Prikkeldraad
VERRASSEND EN
VERMANEND
zetel van den
heer
m
VRIJDAG 23 SEPTEMBER
Kamerlid j. j. c. ament
Wie is zijn opvolger?
Kanunnik
F. Th. Ebbinkhuysen f
Bezuinigingen op
Onderwijs
NiMcfflatn&ffit
Verknocht aan de Koningin
Onze handelsnaam in
het buitenland
Wie is de opvolger?
Hedenmorgen te Hillegom
overleden
DE PRINS VAN WALES OP SCHIPHOL
Donderdagmiddag arriveerde de Kroonprins van Engeland
op de doorreis naar Kopenhagen op het vliegveld Schiphol
De uitvaart
MGR. A. A. VERHAGEN
In het vaderland terug
Hooger Onderwijs
INVOER MELKPOEDER
V ervoer ver gunning
ONBEHOORLIJKHEDEN
Nieuw onderzoek
Geen audiëntie
Een woord van waardee
ring en vertrouwen
Ernstig, maar niet ingegeven
door panischen schrik
Dubbel getroffen
Van afdingen geen sprake!
Geen „krankzinnigen
paradijs"!
Verrast
„Op rekening van onze
volksbeweging
Oplichter uit het bloembollenvak
tot één jaar gevangenisstraf
veroordeeld
HET SCHEEPVAARTCONFLICT
Ook de staking bij de „Halcyon"-
lijn opgeheven
Examen leidster Licamelijke
Oefeuing
In „Het Volk" van Zaterdagavond schreef
heer A. B. K., de bekende medewerker
Van dat blad, een „open brief" aan een
i,jongen vriend".
Zulks in antwoord op een schrijven van
dien vriend, vergezeld van een briefje, dat
een groote onderneming aan elk van haar
duizenden medewerkers in de hand had
Sestopt, door het op den betalingsdag bij
het loon te voegen.
Op dat briefje stond te lezen „dat het
ft°oit anders dan het belang van den
Werknemer zijn kan indien de zaak goed
Saat, en dat niets daarvoor van grooter
Sewicht is dan dat ieder, die in de zaak
^erkt, zich inspant om zijn werk zoo goed
hogelijk te doen."
>,Doet dus zoo luidde het advies in
eigen belang uw werk zoo goed als gij
hunt."
Merkwaardig is nu, hetgeen A. B. K.
haar aanleiding van dit briefje aan zijn
jongen vriend, die daarover naar zijn oor
bel had geïnformeerd, schrijft.
Wij laten hier een citaat uit zijn bescheid
volgen:
Gij vraagt mij nu, hierover het mijne te
Zeggen, en al schrijft gij het met zooveel
"'oorden niet, uw oordeel over het geval
Schijnt lang niet malsch te zijn. Ik kan wel
Sissen, denk ik, waaruit uw tegenzin voort
spruit. Gij gelooft niet in de oprechtheid
;an het advies. Niet het belang van de
™erkers, zooals het hier heet, maar het be-
*Ung van den ondernemer zelf bracht
uezen er toe, het vaderlijke woord op dit
Papiertje te zetten. De slimme vos, die hier
ue passie preekt, heeft geen ander oog
merk dan de gansjes te verslinden.
Hierover valt te zeggen: hoeveel oprecht
heid er in het advies zit, valt ten eerste
hret uit te maken, en ten tweede doet het
•°t de waarde van hetgeen hier staat, voor
de
menschen, wien het aangaat, niets af.
|s het idee om dit briefje in de loonzakjes
;6 stoppen, en den tekst, die erop staat,
yan den ondernemer? Van den man, die
het groote directeurssalaris, de tantièmes
fh de dividenden in de wacht sleept? Het
?an natuurlijk zoo zijn, maar ik geloof het
hiet. Hier zal wel een goed-betaalde, orga-
hiseerende kracht achter zitten. Maar ook
aIs de baas zelf hier aan 't woord is, waar-
pui zou hij het niet oprecht kunnen mee-
hen? Het zou pleiten voor zijn gezond
Verstand als hij het meende. Want juist
onderneming als het hier betreft, is
^an den ijver van hare medewerkers méér
?an welke andere ook afhankelijk. En een
pijnend bedrijf is altijd een schadepost
v°or het personeel, omdat het een slechten
grondslag biedt voor elke vakactie, die op
^betering van den levensstandaard aan
vuurt. Op deze vakactie rekent natuurlijk
"e groote ondernemer, gelijk op regen na
z°hneschijn.
