Een onderzeesche tunnel R olftinsson Sciioeiif 11 EUROPA EN AFRIKA RADIO-PROGRAM ONZE POSITIE! DE WRAAK VAN TSCHANG'LI ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN VROUW I DET HET MASKER S MAANDAG 26 SEPTEMBER De straat van Gibraltar door een tunnel gekruist Grootsche plannen Een reuzentunnel DE OUDE SCHOEN Dinsdag 27 September WIST U DAT? VERHAAL VAN DEN DAG Nieuwe brandstof IValuurlylc Boopl iedere Hollandsche jongen op AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL FEUILLETON (Wordt vervolgd) Van alle plannen, die ontspruiten uit het Groot-Europa-plan moet helaas gezegd worden, dat zij in de eerste jaren wel niet verwezen lijkt zullen worden. Afgezien van de vele par ticuliere belangen, de tallooze belangen der deelnemende landen, is vooral de enorme moei lijkheid der financiering een der vele hinder palen, dit werk uit te voeren, want om den aardbol een ander gezicht te geven, heeft men geld noodig, geld, geld en nog eens geld! Zoo heeft men bijv. het plan van een Franschman, die de grootste woestijn ter wereld, de ruim 6 toillioen vierkante Kilometer groote Sahara wil Veranderen in dat, wat zij vroeger was.... nJ. oen zee. Hij wilde dit bereiken door de berg keten, die woestijn en zee van elkander scheidt, door te steken en zoodoende de uitgestrekte zandwoestijn te laten onderloopen. Even grootsch is het plan van den Duitscher, die de geheele Middellandsche Zee wil dempen, resp. ■Wil laten uitdrogen. Hij had zich dat als volgt Voorgesteld: Men wil de Middellandsche Zee afsluiten door de Straat van Gibraltar (90 Kilometer lang en 14 breed) en den Bosporus (1.3 K.M. breed Dardanellenstraat) te dempen. Daarna wil men de zee langzaam laten uitdrogen. Daar de rand van deze zee betrekkelijk vlak is, maar uiterst breed, heeft men berekend, dat de Middellandsche zee, die ongeveer de helft van de oppervlakte der Sahara inneemt, reeds na enkele tientallen jaren ruim 1/4 water verloren zou hebben. De ondiepten, die er in deze zee bestaan, en waarbij de grootste 4400 Meter aangeeft, wil men als aparte, kleine zeeën laten bestaan, want ook zonder de door deze ondiepe oppervlakte zou men binnen een be trekkelijk korten tijd in den letterlijken zin des Woords een heel werelddeel uit zee gestampt hebben. Vruchtbare koloniën zouden daar ont staan, waar thans zoute wateren bruisen, want het Middellandsche Zee-klimaat is zeer ge zond. Bovendien versmolten dan de beide we- relddeelen Europa en Afrika.... alleen: de toenschheid, die de vruchten dezer aard-model leering zal kunnen genieten, zal nog wel tien tallen, zoo niet honderdtallen jaren moeten Wachten. Plotseling kijkt ieder ter wereld op.een ander plan, een evengroot project nadert de Verwerkelijking! De Straat van Gibraltar, de zeestraat, die den drempel vormt van de Mid dellandsche Zee, die Atlantische Oceaan en Middellandsche Zee scheidt, zal door een tun- Del gekruist worden! Reeds in het begin van deze eeuw hadden enkele Engelsche ingenieurs 'n plan uitgewerkt, Waardoor tusschen Europa en Afrika een vaste Verbinding zou ontstaan, en wel door middel Van 'n overbrugging. De uitvoering stuitte even eens op financieele moeilijkheden af, terwijl de technische hinderpalen zoo groot waren voor dien tijd, dat aan uitvoering nog niet gedacht had kunnen worden. De Straat van Gibraltar heeft op één plaats namelijk een diepte van 980 toeter; bü een breedte van 14 Kilometer op een andere plaats is, is dit voor den bruggenbouw Van dien tijd een onoverkomelijke Hindernis ge weest. Op deze diepte de fundamenten voor de steunpijlers te gaan leggen, dat ging de tech niek van dien tijd nog boven haar krachten. Tegenwoordig zou men verschillende armdikke buizen vereenigen tot een groote buis, door middel van koelmachines het water hierin laten bevriezen. De buizen zouden daarbij uitstekend dienst verrichten. In deze jjskolom zou men het Water eenvoudig wegpompen. Maar destijds kende men deze methode nog niet. En daarom legde men het grootsche plan terzijde