ÓÜV SCHOORSTEENMANTELS DAMESMANTEL HANDENARBEID VERGIFTIGE PLANTEN DE Onze goedkóope patronen Dieren van hark H/V\R. NIEUW UIT OUD VAN ALLES WAT RAADSELS POES VERTELT TOOVERINKT Wat er van te maken Practisch reisgatnituurtje Korten op le letter Bij de meesten van ons is het de ge woonte een schoorsteenmantel te versieren met vazen, kandelaars, klokken, enz., een spiegel er boven en met dat gedeelte van de kamer hebben we afgedaan. De stookplaats echter kan, en men ziet het al meer en meer toegepast, veranderd worden in een gezellig hoekje, dat niet al leen 's winters opgezocht wordt, omdat het er heerlijk warm is. We beginnen met het eenvoudigste, de losse boekenplank of plank voor een aar dig kunstvoorwerp] e. Heeft u een platten schoorsteen van mooie luxe tegels, dan staat een donker eiken boekenplank er mooi boven, zooals op teekening 1. We zien twee verschillende planken met achterbord en steunen, welke toegepast kunnen worden. Op teekening 2 ziet u een dergelijke plank op boekhoogte boven den schoor steen en twee zijplankjes, welke meteen dienst doen als steunen. Hier kunnen boe ken tusschen gezet worden en een schil derij of spiegel kan er in dat geval nog boven. Teekening 3 laat een hoekje zien. Op den schoorsteen over de geheele muurlengte loopt een plank. De boekenruimten bestaan uit opstaande planken ter breedte van den schoorsteen, de dwarsplanken rusten op consoles, welke aan de opstaande kanten bevestigd zijn. Op eenige hoogte boven den schoorsteen komt een breede lijst met een plank, rustend op steunen. Een buitenge woon goed geheel voor een kamer in oud- Hollandschen of oud-Engelschen stijl. No. 4 kan toegepast worden bij een mo dern interieur. De bovenste lijst van de boekenplanken boven den schoorsteen loopt langs alle muren door en kan voor schilderijlijst dienst doen. Op teekening 5 ziet u een schoorsteen waarboven een houten opstand is gemaakt, in 3 ondiepe vakken verdeeld door midden planken. Het middelste vak kan door een spiegel worden ingenomen, terwijl de beide zijvakjes plankjes kunnen hebben voor oude kommen, pullen, aardig koperwerk, porcelein of andere siervoorwerpjes. Wilt u bovenop borden plaatsen, dan zal een smal randje op de plank gemaakt moe ten worden. Op no. 6 ziet u, hoe een ongebruikte schoorsteen op de slaapkamer van prac- tisch nut kan zijn. Een eikenhouten opstand kan gemaakt worden of een van triplex, in het midden komt een stuk geslepen spiegelglas, het kan opgeschroefd worden of weer tusschen rails geschoven worden, zooals reeds eerder be sproken. De opstand heeft eenige plankjes, of mooier nog glazen plaatjes, rustend op steuntjes. Hierop kunnen de toiletartikelen prijken, zooals fleschjes en potjes, terwijl kam, schuier en handspiegel een plaatsje kunnen vinden op de marmeren plaat van den schoorsteenmantel. Wilt u den schoorsteen voor toilettafel en tevens voor schrijftafel laten dienen, welnu, maak een geraamte in dunne balkjes of breede latten. Maak er steuntjes op, waar op planken kunnen gelegd worden. Uw lie velingsboeken kunt u er op zetten en het bovenste blad, uittrekbaar, leent zich voor schrijfblad. Het gordijn kan de boeken- ruimte afsluiten. De opening is handig gecamoufleerd door een gordijn, doch natuurlijk kunnen we haar ook benutten zooals u op de teekening ziet aangegeven. ANEMOON. We bezitten allemaal nog wel één of meer van die geruite of gestreepte kasha-sjaals, die één, twee jaar geleden zoo modern wa ren en die nu niemand meer draagt. Die