Van de Perstribune Goedgeloovigheid „Kentering" en „Rome" ZATERDAG 10 SEPTEMBER Een grootmeesterlicht dame op voor dertigduizend gulden Zij wilde Vrijmetselaar worden Het lidmaatschap waard Redder der Koningin De eed afgelegd ONDER EEN POSTAUTO Aan de gevolgen overleden Over het paard getild HET SMOKKELSCHIP STOOMKETEL GESPRONGEN Angstige momenten in het vooronder De ziekte van Weil Kippendieven aangehouden Aftandsch garnalendrogertje met een rijken inhoud. Eigenaar zeer verbaasd over de vondst Douane legt beslag Speurzin wordt wakker Een verborgen toegang De verbaasde eigenaar BRAND BIJ PEEK CLQPPEN- BURG TE DEN HAAG Spoedig gebluscht Toch als reclame-object? Auto-ongeluk te Wouw Ontsteltenis te Middelburg Het weer op Zondag Waarschijnlijk na kort durende afkoeling zacht, regen achtig weer Ontvoering te Losser UIT HET BOUWBEDRIJF Overeenstemming tusschen de partijen BENOEMINGEN Paters Jesuïeten Vooruitzichten zeer onzeker VERSTOORDE ILLUSIE Geen olie-ader te Bunschoten BOERDERIJ-BRAND i Wel goed... Schitterend debuut van de Hin-film DE AANSLAG TE HAREN Dader bekent Voor de Vierde Kamer der Amsterdamsclie Rechtbank heeft Vrijdag, terzake van 'n belang rijke oplichtersaffaire, terecht gestaan de 54-ia- rige G. R., gewezen concierge van het Muider- slot, thans gedetineerd in het Huis van Be waring. R. werd in de laatste helft van Juli op last van den Officier van Justitie te Amsterdam ge arresteerd, wijl gebleken zou zijn dat hij een be woonster van Soest, mej. C. K., door een reeks van verdichtselen een bedrag van circa f 30.000 afhandig had gemaakt. Mej. K. was, toen zij in den zomer van 1929 een bezoek aan het Muiderslot bracht, in ge sprek geraakt met de echtgenoote van den con cierge, aan wie zij toen vroeg naar de beteekenis van een voorwerp, dat de vrouw om den hals droeg. Deze deelde mede, dat dit voorwerp 'n in signe was van de orde der co-magonnerie, waar over haar man, indien zij dit mocht wenschen méér zou kunnen vertellen. Daar de belangstel ling van de bezoekster gewekt was, informeerde zij verder bij den concierge, die haar mededeel de dat hij grootmeester was van de co-magon nerie, hetgeen in werkelijkheid allerminst het geval was. Wel was R. indertijd in deze bewe ging opgenomen geweest, doch het bestuur had hem te raden gegeven, zich om bepaalde rede nen uit de orde terug te trekken, welken wenk liïj heeft opgevolgd. Mej. K. wist van dit alles echter niets en schreef, thuisgekomen, een brief aan den con cierge, met het verzoek haar als lid van de co- magonnerie te doen inschrijven. Nu was R. waar hij wezen wilde. Hij schreef mej. K. terug dat aan haar verzoek niet zóó maar gevolg kon wor den gegeven; zij moest toonen dat zij een even tueel lidmaatschap waard was door een bepaal de som over te maken. Het gevolg was, dat mej. K.. de eerste maal niet minder dan 2500. zond, zonder dat haar inschrijving als lid der co-magonnerie een feit werd. Nu R. de dame in kwestie zóó ver had gekre gen, werd hij nog driester in z'n optreden. Onder allerlei voorwendsels slaagde hij er in, mej. K. telkens weer tot afgifte van sommen gelds te bewegen. Herhaaldelijk heeft R. mej. 'K in Soest bezocht; bij één van deze bezoeken heeft hij haar ook een brief getoond, welke afkomstig hue tie te zijn van een oude dame, die van plan zou zijn haar geheele vermogen te besteden voor den bouw van een huis voor vegetariërs, ge heelonthouders en anti-militairistenR. be weerde daarbij, dat hij zijn invloed zou kunnen aanwenden voor een benoeming van mej. K. tot directrice van dat gebouw. Tusschen R. en zijn slachtoffer bestond de afspraak, dat hij haar van de vele door haar gestorte bedragen vijf procent rente zou vergoe den. Dit is echter nimmer geschied. Wel heeft mej. K. éénmaal duizend gulden van den con cierge ontvangen en later, toen zij, argwanend geworden, op het Muiderslot verscheen, nog maals 400.—. Daar mej. K. haar administratie persoonlijk bijhield, kon o.m. worden nagegaan, dat zij in Juli 1930 voor een bedrag van 2700.— effecten heeft verkocht en tegelijkertijd van haar tegoed bij de bank 3500.— opgenomen en bovendien 8500.