De oude Kerk en de moderne techniek Van de Perstribune Congres van Katholieke bedienden ZEER STIJGENDE INVLOED DINSDAG 6 SEPTEMBER De Kerk zal geen vooruitgang in den weg staan Toestand verslechterd R.K. Kleermakersbond DE JUBILEERENDE HANZE Het Programmaboek CARNAVAL IN ENGELAND HEFFING VAN ACCIJNS Ook op rundvet en reuzel JU I De Koningin van het Carnaval bezoekt met haar staf de baby-show OPSLAG KOELHUIS-BOTER Verplichte aangifte DE DROOGMAKING VAN DEN N. O. POLDER KARDINAAL VAN ROSSUM f De Propaganda Fide" algemeeen erfgename Afdoende regeling van de rechtpositie bepleit Openingsrede Bondsvoorzitter Rector Bots over Quadra gesimo Anno" Tweevoudige oppositie Rede W. Steinmetz Motie Behandeling der afdeelings- voorstellen „Crédit Ecclésiastique"? I In den Bijbel zijn drie teksten die de richting bepaald hebben voor de hou ding der Kerk tegenover de moderne techniek. Het eerste woord klinkt ons reeds tegen in het morgenuur der Bijbelsche Ge schiedenis: „Maakt de aarde aan U onder danig en heerscht over de visschen der zee en over de vogelen der lucht en over alle dieren op de aarde." (Gen. 1:28). Het is het oer-oude en toch weer eeuwig nieuwe cul tuurbevel Gods aan de menschheid. Maakt de aarde aan U onderdanig, d.w.z. onder zoekt met behulp der natuurwetenschap de natuurwereld, zoowel de groote hemellicha men als het kleinste atoom! Overwint den weerstand van de natuur, maakt hare krachten dienstbaar door de techniek! Heerscht over de visschen der zee! Een goddelijk woord, zoo kinderlijk en eenvoudig, en toch bevat het een oproep om de zee te beheerschen met de schepen, vanaf den primitieven Tharsesvaarder, waarmee Sint Paulus reisde, tot den moder nen Oceaan-stoomer: het is ook een bevel om de zeeën te doorkruisen en ruilver keer aan te knoopen met de verschillende volkeren. Heerscht over de vogelen der lucht! Ook de moderne vliegtechniek staat onder den zegen van een goddelijk cultuur bevel. De negende Psalm heeft in lyrische woorden het oude cultuurgebod opnieuw doen klinken: „O Heer onze God, hoe won derbaar is Uw naam over de geheele wereld! Gij hebt de menschen gesteld over het werk Uwer handen, alles hebt Gij aan zijn voe ten gelegd, de dieren des velds, de vogelen des hemels, de visschen der zee." Natuur wetenschap en techniek staan derhalve, be wust of onbewust in dienst van het godde lijk cultuurgebod: Maakt de aarde aan U onderdanig. Het tweede bijbelsche woord, dat voor de synthese: „Kerk en Techniek" rich ting gegeven heeft: „God heeft de wereld overgelaten aan het onderzoek der menschen" (Pred. 111:11). God heeft den menschelijken geest een straal van Zijn Geest geschonken om over de gedachten van den Schepper na te den ken en de geheime natuurwereld weten schappelijk te onderzoeken. God heeft den mensch een vonkje van Zijn scheppings macht medegedeeld om de krachten der na tuur technisch te beheerschen. Het is der halve Gods wil, dat de mensch steeds die per doordringt in de geheimen der natuur wereld. Natuurwetenschap en techniek heb ben derhalve een goddelijke opdracht: God heeft de wereld aan de menschen geschon ken om haar te onderzoeken. Het derde woord uit den Bijbel dat voor de bevestiging van natuurwetenschap en techniek richting gaf: „Heer, gij zijt groot en heerlijk in Uw kracht! Al Uwe schepselen moeten U dienen (Judith XVI: 6) Paus Pius XI heeft zich op dat bijbelsch woord beroepen en daaraan toegevoegd: „Derhalve moeten alle vorderingen van den modernen tijd op het gebied van natuurwe tenschap en techniek per slot van rekening in dienst van God gesteld worden. De oude Kerk schenkt haar goedkeuring aan de mo derne techniek. Daarom heeft de Kerk ook een heel bij- zonderen zegen voor de werktuigen en wer ken der techniek, voor machines, brandspui ten, auto's, vliegmachines, spoorwegen en luchtschepen, en alle andere verkeersmid delen der moderne techniek. Zelfs de tou wen, bergstokken en verdere