1882 GOUDEN JUBILE 1932 Hulp in de zielzorg itiltfSll Awspieato en Frankrijk MIJLPAAL VOOR DE DERDE "ÏFRANCISCUS TOONDE DE DAAD te Het woord van Leo XIII Naasten I iefde Sociale Actie Jeugdactie God zond Franciscus om de kwalen van zijn tijd te genezen door de Derde Orde Theoretisch en practisch moet de Derde Orde een groote kracht zijn, een hulpe in de zielzorg, en dus van de zielzorg wordt gevraagd een meer dan gewone zorg voor de Derde Orde. Theoretisch. Wat heeft Franciscus met Zijn Derde Orde bedoeld? De zieke maat schappij te hervormen tot een gezonde, d.i. en kan alléén zijn een waarachtig Christe lijke, dus een evangelische eene, die zich op het standpunt stelt: Vivo ego, jam non ego, vivit vero in me Christus. Ik leef, maar niet ik, maar Christus leeft in mij. De individuen vormen de maatschappij, zóó de eenling, zóó het getal. En dus aller eerst sel/-heiliging, Christus in de ziel, in het verstand, in den wil van het individu; conform dus aan het Evangelie. Daarom gaf Franciscus een regel voor het leven in Christus, berustend op Evangelie en de ge boden, die geen Christen te zwaar kunnen lijken. Geen homoeopatische genezing der maatschappij, zooals socialisten en commu nisten enz. willen de kwalen van den tijd, geboren uit ongeloof en zedenbederf, te wil len genezen met atheïsme en Sodoma's manieren. Franciscus genas met contraire geneesmiddelen. Hij stelde voor individuen en dus voor de maatschappij als recept: tegen haat liefde, tegen twisten vrede, tegen moord, geen wapenen dragen, tegen weelde- eenvoud, tegen zinnelijkheid soberheid, tegen Godverzakingintense godsdienstzin. De maatschappij èn individu zijn recidi ve. We behoeven dat nu niet verder te betoogen. We staan dus niet verwonderd als we Leo XIII in zijn Auspicato onomwonden hooren beweren: „Ik verwacht de weder geboorte der maatschappij van de werk zaamheid der Derde Orde." Wij verwachten hulp in de tegenwoordige misstanden van de stichtingen van den H. Franciscus. Wanneer deze bloeien zullen, moeten ook geloof, vroomheid en het Chris telijke detfgden-leven roemrijk opbloeien. Vegèenigd door den band der broederlijke liefde, zullen de menschen elkander bemin nen en aan de armen en ongelukkigen, die het evenbeeld van Christus zijn, eerbied betuigen. En nu moeten we niet spreken als zij, die beweren: maar dat moet ieder Christen doen en dat kunnen we ook bereiken door allerlei andere godsdienstige vereenigingen. Ik zou dit willen en ook durven beweren: als het hoogste gezag, belichaamd in den grooten Ziener van deze verwarde tijden, spreekt en zegt: „God zond Franciscus om de kwalen van zijn tijd te genezen door de Derde Orde. Deze achten wij „hoven alle andere" het geschiktste middel om de wereld terug te roepen tot de ware en degelijke navolging van het Evangelie", dan kunnen we ons daar veilig bij neerleggen, en hoe veel goeds ook andere vereenigingen stich ten, blijft altijd nog met Pauselijk Gezag gestaafd, staan: „het hoven alle andere" en „het geschiktste". Ja, ik durf beweren, dat, wie den Franeis- caanschen levensvorm in al zijn conclusies aanvaardt, zich altijd inniger met God wil Vereenigen en daardoor ook alle andere godsdienstige vereenigingen meer bloeien in quantiteit en qualiteit. Waarom het noodig is zich aan te slui ten? Omdat men zich vrijwillig verbindt door gelofte, die eiken dag opnieuw op wekt om meer plichtsgetrouw te zijn, en meer te handelen uit liefde, dan om wille van een gebod, meer blijdschap te ervaren van de blijde Boodschap des Evangelies. De doorsnee-katholiek is een middelmatig mensch. Hij doet zijn plichten, maar ze zijn hem een last en liever zou hij 's Zondags geen Mis hooren, dan wel, maar het „gebod" weet u! Zoo'n doorsnee-mensch staat bij het sterf bed zijner moeder, en moeder, wetend welk gevaar er dreigt, laat hem beloven, om toch goed katholiek te zullen leven. Hij belooft het, en zij heeft hem den levensregel nog eens voorgezegd. Voelt ge het verschil