— van haar spaarbankboekje terugge vraagd had. Met dat al ontving de concierge ruim veertienduizend gulden, later nogmaals 2500.en in November 1930 wederom 10.000 uit haar safe bij de bank. In December eerst vielen mej. K. de schellen van de oogen en begreep zij, dat zij was opge licht. Zij dwong R. tot het teekenen van een schuldbekentenis voor het geheele bedrag, dat hij zoogenaamd voor de co-magonnerie ontvan gen had. De rechtskundige adviseurs van mej. K. dien den hierna bij den Officier van Justitie te Am sterdam een aanklacht wegens oplichting in te gen den concierge. Het onderzoek werd in han den gesteld van den burgemeester van Muiden, den heer De Raadt. De concierge, die gehoord werd, ontkende aanvankelijk, doch viel door de mand toen hem de schuldbekentenis getoond werd. Met de rijks- en gemeentepolitie heeft burge meester de Raadt daarna huiszoeking verricht in het Muiderslot en alle bescheiden, betrekking hebbend op deze zaak, in beslag genomen. Voorts werden, in verband met het feit dat R. commandant van de Burgerwacht te Muiden was, alle wapens van de Burgerwacht uit het slot weggehaald. R. dankte zijn benoeming tot concierge van het Muiderslot aan bemiddeling van hooger- hand, hem verleend omdat hij in zijn vorige po sitie van trambestuurder in Den Haag destijds in de Parkstraat aldaar een ernstige botsing had weten te voorkomen tusschen den tramwagen, waarop hij stond en een hofrijtuig, waarin de Koningin gezeten was. Op een vraag van den President, mr. Huy- singa, bekende verdachte de hem ten laste ge legde feiten. Ik heb verbazend veel spijt van hetgeen ik ge daan heb, aldus verd., en ik hoop in de ge legenheid te komen om, na mijn straf te heb ben ondergaan, de dame het bedoelde geld weer terug te geven. Verd. deelde verder mede, dat hij de dame verteld had dat hij de grootmeester van de orde der co-magonnerie was. Dit was wel niet heele- maal juist, maar wel zou er aldus beweerde verd. een nieuwe loge opgericht worden, waarvan hij aan het hoofd zou komen te staan. Van het van mej. K. ontvangen geld heeft hij gedurende een paar jaar zeer ruim met zijn ge zin geleefd. Hierna werd de bedrogen dame uitvoerig ge hoord. Zij maakte allerminst den indruk dom te zijn. Eens per maand, van 1929 af aldus ver klaarde zij kwam verd. in haar woning te Soest om met haar over de beweging der Vrij- Vrijdagmiddag te ongeveer 3 uur heeft op het Spui, nabij de Schedeldoekshaven te 's Gravenhage een ernstig verkeersongeval met doodelijken afloop plaats gehad. Ter plaatse reed een wielrijder, de 38-jarige los-werkman J. A. van R„ wonende aan de Kemperstraat, die vermoedelijk bij het over steken van den rijweg in botsing kwam met een postauto. De man kwam onder den auto terecht en werd in bewusteloozen toestand met een fractuur aan den rechterbovenarm en een schedelbasisbreuk opgenomen. De G. D. ver voerde hem naar het ziekenhuis aan den Zuid- wal, alwaar het slachtoffer ongeveer een uur na aankomst aan de gevolgen is overleden. De politie stelt een onderzoek naar de schuldvraag in. metselarij te praten. Zij stelde daar buitenge woon veel belang in. Verd. had haar verteld dat zij wel lid van de orde zou kunnen worden. De verschillende bedragen had zij geleend, mee- nende, dat zij daardoor de orde steunde. Het geld had volgens haar met het opnemen in de orde niets te maken. Toen verdachte een schuldbekentenis werd voorgelegd van het ver strekte geld, zeide hij: „Dan zal ik teekenen als grootmeester!" Get. heeft geen oogenblik getwij feld aan de mogelijkheid, dat ver. met de co- magonnerie niets te maken had. Want verd. had eens tot haar gezegd: „Ik heb de volmacht U den eed voor de orde af te nemen." En dat is dan ook geschied, aldus get., in mijn woning te Soest. In mijn eigen huis heeft hij me den eed afgenomen. De woorden weet ik niet precies meer, maar die zijn trouwens geheim Verd.: „Ik heb bij getuige alleen den indruk willen wekken, hoe het ging.... Get.: „Ik meende te mogen vertrouwen op 't woord van een vrijmetselaar; ik heb nog on beperkt vertrouwen in de co-magonnerie Het O.M. mr. Van Dulleman, meende dat aan het bewijs in deze zaak, mede door de beken tenis van verdachte, niet te tornen valt. Juridisch is het van weinig belang of hier sprake is van oplichting of van de subsidiair ten laste gelegde verduistering. Spr. kan dit gerust aan het oordeel van de rechtbank over laten. Spr. gelooft dat het feit, dat verd. laren ge leden in Den Haag het rijtuig, waarin de Ko ningin was gezeten, voor een aanrijding be hoedde, hem naar het hoofd is gestegen. Hij werd