m Fruit als schoonheidsmiddel REISKLEEDING WAT ZULLEN WE KOKEN? Het kruis der Hollanders GEBREID DAMESJASJE DE GELUKSVOGELS TEEKENPUZZLE OUN/ Van alles wat Verschillende gevraagde recepten met Sjaalkraag Wie of wat ben ik? OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN Wij Hollanders eten nog altijd lang niet genoeg fruit, al slaan we in dit opzicht al 'n heel wat beter figuur dan onze groot ouders, die, wanneer ze toevallig niet op 't platteland woonden, dit onontbeerlijk voedsel beschouwden als een soort luxe, en, bij kinderen, als „snoepen"!! Toch beperken we ons nog veel te veel tot 't nuttigen van vruchten als dessert, als toegift, 's avonds na tafel, en hoogstens ook aan de lunch. We komen niet op idee, er andere spijzen door te vervangen, of er eens een heelen maaltijd mee te doen, op dagen dat onze eetlust te wenschen overlaat. Voor vrouwen en meisjes is fruit 'n on schatbaar hulpmiddel om 'n natuurlijke, waschechte bekoorlijkheid te kweeken, die van binnen uitstraalt en er niet bovenop geschilderd behoeft te worden. Fruit kan ons heldere, wakker-stralende oogen ge ven, witte tanden, een perzikzachte huid en een soepel, jeugdig figuur. Eet uw dagelij kschen appel altijd goed gewasschen, maar ongeschild. De vitami nen bevinden zich vlak onder de schil en de schil zelf is waardevol als rauwkost en helpt constipatie voorkomen. Een appel en een glas water, eiken dag vóór het ontbijt, vormen op den duur een onfeilbaar middel tegen deze kwaal. Bekijk uw tanden eens, vóór en na het eten van een appel. De zuren van deze vrucht nemen de gelige verkleuringen weg en de mechanische wrijving bij het bijten door de schil maakt de tanden schoon, blank en als gepolijst. Maar niet alleen appels komen onze schoonheid ten goede. Alle vruchten, zoo wel versch als in geöroogden toestand, zijn van veel waarde. Wie een vermagerlngs- dieet houdt en zich nu en dan 'n beetje hongerig voelt, kan zijn honger uitstekend stillen met sinaasappelen, ananas en pe ren. Deze drie vruchten bevatten bijzonder weinig proteïne, het vleeschvormend be standdeel van voedsel, en een onbeteeke- nende hoeveelheid vetten. Men kan met den besten wil niet dik worden op een fruit-dieet. Bananen, kersen, aardbeien, bramen en pruimen bevatten meer proteïne dan si naasappelen en appels, maar lang niet zooveel als gedroogde vijgen, rozijnen, da dels, pruimen en krenten. Gedroogde vruchten zijn daarom beter voor hen, die wat in gewicht willen toenemen. Ze bevat ten een vrij aardige hoeveelheid suiker. De meeste versche vruchten, en in 't bi zonder sinaasappelen en citroenen, zijn zeer rijk aan een vitamine, die de huid en het tandvleesch gezond houdt. Wanneer u bemerkt, dat uw tanden zeer licht bloeden bij het poetsen en het tandvleesch week en sponsachtig lijkt, eet dan meer sinaas appelen en drink limonade. Probeer eens, inplaats van op de nuch tere maag een kop thee te gebruiken, het sap van twee sinaasappelen, verdund met een gelijke hoeveelheid water, bij kleine slokjes op te drinken. Sinaasappelsap, op deze wijze gebruikt, zuivert de huid van z.g. mee-eters of vetpuistjes en is een van de beste voorbehoedmiddelen tegen het optreden van steenpuisten. Er is heel wat moed toe noodig om het besluit te nemen, uw thee voortaan zonder suiker of melk te drinken, enhet ook vol te houden! Toch kan dit noodig zijn voor menschen die, niet uit ijdelheid al leen, maar omwille van hun