Een onderzeesche tunnel
R olftinsson Sciioeiif 11
EUROPA EN AFRIKA
RADIO-PROGRAM
ONZE POSITIE!
DE WRAAK VAN
TSCHANG'LI
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
VROUW I
DET HET
MASKER S
MAANDAG 26 SEPTEMBER
De straat van Gibraltar door een
tunnel gekruist
Grootsche plannen
Een reuzentunnel
DE OUDE SCHOEN
Dinsdag 27 September
WIST U DAT?
VERHAAL VAN
DEN DAG
Nieuwe brandstof
IValuurlylc Boopl iedere Hollandsche jongen op
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
FEUILLETON
(Wordt vervolgd)
Van alle plannen, die ontspruiten uit het
Groot-Europa-plan moet helaas gezegd worden,
dat zij in de eerste jaren wel niet verwezen
lijkt zullen worden. Afgezien van de vele par
ticuliere belangen, de tallooze belangen der
deelnemende landen, is vooral de enorme moei
lijkheid der financiering een der vele hinder
palen, dit werk uit te voeren, want om den
aardbol een ander gezicht te geven, heeft men
geld noodig, geld, geld en nog eens geld! Zoo
heeft men bijv. het plan van een Franschman,
die de grootste woestijn ter wereld, de ruim 6
toillioen vierkante Kilometer groote Sahara wil
Veranderen in dat, wat zij vroeger was.... nJ.
oen zee. Hij wilde dit bereiken door de berg
keten, die woestijn en zee van elkander scheidt,
door te steken en zoodoende de uitgestrekte
zandwoestijn te laten onderloopen. Even
grootsch is het plan van den Duitscher, die de
geheele Middellandsche Zee wil dempen, resp.
■Wil laten uitdrogen. Hij had zich dat als volgt
Voorgesteld:
Men wil de Middellandsche Zee afsluiten
door de Straat van Gibraltar (90 Kilometer lang
en 14 breed) en den Bosporus (1.3 K.M. breed
Dardanellenstraat) te dempen. Daarna wil men
de zee langzaam laten uitdrogen.
Daar de rand van deze zee betrekkelijk vlak
is, maar uiterst breed, heeft men berekend,
dat de Middellandsche zee, die ongeveer de
helft van de oppervlakte der Sahara inneemt,
reeds na enkele tientallen jaren ruim 1/4 water
verloren zou hebben. De ondiepten, die er in
deze zee bestaan, en waarbij de grootste 4400
Meter aangeeft, wil men als aparte, kleine zeeën
laten bestaan, want ook zonder de door deze
ondiepe oppervlakte zou men binnen een be
trekkelijk korten tijd in den letterlijken zin des
Woords een heel werelddeel uit zee gestampt
hebben. Vruchtbare koloniën zouden daar ont
staan, waar thans zoute wateren bruisen, want
het Middellandsche Zee-klimaat is zeer ge
zond. Bovendien versmolten dan de beide we-
relddeelen Europa en Afrika.... alleen: de
toenschheid, die de vruchten dezer aard-model
leering zal kunnen genieten, zal nog wel tien
tallen, zoo niet honderdtallen jaren moeten
Wachten.
Plotseling kijkt ieder ter wereld op.een
ander plan, een evengroot project nadert de
Verwerkelijking! De Straat van Gibraltar, de
zeestraat, die den drempel vormt van de Mid
dellandsche Zee, die Atlantische Oceaan en
Middellandsche Zee scheidt, zal door een tun-
Del gekruist worden!
Reeds in het begin van deze eeuw hadden
enkele Engelsche ingenieurs 'n plan uitgewerkt,
Waardoor tusschen Europa en Afrika een vaste
Verbinding zou ontstaan, en wel door middel
Van 'n overbrugging. De uitvoering stuitte even
eens op financieele moeilijkheden af, terwijl
de technische hinderpalen zoo groot waren voor
dien tijd, dat aan uitvoering nog niet gedacht
had kunnen worden. De Straat van Gibraltar
heeft op één plaats namelijk een diepte van 980
toeter; bü een breedte van 14 Kilometer op een
andere plaats is, is dit voor den bruggenbouw
Van dien tijd een onoverkomelijke Hindernis ge
weest. Op deze diepte de fundamenten voor de
steunpijlers te gaan leggen, dat ging de tech
niek van dien tijd nog boven haar krachten.
Tegenwoordig zou men verschillende armdikke
buizen vereenigen tot een groote buis, door
middel van koelmachines het water hierin laten
bevriezen. De buizen zouden daarbij uitstekend
dienst verrichten. In deze jjskolom zou men het
Water eenvoudig wegpompen. Maar destijds
kende men deze methode nog niet. En daarom
legde men het grootsche plan terzijde en nam
een ander plan onder handen, namelijk dat
Van de onderzee-tunnel.