Hit oordeel is komende van sociaal
democratische zijde op zich zelf reeds
Merkwaardig genoeg.
Maar niet minder de aandacht verdient
hetgeen de schrijver daarna zegt, over wat
hij de hoofdzaak noemt, n.l. dat het „altijd
Mak is om je arbeid zoo goed mogelijk te
doen en daarop je volle kracht te zetten."
„In een socialistische maatschappij moet
hog veel méér werk verzet worden, dan in
^elke andere ook", vermaant hij verder,
terwijl hij besluit:
En dan, ten slotte, de zielkundige factor:
^aarmee schept zich de mensch méér
levensvreugde dan met den prikkel om zijn
^erk zoo goed mogelijk te doen? Ik ben
Mij ervan bewust, dat ik mij hier beschei
den uit moet drukken, als één van de be
genadigden, die door den aard van zijn
^erk zijn leven lang de hoogste arbeids
vreugde smaken mocht. Maar het moet
toch waar zijn, dat het éénige wat vreug-
heloozen arbeid dragelijk maken kan, juist
het streven is om er alles van te maken
^at erin zit. Op die wijze alléén kan men
Mchzelf zoo snel en goed mogelijk heen
helpen door den grauwen arbeidsdag.
Het is op deze gronden, mijn jonge
griend, dat hoe ook bedoeld, het advies op
hit stukje papier, meen ik, nog zoo slecht
hiet is uitgevallen.
Het mag overbodig heeten aan dit be
scheid veel toe te voegen.
Het spreekt duidelijk voor zich zelf.
Het is een vermanend woord en tevens
eeh verrassend woord, een woord, dat
tot dusver al te dikwijls in de socialisti
sche pers ontbrak.
Want men is gewoon in die pers andere
êcluiden te doen hooren, en welk een
Wrange mentaliteit daardoor werd gevoed
gekweekt blijkt wel uit het oordeel van
hen ongenoemden jongen vriend, dat „lang
hiet malsch" bleek te zijn.
Die mentaliteit van wantrouwen en
vij andschap is de wrange vrucht van de
klassenstrijd-theorie, van het z.g. „evange-
lie der ontevredenheid", waardoor niet
slechts heel wat levensvreugde, maar ook,
Mi vooral niet minder, heel wat arbeids
vreugde verloren is gegaan.
Gemeld is, dat als opvolger van het over
een Kamerlid J. J. C. Ament, de heer H. H-
I'rienekens in aanmerking komt. Deze was door
he R. k. Staatspartij ook aangewezen als
Plaatsvervanger van deze landbouwspecialiteit.
Helaas ontviel ons deze eminente figuur door
hen dood op 26 Augustus 1930.
Op de lijst der R. K. Staatspartij staan nu
h°e in de volgorde door de partij aangewezen,
he twee volgende plaatsvervangers: P. W. H.
?ruijen en P. J. Rutten, het oud-Kamerlid te
Wanssum.
Waar de volgorde der lijst bij de plaatsver
vanging van Mgr. Dr. W. Nolens den heer J. H.
Maenen als plaatsvervanger aanwees, ofschoon
?e2e niet de eigenlijke aangewezene voor den
Mvaliteitszetel van Mgr Dr. Nolens was, zouden
kunnen verwachten, aldus de „N. Venlosche
rt.", dat nu ook de eerstgenoemde als opvol-
eer zal worden aangewezen.
Op de lijst der R. K. Staatsparty had de
neer Truijen 204 en de heer Rutten 3801 voor-
cur-stemmen.
Intusschen vernam de „Maasbode", dat de
jMibtsbezigheden van den heer Truyen, die
hoofdinspecteur van het L.O. is, het hem
Momenteel vrijwel onmogelijk maken het
Hamerlidmaatschap te aanvaarden.
hi dat geval zou de heer P. Rutten te Wans-
Ma in de Tweede Kamer terugkeeren.
En er zal van socialistische zijde hard
moeten worden gewerkt, om dit verlies
althans eenigermate te herstellen.
Met een zeldzame, spaarzame poging
daartoe, als die van A. B. K. hoezeer
ook op zichzelve te waardeeren komt
men er niet.
