Het feest der kreupelen Tiet miémlmn den day RADIO-PROGRAM BETROKKEN LUCHT ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Die goeie ROBINSONschoen voor Vader en Zoon De juweelen diefstal Het Lijk bij de Mirteboomem DONDERDAG 6 OCTOBER „BREEKT de KRUKKEN STUK" De mismaakte in de historie 's Werelds grootste manden Vrijdag 7 October 30.000 geboorten minder in Rijnland Hondengeblaf kost 12.000 gulden Terugbetaling In het „volgende" leven AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL FEUILLETON mrii Berlijn, 2 October. Het was op een van de eerste mooie herfst dagen, dat het Oscar-Helene-heim, het groote Tehuis voor Kreupelen te Berlijn, zijn jaarfeest gaf. Een ieder, die ooit dit gesticht der „vroo- lijke kreupelen" bezocht, komt er met plezier weer eens kijken, vooral wanneer de Directeur, Hans Wuertz, zijn omvangrijke verzameling ten toonstelt. Deze verzameling behelst schilderijen, etsen, teekeningen, kopergravures en beeld houwwerken die kreupelen voorstellen en zij heeft den roep, evenals het museum, dat aan de inrichting verbonden is, eenig te zijn in het soort. Het huis ligt heerlijk te midden van zijn twee en dertig morgen lands, en een zomersch zonne schijntje zorgde voor de feestelijke stemming. Heel het volk der kreupelen was vandaag in de bosschen verspreid of op de feestweide te vin den. Hier was een bont gejoel van allerlei ten ten, en op een vrij gedeelte werd een zeer samengesteld programma afgewerkt, waarbij de tooneelclub, het zangkoor en het orkest van het gesticht in actie traden. Even verder zag men een reeks leege kinderbedjes onder een galerij; de kleine bewoners dezer bedjes waren aan de hand van of op den arm der verpleeg sters het „feest" gaan genieten en men vond ze voor de schiettent, de hengelkraam, of bij het ringsteken. In het mengelmoes van opge wekte menschen zag men tusschen de gezonde bezoekers voortspringers op krukken, mannen met houten beenen, strompelende meisjes, bochels. Merkwaardig is, hoe zeker zich deze inva liden binnen hun eigen muren voelen; geheel volwaardig aan anderen, geen schroom om hun gebrek te toonen en onbevreesd, medelij den op te wekken wanneer zij, bij de turnoefe ningen of het balspel, koddige bewegingen maken. Ik zag een gebocheld kippeborstje, dat met de grootste waardigheid de hengelkraam voorzat en onvermoeid met 'n Berlijnsch mond werk zeer „bodenstaendige" moppen verkocht, ik zag twee opgeschoten jongens vechten om een doosje klappertjes, en hoe de een het weg- graaide met een vlugge beweging van zijn ge spleten onderarm. (Bij handloozen gaat men, indien even mogelijk, tegenwoordig over tot het splijten van den onderarm, om de twee grijp- spieren in de gelegenheid te stellen nog prac- tisch te werken). Ik zag ook, hoe bij een wild partijtje op het voetbalterrein twee mannen renden naar een bal en hoe plotseling een der de, die zijn Zondagsche beenen thuisgejaten had, er op zijn dijen heenstevende en den voetbal een fikschen stoot gaf. Een der doktoren van het tehuis zag het ook en lachte: „U gelooft niet, hoe wild onze patiënten zijn, het lijkt wel, of juist het lichamelijk onvermogen hun ver langen naar beweging tienmaal zoo hevig maakt als bij normalen; trouwens, dat valt ook op bij hun verzen en teekeningen. Doorgaans is hun onderwerp een beweging. Kijkt u eens naar de tentoonstelling van het werk der schoolkinderen uit ons gesticht; zij teekenen motorrijders, voet ballers, vliegende treinen, worstelaars. En meestal hebben zij de beweging zeer zuiver op gemerkt; en met een Sehnsncht weergegeven, die een wezenlijk bestanddeel in de ziel van den