Van de Perstribune
Goedgeloovigheid
„Kentering" en
„Rome"
ZATERDAG 10 SEPTEMBER
Een grootmeesterlicht dame op
voor dertigduizend gulden
Zij wilde Vrijmetselaar
worden
Het lidmaatschap waard
Redder der Koningin
De eed afgelegd
ONDER EEN POSTAUTO
Aan de gevolgen overleden
Over het paard getild
HET SMOKKELSCHIP
STOOMKETEL GESPRONGEN
Angstige momenten in het
vooronder
De ziekte van Weil
Kippendieven aangehouden
Aftandsch garnalendrogertje met
een rijken inhoud. Eigenaar
zeer verbaasd over
de vondst
Douane legt beslag
Speurzin wordt wakker
Een verborgen toegang
De verbaasde eigenaar
BRAND BIJ PEEK CLQPPEN-
BURG TE DEN HAAG
Spoedig gebluscht
Toch als reclame-object?
Auto-ongeluk te Wouw
Ontsteltenis te Middelburg
Het weer op Zondag
Waarschijnlijk na kort durende
afkoeling zacht, regen
achtig weer
Ontvoering te Losser
UIT HET BOUWBEDRIJF
Overeenstemming tusschen de
partijen
BENOEMINGEN
Paters Jesuïeten
Vooruitzichten zeer
onzeker
VERSTOORDE ILLUSIE
Geen olie-ader te Bunschoten
BOERDERIJ-BRAND
i
Wel goed...
Schitterend debuut van
de Hin-film
DE AANSLAG TE HAREN
Dader bekent
Voor de Vierde Kamer der Amsterdamsclie
Rechtbank heeft Vrijdag, terzake van 'n belang
rijke oplichtersaffaire, terecht gestaan de 54-ia-
rige G. R., gewezen concierge van het Muider-
slot, thans gedetineerd in het Huis van Be
waring.
R. werd in de laatste helft van Juli op last
van den Officier van Justitie te Amsterdam ge
arresteerd, wijl gebleken zou zijn dat hij een be
woonster van Soest, mej. C. K., door een reeks
van verdichtselen een bedrag van circa f 30.000
afhandig had gemaakt.
Mej. K. was, toen zij in den zomer van 1929
een bezoek aan het Muiderslot bracht, in ge
sprek geraakt met de echtgenoote van den con
cierge, aan wie zij toen vroeg naar de beteekenis
van een voorwerp, dat de vrouw om den hals
droeg. Deze deelde mede, dat dit voorwerp 'n in
signe was van de orde der co-magonnerie, waar
over haar man, indien zij dit mocht wenschen
méér zou kunnen vertellen. Daar de belangstel
ling van de bezoekster gewekt was, informeerde
zij verder bij den concierge, die haar mededeel
de dat hij grootmeester was van de co-magon
nerie, hetgeen in werkelijkheid allerminst het
geval was. Wel was R. indertijd in deze bewe
ging opgenomen geweest, doch het bestuur had
hem te raden gegeven, zich om bepaalde rede
nen uit de orde terug te trekken, welken wenk
liïj heeft opgevolgd.
Mej. K. wist van dit alles echter niets en
schreef, thuisgekomen, een brief aan den con
cierge, met het verzoek haar als lid van de co-
magonnerie te doen inschrijven. Nu was R. waar
hij wezen wilde. Hij schreef mej. K. terug dat
aan haar verzoek niet zóó maar gevolg kon wor
den gegeven; zij moest toonen dat zij een even
tueel lidmaatschap waard was door een bepaal
de som over te maken. Het gevolg was, dat mej.
K.. de eerste maal niet minder dan 2500.
zond, zonder dat haar inschrijving als lid der
co-magonnerie een feit werd.
Nu R. de dame in kwestie zóó ver had gekre
gen, werd hij nog driester in z'n optreden. Onder
allerlei voorwendsels slaagde hij er in, mej. K.
telkens weer tot afgifte van sommen gelds te
bewegen. Herhaaldelijk heeft R. mej. 'K in Soest
bezocht; bij één van deze bezoeken heeft hij haar
ook een brief getoond, welke afkomstig hue tie
te zijn van een oude dame, die van plan zou
zijn haar geheele vermogen te besteden voor
den bouw van een huis voor vegetariërs, ge
heelonthouders en anti-militairistenR. be
weerde daarbij, dat hij zijn invloed zou kunnen
aanwenden voor een benoeming van mej. K. tot
directrice van dat gebouw.
Tusschen R. en zijn slachtoffer bestond de
afspraak, dat hij haar van de vele door haar
gestorte bedragen vijf procent rente zou vergoe
den. Dit is echter nimmer geschied. Wel heeft
mej. K. éénmaal duizend gulden van den con
cierge ontvangen en later, toen zij, argwanend
geworden, op het Muiderslot verscheen, nog
maals 400.—.
Daar mej. K. haar administratie persoonlijk
bijhield, kon o.m. worden nagegaan, dat zij in
Juli 1930 voor een bedrag van 2700.— effecten
heeft verkocht en tegelijkertijd van haar tegoed
bij de bank 3500.— opgenomen en bovendien
8500.— van haar spaarbankboekje terugge
vraagd had. Met dat al ontving de concierge
ruim veertienduizend gulden, later nogmaals
2500.en in November 1930 wederom 10.000
uit haar safe bij de bank.