P. S.
Van bevoegde zijde vestigt men er de aan
dacht van „De Residentiebode" op, dat het
bericht inzake den opvolger van den heer
Guit in de Tweede Kamer niet juist is. Niet
de heer Steinmetz, maar Mevr. Steenhof-
Smulders is zoo wordt het blad medege
deeld de opvolgster van den heer Guit,
omdat de heer Steinmetz de opvolger is van
den kwaliteitszetel voor Arbeidszaken, welke
door den heer Kuiper wordt bezet.
Het blad schrijft nu:
„Deze opmerking is volkomen juist en
wij kunnen dit des te gereeder toegeven,
omdat wij reeds eenige maanden geleden,
toen wij mededeelden, dat de heer Guit met
September zijn ontslag zou nemen, zelf in
dezen geest de opvolgingskwestie hebben
belicht. De „Volkskrant" die dan ook Dins
dagavond het nieuwe Tweede Kamerlid den
heer Steinmetz reeds uitvoerig inleidt bij
haar lezers, vergist zich.
Op de officieele eandidatenlijst, die nu
eenmaal geen rekening kan houden met het
kiesreglement van de Partijen, is de heer
Steinmetz de wettige opvolger. Maar Stein
metz kan zijn benoeming niet aannemen,
omdat hij volgens het kiesreglement van de
Kath. Staatspartij, waardoor hij op deze
eandidatenlijst is gekomen, op deze benoe
ming geen recht heeft.
Hij is inderdaad de opvolger van den kwa
liteitszetel voor Arbeidszaken, welke niet
door den heer Guit, maar door den heer
Kuiper is bezet en door het heengaan van
den heer Guit is dan ook niet de kwaliteits
zetel voor Arbeidszaken vacant, maar de
vrije zetel. En daarvoor hebben wij twee in
vallers n.l. Mevr. Steenhoff en mr, Romme
uit Amsterdam.
Intusschen is Mevr. Steenhoff reeds lan
gen tijd ernstig ziek en kan zij de openge
vallen plaats niet bezetten. Maar dan komt
de tweede candidaat voor den vrijen zetel,
mr. C. P. M. Romme, de bekende leider van
de Amsterdamsche Kath. raadsfractie, in
aanmerking.
Eerst wanneer deze den zetel niet zou
ambieeren, maar naar men ons mede
deelt, heeft mr. Romme zich over deze zaak
nog in 't geheel niet uitgelaten zou de heer
Steinmetz in aanmerking komen, omdat
deze dan de laatste overgeblevene van de
lijst is. Maar nu op dit moment is de heer
Steinmetz inderdaad nog niet aan bod. Al
zal hij natuurlijk wel door het Centraal
Stembureau als de eerste opvolger worden
aangewezen."
-f-3«
Hedenmorgen te kwart over zes is in het St.
Josephziekenhuis te Hillegom zacht en kalm in
den Heer ontslapen, de HoogEerw. heer Th.
P. Ebbinkhuysen, oud-regent van het Klein
Seminarie „Hageveld" en kanunnik van het
Hoogwaardig Kathedraal Kapittel te Haarlem.
De Hoogeerw. heer Ebbinkhuysen werd 2 Aug.
1863 te Amsterdam geboren.
Na de seminaries Hageveld en Warmond te
hebben gevolgd, werd hy in 1889 tot priester
gewijd en benoemd tot rector van het Jongens
gesticht „De Heibloem", voor een jong gees-
teiyke een verantwoordelijke en zware taak.
Als zoodanig bleef hij tot 1901 werkzaam, in
welk jaar zijn benoeming volgde tot pastoor te
Moordrecht. Drie jaar later werd hij benoemd
tot deken en pastoor van Alkmaar.
In 1915 werd de Hoogeerw. heer Ebbink
huysen geroepen voor het belangrijke, maar
zware ambt van regent van het seminarie „Ha^
geveld", dat hij in 1928 neerlegde, waarna in
dit werkzame leven een periode van ryst in
trad'.
Regent Ebbinkhuysen heeft tijdens zyn re
gentschap de moeilijke oorlogsjaren doorge
worsteld. Wat in deze jaren voor „Hageveld1
het probleem der voedselvoorziening betee-
kende, zal zonder meer duidelijk zün, wanneer
men bedenkt, hoeveel moeiiykheden in dien
tyd waren te overwinnen en die ons allen nog
versch in het geheugen liggen.
Regent Ebbinkhuysen onderscheidde zich
overigens door een zuinig beheer wiens finan
cieel beleid een oplossing wist te vinden voor
moeilijke kwesties. Hij was een man van groot
plichtsbesef en heeft door zijn godsvrucht aan
velen stichting gegeven.