uitrusting van een bergbeklimmer worden gezegend. Wat beteekent dit alles? In zijn brief aan de Romeinen (VIII: 1922) heeft Paulus de gedachte ontwik keld: de geheele schepping, met den mensch in den vloek der zonde betrokken, smacht naar verlossing en ziet met heimweevol ver langen uit naar zijn bevrijding uit de slaver nij van den vorst dezer wereld om dan tot de vrijheid van 't kindschap Gods te gera ken. En een der Duitsche dichters heeft die gedachte zoo heerlijk tot uiting gebracht: „En zoover de stille sterre schijnt, trekt er een algemeen weeklagen door de aderen der natuur." Door de wijdingen en zegeningen van de Kerk wordt de wereld voorbereid op de ver lossing. Maar hoe kan de Kerk de machines en de techniek zegenen, terwijl toch mil- lioenen onzer tijdgenooten de machines vervloeken? Ja vervloeken omdat de machi ne den arbeider doemt tot eentonige, me chanische handbeweging, alsof de mensch slechts een ijzeren hefboom was, een ver lengstuk van een machine. Ja men vervloekt de machines, omdat de machine het eerzame handwerk verdrongen heeft en de fabrieksarbeiders met massa's broodeloos maakt. Zeker het is treurig, te zien, hoe het handwerk door de machine industrie wordt verdrongen; ook de huis arbeid, het ambachtswerk is haast niet loonend meer. Van den anderen kant kan de ambachtsman de machines niet missen, evenmin als het meisje haar naaimachine Zeker, de machine is voor een deel de schuld van de tegenwoordige werkloosheid. Maar de grootste schuld ligt niet bij de machines maar bij de menschen, die twee dingen verzuimd hebben. Men heeft nagelaten om in hetzelfde tempo, waarin de techniek steeds nieuwe machines vervaardigde en steeds nieuwe mogelijkheden schiep om de productie hoo- ger op te voeren, de ekonomische en cul tureele positie van de arbeiders aan te passen bij deze nieuwe verhoudingen in den geest van sociale rechtvaardigheid en Men maakt de Kerk gaarne het verwijt, dat zij niet meegaat met haar tijd, dat zij vijandig staat tegenover vooruitgang en techniek. De gevierde redenaar en schrijver Kard. Von Faul- haber geeft in nevenstaand artikel een krachtige weerlegging van dit voor oordeel, dat meer uit onkunde dan uit onwil voortkomt. naastenliefde, inplaats van uit kapitalisti sche winzucht den vloek der nieuwe ver houdingen eenzijdig af te wentelen op de arbeiders. Men heeft ook verzuimd om in hetzelfde tempo, waarmee de techniek steeds nieuwe machines vervaardigde, de volkswelvaart en de wereld-ekonomie in nieuwe banen te leiden om de goederen, die met de machines werden voortgebracht, beter en billijker te verdeelen, zooals de Encycliek „Quadragesimo anno" dat eischt. Er is niemand, die den ouderwetschen tijd zonder machines terug zou wen- schen. De menschelijke geest zal zich niet laten weerhouden, den technischen vooruitgang met de haar door God gegeven krachten steeds hooger op te voeren en de Kerk zal ook in de toekomst voortgaan, de machines te zegenen, zooals zij dat ook in het verleden deed, zonder daardoor haar zegen te willen verleenen aan de excessen van het machinewezen en aan den onso- cialen geest van winzucht. De Kerk benut evenzeer de moderne techniek voor de uitbreiding van het Gods rijk: auto, motorboot en vliegmachine heb ben in de verre gebieden reeds veel voor deel gebracht. De filmtechniek moet nog veel meer dan voorheen in dienst gesteld worden van de opvoeding der jeugd en van de volksont wikkeling. Dank zij de radio vonkt het woord Gods over heel de wereld: de eenzame farmer, die in de prairiën van Amerika van het bijwonen eener godsdienstoefening versto ken is, beluistert den Liturgischen eere- dienst in zijn eenzame hut. Iedere.. Zon en feestdag zendt het Vaticaansche Radio station een wijdingsstonde uit voor de zie ken van het land, die de klokken van den Sint Pieter kunnen hooren beieren. De Kerk roept de medewerking in van de moderne techniek. Wanneer de natuur