In December eerst vielen mej. K. de schellen
van de oogen en begreep zij, dat zij was opge
licht. Zij dwong R. tot het teekenen van een
schuldbekentenis voor het geheele bedrag, dat
hij zoogenaamd voor de co-magonnerie ontvan
gen had.
De rechtskundige adviseurs van mej. K. dien
den hierna bij den Officier van Justitie te Am
sterdam een aanklacht wegens oplichting in te
gen den concierge. Het onderzoek werd in han
den gesteld van den burgemeester van Muiden,
den heer De Raadt. De concierge, die gehoord
werd, ontkende aanvankelijk, doch viel door de
mand toen hem de schuldbekentenis getoond
werd.
Met de rijks- en gemeentepolitie heeft burge
meester de Raadt daarna huiszoeking verricht
in het Muiderslot en alle bescheiden, betrekking
hebbend op deze zaak, in beslag genomen.
Voorts werden, in verband met het feit dat R.
commandant van de Burgerwacht te Muiden
was, alle wapens van de Burgerwacht uit het
slot weggehaald.
R. dankte zijn benoeming tot concierge van
het Muiderslot aan bemiddeling van hooger-
hand, hem verleend omdat hij in zijn vorige po
sitie van trambestuurder in Den Haag destijds
in de Parkstraat aldaar een ernstige botsing had
weten te voorkomen tusschen den tramwagen,
waarop hij stond en een hofrijtuig, waarin de
Koningin gezeten was.
Op een vraag van den President, mr. Huy-
singa, bekende verdachte de hem ten laste ge
legde feiten.
Ik heb verbazend veel spijt van hetgeen ik ge
daan heb, aldus verd., en ik hoop in de ge
legenheid te komen om, na mijn straf te heb
ben ondergaan, de dame het bedoelde geld weer
terug te geven.
Verd. deelde verder mede, dat hij de dame
verteld had dat hij de grootmeester van de orde
der co-magonnerie was. Dit was wel niet heele-
maal juist, maar wel zou er aldus beweerde
verd. een nieuwe loge opgericht worden,
waarvan hij aan het hoofd zou komen te staan.
Van het van mej. K. ontvangen geld heeft hij
gedurende een paar jaar zeer ruim met zijn ge
zin geleefd.
Hierna werd de bedrogen dame uitvoerig ge
hoord. Zij maakte allerminst den indruk dom te
zijn.
Eens per maand, van 1929 af aldus ver
klaarde zij kwam verd. in haar woning te
Soest om met haar over de beweging der Vrij-
Vrijdagmiddag te ongeveer 3 uur heeft op
het Spui, nabij de Schedeldoekshaven te
's Gravenhage een ernstig verkeersongeval met
doodelijken afloop plaats gehad.
Ter plaatse reed een wielrijder, de 38-jarige
los-werkman J. A. van R„ wonende aan de
Kemperstraat, die vermoedelijk bij het over
steken van den rijweg in botsing kwam met
een postauto. De man kwam onder den auto
terecht en werd in bewusteloozen toestand met
een fractuur aan den rechterbovenarm en een
schedelbasisbreuk opgenomen. De G. D. ver
voerde hem naar het ziekenhuis aan den Zuid-
wal, alwaar het slachtoffer ongeveer een uur
na aankomst aan de gevolgen is overleden.
De politie stelt een onderzoek naar de
schuldvraag in.
metselarij te praten. Zij stelde daar buitenge
woon veel belang in. Verd. had haar verteld dat
zij wel lid van de orde zou kunnen worden. De
verschillende bedragen had zij geleend, mee-
nende, dat zij daardoor de orde steunde. Het
geld had volgens haar met het opnemen in de
orde niets te maken. Toen verdachte een
schuldbekentenis werd voorgelegd van het ver
strekte geld, zeide hij: „Dan zal ik teekenen als
grootmeester!" Get. heeft geen oogenblik getwij
feld aan de mogelijkheid, dat ver. met de co-
magonnerie niets te maken had. Want verd. had
eens tot haar gezegd: „Ik heb de volmacht U
den eed voor de orde af te nemen." En dat is
dan ook geschied, aldus get., in mijn woning te
Soest. In mijn eigen huis heeft hij me den eed
afgenomen. De woorden weet ik niet precies
meer, maar die zijn trouwens geheim
Verd.: „Ik heb bij getuige alleen den indruk
willen wekken, hoe het ging....
Get.: „Ik meende te mogen vertrouwen op 't
woord van een vrijmetselaar; ik heb nog on
beperkt vertrouwen in de co-magonnerie
Het O.M. mr. Van Dulleman, meende dat aan
het bewijs in deze zaak, mede door de beken
tenis van verdachte, niet te tornen valt.
Juridisch is het van weinig belang of hier
sprake is van oplichting of van de subsidiair
ten laste gelegde verduistering. Spr. kan dit
gerust aan het oordeel van de rechtbank over
laten.
