worden ont kend, dat er allerlei beweegredenen kun nen zijn, die op het goede humeur inwer ken. Er kunnen zoo tal van motieven zijn, die ter verontschuldiging kunnen dienen, al zijn het alleen maar de vele dingen, die met het gezin samenhangen en speciaal de huisvrouw en moeder raken. Wanneer echter alle zelfbeheersching zoek is, zal het leed van humeurigheid in den regel niet te overzien zijn. Zoo vroolijk mogelijk het leven inkijken, is de beste remedie. En die geestelijke opgewektheid komt immers ook van zelf, als we den dag goed en met goede godsdienstige intenties beginnen. Iemand, die gewoon is des morgens in of buiten de kerk (want niet ieder kan iederen morgen naar de kerk gaan, al doet de wil hier véél!) zijn „bidplicht" te vervullen, zal haast niet in den gewonen zin humeurig kunnen zijn. En dan: geef uzelf rekenschap van uw boos humeur. Ge zult tot de ontdekking, de be schamende ontdekking komen, dat er geen reden voor is, en dat is het ergste van al, en een van de beste remedies. Wees dus niet humeurig; heb geen boos humeur, want humeurig zijn is een mensch, die zichzelf rekenschap geeft van wat in hem omgaat, onwaardig. MARIE ATTINK. Tal van kennisjes heb ik onder wat men noemt werkende meisjes. Het zijn meisjes, die heel gewoon in een betrekking zijn. Nette meisjes, echte dametjes, die zoo haar eigen brood verdienen en zich in den goe den zin overigens vrij voelen als vogeltjes in de lucht. Zij hebben een afgeronden dag, een vrijen Zaterdagmiddag en mopperen af en toe, omdat zij wel eens een middagje, als het mooi weer is, méér vrij zouden wil len hebben. Alles dus, zooals het behoort en er zit niets onbetamelijks in. Onder die kennisjes zijn verschillende types, die ik hier ditmaal wil afmeten naar haar meer of mindere huiselijkheid. Er zijn er, die dolgraag na haar dagtaak thuis zijn, rustig in de huishouding, waar zij zich overigens bitter weinig van aan trekken. Zij werken buitenshuis en doen dus verder binnenshuis niets. Anderen besteden haar vrijen tijd des avonds voor haar eigen klee ding; zij maken het meeste zelf en zijn daar zeer handig en zelfs artistiek in en toch degelijk. De types, die huishoud- en kookcursussen volgen, laat ik buiten be schouwing Zij hebben doorgaans trouw plannen of behooren tot de vooruitziende geesten. Dan zijn er ook wispelturigen onder. Wis pelturig in den goeden, althans niet kwa den zin. Zij kunnen tijden hebben, dat zij in zich een neiging ontwaren van huishoude lijke beredderigheid. Vooral zoo een vrije Zaterdagmiddag kan er mee gezegend zijn. Niets is dan voor haar schoonmaak- en opruimwoede veilig, zeer tot ongenoegen vaak van de vrouw des huizes. En toch vor men deze beredderige meisjes geen rem in den huishoudelijken gang van zaken. Haar huishoudwoede wordt ten toon gespreid bij wijze van geoorloofde ongeregelde neiging. Het is een neiging, welke geen enkele huis moeder moet tegenhouden. Ik zou zoo zeg gen, laat die meisjes haar gang gaan, hoe wel, zorg er voor die neigingen in goede banen te leiden. Niet ieder meisje is èn goed voor haar werk buitenshuis èn bo vendien nog een model-huishoudster te vens. Kijk daa maar eens naar de velen, die aan huishouden absoluut niets doen. Wakker die ongeregeldheid ten goede aan, omdat het iets goeds is. CORRY UYTENDOORN. ZEER JUIST! Denk er aan juffrouw, u moet alle aan doeningen, alle emoties vermijden. Maar dokter, waarom stuurt u me dan zoo'n hooge rekening? OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN Lies kreeg bij haar poppékleertjes ook een badpakje 'als 't behoort Nu haar kind te laten baden, leek haar heerlijk in één woord. Dus ontdoet ze 'r popje Paula van haar mantel, jurkje en hoed van haar schoentjes en haar kousjes en ook van haar ondergoed. „Kijk eens," zegt ze, „Poppe Paula, wat een prachtig pak is dat 't Is van zuiver zij-met-streepjes, als een pepermuntstok wat? Kan je je iets nog mooiers denken: Geel en rood en hemelsblauw 't Is een