m
Fruit als schoonheidsmiddel
REISKLEEDING
WAT ZULLEN WE KOKEN?
Het kruis der Hollanders
GEBREID DAMESJASJE
DE GELUKSVOGELS
TEEKENPUZZLE
OUN/
Van alles wat
Verschillende gevraagde recepten
met Sjaalkraag
Wie of wat ben ik?
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN
Wij Hollanders eten nog altijd lang niet
genoeg fruit, al slaan we in dit opzicht al
'n heel wat beter figuur dan onze groot
ouders, die, wanneer ze toevallig niet op 't
platteland woonden, dit onontbeerlijk
voedsel beschouwden als een soort luxe,
en, bij kinderen, als „snoepen"!!
Toch beperken we ons nog veel te veel
tot 't nuttigen van vruchten als dessert,
als toegift, 's avonds na tafel, en hoogstens
ook aan de lunch. We komen niet op
idee, er andere spijzen door te vervangen,
of er eens een heelen maaltijd mee te doen,
op dagen dat onze eetlust te wenschen
overlaat.
Voor vrouwen en meisjes is fruit 'n on
schatbaar hulpmiddel om 'n natuurlijke,
waschechte bekoorlijkheid te kweeken, die
van binnen uitstraalt en er niet bovenop
geschilderd behoeft te worden. Fruit kan
ons heldere, wakker-stralende oogen ge
ven, witte tanden, een perzikzachte huid en
een soepel, jeugdig figuur.
Eet uw dagelij kschen appel altijd goed
gewasschen, maar ongeschild. De vitami
nen bevinden zich vlak onder de schil en
de schil zelf is waardevol als rauwkost en
helpt constipatie voorkomen. Een appel en
een glas water, eiken dag vóór het ontbijt,
vormen op den duur een onfeilbaar middel
tegen deze kwaal.
Bekijk uw tanden eens, vóór en na het
eten van een appel. De zuren van deze
vrucht nemen de gelige verkleuringen weg
en de mechanische wrijving bij het bijten
door de schil maakt de tanden schoon,
blank en als gepolijst.
Maar niet alleen appels komen onze
schoonheid ten goede. Alle vruchten, zoo
wel versch als in geöroogden toestand, zijn
van veel waarde. Wie een vermagerlngs-
dieet houdt en zich nu en dan 'n beetje
hongerig voelt, kan zijn honger uitstekend
stillen met sinaasappelen, ananas en pe
ren. Deze drie vruchten bevatten bijzonder
weinig proteïne, het vleeschvormend be
standdeel van voedsel, en een onbeteeke-
nende hoeveelheid vetten. Men kan met
den besten wil niet dik worden op een
fruit-dieet.
Bananen, kersen, aardbeien, bramen en
pruimen bevatten meer proteïne dan si
naasappelen en appels, maar lang niet
zooveel als gedroogde vijgen, rozijnen, da
dels, pruimen en krenten. Gedroogde
vruchten zijn daarom beter voor hen, die
wat in gewicht willen toenemen. Ze bevat
ten een vrij aardige hoeveelheid suiker.
De meeste versche vruchten, en in 't bi
zonder sinaasappelen en citroenen, zijn
zeer rijk aan een vitamine, die de huid en
het tandvleesch gezond houdt. Wanneer u
bemerkt, dat uw tanden zeer licht bloeden
bij het poetsen en het tandvleesch week
en sponsachtig lijkt, eet dan meer sinaas
appelen en drink limonade.
Probeer eens, inplaats van op de nuch
tere maag een kop thee te gebruiken, het
sap van twee sinaasappelen, verdund met
een gelijke hoeveelheid water, bij kleine
slokjes op te drinken. Sinaasappelsap, op
deze wijze gebruikt, zuivert de huid van
z.g. mee-eters of vetpuistjes en is een van
de beste voorbehoedmiddelen tegen het
optreden van steenpuisten.