gezondheid, volstrekt niet meer in gewicht mogen toe nemen. Wanneer men dan echter een dun schijfje citroen in den kop thee uitknijpt, zal men bemerken, dat die zóóveel aan genamer te drinken is. De citroen helpt te vens de slanke lijn nog 'n handje. Grape-fruit, versch of ingemaakt, is een vrucht die we hier in Holland nog veel te weinig kennen en gebruiken. Sommige menschen weten nog nauwelijks, wat er mee bedoeld wordt. Ze ziet eruit als een enorme sinaasappel, maar lijkt in kleur meer op den citroen, terwijl ze de heilzame eigenschappen van beide in zich vereenigt. We moeten eerst eventjes aan den nieuwen smaak wennen, maar dan vinden we ze ook meestal heerlijk. Men kan ze ook in blik koopen, ontdaan van schil, velletjes en pitjes. Grape fruit is ook verrukkelijk als bestanddeel van een versche vruchten sla. Sommige vruchten, ofschoon alom leven dig aanbevolen voor de gezondheid, heb ben niet bij iedereen onverdeeld-gunstige resultaten. Tomaten kunnen puistjes of vlekjes veroorzaken, en aardbeien som tijds onsmakelijken uitslag. Maar men hoeft deze vruchten niet noodzakelijk te eten om er voordeel uit te trekken! Een door gesneden tomaat, twee- of driemaal per week over hals en nek gewreven, doet de vuilgele tint, die op die plaatsen zoo vaak voorkomt, na korten tijd verdwijnen. Aard- beiensap heeft de eigenschap, de huid blank te maken en samen te trekken. Wrijf drie of vier middelmatige aardbeien fijn en vermeng ze met genoeg havermeel om een dik papje te vormen. Spreid dit papje over de gelaatshuid en laat het daar opdrogen. Besprenkel dan het gezicht met water en wrijf het mengsel met de vinger toppen nog eens goed in. Wasch het ten slotte af en doe een beetje vanishing-cream of een verzachtende lait op het gezicht. U beschouwt olijven en komkommers misschien niet als vruchten, maar ze be hooren er toch bij ingedeeld te worden. Eet olijven, wanneer u een droge huid hebt, die spoedig fijne rimpeltjes vertoont. De schil van een komkommer is heerlijk verzachtend en verkoelend voor de huid, wanneer die pijnlijk door de zon verbrand is. Leg lange reepen van de schil met den binnenkant op het voorhoofd, over den neus en achter in den nek. Men kan ze ook met een paar elastiekjes op de boven armen bevestigen. EVA. 835. Jeugdig mantelpakje, dat zoowel op reis als in de stad gedragen kan worden. Het is van donkerblauwe wollen marocain. De mouwen zijn nogal ruim en gezet aan een schouderstuk, dat hier en daar een witte nop heeft, die er met de hand is op gewerkt. Het manteltje heeft geen andere jurk krijgen voor de ochtenduren. Het is al tijd practisch om voor de reis japonnen mee te nemen, die we nog eens een ander aanzien kunnen geven. We krijgen hierdoor meer variatie bij minder bagage. 837. Dit ensemble is van 'n zwart en grijze diagonaal-stof. De losse jas heeft raglan- OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN Crème Napolitatne. Op 1 liter melk ge bruikt men hiervoor: 3 sinaasappelen, 10 a 12 biscuits (lange vingers), 1 ons suiker en 90 gram maïzena. Van twee sinaasappelen wordt het sap uitgeperst, de derde wordt in schijven ge sneden. Men weekt de biscuits in het si naasappelsap en onderwijl kookt men de melk met de zeer dunne schil van één sinaasappel. Suiker en maïzena worden goed door elkaar geroerd en als de melk kookt, roert men er dit mengsel langzaam door. Het geheel moet dan nog 'n minuut of 5 doorkoken. In een goed