Leven en werken van een 85-jarige R obinson Schoenen RADIO-PROGRAM ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN 1 Het Lijk bij de ZATERDAG 1 OCTOBER EEN DAG PRESIDENT Het particuliere leven van Hindenburg Zondag 2 October Wintertijd Maandag 3 October Symphonie op de krant Hoe zal wijntje heeten? Alleabonné'svzeWd^ f3000Al^XX^&XX 750.-f250.- v^nTnhaTs f 125.-f50ALTf40.- 2LK8 Ora et Labor a Ontvangst in het paleis Mijnheer Prawitz komt „Vrede en rust Het jongste werk van een Amerikaanschen componist VERHAAL VAN DEN DAG Waluurlijk loopl iedere HoIIandsche jongen op AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL FEUILLETON rv. Van Unter den Linden tot aan de Belle-Al- liance-Platz, een lange, bijna kaarsrechte weg met grijze, stijve gebouwen, loopt, parallel aan de Frieórichstrasse, de Wilhelmstrasse. Hier vin den wij de gebouwen voor Buitenlandsche Zaken, de Rijkskanselarij, het paleis van den Rijkskan selier, het Rijksministerie van Financiën, de Pruisische Staatskanselarü, het hoofdbestuur van de Rijksspoorwegen en tenslotte het paleis van den Rükspresident. Bijna elk van deze gebouwen in Duitschlands „Schieksalstrasse", zooals de politici haar noe men, heeft zijn traditie en zijn geschiedenis. Hier, in het Noordelijke gedeelte, huisde Bis marck, de ijzeren kanselier. Aan dat raam op de eerste verdieping van een eenvoudig, vuil geel geverfd huis, stond de schrijftafel van Stresemann, van waaruit de steeds werkende staatsman dikwijls nadenkend over de straat tuurde en waarlangs op een donkeren herfstdag zwijgend een schier eindelooze stoet voorbij trok om den dooden staatsman een laatsten groet te brengen. In het paleis „Prinz Albrecht", iets verderop, woonden Amanoellah en koning Foead. En in het kleine, elegante slot, Wilhelmstrasse 13, met zijn heerlijke parktuinen, heeft de te genwoordige president der Duitsche republiek zijn ambtswoning. In dit huis is alles eenvoudig. Ervoor staan dag en nacht twee onbeweeglijke figuren in veldgrijze uniform. Van het dak waait de stan daard, zwart en rood op gouden achtergrond. Hier, in de Wilhelmstrasse 73, is juist in de laatste maanden geschiedenis gemaakt, is dik wijls eerst na heete gevechten de loop van de Duitsche politiek vastgesteld. Boven de schuin tegen het raam geplaatste, zware eikenhouten schrijftafel van Rijkspresi dent Von Hindenburg hangt een vergeeld blaad je in een eenvoudig houten lijstje, waarop het bekende Latijnsche woord „Ora et Labora" staat, bid en werk. En het is alsof dit motto op het geheele huis een stempel heeft gedrukt. Nergens ter wereld wordt in het huis van een staatsopperhoofd zooveel en zoo consciëntieus gewerkt als hier. Hindenburg's dag, de geheele gevulde werkdag van een vijf-en-tachtigjarig man, begint al vroeg in den ochtend. Tusschen zes en zeven uur staat de Rijkspresident op, zonder dat een wekker of een bediende hem wekt. Precies om acht uur'gaat hij, in een donkere, onopvallende jas gekleed, dikwijls in gezelschap van zijn kleinkinderen of van intieme bekenden, een wandeling in den tuin maken. Maar de wande ling onder de oude, mooie boomen, mag niet lang duren. Reeds om 9.50 uur komt staatssecre taris Meissner om hem het dagelijksche rapport yoor te lezen. Over het buitenland, de buitenlandsche en binnenlandsche politiek, de economische pro blemen, laat de 85-jarige zich inlichten, het ver slag van den secretaris met korte opmerkingen onderbrekend. Interesseert hij zich bijzonder voor het een of andere punt, dan laat hij den betrokken minister of secretaris bij zich ont bieden. Is het steeds zeer omvangrijke dagelijksche programma ontworpen en vastgesteld, dan ver schijnt de perschef der regeering, die den Rijks president een kort overzicht geeft van de mee- ningen