Spr. gelooft dat het feit, dat verd. laren ge
leden in Den Haag het rijtuig, waarin de Ko
ningin was gezeten, voor een aanrijding be
hoedde, hem naar het hoofd is gestegen. Hij
werd daarvoor beloond met zijn positie van
concierge en met het ridderschap in de Orde
van Oranje-Nassau. Verd. genoot de eer, die
hem betoond werd en daarnaast vond hij het
wel aangenaam, ruim over geld te kunnen be
schikken. Door deze impulsen gedreven, is hij
tot zijn daden gekomen. Het feit van de op
lichting vindt het O.M. zeer ernstig, otschoon
er verzachtende omstandigheden zijn. Met al
les rekening houdende, eischte de officier één
jaar gevangenisstraf, waarvan vier maanden
voorwaardelijk en met een proeftijd van drie
jaren voor het voorwaardelijk gedeelte. Gezien
toch verd.'s geestesgesteldheid, is het niet on
mogelijk dat hij in herhaling van de gepleegde
feiten vervalt
De verdediger, mr. D. W. O. A. Schut, bracht
den persoon van verd. ter sprake, daarbij op
merkend dat van een geraffineerd oplichter al
lerminst gesproken kan worden. Verd. toch
heeft een stuk geteekend met zooveel leugens
er in, dat reeds hierdoor elke geraffineerdheid
hem vreemd moet zijn. Overigens gelooft pl.
dat ook de gedragingen van de bedrogen vrouw
er toe heeft bijgedragen, dat verd., die reeds
tien mille schuld had, tot zijn daden gekomen
is. Pl. kan zich over het algemeen neerleggen
bij den eisch van den officier, doch dringt hij
er op aan dat de rechtbank, met het oog op
verd.'s leeftijd en zijn blanco strafregister, zoo
clement mogelijk vonnis zal wijzen.
Uitspraak 23 September.
Vermoedelijk omdat het niet voldoende was
vastgezet, nadat de ketel was schoongemaakt,
is Donderdagmorgen aan boord van de te Gou
da liggende sleepboot Haarlemmermeer I het
mandeksel van den stoomketel, die onder een
druk van 8 atmosfeer stond, gesprongen. Het
vooronder, waar kapiten P. Versteegh uit
Moordrecht lag te slapen, was in korten tijd
geheel gevuld met den ontsnappenden stoom.
Daardoor kon de kapitein den uitgang niet
meer vinden. Hij sloeg het valraam stuk en
trachtte zich daarlangs te bevrijden. Hij slaag
de slechts gedeeltelijk, want halverwege bleef
het lichaam vastzitten. De machinist van de
boot slaagde er na veel moeite in den gezag
voerder uit diens benarde positie te bevrijden.
Toen hij aan dek was geheschen, bleek de
kapitein met brand- en snijwonden bedekt, ter
wijl zijn kleeren nagenoeg geheel waren ver.
nield. De man moest zich in de wijkverpleging
laten verbinden.
De schade aan boord is betrekkelijk gering.
Te Waddinxveen is bij een 18-jarigen leerling
van de Middelbare Technische School te Dor
drecht, die daar in een der zweminrichtingen
had gebaad, de ziekte van Weil geconstateerd.
Hij is in het ziekenhuis te Leiden opgenomen
Donderdagnacht zijn door de politie te Apel
doorn op den Amersfoortschen weg, aldaar, aan
gehouden de gebroeders H„ wonende te Apel
doorn, die een aantal kippen bij zich hadden
waarvan zij de herkomst niet konden opgeven.
Omtrent de inbeslagneming van 1000 liter
gedistilleerd door douane-ambtenaren van
Den Helder deelt het „Handelsblad" nog het
volgende mede:
Reeds geruimen tijd had het de aandacht
getrokken, dat de Noordzee werd bevaren door
allerlei kotters, welke met restitutie van den
accijns groote voorraden gedistilleerd naar het
buitenland uitvoerden. Bedacht op de moge
lijkheid, dat men een poging zou wagen om
langs de vrijwel over de geheele lengte een
zame Noordzeekust tusschen IJmuiden en Den
Helder een gedeelte van de lading in visch-
schepen over te laden en heimelijk weer in te
voeren, hetgeen vooral langs Den Helder door
het breede en ook bij nacht goed bevaarbare
Marsdiep zoo prachtig kan geschieden, werd
reeds heel wat dienst in deze richting geklopt,
welke thans met succes bekroond is geworden.
Het is ons niet mogen gelukken er achter
te komen, welke directe aanleiding er bestond
om Donderdag onverwachts op te treden in
de buitenhaven. Wij zagen, dat in de vroegte
van het rustig aan den wal liggend douane
vaartuig „Zeemeeuw" de motorvlet werd ge
streken en de bemanning onder aanvoering
van den inspecteur P. H. Pesman zich snel
begaf naar een geheel achter in de haven lig
gend schip, dat gebruikt is als een garnalen-
droger der N.V. „Chemica". Alleen bij hoog
water is het mogelijk aan boord te komen,
daar het schip bij laag water droog ligt. Voor
smokkelaars dus een prachtige gelegenheid
voor berging van hun smokkelwaar. Aan boord
van dit schip werd niemand aangetroffen. Een
deel der bemanning voer daarop terug naar
den wal om den eigenaar van het vaartuig op
te halen. Daarna begon de inspectietocht.