omgespoelden vorm legt men onderin een laag sinaasap pelschijven, daarop een laag biscuits en hierop weer een laag vanillevla. Zoo gaat men door, tot alles verbruikt is. Men moet er op letten, dat de biscuits niet den vorm raken, omdat dan de pudding later niet goed omgestort kan worden. Er moet rond om maïzenavla komen en ook de bovenste laag moet uit maïzena bestaan. De pudding moet goed koud worden eer men hem om- stolpt. Kalfslappen met papricasaus. Op 1 pond kalfslappen neemt men hiervoor: 1 ons vet, 1 halven ui, 1 theelepel paprica, 1 eetle pel tomatenpuree, 2 d.L. room of melk, 1 theelepel bloem en zout naar smaak. De lappen worden met het vlak van t hakmes geklopt en met zout ingewreven. Den fijngegnipperden ui fruit men in het vet tot hij mooi bruin is, dan doet men er de paprica bij, de tomatenpuree en het vleesch en laat het, op een zacht vuurtje, goed toegedekt gaar stoven. Nu en dan voegt men wat water bij om aanbranden te voorkomen. Wanneer het vleesch gaar is, haalt men het uit de pan, strooit er de bloem over, giet den room er over heen en laat het dan nog even in de saus opkoken. Men kan bij dit gerecht droge rijst op dienen ofwel gekookte aardappelen. Gevulde tomaten met oud brood. Op 2 pond tomaten rekent men hiervoor 134 ons brood zonder korst, 1 grooten ui, 1 le pel gehakte peterselie, 1 ei, 20 gr. boter, 34 liter melk, peper, zout en noot en 'n stukje thijm. De ui wordt fijngesnipperd en lichtbruin gebraden. Van de middelmatig groote to maten snijdt men kleine kapjes af, holt ze voorzichtig uit en strooit er 'n weinig zout en peper in. Het brood wordt fijn gekrui meld en in de kokende melk geweekt, dan stooft men het even mee met den ui, roert er het uitgeholde tomatenvleesch door, de kruiden en ten slotte het ei. Met deze mas sa vult men de tomaten, legt er de dek seltjes weer op, plaatst ze in een vuurvas ten met boter of slaolie ingesmeerden scho tel, legt hier en daar 'n klontje boter en plaatst ze 15 a 20 minuten in een heeten oven. In plaats van met oud brood, kan men tomaten ook vullen met overgeschoten rijst. Sla van witte boonen. De boonen worden op de gewone manier gaar gekookt en dan op een schotel gestapeld en met een slasaus overgoten. Voor deze saus, voldoende bij 1 pond boonen ongeveer, heeft men noodig: 1 hard gekookt ei, 2 lepels slaolie, 3 lepels azijn, 1 lepel mosterd, 1 gehakt uitje, 1 ge hakt preitje, peper, zout en 'n weinig sui ker. Het hard gekookte ei wordt fijngewre ven en aangeroerd met olie en azijn; dan joert men er al de andere ingrediënten goed' doorheen en giet deze saus over de boonen. Men kan den schotel nog aardig gameeren met 'n paar tomatenschijfjes, augurkjes, peterselie en hard gekookt ei. Tomatenpuree. Op 2 pond tomaten heeft men hiervoor noodig: 40 gram boter, 'n paar takjes peterselie, 1 klein uitje, 1 klein worteltje, 1 schijfje citroen zonder pit, 1 sprietje thijm en zout naar smaak. De tomaten worden, na té zijn gewas schen, in vieren gesneden. Men smelt de boter en doet hierin de tomaten en de ver schillende kruiden, waarna men alles 10 minuten laat smoren op 'n klein pitje. Ten slotte wrijft men de puree door 'n vergiet. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL. Oplossingen: Van Alles Wat WIE OF WAT BEN IK? 1. Klem, melk 2. Regen, neger 3. Droom, moord TEEKENFUZZLE 835 sluiting dan een breede leeren ceintuur. Het rokje is eenvoudig met één enkele inge- stikte plooi. 