Er is heel wat moed toe noodig om het
besluit te nemen, uw thee voortaan zonder
suiker of melk te drinken, enhet ook
vol te houden! Toch kan dit noodig zijn
voor menschen die, niet uit ijdelheid al
leen, maar omwille van hun gezondheid,
volstrekt niet meer in gewicht mogen toe
nemen. Wanneer men dan echter een dun
schijfje citroen in den kop thee uitknijpt,
zal men bemerken, dat die zóóveel aan
genamer te drinken is. De citroen helpt te
vens de slanke lijn nog 'n handje.
Grape-fruit, versch of ingemaakt, is een
vrucht die we hier in Holland nog veel te
weinig kennen en gebruiken. Sommige
menschen weten nog nauwelijks, wat er
mee bedoeld wordt. Ze ziet eruit als een
enorme sinaasappel, maar lijkt in kleur
meer op den citroen, terwijl ze de heilzame
eigenschappen van beide in zich vereenigt.
We moeten eerst eventjes aan den nieuwen
smaak wennen, maar dan vinden we ze
ook meestal heerlijk. Men kan ze ook in
blik koopen, ontdaan van schil, velletjes
en pitjes. Grape fruit is ook verrukkelijk
als bestanddeel van een versche vruchten
sla.
Sommige vruchten, ofschoon alom leven
dig aanbevolen voor de gezondheid, heb
ben niet bij iedereen onverdeeld-gunstige
resultaten. Tomaten kunnen puistjes of
vlekjes veroorzaken, en aardbeien som
tijds onsmakelijken uitslag. Maar men hoeft
deze vruchten niet noodzakelijk te eten
om er voordeel uit te trekken! Een door
gesneden tomaat, twee- of driemaal per
week over hals en nek gewreven, doet de
vuilgele tint, die op die plaatsen zoo vaak
voorkomt, na korten tijd verdwijnen. Aard-
beiensap heeft de eigenschap, de huid
blank te maken en samen te trekken.
Wrijf drie of vier middelmatige aardbeien
fijn en vermeng ze met genoeg havermeel
om een dik papje te vormen. Spreid dit
papje over de gelaatshuid en laat het daar
opdrogen. Besprenkel dan het gezicht met
water en wrijf het mengsel met de vinger
toppen nog eens goed in. Wasch het ten
slotte af en doe een beetje vanishing-cream
of een verzachtende lait op het gezicht.
U beschouwt olijven en komkommers
misschien niet als vruchten, maar ze be
hooren er toch bij ingedeeld te worden.
Eet olijven, wanneer u een droge huid
hebt, die spoedig fijne rimpeltjes vertoont.
De schil van een komkommer is heerlijk
verzachtend en verkoelend voor de huid,
wanneer die pijnlijk door de zon verbrand
is. Leg lange reepen van de schil met den
binnenkant op het voorhoofd, over den
neus en achter in den nek. Men kan ze
ook met een paar elastiekjes op de boven
armen bevestigen.
EVA.
835. Jeugdig mantelpakje, dat zoowel op
reis als in de stad gedragen kan worden.
Het is van donkerblauwe wollen marocain.
De mouwen zijn nogal ruim en gezet aan
een schouderstuk, dat hier en daar een
witte nop heeft, die er met de hand is op
gewerkt. Het manteltje heeft geen andere
jurk krijgen voor de ochtenduren. Het is al
tijd practisch om voor de reis japonnen
mee te nemen, die we nog eens een ander
aanzien kunnen geven. We krijgen hierdoor
meer variatie bij minder bagage.
837. Dit ensemble is van 'n zwart en grijze
diagonaal-stof. De losse jas heeft raglan-
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN
Crème Napolitatne. Op 1 liter melk ge
bruikt men hiervoor: 3 sinaasappelen, 10 a
12 biscuits (lange vingers), 1 ons suiker en
90 gram maïzena.
Van twee sinaasappelen wordt het sap
uitgeperst, de derde wordt in schijven ge
sneden. Men weekt de biscuits in het si
naasappelsap en onderwijl kookt men de
melk met de zeer dunne schil van één
sinaasappel. Suiker en maïzena worden
goed door elkaar geroerd en als de melk
kookt, roert men er dit mengsel langzaam
door. Het geheel moet dan nog 'n minuut
of 5 doorkoken. In een goed omgespoelden
vorm legt men onderin een laag sinaasap
pelschijven, daarop een laag biscuits en
hierop weer een laag vanillevla. Zoo gaat
men door, tot alles verbruikt is. Men moet
er op letten, dat de biscuits niet den vorm
raken, omdat dan de pudding later niet
goed omgestort kan worden. Er moet rond
om maïzenavla komen en ook de bovenste
laag moet uit maïzena bestaan. De pudding
moet goed koud worden eer men hem om-
stolpt.