een kunstwerk Gods is, en geen wange drocht van Satan, wanneer het God's gebod is om de geheimen der natuur te doorvorschen, technisch te beheerschen en in dienst te stellen van Gods werk, dan volgt daaruit, dat wij, katholieken, aan dat werk moeten mede-arbeiden. Wanneer de techniek op den modernen tijd haar stem pel gedrukt heeft, dan moeten wij, katho lieken, dan moeten vooral de katholieke intellectueelen trachten, er in dezen mo dernen tijd het aanschijn der aarde mee te vernieuwen tot meerdere eer en glorie van God. Wij moeten den vooruitgang op dit ge bied niet in handen laten van hen, die met gas en bommen de wereld dreigen te ver nietigen en die de menschen nog beneden de machine verlagen. De tijden zijn voorbij, waarin de kerk torens alleen de hoogste punten waren van stad en land: daarnaast staan thans de radio-masten. Sint Paulus heeft een veel- beteekenend woord gesproken: Alles be hoort aan U, de wereld, het heden en de toekomst. Alles behoort U toe, maar gij aan Christus (I Cor. 111:22). De Kerk roept ons, mede te werken aan de veroveringen van de moderne techniek. Dr. MICH. VON FAULHABER, Kardinaal-Aartsbisschop München. Wij ontvingen het eenvoudige, doch smaak vol uitgevoerde programma van de herdenking van het 25-jarig bestaan van den R.K. Midden standsbond in het Bisdom Haarlem te Haarlem op hedenavond en morgen Woensdag 7 Sep tember. Het boekje bevat bijdragen van de hee- ren C. G. J. Struycken, Bondsvoorzitter en P. J. M. van Tetering, voorzitter der jubileum commissie. Ter eere van de nagedachtenis van den heer Chris Jansen, den vorigen directeur van het Bondsbureau, werd een artikel van diens hand opgenomen, dateerend uit het actiejaar 1919 en getiteld „Tweeërlei opvoeding", waarvan wij den kemachtigen aanhef mogen citeeren: Dichters worden geboren.... vereeni- gingsmenschen gemaakt. Wanneer nu dichte duizendtallen achter tallooze schitterende organisatie-banieren aanloopen, waar men voor een kwart eeuw nauwelijks evenveel tientallen „maniakken" achter een paar armelijke transparanties liet.... uitlachen, dan is dat niet het ge volg van een spontane evolutie in het men- schelijk karakter en evenmin een plotselinge wijziging in het eigen gedachtenleven van de massa. Het is een gevolg van de leiding, den in vloed, de overtuiging, de opvoedende gave van weinigen." Mgr. Aengenent zond aan zijn jubileerenden middenstandsbond het volgende schrijven: „De Hanze in Ons Bisdom viert feest en met alle reden. Want met vreugde mag de Roomsche Middenstandsbond neerzien op de afgeloopen vijf en twintig jaren. Door zijn invloed immers is in onze midden standskringen aangekweekt een verdieping van het godsdienstig leven, waardoor het besef levendiger is geworden, dat men niet alleen in de kerk, maar ook daar buiten ook in het openbare leven, en ook in het zakenleven God moet dienen en Zijne hei lige wetten moet onderhouden. Door zijn invloed is op sociaal-economisch terrein ontwaakt het saamhoorigheidsgevoel, het' welk ons verbiedt louter en alleen persoon lijk voordeel na te streven. Men heeft lee- ren inzien dat de steun, aan elkander ver leend, den geheelen stand ten goede komt. Wij danken God voor al deze zegeningen, en Wij bidden Hem, dat Hij de Roomsche Middenstandsvereeniging in Ons Bisdom zoozeer in bloei moge doen toenemen, dat weldra geen enkele katholieke middenstan der meer daarbuiten mag staan. En terwijl Wij dit zilveren jubilé Onze beste gelukswenschen aanbieden met de tot nu toe bereikte resultaten, verleenen Wij aan bestuur en leden volgaarne Onzen bis- schoppelijken zegen." Ingevolge van den accijns op boter (65 cents per kilo) en op margarine (40 cents per kilo mélange) valt eenerzijds een absolute vermin dering van de consumptie en dus ook van de accijns-opbrengst waar te nemen en anderzijds een relatieve, d.w.z. dat het publiek overstapt van boter en margarine op èmdere vetten, b.v. gesmolten