De werkzame en moeiiyke jaren zijn niet
ongemerkt over hem heengegaan. Op 66-jarigen
leeftijd beginnen zich reeds de kwalen van den
ouden dag te openbaren.
Bij zijn drukken en zwaren werkkring als
regent, wist de Hoogeerw. heer Ebbinkhuysen
nog tyd te vinden voor neven-bezigheden. Zoo
was hy voorzitter van het Diocesaan Missie
comité en van de Broederschap van den H.
Geest tot voortplanting der geloofs in het
Bisdom Haarlem.
Z.2Hoogeerw. was nog provisor in spiritualt-
bus van het seminarie „Hageveld" en kanun
nik van het hoogwaardig kapittel van Haarlem
en leefde uit hoofde hiervan nog intens het
kerkelijk leven in Haarlem mee.
In 1928 na een 39-jarig priesterleven, heeft
de Hoogeerw. heer Ebbinkhuysen, vroegtijdiger
wellicht dan hem lief was, emeritaat aange
vraagd en genoot sindsdien in de stilte van
het gesticht „St. Joseph" te Hillegom de zoo
welverdiende rust.
De Metten zullen a.s. Maandag om zeven uur
worden gehouden in de kerk van den H. Mar-
tinus te Hillegom.
Dinsdagmorgen om half tien zullen de plech
tige Lauden plaats vinden en om tien uur de
pontificale uitvaart.
Mgr. A. A. Verhagen, afkomstig uit Beek en
Donk (N.-B.) en werkzaam in de missie te
Spokane (Ver. Staten) is tijdelijk in het va
derland teruggekeerd. Mgr. zal in de tweede
helft van October weder naar gene zijde van
den oceaan vertrekken.
Aan de Memorie van Toelichting betreffende
de Rijksbegrooting van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen voor 1933 is het volgende ont
leend
Toegestaan voor 1932 165.453.229. Geraamd
beloop voor 1933 159.616.635. Minder
5.836.544.
Voor het hooger onderwijs werd voor 1932
toegestaan 12.893.474, uitgetrokken voor 1933
ƒ11.588.719. Minder ƒ1.304.755.
Minder wordt o.a. aangevraagd voor perso
neel der Rijksuniversiteit te Utrecht ƒ95.000;
voor materieele uitgaven voor de Rijksuniver
siteit te Utrecht ƒ148.000; voor bydrage aan
de stichting „Stads- en Academisch Zieken
huis" te Utrecht 104.000.
Voor het voorbereidend hooger en middel
baar onderwüs is uitgetrokken voor 1933
ƒ13.754.795. Toegestaan voor 1932 ƒ13.712.293.
Meer ƒ45.502.
Voor het nijverheidsonderwijs werd voor 1932
toegestaan ƒ15.157.923; uitgetrokken voor 1933
ƒ13.978.104. Minder ƒ1.179.819.
Voor het lager onderwys werd voor 1932 toe
gestaan ƒ106.647.194; uitgetrokken voor 1933
ƒ103.727.567. Minder ƒ2.919.627.
Voor de afdeeling Kunsten en Wetenschap
pen werd voor 1932 toegestaan ƒ3.312.651; uit
getrokken voor 1933 ƒ2.869.071. Minder
443.580.
Op de toe te kennen subsidies is, voor zoo
veel mógeiyk, 15 pet. gekort.
De bezuiniging door inkrimping van perso
neel aan de Rijksuniversiteit te Utrecht zal be
dragen in totaal 170.000.
Aangezien de plannen voor het nieuw schei
kundig laboratorium een belangryke vereen
voudiging hebben ondergaan, zal van de tot
nog toe voor dit doel aangevraagde gelden een
bedrag van 75.000 overblijven, hetwelk de Mi
nister zou wenschen te bestemmen voor het
bouwen van een vleugel voor de physiologische
chemie aan het physiologisch laboratorium.
Het getal beambten aan de Rijks-hoogere-
burgerscholen zal, waar dit mogeiyk is, wor
den ingekrompen. Aan bijzondere lagere bur
gerscholen en gymnasia zal slechts subsidie
worden toegekend voor zooveel beambten als
en onder dezelfde omstandigheden aan de
Rijks hoogere burgerscholen zouden worden
in dienst gehouden.