kreupele is." Later gaan wij het huis binnen, om de ver zameling van Directeur Wuertz te bekijken. De gangen zijn leeg. De zaaldeuren staan open en vertoonen reeksen sneeuwwitte, leege bed den en bedjes. De ligstoelen op de zonnige bal kons zijn verlaten. Op de eerste verdieping heeft men acht vertrekken vrijgemaakt, om de rijk dommen der tentoonstelling ,J)e kreupele in de kunst" te laten bezichtigen. Men begint met er zich over te verbazen, hoe zeer het probleem van den kreupele den kun stenaar in alle tijden heeft beziggehouden; van af oud-Italiaansche prenten en ivoren snijwerk tot in den grooten tijd van Rembrandt en van af Breughel, die zijn gebochelde mannekes zui ver als oogenprent observeert, tot Georg Gross toe, de oorlogsinvaliden met een verbetenheid neerlijnend, die naar het geweten grijpt. Het is een tentoonstelling, die zooveel omvat, dat het een onrecht ware om haar met weinige re gels snel af te doen. Natuurlijk is zij eenzijdig, want in het middelpunt staat de kreupele, niet de kunstenaar. Maar in haar genre moet men deze verzameling wel haast compleet noemen. Meer dan een half leven lang heeft Wuertz zich op haar vervolmaking toegelegd. Het is dezelfde eenzijdigheid en dezelfde com pleetheid, die uit zijn beide boeken spreekt welke bij Voss te Leipzig zijn uitgekomen. Het een, „zerbrecht die Kruecken" is in hoofdzaak een vlijtig verzameld feitenmateriaal om de stelling te bewijzen, dat de kreupelen in vele gevallen superieure menschen zijn, niet toeval lig, doch juist omdat de rem in hun lichame lijke verschijning hen dreef tot het zoeken van compensaties op ander gebied. Een vijfhonderd mannen en vrouwen trekken hier ons oog voor bij, elk met een lichaamsgebrek. Napoleon, By ron, Beethoven, Goethe zijn daaronder en de auteur is niet bang voor hachelijke problemen, zooals Keizer Wilhelm II b.v. In zijn tweede geschrift, veel kleiner van omvang, beschouwt Wuertz „Goethe's wezen en omgeving in den spiegel der kreupelenpsychologie". Er is een zekere durf voor nocdig, om den nationalen held Goethe aanhet Duitsche volk te toonen zooals hij in werkelijkheid was: wat men noemt een zittenden reus. een groot bovenlijf met on. geproportionneerd korte beenen. Verschillende woorden van den Faust-schepper en verschil lende détails uit zijn leven poogt Wuertz uit zijn lichamelijke verhoudingen te verklaren. Daarbij vergeet hij ook niet de begaafde gees ten, die in een gebrekkig lichaam rondom Goethe geleefd hebben, den bochel Mendelssohn, den lammen dichter Firnstein, den vergroeiden schilder Fuchs, den dichter Tiedge met zijn klompvoet, e.a. Een der belangrijkste geschrif ten die het Goethejaar gebracht heeft, niet het minst om de originaliteit van het onderwerp en den fijnen psychologischen kijk, waarmee het beschouwd wordt. Het is bekend, dat vele Afrikaansche stam men reusachtige manden van takken en riet ge bruiken, die met de hand zijn vervaardigd en dienen ter berging van hun gemeenschappelijke graanvoorraden. Maar deze primitieve koren schuren zijn nog maar klein in vergelijking met de rijstmanden, die bij de Filippino's van Lu- zon in gebruik zijn. De inboorlingen, die deze manden maken, zijn vanaf hun prilste jeugd geoefend in dat werk. Allereerst wordt een sterk geraamte van bamboe vervaardigd. Daarna worden de openingen dichtgeweven met kleinere stukken bamboe en bepaalde taaie inlandsche grassen. Het vlechten van de manden is lang niet gemakkelijk, want zjj moeten zóó dicht zijn, dat de rijst er niét door kan zakken en dat de inhoud wordt beschut tegen de tropi sche regens, die gedurende het natte seizoen vallen. HUIZEN, 1875 M. 8.00 K.R.O. Morgencon cert 10.00 Gramofoonmuziek 11.30 Half uurtje voor zieken en ouden van dagen 12.00 Tijdsein en Politieberichten 12.15 K.R.O.