W. Kardinaal van Rossumt DE TOCHT NAAR WITTEM Crlsls-varkenswet R.K. KLEERMAKERSBOND MAANDAG 5 SEPTEMBER ZUID-LIMBURG BIDT Voor de witte hoeven der dorpen staan scharen bruidjes en knielt het vrome landvolk Plechtige bijzetting Het uitgeleide In het Limburgsche land De kinderen van Margraten Naar het klooster In de kapel Dankwoord Pater Drehmanns De grafkelder DE H. MIS VAN REQUIEM IN DE ST. SERVAES wmm De kerkelijke hoogwaardigheidsbekleeders tijdens plechtigen uitvaartdienst op het priesterkoor den DE BEGRAFENIS VAN Z.EM. KARDINAAL VAN ROSSUM Acht broeders dragen het stoffelijk overschot van den ontslapen kerkvorst langs het Vrijthof Het testament Zij wil alleen bereiken, dat de boer zoo dicht mogelijk bij den kostprijs komt Geen export-premie Vicieuze cirkel Productiebeperking Half millioen per week BEZUINIGINGEN BIJ DE POST Drie bestellingen in de groote steden NIEUWE INVOERRECHTEN In den Ierschen Vrijstaat ECONOMISCHE VOORLICHTINGSDIENST A. Th. Lamping directeur Algemeene vergadering te s GravenhageCritiek op de leiding De Haagsche afdeeling jubileert Reizen op harde banken Critiek op de leiding MGR. DR. SCHAEPMAN f Vergadering Episcopaat Wittem, 3 September. Terwijl Kardinaal van Roey uit Mechelen en dertig hoogwaardigheidsbekleeders als gas ten van Mgr. Wouters, deken van Maastricht, het middagmaal nuttigen in de pastorie van de St. Servaes, en de kerk leeggestroomd is na de aangrijpende plechtigheden tijdens de uitvaartdiensten voor wijlen Kardinaal van Rossum, vormen zich op het Vrijthof te Maas tricht alweer de rijen menschen, die getuige willen zijn van den stoet, welke zich om drie uur met het stoffelijk overschot van den ge storven kerkvorst per auto naar Wittem zal begeven. De leiding van den tocht is in handen gegeven van den begrafenis-ondernemer Dick- haut. Weer betreden de legioenen kinderen, ver gezeld door eerw. zusters en broeders het hart van hun aloude stad, waar zij zich verdringen in de hellende straat tusschen de twee ma jestueuze heiligdommen van Sint Jan en Sint Servaes, waar de Maastrichtsche commissaris van politie P. J. P. L. Soeten en inspecteur Muytjens de goede orde, welke steeds in deze dagen bewaard werd, handhaven. En als het publiek hen maar langs zachte wegen bena dert, zien zij wel door de vingers, dat een aantal jongens op de hekken geklommen is, aan weerszijden van de deur, door welke zoo aanstonds het stoffelijk overschot van den Kardinaal in den praalauto wordt gedragen. De kist is na de plechtige uitvaartdiensten geslo ten, en wordt nog weinige oogenblikken over stroomd door den vlammengloed der heldere kaarsen. Daar hangt een zware geur van wie rook in de verlaten kerk, waarvan het mid denschip verloren ligt in een zee van licht en achter welks hooge vensters de middagzon brandt. Maar het Nederlandsche volk, dat van morgen getoond heeft den ontzagwekkenden arbeid van den heengeganen primaat der Kerke te begrijpen, door het storten van een vurig gebed voor zijn zielerust, maakt zich in de Trichtsche straten weer op, om dit uit geleide met gebed te vergezellen. Om kwart over drie uur wordt de deur der kerk geopend en schrijden achter de priesters met het opgeheven kruis een aantal koorkna pen, bruine paters en verscheidene kapelaans der parochie tusschen de doodstille biddende menschen, die in dichte hagen langs alle stra ten der stad, door welke de auto's zullen rij den, drommen. Als de klokken der kerken gaan luiden dra gen twaalf broeders de kist met het stoffelijk overschot uit de kerk in den praalauto, waarin op de zwarte gordijnen purperen linten bloeien en op het dak waarvan een zwaar nikkelen kruis weerlicht in de stroomen zonlicht, welke bijwijlen over het Vrijthof glanzen van mozaïek werpen. In de volgauto's nemen achtereenvolgens plaats: graaf de Marchant d' Ansembourg, de afgevaardigde van H. M. de Koningin, in den tweeden auto pater Drehmanns C.s.s.R., gewe zen secretaris van