Nu is, zooals velen bekend zal zijn, een maat
schappij opgericht. Deze maatschappij heeft
feeds een begin gemaakt met de langdurige en
moeilijke metingen. Onder leiding van den in
genieur Pedro Jenevis is een uitgebreide staf
geregeld bezig de zeeëngte van Gibraltar nau-
keurig te onderzoeken, vooral het gedeelte tus
schen de Europeesch-Spaansche kaap Tarifa
en het Marokkaansch-Spaansch dorp Alcazar
Seguer, van hieruit zal de tunnel in zee gaan.
Men is zich volkomen bewust van de gewel
dige moeilijkheden, die zich bij het boren zul
len voordoen; ook is het bekend, dat de laagste
plaats van den tunnel onder een druk zal ko
men te staan van ruim 100 atmosferen, d.w.z.
dat op iederen vierkanten M. tunnelzoldering
een waterzuil van 1.000.000 Kilometer zal rusten
en men heeft reeds ontdekt, dat een bepaald
deel der te boren schacht steenig is; desondanks
zal men het werk ten einde voeren! Men ver
trouwt op de techniek, die reeds zooveel zaken
mogelijk heeft gemaakt, die op het oog onmo
gelijk schenen te zijn. Hoewel het boren van de
Huntingtonmeer-tunnels in Californië, die
21.7 Kilometer lang zijn en van de Simplontun-
nel, die met 19-7 Kilometer op één na de
langste ter wereld is, niet half zooveel moei
lijkheden bood, als deze tunnelbouw zal op
leveren, gelooft en vertrouwt men vast erop,
dat men zal slagen en hoopt men de ervaringen
die men bij deze bouwwerken heeft opgedaan,
bij dit nieuwe werk goed te kunnen gebruiken.
De schoen was tenslotte op een stuk land te
recht gekomen, waar de reiniging het vuil naar
toe liet brengen. Nu, dat was ook geen glorierijk
einde voor dezen eens zoo prachtigen en trots
glimmenden schoen. Eerst had hij den voet ge
sierd van een baron, ja van een heuschen
baron. Toen had zijn kamerdienaar hem cadeau
gekregen. Dat was natuurlijk een gevoelige
knak in den trots van onzen schoen, maar hij
had er zich maar bij neer te leggen. Er was
niets aan te doen. Hij was er één van een twee
ling er was dus een schoen, die bij hem
hoorde en alles precies aan den anderen kant
had zitten als hij. Maar zij waren goede broe
ders geweest, hadden samen veel lief en leed
meegemaakt. Ook zijn tweelingbroeder had het
vreeselyk gevonden om den kamerdienaar als
eigenaar te krijgen en om hem te plagen had
hij hem zoo hard in zijn eksteroog geknepen,
dat de kamerdienaar het uitgilde en de schoe
nen van zijn voeten schopte. Nu, achteraf had
hij er spijt van, dat hij zich door zijn broer had
laten overhalen om den kamerdienaar zoo'n
pijn te doen, want deze wilde de schoenen nu
niet meer dragen en gaf ze weg aan een neef
van hem, die ze wél kon dragen. En nu brak een
vermoeiende tijd voor de twee schoenen aan,
want de neef was arm en moest iederen dag
een langen afstand afleggen om op het kan
toor te komen, waar hij werkte.
Na langen tijd deed de neef de schoenen weg
en zij kwamen nu terecht bij den loopjongen,
die erg blij was met de schoenen, ze eerst
korten tijd alleen 's Zondags droeg, maar al
heel gauw eiken dag en, wat het ergste was, hij
voetbalde met hen, geen blikje op straat was
er voor hem veilig, maar dadelijk trapte hij het
ding een eind vooruit.
Zoo waren de schoenen steeds meer afge
daald en tenslotte kon zelfs de jongen ze niet
meer dragen, maar het leven was tenminste
nog draaglijk geweest, want hij was nooit ge
scheiden geworden van zijn tweelingbroeder.
Maar zelfs dat leed zou hem niet bespaard wor
den. De moeder van den loopjongen vond op
zekeren dag de oude, kapotte schoenen ergens
in een hoek op den zolder liggen en gooide ze
in den vuilnisbak. Maar de hond van de buren
ging altijd alle vuilnisbakken inspecteeren en
haalde er dan alles, wat eetbaar was, uit. Nu
had de moeder juist soep gekookt en de bee-
nen lagen in den aschbak. De hond rook dat
dadelijk en jawel bij het omgooien van den
aschbak, raakten de schoenen elkaar kwijt en
kwamen allebei in een verschillenden aschwa-
gen terecht. Na veel gegooi en gerij belandde
onze rechterschoen tenslotte op het veld, waar
al het vuil altijd werd neergegooid. Hij was on
troostbaar, dat hij zijn broer voor altijd kwijt
was en riep en schreeuwde, maar hij kreeg geen
antwoord zijn broer was en bleef weg!