tusschen een door snee-katholiek en één die voor het sterf bed van Jesus' Kruis, dat hij ter bezegeling kuste bij zijn professie zijn Franciscaan- sche belofte deed? Begrijpt ge nu den zucht van Leo XIII? Reeds vroeger hebben wij den Franciscaanschen Orden onze bij zondere voorzorg gewijd. Nu echter, door Gods barmhartigheid tot het opperste Her dersambt geroepen, vermanen wij alle christenen in dit heilig veroveringsleger van Jesus Christus (de Derde Orde) in te treden," en dat Hij aan de Bisschoppen schrijft: „Werkt, Eerw. Broeders, opdat de Derde Orde aan het volk bekend worde, en door het volk inderdaad hooggeacht worde. Treft middelen, opdat de zielzorgers vlijtig de hun toevertrouwden over zijn wezen voorlichten, daarop wijzen, hoe licht de intrede voor ieder is, hoeveel voordeelen tot heil der zielen daarmede verbonden is, hoe veel zegen de Derde Orde brengt over het private èn publieke leven. Geve God, dat de christelijke volken even ijverig en talrijk de Derde Orde weder toestroomen gelijk zij vroeger in vromen wedstrijd tot den Heilige zelf toe-ijlden." In dien geest spreekt Mgr. Charost op den Tertiarissendag te Rijssel, 13 Oct. 1913: „Sociale werken,men heeft er in de laatste tijden vele opgericht en dat is ook aanbevelenswaardig, ja noodzakelijk. Maar wanneer wij willen, dat al onze werken vrucht voorbrengen, (dan) moet men ze een ziel, een leven geven, dan moet men ze de kiem instorten van een ernstig-volmaakt christendom. Die ziel, dat leven, die kiem onzer werken, we zullen ze vinden in de Derde Orde. Het is de H. Kerk, Die het ons gezegd heeft, en herhaald heeft door den mond van den grooten Paus Leo XIII en Pius X. Waarom dan niet toestemmen, wan neer zulk Gezag spreekt. Ja, ik aarzel niet het voor mijn Priesters en Geloovigen te herhalen: Wordt Derde Ordeling! Ver breidt de Derde Orde! Het is mijn wensch, dat al onze parochiën hare vereeniging der Derde Orde bezitten. Zij zal alle werken doen bloeien, Zij zal die vruchten voort brengen, welke wij er van verwachten." De Derde Orde moet dus zeer belangrijk zijn voor de zielzorg. Conclusie: de zielzorger heeft dus groote interesse bij de Derde Orde. Hoe en waarin zal nu praktisch de zie - zorg er bij gebaat zijn. Eigenlijk gezegd in alles. Alles wat praktisch de wer ken der zielzorg zijn zal, als het doortrokken is van den Franciscaanschen geest bezield worden, leven en vrucht afwerpen. Praktisch zal zulk een leger in een pa rochie als eertijds Vader zelf rondtrekken als predikende door hun leven zelf, en de invloed kan niet uitblijven, om reeds daardoor anderen voordeelig te zijn, versprei dend den goeden Christus- geur. Aan alle sociale, charita tieve en godsdienstige ver- eengigingen zal de ware Franciscus-geest ten goede komen in de praktische uit voering, daarvan, en dus moesten sociale werkers, le den van godsdienstige ver eenigingen volbloed ter tiaris zijn! Zooals Mgr. Vil- iard sprak op het congres te Paray Le Monial: „Le Tiers-Ordre de St. Francois doit être l'ame Chrétienne, de tous nos oeuvres"" en we noemen als voorbeeld eeni- ge: Vincentianen, kerk en armbesturen, leeken- apostelen-propagandisten, leden van verschillende bon den, als Volksbond, Josephs- Gezellen, vrouwenbonden, de leden der verschillende con gregaties, enz., enz. De Derde Orde is een levensvorm, die dus den heelen mensch omvat, en dus ook alles zal inspireeren, wat die mensch doen zal. Maakt de parochies Franciscaansch, dan zullen de Bisdommen het zijn, dan zal de Katholieke Wereld het zijn, en dan eerst het Pauselijk woord in vervulling gaan en de halve Christenen verdwijnen, en met hen het halve katholieke werken. Mag de Derde Orde dan ook in eigen boezem niet praktisch werken? 