In alle duistere hoeken werd het licht van
electrische zaklantaarns geworpen, doch aan
vankelijk ontdekte men geen contrabande, tot
men bij het openen van een deksel van een
molgat in de diepte bussen zal in den ketting-
bak. De toegang daartoe bleek echter niet
mogelijk. Er was geen deur en geen opening,
waardoor men den kettingbak kon bereiken.
Tot men na lang zoeken een luik ontdekte,
dat voor het oog zoo goed als onzichtbaar was
en in het tusschendek van het schip sloot. Bij
het openen daarvan kon men zich in de ruimte
begeven, waar een vijftigtal twintiglitersbus-
sen waren opgeslagen. Controle van den inhoud
bracht aan het licht, dat hier een duizend
liter gedistilleerd van 98 pCt. was binnenge
smokkeld, waarop bij normalen invoer onge
veer 4000 accijnsrecht had moeten worden
betaald.
De eigenaar van het bedrijf bleek ten hoog
ste verbaasd over de vondst en ontkende ten
stelligste te we ten, dat er smokkelwaar bij
hem aan boord was. Het is niet geheel buiten
gesloten, dat het gedistilleerd aan boord is ge
bracht zonder medeweten van de directie van
het vaartuig. Het schip ligt n.l. op een afge
legen plek en op de plaats, waar het gedistil
leerd is gevonden, komt niemand, daar het
kettingruim niet meer in gebruik is. Het is
dus niet onmogelijk, dat derden dit schip heb
ben gebruikt als opslagplaats van hun smok
kelwaar. Men kan ook 's nachts ongestoord
aan boord komen. Deze mogelijkheid lijkt wel
wat onwaarschijnlijk.
Op het vaartuig en den inventaris heeft de
douane beslag gelegd.
Gisteravond, omstreeks half elf, bemerkten
voorbijgangers in een van de étalages van het
gebouw van Peek Cloppenburg aan de Groote
Marktstraat te 's Gravenhage een dichte rook
wolk, die door de neergelaten gordijnen zicht
baar was. Zij waarschuwden een surveilleerend
agent, die onmiddellijk de brandweer aan het
'n Paar dagen geleden kreeg de heer Den
Ouden, de vader van zwemster Willy, in
ons blad een pluimpje, omdat hij zijn doch
ter niet als reclame-object wilde laten
gebruiken en niet was ingegaan op aanbie
dingen van de A.V.R.O. om zijn kind voor
de mikrophoon te laten optreden.
Wat is er nu echter gebeurd?
We hebben ons pluimpje waarschijnlijk
te voorbarig uitgedeeld!
Donderdagavond toch zoo lezen wij in
de „Volkskrant" heeft de A.V.R.O.
revanche gehaald voor het figuur dat zij
Zondag geslagen heeft, zij heeft zich op
haar manier gerehabiliteerd voor de teleur
stelling die zij haar op sensatie beluste
luisteraars bereid had, want niemand min
der dan mevrouw Wijckhuyse, de leidster
der Olympische dames en Willy den Ouden
in eigen persoon kwamen voor de micro
foon. Waarom?, wèl, niet om ons iets
nieuws te komen vertellen, maar enkel en
alleen om de A.V.R.O. te kunnen laten zeg
gen: ziezoo, wij hebben gezegevierd, Willy
is wèl gekomen!
Reclame, want hier is het de nobele en
onbaatzuchtige A.V.R.O. om te doen geweest
en niet anders.
„Hoe het precies gegaan is? we hebben
het drama want we noemen het een
drama, deze schandelijke jeugd-exploitaue
gevolgd, we hebben den heer Hollander
gehoord, die het Fransche spreekwoord
„tout savoir e'est tout pardonner" gebruikte
om aan te toonen, dat het slechts door een
reeks misverstanden was geweest, dat Willy
niet kwam, maar met vader naar huis ging.
De heer Den Ouden had absoluut geen
principieele bezwaren, aldus de sportrede-
naar, doch zij waren eenvoudig van com-
mercieelen aard! Aanvankelijk zou de uit
zending plaats gevonden hebben vanuit de
loods der Holland-Amerika-lijn, doch door
de strubbelingen met de „Rotterdam" had
men een café gekozen aan den Coolsingel.
En hier zit hem juist de knoop, want de heer
Den Ouden exploiteert óók een café aan
den Coolsingel en nu mgn zijn concurrent
had uitverkoren, bedankte hij er feestelijk
voor zijn dochter af te staan. We zullen ons
verhaal voortzetten, hoe droevig het, in dit
verband bezien, ook is.
„En mijn verhouding ten opzichte van de
familie Den Ouden heeft onder dit misver
stand absoluut niet geleden, nietwaar Willy",
zoo besloot de spreker, waarop prompt het
stemmetje van Willy kwam „neen mijnheer
Hollander!"