Op de bezoldiging van het personeel van het
schooltoezicht bij het lager onderwijs zal 12 pet.
van het voor 1932 geraamd bedrag worden be
zuinigd. Dit zal worden bereikt door het getal
hoofdinspecteurs, dat thans 5 bedraagt, tot 3
terug te brengen, en het getal inspecteurs met
5 te verminderen.
De kosten der Rijkskweekschool te Apel
doorn zullen worden beperkt, voornameiyk door
haar tot eene driejarige in te krimpen.
Het voor personeel der Rijkskweek- en leer
scholen voor 1932 geraamde bedrag kon met
ƒ35.003 verminderd worden, wegens de met
1 Maart 1932 ingevoerde tijdelijke korting op
*de salarissen, wegens het vervallen van wacht
gelden en wegens een bezuiniging op de be
looning voor practische oefening van kweeke-
lingen.
In vergelijking tot het voor 1932 toegestaan
bedrag kon deze post thans 1.501.471 lager ge
raamd worden.
Het blijkt mogelijk, tegen 1 Januari 1933 op
het personeel van de verschillende Rijksarchie
ven vrij aanzienlijk te bezuinigen, door op
wachtgeldstelling van een aantal ambtenaren
en door het althans voorloopig onbezet laten
van tegen dien datum ontstane vacatures.
De jaariyksche termijn van 46.750 voor de
Domkerk te Utrecht wordt verminderd met
6000 en dus gesteld op 40.750.
Op een totaal van ƒ304.409 voor 1932 aan
subsidies openbare leeszalen is een verminde
ring met ƒ43.174 toegepast. Omtrent de wyze,
waarop dit bedrag over de verschillende tot
dusver voor subsidie in aanmerking gekomen
instellingen zal worden verdeeld, zal bij ge
legenheid van de Memorie van Antwoord na
der mededeeling worden gedaan.
De Orisis-Zuivel-Centrale brengt het vol
gende ter kennis van belanghebbenden:
Ter uitvoering van de Crisis-Zuivel-wet zal
met ingang van 25 September op ingevoerd
melkpoeder door den importeur een heffing
betaald moeten worden, overeenkomende met
de heffing, welke op binnenlandsch melkpoeder
verschuldigd is.
In verband hiermede is met ingang van
genoemden datum voor den invoer van melk
poeder vereischt een „vervoervergunning", af
gegeven door de Crisis-Zuivel-Centrale, welke
wordt verstrekt tegen betaling van de ver
schuldigde heffing.
Aanvraagformulieren voor een vervoer
vergunning, zijn te verkrijgen aan het Bu
reau der Crisis-Zuivel-Centrale, Laan van
Meerdervoort 84, Den Haag.
De Minister van Defensie heeft ten vervolge
op de beantwoording der vragen van den heer
K. ter Laan betreffende het instellen van een
onderzoek ter zake van onbehoorlijkheden, wel
ke in het zomerkamp in de Legerplaats bij La
ren zouden zijn voorgekomen, gelijk ze gesigna
leerd werden in „De Tijd", medegedeeld:
Ik heb de eer U Hoogedelgestrenge mede te
deelen, dat nieuwe berichten te mijner kennis
kwamen omtrent gebeurtenissen, die in het
kamp van den kaderlandstorm te Laren zouden
zpn voorgevallen. In verband hiermede kan ik
het onderzoek, bedoeld in mijn tot u gericht
schrijven van 15 September 1932, Ilde afd. B,
no. 108, nog niet als geëindigd beschouwen. Ik
stel my voor, den naderen uitslag ter kennis
van de Tweede Kamer te brengen.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht
zal de volgende week Maandag geen audiëntie
verleenen.
„D e T ij d" schryft o.m.:
„Nogmaals mogen wü hier wijzen op de zware
taak, die de komende parlementaire periode zal
meebrengen. De felste critiek zal de regeering
niet worden gespaard. Hoewel wij ook het met
al haar maatregelen niet eens kunnen zijn, be
ginnen wy in den geest der Troonrede vóórop
te stellen wat ons vereenigt, niet wat ons
scheidt. Gelegenheid tot het uitoefenen van cri
tiek zal er in de komende dagen nog genoeg zijn.
Thans slechts een woord van waardeering voor
den moed, dien de regeering heeft betoond, door
met deze millioenennota dit jaar te beginnen en
een woord van vertrouwen, dat zij den moeiiyk
heden het hoofd zal kunnen bieden."