Kalfslappen met papricasaus. Op 1 pond
kalfslappen neemt men hiervoor: 1 ons
vet, 1 halven ui, 1 theelepel paprica, 1 eetle
pel tomatenpuree, 2 d.L. room of melk, 1
theelepel bloem en zout naar smaak.
De lappen worden met het vlak van t
hakmes geklopt en met zout ingewreven.
Den fijngegnipperden ui fruit men in het
vet tot hij mooi bruin is, dan doet men er
de paprica bij, de tomatenpuree en het
vleesch en laat het, op een zacht vuurtje,
goed toegedekt gaar stoven. Nu en dan
voegt men wat water bij om aanbranden te
voorkomen. Wanneer het vleesch gaar is,
haalt men het uit de pan, strooit er de
bloem over, giet den room er over heen en
laat het dan nog even in de saus opkoken.
Men kan bij dit gerecht droge rijst op
dienen ofwel gekookte aardappelen.
Gevulde tomaten met oud brood. Op 2
pond tomaten rekent men hiervoor 134
ons brood zonder korst, 1 grooten ui, 1 le
pel gehakte peterselie, 1 ei, 20 gr. boter, 34
liter melk, peper, zout en noot en 'n stukje
thijm.
De ui wordt fijngesnipperd en lichtbruin
gebraden. Van de middelmatig groote to
maten snijdt men kleine kapjes af, holt ze
voorzichtig uit en strooit er 'n weinig zout
en peper in. Het brood wordt fijn gekrui
meld en in de kokende melk geweekt, dan
stooft men het even mee met den ui, roert
er het uitgeholde tomatenvleesch door, de
kruiden en ten slotte het ei. Met deze mas
sa vult men de tomaten, legt er de dek
seltjes weer op, plaatst ze in een vuurvas
ten met boter of slaolie ingesmeerden scho
tel, legt hier en daar 'n klontje boter en
plaatst ze 15 a 20 minuten in een heeten
oven.
In plaats van met oud brood, kan men
tomaten ook vullen met overgeschoten rijst.
Sla van witte boonen. De boonen worden
op de gewone manier gaar gekookt en dan
op een schotel gestapeld en met een slasaus
overgoten. Voor deze saus, voldoende bij 1
pond boonen ongeveer, heeft men noodig:
1 hard gekookt ei, 2 lepels slaolie, 3 lepels
azijn, 1 lepel mosterd, 1 gehakt uitje, 1 ge
hakt preitje, peper, zout en 'n weinig sui
ker. Het hard gekookte ei wordt fijngewre
ven en aangeroerd met olie en azijn; dan
joert men er al de andere ingrediënten
goed' doorheen en giet deze saus over de
boonen. Men kan den schotel nog aardig
gameeren met 'n paar tomatenschijfjes,
augurkjes, peterselie en hard gekookt ei.
Tomatenpuree. Op 2 pond tomaten heeft
men hiervoor noodig: 40 gram boter, 'n
paar takjes peterselie, 1 klein uitje, 1 klein
worteltje, 1 schijfje citroen zonder pit, 1
sprietje thijm en zout naar smaak.
De tomaten worden, na té zijn gewas
schen, in vieren gesneden. Men smelt de
boter en doet hierin de tomaten en de ver
schillende kruiden, waarna men alles 10
minuten laat smoren op 'n klein pitje. Ten
slotte wrijft men de puree door 'n vergiet.
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL.
Oplossingen: Van Alles Wat
WIE OF WAT BEN IK?
1. Klem, melk
2. Regen, neger
3. Droom, moord
TEEKENFUZZLE
835
sluiting dan een breede leeren ceintuur. Het
rokje is eenvoudig met één enkele inge-
stikte plooi.