836. Deze japon is gemaakt van een ste vige wollen stof. De cape kunnen we af- knoopen, waardoor we dan een eenvoudige mouwen, breede revers en groote zakken, waardoor hij buitengewoon geschikt is voor reismantel. Het costuum bestaat uit rok, blouse en een mouwloos vest met een ronde halsuitsnijding, dat van voren met een rij flinke knoopen sluit. POLA. OP VERZOEK Dit jasje wordt gebreid met 4-draads wol, op aluminiumnaalden no. 3. Men begint aan den onderkant van het rechter voorpand, waarvoor men 66 st. op zet. Men breit eerst een boordje van 10 toe ren 1 r. 1 aver. Verder breit men r. aan den rechter en aver, aan den linkerkant, be halve de eerste 10 st. van de r. gebreide naald, die men 1 r. 1 aver, blijft breien voor den rand. In den 20sten, den 40sten en den 60sten toer breit men in dien rand een knoopsgat aldus: 3 st. breien, 4 st. afkanten. Verder de naald uitbreien. In den daarop volgenden toer zet men boven.de af gekante st. weer 4 st. bij op. In den 40sten toer breit men, na de 10 st. voor den rand met knoopsgat, 22 st. r., 24 st. 1 r. 1 aver., 10 st. r. 41ste toer: 10 st. aver., 24 st. 1 r. 1 aver., 22 st. r., 10 st. voor den rand. 42ste toer: als de 40ste. In den 43sten toer breit men: 10 st. aver., 24 st. afkanten voor de opening van een zakje, 2 st aver., 10 st. 1 r. 1 aver. Nu breit men eerst den achterkant van het zakje. Men zet er 24 st. voor op en breit hierop 34 toeren, r. aan den r. en aver, aan den linkerkant. Dan breit men weer op de steken van het jasje; eerst de st. aan den knoopsgatenkant, dan breit men op dezelfde naald de 24 st. van het apart gebreide zakje en vervolgens de overige st. van het voorpand. Men breit op alle st. 30 toeren en begint dan te meerderen voor den kraag. In iederen r. toer meerdert men 1 st. in de beide laatste st. van den rand, tot men 30 st. in den rand heeft. Daarna mindert men, in iederen 8sten toer 1 st. naast den rand, tot men nog 78 st. op de naald heeft. Dan kant men 8 st. af aan den kant van het armsgat. Verder kant men, om den ande ren toer, 1 st. af aan den kant van het armsgat en om den 8sten toer 1 st. aan den kant van den hals, tot er nog 65 st. op de naald staan. Dan mindert men in den rechtschen toer als volgt: lste toer: de rand breien, 13 st. r. en 2 st. samenbr., 17 st. r., 2 st. samenbr., 1 st. r. 2de toer overbreien. 3de toer breien tot de laatste 3 st., 2 st. samenbreien, 1 st. breien. Dan breit men nog 1 toer als den 2den, 1 als den 3den en 1 als den 2den. 7de toer: rand breien, 2 st. samenbr., verder breien tot laatste 3 st., 2 st. samen br., 1 st. br. 8ste toer: overbreien. 9de toer: rand breien, 11 st. br., 2 sa menbr., 16 st. br. 7 toeren gewoon breien. In den 6den toer hiervan, naast den rand, 2 st. samenbr. 17de toer: rand, 10 st., 2 st. samenbr., 15 st., 7 toeren gewoon breien; in den 6den toer hiervan naast den rand 2 st. samenbr. 25ste toer: rand, 8 st., 2 st. samenbr., 15 st., 7 toeren gewoon breien, in den 6den toer hiervan, naast den rand, 2 st. samenbr. 33ste toer: rand, 7 st., 2 st. samenbr., 14 st., 5 toeren gewoon breien. 