„De Maasbode" concludeert:
„Summa summarum: een Millioenennota, die
ernstig is, maar gelukkig niet ingegeven door
panische vrees. Zij teekent den ontwerper als
een man, die met zorg regeert en met beleid zijn
weg kiest. Ook wie met hem van gedachten ver
schilt op ondergeschikte punten, erkent den
meester in regeerkunst. Deze is een zeldzame
gave; die haar bezitten en in dienst der ge
meenschap stellen, zooals minister De Geer, ver
dienen behalve waardeering ook krachtigen
steun."
„Het Huisgezin" meent, dat één punt
bijzondere aandacht verdient:
„De nieuwe salarisverlaging, in het rapport-
Weiter geprojecteerd en door de regeering goed
deels overgenomen, vindt haar motiveering niet
in het feit, dat de salarissen te hoog zyn, maar
in de omstandigheid, dat de regeering ze niet
meer kan betalen.
Er wordt dus feiteiyk van de onder wyzers en
ambtenaren een extra-belasting geheven.
Nu hebben wij indertijd opgemerkt, dat die
belasting beter te dragen zou zyn en gemakke-
ïyker aanvaard zou worden, indien, nu de nood
zoo hoog is, van de niet-onderwijzers en de
niet-ambtenaren in een anderen vorm dezelfde
belasting werd geheven.
Dit nu geschiedt niet in de plannen der re
geering.
zy verzwaart de belastingen, maar verzwaart
die ook voor de reeds dubbel getroffen onder-
wyzers en ambtenaren."
„De Standaard" constateert, dat het to
taal aan nieuwe heffingen 63 millioen is in
stede van 36;
„Deze cijfers stemmen vrij goed overeen met
onze verwachtingen. Wij hebben altüd gerekend
met eert te overbruggen tekort van pl.m. 150
millioen, wat thans uitgekomen is. En we heb
ben nimmer geloofd, dat het mogelijk zou zijn
dit bedrag reeds dadeiyk door bezuiniging te
vinden.
De leelijke vlek in de Nota is, dat de begroo
ting niet sluit; dat er een tekort biyft van rond
22 millioen.
Slechts op één voorwaarde hebben we daarte
gen geen overwegend bezwaar. Indien er n.l.
voor gezorgd wordt, dat in den loop van 1933 het
tekort op de spoorwegen verdwijnt. Tot dekking
toch van d&t tekort is op de begrooting van 1933
een bedrag van 20 millioen extra uitgetrokken
moeten worden. Wordt dit tekort opgeheven,
dan is die verhooging voor 1934 niet meer noo-
dig en zou het begrootingstekort van 22 millioen
na 1933 kunnen verdwijnen. Aangenomen na
tuurlijk, dat de oude middelen niet dalen bene
den het voor 1933 geraamde bedrag, dat de
nieuwe middelen, voor zoover door verdere be
zuiniging niet overbodig geworden, gehandhaafd
blijven en het accres der uitgaven wordt opge
vangen.
Ten slotte:
Afwezigheid van critiek thans beteekent niet,
dat we geen critiek hebben. Die komt later.
Thans willen we in het algemeen slechts zeggen,
dat de minister van financiën, al moge hij dan
niet met een sluitende begrooting komen, en al
mogen we tegen sommige voorstellen bezwaren
hebben, zonder twijfel den lof verdient van een
hoogst ernstigen toestand courageus onder de
oogen te hebben gezien.
Van afdingen op zyn voorstellen kan o.i. geen
sprake zijn. Wèl van vervanging van sommige
maatregelen door andere, met gelijk of beter ef
fect voor de schatkist."
„Het Handelsblad" schrijft:
„Voor het nationale crediet, dat onaange.
tast moet blijven, komt de regeering volkomen
terecht principieel en krachtig op. De volks
welvaart als geheel en de bronnen die haar
voeden mogen toch zeker een even duidelijk
inzicht bij haar ontmoeten!
„Er ligt een inneriyke tegenstrydigheid in".
zegt de millioenennota „te willen leenen
voor al wat het hart bekoort en uit de ge
wone middelen niet meer kan worden betaald,
en tegeiykertyd te tornen aan het eersterangs
karakter der Staatsobligaties." Maar diezelfde
tegenstrijdigheid bestaat wanneer men wil be
houden al wat in het kostbare staatsorganisme
het hart bekoort, en tegeiykertijd de welvaarts
bron die dit alles mogelijk maakt, laat droog-
loopen. wy kunnen dan ook slechts hopen, dat
de regeering zelve volkomen overtuigd zal zijn
van de volgende waarheid, die wy aan haar
eigen betoog ontleenen: „Slechts wie in een
„fool's paradise" (krankzinnigen-paradijs) leeft
en meent, dat een verarming, als thans de
wereld onderging, zonder invloed op de ver
zorging van deze collectieve behoeften kan bhj-
ven, omdat de toovermacht van den Staat over
onzichtbare ewlvaartsbronnen beschikt, kan
'hieromtrent anders denken."