836. Deze japon is gemaakt van een ste
vige wollen stof. De cape kunnen we af-
knoopen, waardoor we dan een eenvoudige
mouwen, breede revers en groote zakken,
waardoor hij buitengewoon geschikt is voor
reismantel. Het costuum bestaat uit rok,
blouse en een mouwloos vest met een ronde
halsuitsnijding, dat van voren met een rij
flinke knoopen sluit. POLA.
OP VERZOEK
Dit jasje wordt gebreid met 4-draads wol,
op aluminiumnaalden no. 3.
Men begint aan den onderkant van het
rechter voorpand, waarvoor men 66 st. op
zet. Men breit eerst een boordje van 10 toe
ren 1 r. 1 aver. Verder breit men r. aan den
rechter en aver, aan den linkerkant, be
halve de eerste 10 st. van de r. gebreide
naald, die men 1 r. 1 aver, blijft breien voor
den rand.
In den 20sten, den 40sten en den 60sten
toer breit men in dien rand een knoopsgat
aldus: 3 st. breien, 4 st. afkanten. Verder de
naald uitbreien. In den daarop volgenden
toer zet men boven.de af gekante st. weer 4
st. bij op.
In den 40sten toer breit men, na de 10 st.
voor den rand met knoopsgat, 22 st. r., 24
st. 1 r. 1 aver., 10 st. r.
41ste toer: 10 st. aver., 24 st. 1 r. 1 aver.,
22 st. r., 10 st. voor den rand.
42ste toer: als de 40ste.
In den 43sten toer breit men: 10 st. aver.,
24 st. afkanten voor de opening van een
zakje, 2 st aver., 10 st. 1 r. 1 aver.
Nu breit men eerst den achterkant van
het zakje. Men zet er 24 st. voor op en breit
hierop 34 toeren, r. aan den r. en aver, aan
den linkerkant. Dan breit men weer op de
steken van het jasje; eerst de st. aan den
knoopsgatenkant, dan breit men op dezelfde
naald de 24 st. van het apart gebreide
zakje en vervolgens de overige st. van het
voorpand.
Men breit op alle st. 30 toeren en begint
dan te meerderen voor den kraag. In iederen
r. toer meerdert men 1 st. in de beide
laatste st. van den rand, tot men 30 st. in
den rand heeft. Daarna mindert men, in
iederen 8sten toer 1 st. naast den rand,
tot men nog 78 st. op de naald heeft. Dan
kant men 8 st. af aan den kant van het
armsgat. Verder kant men, om den ande
ren toer, 1 st. af aan den kant van het
armsgat en om den 8sten toer 1 st. aan den
kant van den hals, tot er nog 65 st. op de
naald staan.
Dan mindert men in den rechtschen toer
als volgt:
lste toer: de rand breien, 13 st. r. en 2 st.
samenbr., 17 st. r., 2 st. samenbr., 1 st. r.
2de toer overbreien.
3de toer breien tot de laatste 3 st., 2 st.
samenbreien, 1 st. breien. Dan breit men
nog 1 toer als den 2den, 1 als den 3den en
1 als den 2den.
7de toer: rand breien, 2 st. samenbr.,
verder breien tot laatste 3 st., 2 st. samen
br., 1 st. br.
8ste toer: overbreien.
9de toer: rand breien, 11 st. br., 2 sa
menbr., 16 st. br. 7 toeren gewoon breien.
In den 6den toer hiervan, naast den rand,
2 st. samenbr.
17de toer: rand, 10 st., 2 st. samenbr., 15
st., 7 toeren gewoon breien; in den 6den
toer hiervan naast den rand 2 st. samenbr.
25ste toer: rand, 8 st., 2 st. samenbr., 15
st., 7 toeren gewoon breien, in den 6den
toer hiervan, naast den rand, 2 st. samenbr.
33ste toer: rand, 7 st., 2 st. samenbr., 14
st., 5 toeren gewoon breien.
39ste toer: rand, 2 st. samenbr., verder
zonder minderen 5 toeren breien.
Dan schuint men af voor den schouder
als volgt: men laat de laatste 7 st. op de
naald staan, keert het werk om en breit
den volgenden toer. Volgenden rechtschen
toer laat men 14 st. op de naald staan en
den daaropvolgenden .r. 21 st. Dan breit
men 1 toer over alle st., kant alle st. af
behalve den rand en breit op den rand nog
5 c.M. Afkanten.