rundvet en reuzel. Dit laatste heeft de regeering er, volgens „Het Handelsblad", toe gebracht, ook op deze vetten een accijns te gaan heffen, om op die wijze het „lek" in het Crisiszuivelfonds te stop pen. Binnenkort vallen rundvet en reuzel dus evenééns onder den zuivelaccijns. Omtrent den datum van in werking treden en het bedrag van den accijns kunnen wij nog geen mededeelingen doen. ''&r' Hl ffi s 5 1 De Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid heeft bepaald, dat ieder, die op 5 Septem ber 1932, voor zich zelf of voor een ander meer dan 100 K.G. boter in een koelhuis opgeslagen had, verplicht is daarvan vóór 13 September 1932 aangifte te doen bij de Crisis-Zuivel-Cen- trale, Laan van Meerdervoort 84 te 'sGra- venhage. De aangifte moet onderteekend zijn en opgave bevatten van: a) naam en woonplaats van den aangever; b) hoeveelheid van den voorraad (zonder af trek van 100 K.G. c) nauwkeurige aanwijzing van de plaats, waar de voorraad is opgeslagen. Onder koelhuis wordt verstaan een ruimte, waarin 100 K.G. boter of meer wordt gekoeld en is opgeslagen. Kosten en financiering De Minister van Waterstaat heeft den Voor zitter der Tweede Kamer in verband met de motie van den heer Dr. H. Colijn, aangenomen in de vergadering van 11 Februari 1932, vijf exemplaren doen toekomen eener nota betref fende de kosten van een algemeen plan voor de droogmaking van den noord-oostelijken polder en de financiering. Deze zijn nedergelegd ter griffie, ter inzage van de leden. De Minister heeft tevens daarbij medegedeeld te bevorderen, dat deze nota als bijdrage ge voegd zal worden bij de Memorie van Toelich ting tot het ontwerp van wet tot vaststelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Zuiderzeefonds voor het dienstjaar 1933. Blijkens de laatste wilsbeschikking van Z.Em. Willem Marinus Kardinaal van Rossum z. g., waarover thans te Rome eenige officieele me dedeelingen zijn gedaan, is tot algemeen erf gename benoemd de „Propaganda Fide". Eeni ge kleine legaten werden vermaakt aan familie leden. Verder heeft de Kardinaal eenige ge schenken en herinneringen bestemd voor kloos ters, kerken en instellingen van liefdadigheid. Testamentair is bepaald, dat de letterlijke tekst van het testament niet wordt bekend gemaakt. Omstreeks zes honderd leden van den Ned. R. K. Bond van handels- kantoor- en winkel bedienden „St Franciscus van Assisië" zijn Zondagmiddag bijeengekomen op een landelijk congres, dat gehouden werd in de groote zaal van den schouwburg „Casino" te 's-Hertogen- bosch. Om één uur opende de bondsvoorzitter, de heer A. van Hamersveld, het congres mft den Chr. groet en nadat de congressisten „Aan U o Koning der eeuwen" hadden gezongen, me moreerde h(j, dat hij op het laatste congres had gewezen op den slechten toestand, waarin de bedienden verkeerden, een toestand, welke inmiddels nog verslechterd is: Vooral onder de kantoorbedienden maakt de crisis vele slacht offers en het merkwaardige is, dat zij vooral vallen onder hen, die dertig jaar en ouder zijn. Veelal worden deze opgevolgd door jeugdige mannelijke krachten of vrouwelijke bedienden en dan tegen loonen die te laag zijn om van te leven en te hoog om van te sterven. Met de belangen van de bedienden wordt omgespron gen het bondsbestuur geeft zich daarvan terdege rekenschap als gold het kinder speelgoed. Mei klem bepleitte spr. aansluiting bij de organisatie. Gestreefd dient te worden naar invoering van collectieve contracten. Ge handhaafd moeten worden de wettelijke rege lingen ten aanzien der winkelsluiting. Voor verbeteringen komen de bedienden gewoonlijk niet in aanmerking zeide spr., maar als er ver slechteringen worden ingevoerd dan komen zij het eerst aan bod! Na de prijzenswaardige actie van het werk liedenverbond geroemd te hebben keerde de bondsvoorzitter zich tegen het rapport-Weiter om vervolgens nader te bespreken de werkloos heid onder de