„De Telegraaf" is na wat de troon,
rede bood verrast en waardeert de poging
der regeering om de crisislasten zoo redebjk
mogelijk te verdeelen:
„Het is altijd onaangenaam, den duim van
den fiscus drukkender te moeten voelen. Wie
echter oog had voor de realiteit, wist vóór de
indiening der begrooting, dat dit lot ons
wachtte. En hij zal thans, nu de Regeerings-
plannen bekend zyn, hebben toe te geven, dat
de heer De Geer gepoogd heeft een redelijke
drukverdeeling te bereiken. Na de magere
Troonrede is deze begrooting een verrassing;
zij bezit alle eigenschappen, die voor een even
duidelijk als bevredigend antwoord op de felle
agitatie der laatste maanden gewenscht waren.
Zeker, ook de ambtenaren zullen in den crisis-
last hun deel te dragen hebben. Van een be
stemming der salarissen tot „sluitpost" der
begrooting is echter geen sprake. Integendeel:
de Regeering wil zich bepalen tot een verhoo
ging van den pensioenaftrek, zonder aantasting
van den salaris- of pensioengrondslag. Al even
min verdient de Regeering den smaad, dien
men haar wegens de haar bij voorbaat in de
schoenen geschoven plannen tot verlaging der
werkloozenuitkeeringen heeft toebedeeld. Voor
loopig althans ook de Troonrede wijst dien
kant uit staat een algemeene verlaging
biykbaar niet op het program, al is de Regee
ring, zooals in haar beschouwing omtrent den
stand van het Leeningsfonds te lezen staat,
met de overweging van een, vermoedelijk par-
tieele, herziening doende."
„Het Volk" zit met deze millioenennota,
welke de lasten zoo eerlijk mogeiyk wil trach.
ten te verdeelen, danig verlegen, en schrijft
o.a.:
„Wat in het rapport nagenoeg geheel ont
brak, een verzwaring van belasting ter gedeel-
teiyke overbrugging van het begrootingstekort,
wordt nu door de regeeirng voorgesteld. W«
schrijven dit met gerustheid op rekening van
onze volksbeweging.
Op den aard der belastingen, die het
kabinet voorstel, hebben wij verschillende be
langrijke aanmerkingen. Maar dat het afge
komen is van zyn opdracht aan de commissie-
Weiter, om enkel „een bhjvende en aanzien
lijke verlaging van de „Rijksuitgaven" te zoeken,
dat kan onze volksbeweging zich zelve te goed
schrijven. Het zal ons een aansporing zyn on
ze actie, nu niet meer tegen Weiter, maar te
gen De Geer_Ruys c.s., om het vele, wat zij
van Weiter overgenomen hebben, om verkeerds
dat zy in de plaats daarvan voorstelt, om wat
zij nog van Weiter voor later in overweging
houdt, met kracht voort te zetten. Onze actie
toont invloed. Het bewustzijn zal ons sterken
by de onvervaarde voorzetting."
De „bourgeoisie" is, msr Ret sWlijht erg
verontwaardigd over het communistisch
uitstapje naar Den Haag op kosten van de
overheid, voor welke overheid de heeren
een parade wilden gaan uitvoeren.
Bijzonder gebelgd is men op B. en W.
van Amsterdam, en vooral op den anti-re-
volutionnairen wethouder Douwes, die
ondanks een wenk van de regeering de
heeren werklooze communisten op zulk een
uur liet stempelen, dat hun snoepreisje geen
enkel inconveniënt ondervond.
Wij kunnen ons de verontwaardiging van
deze „bourgeoisie" echter niet verklaren,
tenzij dan urt laffe afgunst en uit de laag
hartige neiging, een werkloos mensch geen
enkel pretje te gunnen.