't Spreekt vanzelf, de gloeiende Francis- cusgeest zal zich volgens 's Pausen wensch ontplooien in allerlei praktische liefdewer ken voor God, voor elkander en voor ande ren. Ik noem b.v. het toetreden tot een Eucharistischen Bond, de gezamenlijke aanbidding bij een 40-uren-gebed en aan biddingsdag, het gezamenlijk bezorgen bij het H. Sacrament, op de dagen der maandelijksche en j aarlij ksche aanbidding van een passend bloemstuk, het inrichten Den 17den September zal het vijftig jaar geleden zijn, dat de groote Paus Leo XIII z.g. de wereld zijn boodschap over de Orde van St. Franciscus gaf. van een bijzonderen Derde Orde-naaikrans voor het Franciscaansche Kerstfeest der armen, het zorgen voor den eerbied in Gods Huis bij de godsdienstoefe ningen, het veelvuldig bijwo nen der H. Mis op de werk dagen, veelvuldige H. Com munie, veelvuldiger bijwo nen der vrije godsdienst plechtigheden, het bezorgen van bedieningskoffertjes bij arme zieken; het korpsgewij- ze verrichten van den Fran ciscaanschen lijkdienst op den vooravond der begrafe nis, het bijwonen van de H. Mis na overlijden van een medelid met zoo mogelijk al- gemeene H. Communie tot lafenis der ziel de bestrij ding der drankellende, enz., snz. Zoo zal praktisch in de oarochies, in de bisdommen, In de geheele Kerk, zooals uitgesproken werd op een Derde Orde-dag in Limburg, de Derde Orde zijn: „een machtig leger van Christe nen, die zich met hunne priesters en kloosterlingen van beiderlei geslacht, vereenigen, en allen te za- men als één biddend en strijdend leger uitmaken, waarvan Christus het Hoofd is." Zij zullen zijn de waar achtige rechtvaardigen, die de straffende hand van God over den in Sodoms-geest levende wereld zullen afwenden en de Kerke Christi overwinning bezorgen, door als an dere Mozessen de armen tot bidden uitge strekt te houden. De godsdienst heeft het heidendom ver wonnen, de Franciscus moet heden daar aan den weg versperren en We leven in een tijd van concentratie of centralisatie in heel het vereenigingsleven, moge dan de Derde Orde nog eens wor den de groote centrale in de Kerk van Christus op de gansche aarde en bezielen al wat in haar leeft en werkt Alleen de zedelijk waardevolle daad heeft zin en waarde voor het leven Rotterdam. G. TH. v.d. MEER, Pastoor. Heer, Gij zoucit wel Hein zijn, wanneer Gij door mijn kleinheid zoudt begrepen worden. S. Franciscus. In de encyclieken, waarin Pius XI de beide groote problemen van den modernen tijd behandelt: huwelijk en maatschappe lijke verhoudingen, komt duidelijk aan den dag, dat de uitredding uit de huidige ver warring niet mogelijk is zonder den goeden wil. De menschen moeten zijn van goeden wil en de goede wil is onmogelijk' zonder zui ver moreele levenshouding. Het komt per slot van rekening niet aan op de kwantitatieve prestaties van den mensch, of hij een familie sticht of een wereldrijk, of hij steden bouwt of straten veegt, of hij werkt met hoofd of met hand, de levenswaarde ontleent alle werk aan de intentie, aan de innerlijke gesteltenis, waarmee het wordt verricht, aan de liefde waaruit het wordt geboren. Alleen de zedelijk waardevolle daad heeft zin en waarde voor het leven. Het is de beteekenis en de roeping dei- Derde Orde van Sint Franciscus op zeer bizondere wijze deze gedachte te propagee- ren en levend te maken in de maat schappij. De Derde Orde heeft niet rechtstreeks tot taak te zorgen voor betere bestaans voorwaarden, betere woning, minder arbeid, een redelijke portie van de geneugten des levens. Haar taak is het allereerst: het individu te verdiepen, te verrijken met geestelijke waarden, die cultuur te brengen die alleen in den meest zuiveren zin op dien naam aanspraak kan maken. Zij heeft dat te doen door de intense beleving van de blijde Boodschap, die Christus aan de wereld bracht, en waarvan Hij zelf de ziel is. Franciscus heeft met de daad getoond, hoe we de boodschap van Christus te aan vaarden en te beleven hebben. Hij heeft liefgehad met een ontzaglijke liefde. Die liefde heeft het Evangelie voor hem levend gemaakt en het levende Evan gelie heeft hem Christus, die liefde is, al door nader gebracht. Het was een wissel werking. Zoo groeide in hem