der belangrijkste Duitsche en buiten landsche couranten. En hierna komt de chef van het protocol, de ceremoniemeester van de Duitsche republiek, om de eerste bezoekers aan te melden. Steeds weer is het een kleine feestelijke ge beurtenis, wanneer de gevolmachtigde van een vreemde mogendheid of hooge bezoekers hun opwachting bij den Rijkspresident maken. De compagnie van de wacht treedt aan, het ge weer wordt gepresenteerd, de gast wordt door met tressen behangen bedienden de statige trap pen opgeleid. Boven wordt hij door den cere moniemeester ontvangen. Op de eerste verdieping, bijna altijd in de eenvoudige werkkamer, wordt de bezoeker door Hindenburg verwacht. Alleen wanneer grootere ontvangsten plaats vinden, wordt de groote feestzaal gebruikt, die zoo diep is als het ge heele gebouw. Het gewelfde plafond is met schilderingen versierd. Na de korte officieele begroetingstoespraken die bijna steeds den zelfden inhoud hebben volgt een intiemer persoonlijk gesprek, waarbij zijn uitstekend ge heugen voor personen den Rijkspresident goe de diensten bewijst. Een ieder, die eens zulk een bezoek bij den eersten dienaar van den Duitschen staat, den trouwsten ambtenaar van het Rijk mocht mee maken, zal het opgevallen zijn, welk een mach tige rust, welk een buitengewone evenwichtig heid van dezen man uitgaat. Hij is werkelijk ook als persoonlijkheid als een rots, die de gol ven van den wildbewogen laatsten tijd niet ver mogen om te werpen. Mijnheer Prawitz is in zekeren zin de lijf postbode van Hindenburg, dien de Rijkspresi dent, als bijna alle menschen uit zijn onmiddel lijke omgeving, natuurlijk persoonlijk kent. Hij is voor Meissner, den chef van het kabinet van den Rijkspresident en van het bureau zelf een voortdurende schrik. Want het komt bij na dagelijks voor, dat hij en zijn collega's duizend en meer brieven afleveren. Daaronder zijn er minstens tweehonderd, die aan Hinden burg „persoonlijk" gericht zijn, verzoeken om ondersteuning, om betrekkingen, dikwijls ook bezwaarschriften, plannen en projecten, die de schrijver juist aan Hindenburg meent te moe ten voorleggen. Door 33 leden van het bureau wordt deze vloed gesorteerd en dat wat Hindenburg ab soluut zelf moet lezen wordt apart gelegd. Weer brengt een beambte verslag uit, terwijl de Rijkspresident met zijn groote krachtige letters korte aanteekeningen maakt' op -de stukken, die hem bijzonder interesseeren. En steeds weer verheugt hij zich er over, als hem gevraagd wordt om peetvader te worden: of schoon hij reeds meer dan 900 petekinderen heeft. Precies om 1 uur wordt het middageten ge serveerd. De Rijkspresident eet langzaam en matig. Daarbij neemt hij dikwijls een glas wijn en na het eten een sigaret. Zijn geheele leven was en is tegenwoordig nog op onthouding opgebouwd, waaraan hij in laatste instantie natuurlijk ook zijn geestelijke frischheid en lichamelijke elasticiteit' dankt, waarover hij, ondanks zijn 85 jaren toch nog beschikt. Daarentegen doet het hem genoegen zijn gasten dikwijls nemen de leidende persoon lijkheden uit binnen- en buitenland aan zijn maaltijden deel tot toetasten te bewegen en zijn schoondochter in haar plichten als gast vrouw bij te staan. 's Middags, na een korte rust, weer ontvang sten, conferenties, beslissingen, het bestudeeren van stukken. Daartusschen dikwijls het inspec- teeren van parades of het deelnemen aan bijzondere feestelijke gebeurtenissen, waarbij hij steeds door zijn zoon en adjudant, den luite nant-kolonel von Hindenburg wordt begeleid. Om 19.30 wordt het avondmaal opgediend en dan beginnen de schoonste uren voor den Rijkspresident. Wanneer hij geen gezelschapsplichten heeft te vervullen of dringende staatsaangelegen- heden hem niet in beslag nemen, mogen zijn kleinkinderen, .een springlevend, vroolijk stel letje, bij hem komen. „De omgang met frissche jeugd is mij altijd een bron van kracht ge weest," heeft hij eens gezegd. En hü zoekt deze bron steeds weer op. 