Het woord was nu aan mevrouw Wijck
huyse, die tegenover een redacteur van de
„Voorwaarts" drie dagen geleden nog ver
klaard had nooit voor de A.V.R.O.-microfoon
te zullen verschijnen en die het optreden
van den heer Hollander Zondagavond een
schande noemde en die nu, de vriendelijk
heid zelf, dank bracht aan den heer Vogt
voor de mooie bloemen
Het was geen onverdeeld genoegen naar
mevrouw Wijckhuyse te luisteren, met toon-
looze stem vertelde ze zoo goed en zoo
kwaad als het ging iets over Los Angeles
en in het bijzonder over de prestaties van
Willy en de ziekte van Zus Braun, iets wat
vier dagen geleden al in geuren en kleuren
in de geheele Nederlandsche pers heeft ge
staan. „Dames en heeren, ik meen hiermee
voldaan te hebben aan hetgeen van mij
gevraagd werd," zoo eindigde mevrouw
Wijckhuyse. Zeer juist mevrouw, zouden
wij willen zeggen, maar dat „gevraagd" is
te zwak, daar had een ander werkwoord
gebezigd moeten worden!
Toen kwam het hoogtepunt, het succes
nummer, Willy den Ouden. Met een ge
jaagd, hoog stemmetje zei ze haar lesje op
van een regel of vijf, men kon het zoo
hooren: het kind was opgelucht en blij dat
het er uit was!
Tot slot kregen de luisteraars, waarschijn-
bureau Rijswijksche weg alarmeerde. Deze ver
scheen spoedig met een spuit. Na het verbrijze
len van de ruit bleek dat er vermoedelijk door
kortsluiting brand in deze étalagekast was ont
staan. Er waren evenwel geen vlammen te zien;
met een straal op de waterleiding kon, nadat de
mannequins uit de étalage verwijderd waren
het gevaar voor brand worden bezweerd.
De inmiddels aangerukte spuit van het
bureau Prinsestraat behoefde geen dienst te
doen.
Er was een talrijk publiek op de been, dat
door de politie op een afstand werd gehouden,
zoodat het tramverkeer geen stagnatie onder
vond.
Vrijdagmiddag om half vier heeft op den
Wouwschenweg te Roosendaal nabij de voor
malige melkfabriek „Het Anker" een ernstig
auto-ongeluk plaats gehad. De Commissaris
der Koningin in Zeeland, jhr. Quarles van
Ufford, was met zijn auto, waarin zijn echt
genoote, zijn moeder en zijn zuster gezeten wa
ren, van Middelburg op weg naar Den Haag.
Op den Wouwschen straatweg reed de auto
plotseling in volle vaart tegen de schermen
van het café van den heer van Iersel. De auto
werd geheel vernield. Jhr. Quarles van Ufford
werd aan hoofd en hals gewond, terwijl zijn
echtgenoote een been brak. Zijn moeder be
kwam slechts lichte verwondingen, terwijl de
derde inzittende dame met den schrik vrij
kwam.
Dr. Willemans, die spoedig ter plaatse was,
verleende den slachtoffers, die in het huis van
den heer van Iersel binnengebracht waren, de
eerste hulp en vervoerde met zijn auto jhr.
Quarles van Ufford en zijn echtgenoote naar
het ziekenhuis „Charitas" te Roosendaal. De
beide andere dames werden door Graaf van
Limburg Stirum, officier van justitie te Breda,
die toevallig passeerde, naar het zusterhuis
overgebracht
Met groote ontsteltenis is te Middelburg het
bericht van het ongeluk ontvangen.
De Commissaris der Koningin heeft Vrij
dagmorgen nog de vergadering van Gedepu
teerde Staten gepresideerd en is na de lunch
met zijn auto vertrokken.
De uit Losser afkomstige veertigjarige B. die
te Bergen op Zoom, waar hij zich met de 29-
jarige Anna T. uit Losser bevond, gearresteerd
was en op transport naar Alkmaar is gesteld,
heeft nog een straf uit te zitten voor een on
langs te Enkhuizen gepleegd feit. Hij zal ver
moedelijk reeds morgen naar de strafgevange
nis te Haarlem of elders worden overgebracht.
De afgevaardigden van patroons en bouwvak
arbeidersbonden zijn op de Vrijdag te Haarlem
gehouden conferentie tot overeenstemming ge
komen ten aanzien van het verlagings-percen-
tage.
Wanneer de te houden ledenvergaderingen
een eensluidend advies hebben uitgebracht, zal
de regeering dienen te beslissen, of zij op de
nieuwe arbeidsvoorwaarden hulp aan het bouw
bedrijf zal verleenen.
Naar „St. Janski." bericht, heeft Z. H. Exc
de Bisschop van 's-Hertogenbosch op verzoek
van den Hoogeerw. Pater Provinciaal der
Jezuïeten eervol ontslag verleend aan den
Zeereerw. Pater A. W. van de Kant S.J., als
rector van de rectorale hulpkerk van den H.
Joseph te Nijmegen en heeft benoemd tot
assistent te Nijmegen (H. Canisius) den Wel-
eerw. Pater C. J. Ligthart S.J. en tot rector
van de recoraie hulpkerk van den H. Joseph
te Nijmegen, den Zeereerw. Pater M. C. E.