Terwijl hij juist zoo ontroostbaar op het veld
staat, kriebelt er iets bij hem naarboven en
met barsche stem vraagt hij, wat daar is en
wie daar is. Een kleine grauwe veldmuis piept
als antwoord en zegt: „Ach meneer schoen, ik
zoek voor mij en mijn man een nieuwe woning
en ik dacht zoo, misschien zou ik in u kunnen
wonen!"
De schoen dacht even na en zei toen: „Nou,
ga je gang dan maar". De muizen klommen in
den schoen en maakten een heerlijk warm
nestje in den neus, waar al heel gauw een hee-
leboel kleine muisjes lagen. De schoen stond
doodstil en hield wacht over al dat lieve
1 goedje en zoo eindigde zijn leven töch nog nut
tig, al was het dan maar als muizenwoning.
yjiiiiiiiiuuuuiwumn
nnnmnmmnininiijj=
HILVERSUM 1875 M. 8 uur AVRO gramo-
foonmuziek; 10 uur morgenwijding; 10.15 gra-
mofoonmuziek; 10.30 volksliederen en dansen
uit alle tijden door Hanneke Mouton; 11 uur
mevr. M. Ritter-Landré„Kinderen uit het zon
nige Zuiden"; 11.30 zangvoordracht door Karin
Maria Kwant; 12 uur Omroep klein orkest o.l.v.
Nico Treep. Tusschenspel van gramofoonmu-
ziek; 2.15 Rustpoos voor het verzorgen van den
zender; 2.30 gramofoonmuziek; 2.45 praatje over
de a.s. knip- en naaicursussen door mevr. Ida
de Leeuw van Rees; 3 uur kamermuziek; 3.30
uitzending uit café-restaurant „Central" te
Den Haag; 4.30 Radiokinderkoorzang o.l.v. Ja
cob Hamel; Kovacs Lajos en zijn orkest; tus
schenspel van gramofoonmuziek; 7 uur gramo
foonmuziek; 7.30 dr. M. Th. Hillen: „De Griek-
sche mythologie"; 8 uur orgelconcert uit het
Kurhaus te Scheveningen; 9 uur mevr. Kete
laar van Gogh: Zonnestraalcollecte; 9.15 Om
roeporkest o.l.v, Nico Treep; 9.45 Hawai-muziek
door „The Hawaiian Three; 10 uur nieuwsbe
richten van het Persbureau Vaz" Dias; 10.10
Omroeporkest o.l.v. Nico Treep; 11 uur gramo
foonmuziek.
HUIZEN 296 M. K.R.O. 8 uur morgen
concert; 10 uur gramofoonmuziek; 11.30 gods
dienstig halfuurtje; 12.15 politieberichten, daar
na K.R.O.-trio o.l.v Piet Lustenhouwer; 1.45
gramofoonmuziek; 2 uur vrouwenuurtje; 3 uur
gramofoonmuziek; 3.30 rustpoos voor het ver
zorgen van den zender; 4 uur gramofoonmuz.;
5 uur K.R.O. kunstensemble; 6 uur Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart; 6.30 vervolg con
cert; 6.45 mevr. H. Cuppens-Geurs: „De a.s.
modecursus"; 7 uur gramofoonmuziek; 7.10 cau
serie; 7.30 politieberichten; 7.45 Verbondskwar-
tiertje; 8 uur K.R.O.-orkest o.l.v. Johan Ger
ritsen; 9 uur Persberichten van het Persbureau
Vaz Dias; 9.15 „De koningstijger van IJdorp",
hoorspel; 10 uur vervolg concert; 11 uur gra
mofoonmuziek.
BRUSSEL, 509 M. 1.30 gramofoonmuziek,
5.20 concert door radio Militair Orkest; 7.05 gra
mofoonmuziek; 8.20 concert door het Omroep-
symphonie-orkest o.l.v. Arthur Meulemans;
10.30 gramofoonmuziek.
KALUNDBORG, 1153 M. 3.20 omroeporkest
o.l.v. Emil Reesen; 8.20 omroeporkest o.l.v. Fritz
Mahler; 9.50 pianorecital; 10.55 Mexicaansche
liederen; 11.20 dansmuziek.
BERLIJN, 419 M. 7.30 populair concert;
9.30 concert door het symphonie-orkest.
HAMBURG, 372 M. 2.30 gramofoonmu
ziek; 4.50 concert; 8.20 concert door het ver
sterkte symphonie-orkest van Bremen o.l.v.
Martini; 10.30 concert.
KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 2.20
gramofoonmuziek; 10.50 concert.
LANGENBERG, 472 M. 12.20 populair con
cert uit München; 1.20 concert o.l.v. Wolf; 11.00
concert o.l.v. Wolf.
DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelconcert;
1.05 concert; 4.50 concert door Moschetto; 7.40
Vaudeville; 9,20 gramofoonmuziek; 10.20 viool
recital.
PARIJS (Eiffel), 1446 M. 8.50 kamermu
ziek.