's Ochtends begeleiden zijn kleinkinderen hem bij zijn wandeling in het park. 's Avonds eveneens. En dikwijls zit ten zij urenlang aan zijn voeten en luisteren naar de vertellingen van hun grootvader, die dikwijls vol echten gemoedelijken humor zijn. Om 23.30 is gewoonlijk de dag van den Rijks president ten einde. De rust en vrede, die Hindenburg reeds als kadet te Wahlstadt als het hoogste beschouwde, dalen dan over het eenvoudige huis aan de Wilhelmstrasse. En deze rust is eerlijk verdiénd. Als 85-jarige werkt deze man bijna 12 uur lang in dienst van zijn volk en vaderland. HUIZEN, 1875 M.: N.C.R.V. 8.30 Morgenwij ding; K.R.O. 10.00 Hoogmis uit de Parochie kerk te Valkern 'aard; 11.30 Gramofoonmu- ziek; 12.00 KRO-sextet o.l.v. P. Lustenhouwer; I.40 D. Bont: „Godsdienstonderricht voor oude ren"; 2.10 Boeken en schrijvers; 2.30 KRO- orkest o.l.v. Johan Gerritsen; 4.00 Ziekenlof uit Bloemendaal; N.C.R.V. 5.00 Evangelisatie-uit zending; 5.50 Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk te Katwijk a. Z.; K.R.O. 1.45 Pater Prof Dr. Brandsma O.M.C.: De H. Lidwina van Schiedam; 8.10 R.K.F.; 8.15 Maastrichtsch Ste delijk Orkest o.l.v. Henri Hermans; 10.40 Epi loog door Klein Koor o.l.v. Pickkers. HILVERSUM, 296 M.: V.A.R.A. 8.30 Tuin- bouwhalfuurtje door S. S. Lantinga: „Bloem bollen in Uw tuin"; 9.00 Veiligheidskwartiertje; 9.15 Orgelspel; 9.40 Toespraak door G. J. Zwert- broek; V.P.R.O. 10.00 Kerkdienst uit Utrecht; A.V.R.O. 12.00 Tijdsein en Orgelconcert door Pierre Palla. 2.00 Avro-Molière cyclus door Dr. J. Fransen; 2.30 Gramofoonmuziek; 3.00 Om roeporkest o.l.v. Alb. v. Raalte; In de pauze Gramofoonmuziek; 4.30 Gramofoonmuziek; V.A.R.A. 5.00 Vara-kinderkoor „De roodborst jes", o.l.v. Leida Hulscher; 6.00 Vara-Klein Orkest; 6.40 Uitzending voor den Bond van Handels- en kantoorbedienden; 7.10 Vara- Klein Orkest o.l.v. Paul Duchant; A.V.R.O. 8.00 Tijdsein, Avro-nieuws- en sportberichten van het Persbureau Vaz Dias; 8.15 Kovacs Lajos en zijn orkest; 9.15 Gramofoonmuziek; 9.45 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep; 11.00 Gramo foonmuziek. BRUSSEL 509 M. 5.20 Dansmuziek uit Pa lais „St. Sauveur" te Brussel; 6.20 Concert door het kleine orkest van net N, I. R. o.l.v. P. Lee mans; 7.10 Gramofoonmuziek; 820 Concert. KALUNDBORG 1153 M. 2.45 Omroepor kest o.l.v. Emil Reesen; 7.20 Omroeporkest o.l.v. Dauny Gröndahl; 1035 Dansmuziek door de band van Restaurant „Wivex" o.l.v. Teddy Pe tersen. BERLIJN, 419 M. 5.50 Militair concert; II.25 Concert; 2.50 Concert door het Duitsche Symphonieorkest o.l.v. Preisz; 7.20 Concert door het omroeporkest. HAMBURG 372 M. 11.50 Concert door een symphonieorkest van werkloozen musici o.l.v. Otto Ebel von Sosen; 4.-0 Concert door het kleine Noragorkest- o.l.v. Gerhard Maasz; 5.20 Jubileum concert; 7.20 Concert door het om roeporkest o.l.v. Bruno Seidler Winkler. KöNIGSWUSTESHAUSEN 1635 M. 11.25 Concert. LANGENBERG 472 M 12.20 Concert o.lv. Eysoldt; 3.50 Vesperconcert; 7.20 Festconcert; 10.15 Populaire en dansmuziek. DAVENTRY 1554 M. 1.20 Concert door het Studio-orkest; 2.35 Gramofoonmuziek; 3.05 Concert door het B. B. C. Theater-orkest; 4.35 Concert; 5.35 Concert; 8.25 Concert; 10.50 Epiloog, PARIJS EIFFEL 1446 M. 12.50 Concert o.l.v. Ed. Flament; 7.50 Gramofoonmuziek. PARIJS RADIO-PARIS 1725 M. 8.05 Gra mofoonmuziek; 1.20 Gramofoonmuziek; 1.20 idem; 6.20 Gramofoonmuziek; 7.20 Concert. MILAAN 331 M. 6.25 Gramofoonmuziek; 7.50 .Arnica" opera in twee bedrijven. ROME 441 M. drie actes. 