wijlen Kardinaal van Ros sum met zijn broer, den heer W. Drehmanns, Geheim Kamerheer met kap en degen, in den derden wagen Z. H. Exc. Mgr. Lemmens, bis schop van Roermond met zijn secretaris Van der Marck en prof. dr. Fr. Féron hoogleeraar aan het bisschoppelijk college te Roermond, in den volgenden auto Mgr. J. Olaf Smit, Mgr. Meulenberg en de missie-bisschoppen Mgr. Joosten en Buckx, in den vijfden volgauto mr. L. B. J. van Oppen, burgemeester van Maas tricht en A. A. van Nijnatten. garnizoenscom mandant, in de aansluitende wagens de overige bischoppen, de bloedverwanten, een aantal pa ters Redemptoristen van de verschillende kloosters in Nederland en de wereldlijke auto riteiten, waarachter vele auto's met belang stellenden. Achter het kruis en de biddende koorknapen zet de stoet zich langzaam in beweging, terwijl de klokken met zacht geweld over de rouwende stad beieren. Door de Groote Staat, de smalle hoofd ader van Maastricht, waar het leven zich an ders het drukst beweegt en waar thans een schier onwerkelijke stilte bidt in de files men schen, rijden de auto's naar de Markt, waar op den hoek van de Spilstraat de priesters en de koorknapen een laatsten blik werpen op den zwarten praalwagen, om, nadat alle volgauto's gepasseerd zijn in biddenden stoet met "ge doofde lichten terug te keeren naar den sche mer der pastorie. Het lijkt wel of heel Maas tricht vandaag is opgeroepen naar deze grijze Markt, waar uit de hooge huizen de halzen zich rekken naar de monotone rij langzaam voortglijdende auto's onder den treur-zwaren bim-bam der klokken. Van de Markt voert een trage bocht naar de Nieuwe Maasbrug, waar Maastricht zijn ruimte herwint en het water, gerimpeld door een straf fen wind, grauw gekleurd is. Heel den tocht tot Wittem zal over het droomverloren land die onheilspellende lucht blijven dreigen, die hier den zwaar-overlommerden Oranjesingel in som bere duistenis duit. Wie den kleurenrijken, pralenden stoet welke Zaterdagmorgen den omgang maakte welken wij reeds beschreven) gezien heeft, moet wel diep getroffen zijn door den rouwenden een voud van dezen dolenden stoet auto's, die om half vier door den uitlooper der stad in de richting Heer verdween. Maar Maastricht had den gestorven kerk vorst in zijnen dood gehuldigd, zooals geen stad in Nederland dat vermocht te doen. De auto's volgen nu den asfaltweg in de lichting Heer. Aan den rechterkant doemt het roode dak van het Voogdij gesticht „St. Jo. seph" oop, links het klooster van de Afrikaansche Missiën Cadier en Keer met den prachtigen kruisweg tegen den heuvel. En ook de kran tenmannen, die in den stoet van auto's mee rijden staken nu het maken van aanteekenin- gen, onder den indruk van deze droevige over brenging en diep ontroerd door de zuivere vroomheid van dit Limburgsche volk, dat overal langs de wegen neerknielt om hun ge storven kardinaal de laatste eer te bewijzen. Voor den gevel van het bovengenoemde voog dijgesticht traden de paters met de jonge telgen, die hun glad-geschoren koppen rekken naar de gemijterde hoofden achter de ruiten der auto's. Verderop groepen de oudere jon gens bijeen. Die gaan al iets voelen van het verlies, waardoor Nederland en de wereldmis sie zoo diep getroffen is. Zij bidden een sterk Onze Vader, en dat is genoeg, dat is goed. Als zij naderhand langs een der kruisen aan den weg gaan, reist nog een schietgebed den ge storven kardinaal achterna. Tegen de bermen aan weerszijden van den weg steekt het zwart wit der nonnenkappen als een houtsnede en het habijt-bruin der monniken bloeit als een schoon vertelsel. O, dit vrome volk van een der schoonste Lim burgsche landstreken, levend onder den keer der seizoenen op het glooiende land, tusschen de dorpskerk en de herberg, de vreugde en het verdriet zijner kinderen, het is zoo diep aan het oude geloof verknocht. Daar gaat nu de rouw-auto met den Kardinaal langs hun kleine witte hoeven, en daarom