PARIJS R., 1725 M. 8.05 gramofoonmuziek;
7.40 idem; 9.05 concert door het omroeporkest;
9.50 voortzetting concert.
MILAAN, 331 M. 8.50 „Ideal", operette in
drie bedrijven, van Tosti.
ROME, 441 M. 9.05 concert.
WEENEN, 517 M. 5.25 populair concert:
8.populair concert; 10.10 dansmuziek.
WARSCHAU, 1411 M. 5.20 Symphonie-
concert; 6.40 dansmuziek; 8.20 populair concert
door het Omroeporkest; 10.20 dansmuziek.
BEROMÜNSTER, 460 M. 10.20 concert door
het Omroeporkest.
VOOR NADERE BIJZON DE RH ÉDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
Wist U, dat het roet uit fabrieksschoorstee-
nen in de Vereenigde Staten per hoofd 60 Mark
schade veroorzaakt?
dat met Photocellen, de zoogenaamde „elec-
trische oogen", by het onderzoek van metalen,
materiaalfouten ontdekt kunnen worden, welke
kleiner zijn dan het duizendste gedeelte van
een milimeter?
dat de „eeuwige Lampen" van de Romeinsche
Vestaalsche maagden naar alle waarschijnlijk
heid van asbest voorzien waren?
dat het luchtvaartverkeer, ondanks de heer-
schende depressie, in sterk stijgende lijn is?
dat 90% van de wereldbehoefte aan jodium
uit Chili komt?
dat gewone keukenaanrechten o.m. sterk de
bacteriën voor typhus en dihpterie versprei
den kunnen?
dat de Canadeesche pelsdierbedrijven, die in
1930 slechts 3% der Canadeesche vellen lever
den, thans reeds 20% dezer producten opbren
gen?
dat de eerste luchtbanden ongeveer honderd
jaar geleden voor het eerst gebruikt werden, en
men ze toen vervaardigde van leer en linnen
inplaats van het thans gebruikelijke rubber?
(United Press)
De emotie der begrooting
Is zoo'n beetje weer gezakt.
Ons humeur, dat zeer bedreigd werd, m
Is gelukkig nog intact!
Ja, wij schrokken van de kopjes,
Uit elkaar en vet gedrukt,
Met geweldige bedragen
Uit de rekening gerukt!
't Waren allemaal millioenen
En het kleinste postje stond
Op zin minste met vijf cijfers
En in guldens afgerond.
Zulke rekeningen zien we
Inderdaad niet eiken dag,
Dus geen mensch keek nog verwon-
derd j
Toen hij daar tekorten zag!
En men zag in zijn gedachten, j
Toen men de begrooting las,
Ook zijn eigen huishoudboekje
En het saldo in de kas!
Dus een saldo! ook al was nog
Lang niet alles afbetaald.
Evenwel een vijf-tal cijfers
Werd in verre niet gehaald!
Een paar tientjes en een zegel
En we zijn weer boven Jan,
Dus wij hebben geen behoefte
Aan een stukje Wélter-plan!
En wanneer wij vergelijken
Is ons saldo zelfs niet kwaad.
Dus wij blijken nog ten slotte
Heel wat rijker dan de Staat!
MARTIN BERDEN I
(Nadruk verboden)
Het Cunard-stoomschip „Scythia" heeft op
een proefvaart van Liverpool naar New-York
een nieuw soort brandstof gebruikt voor een
van de zes olieketels. Dit product bestaat uit
60 pet. ruwe olie tegen 40 pet. fijn verdeelde
koolstof. Het mengsel schijnt in de practijk
behoorlijk te voldoen. Het is een bruine, kle
verige massa, die wat uiterlijk betreft, op stroop
gelijkt. Wanneer men haar zachtjes verwarmt,
wordt ze geheel vloeibaar.
De asch is wit en heeft een zeer gering
soortelijk gewicht, zoodat zij met de gassen
ontwijkt, zonder het schip te verontreinigen.
De belangrijkheid van de uitvinding is na
tuurlijk afhankelijk van den prijs en de mo
gelijkheden, die de vinding biedt. Misschien
zal koning kool nu weer den concurrentiestrijd
tegen de olie kunnen aanbinden. De prijs
wordt 5 tot 10 shilling lager geschat dan die
van olie. De laatste kost per ton op 't oogen
blik 60 shilling. Kool kost 12 shilling.
Tschang-Li zat in 'n theater in 't hartje van
Londens West-End. Eindelijk dan had hij het
doel van z'n rondzwerven over de halve wereld
bereikt.
Hij zat op de galerij, op een van de achterste
banken, zoo goed als heel alleen en hij dankte
z'n goden, die hem in die gunstige omstandig
heid gebracht hadden, nu het uur gekomen was,
waarop z'n zending zou eindigen
Het orkest van „Odeon" speelde vroolijke
wjjsjes, maar Tschang-Li hoorde het niet. On
beweeglijk, met z'n lange, amberkleurige vin
gers als klauwen van een roofdier om de arm
leuningen van zijn stoel geklemd, zat hij daar
en liet z'n loensche oogen over de aanwezige
toeschouwers dwalen. Zonder hen echter te zien,
want hij was met volle aandacht bij de taak,
voor welker uitvoering hij wellicht reeds binnen
enkele minuten zou staan.