39ste toer: rand, 2 st. samenbr., verder zonder minderen 5 toeren breien. Dan schuint men af voor den schouder als volgt: men laat de laatste 7 st. op de naald staan, keert het werk om en breit den volgenden toer. Volgenden rechtschen toer laat men 14 st. op de naald staan en den daaropvolgenden .r. 21 st. Dan breit men 1 toer over alle st., kant alle st. af behalve den rand en breit op den rand nog 5 c.M. Afkanten. Het linker voorpand breit men op de zelfde wijze, hieraan tegenovergesteld. Voor den rug zet men 116 st. op, breit 'n rand van 10 toeren 1 r. 1 aver, en verder enkel r. aan den rechter en aver, aan den linkerkant. Men breit recht door tot aan de armsgaten; dan kant men aan weerskan ten van de naald 8 st. af. Verder mindert men, om den anderen toer, aan weerskan ten van de naald 1 st., tot men nog 84 st. op de naald heeft. Men breit dan recht door, tot het armsgat even hoog is als dat van de voorpanden en begint dan de schou ders af te schuinen, te beginnen in een r. toer, als volgt: lste toer: 7 laatste st. op de naald laten staan, het werk omkeeren. 2de toer: 7 st. op de naald laten. 3de toer: 14 st. op de naald laten. 4de toer: 14 st. op de naald la ten. 5de toer: 21 st. op de naald laten en 6de toer: 21 st. op de naald laten staan. 7de toer breien over alle st. Afkanten. Voor de mouwen zet men 42 st. op. Men breit r. aan den rechter en aver, aan den linkerkant. Bij iederen toer zet men, aan het einde van de naald, 3 st. bij op, tot men 90 st. op de naald heeft. Dan breit men 6 toeren; in den 7den toer breit men, aan weerskanten van de naald, 2 st. samen en herhaalt dit in iederen 8sten toer, tot men nog 62 st. op de naald heeft. Dan gaat men door zonder minderen, tot de mouw onge veer 42 c.M. lang is, eindigend met een aver. toer. Dan breit men 1 r. 1 aver., waar bij men telkens den 3den en den 4den st. samenbreit. Hierop breit men verder 1 r. 1 aver, tot het boordje 7 8 c.M. hoog op, waarna men het afkant. De tweede mouw wordt precies eender gebreid. Vóór het in elkaar zetten strijkt men de verschillende deelen van het manteltje on der een vochtigen doek. Dan naait men schouders en zijnaden aan elkaar en naait de mouwen dicht. Men naait de mouwen in, waarbij de mouwnaad precies boven den zijnaad van het manteltje moet komen. Het apart gebreide zakje wordt aan den ach terkant, met onzichtbare steken, opge- zoomd. De kraag van de beide voorpanden wordt van achteren aan elkaar gezet en op het rugpand vastgenaaid aan den linker kant. De kraag moet zóó aan elkaar gezet worden, dat de naad binnen in legt als de kraag omgeslagen is. Tot slot worden de knoopsgaten nog om werkt met een knoopsgatensteek en de knoopen aangezet. dora. In de rumoerige tijden vlak voor de her vorming, toen de jonge Karei de Vijfde heerscher was geworden over zoo goed als geheel Europa, leefde er in Friesland een landbouwer Pier van Heemstra genaamd. Het was een groote, sterke vent, met don ker gelaat en zwarten baard, een vechter en tegelijk ook iemand met goeden zin voor humor. Deze Pier zou waarschijnlijk zijn leven lang op den vetten Frieschen grond ge woond en geleefd hebben, als hij niet in conflict was gekomen met de Oosten- rij ksch gezinde Friezen (dus de aanhangers en bewonderaars van Karei den Vijfden). Zij vermoordden in het jaar 1514 eenige bloedverwanten van hem, staken een boer derij van hem in brand en hierdoor kwam Pier zoozeer in opstand, dat hij zich voor nam de rest van zijn leven te vechten te gen ieder, die op de hand was van den jon gen vorst Karei. Hij verzamelde een vloot van kleine sche pen, nam er het bevel over en trok de Zuiderzee op om den onderdanen van Karei afbreuk te doen. Hij was dus zeeman of beter: zeeroover geworden. En om de zaak goed aan te pakken, liet