zijn zij allen van het land gekomen, de mannen en de vrouwen en door hun handen, die evenzeer met de aarde als met de rozenkrans vertrouwd zijn, schuiven langzaam de kralen. In Margraten hebben de zusters en de broe ders den kinderen verteld over den dood van den kardinaal, en zoo zeer werden de kleuters bewogen door dit droeve verhaal, dat zij het telkens opnieuw wilden hooren. Want die pur peren man was ook een groote kindervriend en deed alles voor de missionarissen. Des avonds hebben zij op den kalender aandachtiger dan ooit de plaatjes bekeken, waarop een missiona ris tusschen zijn bekeerlingen staat. Daar is een jongen die missionaris wil worden. Hij staat voorop in de rij, slaat een kruis als de praalauto langs rijdt, en zijn verlangen groeit recht omhoog. De klokken luiden, luiden van het dorp weg naar het kerkstille land. Naast de jongens staan de bruidjes, blond in de witte kleedjes, blond als een voorjaarsmorgen en wit als de hoeven, waarin zij wonen. Tusschen hen in staat de zuster, die van elk hart het fijnste weet. Zij heeft de oogen gesloten onder den witten schemer der kap en bidt voor. De kin deren antwoorden. Zij bidden een half uur lang. De kardinaal is dood. Zij bidden de droe fenis dezer dagen weg aan de verglijdende kra len. Dan glimlacht de zuster en spreekt zacht als hun moeder in den avond. De auto's beklimmen den stijgenden weg langs de fietsers, die allen naar Wittem gaan, het nieuwe genadeoord van den H. Gerardus Majella, langs de kruisen en beelden, hier en daar met teekenen van rouw omfloersd, langs de groene vallei van de Gulp en het prachtige kasteel Neubourg, naar het dorpje Wittem, aan welks grens sociale, religieuse en gezelligheids- vereenigingen, de schutterij met getrokken sa bel en geheven geweer, zestig studenten van het klooster en de schoolmeisjes met zwarte strikken in het haar staan opgesteld. Op het kruispunt van den rijksweg MaastrichtVaals en den gemeenteweg Wittem—Mechelen, stijgen de kerkelijke en wereldlijke autoriteiten uit de auto's en schrijden langzaam achter den praal wagen aan, die voorafgegaan wordt door de paters Redemptoristen in superpli. De geheele bevolking van het dorp volgt het stoffelijk overschot, terwijl de jeugd zich reeds een plaats gevonden heeft op de hekken van het klooster en in de takken der boomen. Er lichten vlammen op witten voet tegen het zwart van den rouw, afgewisseld door het rood der Malthezer-ridders. Toen hief Mgr. Dr. J. Lemmens, bisschop van Roermond, het Abso- lutio super tumulum aan en de hoogeerw. deken van Gulpen en de pastoor van Mechelen droegen mijter en mantel bij de zegening. Onder de laat renaissance vormen der kerk luisterden Z. H. Exc. Mgr. H. Biermans, Mgr. Meulenberg en Mgr. J. Olaf Smit, H.H. Exc. Jhr. Ruys de Beerenbrouck, Minister Donner, Prof. A. P. Stege, Mr. E. J. M. Baron van Hövell tot Westerflier, Commissaris der Konin gin in Limburg, en tal van andere geestelijke en wereldlijke autoriteiten naar het aangrijpend Pater Noster, en „Ad porta inferi". De klooster lingen droegen brandende waskaarsen. Hun Gregoriaansche zang klonk stemmig. Smartelijk verdriet was om de gebogen kleine gestalte van de zuster van den overledene, overste Gerulpha, die achter de baar gesteund stond. In het licht van den glorieuzen namiddag droeg men de lijk baar weer naar buiten, tusschen knielende en biddende menschen in den stillen kloostertuin. Hier bad Z. H. Exc. Mgr. Dr. Lemmens luide de „Onze Vaders" tot zielerust van den doode en vol aandoenlijken klem, keer op keer met hevige kracht klonk zijn bede: „Heer geef zijne ziel de eeuwige rust". Bewogen stonden allen voor den grafkelder. Op de zware eiken houten kist lag een tuiltje blanke lelies, die in de welving van den kelder wit hun kelken beurden. Met verbeten wilskracht op zijn wasbleek ge laat, nam pater Drehmanns toen het woord: „Ik wil een kort woord van dank zeggen bij gelegenheid van de