Na eenige oogenblikken verdween de danseres,
stormachtig door het publiek toegejuicht, achter
de coulissen. Haar nummer was afgeloopen. Nu
werd Tschang-Li vol aandacht. Strak vestigde
hij z'n blikken op het tooneelscherm. Langzaam
werd het opgerold, maar toen het geheel in de
hoogte was en het volgende „nummer" voor het
voetlicht trad, ontspanden zich z'n trekken en
met iets als teleurstelling in z'n oogen liet hij
zich weer achterover in z'n stoel vallen; zijn tijd
was nog niet gekomen. De man was niet de
gene, dien hij zocht. Burnell zag er heel an
ders uit. Uit duizenden zou hij hem herkend
hebben, zelfs op een grooteren afstand dan dien,
welke hem nu van het tooneel scheidde. Burnell
was lang en lenig. En de man die nu optrad, was
klein en mager. Neen, dat was Burnell niet.
Tschang-Li sloot z'n oogen. Wat de man daar
op het tooneel zong, interesseerde hem niet. Hij
was geheel vervuld van de gedachte aan zijn
wraak. Langzaam, bijna onmerkbaar, bewoog z'n
rechterhand in z'n zijzak. Daar zat 'n revolver,
gereed om na een enkele beweging van den
trekker het moordend lood dat zij bevatte, ab
soluut geruischloos uit te zenden. Zes kogels za
ten er op; zes schoten, en geen enkel geluid
zouden ze doen hooren.
Zóó, met z'n vingers om het wapen geklemd,
de oogen bijna geheel gesloten, bleef Tschang-
Li als een roofdier zitten wachten op de ver
schijning van Burnell. Wie of wat die Burnell
was, zou Tschang-Li niet hebben kunnen zeggen.
Hij wist alleen, dat Burnell, jaren geleden, de
geheime vereeniging, waarvan ook Tschang-Li
lid was, had verraden, en dit verraad was door
het bestuur nooit vergeven. Burnell had China
verlaten, maar een van de schranderste en
wraakzuchtigste leden was door de vereeniging
uitgezonden om hem te straffen.
Gedurende twee lange jaren had Tschang-Li
heel Europa afgezocht. In het begin had hij ge
dacht geluk te hebben. Dadelijk reeds bij z'n
aankomst in Parijs was hij blijven stil staan voor
Toen Robbie en Topsy op een
goeden dag over de heuvels zwier
ven, kwamen ze Freddy Vrijdag en
Ivy tegen met een kudde kleine
antilopen. Freddy was bezig schijf
jes te snijden van een stuk brood.
„Wat zijn dat aardige kleine din
gen," zei Topsy,
brood?"
„Ze krijgen stukjes
„Voed je ze met
geroosterd
brood," zei de zeeman. „Antilopen
zijn verzot op geroosterd brood."
„Dan moet jij dat geroosterd brood
maar maken," zei Ivy. „Ik weet
wel, dat ik het voor dezen geheelen
troep niet zal doen. Ik heb meer dan
genoeg te doen zonder dat."
„Het is absoluut overbodig ge
roosterd brood te maken," zei de
zeeman. „Deze antilopen hebben ge
leerd hun eigen geroosterd brood te
bereiden."
Terwijl hij dit zei, legde Freddy
Vrijdag een snede brood op de
hoorns van elke antilope, die naar
hem toekwamen.
„Kijk eens, hoe ze naar de keuken
rennen, om ze in de oven te leg
gen," lachte Freddy. „Ze vragen
je heelemaal niet het brood voor
hen te roosteren, Ivy."
„Hoe kon ik weten, dat ze zelf
hun brood roosteren?" zei Ivy.
(Morgenavond vervolg.)
(Ingezonden mededeelingj
een hel verlicht gebouw, waar 'n bijna levens
groot portret hing van den man dien hij zocht.
Hij was 't theater binnen gegaan, echter alleen
om te ontdekken, dat Burnell niet meer optrad.
Het programma werd dienzelfden dag veran
derd.
Tschang-Li was toen naar Berlijn, Weenen,
Londen, Liverpool, weer naar Londen en weer
naar Parijs gegaan. Toen naar New-York. Hij
had tegen geen vermoeienissen opgezien en te
genslag had hem niet ontmoedigd. Met het ge
duld, z'n ras eigen, had hij volgehouden, vast
overtuigd, zijn doel te zullen bereiken en z'n
man te vinden. En nu vanavond, terwijl hij
zich doelloos ophield voor het Odeon-Theater
in Londen, had hij opeens Burnell's portret ge
zien. Er onder stond met groote letters: James
Burnell. Hedenavond!