daarvoor beloond met zijn positie van concierge en met het ridderschap in de Orde van Oranje-Nassau. Verd. genoot de eer, die hem betoond werd en daarnaast vond hij het wel aangenaam, ruim over geld te kunnen be schikken. Door deze impulsen gedreven, is hij tot zijn daden gekomen. Het feit van de op lichting vindt het O.M. zeer ernstig, otschoon er verzachtende omstandigheden zijn. Met al les rekening houdende, eischte de officier één jaar gevangenisstraf, waarvan vier maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van drie jaren voor het voorwaardelijk gedeelte. Gezien toch verd.'s geestesgesteldheid, is het niet on mogelijk dat hij in herhaling van de gepleegde feiten vervalt De verdediger, mr. D. W. O. A. Schut, bracht den persoon van verd. ter sprake, daarbij op merkend dat van een geraffineerd oplichter al lerminst gesproken kan worden. Verd. toch heeft een stuk geteekend met zooveel leugens er in, dat reeds hierdoor elke geraffineerdheid hem vreemd moet zijn. Overigens gelooft pl. dat ook de gedragingen van de bedrogen vrouw er toe heeft bijgedragen, dat verd., die reeds tien mille schuld had, tot zijn daden gekomen is. Pl. kan zich over het algemeen neerleggen bij den eisch van den officier, doch dringt hij er op aan dat de rechtbank, met het oog op verd.'s leeftijd en zijn blanco strafregister, zoo clement mogelijk vonnis zal wijzen. Uitspraak 23 September. Vermoedelijk omdat het niet voldoende was vastgezet, nadat de ketel was schoongemaakt, is Donderdagmorgen aan boord van de te Gou da liggende sleepboot Haarlemmermeer I het mandeksel van den stoomketel, die onder een druk van 8 atmosfeer stond, gesprongen. Het vooronder, waar kapiten P. Versteegh uit Moordrecht lag te slapen, was in korten tijd geheel gevuld met den ontsnappenden stoom. Daardoor kon de kapitein den uitgang niet meer vinden. Hij sloeg het valraam stuk en trachtte zich daarlangs te bevrijden. Hij slaag de slechts gedeeltelijk, want halverwege bleef het lichaam vastzitten. De machinist van de boot slaagde er na veel moeite in den gezag voerder uit diens benarde positie te bevrijden. Toen hij aan dek was geheschen, bleek de kapitein met brand- en snijwonden bedekt, ter wijl zijn kleeren nagenoeg geheel waren ver. nield. De man moest zich in de wijkverpleging laten verbinden. De schade aan boord is betrekkelijk gering. Te Waddinxveen is bij een 18-jarigen leerling van de Middelbare Technische School te Dor drecht, die daar in een der zweminrichtingen had gebaad, de ziekte van Weil geconstateerd. Hij is in het ziekenhuis te Leiden opgenomen Donderdagnacht zijn door de politie te Apel doorn op den Amersfoortschen weg, aldaar, aan gehouden de gebroeders H„ wonende te Apel doorn, die een aantal kippen bij zich hadden waarvan zij de herkomst niet konden opgeven. Omtrent de inbeslagneming van 1000 liter gedistilleerd door douane-ambtenaren van Den Helder deelt het „Handelsblad" nog het volgende mede: Reeds geruimen tijd had het de aandacht getrokken, dat de Noordzee werd bevaren door allerlei kotters, welke met restitutie van den accijns groote voorraden gedistilleerd naar het buitenland uitvoerden. Bedacht op de moge lijkheid, dat men een poging zou wagen om langs de vrijwel over de geheele lengte een zame Noordzeekust tusschen IJmuiden en Den Helder een gedeelte van de lading in visch- schepen over te laden en heimelijk weer in te voeren, hetgeen vooral langs Den Helder door het breede en ook bij nacht goed bevaarbare Marsdiep zoo prachtig kan geschieden, werd reeds heel wat dienst in deze richting geklopt, welke thans met succes bekroond is geworden. Het is ons niet mogen gelukken er achter te komen, welke directe aanleiding er bestond om Donderdag onverwachts op te treden in de buitenhaven. Wij zagen, dat in de vroegte van het rustig aan den wal liggend douane vaartuig „Zeemeeuw" de motorvlet werd ge streken en de bemanning onder aanvoering van den inspecteur P. H. Pesman zich snel begaf naar een geheel achter in de haven lig gend schip, dat gebruikt is als een garnalen- droger der N.V. „Chemica". Alleen bij hoog water is het mogelijk aan boord te komen, daar het schip bij laag water droog ligt. Voor smokkelaars dus een prachtige gelegenheid voor berging van hun smokkelwaar. Aan boord van dit schip werd niemand aangetroffen. Een deel der bemanning voer daarop terug