bedienden, wier positie niet al leen achteruit gaat, maar die bovenden nog be concurreerd worden door gepensionneerden, waarbij de overheid zelfs voor gaat. Positieve arbeid is ter verbetering in dezen noodig Aan het slot van zijn inleiding deelde de heer Van Hamersveld mede, dat de invloed van den bond stijgt; hij is thans over de 7000 leden heen. De voorzitter verleende daarna het woord aan den Zeereerw. heer J. F. A. Bots, rector te Amsterdam, die een rede hield over Quadrage- „Dat het rapport-Weiter een teeken van tegenspraak is, ook bij de Katholieken, kan een Katholieke krant dagelijks ervaren. Toont zij aan, zooals alle Katholieke bladen herhaaldelijk deden, dat het rap port hoewel het terecht op krachtige bezuiniging aanstuurt op sommige pun ten te ver gaat en in de levende deelen van het Nederlandsche volk snijdt, dan ontvangt zij brieven van verontwaardigde lezers, die allereerst en alléén zien naar de ontzaglijke malaise en den belabberden toe stand var 's lands financiën en die daar door in staat zijn, ook de keerzijde der medaille te beschouwen: den allertreurig - sten financieelen toestand van duizenden, den nooddruft waarvan niets meer af kan. En schrijft de krant, dat het met 's lands financiën inderdaad zóó erg gesteld is, dat er niet te ontkomen ';al zijn aan de uitvoe ring van sommige maatregelen door het rapport aangegeven ook al omdat, als er geen groote bezuiniging plaats heeft, 's Lands crediet er mee gemoeid is en daar door de malaise voor allen nog veel erger zou worden dan krijgt zij van andere zijde den wind van voren en hoort ze zich toevoegen woorden als: dat het een schan de is, dat een Katholieke krant het rap- port-Welter verdedigt. Dat er zoo iets is als het algemeen be lang, hetwelk een onpartijdig blad dient voor te staan, wordt natuurlijk glad over 't hoofd gezien. Het is „goedpraten" van het rapport ten koste van den minderen man! enerzijds; anderzijds: afvallen van de regeerii g! Dat eenerzijds de Re geering nog lang niet in alles beslist heeft ten opzichte van het rapport, vergeet men evenzeer als dat juist dmindere man het meest gediend is met eerlijk bekijken van alle kanten. Met het naar den mond pra ten van het volk, is niemand gediend. In tegendeel, want als men mooie theorieën opzet, die het volk behagen, maar spoedig blijkt, dat die theorieën in de practijk niet kunnen verwezenlijkt worden, heeft men het volk opgezweept en ontevredener ge maakt dan te voren. En dit feit komt nog al eens voor. Be kend is b.v. het geval van vóór enkele maanden, toen ook een deel der pers maandenlang het volk iets voortooverde, dat de Kamer ten slotte niet geven kon, zoodat dan ook de redacteuren van de „Volkskrant" wien wel niemand volks vijandelijkheid zal aanwrijven er tegen stemden, waardoor zij het volk meer van dienst waren dan dat ze met vertoon vóór gestemd zouden hebben. Ik wil maar zeggen: óók als er nare toestanden heerschen en moeilijke regee- ringsmaatregelen dreigen, dient de krant het vóór en tegen te laten zien aan het publiek en niet eenzijdig naar onmogelijke oplossingen te drijven. Eerlijkheid duurt ook in de krant het langst. En het ware ligt gewoonlijk in het midden, niet bij de uitersten. Vooral als men niet eenzijdig naar één klasse kijkt, zooals de socialistische pers, maar de belangen van héél het volk in acht neemt, is alzijdigheid in de beschou wingen noodzakelijk." Aldus schrijft „Criticaster" in de „Resi dentiebode". Onnoodig te verklaren, dat wij met deze beschouwing volkomen en van harte in stemmen. Het ware te wenschen geweest, dat alle bladen ook alle katholieke bladen zich van het begin af op dit standpunt hadden geplaatst. sima Anno. Hij betoogde daarin, dat men dichter moet komen bij den inhoud van deze encycliek en 's Pausen streven. Aller medewer king en toewijding wordt gevraagd om een brokstuk van die idealen te verwezenlijken of althans voor te bereiden. Uitvoerig