Het linker voorpand breit men op de
zelfde wijze, hieraan tegenovergesteld.
Voor den rug zet men 116 st. op, breit 'n
rand van 10 toeren 1 r. 1 aver, en verder
enkel r. aan den rechter en aver, aan den
linkerkant. Men breit recht door tot aan de
armsgaten; dan kant men aan weerskan
ten van de naald 8 st. af. Verder mindert
men, om den anderen toer, aan weerskan
ten van de naald 1 st., tot men nog 84 st.
op de naald heeft. Men breit dan recht
door, tot het armsgat even hoog is als dat
van de voorpanden en begint dan de schou
ders af te schuinen, te beginnen in een r.
toer, als volgt:
lste toer: 7 laatste st. op de naald laten
staan, het werk omkeeren. 2de toer: 7 st.
op de naald laten. 3de toer: 14 st. op de
naald laten. 4de toer: 14 st. op de naald la
ten. 5de toer: 21 st. op de naald laten en
6de toer: 21 st. op de naald laten staan.
7de toer breien over alle st. Afkanten.
Voor de mouwen zet men 42 st. op. Men
breit r. aan den rechter en aver, aan den
linkerkant. Bij iederen toer zet men, aan
het einde van de naald, 3 st. bij op, tot men
90 st. op de naald heeft. Dan breit men 6
toeren; in den 7den toer breit men, aan
weerskanten van de naald, 2 st. samen en
herhaalt dit in iederen 8sten toer, tot men
nog 62 st. op de naald heeft. Dan gaat men
door zonder minderen, tot de mouw onge
veer 42 c.M. lang is, eindigend met een
aver. toer. Dan breit men 1 r. 1 aver., waar
bij men telkens den 3den en den 4den st.
samenbreit. Hierop breit men verder 1 r. 1
aver, tot het boordje 7 8 c.M. hoog op,
waarna men het afkant. De tweede mouw
wordt precies eender gebreid.
Vóór het in elkaar zetten strijkt men de
verschillende deelen van het manteltje on
der een vochtigen doek. Dan naait men
schouders en zijnaden aan elkaar en naait
de mouwen dicht. Men naait de mouwen in,
waarbij de mouwnaad precies boven den
zijnaad van het manteltje moet komen. Het
apart gebreide zakje wordt aan den ach
terkant, met onzichtbare steken, opge-
zoomd. De kraag van de beide voorpanden
wordt van achteren aan elkaar gezet en op
het rugpand vastgenaaid aan den linker
kant. De kraag moet zóó aan elkaar gezet
worden, dat de naad binnen in legt als de
kraag omgeslagen is.
Tot slot worden de knoopsgaten nog om
werkt met een knoopsgatensteek en de
knoopen aangezet.
dora.
In de rumoerige tijden vlak voor de her
vorming, toen de jonge Karei de Vijfde
heerscher was geworden over zoo goed als
geheel Europa, leefde er in Friesland een
landbouwer Pier van Heemstra genaamd.
Het was een groote, sterke vent, met don
ker gelaat en zwarten baard, een vechter en
tegelijk ook iemand met goeden zin voor
humor.
Deze Pier zou waarschijnlijk zijn leven
lang op den vetten Frieschen grond ge
woond en geleefd hebben, als hij niet in
conflict was gekomen met de Oosten-
rij ksch gezinde Friezen (dus de aanhangers
en bewonderaars van Karei den Vijfden).
Zij vermoordden in het jaar 1514 eenige
bloedverwanten van hem, staken een boer
derij van hem in brand en hierdoor kwam
Pier zoozeer in opstand, dat hij zich voor
nam de rest van zijn leven te vechten te
gen ieder, die op de hand was van den jon
gen vorst Karei.
Hij verzamelde een vloot van kleine sche
pen, nam er het bevel over en trok de
Zuiderzee op om den onderdanen van Karei
afbreuk te doen.
Hij was dus zeeman of beter: zeeroover
geworden.