en nam een ander plan onder handen, namelijk dat Van de onderzee-tunnel. Nu is, zooals velen bekend zal zijn, een maat schappij opgericht. Deze maatschappij heeft feeds een begin gemaakt met de langdurige en moeilijke metingen. Onder leiding van den in genieur Pedro Jenevis is een uitgebreide staf geregeld bezig de zeeëngte van Gibraltar nau- keurig te onderzoeken, vooral het gedeelte tus schen de Europeesch-Spaansche kaap Tarifa en het Marokkaansch-Spaansch dorp Alcazar Seguer, van hieruit zal de tunnel in zee gaan. Men is zich volkomen bewust van de gewel dige moeilijkheden, die zich bij het boren zul len voordoen; ook is het bekend, dat de laagste plaats van den tunnel onder een druk zal ko men te staan van ruim 100 atmosferen, d.w.z. dat op iederen vierkanten M. tunnelzoldering een waterzuil van 1.000.000 Kilometer zal rusten en men heeft reeds ontdekt, dat een bepaald deel der te boren schacht steenig is; desondanks zal men het werk ten einde voeren! Men ver trouwt op de techniek, die reeds zooveel zaken mogelijk heeft gemaakt, die op het oog onmo gelijk schenen te zijn. Hoewel het boren van de Huntingtonmeer-tunnels in Californië, die 21.7 Kilometer lang zijn en van de Simplontun- nel, die met 19-7 Kilometer op één na de langste ter wereld is, niet half zooveel moei lijkheden bood, als deze tunnelbouw zal op leveren, gelooft en vertrouwt men vast erop, dat men zal slagen en hoopt men de ervaringen die men bij deze bouwwerken heeft opgedaan, bij dit nieuwe werk goed te kunnen gebruiken. De schoen was tenslotte op een stuk land te recht gekomen, waar de reiniging het vuil naar toe liet brengen. Nu, dat was ook geen glorierijk einde voor dezen eens zoo prachtigen en trots glimmenden schoen. Eerst had hij den voet ge sierd van een baron, ja van een heuschen baron. Toen had zijn kamerdienaar hem cadeau gekregen. Dat was natuurlijk een gevoelige knak in den trots van onzen schoen, maar hij had er zich maar bij neer te leggen. Er was niets aan te doen. Hij was er één van een twee ling er was dus een schoen, die bij hem hoorde en alles precies aan den anderen kant had zitten als hij. Maar zij waren goede broe ders geweest, hadden samen veel lief en leed meegemaakt. Ook zijn tweelingbroeder had het vreeselyk gevonden om den kamerdienaar als eigenaar te krijgen en om hem te plagen had hij hem zoo hard in zijn eksteroog geknepen, dat de kamerdienaar het uitgilde en de schoe nen van zijn voeten schopte. Nu, achteraf had hij er spijt van, dat hij zich door zijn broer had laten overhalen om den kamerdienaar zoo'n pijn te doen, want deze wilde de schoenen nu niet meer dragen en gaf ze weg aan een neef van hem, die ze wél kon dragen. En nu brak een vermoeiende tijd voor de twee schoenen aan, want de neef was arm en moest iederen dag een langen afstand afleggen om op het kan toor te komen, waar hij werkte. Na langen tijd deed de neef de schoenen weg en zij kwamen nu terecht bij den loopjongen, die erg blij was met de schoenen, ze eerst korten tijd alleen 's Zondags droeg, maar al heel gauw eiken dag en, wat het ergste was, hij voetbalde met hen, geen blikje op straat was er voor hem veilig, maar dadelijk trapte hij het ding een eind vooruit. Zoo waren de schoenen steeds meer afge daald en tenslotte kon zelfs de jongen ze niet meer dragen, maar het leven was tenminste nog draaglijk geweest, want hij was nooit ge scheiden geworden van zijn tweelingbroeder. Maar zelfs dat leed zou hem niet bespaard wor den. De moeder van den loopjongen vond op zekeren dag de oude, kapotte schoenen ergens in een hoek op den zolder liggen en gooide ze in den vuilnisbak. Maar de hond van de buren ging altijd alle vuilnisbakken inspecteeren en haalde er dan alles, wat eetbaar was, uit. Nu had de moeder juist soep gekookt en de bee- nen lagen in den aschbak. De hond rook dat dadelijk en jawel bij het omgooien van den aschbak, raakten de schoenen elkaar kwijt en kwamen allebei in een verschillenden aschwa- gen terecht. Na veel gegooi en gerij