Schroder S.J. (tot dusver pastoor te Utrecht
H. Aloysius).
De intensieve storing in de weersgesteldheid
aan het einde der vorige week, die vergezeld
ging van buitengewoon overvloedigen regen, ont
wikkelde zich plotseling in den nacht van
Vrijdag op Zaterdag. Dat een storing te ver
wachten was, werd in het vorige bericht aan
gegeven, maar dat zij zoo krachtig zou worden,
was niet te voorzien. Intusschen heeft zij het
weer niet in die mate blijvend verstoord, dat wij
regenrjjk, koel weer gehouden hebben, integen
deel, de laatste dagen kreeg het weer een nog
zomersch karakter. Toch is in West- en Noord
west Europa een algemeene weerstoestand inge
treden, die het weer heel wisselvallig en de
vooruitzichten erg onzeker maakt. Gaandeweg
nemen de depressies, die uit den Atlantischen
Oceaan opkomen, in beteekenis toe en breiden
haar invloed meer en meer over het Vasteland
uit. Deze omstandigheid maakt het weer regen
achtig en bewolkt maar brengt tevens mede, dat
de aangevoerde lucht bij meest Zuidwestelijken
wind nog vrij warm is.
Gedurende de laatste dagen dreigde een koude
Noordwestelijke luchtstroom door te komen,
maar de kans daarop schijnt weer gaandeweg
te verminderen.
De meest waarschijnlijke vooruitzichten voor
het einde der week en voor Zondag zijn: Na
aanvankelijk vrij warm weer op Vrijdag, ge
paard met buien, volgt een tijdelijke afkoeling
met Westelijken of Noordwestelijken wind, die
niet lang aanhoudt, later weer naar het Zuiden
terugloopende winden, zachter, regenachtig
weer. Alleen bij sterke daling van den baro
meter zou weer een nieuwe sterke storing in de
weersgesteldheid te verwachten zijn.
(Nadruk verboden).
De vorige week werd een monster genomen
van brandbare vloeistof uit de pomp te Bun
schoten. De heer Bierhaalder te Baam heeft
dit monster scheikundig onderzocht en kwam
tot de conclusie, dat de substantie 15 pCt. mo
torolie-bevatte en 85 pCt. benzine. Hieruit kan
niet anders geconcludeerd worden dan dat be
doelde substantie met opzet «r, den grond ge
bracht is.
De wijze waarop dit geschied is en hoe de
pomp deze olie en benzine naar boven heeft
kunnen brengen is een vraag, die men tot heden
nog niet weet te beantwoorden.
Naar aanleiding van de geruchten over de
„oliebronnen" te Bunschoten meldt men aan
de „Telegraaf" nog het volgende:
Tijdens den distributietijd hebben velen voor
raden opgeslagen, welke in verband met het
verbod van de overheid, dikwijls zeer zorgvul
dig werden opgeborgen.
Zoo had zekere K. te Spakenburg op de
plaats ongeveer waar nu de „oliebron" is ont
dekt, eenige vaten olie en benzine voor z'n auto
diep begraven. De schat was vergeten, toen de
handel in olie en benzine weer vrij werd. Maar
de vaten zijn blijkbaar niet dicht gebleven en
de inhoud heeft het water daar in den grond
bedorven. Het zal wellicht nog geruimen tijd
duren, voor en aleer er weer zuiver en helder
drinkwater uit de pomp komt. Dat er een groo-
tere hoeveelheid is opgepompt, dan de inhoud
der vaten bedroeg, komt, omdat het water ver
mengd is met de olie en de benzine. Van de
thans opgepompte 80 emmers vol, zijn er mis
schien in totaal 10 of 20 werkelijk olie of ben
zine geweest, de rest was water.
Te Varsseveld is de boerderij „De Coop" van
de weduwe Lieverdink afgebrand.
Zestien varkens en een koe kwamen in de
vlammen om. Een zoon liep brandwonden op.
Verzekering dekt de schade.
lijk als toegift, nog iets te hooren, waar zij
niets mee te maken hadden: de heer Hol
lander noodigde de dames uit met hem mee
te gaan naar Amsterdam om de wielerwed
strijden en de huldiging van Van Egmond
bij te wonen. Mevrouw Wijckhuyse bedankte
correct: een vergadering en veel brieven te
beantwoorden en Willy zei niets, maar
misschien dacht zij aan haar schoolwerk,
dat wachtte
Dit is het relaas van hetgeen voor de
A.V.R.O.-microfoon gebeurde; voor ons ligt
de „Voorwaarts" van Dinsdag J.I., die een
onderhoud bevat dat haar verslaggever
naar aanleiding van het relletje van Zon
dagavond met den heer Den Ouden had.
We knippen er slechts de volgende regels
uit:
„Och, het is vuil water (bedoeld zijn
hiermee de woorden van den heer Hol
lander aan zijn adres. Red.) dat men
maar weg moet laten loopen. Ik denk
er nu eenmaal niet over met mijn doch
ter reclame te laten maken. Iedereen,
die deze zaak nuchter bekijkt, en die
het er niet om te doen is wat aan Willy
te verdienen, of reclame met haar te
maken, zal mij gelijk geven en nu kun
nen de heeren van de A.V.R.O. net zoo
hard schelden en schimpen als ze wil
len, ik haal daar mijn schouders voor
op, maar mijn kind krijgen ze niet."