En om de zaak goed aan te pakken, liet
hij zich door Karei van Egmond als vloot
voogd erkennen, zoodat hij diens bescher
ming genoot.
Karei van Egmond was hertog van Gel
der en stelde alles in het werk om zijn
macht te handhaven tegenover de steeds
nog groeiende macht van den koning.
Een felle strijd was er het gevolg van.
Geen wonder was het, dat Karei van Eg
mond graag de hulp van den zeeroover
aanvaardde. Alles wat tegen den koning
ging, vond in zijn oogen genade.
Zijn legeraanvoerder Maarten van Ros-
sem was reed.i bérucht, de zeeroover Pier
van Heemstra, ook wel Groote Pier ge
noemd, zou het ook worden.
staken een
boerderij van hem
in brand....
naar Medemblik voer en er de stad plun
derde.
In 1519 streed hij bij Hoorn tegen een
vijand, die veel meer schepen en man
schappen telde dan hij. Evengoed hield
Pier stand, veroverde elf schepen, voer
Hoorn binnen en plunderde de geheele
stad.
Langs Enkhuizen zeilde Pier naar Me
demblik, waar eveneens veel werd buitge
maakt. Huizen werden in brand gestoken.
Toen zette Pier koers naar Friesland, zege
vierend als overwinnaar.
Hij blufte graag, want hij gaf zichzelf
titels als: koning van Friesland, kapitein-
generaal van de Zuiderzee, wreker der Bre-
mers, aanhouder der Hamburgers, verwoes
ter der Denen en ten slotte: Kruis der Hol
landers.
En met dezen laatsten titel had hij niet
te veel gezegd. Hij was een kruis voor de
Hollandsche kooplieden uit die dagen.
Zij zullen God wel gedankt hebben, toen
Pier na dien laatsten barren tocht niet
meer terug kwam.
Pier had genoeg geroofd. Hij ging in
Sneek stil leven. Ieder wist, dat hij de be
ruchte zeeroover was, maar zijn macht was
nog zoo groot, dat niemand hem voor den
rechter durfde brengen.
Er is iets sympathieks in het leven van
Pier te vinden, maar dat verdwijnt al heel
spoedig. Zeer zeker is het te begrijpen, dat
hij door hem aangedaan onrecht tot te
genweer komt. Wij mogen het niet goed
keuren, dat iemand wraak neemt, maar het
is heel goed te begrijpen.
Hoe langer zijn rooftochten duurden, des
te afschuwelijker waren de wreedheden van
Grooten Pier geworden.
„Iedere Hollander, dien ik vind, gaat
overboord," had Pier gezegd en hij heeft
Met zijn vloot zeilde Groote Pier over de
Zuiderzee. Het waren kleine schepen, maar
sterke en enkele waren goede zeilers.
Aan boord bevonden zich soldaten en
matrozen, avonturiers van allerlei slag en
al dat volk, dat zijn heil zocht in rooven
en plunderen.
Geen schip kon passeeren of het werd
aangevallen. Als vliegen op een stuk vleesch
vlogen de scheepjes er op af, naderden het
schip van alle kanten, bestookten het met
kogels en enterden het ten slotte.
Vooral Hollandsche schepen waren een
goede buit. De Hollanders waren onderda
nen van den koning en Pier trof hen dus
het liefst.
Zoo geweldig was zijn haat tegen al wat
Hollandsch was, dat hij iederen Hollander,
dien hij op veroverde schepen aantrof, zon
der vorm van proces overboord liet gooien.
Een gruwelijke wraak.
Aanhoudend moest Groote Pier vechten,
want de reeders uit Enkhuizen en Hoorn
wapenden hun vrachtschepen en riepen
voortdurend de bescherming in van den
admiraal van den koning.
Deze zond zijn vloten op den zeeroover
af, maar zonder veel succes.
Groote Pier bleef heerschen over de Zui
derzee.
Zelfs ontzag hij zich niet om de koop
steden Medemblik en Hoorn te plunderen.
Geen schip was veilig voor hem. De handel
had er, zooals vanzelf spreekt, zeer van te
lijden. In dien tijd waren Hoorn en Enk
huizen machtige steden, die een drukken
handel dreven met Bremen en de Oostzee
havens.