- sextet o.l.v. Piet Lustenhouwer 1.45 Verzor ging van den zender 2.00 Solistenconcert 3.00 Schubert-programma 4.30 K.R.O.-orkest o.l.v. Johan Gerritsen 5.30 Gramofoonmu ziek 6.15 Albert Vogel: „Welsprekendheid" 6.45 Pianorecital 7.10 Van vreemde landen en volken 7.30 Politieberichten 7.45 P.T.T.- kwartiertje 3.00 K.R.O.-orkest o.l.v. Johan Gerritsen 9.15 Nieuwsberichten van het Persbureau Vas Diaz 9.30 The KRO-boys 9.-0 Schlagermuziek 10.00 Potpourri 10.45 Schlagermuziek 11.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM, 296 M. 8.00 VARA. Gramo foonmuziek VPRO 10.00 Morgenwijding VARA 10.15 Gramofoonmuziek 11.15 Onze Keuken, door P. J. Kers 11.45 Voordracht AVRO 12.00 Concert door het Avro Kleinorkest o.1 v. Nico Treep Tusschenspel van Gramo foonmuziek 2.30 Concert door het Avro- Kamerorkest o.l.v. Louis Schmidt. Tusschenspel van Gramofoonmuziek VARA 4.00 Tijdsein en Gramofoonmuziek 4.40 Na schooltijd „Een wonderlijk avontuur van Oome Keesje" 5.20 Vara-Klein Orkest o.l.v. Paul Douchant 6.15 Orgelspel 6.40 Verspilling van productieve krachten in den Landbouw, door J. Matthjjs- sen 7.00 Orgelspel door John Bookhouse Mac Carthy 7.15 Vara Klein Orkest o.l.v. Paul Duchant VPRO 8.00 Catechisatie - 8.30 Concert 19.00 Cursus 9.30 Concert 10.00 Persberichten van het Vrijz. Godsd. Pers bureau 10.05 Persberichten van het Persbu reau Vaz Dias 10.15 Lezng, nieuwe zakelijk heid, door B. Blinxma 10.45 Gramofoonmu ziek VARA 11.00 Gramofoonmuziek. BRUSSEL, 509 M. 5.20 Concert door het Radio-orkest o.l.v. Franz André 6.20 Gramo foonmuziek 6.50 Concert door het Klein Orkest van het N.I.R. 8.20 Concert door het Omroep-symphonieorkest o.l.v. Arthur Meule- mans 10.30 Dansmuziek. BERLIJN, 419 M. 5.35 Concert door het Omroeporkest o.l.v Bruno Seidler Winkler 7.20 „Leonce und Lena", een blijspel van Georg Büchner. HAMBURG, 372 M. 1.30 Gramofoonmuziek 3.50 Concert 8.50 Omroeppotpourri 9.59 Kleine Noragorkest o.l.v. Gerh Maasz. KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1365 M. 1.20 Gramofoonmuziek 3.50 Concert. LANGENBERG, 472 M. 12.00 Concert o.l.v. Wolf 4.20 Vesperconcert 10.35 Concert. ipiin iiiniK De Bilt, dat in het brandpunt staat Van warme sympathie, Omdat men goed is in het vak: Meteorologie, Stond thans mèèr in het brandpunt I van I Het heete element, En dit is kwader dan het vuur, Zooals dé geestdrift kent. Het werd dus in dit Instituut Heel vlug betrokken lucht En de verwachting duidde meer Op overhaaste vlucht! Het was geen koude ochtend meer, Maar uitgesproken heet, Een hoogen stand, zooals de Bilt Zelfs daar maar zelden meet! De brandspuit kwam en zie de kans 1 Op regen groeide aan. De bui brak los en 't was toen ook 1 Met droogte gauw gedaan! En het vooruitzicht luidt alweer: Opklarend! want de brand, Dien heeft men daar met man en g macht Gelukkig overmand! Maar jammer, dat dit Instituut, Dat steeds zoo goed voorspelt, In 't allerlaatste weerbericht, Daar niets van heeft gemeld! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) sfiiinnnminimTiiininiimnnmiinmiiiniinniiiiniiiniiiTiimiiiimmmnmiiiminiiininiiiDinnniinirarajiimiiS DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelrecital 1.05 Concert 4.15 Concert 9.55 Concert door het B.B.C.