die uiterst gevoelige Katholieke mentaliteit, dat christelijk in stinct, dat met Evangelische roekeloosheid zelfs wet en letter voorbij kon loopen, zon der dat ze zich aan hem hebben gewroken. Dat streven om zuiver Evangelisch te zijn, zonder spitsvondigheid en haarkloo- verij, die hoofsche nauwlettendheid op Christus, die in het Evangelie het boek zag van de fijne levensvormen naar Christus' stijl, die kinderlijke spontaneïteit en een voud, waarmee elke zin van of over Chris tus in eigen leven werd nagebeeld met een romantisch realisme, dat is de bekoorlijk- zullen De heilige transporf Matt. Talbot Wider De Franciscaansche gedachte dient het geheele katholieke leven te doordringen door P. Dr. FIDENTIUS V. d. BORNE O-F.M. Dit hoofdstuk uit de geschiedenis der Franciskaansche Derde Orde heeft een eenigszins kwaden naam. Er vallen inder daad dwalingen te signaleeren, die schijnen te duiden op 'n slecht begrijpen der Derde Orde. Toch is die afkeuring slechts ten dee- le verdiend. Want die misvattingen betref fende het wezen der Derde Orde zijn van uit het milieu grootendeels te verontschul digen. En nog voornamer is er was naast het verkeérde heel veel goeds, dat nog heden onze belangstelling verdient, ja zelfs aktueel in striktsten zin mag worden genoemd. Toen Paus Leo XIII nog als Kardinaal t bisdom Perugia bestuurde, had hij op dui delijke wijze blijk gegeven van zijn hoog achting voor de Franciskaansche Derde Or de. Geheel zijn pontificaat door zou hij die richtlijnen blijven volgen. Telkens opnieuw, bij allerlei gelegenheid, wees hij op de be teekenis van dit instituut, ook voor den mo dernen tijd. Vooral in verband met Frankrijk wist de Paus telkens weer het gesprek te brengen op de Derde Orde. Het is niet te veel be weerd, wanneer wordt gezegd, dat Leo XIII heel bijzonder in de Franciskaansche Derde Orde het groote middel zag om Frankrijk te redden. In Frankrijk werd, vooral na het verschijnen van „Auspicato" (1882) met be reidwilligheid geluisterd. Heel in 't bijzonder geldt dit voor den tijd, die volgde op „Rerum Novarum" (1891), waarin de maatschappelijke vernieuwing werd uiteengezet. Reeds in 1893 werd te Rome een internationaal Kongres van Ter tiarissen gehouden, waarbij vooral Frankrijk sterk was vertegenwoordigd. Een der resultaten van het grootsche Kongres, dat door de vurige woorden van Leo XIII ten sterkste werd aangemoedigd, was de stichting eener studie-commissie om de organisatie der Derde Orde te be vorderen. Haar eerste bijeenkomst was in Val-des-Bois in het aartsbisdom Reims on der leiding van P. Turliglio, afgevaardigde van den minister-generaal der Minderbroe ders. Van bijzondere beteekenis was de om standigheid, dat de vergaderingen werden gehouden ten huize van den groot-industri eel Léon Harmei, vurig Tertiaris en om zijn schitterende sociale stichtingen bekend als „le bon Père". Door Harmei werd als onder-voorzitter persoonlijk verslag uitgebracht aan Paus Leo XIII op een audiëntie van 1894. De Paus was zichtbaar verheugd over de mededee- ling en sprak de veelzeggende woorden: „De Derde Orde van Sint Franciscus, ge organiseerd ten behoeve der sociale aktie, zal overal wonderlijke vruchten kunnen voortbrengen en in 't bijzonder Frankrijk kunnen redden". Toen Harmei melding maakte van het voornemen om ook in Italië zulk een studie-bijeenkomst te houden, ant woordde de paus, dat hij dit plan niet al leen wilde zegenen, maar dat hij ook de Bisschoppen zou aansporen het zoo sterk mogelijk te bevorderen". Als vanzelf sprekend legde men een nauw verband tusschen Auspicato en Rerum Novarum. Dit was ongetwijfeld volgens de bedoeling van den Paus, die dikwijls genoeg als zijn meening had te kennen gegeven dat de Franciscus-gedachte geheel het katholieke leven diende te doordringen en die nog bij gelegenheid van het Kongres de Orde had geroemd als „een der meest werkzame middelen, die door de Voorzienig heid aan de Christenen in de wereld waren