besprak de inleider de centrale gedachte van genoemde encycliek, waarin over- heerschend is de verzoeningsgedachte, n.l. de nieuwe ordening der maatschappij. Die nieu we ordening zal moeten steunen op nieuwe menschen, die de consequenties hunner begin selen aandurven. Met verbetering der men schen moet worden gestreefd naar eene verbe tering der maatschappij. Thans is de maat schappij versplinterd, een lichaam zonder orga nen. De nieuwe orde zal er moeten komen door de organen weer in de maatschappelijke samen leving in te planten. Het herstel zal gebracht moeten worden door de bedrijfsschappen, gelijk spr. nader in den breede aantoonde. Deze door den Paus uitgesproken gedachte zal gepo pulariseerd moeten worden. Spr. gaf nog aan, dat de bedrijfsschappen zullen hebben te ga randeeren de harmonie, den vrede en de wel vaart van de samenleving, waarbij de Paus tevens heeft voorgehouden sociale rechtvaar digheid en sociale liefde. Het is uitgesloten, dat de maatschappij zich zal herstellen als er geen menschen van groot geloof en groote liefde komen. In dezen tijd, zoo betoogde rector Bots ein delijk, moet er worden geholpen aan uitbouw der vakorganisatie, in welk verband hij mede wees op de beteekenis welke gehecht moet wor den aan het tot stand komen van collectieve contracten. Na de pauze werd het woord verleend aan den heer W. Steinmetz, lid van den gemeente raad van Amsterdam, ter bespreking van de economische positie van de bedienden, mede in verband met de huidige crisis. De spreker merkte allereerst op, dat de positie der bedien den ver bij die van de handarbeiders achter staat. Dit is voor een deel te wijten aan het feit, dat de bedienden langen tijd buiten de or ganisatie gebleven zijn. Na den nadruk gelegd te hebben op de eco nomische noodzakelijkheid van den arbeid var, den bediende, waarvoor hij ook als zoodanig beloond moet worden, dat hij naar zijn staat en stand kan leven, vestigde spr. de aandacht er op, dat de bediende de eerste tientallen jaren uitgesloten is geweest bij de bescherming van den arbeid. Thans, dertien jaar na de inwer kingtreding van de Arbeidswet-Aalberse van 1919, z(jn er nog duizenden, die niet onder hare bepalingen vallen. De heer Steinmetz betoogde, dat de geheele bediendenstand mobiel gemaakt, moet worden om volledige doorvoering van de Arbeidswet 1919 te verkrijgen. Terwille van hun eigen belang zijn vele be dienden vaak de vijand van den geheelen be diendenstand, verklaarde spr., die vervolgens schetste de beteekenis van de standsorganisatie in de medewerking van het herstel der Chris telijke beginselen, waarvoor de massa der col lega's evenwel koud is gebleven. Er is gebrek aan solidariteit, maar zij mogen niet rusten. Zij hebben mee te werken aan den ombouw der maatschappij; en als die tot stand is geko men mogen zij er weer niet buiten blijven staan. Het ontwerp-bedrijfsradenwet besprekend- merkte spr. op, dat minister Verschuur daarin de gelegenheid opent voor 100 pCt. om den be diendenstand volledig te negeeren. Dit kan niet worden aanvaard. Geëischt mag worden, dat de bedienden in het ontwerp worden opge nomen. De inleider protesteerde eveneens tegen het rapport-Welter, met het oog op de oneerlijke concurrentie, welke het afvloeien van personeel ten gevolge zal hebben. Tevens keerde hij zich tegen de opdracht aan een staatscommissie om te onderzoeken de mogelijkheid van het verlee nen van steun in natura aan werkloozen, welke armenzorg hij de meest platte manier van ar- menbedeeling noemde. Na eenige gedachtenwisseling over de beide redevoeringen werd de volgende motie met al- gemeene stemmen aangenomen: ,,De Nederl. R. K. Bond van Handels-, Kan toor- en Winkelbedienden „St. Franciscus van Assisië", in congres bijeen op Zondag 4 Sep tember 1932, in Gebouw Casino te 's-Hertogen- bosch, gehoord de uiteenzetting over de betee kenis van de encycliek „Quadragesimo Anno" voor het