-orkest. PARIJS Eiffel, 1446 M. 7.50 Concert o.l.v. Ed. Falemt. PARIJS, R. 1725 M. 8.05 Gramofoonmu ziek -2.50 Idem 7.40 Gramofoonmuziek 9.50 Gramofoonmuziek. MILAAN, 331 M. 7.50 Concert. ROME, 441 M. 8.05 Concert 8.50 Blij spel „Bisboccia" 9.20 Concert. WEENEN, 517 BI. 8.00 Concert door het Symphonieorkest van Weenen 9.35 Dans muziek. WARSCHAU, 1411 BI. 4.20 Populair con cert door het Philharmonieorkest van Lodz o.l.v. Pitrurszka 10.20 Dansmuziek. BEROMUNSTER, 460 M. 6.30 Gramofoon muziek 7.20 Concert door het Omroeporkest o.l.v. Hofmann 9.35 Concert door het Om roeporkest. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER V/IJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS De Provinciale Vroedvrouwenbond vergader de in München-Gladbach. Langdurige bespre kingen werden gevoerd over de geboorten. Ge constateerd werd dat de crisis ook van invloed is geweest op de geboorten. Dr. Herkenrath (Gladbach) en Landraad dr. Müller (Düssel- dorf) gaven statische cijfers over het geboorte cijfer. Vergeleken met 1926 liep het aantal ge boorten in het afgeloopen jaar met 30.000 terug. Hierdoor wordt tevens het bestaan van den vroedvrouwenstand ernstig bedreigd. OMAHA (Nebraska), September 1932. Bijna 12.000 gulden kostte John T. Novak het ge blaf van zijn hond. De hond sloeg aan, toen mevrouw Lilian Nutusil het huis van Novak passeerde. De dame schrok zoo hevig, dat zij bewusteloos op straat viel en een hersenschud ding kreeg en een verlamming. Zij diende een aanklacht tot schadevergoeding in, die de rechtbank haar toewees. Novak moest zijn huis verkoopen om te kunnen betalen. (United Press) Toen Ivy, Robbie en Topsy over het eiland liepen, ontmoetten zij een grooten schildpad. De schildpad was zoo tam, dat hij Ivy toestond op zijn rug te rijden en toen Ivy bemerkte, dat de schildpad den weg nam, welke naar het kamp leidde, besloot zij maar te blijven zif ten en den schildpad haar te laten dragen. „Ik houd zooveel van die dieren," zeide' Ivy, „en ik schijn goede maat jes met den schildpad geworden te zijn." Maar de schildpad had nog maar eer eindje geloopen, toen hij stopte en zich onder zijn schaal terugtrok Ivy deed haar best hem met lieve woord jes onder zijn schuilhoek vandaan te krijgen, maar de schildpad was niet te vermurwen. „Daar komt Willy Woensdag aan," zeide Topsy, „misschien weet die wel raad, wat er met den schildpad moet gebeuren." Willy barstte in lachen uit, toen hem werd verteld, wat er met den schildpad was gebeurd. „De schildpad is naar bed gegaan," zeide hij. „Het geeft niets of je op zijn rug gaat zitten, want het kon wel eens een week duren, voor hij weer wakker wordt." (Morgenavond vervolg). (Ingezonden mededeeling). En hebt u mij nu alles medegedeeld, wat u omtrent het geval bekend is? vroeg de beroemde detective James Mc Carty aan zijn bezoeker. Hebt u werkelijk geen enkele bijzonderheid over het hoofd gezien? De heer Henderson dacht een oogenblik diep na, toen schudde hij ontkennend het hoofd en sprak op zenuwachtigen toon: Neen Carty, ik heb je alles tot in de klein ste bijzonderheden verteld en ik zou werkelijk niet weten, wat ik er nog aan toe zou moeten voegen. Prachtig, waarde heer! sprak de detective, terwijl hij zich vergenoegd in de handen wreef. Ik heb de verschillende bijzonderheden, die mij van belang schenen, genoteerd en het lijkt mij goed, de zaak nog eens te herhalen, dan kunr u beoordeelen, of ik u goed begrepen heb. Mocht ik een fout maken in mijn verslag, wees dan zoo goed, mij daar op attent te maken, want zelfs de kleinste kleinigheden lijken mij in dit geval van belang. De bezoeker glimlachte. Dat schijnt mij ook een doeltreffende me thode, sprak hij. Ga uw gang Carty, ik luister met aandacht. Als ik u goed begrepen heb, begon de speurder, dan heeft de zaak zich als volgt toe gedragen: Drie weken