begrafenis van Z. Em. Kar dinaal van Rossum. Dank op de eerste plaats aan Z. Em. Kardinaal van Roey, die deze Uit vaart wilde bijwonen. Dank aan H. M. de Ko ningin, die een vertegenwoordiger zond, dank aan Mgr. Lemmens en alle bisschoppen, die deze plechtigheid de teruggave aan de aarde van een hoogst verdienstelijken doode bijwoonden. Die dank is een dank uit het diepst van mijn hart, ook namens dr. Lijdsman, die verhinderd is aan deze grafstede te staan. Namens de Paters Redemptoristen, die in Kardinaal van Rossum, een der beste en dierbaarste leden ver liezen, die dank is ook namens de zuster van den Kardinaal, Overste Gerulpha, die in diepen rouw treurt om den doode, mede ook namens de be droefde familie. Moge deze dank dan uitgaan tot allen, die hier kwamen, bijzonder tot het College van de Propaganda, waaraan de Kardinaal zijn levenskrachten wijdde. Tot allen ook, die hier hun gebed ten hemel opzenden. Laat ons echter voortgaan met bidden. Voor zeker zal God den kardinaal hierboven reeds een heerlijken kroon hebben bereid. Wij vermogen echter niet de raadsbesluiten van God te doorgronden. Steeds vroeg de kar dinaal ons gebed en wij, die in zijne onmiddel lijke omgeving dit verlangen, dezen wensch als eene geheiligde nalatenschap in ons hebben opgenomen, wij en hier meen ik ook na mens dr. Lijdsman, die den innigsten wensch van den kardinaal mocht vernemen, te moe ten spreken. Wij dragen dit verlangen tot u in de overtuiging, dat aan deze zijde van het graf de gebeden een choraal van dankbaarheid zijn voor hem, die zijn leven werkte voor de geheele kerk en het mystieke leven in Christus". Na deze rede, die in stilte werd aanhoord, droegen de kloosterlingen de zware kist in den grafkelder. Twee honderd jaar geleden, tegelijk met het klooster, bouwde de rijksgraaf F. van Pletten- berg, opperkamerheer en eerste minister van den keurvorst van Keulen, dezen grafkelder en de grafelijke bouwheer gaf den wensch te ken nen, in dit grafgewelf te worden begraven. Aan den Donau was hem echter een graf bescho ren, en zoo herinnert slechts een Latijnsch op schrift aan de vrome bedoeling van den stich ter van het convent. Toen in 1836 de Redemptoristen het klooster na de Fransche revolutie in bezit namen, was de grafkelder slechts toegankelijk van uit het inwendige der kerk. Begraven in kerken en kloosters was verboden. 19 Maart 1846 werd den Redemptoristen door Willem II toegestaan hun Orde-broeders in den grafkelder ter ruste te leggen, op voorwaarde dat de begraafplaats een ingang kreeg vanuit den kloostertuin. In stede van den stichter nam Zaterdagmid dag deze onderaardsche begraafplaats den kar dinaal binnen haar donkere muren op. Het graf van den kardinaal wordt gedekt met een graf steen met het opschrift: Qui Christum evangelisavit in gentibus Vir bonus super multa fidelis Hic quiescit Guilhelmus Marinus Card, van Rossum III Sept. MDCCCLIV saeculo natus Denatus XXX Aug. MCMXXXII. Orate pro eo. Vertaaldt luidt dit grafschrift: Die Christus predikte aan de heidenen als een goede en veel getrouwe dienstknecht rust hier, Willem Marinus Kardinaal van Rossum, geboren 3 September 1854, overleden 30 Augus tus 1932. Bidt voor hem. Toen het stoffelijk overschot van den kardi naal was bijgezet, nam Zuster Gerulpha voor goed afscheid van haar voortreffelijken broer en stortte de familie een gebed voor den doode. De plechtigheid was ten einde. Le roi est mort, vive le Roi. Simpele Engelenkopjes hef fen boven den grafingang hun cement gepleis terde armpjes en houden met de vingertoppen een laurier. Wittems convent, waar de geloovigen van het platteland en de steden te voet van heinde en verre tot St. Gerardus plegen te pelgrimee ren nam bezit, van wat God den aarde liet van het stoffelijke van den grooten en gehei- ligden geest. Aan de wereldhoeken blijven echter branden de lichten van zijn gezegenden arbeid en on verzadigbare vlammen. In Wittem's aloud