godsdienstig, maatschappelijk en zedelijk leven, ook voor de groep bedienden; ge hoord den ongunstigen toestand waarin de be dienden verkeeren; stelt vast, dat, om hierin verbetering te brengen ook de bedienden aller eerst hiervoor de lessen hebben op te volgen, neergelegd in de genoemde encycliek; dat met alle geoorleoofde middelen er naar ge streefd dient te worden een afdoende regeling van de rechtspositie te verkrijgen, waardoor de achterstand wordt ingehaald; Draagt het Bondsbestuur op: bij de werkge vers, hun organisaties en overheidscolleges po gingen in het werk te stellen tot het afsluiten van collectieve arbeids-overeenkomsten, om als eerste stap te geraken tot een volwaardige po sitie in het bedrijfsleven; voorts er bij de Regeering op aan te drin gen: a. tot het verkrijgen van gelijkwaardige erkenning van de bedienden bij de totstandko ming van de wet op de bedrijfsraden; b. voor onmiddellijke toepassing van de Arbeidswet 1919 in het bijzonder wat betreft de regeling van den arbeidsduur en de vaststelling van den vrijen middag voor de kantoorbedienden, i Noodigt alle ongeorganiseerde katholieke be- Zaterdagavond vond ter gelegenheid van het zilveren jubileum der Haagsche afdeeling van den Ned. R.K. Naaisters- en Kleermakersbond, die te 's-Gravenhage haar algemeene vergade ring hield, een feestavond plaats, waarvoor veel belangstelling bestond. Het speeltooneel, onder leiding van den heer H. v. Buuren en mej. C. Kelling, voerde een vijftal nummers op, welke bijzonder in den smaak vielen. Voor het voetlicht werden gebracht Hotel- ratten", een detectivespel in één bedrijf, „Een Fuifnummer," „Monologie", door mej. C. Kei ling, „De celdeuren open", 'n gevangenistrans- formatieschets en na de pauze „De Tante van Charley", een klucht in één bedrijf. De avond, welke met muziek werd opgeluis terd, was een waardig slot van de viering van het zilveren jubileum. Zondagmorgen werd de vergadering voort gezet. Hierbij was tegenwoordig de geestelijk adviseur kap. Veldbruggen. Allereerst werden de voorstellen der afdeelingen behandeld. Op voorstel van de afdeeling Arnhem werd besloten dat de gesalarieerde hoofdbestuurders geen nevenfuncties mogen waarnemen, waar aan eenigerlei vergoeding verbonden is, tenzij met goedkeuring van het hoofdbestuur. De overige voorstellen van de afdeeling Am- hem werden verworpen of ingetrokken. Het voorstel der afdeeling Amsterdam werd aangenomen om te trachten den bedrijfsvrede te verzekeren door den geest van de Encycliek „Quadragesimo Anno" en volgens de richtlijnen van het wetsontwerp-Verschuur in samenwer king met de R.K. Werkgeversvereeniging te ko men tot de oprichting van een wettelijke voor ziening. Naar aanleiding van voorstellen van Am sterdam en Nijmegen werd in beginsel beslo ten de vrouwelijke leden te doen deelnemen in de bijdragen der strijdkas, volgens de rege ling, die ook geldt voor de mannelijke leden. De doorvoering, welke in deze omstandigheden vele moeilijkheden met zich zal brengen, werd overgelaten aan het Hoofdbestuur. De voorstellen tot contributieverlaging wer den na het prae-advies van het Hoofdbestuur ingetrokken, evenals het voorstel-Haarlem tot verlaging der salarissen van de hoofdbestuur ders. De verschillende voorstellen betreffende de herziening van de tarieven werden naar de betrokken commissie verwezen. Op voorstel van de afdeeling Utrecht werd besloten dat alle afdeelingen aan het hoofd bestuur moeten berichten bij het aangaan van een nieuwe collectieve overeenkomst, of de voorwaarden door haar worden aanvaard, zoo niet de reden te omschrijven. Daarna zal door het hoofdbestuur aan alle afdeelingen met toe lichtingen worden gerapporteerd, welke afdee lingen voor en tegen zijn. Het hoofdbestuur zal vervolgens trachten het voorstel van de afdeeling Alkmaar: „de 5 pet. loonsverlaging van dit jaar eraf" door te voeren. Het voorstel-Haarlem om te trachten een ver