belandde onze rechterschoen tenslotte op het veld, waar al het vuil altijd werd neergegooid. Hij was on troostbaar, dat hij zijn broer voor altijd kwijt was en riep en schreeuwde, maar hij kreeg geen antwoord zijn broer was en bleef weg! Terwijl hij juist zoo ontroostbaar op het veld staat, kriebelt er iets bij hem naarboven en met barsche stem vraagt hij, wat daar is en wie daar is. Een kleine grauwe veldmuis piept als antwoord en zegt: „Ach meneer schoen, ik zoek voor mij en mijn man een nieuwe woning en ik dacht zoo, misschien zou ik in u kunnen wonen!" De schoen dacht even na en zei toen: „Nou, ga je gang dan maar". De muizen klommen in den schoen en maakten een heerlijk warm nestje in den neus, waar al heel gauw een hee- leboel kleine muisjes lagen. De schoen stond doodstil en hield wacht over al dat lieve 1 goedje en zoo eindigde zijn leven töch nog nut tig, al was het dan maar als muizenwoning. yjiiiiiiiiuuuuiwumn nnnmnmmnininiijj= HILVERSUM 1875 M. 8 uur AVRO gramo- foonmuziek; 10 uur morgenwijding; 10.15 gra- mofoonmuziek; 10.30 volksliederen en dansen uit alle tijden door Hanneke Mouton; 11 uur mevr. M. Ritter-Landré„Kinderen uit het zon nige Zuiden"; 11.30 zangvoordracht door Karin Maria Kwant; 12 uur Omroep klein orkest o.l.v. Nico Treep. Tusschenspel van gramofoonmu- ziek; 2.15 Rustpoos voor het verzorgen van den zender; 2.30 gramofoonmuziek; 2.45 praatje over de a.s. knip- en naaicursussen door mevr. Ida de Leeuw van Rees; 3 uur kamermuziek; 3.30 uitzending uit café-restaurant „Central" te Den Haag; 4.30 Radiokinderkoorzang o.l.v. Ja cob Hamel; Kovacs Lajos en zijn orkest; tus schenspel van gramofoonmuziek; 7 uur gramo foonmuziek; 7.30 dr. M. Th. Hillen: „De Griek- sche mythologie"; 8 uur orgelconcert uit het Kurhaus te Scheveningen; 9 uur mevr. Kete laar van Gogh: Zonnestraalcollecte; 9.15 Om roeporkest o.l.v, Nico Treep; 9.45 Hawai-muziek door „The Hawaiian Three; 10 uur nieuwsbe richten van het Persbureau Vaz" Dias; 10.10 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep; 11 uur gramo foonmuziek. HUIZEN 296 M. K.R.O. 8 uur morgen concert; 10 uur gramofoonmuziek; 11.30 gods dienstig halfuurtje; 12.15 politieberichten, daar na K.R.O.-trio o.l.v Piet Lustenhouwer; 1.45 gramofoonmuziek; 2 uur vrouwenuurtje; 3 uur gramofoonmuziek; 3.30 rustpoos voor het ver zorgen van den zender; 4 uur gramofoonmuz.; 5 uur K.R.O. kunstensemble; 6 uur Onderwijs fonds voor de Scheepvaart; 6.30 vervolg con cert; 6.45 mevr. H. Cuppens-Geurs: „De a.s. modecursus"; 7 uur gramofoonmuziek; 7.10 cau serie; 7.30 politieberichten; 7.45 Verbondskwar- tiertje; 8 uur K.R.O.-orkest o.l.v. Johan Ger ritsen; 9 uur Persberichten van het Persbureau Vaz Dias; 9.15 „De koningstijger van IJdorp", hoorspel; 10 uur vervolg concert; 11 uur gra mofoonmuziek. BRUSSEL, 509 M. 1.30 gramofoonmuziek, 5.20 concert door radio Militair Orkest; 7.05 gra mofoonmuziek; 8.20 concert door het Omroep- symphonie-orkest o.l.v. Arthur Meulemans; 10.30 gramofoonmuziek. KALUNDBORG, 1153 M. 3.20 omroeporkest o.l.v. Emil Reesen; 8.20 omroeporkest o.l.v. Fritz Mahler; 9.50 pianorecital; 10.55 Mexicaansche liederen; 11.20 dansmuziek. BERLIJN, 419 M. 7.30 populair concert; 9.30 concert door het symphonie-orkest. HAMBURG, 372 M. 2.30 gramofoonmu ziek; 4.50 concert; 8.20 concert door het ver sterkte symphonie-orkest van Bremen o.l.v. Martini; 10.30 concert. KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 2.20 gramofoonmuziek; 10.50 concert. LANGENBERG, 472 M. 12.20 populair con cert uit München; 1.20 concert o.l.v. Wolf; 11.00 concert o.l.v. Wolf. DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelconcert; 1.05 concert; 4.50 concert door Moschetto; 7.40 Vaudeville; 9,20 gramofoonmuziek; 10.20 viool recital. PARIJS (Eiffel), 1446 M. 8.50 kamermu ziek. PARIJS R., 1725 M. 8.05 gramofoonmuziek; 7.40 idem; 9.05 concert door het omroeporkest; 9.50 voortzetting concert. MILAAN, 331 M. 8.50 „Ideal", operette in drie bedrijven, van Tosti. ROME, 441 