convent groeit wellicht eene nieuwe devotie, waarvan het Limburgsche volk, vanaf Maastricht langs den keizerlijken Heirbaan naar Aken tot aan dit genade-oord in eerbiedige pieteit getuigde De deelnemers aan de begrafenisplechtigheid begaven zich huiswaarts en elk in zijn hart de eigen aandoening gevangen. Buiten springt nu, na een zonnigen middag, de regen van den valavond. Met droefheid in ons hart mijmeren wij bij den aanvang van deze week naar de stad van St. Servatius. Uit ons gemoed is thans elke droe fenis geweken en heeft de gelatenheid plaats gemaakt voor vreugde. Want veel papavers van liefde en godsvrucht namen wij in ons hart mede naar het Noorden. Godsvrucht, waarvan heel dit „onverlichte volk met zooveel enthousiasme getuigde bij de uit vaart van den Kardinaal, dat wij koud sloegen van ontroering. En van deze onvergetelijke dagen zullen ons bij blijven de groote zorgen, waarmede dr. Hint zen den hoogen patiënt omgaf; de piëteitvolle opbaring van den Prelaat in het ziekenhuis; de overbrenging naar de kerk van bisschoppen en keizers, de ontzagwekkende uitvaartsplechtigheid en de godsvrucht van het knielende landsvolk langs den Wittemschen weg. Daar rust de Kardinaal van Rossum, moe van den arbeid, ontdaan van zijn zorgen en trek ken temidden van een geloovig volk, dat zijn eerbiedwaardig gebeente zal eeren als een kost baar Nederlandsch bezit. Bij ons vertrek uit Maastricht vernamen wij nog, dat Zaterdagmorgen te Rome pater dr. Lijdsman C.s.s.R., secretaris van wijlen kardi naal van Rossum het geestelijk testament van den overleden kerkvorst heeft geopend, waar na de inventaris werd opgemaakt van de be zittingen van de Congregatie „de Propaganda Fide". De secretaris der Congregatie tot Voortplan ting des Geloofs, Mgr. Sarotti, zal den inhoud van het testament aan Z.H. den Paus mede- deelen. Men verzoekt ons nog mede te deelen, dat de pontificale H. Mis van Requiem, die Zaterdag morgen door Z. H. Exc. J. H. G. Jansen werd opgedragen in de St. Servaaskerk te Maastricht, ook werd bijgewoond door de heeren Schoema- ker en Schaepman, resp. voorz. en secr. van het Zwolsche weeshuis, waar wijlen Kardinaal van Rossum een deel van zijn jeugd werd verzorgd, alsmede door pater Ansgar Sinnigen O.P., als vertegenwoordiger van de verschillende Duitsche Missiecongregaties. De Nederlandsche Varkens-Centrale te 's- Gravenhage, schrijft het volgende: Herhaaldelijk wordt er gevraagd op welke ba sis de Crisis-Varkenswet werkt. Het uitgangs punt van deze wet is natuurlijk iedereen dui delijk, n.l. dat de wet bedoelt een steun aan de varkenshouderij. In art. 2 van de wet staat, dat bij algemeenen maatregel van bestuur de uitvoer alleen kan worden toegestaan aan een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam: de Nederlandsche Varkens- Centrale. Dit artikel geeft eigenlijk reeds duidelijk aan, dat de gevolgen van deze wet van dien aard zullen of kunnen zijn, dat door het kunstmatig opdrijven van den binnenlandschen prijs ook de prijs der exportvarkens kunstmatig moet stijgen en boven de wereldmarkt moet komen Dit laatste geschiedt dan ook en het gevolg daarvan is, dat export niet meer mogelijk zou zijn en dat men niet meer zou weten waar men met deze soort varkens heen zou moeten. Dit kan natuurlijk nooit de bedoeling van de wet zijn, omdat deze dan niet aan haar doel zou beantwoorden en het tegendeel zou worden be reikt van wat men wenscht te bereiken, n.l. een steun aan de varkenshouderij. De varkens, die voor den export hier in Hol land worden geproduceerd, moeten er dus uit en kunnen niet hooger worden gewaardeerd dan de werkelijke exportwaarde is. Uitgaande van deze basis, die de eenige juiste is waarvan men kan uitgaan, komt men dus tot het feit, dat men de voor export bestemde varkens, die men kunstmatig duur inkoopt in prijs moet terugbrengen tot de normale ex portwaarde. Om dit te kunnen doen, moet men den binnenlandschen