pakje om te zoenen, één dat je zóó stelen zou!" Zóó praat Liesje en kleedt haar Paula in haar zijden badtoilet Daarna wordt haar popje weldra door haar „in de zee gezet" En nu laat ze 'r Paula duiken, sparflen, zwemmen, na en vóór Of zij kampioen moet worden, zóó toch plast en plonst zij dóór! Liesje heeft een reuze-pret nu, daar zij dl maar spetter-spat, tot.... opééns.... wel, wat gebeurt er.... kijk eens even.... wat is dat? Poppe Paula's mooie krullen worden piekjes, glad en steil en, eer zij het kan voorkomen, zwemt haar pruikje in de teil! En de blosjes op pop's wangen, éérst zoo lieflijk blozend rood, zijn verdwenen bij het popje en zie, Lies' verdriet is groot. O, zij staat verschrikt te kijken Uit is plots'ling al haar pret Weldra heeft zij poppe Paula uit haar „bad-in-zee" gezet.... Dan begint zij luid te schreien, tot haar Moes komt aangesneld, om dan weldra te vernemen, wat haar lieve Liesje kwelt. „O!" riep moeder, toen zij snapte wat zooeven was gebeurd ,Jij deed domme dingen, kindje, die je nu, vanzelf, betreurt. Om te baden en te zwemmen had je popje geen gestel Héél pop Paula is bedorven, Lieve Liesje, zie je wél? Leg je pop en poppe-pruikje nu maar in het raamkozijn, om ze eerst wat op te drogen in den zomer-zonneschijn. Dan speel 'k straks voor poppe-dokter met wat verf en lijm, mijn kind, zoo, dat binnen weinig uren jij je pop genezen vindt Liesje lachte hoopvol weder, toen zij aan haar moeder vroeg: „Als dat nu met mij gebeurde, had u dan verf en lijm genoeg?" HERMAN J. HAIJEMAIJE. DE B.L.N.S. „Woensdagmiddag orchideeën zoeken, om twee uur bij Jan en Gerrit verzamelen." Dat briefje had bij alle leden van den B. L. N. S. de ronde gedaan. 't Spreekt wel vanzelf, dat niemand ont brak. Het weer werkte bijzonder mee, het was niet te koud en niet te warm. Met flinken pas werd de wandeling naar het bosch ondernomen. Van te voren was afge sproken, dat er geen bossen orchideeën ge plukt zouden worden, gesteld al, dat er bos sen te vinden waren. Alleen vond iedereen het heel begrijpelijk, dat Bram, die zoo graag een goed overzicht van Nederland- sche planten later mee naar Indië wilde nemen, van elke soort een exemplaar mee nam om te drogen. Het eerste terreintje, waar ze gingen zoeken en dat andere jaren vol orchideeën stond, gaf ditmaal een te leurstelling. Het leek wel of het heelemaal drooggelegd was, het gras was net hooi, waartusschen hier en daar een vergeetmij- niet en wat kleine valeriaan (fig. 1) stond. Alleen heel achteraan, waar de grond zoo week was, dat hun voeten er in wegzonken, stonden een paar planten met groene bla deren en groene bloemen, door Jan her kend »ls keverorchideeën (fig. 2). Na even ge- y.3 s rust te heb ben, ging men opnieuw op weg naar het volgende or- chideeënveld, dat er al da delijk beter uitzag. En ja wel, daar stond een me nigte paarse gevlekte or chideeën en verderop, waar meer hei was, ook nachtorchideeën (fig. 2). Vooral die laatste plant trok de aandacht, met de lange spoor van de roomkleurige bloem. Ada vestigde de aandacht op den heerlijken vanillegeur, dien de bloem verspreidt en die sterker wordt, als de zon ondergaat. Op dien geur komen de avondvlinders, vooral de pijlstaartvlinders af, halen den honing en brengen meteen het stuifmeel over. „In Indië hadden jullie zeker nog mooiere orchideeënsoorten," vroeg Jan aan Bram, dien hij aan het praten wou krijgen. En hij had succes. „Bij ons in Indië groeien de orchideeën meestal, zooals hier de paardebloemen op knotwilgen groeien, op de boomen. Met een vreemd woord noem je zulke planten, die niet met hun wortels op den grond ko men, epiphyten. Kijk, zoo groeien ze." En Bram teekende met een stok in het zand een tak met een plant er op (fig. 3). „Prachtig zijn bijvoorbeeld de bij ons in- heemsche vanda's (fig. 4). Maar ook Ame- rikaansche orchideeënsoorten worden ge kweekt, zooals de beroemde Oncidiums (fig. 5). En dan moet ik de cypripedilums niet vergeten, waarvan