hij zich door Karei van Egmond als vloot voogd erkennen, zoodat hij diens bescher ming genoot. Karei van Egmond was hertog van Gel der en stelde alles in het werk om zijn macht te handhaven tegenover de steeds nog groeiende macht van den koning. Een felle strijd was er het gevolg van. Geen wonder was het, dat Karei van Eg mond graag de hulp van den zeeroover aanvaardde. Alles wat tegen den koning ging, vond in zijn oogen genade. Zijn legeraanvoerder Maarten van Ros- sem was reed.i bérucht, de zeeroover Pier van Heemstra, ook wel Groote Pier ge noemd, zou het ook worden. staken een boerderij van hem in brand.... naar Medemblik voer en er de stad plun derde. In 1519 streed hij bij Hoorn tegen een vijand, die veel meer schepen en man schappen telde dan hij. Evengoed hield Pier stand, veroverde elf schepen, voer Hoorn binnen en plunderde de geheele stad. Langs Enkhuizen zeilde Pier naar Me demblik, waar eveneens veel werd buitge maakt. Huizen werden in brand gestoken. Toen zette Pier koers naar Friesland, zege vierend als overwinnaar. Hij blufte graag, want hij gaf zichzelf titels als: koning van Friesland, kapitein- generaal van de Zuiderzee, wreker der Bre- mers, aanhouder der Hamburgers, verwoes ter der Denen en ten slotte: Kruis der Hol landers. En met dezen laatsten titel had hij niet te veel gezegd. Hij was een kruis voor de Hollandsche kooplieden uit die dagen. Zij zullen God wel gedankt hebben, toen Pier na dien laatsten barren tocht niet meer terug kwam. Pier had genoeg geroofd. Hij ging in Sneek stil leven. Ieder wist, dat hij de be ruchte zeeroover was, maar zijn macht was nog zoo groot, dat niemand hem voor den rechter durfde brengen. Er is iets sympathieks in het leven van Pier te vinden, maar dat verdwijnt al heel spoedig. Zeer zeker is het te begrijpen, dat hij door hem aangedaan onrecht tot te genweer komt. Wij mogen het niet goed keuren, dat iemand wraak neemt, maar het is heel goed te begrijpen. Hoe langer zijn rooftochten duurden, des te afschuwelijker waren de wreedheden van Grooten Pier geworden. „Iedere Hollander, dien ik vind, gaat overboord," had Pier gezegd en hij heeft Met zijn vloot zeilde Groote Pier over de Zuiderzee. Het waren kleine schepen, maar sterke en enkele waren goede zeilers. Aan boord bevonden zich soldaten en matrozen, avonturiers van allerlei slag en al dat volk, dat zijn heil zocht in rooven en plunderen. Geen schip kon passeeren of het werd aangevallen. Als vliegen op een stuk vleesch vlogen de scheepjes er op af, naderden het schip van alle kanten, bestookten het met kogels en enterden het ten slotte. Vooral Hollandsche schepen waren een goede buit. De Hollanders waren onderda nen van den koning en Pier trof hen dus het liefst. Zoo geweldig was zijn haat tegen al wat Hollandsch was, dat hij iederen Hollander, dien hij op veroverde schepen aantrof, zon der vorm van proces overboord liet gooien. Een gruwelijke wraak. Aanhoudend moest Groote Pier vechten, want de reeders uit Enkhuizen en Hoorn wapenden hun vrachtschepen en riepen voortdurend de bescherming in van den admiraal van den koning. Deze zond zijn vloten op den zeeroover af, maar zonder veel succes. Groote Pier bleef heerschen over de Zui derzee. Zelfs ontzag hij zich niet om de koop steden Medemblik en Hoorn te plunderen. Geen schip was veilig voor hem. De handel had er, zooals vanzelf spreekt, zeer van te lijden. In dien tijd waren Hoorn en