M. 9.05 concert. WEENEN, 517 M. 5.25 populair concert: 8.populair concert; 10.10 dansmuziek. WARSCHAU, 1411 M. 5.20 Symphonie- concert; 6.40 dansmuziek; 8.20 populair concert door het Omroeporkest; 10.20 dansmuziek. BEROMÜNSTER, 460 M. 10.20 concert door het Omroeporkest. VOOR NADERE BIJZON DE RH ÉDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS Wist U, dat het roet uit fabrieksschoorstee- nen in de Vereenigde Staten per hoofd 60 Mark schade veroorzaakt? dat met Photocellen, de zoogenaamde „elec- trische oogen", by het onderzoek van metalen, materiaalfouten ontdekt kunnen worden, welke kleiner zijn dan het duizendste gedeelte van een milimeter? dat de „eeuwige Lampen" van de Romeinsche Vestaalsche maagden naar alle waarschijnlijk heid van asbest voorzien waren? dat het luchtvaartverkeer, ondanks de heer- schende depressie, in sterk stijgende lijn is? dat 90% van de wereldbehoefte aan jodium uit Chili komt? dat gewone keukenaanrechten o.m. sterk de bacteriën voor typhus en dihpterie versprei den kunnen? dat de Canadeesche pelsdierbedrijven, die in 1930 slechts 3% der Canadeesche vellen lever den, thans reeds 20% dezer producten opbren gen? dat de eerste luchtbanden ongeveer honderd jaar geleden voor het eerst gebruikt werden, en men ze toen vervaardigde van leer en linnen inplaats van het thans gebruikelijke rubber? (United Press) De emotie der begrooting Is zoo'n beetje weer gezakt. Ons humeur, dat zeer bedreigd werd, m Is gelukkig nog intact! Ja, wij schrokken van de kopjes, Uit elkaar en vet gedrukt, Met geweldige bedragen Uit de rekening gerukt! 't Waren allemaal millioenen En het kleinste postje stond Op zin minste met vijf cijfers En in guldens afgerond. Zulke rekeningen zien we Inderdaad niet eiken dag, Dus geen mensch keek nog verwon- derd j Toen hij daar tekorten zag! En men zag in zijn gedachten, j Toen men de begrooting las, Ook zijn eigen huishoudboekje En het saldo in de kas! Dus een saldo! ook al was nog Lang niet alles afbetaald. Evenwel een vijf-tal cijfers Werd in verre niet gehaald! Een paar tientjes en een zegel En we zijn weer boven Jan, Dus wij hebben geen behoefte Aan een stukje Wélter-plan! En wanneer wij vergelijken Is ons saldo zelfs niet kwaad. Dus wij blijken nog ten slotte Heel wat rijker dan de Staat! MARTIN BERDEN I (Nadruk verboden) Het Cunard-stoomschip „Scythia" heeft op een proefvaart van Liverpool naar New-York een nieuw soort brandstof gebruikt voor een van de zes olieketels. Dit product bestaat uit 60 pet. ruwe olie tegen 40 pet. fijn verdeelde koolstof. Het mengsel schijnt in de practijk behoorlijk te voldoen. Het is een bruine, kle verige massa, die wat uiterlijk betreft, op stroop gelijkt. Wanneer men haar zachtjes verwarmt, wordt ze geheel vloeibaar. De asch is wit en heeft een zeer gering soortelijk gewicht, zoodat zij met de gassen ontwijkt, zonder het schip te verontreinigen. De belangrijkheid van de uitvinding is na tuurlijk afhankelijk van den prijs en de mo gelijkheden, die de vinding biedt. Misschien zal koning kool nu weer den concurrentiestrijd tegen de olie kunnen aanbinden. De prijs wordt 5 tot 10 shilling lager geschat dan die van olie. De laatste kost per ton op 't oogen blik 60 shilling. Kool kost 12 shilling. Tschang-Li zat in 'n theater in 't hartje van Londens West-End. Eindelijk dan had hij het doel van z'n rondzwerven over de halve wereld bereikt. Hij zat op de galerij, op een van de achterste banken, zoo goed als heel alleen en hij dankte z'n goden, die hem in die gunstige omstandig heid gebracht hadden, nu het uur gekomen was, waarop z'n zending zou eindigen Het orkest van „Odeon" speelde vroolijke wjjsjes, maar Tschang-Li hoorde het niet. On beweeglijk, met z'n lange, amberkleurige vin gers als klauwen van een roofdier om de arm leuningen van zijn stoel geklemd, zat hij daar en liet z'n loensche oogen over de aanwezige toeschouwers dwalen. Zonder hen echter te zien, want hij was met volle aandacht bij de taak, voor welker uitvoering