goeding te krijgen voor de thuiswerkers, daar dezen een gedeelte van hun woning moeten afstaan, heeft steeds de aandacht van het hoofdbestuur gehad, evenals de afschaffing van de huisindustrie, hetgeen werd voorgesteld door de afdeeling Breda. Betreffende het plakken van zegels voor de hulp van een kleermakers-thuiswerker door den patroon, vervat in een voorstel-Leeuwarden, zeide de voorzitter, dat ook de voorzitter van den Raad van Arbeid in Den Haag op het standpunt staat, dat dit door de werkgevers moet geschieden. Het hoofdbestuur verleent in dezen steeds alle medewerking en het best is ieder geval afzonderlijk te behandelen. Het voorstel-Dordrecht om het aantal wacht- dagen te verminderen, kon wegens de tijds omstandigheden niet aanvaard worden. Tenslotte werd het voorstel-Maastricht om het verplichtend te stellen dat alle kleermakers georganiseerd moeten zijn, aangenomen, waar bij de voorzitter opmerkte, dat hieraan alleen uitvoering kan worden gegeven, wanneer het overgroote deel der kleermakers georganiseerd is. Daarom spoorde hij de afdeelingen tot in tensieve propaganda aan. Tot leden van den Bondsraad werden ge kozen verklaard de heeren v. Os, Hulst en Keesman. De begrooting werd na ampele bespreking goedgekeurd met een uitgavencijfer van 41.035.28 en 'n inkomstencijfer van ƒ41.785.28. Nadat de voorzitter nog gewezen had op het rapport van de Commissie tot herziening der tarieven, waarop verder voortgebouwd zal worden, en de heer Diessel, penningmeester, een beschouwing had gegeven over de werk- loozenkas, kwam de rondvraag aan de orde. Op verzoek van de afdeeling Amsterdam werd besloten de volgende jaarvergadering in Amsterdam te houden, waar dan tevens het zilveren jubileum dier afdeeling zal worden ge vierd. Een der aanwezigen bracht den voorzitter van het hoofdbestuur nog dank voor het ver richte werk, waarna de voorzitter de afdeeling dankte voor de aangename verstandhouding en tevens erop wees, dat het dezer dagen verhan delde nu in de praktijk moest gaan worden omgezet. Na nog de gastvrouwe, de afd. Den Haag, bedankt en den wensch geuit te hebben, dat de bond moge groeien, sloot de voorzitter te 2 uur de 16e algemeene vergadering. dienden van Nederland uit door toetreden tot den bond, dit streven krachtig te steunen. Besluit deze motie te publiceeren in de pers, ter kennis te bengen van de Regeering, de le den van de Eerste en Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal, de besturen van de werkgevers verenigingen en verder waar zulks dienstig kan worden geacht, en gaat over tot de orde van den dag." Een motie, welke de heer Fransen uit Am sterdam daarop nog indiende en welke o.m. een protest tegen het rapport-Weiter inhield werd niet behandeld, daar het bondsbestuur haar eerst wenschte te overwegen. Het bestuur kreeg machtiging verder ermee te handelen naar be vind van zaken. De voorzitter van het Werkliedenverbond, de heer A. C. de Bruyn, wees er nog op, dat juist voor de bedienden de huidige crisis van ont zaglijke beteekenis is. Zij hebben naar zijn oor deel volkomen aanspraak op deelname in de ho- penlijk komende bedrijfsraden. Verder zeide hij van meening te zijn, dat het verlangen, dat met betrekking tot het aanstel len van kantoor- en winkelpersoneel de regee ring het bedrijf zou sluiten, teneinde te waar borgen, dat den bedienden het brood niet uit den mond wordt genomen door gepensionneer den of wachtgelders, ernstig overweging ver dient. Op een tot ons gerichte vraag of ons iets bekend is omtrent het bestaan en de werk zaamheid van een z.g. „Crédit Ecclésiastique" te Bloemendaal kunnen wij mededeelen, dat wij hieromtrent een onderzoek hebben inge steld. Bij degenen, die hiervan op de eerste plaats in aanmerking komen, was nóch van het bestaan nóch van de werkzaamheid iets bekend. Wij kunnen dus niet de minste inlich ting verstrekken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5