Enk huizen machtige steden, die een drukken handel dreven met Bremen en de Oostzee havens. De Zuiderzee werd dus druk bevaren. Alle waren werden er over getransporteerd. Toen Pier de zee beheerschte, was dit al les gedaan. Koopvaardijschepen waagden zich alleen in de nabijheid wanneer zij in grooten ge tale waren. De kapiteins wisten wat hun lot zou zijn, indien zij in handen van den zeeroover vielen. Niets scheen tegen den Fries te hel pen. In 1516 werd door een Hollandsch admi raal bekend gemaakt, dat iedereen Grooten Pier en zijn volgelingen mocht dooden of bestelen, zonder met den rechter in aanra king te komen. De zeeroover werd dus vo gelvrij verklaard. Zijn antwoord hierop was, dat hij nog datzelfde jaar met 150 schepen en 400 man Paardrijden is een heerlijke sport, Dik; ik heb het vroeger, toen ik nog klein was, in het dorp, waar we toen woonden, veel gedaan. Ik ga dien heer eens vragen, of ik eens eventjes op zijn paard mag zitten. Luister goed naar wat die mijnheer gezegd heeft, zwarte Piet. Houd de teu gels losjes vast en blijf recht in het zadel zitten. Ik geloof wel dat het een mak beestje is. Zwarte Piet had tot zijn eigen schade en schande erg gejokt. Hij had wel veel zien paardrijden, maar het zelf gedaan had hij nooit, of hij moest zijn hobbelpaard bedoelen. Hij had de teugels te strak getrokken, het paard was gaan hollen en had hem uit het zadel gewipt. Een goed paardrijder komt altijd op zijn pootjes terecht, Dik. Nou, jij bent anders héél eigenaar dig op je pootjes terecht gekomen, als ik tenminste naar dien bult op je hoofd kijk. Nou ja, Dik, jij neemt alles zoo let terlijk. Het was trouwens een héél woest paard. zijn woord gehouden ook. Bij tientallen heeft hij zijn vijanden verdronken. „De voeten spoelen," heette dat. En daarbij roofde hij zich schatrijk. Pier, die niemand vreesde, is op zijn ouden dag van angst gestorven. Op een avond zag hij een gedaante langs den weg liggen, die hij meende te her kennen als een van zijn slachtoffers! „Een van de verdronken Hollanders komt bij Pier spoken," dacht hij. De oude zeeroover schrok er zoo hevig van, dat hij stierf. Op een avond zag hij een gedaante langs den weg liggen De gedaante, die hij gezien had, was al lerminst een spook maar een van zijn eigen mannen, een dronkaard, die door een ongeluk daar langs den weg was gestorven Een gruwelijk en bizar einde van het Kruis der Hollanders! HENK EERDMANS 1. Wie buiten in mij trapt, zal zich be- zeeren, maar keert men mij om, dan dien ik tot Voeding. 2. Je steekt iets op, wanneer ik kom, draai mij om, ik ben een mensch. 3. Ik kom vaak in den nacht, keert men mij om, dan ben ik een verschrikkelijk iets. Wanneer ge onderstaande plaatsen uit je atlas overhaalt of een vel papier onder de kaart legt en dan vervolgens met een scherp voorwerp die plaatsen doorprikt, dan hebt ge het voornaamste werk reeds volbracht. De bedoeling is dan die plaatsen in de opgegeven volgorde met rechte lijnen te verbinden en zijt ge hiermede klaar, dan zult ge bemerken wat er uit is ontstaan. Onze volgorde is: Smilde, Beetsterzwaag, Workum, War- tena, Makkum, Leeuwarden, Dokkum, Eng- wierum, Marum, Bakkeveen, Zuidhorn, Bie- rum, Groningen, Bakkeveen, Winschoten, Anlo, Stadskanaal, Smilde, Dwingelo, Ha- velte. Dan van: Assen via Emmen naar Dalen. En ten slotte een cirkeltje rondom: Veen- wouden. 836 337

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 10