De Zuiderzee werd dus druk bevaren. Alle
waren werden er over getransporteerd.
Toen Pier de zee beheerschte, was dit al
les gedaan.
Koopvaardijschepen waagden zich alleen
in de nabijheid wanneer zij in grooten ge
tale waren.
De kapiteins wisten wat hun lot zou zijn,
indien zij in handen van den zeeroover
vielen. Niets scheen tegen den Fries te hel
pen.
In 1516 werd door een Hollandsch admi
raal bekend gemaakt, dat iedereen Grooten
Pier en zijn volgelingen mocht dooden of
bestelen, zonder met den rechter in aanra
king te komen. De zeeroover werd dus vo
gelvrij verklaard.
Zijn antwoord hierop was, dat hij nog
datzelfde jaar met 150 schepen en 400 man
Paardrijden is een heerlijke sport,
Dik; ik heb het vroeger, toen ik nog
klein was, in het dorp, waar we toen
woonden, veel gedaan.
Ik ga dien heer eens vragen, of ik eens
eventjes op zijn paard mag zitten.
Luister goed naar wat die mijnheer
gezegd heeft, zwarte Piet. Houd de teu
gels losjes vast en blijf recht in het
zadel zitten. Ik geloof wel dat het een
mak beestje is.
Zwarte Piet had tot zijn eigen schade
en schande erg gejokt.
Hij had wel veel zien paardrijden,
maar het zelf gedaan had hij nooit, of
hij moest zijn hobbelpaard bedoelen. Hij
had de teugels te strak getrokken, het
paard was gaan hollen en had hem uit
het zadel gewipt.
Een goed paardrijder komt altijd
op zijn pootjes terecht, Dik.
Nou, jij bent anders héél eigenaar
dig op je pootjes terecht gekomen, als ik
tenminste naar dien bult op je hoofd
kijk.
Nou ja, Dik, jij neemt alles zoo let
terlijk. Het was trouwens een héél woest
paard.
zijn woord gehouden ook. Bij tientallen
heeft hij zijn vijanden verdronken.
„De voeten spoelen," heette dat.
En daarbij roofde hij zich schatrijk.
Pier, die niemand vreesde, is op zijn
ouden dag van angst gestorven.
Op een avond zag hij een gedaante langs
den weg liggen, die hij meende te her
kennen als een van zijn slachtoffers!
„Een van de verdronken Hollanders komt
bij Pier spoken," dacht hij.
De oude zeeroover schrok er zoo hevig
van, dat hij stierf.
Op een avond zag hij een gedaante langs
den weg liggen
De gedaante, die hij gezien had, was al
lerminst een spook maar een van zijn
eigen mannen, een dronkaard, die door een
ongeluk daar langs den weg was gestorven
Een gruwelijk en bizar einde van het
Kruis der Hollanders!
HENK EERDMANS
1. Wie buiten in mij trapt, zal zich be-
zeeren, maar keert men mij om, dan dien
ik tot Voeding.
2. Je steekt iets op, wanneer ik kom,
draai mij om, ik ben een mensch.
3. Ik kom vaak in den nacht, keert men
mij om, dan ben ik een verschrikkelijk iets.
Wanneer ge onderstaande plaatsen uit je
atlas overhaalt of een vel papier onder de
kaart legt en dan vervolgens met een
scherp voorwerp die plaatsen doorprikt,
dan hebt ge het voornaamste werk reeds
volbracht. De bedoeling is dan die plaatsen
in de opgegeven volgorde met rechte lijnen
te verbinden en zijt ge hiermede klaar, dan
zult ge bemerken wat er uit is ontstaan.
Onze volgorde is:
Smilde, Beetsterzwaag, Workum, War-
tena, Makkum, Leeuwarden, Dokkum, Eng-
wierum, Marum, Bakkeveen, Zuidhorn, Bie-
rum, Groningen, Bakkeveen, Winschoten,
Anlo, Stadskanaal, Smilde, Dwingelo, Ha-
velte.
Dan van: Assen via Emmen naar Dalen.
En ten slotte een cirkeltje rondom: Veen-
wouden.
836
337