Neen, dan heeft het Amsterdamsche ge
meentebestuur tai minste een ruimere en
menschlievender opvatting: dit bestuur
zorgde althans voor reisgeld (de steun was
er goed voor!) en voor een vrijen dag om
de heeren communisten in de gelegenheid
te stellen, met de Haagsehe bobbies een
beetje te gaan plukharen en de helden
Wijnkoop en De Visser, die in de Ridder
zaal de Koningin, de regeering, Weiter enz.
enz. moesten wegwenschen, te secundeeren.
Neen, van het Amsterdamsche gemeente
bestuur valt niet veel kwaad te vertellen,
behalve dan, dat het de heeren nog wel
met muziek aan het station uitgeleide had
kunnen doen
Maar wat te zeggen van Den Haag?
Noemt u dat netjes?
Noemt u dat charmant voor 'n stad, die
er zich op beroemt, zoo gracieus te kunnen
recipieeren?
In plaats van de gasten met een „wel
kom, vreemdeling!" behoorlijk aan het sta
tion te laten ontvangen door den burge
meester in plaats van behoorlijk auto's
beschikbaar te stellen voor het vervoer der
hooge bezoekers in plaats van een sma
kelijke lunch te serveeren in „Hotel des
hides", aangezien 'n mensch op reis over
algemeen toch goede appetit heeft in
plaats van deze meest elementaire blijken
van gastvrijheid te toonen, hield de ge
meente een politiecorps bij de hand om de
orde te handhaven.
En toen de gasten in Den Haag voor de
grap ('n mensch mag toch wel 'n pleizier-
tje hebben, als ie op reis is!) wat relletjes
gingen maken, toen kregen ze nog op hun
blanke ziel ook.
Neen, Den Haag heeft zich dezen keer
heelemaal geen charmante gastvrouwe ge
toond.
En zoo'n stad wil dan nog wel, tot haar
profijt, het vreemdelingenverkeer bevorde
ren!
H.M. de Koningin heeft na de plechtige ope
ningszitting der Staten-Generaal, waarin Wyn-
koop en Lou de Visser de onbeschoftheid had
den te schreeuwen, een groot aantal telegram
men en brieven uit verschillende deelen des
lands ontvangen, waarin H.M. treffende be
wijzen van verknochtheid werden gegeven.
Veertien dagen geleden stond voor de Haar-
lemsche Rechtbank een 25-jarige Hillegommer
terecht, die in België verschillende menschen
oplichtte, door geld voor bloembollen te ont
vangen, zonder later waar te leveren en die
de borgstellingen verduisterde van depothou
ders in België voor den verkoop van gladiolen
aangewezen.
De officier van justitie wees er bij deze ge
legenheid op, dat over zwendel in den bloembol-
lenhandel tallooze klachten van consulaten en
buitenlandsche ministeries binnenkomen. Een
zware straf achtte hij dan ook bij dergelijke
oplichteryen noodzakelijk.
Spr. eischte een gevangenisstraf van één jaar.
De rechtbank sloot zich gistermorgen by de
zen eisch aan. De straf is zonder aftrek van
preventieve hechtenis.
Tusschen de „Halcyon"-lijn N.V. te Rotter
dam en de Contactcommissie van Organisaties
van werknemers ter Koopvaardij is Donderdag
een overeenkomst aangegaan, waarbij de „Hal
cyon" zich verbindt van 15 September jX af
voor een maand den status quo van de tegen
woordige gages en arbeidsvoorwaarden te hand
haven. Indien de onderhandelingstermijn met
den Bond van Werkgevers in de Koopvaardij
wordt verlengd, dan geldt deze ook voor de
„Halcyon"-lijn.
Verder hebben de „Halcyon"-lijn en de con
tactcommissie zich wederzijds verplicht, dat al
hetgeen in de nieuwe overeenkomst met de
werkgeversbond ten aanzien van de algemeene
vrachtvaart wordt bepaald, ook voor de „Hal
cyon"-lijn in de collectieve contracten zal wor
den vastgelegd. Ten aanzien van deze tewerk
stelling zijn dezelfde bepalingen aangenomen
die gelden voor de andere reederijen.
In een vergadering met de bemanning der
schepen van de „Halcyon'Uijn is met alge
meene stemmen besloten op deze voorwaarden
tot opheffing van de staking over te gaan.
HAARLEM. Geslaagd te Overveen voor het
getuigschrift leidster Lichamelijke Oefening de
dames: M. J. de Groot, Utrecht; J. van Gelder,
Hengelo; C. Barleeus, Hilversum.
Geslaagd voor sportleidster de dames: M. J,
de Groot, Utrecht en J, yan Gelder, Hengelo.
Yf