hij wellicht reeds binnen enkele minuten zou staan. Na eenige oogenblikken verdween de danseres, stormachtig door het publiek toegejuicht, achter de coulissen. Haar nummer was afgeloopen. Nu werd Tschang-Li vol aandacht. Strak vestigde hij z'n blikken op het tooneelscherm. Langzaam werd het opgerold, maar toen het geheel in de hoogte was en het volgende „nummer" voor het voetlicht trad, ontspanden zich z'n trekken en met iets als teleurstelling in z'n oogen liet hij zich weer achterover in z'n stoel vallen; zijn tijd was nog niet gekomen. De man was niet de gene, dien hij zocht. Burnell zag er heel an ders uit. Uit duizenden zou hij hem herkend hebben, zelfs op een grooteren afstand dan dien, welke hem nu van het tooneel scheidde. Burnell was lang en lenig. En de man die nu optrad, was klein en mager. Neen, dat was Burnell niet. Tschang-Li sloot z'n oogen. Wat de man daar op het tooneel zong, interesseerde hem niet. Hij was geheel vervuld van de gedachte aan zijn wraak. Langzaam, bijna onmerkbaar, bewoog z'n rechterhand in z'n zijzak. Daar zat 'n revolver, gereed om na een enkele beweging van den trekker het moordend lood dat zij bevatte, ab soluut geruischloos uit te zenden. Zes kogels za ten er op; zes schoten, en geen enkel geluid zouden ze doen hooren. Zóó, met z'n vingers om het wapen geklemd, de oogen bijna geheel gesloten, bleef Tschang- Li als een roofdier zitten wachten op de ver schijning van Burnell. Wie of wat die Burnell was, zou Tschang-Li niet hebben kunnen zeggen. Hij wist alleen, dat Burnell, jaren geleden, de geheime vereeniging, waarvan ook Tschang-Li lid was, had verraden, en dit verraad was door het bestuur nooit vergeven. Burnell had China verlaten, maar een van de schranderste en wraakzuchtigste leden was door de vereeniging uitgezonden om hem te straffen. Gedurende twee lange jaren had Tschang-Li heel Europa afgezocht. In het begin had hij ge dacht geluk te hebben. Dadelijk reeds bij z'n aankomst in Parijs was hij blijven stil staan voor Toen Robbie en Topsy op een goeden dag over de heuvels zwier ven, kwamen ze Freddy Vrijdag en Ivy tegen met een kudde kleine antilopen. Freddy was bezig schijf jes te snijden van een stuk brood. „Wat zijn dat aardige kleine din gen," zei Topsy, brood?" „Ze krijgen stukjes „Voed je ze met geroosterd brood," zei de zeeman. „Antilopen zijn verzot op geroosterd brood." „Dan moet jij dat geroosterd brood maar maken," zei Ivy. „Ik weet wel, dat ik het voor dezen geheelen troep niet zal doen. Ik heb meer dan genoeg te doen zonder dat." „Het is absoluut overbodig ge roosterd brood te maken," zei de zeeman. „Deze antilopen hebben ge leerd hun eigen geroosterd brood te bereiden." Terwijl hij dit zei, legde Freddy Vrijdag een snede brood op de hoorns van elke antilope, die naar hem toekwamen. „Kijk eens, hoe ze naar de keuken rennen, om ze in de oven te leg gen," lachte Freddy. „Ze vragen je heelemaal niet het brood voor hen te roosteren, Ivy." „Hoe kon ik weten, dat ze zelf hun brood roosteren?" zei Ivy. (Morgenavond vervolg.) (Ingezonden mededeelingj een hel verlicht gebouw, waar 'n bijna levens groot portret hing van den man dien hij zocht. Hij was 't theater binnen gegaan, echter alleen om te ontdekken, dat Burnell niet meer optrad. Het programma werd dienzelfden dag veran derd. Tschang-Li was toen naar Berlijn, Weenen, Londen, Liverpool, weer naar Londen en weer naar Parijs gegaan. Toen naar New-York. Hij had tegen geen vermoeienissen opgezien en te genslag had hem niet ontmoedigd. Met het ge duld, z'n ras eigen, had hij volgehouden, vast overtuigd, zijn doel te zullen bereiken en z'n man te vinden. En nu vanavond, terwijl hij zich doelloos ophield voor het Odeon-Theater in Londen, had hij opeens Burnell's portret ge zien. Er onder stond met groote letters: James Burnell. Hedenavond! Tschang-Li had begrepen, dat Burnell dien avond in het Odeon-theater optrad. Zijn man was in 't gebouw. Direct had hij z'n plaatsbewijs genomen en nu zat hij op de achterste