naar den wal om den eigenaar van het vaartuig op te halen. Daarna begon de inspectietocht. In alle duistere hoeken werd het licht van electrische zaklantaarns geworpen, doch aan vankelijk ontdekte men geen contrabande, tot men bij het openen van een deksel van een molgat in de diepte bussen zal in den ketting- bak. De toegang daartoe bleek echter niet mogelijk. Er was geen deur en geen opening, waardoor men den kettingbak kon bereiken. Tot men na lang zoeken een luik ontdekte, dat voor het oog zoo goed als onzichtbaar was en in het tusschendek van het schip sloot. Bij het openen daarvan kon men zich in de ruimte begeven, waar een vijftigtal twintiglitersbus- sen waren opgeslagen. Controle van den inhoud bracht aan het licht, dat hier een duizend liter gedistilleerd van 98 pCt. was binnenge smokkeld, waarop bij normalen invoer onge veer 4000 accijnsrecht had moeten worden betaald. De eigenaar van het bedrijf bleek ten hoog ste verbaasd over de vondst en ontkende ten stelligste te we ten, dat er smokkelwaar bij hem aan boord was. Het is niet geheel buiten gesloten, dat het gedistilleerd aan boord is ge bracht zonder medeweten van de directie van het vaartuig. Het schip ligt n.l. op een afge legen plek en op de plaats, waar het gedistil leerd is gevonden, komt niemand, daar het kettingruim niet meer in gebruik is. Het is dus niet onmogelijk, dat derden dit schip heb ben gebruikt als opslagplaats van hun smok kelwaar. Men kan ook 's nachts ongestoord aan boord komen. Deze mogelijkheid lijkt wel wat onwaarschijnlijk. Op het vaartuig en den inventaris heeft de douane beslag gelegd. Gisteravond, omstreeks half elf, bemerkten voorbijgangers in een van de étalages van het gebouw van Peek Cloppenburg aan de Groote Marktstraat te 's Gravenhage een dichte rook wolk, die door de neergelaten gordijnen zicht baar was. Zij waarschuwden een surveilleerend agent, die onmiddellijk de brandweer aan het 'n Paar dagen geleden kreeg de heer Den Ouden, de vader van zwemster Willy, in ons blad een pluimpje, omdat hij zijn doch ter niet als reclame-object wilde laten gebruiken en niet was ingegaan op aanbie dingen van de A.V.R.O. om zijn kind voor de mikrophoon te laten optreden. Wat is er nu echter gebeurd? We hebben ons pluimpje waarschijnlijk te voorbarig uitgedeeld! Donderdagavond toch zoo lezen wij in de „Volkskrant" heeft de A.V.R.O. revanche gehaald voor het figuur dat zij Zondag geslagen heeft, zij heeft zich op haar manier gerehabiliteerd voor de teleur stelling die zij haar op sensatie beluste luisteraars bereid had, want niemand min der dan mevrouw Wijckhuyse, de leidster der Olympische dames en Willy den Ouden in eigen persoon kwamen voor de micro foon. Waarom?, wèl, niet om ons iets nieuws te komen vertellen, maar enkel en alleen om de A.V.R.O. te kunnen laten zeg gen: ziezoo, wij hebben gezegevierd, Willy is wèl gekomen! Reclame, want hier is het de nobele en onbaatzuchtige A.V.R.O. om te doen geweest en niet anders. „Hoe het precies gegaan is? we hebben het drama want we noemen het een drama, deze schandelijke jeugd-exploitaue gevolgd, we hebben den heer Hollander gehoord, die het Fransche spreekwoord „tout savoir e'est tout pardonner" gebruikte om aan te toonen, dat het slechts door een reeks misverstanden was geweest, dat Willy niet kwam, maar met vader naar huis ging. De heer Den Ouden had absoluut geen principieele bezwaren, aldus de sportrede- naar, doch zij waren eenvoudig van com- mercieelen aard! Aanvankelijk zou de uit zending plaats gevonden hebben vanuit de loods der Holland-Amerika-lijn, doch door de strubbelingen met de „Rotterdam" had men een café gekozen aan den Coolsingel. En hier zit hem juist de knoop, want de heer Den Ouden exploiteert óók een café aan den Coolsingel en nu mgn zijn concurrent had uitverkoren, bedankte hij er feestelijk voor zijn dochter af te staan. We zullen ons verhaal voortzetten, hoe droevig het, in dit verband bezien, ook is. „En mijn verhouding ten opzichte van de familie Den Ouden heeft onder dit misver stand absoluut niet geleden, nietwaar Willy", zoo besloot de spreker, waarop prompt het stemmetje van Willy kwam „neen mijnheer Hollander!" Het woord was nu aan mevrouw Wijck huyse, die tegenover een redacteur van de „Voorwaarts" drie dagen geleden nog ver klaard had nooit voor de A.V.R.O.