Ziezoo, hier heeft men nu de schoone
theorie, de minder fraaie practijk heeft men
hierboven kunnen lezen!
„Mijnheer Den Ouden, hoe zit dat nu in
elkaar?" zouden wij willen vragen aan
den man die de afgeloopen dagen door velen
als een verstandig opvoeder werd aange
wezen.
A propos, mijnheer Vogt, hoeveel heeft
dat gevalletje de A. V. R. O.-luisteraars
gekost?"
Alchimistische economie
't Is wonderlijk, zooals de volken, althans
de Regeeringen, bevangen blijven door de
waanvoorstelling, alsof men kan doorgaan
met het verkoopen van goederen aan an
dere landen, ook dan als men weigert zelf
van die anderen te koopen.
Misschien wel het sprekendst voorbeeld
daarvan zijn de jongste Duitsche voorstel
len, schrijft „De Standaard":
Door allerlei kunstmiddelen zal beproefd
worden een kleine 2 millioen werkloozen
weer in het bedrijfsleven aan arbeid te hel
pen.
Wij gelooven, dat dit op de door Von
Papen voorgestelde wijze gelukken kan.
Maarwat dan?
Die 2 millioen werkers in de fabriek bren
gen goederen voort. En die goederen moet
men kwijt, want anders is het middel erger
dan de kwaal.
Wie moet die extra hoeveelheden goede
ren nu koopen? Het binnenland neemt ze
niet op. Dus moeten die voorraden naar het
buitenland. Men geeft ze aan dat buiten
land echter niet cadeau, men wil ze natuur
lijk tegen loonende prijzen verkoopen.
Ook dat is denkbaar, indien Duitschland
de eigen deuren maar opent om goederen
uit het buitenland toe te laten. Maar ziet
nu, juist het tegendeel wordt nu tegelijker
tijd afgekondigd! De beperking van den in
voer in Duitschland zal nog grooter wor
den dan zij reeds was. Zijn we tot nu toe
met geeselen gekastijd, de scofpioenen zijn
nu al in het vooruitzicht gesteld.
En toch handhaaft men het naïeve ge
loof, dat beperking van den invoer gepaard
kan gaan met aanzienlijke vergrooting van
den uitvoer! En toch bouwt men daarop
verwachtingen voor een herstel van den
economischen toestand.
Dit alles is niet bemoedigend voor hen,
die sinds jaar en dag hun best doen de
waarheid in deze dingen bekend te maken.
Er zal blijkbaar nog meer leergeld betaald
moeten worden, alvorens men tot bezinning
komt.
Dat bleek ook alweer uit hetgeen te
Stresa gebeurde.
Daar kwamen de Staten van Zuid-, Oost
en Midden-Europa saam en ook daar zocht
men ijverig naar de quadra tuur van den
cirkel. Argumenten reeds jaren geleden
weerlegd, werden daar opnieuw gehoord.
Dezelfde onvervulbare verlangens onbe
lemmerde export bij belemmerden import
werden er bij vernieuwing als wijsheid
aangeprezen.
Het bedrog in deze economie van alchi-
mistisch wezen viert nog altijd hoogtij. En
zoolang duurt ook de crisis.
Vraag naar mijnheer Jansen aan
een zijner huurlieden of aan een der
leden van zijn kegelclub of aan een
collega van hem, en zij zullen u allen
antwoorden: „Och, die Jansen is een
goede kerel, daar valt niets op te
zeggenmaar
Jansen is wel goed, maarPie-
tensen is ook wel goed, maar
Kareisen is ook wel goed, maar....
Aan alle menschen ontbreekt ten
slotte iets en als men gezegd heeft,
dat Jansen of Pietersen of Kareisen
wel goed is, meent men verder een
paspoort te hebben tot de meest open
hartige mededeelzaamheid over de
gebreken van deze, dan toch maar
goede menschen.
„Een heele goede kerel, maar een
beetje gierig." „Een goede vent, maar
hij kan niet tegen verlies." „Een be
slist goede man, maar verschrikkelijk
chicaneurig." „O, ja, wel goed, maar
zoo driftig, dat je bang wordt hem
iets te zeggen." „Wij gaan er graag
mee om, hij is goed van aard, maar
vreeselijk achterdochtig."
Ziedaar de gewone wendingen van
ons oordeel. Is dat nu nobel? Als we
toch beginnen te zeggen, dat iemand
goed is, waarom houden we het dan
niet vol? Waarom zeggen we niet
„Jansen is een goede kerel, bijvoor
beeld laatsten toonen aan, dat
we niet staan te liegen. Zoo vermij
den we kwaadsprekerij en spreken wij
onszelf bovendien niet tegen.