geschonken om te leven volgens 't HnEvan- gelie." Toch waren gevaren niet denkbeeldig. Het woord „sociale aktie" omvatte zooveel en gemakkelijk kon het eigenlijke doel der Derde Orde: de leden te brengen tot levens verdieping door het werken-naar-buiten worden verdrongen. Er waren nog andere gevaren, waarvan men zich in het begin echter evenzeer bewust bleef. Zoo wees M. Boullet, generaal-vikaris van Orleans, in zijn breed uitgewerkt Rapport over het sociaal program der Derde Orde op de nood zakelijkheid, dat men katholiek, d-w.z. alge meen, moest blijven en zich niet op één richting mocht blind staren. Daarmee wilde hij echter geenszins konkrete plannen uit sluiten; integendeel, hij gaf scherp omlijnde bepalingen over den plicht van den Tertiaris een rechtvaardig loon uit te keeren. Dat men het ernstig meende met het uit voeren van een maatschappelijke hervor ming, bleek o.a. hieruit, dat een „Union fraternelle" werd gevormd tusschen Tertia rissen-werkgevers en werknemers te Rou- baix, welk initiatief door Harmei in een zijner vurige en heldere toespraken ten voorbeeld werd gesteld. Wanneer we echter den toestand voor den geest roepen, die speciaal Frankrijk door maakte, toen verschillende sociale richtin gen onder de Katholieken ontstonden (we denken aan de moeilijkheden van De Mun, die met Harmei samenwerkte en zich even eens naar Franciscus richtte), dan kan het ons niet al te zeer verwonderen, dat dwa lingen konden ontstaan. Een nieuwe moei lijkheid deed zich daarenboven voor, toen vele vereenigingen met-partikulier-doel ont- stonden. Niet zonder reden jyees daarom Pater Gerard bij gelegenheid van het Natio naal Kongres in 1898 op de bedoeling, dat de Tertiarissen geen der katholieke werken zouden verdringen, maar ze veeleer wilden bevorderen en met elkander in verbinding brengen. De stroom was echter tè sterk de poli tiek, die ook al meesprak, laten we verder buiten beschouwing en bepaalde maat regelen dienden genomen. Op het Kongres van 1900 te Rome, waar vele duizenden Tertiarissen aanwezig waren, verklaarde P. David Fleming O-F.M. (in overleg met den Paus), dat men zich moest wachten de Derde Orde te doen afwijken van den waren weg; dat zij altijd moest blijven: een school voor christelijke volmaaktheid. Dat daar mede het werken naar buiten niet was ver boden, was uit de omstandigheden duidelijk genoeg. Maar men moest voorzichtig zijn. Dit echter werd in de volgende jaren en dit was in die omgeving geenszins zoo on- heid en aantrekkelijkheid in Franciscus, dat is de altijd nieuwe les, die hij aan eiken tijd en aan eenieder van onzen tijd te lee- ren heeft. En als het waar is, dat ons volk geken merkt is door dien dubbelen trek van realisme en romantiek, hoever is het dan gedisponeerd om die les te verstaan! De beleving heeft Franciscus vanzelf ge bracht tot de daad. De daad is de rijpe vrucht van elke innerlijke ervaring. Leer en daden van het Evangelie zijn hem zoo aanschouwelijk voor den geest ^gekomen, hebben zoozeer geregeld den polsslag van zijn hart, dat ze den drang in hem moesten wekken het aanschouwde voor anderen aanschouwelijk te maken. Waar de naastenliefde zoo krachtig uit de centrale zon van Godsliefde uitstraalt als bij Franciscus, daar kan het niet an- dérs, of de daad moet werkzaam zijn tot opbouw van het heele maatschappelijke leven. De taak der Derde Orde is het, die les aan de menschen voor te houden, aan zoo- velen als daaraan een gewillig oor willen leenen. Dat is de kern waarop ze zich steeds heeft te bezinnen, wil ze zich niet verliezen in bijkomstigheden en leven in haar peri pheric. Die bezinning brengt de overtuiging, dat de kleinste verbetering aan zich zelf van grooter waarde is, dan congressen, gloeiende redevoeringen, volle zalen, stra lende optochten en groote cijfers, dat de levenswijze in privaat en openbaar leven de uitdrukking moet zijn van den in- nerlijken Franciscaanschen dwang en de eigen evangelische volheid. Wanneer