dingen waren sterk en zullen dus bij de meesten van ons nog wel in goeden staat verkeeren. Zijn ze een beetje smoezelig ge worden, dan doet een berizine-badje won deren. We kunnen nu uit één zoo'n sjaal een alleraardigst garnituurtje maken van reis- kussen en bijpassende practische tasch. We knippen de sjaal in drie stukken, zooals 't teekeningetje aangeeft; het middenstuk moet iets korter zijn dan de beide zijstuk ken. Van die zijstukken maken we het kus sentje; we verbinden ze zóó, dat aan eiken smallen kant een franje-rand komt. Het wordt opgevuld met een oud lenden- of baby kussentje. Voor de tasch wordt het middelstuk dub bel geslagen en naar boven een ietsje bij- gerond, zooals de teekening aangeeft. We voeren ze met een restant je kunstzij en tusschen kasha en voering naaien we stijf linnen om wat stevigte te geven. De tasch Wordt afgewerkt met een treksluiting. We hebben nu een alleraardigste comple teering van onze reis-uitrusting, die ons een rasecht toeristen-aanzien zal geven! Oplossingen: Van Alles Wat OPLOSSING RAADSELS De olifant. Leiden, ei, den. Een ruiter. Hij houdt zijn eigen bee- nen over, wanneer hij die van zijn paard weggeeft. Dat buiten schot blijft. 2X2 4. Dat is uitgemaakt; zuur kool ingemaakt. Het licht. In Februari. C. L. Ezels. Barbieren. Een touwslager, want hij loopt ach teruit, wanneer hij werkt. Een spijker. Amen. Een schoenmaker. „Stok slechts met 3 letters". De drie letters van „hel" komen in OP VERZOEK Genomen maten: bovenwijdte 110 c.M., heupwijdte 132 c.M., lengte 120 c.M., mouwl. 56 c.M. Benoodigd: 3.20 M. stof van 130 c.M. breedte, 3 M. voering van 100 c.M. breedte, 2 knoopen. Ge teekent het patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Vervolgens legt ge ze op de stof, waarna ge alles met een 2 c.M. breeden naad uitknipt, terwijl ge onder aan den mantel 6 c.M. bijrekent voor een zoom. De tegenbeleggen voor den voorkant knipt ge naast de voorpanden uit de stof. mouwen inzet. Hiervoor neemt ge den mouwnaad 4 c.M. meer naar voren dan den zijnaad. Mocht de mouw niet in het arms gat passen, dan wordt het armsgat bij den zijnaad nog wat dieper uitgeknipt. Van den op vorm geknipten kraag kunt ge de zijkantjes, benevens de 50 c.M. lange kraag lijn stikken en omhalen. Hierna wordt de kraag op den mantel gestikt. Bij de revers, dus vanaf den schoudernaad slaat ge re vers en kraag tegen elkaar in. Zoodoende krijgt de den naad naar beide kanten en wordt deze goed plat. Hierna stikt ge den 1 J1 lL.Ji.LV.St Wanneer alles is uitgeknipt, begint ge in de rechterhelft het knoopsgat, dat ge vooraf even hebt afgeregen, in te maken, en wel op 48 c.M. vanaf het hoogste schouderpunt. Hiervoor legt ge op den goeden kant een lapje, dat ge 8 c.M. lang en 6 c.M. breed hebt geknipt. Hierna wordt 't knoopsgat 2 m.M. vanaf de rijglijn doorgestikt, inge- knipt, waarna het lapje wordt omgehaald naar den verkeerden kant. Nu kunt ge aan de beide voorkanten de tegenbeleggen langs stikken en wel tot aan het gegeven teeken, 20 c.M. vanaf het schouderpunt. Het figuurnaadje wordt ingestikt, waarna de tegenbeleggen eerst op den kant stevig worden omgeregen, daarna op den mantel vast, bij de lijn voor het tegenbeleg, zoodat het geheel goed glad zit. Nu kunt ge schou der-, zij- en mouwnaden verbinden, daar na de naden plat persen. Onderaan maakt ge den zoom op lengte in, waarna ge de voeringmantel, waarvan ge de voorkanten maar tot aan de tegenbeleglijn hebt ge knipt, in elkaar, waarna ge deze in den