geleden kocht u voor uw vrouws verjaardag een diamanten broche bij de juweliers Cullum Douglas, ter waarde van twintig duizend pond sterling, tusschen haakjes, een eerbiedwekkend bedrag voor een verjarings cadeau. Gisteravond, bij het ter ruste gaan van uw echtgenoote, legde zij het kostbare kleinood op de tafel van haar boudoir en in het korte oogenblik, dat zij noodig had, om zich te ont- kleeden, verdween op tot nu toe onverklaarbare wijze het sieraad van de tafel. En dat, terwijl alle ramen en deuren gesloten waren. Uw echtgenoote steldé onmiddellijk een ern stig onderzoek in, omdat zij terecht veronder stelde, dat ze het juweel op een andere plaat? kon hebben neergelegd, maar al haar zoeken was vergeefsch en ook een gezamenlijk onder zoek leverde helaas niet het gewenschte resul taat op. De diamanten broche was en bleef verdwenen. Bedienden of kinderen houdt u er niet op na. Er blijft dus geen andere mogelijkheid over dan dat het sieraad gestolen is. Maar op welke ma nier Het is aan u, dat uit te zoeken, Mr. Carty. viel Henderson hem in de rede, daarvoor ben ik juist bij u gekomen. En u kunt er op reke nen, dat uw honorarium, ingeval van succes uwerzijds, door u zelf bepaald kan worden. Dat komt wel in orde, waarde heer, ant woordde de detective glimlachend. Ik kan u nu wel reeds mededeelen dat u, nog vóór de zon ter kimme gaat, wederom in het bezit zult zijn van het kleinood. Verrast zag de ander hem aan. U durft veel te beweren, sprak hij, een beetje uit de hoogte, in de meening, dat Carty door zijn voortdurende successen over het paard getild was en daardoor beloften deed, die hij misschien later niet zou kunnen houden. De speurder glimlachte slechts en terwijl hij hoed en jas van den kapstok nam, zeide hij: Beste Henderson, laat ons nu eens een blik gaan werpen in het boudoir van uw echtge noote, want vermoedelijk is daar ons uitgangs punt te zoeken. De bestolene knikte toestemmend en een oogenblik later bevonden beide mannen zich op weg naar de woning van Henderson, waarbij gedurende de wandeling niet meer over de ge heimzinnige verdwijning werd gesproken. De speurzin van den detective was ontwaakt. Een kwartier later bestegen zij de treden van de trap, die naar het boudoir van mevrouw Henderson leidde. James Mc Carty spitste de ooren. Een eigen aardig' geluid klonk hem 'uit het bewuste ver trek tegen. Een vluchtig lachje gleed over zijn gelaat en, onhoorbaar voor zijn metgezel, mom pelde hijN Dat vermoedde ik al, het was ook de eenige mogelijkheid, die ik mij kon denken. Hij deelde zijn vermoedens niet aan Hender son mede, maar besloot, eerst de zaak ernstig te onderzoeken. Ziezoo, sprak de heer des huizes, hier is de spookkamer. Hij opende de deur der kamer en liet den de tective het eerst binnengaan. Belangstellend keek deze het boudoir rond en een tevreden glimlach speelde om zijn mond. Nu? vroeg de bestolene na eed poosje, ziet u kans, het geheim binnen den door u zelf be paalden tijd tot oplossing te brengen? Carty legde hem de hand op de schouders en sprak: Och beste Henderson, het raadsel zelf had ik reeds opgelost, voordat we deze kamer be traden. AJleen moet ik nog even uitvissehen. waar de dief het kostbare kleinood heeft heen gebracht. Dus volgens uw theorie is er toch wer kelijk van diefstal sprake? Wis en waarachtig is er van diefstal spra ke, gaf de speurder ten antwoord. En nog wel op zeer origineele wijze. Maar a propos, kunt u mij misschien voor een oogenblik één of ander gouden, zilveren of diamanten voorwerp leenen? Verwonderd zag de ander hem aan. Waarvoor? Om het te laten stelen, mijn waarde, sprak