rij van de galerij en wachtte tot Burnell zou optreden. Onwillekeurig omklemde z'n hand steviger de revolver, die in z'n jaszak verborgen zat. De komiek op het tooneel had z'n laatste liedje gezongen. Het publiek lachte en applau disseerde. Tschang-Li keek weer naar 't scherm. Burnell zou komen; nu of in een volgend num mer. Een lichte schok doortrilde z'n lichaam, toen hij Burnell glimlachend zag verschijnen. Daar stond Burnell, buigend en glimlachend voor het publiek, dat hem stormachtig toe juichte. Langzaam richtte Tschang-Li zich op. Een wreede trek verscheen op z'n breed gelaat en z'n rechterhand kwam langzaam uit z'n zak. Voorzichtig keek hij om zich heen en zag. dat alle andere bezoekers, die in zijn nabijheid zaten, een en al aandacht waren voor den ar tist. Niemand lette op hem, Tschang-Li. Tot z'n verbazing zag hij, dat Burnell twee tooneelknechts wenkte en dezen hem vastbon den pp een stoel met een hoogen rug. Zij bon den z'n enkels en zelfs z'n nek, voor zoover dat mogelijk was zonder hem te beletten adem te halen. En gedurende al dien tijd bleef Burnell maar praten en lachen tegen de bezoekers. Verwonderd staarde Tschang-Li naar 't too neel. Hij voelde zich een weinig opgewonden, omdat de uitvoering van z'n plan hem zoo ge makkelijk werd gemaakt, nu Burnell daar voor z'n oogen stevig vastgebonden werd. Wel is waar was hij van de zekerheid van z'n schot over tuigd, maar nu werd z'n zekerheid verdubbeld. Burnell kon zich immers niet meer bewegen! Toen een van de tooneelknechts een laken wierp over den zittenden illusionist, haalde Tschang-Li den haan van z'n wapen geruisch loos over en richtte op het hoofd van Burnell, dat zich nog duidelijk afteekende onder het strak getrokken laken. De oogen van den Chi nees schitterden. Z'n wraak werd hem wel ge makkelijk gemaakt. Tschang-Li glimlachte flauwtjes. Toen schoor hij. Er volgde geen geluid. Weer schoot hij en weer. Zesmaal zond het geluidlooze wapen z'n doodelijk lood en niemand op de galerij noch ergens anders in het theater hoorde ook maar het minste geluid. Maar op het tooneel gebeurde er iets. Het la ken viel als een vormlooze massa op den grond Zachtjes, zonder eenig gedruisch te maken, stond Tschang-Li op en zocht naar den uit gang. Maar eensklaps bleef hij staan. Op eenige meters afstand van hem, naast de rij waarop hij had gezeten, stond iemand, dien hij daar net niet gezien had. Zou deze gemerkt hebben, dat hij schoot? Tschang-Li staarde in verwarring naar den man vóór hem. Er was geen tijd te verliezen Haastig griste hij in z'n binnenzak en haalde een paar bankbiljetten te voorschijn, die hij de zwijgende gestalte in de hand drukte, terwijl hij een langen, beenigen wijsvinger op de lip pen legde, als een verzoek om te zwijgen. Een oogenblik later was hij weg en snelde, lenig als een kat, de hooge, steenen trap af. Geen tien seconden later was hij in een der duistere zij straten verdwenen, zooals alleen een Chinees verdwijnen kan. In het Odeon-theater duurde het applaus nu al een paar minuten. Aller oogen waren lachend op de galerij gericht, waar de onge ëvenaarde illusionist James Burnell op z'n be minnelijke manier stond te buigen voor een rij kleine electrische lampjes. Maar terwijl hy zelf verheugd was bij de gedachte dat z'n truc om van het tooneel te verdwijnen en weer in de galerij op te duiken, zoo schitterend was ge slaagd, vroeg hij zich ook af, hoe het mogelijk was, dat het laken dit keer gevallen was, voor dat hij er het teeken toe had gegeven. Hij had maar amper den tüd gehad de galerij te berei ken. Als het eenige seconden vroeger was geval len, zou z'n truc mislukt zijn. Het publiek zou dan hebben gezien, hoe hij onder het laken uit kroop en dit alleen maar den vorm van z'n hoofd en lichaam behield, dank de bijzondere wijze waarop het linnen was geprepareerd. Toen Burnell echter achter de coulissen was teruggekeerd en daar z'n requisieten opborg voor de voorstelling van den volgenden avond, kwam hij opnieuw voor een