een soort wel eens in Limburg gevonden is en welke plant, in het Nederlandsch vrouwenschoentje genoemd, heel wat neefjes en nichtjes in de Tropen heeft. Dan moeten we de vanille niet ver geten en de gember, die in de verte ook familie van de orchideeën is. Je merkt dus wel, dat je hier in Nederland maar een schijntje soorten hebt, vergeleken met de tropen, Maar deze zijn toch aardig" en Bram bekeek nog eens zijn verzameling. Als Bram eenmaal op zijn praatstoel zat, dan was hij niet zoo gauw klaar. En allen luisterden graag als hij zoo enthousiast iets stond te betoogen. Maar Kees bracht hem weer tot de wer kelijkheid terug. „Al half vijf en ik moet nog een aardrijkskunderepetitie leeren." Nu, de anderen vonden ook, dat het tijd was en zeer tevreden over den orchideeën- tocht, die zoo goed geslaagd was, werd de terugtocht aanvaard. A. L. Dit is een aardig werkje voor de meisjes. Het is z.g. appliqué-werk. Eerst wordt van een effen lap een rechthoek geknipt en dan naaien we met den festonneersteek lapjes er op volgens de teekening. Zorg er voor, dat je mooie kleuren kiest. Als je erg han dig met de naald bent, kun je de binnen zijde nog voeren met satinet. Ook moeten aan de binnenzijde twee strooken genaaid worden, die als 't ware zakjes vormen. Hier in wordt de band van het boek gestoken. Voordat je die strooken maakt, moet je eerst de hengsels aan de binnenzijde be vestigen. Probeer het maar eens. Als het klaar is, is het de moeite waard. W. S. Zullen we een bezoek gaan brengen aan den dierentuin. We hebben ieder net nog een kwartje. Er stond in de krant, dat ze er pas een pracht van een leeuw bij hebben gekregen, zoo wild uit Afrika. Er is maar één oppasser, die er bij durft. Ik denk, dat ze dien leeuw nog niet Oh!lieve, goede, beste leeuw. willen laten zien. We konden hem ten- Doe me alsjeblieft niets. Ik wist heusch minste nergens ontdekken. Ik ga eens echt niet, dat je hier woonde. Ik kom door dit hek naar binnen. Wedden, dat heusch niks weghalen en ik zal je ook ik hem te zien krijg? geen kwaad doen. Ik heb echt heelemaal geen zin op t oogenblik om te vechten. Zoo, jongeman, dat scheelde geen haar, hè? Goed, dat ik net in de buurt was. Het was anders je eigen schuld ge weest als ie je opgevreten had. Dan moet je maar niet zoo nieuwsgierig zijn en geen verboden deuren in gaan! Op zekeren dag kwam een eenvoudig mannetje bij een advocaat op het spreek uur, natuurlijk om diens raad in te winnen, zooals algemeen wordt gedacht. Het mannetje vertelde dan ook, dat hij zooeven rustig liep te wandelen en, zonder eenige aanleiding, een groote hond hem een flink stuk uit zijn broek beet, alsof hij een vetten pot voor zich had. De advocaat vond het de natuurlijkste zaak van de wereld, dat hij aanspraak op schadevergoeding kon eischen en noemde de verschillende gronden daartoe, toege licht met de noodige wettelijke formules. Dat had het mannetje ook gedacht en hij meende dus een nieuwe broek te moeten aanschaffen en taxeerde deze op zes gulden en vijftig cent. De advocaat; meende, dat hij nog meer kon vragen, maar het mannetje was tevre den met die 6.50. Hij wilde er niet bij winnen. Toen beiden zich met dit standpunt had den vereenigd en de advocaat adviseerde, om nu den eigenaar persoonlijk de schade vergoeding te vragen, kwam met recht de aap uit de mouw. „Welnu, mijnheer de advocaat, de eigenaar van den hond is u." De advocaat zag even ernstig, maar be taalde daarna met een glimlach de 6.50. De man deed het geld in zijn beurs en wilde heengaan, toen de advocaat met een tegenvordering kwam voor zijn advies, zoo als hij zeide: Dat zijn goede raad 7.50 kostte. De man sputterde een weinig tegen, maar eerlijkheidshalve moest hij het billijke van de zaak inzien en legde dus de 7.50 neer. Buiten gekomen, mompelde hij: „Ik ben niet alleen m'n tijd, maar ook een gulden en m'n broek kwijt.'' nas r-Af vw» ^Klitte»* Tgr

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 15