mantel schuift en langs hals, tegenbeleg lijn, onderkant en den onderkant der mou wen tegen zoomt. Ook de op vorm ge knipte manchetten worden gevoerd, waar na ge deze 1 cM. lager dan de mouw ste vig opzoomt en ze op één mouwnaad even vastzet. Hierna zet ge voor het wegtrekken van den onderslag even een bandje aan, waarna ge den mantel perst en de knoopen aanzet op de daarvoor bestemde plaatsen. DINÏ. Voor het maken van deze kurken dieren heb je in de eerste plaats noodig een gave kurk. Calqueer nu den kop en den staart op stevig papier en knip ze uit. Maak dan aan lillllltil het breede eind van de kurk een keep, waarin de punt van den hals, die met stip pellijnen is geteekend, gestoken wordt. Zoo doen we ook met den staart aan het smalle eind van de kurk. Voor de pooten dienen vier lucifers, die in de kurk worden gesto ken. Mijn hand en mijn neus zijn een. In zijn geheel ben ik een stad in Zuid- Holland. Ontneemt men mij mijn hoofd, dan druk ik niets uit. Ontdoet men mij van een eetbaar iets, dan ben ik een boom. Ik heb 4 beenen. Geef ik die aan u, dan houd ik er nog 2 over. Welk wild wordt nooit geschoten, hoe lekker het ook is? Welk onderscheid is er tusschen 2X2 en zuurkool? Wat kan er door de glazen vallen zonder ze te breken? In welke maand wordt het minste vleesch gegeten? Hoe kan men 150 ezels schrijven, om daarvoor slechts 7 letters te gebruiken. Welke bieren maken het meeste schuim? Hoe harder ik werk, des te vlugger ga ik achteruit. Slaat ge mij, dan kruip ik weg. Toch verraadt mijn hoofd steeds waar ik ben. Wat volgt er op de eeuwigheid? Hij is zeer ijverig. Toch vertrapt men zijn werk. Hoe kan men stok slechts met 3 let ters schrijven? De hel is in den hemel, echter niet de hemel in de hel. Hoe kan dat? 1. Ik ben een vogel. Ontdoet men mij van mijn hoofd, dan blijft er slechts verbeelding over. 2. Wanneer zij slaapt, kom ik. Snijdt ge mijn hoofd af, dan blijf ik een lekkernij. Wederom mijn hoofd er af, dan ben ik een familielid. 3. Wat ben ik? Dat doet een winkelier. Ontdoet ge mij van mijn hoofd, dan ben ik iets, dat iedereen doet, zelfs de dieren. 'uajapt 'g •raoo 'raooz 'uiooaa 'Z •UBBM. 'UBBMZ T Wij hebben thuis een poesje, Een allervroolijkst dier, Nee heusch, 't is geen smoesje, Het heeft altijd plezier. Nu speelt het in een hoekje, Of dan weer op de mat, Dat leuke kleine poesje, En denkt: „Wie doet me wat?" „Ik heb een vroolijk aardje, En dat vind ik heel fijn, Soms schud ik met mijn staartje, Wanneer het zoo moet zijn.'" „Ik krijg wel booze woordjes, Omdat ik wel eens steel, Dan krab ik maar m'n oortjes Want 'k vond 't lang niet veel." Eens zat ik in een hoekje, En keek genoeglijk rond, Toen viel er plots een koekje Vlak naast mij op den grond." Jk nam toen gauw een hapje, En daarna nog veel meer, Ik vond 't fijn, dat snap je, 't Smaakte mij naar meer." „En daarvoor kreeg 'k een tikje, Dat vond ik wel wat dom, Ik wierp een nijdig blikje En dacht: wat maal 'k er om?" ,,'k Heb toch een heel dik huidje, Dus voel 'k het niet zoo gauw, Gaf daarom geen geluidje, Al vond 'k het ook flauw." „En nu, m'n beste kindje, Ik wensch je veel plezier. En zeg eens eerlijk, vind je Mij nu geen aardig dier?" I. DE B.L.N.S. Het was zoo „pufheet", dat niemand lust had om te gaan wandelen of fietsen. Lui in het gras liggen was het parool en de meisjes gaven het voorbeeld door di rect, toen ze aangekomen waren in den tuin bij Toos, neer te ploffen. De jongens verkozen de tuinbank. Bram scheen de eenige te zijn, die