de gedachte van den grooten dertiende-eeuwschen Hervormer maar sterk genoeg doorleefd is, zal ze naar buiten bre ken in elke daad. Dan zal ze persoonlijk heden kweeken, die schenken aan en schep pen voor de gemeenschap. Wat van hen uitstraalt zal de menschen nader brengen tot waarachtig leven en waarachtig geluk. Zulke persoonlijkheden zullen geen ver wijten doen aan de maatschappij, maar aan zich zelf. Er zal in hen leven een dee moedig gevoel van eigen ontoereikendheid tegenover zich zelf, God en den mede- mensch. Zij zullen te midden van de maat schappelijke wanverhoudingen geen her vormers willen zijn, maar belevers. De beleefde gedachte maakt het leven sterk en het sterke leven breekt zich wel baan; en wanneer het Evangelisch is als bij Franciscus, kan het zich bewegen in onbegrensde ruimten, waar de voorzichti- gen het wijze hoofd schudden. Wanneer het leven uit dezelfde bron borrelt als M& Franciscus, dan groeit het tot een stroom, die meesleurt. En wanneer het leven zoo primitief, zoo echt en sterk evangelisch is, dan is er wei nig gevaar voor levensvertroebeling, dat een hardnekkig willen en een program zoo gemakkelijk meebrengt, omdat de opzette lijke wil om te hervormen of te protestee ren moeilijk vrijblijft van eigenliefde en egoïsme en gemakkelijk leidt tot krenking en liefdeloosheid. De beteren en besten hunkeren naar een geestelijken ommekeer. De Derde Orde heeft een grootsche taak te vervullen. Langeweg. begrijpelijk soms uit het oog verloren, totdat Paus Pius X in 1912 (Brief Tertium Franciscalium Ordinem) in een breed uit gewerkt program de werkzaamheid der Derde Orde duidelijk omschreef. Ook nu bleef nog 'n ruim veld ter bewerking (zie rt degelijke boek van Palmen) en slechts voor een oppervlakkig beschouwer kon Pius X in tegenspraak schijnen met Leo XIII. Doch de sociale toestanden bleven zich ontwikkelen. Na 40 jaren gaf Paus Pius XI zijn meesterlijke aanvulling van Rerum Novarum in de „Quadragesima Anno". Maar ook deze Paus verloor niet de geestdrift van Leo XIII voor de Derde Orde uit het oog. Onder de Encyclieken, die hij aanduidde als een bewijs, dat steeds de sociale toe stand zijn aandacht had geboeid gehouden, noemde hij ook zijn belangrijke Franciscus- encycliek „Rite expiatis" (1926), waarin in grootschen Auspicato-stijl de beteekenis van FrancisCus' Derde Orde wordt beschreven. Als op een voornaam onderdeel in de Derde-Orde-Beweging, vestigde reeds Paus Leo XIII de aandacht op de Jeugd-Aktie en de Fransche Kongressen herhaalden dik wijls dien uitdrukkelijken wensch. Het is dan ook als een erfenis uit die tijden van groot enthousiasme voor de Derde Orde te beschouwen, dat in Frankrijk de Derde- Orde-Jeugd spoedig een eigen organisatie vormde in de groote Derde-Orde-Beweging. Frisch Franciskaansch leven maakte heu haar mogelijk nauw verband te houden met de Katholieke Scouts en toch behalve nog de in Franciscus-navolging hooger wil lende „Compagnons de S. Frangois" haar eigen karakter te behouden en zoo ten dien ste te zijn van de groote bloeiende Action Jeunesse Catholique Frangaise (A.C.J.F.), door De Mun gesticht en later tot massa organisatie uitgegroeid, die alle speciale richtingen de vrijheid latend, ze vereenigt in een vrijwillig gevormde eenheid van samenwerking. Zoo was dus de tijd der Fransche Kon gressen, niettegenstaande de moeilijk te vermijden ontsporingen een groote tijd, die nog onze volle aandachMfcerdient en zelfs actueel mag worden ^ieeten. Een Derde-Orde-Vereeniging zooals die van Roubaix, waar alles breed is georganiseerd, met o-a. een eigen Bureau voor Werkver-j schaffing onder de Tertiarissen onderling, wijst als verbindingsstuk naar de vroegere decenniën met spontane Auspicato-geest- drift, P. MAXIMILIANUS, Kapucijn Het heilige fabrieksmeisje Margaretha Sinclair Leo Jungblut, Utrecht 99 99 Ontwerp Cuïjpers Ca. Roermond Ontwerp Cujjpers C Co., Roermond

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 13