-microfoon te zullen verschijnen en die het optreden van den heer Hollander Zondagavond een schande noemde en die nu, de vriendelijk heid zelf, dank bracht aan den heer Vogt voor de mooie bloemen Het was geen onverdeeld genoegen naar mevrouw Wijckhuyse te luisteren, met toon- looze stem vertelde ze zoo goed en zoo kwaad als het ging iets over Los Angeles en in het bijzonder over de prestaties van Willy en de ziekte van Zus Braun, iets wat vier dagen geleden al in geuren en kleuren in de geheele Nederlandsche pers heeft ge staan. „Dames en heeren, ik meen hiermee voldaan te hebben aan hetgeen van mij gevraagd werd," zoo eindigde mevrouw Wijckhuyse. Zeer juist mevrouw, zouden wij willen zeggen, maar dat „gevraagd" is te zwak, daar had een ander werkwoord gebezigd moeten worden! Toen kwam het hoogtepunt, het succes nummer, Willy den Ouden. Met een ge jaagd, hoog stemmetje zei ze haar lesje op van een regel of vijf, men kon het zoo hooren: het kind was opgelucht en blij dat het er uit was! Tot slot kregen de luisteraars, waarschijn- bureau Rijswijksche weg alarmeerde. Deze ver scheen spoedig met een spuit. Na het verbrijze len van de ruit bleek dat er vermoedelijk door kortsluiting brand in deze étalagekast was ont staan. Er waren evenwel geen vlammen te zien; met een straal op de waterleiding kon, nadat de mannequins uit de étalage verwijderd waren het gevaar voor brand worden bezweerd. De inmiddels aangerukte spuit van het bureau Prinsestraat behoefde geen dienst te doen. Er was een talrijk publiek op de been, dat door de politie op een afstand werd gehouden, zoodat het tramverkeer geen stagnatie onder vond. Vrijdagmiddag om half vier heeft op den Wouwschenweg te Roosendaal nabij de voor malige melkfabriek „Het Anker" een ernstig auto-ongeluk plaats gehad. De Commissaris der Koningin in Zeeland, jhr. Quarles van Ufford, was met zijn auto, waarin zijn echt genoote, zijn moeder en zijn zuster gezeten wa ren, van Middelburg op weg naar Den Haag. Op den Wouwschen straatweg reed de auto plotseling in volle vaart tegen de schermen van het café van den heer van Iersel. De auto werd geheel vernield. Jhr. Quarles van Ufford werd aan hoofd en hals gewond, terwijl zijn echtgenoote een been brak. Zijn moeder be kwam slechts lichte verwondingen, terwijl de derde inzittende dame met den schrik vrij kwam. Dr. Willemans, die spoedig ter plaatse was, verleende den slachtoffers, die in het huis van den heer van Iersel binnengebracht waren, de eerste hulp en vervoerde met zijn auto jhr. Quarles van Ufford en zijn echtgenoote naar het ziekenhuis „Charitas" te Roosendaal. De beide andere dames werden door Graaf van Limburg Stirum, officier van justitie te Breda, die toevallig passeerde, naar het zusterhuis overgebracht Met groote ontsteltenis is te Middelburg het bericht van het ongeluk ontvangen. De Commissaris der Koningin heeft Vrij dagmorgen nog de vergadering van Gedepu teerde Staten gepresideerd en is na de lunch met zijn auto vertrokken. De uit Losser afkomstige veertigjarige B. die te Bergen op Zoom, waar hij zich met de 29- jarige Anna T. uit Losser bevond, gearresteerd was en op transport naar Alkmaar is gesteld, heeft nog een straf uit te zitten voor een on langs te Enkhuizen gepleegd feit. Hij zal ver moedelijk reeds morgen naar de strafgevange nis te Haarlem of elders worden overgebracht. De afgevaardigden van patroons en bouwvak arbeidersbonden zijn op de Vrijdag te Haarlem gehouden conferentie tot overeenstemming ge komen ten aanzien van het verlagings-percen- tage. Wanneer de te houden ledenvergaderingen een eensluidend advies hebben uitgebracht, zal de regeering dienen te beslissen, of zij op de nieuwe arbeidsvoorwaarden hulp aan het bouw bedrijf zal verleenen. Naar „St. Janski." bericht, heeft Z. H. Exc de Bisschop van 's-Hertogenbosch op verzoek van den Hoogeerw. Pater Provinciaal der Jezuïeten eervol ontslag verleend aan den Zeereerw. Pater A. W. van de Kant S.J., als rector van de rectorale hulpkerk van den H. Joseph te Nijmegen en heeft benoemd tot assistent te Nijmegen (H. Canisius) den Wel- eerw. Pater C. J. Ligthart S.J. en tot rector van de recoraie hulpkerk van den H. Joseph te Nijmegen, den Zeereerw. Pater M. C. E. Schroder S.J. (tot dusver pastoor te Utrecht H. Aloysius). De intensieve storing in de weersgesteldheid aan het einde der vorige week, die