8.05 „Cin-ei-la" operette in WEENEN 517 M. 6.20 Populair concert; 8.00 Omroep-potpourri; 9.45 Dansmuziek. WARSCHAU 1411 M. 11.35 Symphonie- concert door het Philharmonie-orkest van Warschau o.l.v. Casimir Wilkomirski; 1.45 Po pulair concert; 2.20 voortzetting concert; 3.45 Gramofoonmuziek; 4.20 Concert door het om roeporkest o.lv. J. Oziminski; 5.20 Populaire- en dansmuziek; 9.30 Dansmuziek. HUIZEN 1875 M. NCRV: 8— schriftlezing; 8.15 morgenconcert; 10.30 morgendienst door Ds. J. A. Hoekzema; 11.bespeling van het NCRV.- orgel; 12.politieberichten; 12.15 concert door een kwintet onder leiding van Piet van der Hurk; 2.uitzending voor scholen; 2.35 A. J. Herwig; „Rustperioden van kamerplanten"; 3.15 cursus naaien; 3.30 cursus stofversieren en hoe- denmaken; 3,45 rustpoos voor het verzorgen van den zender; 4.Bijbellezing door Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze; 5.concert; 6.30 vragen uurtje, 7.30 politieberichten; 7.45 persberichten van het Ned. Chr. Persbureau; 8.vertooning van de NCRV.-Radiofilm „De klokken luiden" in de groote zaal van den Dierentuin te Den Haag. HILVERSUM, 296 M. 8.— VARA-tijdsein en gramofoonmuziek; VPRO: 10.morgenwijding; VARA: 10.15 voordracht door Rolien'Numan; 10.30 gramofoonmuziek; 11.45 voordracht door Rolien Numan; 12.Trio Favoriet onder leiding van Willem Drukker; 12.45 orgelspel door Johan Jong; 1.15 Trio Favoriet; 1,45 rustpoos voor het verzorgen van den zender; 2.15 Trio Favoriet; 3.voordracht door Jan Lemaire; 3.30 trio on der leiding van Loe Cohen; 4.40 na schooltijd- kindervertellingen door Jan Lemaire; 5.10 Trio Guaroni; 6.40 de cultureele film in Nederland, causerie door D. van Staveren; 7.muzikale babbeltjes door Piet Tiggers; 8.— Uncle Sam tusschen het graan; Causerie door Jack Gaveel; 8.20 Vara-orkest onder leiding van Hans Lich- tenstein; 9.voordracht door Frans Niehuys; 't Is gelukkig nog geen winter Voor geen part of onderdeel! Maar de wintertijd begint toch Hedenavond officieel. Want u heeft toch wel gelezen Van die zomer-winter-wet? Nu, die wil, dat u vanavond Weer de klok een uur verzet. Dus om drie uur is het drie uur In volkomen harmonie. Maar het is dan tevens twee uur, Ook al staat de klok op drie! Drie uur blijft het tot de klok slaat, Maar de klok is nog niet koud Of ze noemen het dan twee uur', Waar men zich dan weer aan houdt. En dan wordt het nogmaals drie uur, Dus een nacht van langen duur. En zoo maken wij een Zondag Van juist vijf en twintig uur! Doch de wet verlangt waarachtig, Dat dit uur wordt t'rug gebracht Niet te avond of te morgen, Maar in 't holle van den nacht! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) 9.30 VARA-orkest onder leiding van Hans Lich- tenstein; 10.persber. van het persbureau Vaz Dias; 10.10 VARA-orkest onder leiding van Har ry Wiggelaar; 11.10 gramofoonmuziek; 11.30 or gelspel door Johan Brookhouse Mac Carthy. BRUSSEL, 509 M. 5.20 Concert door het Omroepsymphonieorkest o.l.v. Jean Kumps; 6.20 Piano-recital; 7.20 Gramofoonmuziek; 8.20 Concert door het Radio-orkest o.l.v. Karei Walpot; 10.30 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1153 M. 2.20 Omroepor kest o-l.v. Launy Gröndall; 4.20 Gramofoon muziek; 7.20 Omroep-Symphonieorkest o.l.v. Nikolai; 10.00 Piano-recital. BERLIJN, 419 M. 4.05 Vocaalconcert o.l.v. Kurt Thomas; 5.35 Populair Concert; 7.50 Dans- en populaire muziek door de Gerhard Hoff-kapel; 9.05 Concert door het Omroep orkest o.l.v. Bruno Seidler Winkler. HAMBURG, 372 M. 1.30 Gramofoonmu ziek; 7.20 Concert o.l.v. Prof. R. Kasseit; 9.40 Concert uit Restaurant „Osterman". KÖNIGWUSTERHAUSEN, 1635 M. 11.20 Gramofoonmuziek; 1.20 id. LANGENBERG, 427 M. 12.20 Concert door het orkest van den Westduitschen Omroep o.l.v. Kühn; 4.20 Vesperconcert o.l.v. Rolf; 10,05 