Tschang-Li had begrepen, dat Burnell dien
avond in het Odeon-theater optrad. Zijn man
was in 't gebouw. Direct had hij z'n plaatsbewijs
genomen en nu zat hij op de achterste rij van
de galerij en wachtte tot Burnell zou optreden.
Onwillekeurig omklemde z'n hand steviger de
revolver, die in z'n jaszak verborgen zat.
De komiek op het tooneel had z'n laatste
liedje gezongen. Het publiek lachte en applau
disseerde. Tschang-Li keek weer naar 't scherm.
Burnell zou komen; nu of in een volgend num
mer. Een lichte schok doortrilde z'n lichaam,
toen hij Burnell glimlachend zag verschijnen.
Daar stond Burnell, buigend en glimlachend
voor het publiek, dat hem stormachtig toe
juichte. Langzaam richtte Tschang-Li zich op.
Een wreede trek verscheen op z'n breed gelaat
en z'n rechterhand kwam langzaam uit z'n
zak. Voorzichtig keek hij om zich heen en zag.
dat alle andere bezoekers, die in zijn nabijheid
zaten, een en al aandacht waren voor den ar
tist. Niemand lette op hem, Tschang-Li.
Tot z'n verbazing zag hij, dat Burnell twee
tooneelknechts wenkte en dezen hem vastbon
den pp een stoel met een hoogen rug. Zij bon
den z'n enkels en zelfs z'n nek, voor zoover dat
mogelijk was zonder hem te beletten adem te
halen. En gedurende al dien tijd bleef Burnell
maar praten en lachen tegen de bezoekers.
Verwonderd staarde Tschang-Li naar 't too
neel. Hij voelde zich een weinig opgewonden,
omdat de uitvoering van z'n plan hem zoo ge
makkelijk werd gemaakt, nu Burnell daar voor
z'n oogen stevig vastgebonden werd. Wel is waar
was hij van de zekerheid van z'n schot over
tuigd, maar nu werd z'n zekerheid verdubbeld.
Burnell kon zich immers niet meer bewegen!
Toen een van de tooneelknechts een laken
wierp over den zittenden illusionist, haalde
Tschang-Li den haan van z'n wapen geruisch
loos over en richtte op het hoofd van Burnell,
dat zich nog duidelijk afteekende onder het
strak getrokken laken. De oogen van den Chi
nees schitterden. Z'n wraak werd hem wel ge
makkelijk gemaakt.
Tschang-Li glimlachte flauwtjes. Toen schoor
hij. Er volgde geen geluid. Weer schoot hij en
weer. Zesmaal zond het geluidlooze wapen z'n
doodelijk lood en niemand op de galerij noch
ergens anders in het theater hoorde ook maar
het minste geluid.
Maar op het tooneel gebeurde er iets. Het la
ken viel als een vormlooze massa op den
grond
Zachtjes, zonder eenig gedruisch te maken,
stond Tschang-Li op en zocht naar den uit
gang. Maar eensklaps bleef hij staan. Op eenige
meters afstand van hem, naast de rij waarop
hij had gezeten, stond iemand, dien hij daar
net niet gezien had. Zou deze gemerkt hebben,
dat hij schoot?
Tschang-Li staarde in verwarring naar den
man vóór hem. Er was geen tijd te verliezen
Haastig griste hij in z'n binnenzak en haalde
een paar bankbiljetten te voorschijn, die hij de
zwijgende gestalte in de hand drukte, terwijl
hij een langen, beenigen wijsvinger op de lip
pen legde, als een verzoek om te zwijgen. Een
oogenblik later was hij weg en snelde, lenig als
een kat, de hooge, steenen trap af. Geen tien
seconden later was hij in een der duistere zij
straten verdwenen, zooals alleen een Chinees
verdwijnen kan.
In het Odeon-theater duurde het applaus
nu al een paar minuten. Aller oogen waren
lachend op de galerij gericht, waar de onge
ëvenaarde illusionist James Burnell op z'n be
minnelijke manier stond te buigen voor een rij
kleine electrische lampjes. Maar terwijl hy zelf
verheugd was bij de gedachte dat z'n truc om
van het tooneel te verdwijnen en weer in de
galerij op te duiken, zoo schitterend was ge
slaagd, vroeg hij zich ook af, hoe het mogelijk
was, dat het laken dit keer gevallen was, voor
dat hij er het teeken toe had gegeven. Hij had
maar amper den tüd gehad de galerij te berei
ken.
Als het eenige seconden vroeger was geval
len, zou z'n truc mislukt zijn. Het publiek zou
dan hebben gezien, hoe hij onder het laken uit
kroop en dit alleen maar den vorm van z'n
hoofd en lichaam behield, dank de bijzondere
wijze waarop het linnen was geprepareerd.