vergezeld ging van buitengewoon overvloedigen regen, ont wikkelde zich plotseling in den nacht van Vrijdag op Zaterdag. Dat een storing te ver wachten was, werd in het vorige bericht aan gegeven, maar dat zij zoo krachtig zou worden, was niet te voorzien. Intusschen heeft zij het weer niet in die mate blijvend verstoord, dat wij regenrjjk, koel weer gehouden hebben, integen deel, de laatste dagen kreeg het weer een nog zomersch karakter. Toch is in West- en Noord west Europa een algemeene weerstoestand inge treden, die het weer heel wisselvallig en de vooruitzichten erg onzeker maakt. Gaandeweg nemen de depressies, die uit den Atlantischen Oceaan opkomen, in beteekenis toe en breiden haar invloed meer en meer over het Vasteland uit. Deze omstandigheid maakt het weer regen achtig en bewolkt maar brengt tevens mede, dat de aangevoerde lucht bij meest Zuidwestelijken wind nog vrij warm is. Gedurende de laatste dagen dreigde een koude Noordwestelijke luchtstroom door te komen, maar de kans daarop schijnt weer gaandeweg te verminderen. De meest waarschijnlijke vooruitzichten voor het einde der week en voor Zondag zijn: Na aanvankelijk vrij warm weer op Vrijdag, ge paard met buien, volgt een tijdelijke afkoeling met Westelijken of Noordwestelijken wind, die niet lang aanhoudt, later weer naar het Zuiden terugloopende winden, zachter, regenachtig weer. Alleen bij sterke daling van den baro meter zou weer een nieuwe sterke storing in de weersgesteldheid te verwachten zijn. (Nadruk verboden). De vorige week werd een monster genomen van brandbare vloeistof uit de pomp te Bun schoten. De heer Bierhaalder te Baam heeft dit monster scheikundig onderzocht en kwam tot de conclusie, dat de substantie 15 pCt. mo torolie-bevatte en 85 pCt. benzine. Hieruit kan niet anders geconcludeerd worden dan dat be doelde substantie met opzet «r, den grond ge bracht is. De wijze waarop dit geschied is en hoe de pomp deze olie en benzine naar boven heeft kunnen brengen is een vraag, die men tot heden nog niet weet te beantwoorden. Naar aanleiding van de geruchten over de „oliebronnen" te Bunschoten meldt men aan de „Telegraaf" nog het volgende: Tijdens den distributietijd hebben velen voor raden opgeslagen, welke in verband met het verbod van de overheid, dikwijls zeer zorgvul dig werden opgeborgen. Zoo had zekere K. te Spakenburg op de plaats ongeveer waar nu de „oliebron" is ont dekt, eenige vaten olie en benzine voor z'n auto diep begraven. De schat was vergeten, toen de handel in olie en benzine weer vrij werd. Maar de vaten zijn blijkbaar niet dicht gebleven en de inhoud heeft het water daar in den grond bedorven. Het zal wellicht nog geruimen tijd duren, voor en aleer er weer zuiver en helder drinkwater uit de pomp komt. Dat er een groo- tere hoeveelheid is opgepompt, dan de inhoud der vaten bedroeg, komt, omdat het water ver mengd is met de olie en de benzine. Van de thans opgepompte 80 emmers vol, zijn er mis schien in totaal 10 of 20 werkelijk olie of ben zine geweest, de rest was water. Te Varsseveld is de boerderij „De Coop" van de weduwe Lieverdink afgebrand. Zestien varkens en een koe kwamen in de vlammen om. Een zoon liep brandwonden op. Verzekering dekt de schade. lijk als toegift, nog iets te hooren, waar zij niets mee te maken hadden: de heer Hol lander noodigde de dames uit met hem mee te gaan naar Amsterdam om de wielerwed strijden en de huldiging van Van Egmond bij te wonen. Mevrouw Wijckhuyse bedankte correct: een vergadering en veel brieven te beantwoorden en Willy zei niets, maar misschien dacht zij aan haar schoolwerk, dat wachtte Dit is het relaas van hetgeen voor de A.V.R.O.-microfoon gebeurde; voor ons ligt de „Voorwaarts" van Dinsdag J.I., die een onderhoud bevat dat haar verslaggever naar aanleiding van het relletje van Zon dagavond met den heer Den Ouden had. We knippen er slechts de volgende regels uit: „Och, het is vuil water (bedoeld zijn hiermee de woorden van den heer Hol lander aan zijn adres. Red.) dat men maar weg moet laten loopen. Ik denk er nu eenmaal niet over met mijn doch ter reclame te laten maken. Iedereen, die deze zaak nuchter bekijkt, en die het er niet om te doen is wat aan Willy te verdienen, of reclame met haar te maken, zal mij gelijk geven en nu kun nen de heeren van de A.V.R.O. net zoo hard schelden en schimpen als ze wil len, ik haal daar mijn schouders voor op, maar mijn kind krijgen ze niet." Ziezoo, hier heeft men nu de schoone theorie, de minder fraaie practijk heeft men hierboven kunnen lezen! „Mijnheer Den Ouden, hoe zit dat nu in elkaar?" zouden wij willen vragen aan den man die de afgeloopen dagen door velen als een verstandig opvoeder werd aange wezen. A propos, mijnheer Vogt, hoeveel heeft dat gevalletje de A. V. R. O.