Concert. DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Concert door het Schotsche Studio-orkest o.l.v. Guy Daines; 1.05 Concert; 1.50 idem; 3.20 recital; 4.05 Con cert; 8.35 Concert uit de Queeen's Hall door het London Symphonieorkest o.l.v. Hans Wis- bach; 11.20 Bertini's Dance Band. PARIJS (Eifel), 1446 M. 7.50 Variété programma. PARIJS (Radio-Paris), 1725 M. —8.05 Gra mofoonmuziek; 12.20 idem; 7.40 idem; 10.00 id. MILAAN, 831 M. 7.50 Concert; 9.20 idem. ROME, 441 M. 8.05 Populair concert. WEENEN, 517 M. 4.20 Concert door Isy Geigerkapel; 9.25 populair concert door het Silvester Schieder-orkest. WARSCHAU, 1411 M. 4.20 Solistencon- cert; 5.20 Dansmuziek; 7.20 „Eva" operette in drie bedrijven van Lehar; 9.25 Dansmuziek. BEROMÜNSTER, 460 M. 8.35 Concert door het Omroeporkest o.l.v. Hermann Hoffmann; 9.00 Concert, door het Omroeporkest; 9.20 Mi litair-concert. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS NEW YORK, Sept. De Amerikaansche com ponist Ferdinand Grofe heeft zoo juist een sym phonie voltooid, waarvan het hoofdthema de moderne krant is. Grofe heeft zijn werk „Tabloid" genoemd. Aldus heeten de Amerikaan, sche geïllustreerde bladen, die bij de boulevard pers gerekend kunnen worden. Het tempo van deze bijzondere symphonie gaat op de maat van een schrijfmachine. Het schrijfmachine-motief keert dan ook in alle vier deelen der symphonie terug. Daarnaast is er nog een tweede motief, dat der drukpers. De componist heeft het dreunen der pers zeer na tuurgetrouw weergegeven. Grofe verstaat uitstekend de kunst om het rumoer in het dagelijksch leven in toon te zetten. Zijn meest populair werk, dat in Amerika zeer bekend is, is het stuk „Vijf beelden uit den Grand Canyon". Zijn compositie „Op pad" kan wedijveren met menigen modernen Schlager, wat heel wat wil zeggen voor deze soort muziek. (United Press) Een zonderlinge rijkaard stierf zes jaar ge leden te Warschau. Hij liet een testament na, dat verzegeld en wel aan de verschillende erf genamen werd getoond en dat het veelbelo vende opschrift droeg: „Belangrijk! Na mijn dood te openen." Dit geschiedde en in spanning wachtten de aanwezigen op hetgeen nü komen zou. Het be treffende „iets" bleek weliswaar interessant genoeg te zijn, maar toch ging er een galm van teleurstelling op, toen het zegel verbroken werd. De overlevende bloedverwanten en vrienden waren aan eenzelfde gemoedsaandoe ning ter prooi als de toeschouwers bij een voetbalwedstrijd, wanneer de mid-voor op het punt staat een goaltje te maken.... en net ernaast schiet De notaris las voor: „Deze enveloppe te ope nen, zes maanden na de opening der eerste." Teleurgesteld gingen de treurende overgeble venen uiteen. Een half jaar later waren de dames en bee- ren allen weer present, voor zoover omstandig heden hen niet verhinderden. Onder een plech tig stilzwijgen ging de tweede enveloppe eraf; de stem van den notaris weerklonk: „Te openen over een jaar." Thans begon het publiek te mopperen. Men scheen ér hard over te denken den gestorven goalgetter uit te fluiten en sommigen konden hun teleurstelling bijna niet bedwingen en dreigden den scheidsrechter, in casu den nota ris, een pak slaag te geven. Er waren er, die de zaak niet vertrouwden en een familieraad bijeenriepen. Was die no taris wel heelemaal zuiver op de graat? Waren de strafschoppen, die hü uitdeelde, wel ver diend? Men besloot een rechtsgeleerd raadsman in den arm te nemen en degenen, die meenden tot de wettige erfgenamen te behooren, be gonnen een proces. De rechter zat ermee in. Men snuffelde in oude en nieuwe wetboeken, gooide met paragraphen om zich heen, schreef ingezonden stukken. De notaris haalde de schouders op, beriep zich op het ambtsgeheim en het eenige, wat hü wel wenschte te doen was aan te