prijs nogmaals verhoogen, zou men dit nu doen op de gewone wijze, n.l. door een minimum prijs te stellen, dan zou men kunstmatig weer den prijs voor alle varkens verhoogen. Men zou dan in een vicieuzen cirkel komen, waar geen uitweg meer mogelijk is. Ten einde dit te vermijden, heeft men den prijs voor het binnenland in twee deeleh gesplitst en wel: 1. in een deel van den inkoopsprijs en 2. in een deel van de heffing. Deze heffing nu moet opwegen tegen dat gene, dat men te veel bij den inkoop heeft be taald voor de voor het buitenland bestemde varkens. Het zal duidelijk zijn, dat men hier dus juist met het tegendeel te doen heeft van een uitvoerpremie of dumping, want hier wordt alleen kunstmatig de prijs van aankoop ver hoogd en weer teruggebracht tot de normale wereldbasis. De wet wil alleen bereiken, dat de boer zoo dicht mogelijk bij den kostprijs komt en dat nog alleen door den consument 'n prijs te laten betalen, die niet boven den kost prijs uitkomt. Hieruit zal het duidelijk zijn, dat men nooit kan spreken van een export-premie. Ten einde te zorgen, dat de productie niet te groot wordt, is een regeling getroffen, die het mogelijk maakt de productie te beperken en te regelen. Dit heeft tot voordeel, dat mer. geen groote schommelingen krijgt en dat men zich aan den export zoowel als aan de binnen- landsche consumptie kan aanpassen. Om te beginnen is men uitgegaan van een prijs van 15 ets. voor de varkens van 80 tot 100 KG. Deze prijs is bij lange nog niet de kostprijs, doch men hoopt langzamerhand aan den kostprijs te komen. De prijs van 15 cent is als richtprijs bedoeld, die, naar men hoopt aanleiding zal zijn, dat alle varkens dezen prijs zullen volgen. Ook dit zal echter slechts kun nen geschieden voor zoover deze varkens kun nen worden opgeruimd en op het oogenblik schijnt dit nog niet mogelijk te zijn, daar de aanvoeren grooter zijn dan datgene, dat men kan verwerken, hoewel er reeds veel meer wordt uitgevoerd dan vóór het in werking tre den van de wet. De prijs der varkens bedroeg toen ongeveer 3 tot 10 ets. Wanneer we nu aannemen, dat er reeds een kleine 30.000 varkens door de Var kens-Centrale werden uitgevoerd, welke var kens tegen den prijs van 15 ets. worden uitbe taald, dan heeft men hierin reeds een bedrag van ruim 250000.per week welke deze wet méér in de zakken van de varkens-producenten brengt, doch bovendien zijn ook de binnenland- sche prijzen met een gelijk bedrag gestegen en dit kwantum nu is veel grooter dan het kwan tum, hetwelk wordt uitgevoerd. Het zal dus duidelijk zijn, dat de steun op dit moment zeker het bedrag van een half millioen overschrijdt. Wij weten, dat de uitvoe ring van de wet verre van volmaakt is en hoe wel men zich vleit met de hoop om de vol maaktheid zoo dicht mogelijk te benaderen, zal het nog geruimen tijd duren alvorens men op een eenigszins volmaakte uitvoering kan re kenen, doch dit neemt niet weg, dat men toch gerust onder de oogen mag zien de voor- deelen, die deze wet nu reeds heeft gebracht Men heeft nu wel van eenige zijden beweerd dat, indien de Centrale niet kan zorgen dar alle varkens tegen den richtprijs worden afge nomen, de uitvoering van de wet niet aan haar doel beantwoordt, doch na bovenstaande uit eenzetting zal het duidelijk zijn, dat, wanneer men deze laatste zienswijze zou huldigen, men een enorm bedrag reeds nu aan de varkens- produceerende ipoeren. zou .jiebben onthouden, een bedrag, dat o.i. alleen reeds groot genoeg is om de bestaanswaarde van de wet te verde digen. Met ingang van 12 September a.s. wordt het aantal bestellingen in de groote steden van 4 tot 3 teruggebracht. Deze vermindering wordt verkregen door samenvoeging van de 2e en 3e bestelling; de le en 4e bestelling blijven ongewijzigd. Te 's-Gravenhage zal de gecombineerde 2e en 3e bestelling uitgaan om 14 uur, te Rotterdam om 11.45 (het aanvangstijdstip van de tegen woordige 2e bestelling) en te