raadsel te staan. Hy vroeg zich af, hoe het mogelijk was, dat er in het laken en in de hooge leuning van den stoel zes kogelgaten zaten; zes kogelgaten, zóó dicht by elkaar, dat ze gemakkelijk door een twee shillingstuk konden bedekt worden. Maar het meest stond hy verbaasd over den Chinees, die, juist toen hij op het punt was het publiek van de galerij af toe te spreken, hem een paar bankbiljetten in de hand had gestopt en daarbij een gebaar van: mondje 'cht had gemaakt. A 11* .'A op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f 9/1/1/J bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/) bij een ongeval met f QC/l bij verlies van een hand f 1 Of Dij verlies van een f Cfl bij een breuk van f Afk by verlies van 'n AllS ClDOTITIS S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen OUUU»"verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen t/t/."" doodelijken afloop ZiOU»m een voet of een oog# 1 £tOmduim of wijsvinger vl/»~been of arm# Tri/»" anderen vinger 60 Zij trachtte haar gedachten te verzamelen. Je bent overweldigd, zie ik, zei hy zacht jes. O, hoe zou dat ook niet? Vyf jaar, sinds ons geluk ons zoo plotseling ontnomen werd, Chérie! O, maar dat was wreed! Je hebt al dien tyd aan mij gedacht, geloof ik zeker. Je hebt medelijden met my gehad! O, hoe dik- tvyls heb ik 's nachts wakker gelegen in mijn cel en me vol verlangen zoo'n weerzien voor gesteld, als dit! Zy dwong zichzelf tot spreken, met bleeke lippen. Hoe vreemd klonken haar woorden, hoe kil en nauw hoorbaar! Toch deed de inspan ning haar pyn. Ik zal jehet geld geven, zei ze. Méér, als je wilt. Ah, zei hy peinzend, het geld. Dat had ik vergeten. Het was niet aardig van je, om weg te loopen en je te verstoppen, kleine meid! Het was niet aardig van je, om me niets te sturen, toen ik in de gevangenis was. O, ik heb geleden, dat kan ik je wél zeggen. Er is heel wat goed te maken voor je, schat! Dat zou ik bijna vergeten hebben, zoo bekoorlijk zie je er uit. Je zou mijn hoofd op hol brengen. Zij lachte als een waanzinnige. Zy hief haar handen op. Luister, zeide zy. Ik ben in je macht, dat geef ik toe. Ik wil een regeling treffen. Ik wil alles teekenen. Wat wil je hebben? Hoe veel? Je zult rijk zyn maar je moet nu weggaan. Hij zag haar vast in de oogen, en zy las boosaardigheid in zijn blik. Kleine meid, zeide hy, nog altijd met een zweem van spot in zijn fluisterstem, be denk toch eens, hoe je uit myn armen werd gerukt! Denk toch eens na, hoe wreed dat was! Ik kan je niet opgeven, lieve verloofde. Wat nu dat geld betreft ik ben gekomen, om m ij n portie op te eischen. We hebben immers al geteekend. Begrijp je dat dan niet, kleine domme heks? Maar waarom zoo'n haast? Dat geld kan wachten. Maar jou kan en wil ik nooit opgeven, kleine meid. Zy stond verbysterd en sprakeloos tegen de tafel geleund. Zij trachtte te roepen, doch haar stem scheen niet te komen. Zij behoefde slechts te bellen en zij bewoog zich niet. Tenslotte vond zy haar spraak terug. O, luister toch naar me, één oogenblik, smeekte ze als waanzinnig. Het is waar, dat ik.... dat beloofd heb, maar het was allemaal een complot en ik was een kind. Je zult jouw deel hebben van myn geld. Laat me nu met rust, en ik zweer het: je zult ryk zijn. Je kunt naar Parijs terugkeeren, en hoeft niet langer een avonturier te zijn. Je kunt met dat geld doen wat je wilt en je eigen gang gaan. Ook toen nog werkte haar verstand snel. Zy durfde niet spreken over onwaarde van al die overeenkomsten, uit vrees, dat ze hem wan hopig zou maken. Zy trachtte te werken op zijn begeerigheid. Ik ben je verloofde niet meer, kermde zy. Je zult meer geld hebben, dan je ooit in je leven gehad hebt. Maar denk niet meer aan my Hij zag haar hoonend aan. Heeft een ander misschien myn plaats in genomen? vroeg hij. Ja neen dat wil zeggen, er is iemand van wien ik houd, riep zij. Je weet, wat je met geld doen kunt, in Parijs. Alles! Alles! Hy kwam op haar af met dreigend uitge strekte armen, en de woorden