Toen Burnell echter achter de coulissen was
teruggekeerd en daar z'n requisieten opborg
voor de voorstelling van den volgenden avond,
kwam hij opnieuw voor een raadsel te staan.
Hy vroeg zich af, hoe het mogelijk was, dat
er in het laken en in de hooge leuning van den
stoel zes kogelgaten zaten; zes kogelgaten, zóó
dicht by elkaar, dat ze gemakkelijk door een
twee shillingstuk konden bedekt worden.
Maar het meest stond hy verbaasd over den
Chinees, die, juist toen hij op het punt was
het publiek van de galerij af toe te spreken,
hem een paar bankbiljetten in de hand had
gestopt en daarbij een gebaar van: mondje
'cht had gemaakt.
A 11* .'A op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f 9/1/1/J bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/) bij een ongeval met f QC/l bij verlies van een hand f 1 Of Dij verlies van een f Cfl bij een breuk van f Afk by verlies van 'n
AllS ClDOTITIS S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen OUUU»"verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen t/t/."" doodelijken afloop ZiOU»m een voet of een oog# 1 £tOmduim of wijsvinger vl/»~been of arm# Tri/»" anderen vinger
60
Zij trachtte haar gedachten te verzamelen.
Je bent overweldigd, zie ik, zei hy zacht
jes. O, hoe zou dat ook niet? Vyf jaar, sinds
ons geluk ons zoo plotseling ontnomen werd,
Chérie! O, maar dat was wreed! Je hebt al
dien tyd aan mij gedacht, geloof ik zeker. Je
hebt medelijden met my gehad! O, hoe dik-
tvyls heb ik 's nachts wakker gelegen in mijn
cel en me vol verlangen zoo'n weerzien voor
gesteld, als dit!
Zy dwong zichzelf tot spreken, met bleeke
lippen. Hoe vreemd klonken haar woorden, hoe
kil en nauw hoorbaar! Toch deed de inspan
ning haar pyn.
Ik zal jehet geld geven, zei ze. Méér,
als je wilt.
Ah, zei hy peinzend, het geld. Dat had
ik vergeten. Het was niet aardig van je, om
weg te loopen en je te verstoppen, kleine meid!
Het was niet aardig van je, om me niets te
sturen, toen ik in de gevangenis was. O, ik heb
geleden, dat kan ik je wél zeggen. Er is heel
wat goed te maken voor je, schat! Dat zou ik
bijna vergeten hebben, zoo bekoorlijk zie je er
uit. Je zou mijn hoofd op hol brengen.
Zij lachte als een waanzinnige. Zy hief haar
handen op.
Luister, zeide zy. Ik ben in je macht,
dat geef ik toe. Ik wil een regeling treffen. Ik
wil alles teekenen. Wat wil je hebben? Hoe
veel? Je zult rijk zyn maar je moet nu
weggaan.
Hij zag haar vast in de oogen, en zy las
boosaardigheid in zijn blik.
Kleine meid, zeide hy, nog altijd met een
zweem van spot in zijn fluisterstem, be
denk toch eens, hoe je uit myn armen werd
gerukt! Denk toch eens na, hoe wreed dat
was! Ik kan je niet opgeven, lieve verloofde.
Wat nu dat geld betreft ik ben gekomen,
om m ij n portie op te eischen. We hebben
immers al geteekend. Begrijp je dat dan niet,
kleine domme heks? Maar waarom zoo'n haast?
Dat geld kan wachten. Maar jou kan en wil
ik nooit opgeven, kleine meid.
Zy stond verbysterd en sprakeloos tegen de
tafel geleund. Zij trachtte te roepen, doch haar
stem scheen niet te komen. Zij behoefde slechts
te bellen en zij bewoog zich niet. Tenslotte
vond zy haar spraak terug.
O, luister toch naar me, één oogenblik,
smeekte ze als waanzinnig. Het is waar, dat
ik.... dat beloofd heb, maar het was allemaal
een complot en ik was een kind. Je zult
jouw deel hebben van myn geld. Laat me nu
met rust, en ik zweer het: je zult ryk zijn. Je
kunt naar Parijs terugkeeren, en hoeft niet
langer een avonturier te zijn. Je kunt met dat
geld doen wat je wilt en je eigen gang gaan.
Ook toen nog werkte haar verstand snel. Zy
durfde niet spreken over onwaarde van al die
overeenkomsten, uit vrees, dat ze hem wan
hopig zou maken. Zy trachtte te werken op
zijn begeerigheid.
Ik ben je verloofde niet meer, kermde zy.
Je zult meer geld hebben, dan je ooit in je
leven gehad hebt. Maar denk niet meer aan
my
Hij zag haar hoonend aan.
Heeft een ander misschien myn plaats in
genomen? vroeg hij.
Ja neen dat wil zeggen, er is iemand
van wien ik houd, riep zij. Je weet, wat je
met geld doen kunt, in Parijs. Alles! Alles!