toonen, dat het vermogen van den overledene nog geheel intact was. Accountants onderzochten het geval en slaag den er niet in eenige ongerechtigheid te ont dekken. Zoo verliep het jaar, dat voor de arme bloedverwanten van den millionnair met recht een treurjaar mag worden genoemd. Mokkend en men zou bijna zeggen zichtbaar uitgeput, kwamen de rechthebbenden weer Mjeen en wierpen schuwe en vüandige blikken op den notaris, die kalm het couvert verbrak en las: „In deze enveloppe zit het eigenlijke testament; te openen over een wee k." Luid debatteerend en converseerend gingen de belanghebbenden naar huis, sliepen onrus tig, schudden bezorgd de gekwelde hoofden en wisten niet, wat het moest beduiden. De zeven dagen verstreken en het gezelschap verzamelde zich voor de laatste ronde. Dezen keer ontspanden zich de gezichten; de oogen werden groot van verwachting; de overledene was toch wel een groot en goed mensch ge weestHet testament luidde aldus: „De helft van mijn fortuin, groot 1.800.000 zlotis, is voor dien bloedverwant, die de meeste wettige nakomelingen heeft. Wanneer het aan tal afstammelingen van meer dan één bloed verwant hetzelfde is, krijgt degeen, die mij het naast verwant is de 900.000 zlotis. Bij gelijken graad van bloedverwantschap heeft deeling in gelijke partijen plaats. De andere helft van mün fortuin wordt op de X. .bank gedeponerd en de rente, die dit geld opbrengt, wordt jaarlüks verdeeld onder mijn bloedverwanten, volgens de Poolsche wet, „welke wordt toegepast bij het niet-aanwezig zü'n van een testament" Snikken weerklonken. Een dame viel flauw van vreugde (zij had 13 kinderen, waaronder 8 getrouwde en met kroost yezegende). De notaris vervolgde: „Deze bepalingen zün slechts dan van kracht, wanneer de familieleden gedurenden den tüd, die verliep tusschen mün dood en dit oogenblik geen proces tegen mijn notaris hebben op touw gezet. Zij, die blijk hebben gegeven van wan trouwen en een rechtsvervolging hebben inge steld, blijven van de eventueele voordeelen van dit testament verstoken. Datgene, wat alsdan van mijn fortuin niet onder bovengaande be palingen valt, is voor mijn notaris Wladislaw Screpwiski. De meeste erfgenamen zijn nu al weer uit ziekenhuizen en sanatoria ontslagen. Op het feest van den wijn van de Palts, dat op Zondag 2 October te Neustadt an der Haardt wordt gevierd, zal een passende naam voor den wijn van 1932 moeten worden gevonden. Ver leden jaar waren niet minder dan 2000 verschil lende voorstellen ingediend. Toen werd de wijn in verband met de benarde toestanden „Kris- ling" gedoopt. Op een warmen middag lagen Robbie en Topsy wat te luieren aan het strand, toen de zeeman verscheen, met een kleedje onder zijn arm. „Dat heb ik gevonden in de hut van den kapitein, toen ik het wrak door zocht," zei hü, „en nu ga ik 't me wat gemakkelük maken. Ik ga hier een püP liggen rooken en naar de zee luisteren." Toen hü daar een tüdje had gelegen, kwamen Muriel en Madge, die het kleedje onder hem vandaan trokken. „Laat Robbie en Topsy er nu ook eens op zitten." Robbie en Topsy vonden 't nogal zelfzuchtig van Freddy, dat hü steeds zelf op het kleedje bleef zitten, en zoo waren ze Muriel en Madge heel iankbaar. Zoodra zij waren gaan zitten, pakten de twee vogels de uiteinden beet, en vlogen er mee heen in de rich ting van de zee. ,,'t Is precies een toovertapijt," vond Robbie. Maar Topsy was niet erg ge rust, met al dat water onder zich. „Zullen we niet liever teruggaan?" stelde ze voor. „Freddy zal zijn kleed terug willen hebben." (Maandagavond vervolg). (Ingezonden mededeeling) Biuinrnnnniin (Vrij naar het Duitsch) sniiiiiimuiHiimLimuiiiimHuiiniiiuiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiiininniniiminnimiuuniiuiiii 3 Bij de