zich in dit weer graag bewoog. Hij was direct be reid, toen Jan hem vroeg zijn herbarium weer eens voor den dag te halen, er extra voor naar huis te loopen. Tien minuten la ter was hij terug met een keurig ingepakt stapeltje cartons met gedroogde planten. „Ik heb maar iets heel bijzonders mee gebracht," begon hij met een guitig lachje. „Vergiftige planten." Dat woord werkte als een schok op het luie gezelschap. Allen gaven blijk van te luisteren en Bram nam een plant op car ton uit het pakje: „dolle kervel, een plant, die volgens sommige menschen erg vergif tig is (fig. 1). Kijk, de stengels zien rood- gevlekt, 't lijkt een beetje of ze met bloed bevlekt zijn." „Hu, wat griezelig," deed Kees, net of hij 't meende. Bram had intusschen weer een volgend carton gepakt. „Bilzenkruid, een afval- plant met vuilgele bloemen, paars ge aderd (fig. 2). Deze plant schijnt wel veel in de geneeskunde gebruikt te worden. Ik wil later in het jaar zien de vruchten te krijgen, die moeten volgens de beschrijving met een aardig dekseltje openspringen (fig. 2). Als derde plant heb ik hier iets zeld zaams, de doornappel (fig. 3). Die plant Afpel heeft zulke prachtige groote klokvormige bloemen, zuiver wit van kleur. Doornappel en bilzenkruid zijn familie van elkaar en ook familie van den aardappel. Eigenaar dig is, dat veel van deze soort planten een bedwelmenden geur verspreiden, zooals o.a. het bilzenkruid. De tomaat, ook een fami- Geeft u mij nog één ijsco van tien, alstublieft. Het is vreeselijk warm weer en dat vanilleijs van u mag genoemd worden. Als de hitte nog een week aan houdt, bent u wereldberoemd. Da's nou vandaag, geloof ik, je zes de ijsco al. Schei er toch mee uit. Je weet straks van de buikpijn niet meer, waar je staat. Ohohlieve grutten, wat een P Heb ik het je niet direct gezegd. Het beste wat je doen kan, is zoo gauw mo gelijk naar huis gaan. Hier ligt Zwarte Piet nou ziek en koortsig in zijn bed en tot overmaat van ramp moet hij nu nog, om weer wat op streek te komen, met die verschrikkelijke warmte een gloeiend heet glas melk op drinken. lielid, verspreidt geen bedwelmenden, maar wel een heel onaangenamen geur." „Zijn de aardappel en de tomaat dan ook vergiftig?" vroeg Mientje. „Van den aardappel zijn alleen de knol len niet vergiftig, tenminste als ze niet groen zijn. En precies hetzelfde geldt voor de tomatenvruchten: ze zijn niet vergiftig als ze rijp en rood of geel zijn, maar wel zoolang ze groen zijn. Ik zou trouwens wel eens willen weten of de rijpe (gele) vruch ten van den aardappel ook vergiftig zijn of niet, ik heb zoo'n idee, dat ze evenmin vergiftig zijn als rijpe tomaten. En nu heb ik hier nog een aardige plant en dan moe ten we de rest maar voor een volgenden keer laten, met het oog op de repetities. „Hè!" klonk het teleurgesteld. Maar Jan viel Bram direct bij. „Ja hoor, we moeten het niet te lang ma ken." De „aardige plant", die Bram op het oog had, was bitterzoet (fig. 4). „Al weer familie van den aardappel," be gon Bram. „De bes schijnt niet vergiftig te zijn, maar ik zou hem toch liever niet eten. Ik hoop erg, dat die prachtige paarse bloe men haar kleur houden zullen bij het dro gen. En nu heb ik nog een heel stelletje niet laten zien, maar die komen een volgen den keer weer aan de beurt." Ja, hoe jammer het ook was, Bram en Jan hadden gelijk: er moest aan het werk worden gegaan voor de repetities. Zoo ging het clubje weer uiteen tot de volgende week. A. L Inkt te maken is heelemaal geen kunst