Amsterdam om 12 uur. Voor Amsterdam is dit tijdstip gekozen, omdat daardoor de post uit Zuid-Duitschland nog in deze middagbestelling kan worden opge nomen. De directie Van den Landbouw deelt mede, dat blijkens van den consul-generaal te Du blin ontvangen telegrafische mededeeling, de regeering van den Ierschen Vrijstaat een in voerrecht heft van 11 shilling 3 L. per stuk van alle schapen, op of na 31 Augustus j.l. ingevoerd. Een invoerrecht van 3 sh. per stuk zal wor. den geheven van alle levend gevogeltje op of na dien datum ingevoerd. Onder levend ge vogelte wordt verstaan hoenders, kalkoenen, ganzen en eenden. Voorts zal als noodmaatregel een recht van 84 sh. per cwt. worden geheven van alle ar tikelen, welke bestaan uit of geheel of ge deeltelijk gemaakt zijn van vleesch of wild of tam gevogelte en in een gesloten flesch, pot, blik of dergelijke verpakking worden inge voerd. Vleeschextracten en soortgelijke prae- paraten zijn hiervan uitgezonderd, evenals soep. Versche groenten, behalve tomaten en kom kommers, zullen met een invoerrecht van 1 shilling per pond worden belast. Naar verluidt zal een dezer dagen de be noeming afkomen van den heer A. Th. Lam ping, tot directeur van den Economischen V oorlichtingsdienst. De heer Lamping die is opgeleid voor den consulairen dienst, was laatstelijk sedert 1927 tijdelijk zaakgelastigde te Santiago. Hij werd 17 Juni 1893 te Brummen geboren. Na het gymnasium te hebben bezocht, genoot de heer Lamping zijn opleiding voor de con sulaire examens. Hij was o.a. van 1922 tot 1924 consul-generaal a.i. te Smyrna, waarna hij ge detacheerd werd bij de directie van Economi sche Zaken bij het Departement van Buiten- landsche Zaken. Na daar tot 1927 te zijn werk zaam geweest, werd hij als consul in algemee nen dienst in Chili geplaatst als zaakgelastig de a.i. bij ons gezantschap te Santiago, tevens als waarnemend consul-generaal aldaar. Onder voorzitterschap van den heer H. L. W. Voorhuyzen, uit Amsterdam, is Zaterdag middag een tweedaagsche 16e algemeene ver gadering van den Nederl. R. K. Naaisters- en Kleermakersbond in Den Haag geopend. In zijn openingsrede vermeldde spr. de re den, waarom de Residentie als vergaderplaats gekozen was, n.l. omdat de afd. Den Haag dezer dagen haar zilveren jubileum vierde. (Applaus) Na een opwekkend woord schetste spr. den algemeenen toestand op economisch en poli tiek opzicht. Spr. memoreerde het geschrift van het R. K. Partijbestuur over het rapport. Weiter, en spr. wekte in dit verband op om bij de komende Kamerverkiezingen de Kath. Staatspartij krachtig te steunen. (Applausê. De beteekenis van het katholicisme voor het wereldherstel, zooals Pater Muckermann S.J. te Rolduc uiteengezet heeft, wordt door spr. uitvoerig belicht. Spr. wijst vervolgens op het goede voorbeeld van de Kath. meubelmakers bij wie de be- drijfsraad uitstekend werkt. Daarentegen be treurt spr. het, dat de meerendels katholiek georganiseerde grootwerkgevers in de laatste jaren telkens kort voor het afsluiten van de collectieve arbeidsovereenkomst in het heeren- kleedingbedrijf met uitsluiting dreigen. Wat het ledental betreft, dit is met 364 le den gestegen tot 1884, maar er ontbreken nog 116 personen aan de 2000, dat als voorloopig ideaal gesteld was. De financieele toestand van den bond is zeer gunstig. Spr. constateert, dat vele kath. naaisters wel leden zijn van de Graal, maar geen leden van de sociale organisatie. Uitvoerig zet spr. de beteekenis uiteen van het wetsontwerp op de huisindustrie van mi. nister Verschuur, dat een registratie bedoelt van allen, die werken in de huisindustrie. Met een krachtige ontboezeming over de or ganisatie eindigde spr. zijn rede, die luide werd toegejuicht. Namens de afd. Den Haag sprak de heer Kortekaas een begroetingswoord. Spr. noodig- de alle afgevaardigden uit den feestavond, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der af deeling gezellig mee