vrouw, die me in huis genomen heeft. Ik ben arm. Alles, wat ik bezit, is in een bruine handkoffer en bestaat uit een paar stuk jes linnengoed en kleeren. Hoe oud bent u? Vüf-en-twintig jaar. Waar bent u geboren? Leven uw ouders nog? Die heb ik nooit gekend. Ik ben in Weenen geboren, en door vreemde menschen groot ge bracht, die ook al lang dood zün. -r- Maar u moet toch kennissen hebben, die •uw identiteit bevestigen kunnen. Noem ons eens iemand. De jonge vrouw keek verlegen voor zich uit, en zei dan aarzelend: Ik heb nooit vriendschap met iemand ge sloten, en kan niemand noemen. De laatste ja ren héb ik bü de barones heelemaal op mezelf geleefd Het is allermerkwaardigst dat niemand op de wereld u kent. Wat u ons daar allemaal ver telt, klinkt heel avontuurlijk en u kunt nauwe- lüks verwachten, dat we u gelooven. U hebt geen ouders en geen kennissen, u kent de vrouw niet bü wie u geslapen hebt, en met wie u nu al twee dagen ónafgebroken samen bent ge weest u weet niet waar de dame woont, die uw arbeidskaart heeft, u zou bij een barones gediend hebben, die zoo ongeveer het leven van een zonderling leidde, en juist drie weken gele den gestorven is kortom, volgens uw zeggen is er niets of niemand om te bewijzen, dat u werkelijk Anna Müller bent. Is dat niet vreemd? Er is toch geen mensch, die althans niet éénig spoor achterlaat. Anna Müller zweeg. De rechter ging voort: Wilt u ons niet liever de waarheid zeggen? Ik ben overtuigd, dat u heelemaal niet Anna Müller heet, en toevallg n de herberg kwam ik geloof veeleer, dat u met een bepaalde bedoe ling hier kwam, en den man, die waarschü'nlük een kennis van u was, om een of andere reden neergeschoten hebt. Voor een dienstmeisje ziet u er wel wat te opzichtig uit ik neem daar om aan, dat u tot die klasse van menschen behoort, die reden hebben, om iedere navraag van de zijde der overheid te schuwen. Misschien stond die man u voor de bereiking van een of ander doel in den weg? Nu wat hebt u daar op te zeggen? Een oogenblik had een donkere blos het ge laat van de vrouw overtogen, en een half-toor- nige blik schoot uit haar oogen. Maar dan na na enhaar trekken weer dezelfde onverschillige utdrukking aan, en zü antwoordde kalm: Niets. Het is alles, zooals ik gezegd heb. Zooals u wilt. De rechter gaf een kort bevel, waarop twee gendarmes de jonge vrouw naar een gereed staand rütuig brachten, en aan weerszijden van haar plaats namen, De rechter en Helfrich waren de laatsten, die de herberg verlieten. Die persoon zal me nog moeite genoeg ge ven, zei de rechter. Ik geloof geen woord van alles wat ze gezegd heeft. Maar niettemin kan ik me wel een idee van de zaak vormen. Ze wil haar naam niet noemen, omdat ze al eerder met de justitie in aanraking is geweest. Die man was zonder twijfel een lastige sta-in-den- weg, en ze heeft hem zonder vorm van proces van de baan geholpen. De detective schudde twüfelend het hoofd. Eerder zou ik kunnen gelooven, dat zü een werktuig in handen van anderen is geweest, zeide hij; van menschen, die misschien ver boven haar staan. Dat zal wel blüken. In ieder geval legt zij er zich op toe, om te liegen, en hoopt er als „Anna Müller" gemakkelük doorheen te glip pen. Zoolang we niets bewijzen kunnen, moeten we haar tóch weer laten loopen, denkt ze. Maar morgen laat ik haar terstond fotografeeren, en haar portret aan alle strafinrichtingen sturen. Dan zullen we gauw weten, wie ze is. Het zou me trouwens niets verwonderen, of die man hoorde ook in meerbedoelde kringen thuis. Nu, rij je mee? Den volgenden morgen werd de gevangene gefotografeerd; en tevens werd er nogmaals een nauwkeurige opname gemaakt van den doode, welke opname met zijn signalement niet alleen in de couranten werd gepubliceerd, maar ook naar alle politie-posten en strafinrichtingen werd gezonden. 