bestiervén haar op de lippen. Weer trachtte zij te roepen, maar zy slaakte geen geluid. Dan deinsde hij achteruit, met een vloek, en keek naar de deur van de aangrenzende kamer. Wie is er in die kamer? vroeg hij snel. Mijn kamenier, loog ze. Hij deed vlug enkele passen door het ver trek. De deur werd opengeworpen, en Maurice kwam binnen. Ernestine bezwymde, doch dwong zich weer tot bewust'zyn, louter en alleen door de kracht van haar wil. Snikkend en lachend tegelijk, trachtte zy zich naar de bel te sleepen, doch Jean le Roi stond haar in den weg. Jean le Roi was kalm, maar boos aardig. Wat komt hier doen, by myn verloofde? vroeg hy. Ik kom hier, om u uit dit huis te zet ten, antwoordde Maurice, met een snellen blik door de kamer. Wilt u rustig gaan? Uit dit huis? zei Jean le Roi op zachten toon. Waar zij bij staat? Wie bent u? Wat komt er niet op aan, antwoordde Maurice. In ieder geval geen boef. Laat het genoeg zyn. En laat ik je dit vertellen als ik te laat gekomen was, zou ik je je nek om gedraaid hebben. Jean le Roisprong op hem toe als een kat, zijn beenen van den grond, zyn eenen arm om den nek van den ander, en iets flikkerends in zijn hand. Alleen zyn geweldige kracht redde Maurice. Hij waagde het er op geworgd te worden, en pakte Jean le Roi's rechterarm in zulk een greep, dat hij den man half door de kamer slingerde. Het been knapte, en het mes ontglipte aan zijn krachtelooze vingers. Doch Maurice liet hem een seconde te vroeg los. Jean le Roi bezat al den moed, en ongevoelig heid voor pyn, van een wild dier. Hy stak zyn voet uit en met een kunstje, dat hem dagelyksch werk was, deed hy Maurice zoo danig struikelen, dat hy zwaar neerviel. Jean le Roi boog zich op zyn knieën over hem heen, terwyl hij zwaar adem haalde en moordlust hem uit de oogen straalde. Maurice haalde nauwelijks adem. Hij lag volmaakt stil. Jean le Roi krabbelde overeind, en wendde zich tot Ernestine. U ziet, juffrouw, zeide hy, hoe ik zal omspringen met uw knechtjes, als er soms nog meer in de buurt zijn. Trek maar niet aan dat koord, daar heb ik al voor gezorgd toen ik bin nenkwam. Ik ben gewoon om te vechten om wat ik hebben wil, en ik geloof, dat ik dit maal Hij uitte opeens een lichten dierlijken kreet. Hy wist, dat dit het einde was, want hij was van achteren aangegrepen en was als een kind in den krachtigen greep, die hem tot machte loosheid doemde. Je bent een beetje te haastig, vriend, merkte Maurice op. Ik was bang, dat ik op myn voeten niet zoo vlug zou zijn als jy daarom heb ik een oogenblikje uitgerust. Maar geen enkele man is ooit aan dezen greep ont snapt, tot ik verkoos om hem los te laten. Nu is de weg vrij, voegde hij erbij, zich tot Ernestine wendend. Wilt u de gang ingaan en de bedienden waarschuwen? Komt u maar niet terug. Bent uvolkomen veilig? stamelde zy. Beslist, ontwoordde hy. Ik zou hem met één hand kunnen houden. Jean le Roi richtte het hoofd op. Zyn her. sens werkten snel. Luister! riep hy uit. Het spel is uit ik ben verslagen ik erken het. Waarom be dienden hier halen? De zaak kan beter onder ons afgedaan worden.. Ernestine bleef staan. In dien eersten storm van verlichting had zij er niet aan gedacht, dat, als Jean le Roi gevangen werd gezet en zy zelf hem vervolgde, de heele ellendige ge schiedenis voor den dag moest komen. De ander ging voort. Geef me geld, zeide hy, alleen maar de helft van wat je me zoo juist aanboodt en je zult je volle vrijheid hebben. Ernestine glimlachte. Iets van de vreugde van enkele uren geleden keerde eenigermate tot haar terug. Die heb ik al, antwoordde zy. Ik hoor de vanavond de waarheid, Jean Hurier. Jean le Roi haalde de schouders op. Het spel was dus absoluut Uit! Wat een avond van rampen! Laat me gaan, zeie hij. Ik vraag niets meer. Ernestine en Maurice wisselden een blik. Zij verdween een oogenblik in de andere kamer en verscheen dan weer in een langen mantel. Kom zachtjes mee, zeide ze, dan zal ik je uitlaten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7