Gistermiddag had in het Rembrandt-theater
te Utrecht voor een groot aantal genoodigden
de eerste voorstelling plaats van de film „Ken
tering" en „Rome", vervaardigd in opdracht
van het R. K. Werkliedenverbond door de Ka
tholieke filmonderneming de Hinfilm. Zooals
wij bereids hebben medegedeeld, werd het sce
nario tot deze film vervaardigd door den be
kenden katholieken schrijver Albert Kuyle, in
samenwerking met Jan Hin en Close Up. De
montage was in handen van Jan Hin, ter zijde
gestaan door Antoon Hin en Kees Strooband,
welke laatste het geteekende documentaire ge
deelte van de film voor zijn rekening nam.
Deze vertooning is een groot succes gewor
den, zoowel voor de Hinfilm als voor de op
drachtgeefster, het R. K. Werkliedenverbond,
welks voorzitter, de heer De Bruyn, een inlei
dend woord sprak om te wijzen op de nood
zakelijkheid van behartiging der cultureele
belangen van de R. K. werklieden. Spr. weer
op de opvoedkundige waarde van de film in
den tegenwoordigen tijd en bracht hartelijk
dank aan de ontwerpers en vervaardigers van
Kentering", omdat ze deze opvoedkundige
waarde klaarblijkelijk hadden begrepen.
Met de twee vertoonde films,.aldus mogen
we na afloop concludeeren, is een waardige
katholieke film-productie eindelijk ingeluid. Er
is veel over getheoretiseerd; thans zagen ttïjtql'
voor het eerst de resultaten in de practijk. Deze
resultaten zijn alleszins bemoedigend, want in
weerwil van de gebreken, die ieder werk (en
zeker ieder pionierswerk) aankleven, mogen
we vaststellen, dat hier niet alleen met over
tuiging werd vastgehouden aan het katholiek-
sociale beginsel, maar dat tevens een vorm ge
vonden werd, die de Nederlandsche filmkunst
alle eer aandoet. Ja, wij zouden verder mogen
gaan en zeggen, dat de internationale film
langrijken stap vooruit heeft gezet. In waar
langrijke stap vooruit heeft gezet. In waar
heid mag getuigd worden, dat wij gisteren in
Utrecht de eerste films hebben aanschouwd,
die tegelijkertijd katholiek en op internationaal
peil zijn.
Het is zeker een bezwaar te noemen, dat de
Hin-film zich nog niet kan aanpassen bij de
meest moderne techniek van de geluidsfilm,
maar juist het feit, dat deze twee zwijgende
films sterk vermochten te boeien, niet alleen
om hun volgehouden spanning, als ook om de
origineele vondsten, die elkander in beide wer
ken gedurig opvolgen, geeft ons het recht, te
vermoeden, dat een uitbreiding van het Hin-
filmatelier met volledige geluids-installatie
dezen kunstenaars grooter mogelijkheden zal
bieden, dan waarover de katholieke filmpro
ductie tot heden bleek te beschikken. Wij doe
len nu vooral op de artistieke mogelijkheden.
De film „Rome" getuigt»van een fijngevoelig
heid voor schakeeringen, die inderdaad zeld
zaam mag heeten, terwijl het zakelijk stand
punt van den film-operateur werd gehandhaafd
bij een bijna poëtischen bloei van zonnige en
frissche beelden. De suggestieve wijze, waarop
gebruik werd gemaakt van pakkende camera
instellingen, verdient de volle waardeering van
het katholieke publiek, dat op dit gebied niet
met originaliteit werd verwend.
Wat het hoofd-werk „Kentering" betreft,
dienen we allereerst te bewonderen de gave
wijze, waarop de elementen van speelfilm en
documentaire film met elkaar werden verbon
den. Het verhaal ligt niet in de geschiedenis
zelf, maar spreekt direct en overtuigend door
de velden-reeks, die ons wordt voorgehouden.
Het is in alle onderdeelen van dit werk te be
speuren, dat de makers den vasten wil hebben
gehad, de principes van de filmkunst zuiver
consequent door te voeren en niet met goed-
koope effecten te werken.
Er zijn gedeelten in deze film, die zoo pak
kend werden gemonteerd, dat wij ze kunnen
beschouwen als uitstekende voorbeelden van
directe en pure film-taal. Vooral het tweede
gedeelte, dat door een rustige en overzichte
lijke inleiding wordt voorbereid, is een staaltje
van beheerschte geestdrift, welke niet nalaat,
diepen indruk te maken.
Het zou ons te ver voeren, wanneer we alle
schoone details van het schoone geheel wilden
opsommen, zoodat wij zullen volstaan met een
aansporing, om deze eerste superieure katho
lieke filmwerken te gaan zien. Aanmerkingen
zijn er uiteraard te maken, doch er wordt zoo
veel goeds en schoons geboden, dat het ons
juister lijkt, op de kleine gebreken niet in te
gaan.
In de zaal heerschte een enthousiasme, dat
spontaan tot uitdrukking kwam in een leven
dig applaus. Men voelde zich gesterkt in zijn
katholiek bewustzijn.
AD INTERIM.
De 25-jarige iandbouwerszoon T. V., uit
Berghem, die als verdacht van ernstige mis
handeling van den bejaarden Wijnakker te Ha
ren (N.-B.) werd gearresteerd, heeft een vol
ledige bekentenis afgelegd.