stuk, maar omdat je met bijzonder toebe reiden inkt eenige aardige goocheltoeren kan verrichten, geef ik je hieronder een paar recepten. Je hebt verschillende soorten van derge- lijken inkt. I. Inkt, waardoor het schrift eerst zicht baar wordt boven het vuur. Hiertoe behoo- ren: a. Azijn b. Citroensap c. Uiensap d. Met water verdund „sterkwater" e. Met water verdund eiwit f. In water opgelost keukenzout g. Aluinoplossing h. Oplossing van vitriool H. Inkt, die door de werking der lucht zichtbaar wordt. Hiervoor kan men gebrui ken: a. Een oplossing van lood in „sterkwater" b. Een oplossing van tin in „koningswa ter" (dat is een mengsel van salpeterzuur en zoutzuur). Hieronder bovendien nog een paar recep ten van gekleurden tooverinkt, die eerst zichtbaar wordt door t bestrijken met een andere vloeistof. Bijvoorbeeld: Paarse tooverinkt. Hiervoor neem je citroensap, goed be waard in een glazen flesch. Wil je nu den onzichtbaren inkt voor den dag brengen, dan bestrijk je het geschrevene met een vloeistof, die uit viooltjes of madeliefjes bereid is, waartoe men deze bloemen on der water drukt en daarop uitdrukt. Ook dezen inkt moet je in een glazen flesch bewaren. Wil je andere kleuren krijgen na het be strijken met dit bloemenwater, dan gebruik je het volgende: Voor gelen tooverinkt neem je de bladeren van goudsbloemen, laat ze 7 a 8 dagen in goeden wijnazijn liggen, pers ze dan goed uit en bewaar het nat in een goed gesloten flesch. Voor Rooden tooverinkt neem je zwavel zuur en spiritus-nitridulsus (bij 'n drogist te krijgen) en verdunt dit met 8 10 maal zooveel water. Voor Groenen tooverinkt is *t recept: Los goede, droge wijnsteen op in het noodige regenwater. Hieronder ten slotte nog 'n recept voor inkt, die na 24 uur verdwijnt. Je kookt galnoten in koud water en doet er dan vitriool, Arabische gom en salmiak bij. Wat je met dezen inkt schrijft, ver dwijnt in 24 uur. OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN a Van alle ln deze rubriek voorkomende modellen, of van welke andere door onze lezeressen Ingezon den teekening ook, leveren wij door ons Patronen- kantoor patronen tegen de volgende lage prezen: Cpstuum 0.60 Blousef 0.45 Mantel f 1.Kinderjurk (t.5J.) 0.35 Men geve ons daarvoor de volgende matèn op: a. Bovenwijdte, te meten rondom langs den rug, onder de armen door en boven de buste langs, niet te strak. b. B o rs t w 1) dt e, op dezelfde wijze te meten als de bovenwijdte, maar nu o v e r de buste heen. e. Borrthoogte, van kuiltje ln den hals tot de taille. d. Bughoogte, van het midden nekpunt tot de taille. e. Heupwijdte, rondom de heupen, geme ten 20 c.M. onder de talUe. U 6- Knip dit uit en bewaar het voor 3* voorkomende gelegenheden. -g "*ft fccbcbc&cticJaciicfecbckcixfccfDckcbciïcïsckcjDcbckcbcilci f. Schouderbreedte, dit is de lengte van den schouder, van den hals tot het begin van den arm. g. Mouwlengte, te meten bulten langs den arm, over den gebogen elleboog tot aan den pols. h. de geheele lengte, uit den halskull gemeten Opgave van de letters met daarachter ae maat is voldoende, eveneens opgave van het nummer "an het verlangde kleedingstuk. Patronen worden echter alleen toegezonden, wanneer bij de bestelling het verschuldigde be drag in postzegels ls ingesloten. Alle bestellingen richtte men aan: HET PA- TRONENKANTOOR, Postbus 1, Haarlem. KAJA V\ owl ol *rr\r\r* OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN A 5-10-45

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7