-luisteraars gekost?" Alchimistische economie 't Is wonderlijk, zooals de volken, althans de Regeeringen, bevangen blijven door de waanvoorstelling, alsof men kan doorgaan met het verkoopen van goederen aan an dere landen, ook dan als men weigert zelf van die anderen te koopen. Misschien wel het sprekendst voorbeeld daarvan zijn de jongste Duitsche voorstel len, schrijft „De Standaard": Door allerlei kunstmiddelen zal beproefd worden een kleine 2 millioen werkloozen weer in het bedrijfsleven aan arbeid te hel pen. Wij gelooven, dat dit op de door Von Papen voorgestelde wijze gelukken kan. Maarwat dan? Die 2 millioen werkers in de fabriek bren gen goederen voort. En die goederen moet men kwijt, want anders is het middel erger dan de kwaal. Wie moet die extra hoeveelheden goede ren nu koopen? Het binnenland neemt ze niet op. Dus moeten die voorraden naar het buitenland. Men geeft ze aan dat buiten land echter niet cadeau, men wil ze natuur lijk tegen loonende prijzen verkoopen. Ook dat is denkbaar, indien Duitschland de eigen deuren maar opent om goederen uit het buitenland toe te laten. Maar ziet nu, juist het tegendeel wordt nu tegelijker tijd afgekondigd! De beperking van den in voer in Duitschland zal nog grooter wor den dan zij reeds was. Zijn we tot nu toe met geeselen gekastijd, de scofpioenen zijn nu al in het vooruitzicht gesteld. En toch handhaaft men het naïeve ge loof, dat beperking van den invoer gepaard kan gaan met aanzienlijke vergrooting van den uitvoer! En toch bouwt men daarop verwachtingen voor een herstel van den economischen toestand. Dit alles is niet bemoedigend voor hen, die sinds jaar en dag hun best doen de waarheid in deze dingen bekend te maken. Er zal blijkbaar nog meer leergeld betaald moeten worden, alvorens men tot bezinning komt. Dat bleek ook alweer uit hetgeen te Stresa gebeurde. Daar kwamen de Staten van Zuid-, Oost en Midden-Europa saam en ook daar zocht men ijverig naar de quadra tuur van den cirkel. Argumenten reeds jaren geleden weerlegd, werden daar opnieuw gehoord. Dezelfde onvervulbare verlangens onbe lemmerde export bij belemmerden import werden er bij vernieuwing als wijsheid aangeprezen. Het bedrog in deze economie van alchi- mistisch wezen viert nog altijd hoogtij. En zoolang duurt ook de crisis. Vraag naar mijnheer Jansen aan een zijner huurlieden of aan een der leden van zijn kegelclub of aan een collega van hem, en zij zullen u allen antwoorden: „Och, die Jansen is een goede kerel, daar valt niets op te zeggenmaar Jansen is wel goed, maarPie- tensen is ook wel goed, maar Kareisen is ook wel goed, maar.... Aan alle menschen ontbreekt ten slotte iets en als men gezegd heeft, dat Jansen of Pietersen of Kareisen wel goed is, meent men verder een paspoort te hebben tot de meest open hartige mededeelzaamheid over de gebreken van deze, dan toch maar goede menschen. „Een heele goede kerel, maar een beetje gierig." „Een goede vent, maar hij kan niet tegen verlies." „Een be slist goede man, maar verschrikkelijk chicaneurig." „O, ja, wel goed, maar zoo driftig, dat je bang wordt hem iets te zeggen." „Wij gaan er graag mee om, hij is goed van aard, maar vreeselijk achterdochtig." Ziedaar de gewone wendingen van ons oordeel. Is dat nu nobel? Als we toch beginnen te zeggen, dat iemand goed is, waarom houden we het dan niet vol? Waarom zeggen we niet „Jansen is een goede kerel, bijvoor beeld laatsten toonen aan, dat we niet staan te liegen. Zoo vermij den we kwaadsprekerij en spreken wij onszelf bovendien niet tegen. Gistermiddag had in het Rembrandt-theater te Utrecht voor een groot aantal genoodigden de eerste voorstelling plaats van de film „Ken tering" en „Rome", vervaardigd in opdracht van het R. K. Werkliedenverbond door de Ka tholieke filmonderneming de Hinfilm. Zooals wij bereids hebben medegedeeld, werd het sce nario tot deze film vervaardigd door den be kenden katholieken schrijver Albert