's Avonds laat had men nog laten vragen, in Weidlingbach en omgeving, naar personen, die misschien vermist werden, doch zonder resul taat. Ook de vrouw met den bochel werd in alle stilte, maar daarom niet minder ijverig ge zocht. Den 29en October brachten de couranten het eerste nieuws met een beschrüving van den doode en diens kleeding. Als büzonder kentee- ken werd vermeld het ontbreken van den klei nen teen aan den linkervoet. Intusschen was men met het verhoor van de gevangene nog geen stap verder gekomen. Zij bleef hardnekkig haar onschuld aan den moord betuigen. Ook het foto-album, met diverse aan- teekenningen van de politie scheen niets te be vatten, wat maar in de verste verte op Anna Müller van toepassing was. De commissie, die thans het onderzoek leidde, kwam dan ook meer en meer tot de overtuiging, dat men hier, niette genstaande het beslist Oostenrijksche dialect van de vrouw, te doen had met iemand, die langen tijd in het buitenland vertoefd had. Ook bij den doode wezen tal van dingen op het buitenland. Zijn kleeren waren, wat snit en stof betreft, anders dan men ze in Oostenrijk gewoonlük aantreft. Schoenen en hoed waren beslist Amerikaansch maaksel. Daarbü kwam, dat de gevonden revolver het merk van een fa briek in New-York droeg en Anna Müller had zelf verklaard, dat zü aanvankelük naar ken nissen in Amerika had willen gaan. Waar die kennissen woonden, wist ze evenwel niet. Ze had de reis juist daarom opgegeven, omdat ze geen antwoord had gekregen op haar desbe treffend verzoek. In ieder geval had men hier voldoende aan- wüzing, dat deze vrouw en de doode beiden uit den vreemde waren gekomen. Van deze veron derstelling uitgaande, besloot de commissaris 'n poging te wagen. Als Anna Müller uit Amerika stamde, of daar althans geweest was, moest zij Engelsch kennen. Hü sprak haar opeens in die taal aan, en had de voldoening, dat hü in het eerste oogenblik van verrassing duidelük aan haar gezicht zien, dat zü hem verstaan had. Welliswaar deed zü aanstonds moeite, om on verschillig te schijnen, en verklaarde zü, dat zü zulk koeterwaalsch niet verstond maar de commissaris beschouwde de proefneming als ge slaagd, en werd in zijn theorie aangaande de ge vangene nog slechts versterkt. Rudolf Helfrich zat in zün slaapkamer op de sofa, en dacht na over de raadselachtige mis daad bü „De Drie Mirteboomen", sinds welke nu drie dagen verloopen waern. Buiten in de keuken was Kata bezig, een oude Kroatische, die sedert tal van jaren zün huishouding verzorgde en haar bezigheid was zoo luidruchtig, dat zü nagenoeg het zoet gefluit van de diverse vogels in de kamer daarnaast overstemde. Dan werd het een poosje stil. Kata was uitgegaan, om boodschappen te doen. Helfrich herademde, en nam de ochtendbladen ter hand, die sinds een kwartier op zijn ontbüttafel lagen. Veel nieuws zou er wel niet in staan over het geval, dat hem interesseerde. Vermoedens, com binaties, zooals gewoonlük. Maar wat was dat? Hü sperde zün eoegn wüd epen, en richtte zich stram overeind. „Nieuwe gegevens inzake den moord bü „De Drie Mirteboomen". Er komt licht in de duisternis. De iden titeit van den doode vastgesteld. De koffer van Anna Müller gevonden." De detective greep met zün handen naar zün noofd. Dan nam hij de tweede courant, de der de overal dezelfde berichten, hier en daar aangevuld en nog wat opgesmukt, maar in we zen geheel overeenstemmend. „Een inspecteur van den Veiligheidsdienst had kort vóór mid dernacht aan den oever van den Donau, in de nabijheid van Nussdort, een bruinen handkoffer gevonden, die behalve enkele stukjes schoon goed en kleeren ook een paar boeken bevatte. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 14