Hy kwam op haar af met dreigend uitge
strekte armen, en de woorden bestiervén haar
op de lippen. Weer trachtte zij te roepen,
maar zy slaakte geen geluid. Dan deinsde hij
achteruit, met een vloek, en keek naar de
deur van de aangrenzende kamer.
Wie is er in die kamer? vroeg hij snel.
Mijn kamenier, loog ze.
Hij deed vlug enkele passen door het ver
trek. De deur werd opengeworpen, en Maurice
kwam binnen. Ernestine bezwymde, doch
dwong zich weer tot bewust'zyn, louter en
alleen door de kracht van haar wil. Snikkend
en lachend tegelijk, trachtte zy zich naar de
bel te sleepen, doch Jean le Roi stond haar
in den weg. Jean le Roi was kalm, maar boos
aardig.
Wat komt hier doen, by myn verloofde?
vroeg hy.
Ik kom hier, om u uit dit huis te zet
ten, antwoordde Maurice, met een snellen blik
door de kamer. Wilt u rustig gaan?
Uit dit huis? zei Jean le Roi op zachten
toon. Waar zij bij staat? Wie bent u?
Wat komt er niet op aan, antwoordde
Maurice. In ieder geval geen boef. Laat het
genoeg zyn. En laat ik je dit vertellen als
ik te laat gekomen was, zou ik je je nek om
gedraaid hebben.
Jean le Roisprong op hem toe als een kat,
zijn beenen van den grond, zyn eenen arm om
den nek van den ander, en iets flikkerends
in zijn hand. Alleen zyn geweldige kracht redde
Maurice. Hij waagde het er op geworgd te
worden, en pakte Jean le Roi's rechterarm in
zulk een greep, dat hij den man half door de
kamer slingerde. Het been knapte, en het mes
ontglipte aan zijn krachtelooze vingers. Doch
Maurice liet hem een seconde te vroeg los.
Jean le Roi bezat al den moed, en ongevoelig
heid voor pyn, van een wild dier. Hy stak zyn
voet uit en met een kunstje, dat hem
dagelyksch werk was, deed hy Maurice zoo
danig struikelen, dat hy zwaar neerviel. Jean
le Roi boog zich op zyn knieën over hem heen,
terwyl hij zwaar adem haalde en moordlust
hem uit de oogen straalde. Maurice haalde
nauwelijks adem. Hij lag volmaakt stil. Jean le
Roi krabbelde overeind, en wendde zich tot
Ernestine.
U ziet, juffrouw, zeide hy, hoe ik zal
omspringen met uw knechtjes, als er soms nog
meer in de buurt zijn. Trek maar niet aan dat
koord, daar heb ik al voor gezorgd toen ik bin
nenkwam. Ik ben gewoon om te vechten om
wat ik hebben wil, en ik geloof, dat ik dit
maal
Hij uitte opeens een lichten dierlijken kreet.
Hy wist, dat dit het einde was, want hij was
van achteren aangegrepen en was als een kind
in den krachtigen greep, die hem tot machte
loosheid doemde.
Je bent een beetje te haastig, vriend,
merkte Maurice op. Ik was bang, dat ik op
myn voeten niet zoo vlug zou zijn als jy
daarom heb ik een oogenblikje uitgerust. Maar
geen enkele man is ooit aan dezen greep ont
snapt, tot ik verkoos om hem los te laten.
Nu is de weg vrij, voegde hij erbij, zich tot
Ernestine wendend. Wilt u de gang ingaan
en de bedienden waarschuwen? Komt u maar
niet terug.
Bent uvolkomen veilig? stamelde zy.
Beslist, ontwoordde hy. Ik zou hem
met één hand kunnen houden.
Jean le Roi richtte het hoofd op. Zyn her.
sens werkten snel.
Luister! riep hy uit. Het spel is uit
ik ben verslagen ik erken het. Waarom be
dienden hier halen? De zaak kan beter onder
ons afgedaan worden..
Ernestine bleef staan. In dien eersten storm
van verlichting had zij er niet aan gedacht,
dat, als Jean le Roi gevangen werd gezet en
zy zelf hem vervolgde, de heele ellendige ge
schiedenis voor den dag moest komen. De
ander ging voort.
Geef me geld, zeide hy, alleen maar
de helft van wat je me zoo juist aanboodt en
je zult je volle vrijheid hebben.
Ernestine glimlachte. Iets van de vreugde
van enkele uren geleden keerde eenigermate
tot haar terug.
Die heb ik al, antwoordde zy. Ik hoor
de vanavond de waarheid, Jean Hurier.
Jean le Roi haalde de schouders op. Het
spel was dus absoluut Uit! Wat een avond van
rampen!
Laat me gaan, zeie hij. Ik vraag niets
meer.
Ernestine en Maurice wisselden een blik. Zij
verdween een oogenblik in de andere kamer
en verscheen dan weer in een langen mantel.
Kom zachtjes mee, zeide ze, dan zal ik
je uitlaten