Kuyle, in samenwerking met Jan Hin en Close Up. De montage was in handen van Jan Hin, ter zijde gestaan door Antoon Hin en Kees Strooband, welke laatste het geteekende documentaire ge deelte van de film voor zijn rekening nam. Deze vertooning is een groot succes gewor den, zoowel voor de Hinfilm als voor de op drachtgeefster, het R. K. Werkliedenverbond, welks voorzitter, de heer De Bruyn, een inlei dend woord sprak om te wijzen op de nood zakelijkheid van behartiging der cultureele belangen van de R. K. werklieden. Spr. weer op de opvoedkundige waarde van de film in den tegenwoordigen tijd en bracht hartelijk dank aan de ontwerpers en vervaardigers van Kentering", omdat ze deze opvoedkundige waarde klaarblijkelijk hadden begrepen. Met de twee vertoonde films,.aldus mogen we na afloop concludeeren, is een waardige katholieke film-productie eindelijk ingeluid. Er is veel over getheoretiseerd; thans zagen ttïjtql' voor het eerst de resultaten in de practijk. Deze resultaten zijn alleszins bemoedigend, want in weerwil van de gebreken, die ieder werk (en zeker ieder pionierswerk) aankleven, mogen we vaststellen, dat hier niet alleen met over tuiging werd vastgehouden aan het katholiek- sociale beginsel, maar dat tevens een vorm ge vonden werd, die de Nederlandsche filmkunst alle eer aandoet. Ja, wij zouden verder mogen gaan en zeggen, dat de internationale film langrijken stap vooruit heeft gezet. In waar langrijke stap vooruit heeft gezet. In waar heid mag getuigd worden, dat wij gisteren in Utrecht de eerste films hebben aanschouwd, die tegelijkertijd katholiek en op internationaal peil zijn. Het is zeker een bezwaar te noemen, dat de Hin-film zich nog niet kan aanpassen bij de meest moderne techniek van de geluidsfilm, maar juist het feit, dat deze twee zwijgende films sterk vermochten te boeien, niet alleen om hun volgehouden spanning, als ook om de origineele vondsten, die elkander in beide wer ken gedurig opvolgen, geeft ons het recht, te vermoeden, dat een uitbreiding van het Hin- filmatelier met volledige geluids-installatie dezen kunstenaars grooter mogelijkheden zal bieden, dan waarover de katholieke filmpro ductie tot heden bleek te beschikken. Wij doe len nu vooral op de artistieke mogelijkheden. De film „Rome" getuigt»van een fijngevoelig heid voor schakeeringen, die inderdaad zeld zaam mag heeten, terwijl het zakelijk stand punt van den film-operateur werd gehandhaafd bij een bijna poëtischen bloei van zonnige en frissche beelden. De suggestieve wijze, waarop gebruik werd gemaakt van pakkende camera instellingen, verdient de volle waardeering van het katholieke publiek, dat op dit gebied niet met originaliteit werd verwend. Wat het hoofd-werk „Kentering" betreft, dienen we allereerst te bewonderen de gave wijze, waarop de elementen van speelfilm en documentaire film met elkaar werden verbon den. Het verhaal ligt niet in de geschiedenis zelf, maar spreekt direct en overtuigend door de velden-reeks, die ons wordt voorgehouden. Het is in alle onderdeelen van dit werk te be speuren, dat de makers den vasten wil hebben gehad, de principes van de filmkunst zuiver consequent door te voeren en niet met goed- koope effecten te werken. Er zijn gedeelten in deze film, die zoo pak kend werden gemonteerd, dat wij ze kunnen beschouwen als uitstekende voorbeelden van directe en pure film-taal. Vooral het tweede gedeelte, dat door een rustige en overzichte lijke inleiding wordt voorbereid, is een staaltje van beheerschte geestdrift, welke niet nalaat, diepen indruk te maken. Het zou ons te ver voeren, wanneer we alle schoone details van het schoone geheel wilden opsommen, zoodat wij zullen volstaan met een aansporing, om deze eerste superieure katho lieke filmwerken te gaan zien. Aanmerkingen zijn er uiteraard te maken, doch er wordt zoo veel goeds en schoons geboden, dat het ons juister lijkt, op de kleine gebreken niet in te gaan. In de zaal heerschte een enthousiasme, dat spontaan tot uitdrukking kwam in een leven dig applaus. Men voelde zich gesterkt in zijn katholiek bewustzijn. AD INTERIM. De 25-jarige iandbouwerszoon T. V., uit Berghem, die als verdacht van ernstige mis handeling van den bejaarden Wijnakker te Ha ren (N.-B.) werd gearresteerd, heeft een vol ledige bekentenis afgelegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 10