te vieren. Door applaus stemden allen hiermede in. De bondsvoorzitter deelde vervolgens mede, dat er 43 afdeelingen aanwezig waren. De geestelijke adviseur, kapelaan L. Feldbrugge was wegens ambtsbezigheden verhinderd aan. wezig te zijn, doch den tweeden dag hoopt Z.Eerw. tegenwoordig te zijn. Namens het hoofdbestuur was de heer J. A. Schutte aan wezig. De jaarverslagen van secretaris en penning meester werden goedgekeurd. De strljdkas be draagt ruim 15.000. Namens de controle-commissie bracht de heer A. van Oers verslag uit. Spr. critiseerde den post ad 1793 voor verteringen (reis- en verblijfkosten) en meende, dat de uitgaven veel te hoog zijn, vergeleken bij de resultaten. De bondsvoorzitter antwoordde, -dat van ge noemd bedrag twee treinabonnementen a ƒ800 afgetrokken moeten worden ten behoeve van twee vrijgestelden. Die treinabonnementen, zijn 3e klas! Onze bond is de eenige, welks vrijgestelden 3e klas reizen! De heer Draaiman (Amsterdam) spreekt er zijn afkeuring over uit, dat vertegenwoordi gers van werkliedenorganisaties 2e klas rei zen. Vakbestuurders moeten zorgen werkman te blijven! De bondsvoorzitter antwoordde, dat het vaak voorkomt, dat vrijgestelden economische vraag stukken moeten bespreken met vertegenwoor digers van hoogere standen, welke dikwijls in den trein worden begonnen of voortgezet. Dan is een plotseling afscheid nemen wegens klas se-verschil bij het reizen zeer ongewenscht. Voorts is het niet prettig verre reizen te doen op harde banken! (Geroep: op de kleerma kerstafel zitten is ook niet prettig!) Spr. noemt het een conservatief standpunt om eventueel niet deel te nemen aan dergelijke besprekin gen of aan buitenlandsche congressen, want daar is voor vakbestuurders veel te leeren. Bij de bespreking tactiek en leiding levert de heer Moonings (Utrecht) critiek op den bondsvoorzitter, die nooit voor 10 uur 's och tends te Utrecht op het bondsbureau te vin den is en dien zelfs de Utrechtsche werklooze leden niet eens kennen! De bondsvoorzitter antwoordt, dat hij veel op reis is. Spr. vraagt met nadruk om toch vertrouwen te stellen in de leiders! Als de bondsbestuurders alléén deden waarvoor ze betaald worden, zou er heel wat minder ge daan worden. Hebben de kleermakers hun vrijen Zaterdagmiddag, de bondsbestuurders hebben dien nooit! (Instemming). Verscheidene sprekers leverden scherpe eri. tiek op de leiding van de bondsbestuurders. De bondsvoorzitter verdedigde op krachtigen toon zijn beleid. Het speet spr., dat geen en kele afgevaardigde een woord van hulde aan het bondsbestuur gebracht heeft. Spr. zette de dwaasheid van een event, staking uiteen, gelet op de hevige malaise in de kleedingindustrie, waar in Amsterdam Duitschers en Polen voor 15 en 25 per week werken en daardoor Ne derlandsche kleermakers, die 35 verdienen, verdringen, waar zelfs allereerste vaklieden ontslag krijgen en na meer dan 20 jaren thans steun moeten vragen. Ook de bondssecretaris, de heer A. Diemel, sprak in denzelfden geest. Spr. verdedigde het aanvaarden in het voorjaar van de arbitrage door den Rijksbemiddelaar. Nadat dit punt breedvoerig besproken was, bood de afd. Amsterdam een fraaien mand bloemen aan de jubileerende Haagsche afdee ling aan. Vervolgens had de bestuursverkiezing plaats. De aftredende bestuursleden, de heeren A. F. J. Diemel, J. P. Dietz en N. G. Niesen wer den bij enkele candidaatstelling herkozen. In de vacature-mej. A. van 't Reve werd gekozen de heer A. Balvers, te Enschedé. Na een langdurige stemming over 8 plaat sen in den Bondsraad werd de vergadering verdaagd tot hedenochtend. Naar wij vernemen is de z.eerw. heer Hart man, pastoor te Amersfoort, bij uiterste wils beschikking van wijlen Mgr. dr. Schaepman aangewezen als executeur-testamentair. Het Hoogw. Nederlandsch Episcopaat zal Maandag 26 September in vergadering bijeen komen te 's-Hertogenbosch,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5