Carty, zonder een spier van zijn gelaat te ver trekken. Bent u niet wijs? vroeg Henderson, geraakt over de kalmte, waarmede de detective sprak. Welnu, als u bang bent, dat ook dat voor werp u ontstolen zal worden, dan zal ik wel een andere methode toepassen, zeide Carty eenvou dig. Geef mij dan alleen maar even antwoord op de paar vragen, die ik u stellen zal. Wan neer bent u uit Nieuw-Guinea teruggekeerd? Hoe weet u, dat ik in Nieuw-Guinea ge weest ben? vroeg Henderson. Ik weet het bij toeval, was het korte ant woord. Maar geef mij nu antwoord op mijn vraag. Welnu, een maand geleden ongeveer, een week voor den verjaardag van mijn vrouw kwam ik terug. Ik zie nog haar verwonderde gezicht, toen ik uit mijn bagage een prachtigen Am- blyornis Inornatus te voorschijn haalde. Kijk daar zit hij. Henderson wees naar een schilderij in den hoek der kamer. Op den rand daarvan troonde een prachtige vogel, die met vreesachtigen blik op den vreem den bezoeker neerzag. Een mooi beest, sprak de detective bewon derend. Hoe zei u ook weer, dat hij heet? Amblyomis Inornatus, her haalde Hender son; hier heet hij ook wel Prieelvogel. Juist, juist! Prieelvogel, daar heb ik wel meer van gehoord. Maar waarom laat u hem hier in huis zoo vrij rondscharrelen? Ach, mijn vrouw heeft daar nu eenmaal aardigheid in en waarom zou ik haar dat ge noegen ontzeggen? Weet u misschien ook, vroeg Carty, waar hij zijn nest heeft gebouwd? Jawel, achter in den tuin, was het ant woord. Als u er plezier in hebt, wil ik u er wel even bij brengen. Maar laat ons eerst even de zaak tot klaarheid brengen. Dat gaat in één moeite door, lachte de speurder. Kom maar mee! De beide mannen begaven zich naar den achtertuin en Henderson wees naar een beschut hoekje ervan. Kijk! daar kunt u het reeds zien, zeide hij. Vindt u het niet een prachtig stukje werk voor een vogel? Carty bukte zich over het groene mos, dat de vogel voor het gazon van zijn prieel had ge bezigd, en raapte daar een blinkend voorwerp op. Komt dit kleinood u niet bekend voor? vroeg hij aan zijn metgezel, terwijl hij de broche- omhoog hield. Maar mijn hemel, Carty, dat is mijn ge stolen juweel. Hoe in 's hemelsnaam bent u er achter gekomen, dat de dief het op deze plaats verstopt had. Maar, gelukkig, het kostbare sieraad is terug; maar waar is nu de dief? r— Daar heb ik zooeven al op gezinspeeld mijn waarde. Den dief kunt u vinden op den rand van het schilderij in het boudoir van uw echt genoote. De Amblyomis Inornatus? Precies, waarde heer. De Prieelvogel. Maar als ik u was zou ik het hem maar niet al te zwaar aanrekenen, want het is nu eenmaal de aard van het beest. Maar in ieder geval bent u nu gewaarschuwd. En een gewaarschuwd man telt voor twee, lachte Henderson. Bombay, eind September 1932. Met een hoogst merkwaardig voorstel is de Indische bankbeambte Koditala Iswaraya bij zijn patroon gekomen. Iswaraya had in den loop van het jaar rond 18.000 gulden ver duisterd. Toen dit ontdekt werd, was hij niet in staat, om het geld terug te betalen. Hij deed toen het volgende voorstel: „Ik zal mijn schul den na mijn eerstvolgende geboorte terugbeta len, hetzij in den vorm, dat ik als zoon van mijn patroon word geboren, hetzij dat ik ais zijn huisknecht door arbeid mijn schuld aan hem uitdelg." Iswaraya is een fatalist, maar heeft er ge weldig goed slag van, om zijn fatalisme in ver binding te brengen met de astrologie, met de sterrenwichelarij en er dan nut uit te trekken voor zijn daden. Hij beweerde, dat het con. stant in de sterren had gestaan, dat hij het geld moest verduisteren en dan was zijn on gunstige horoscoop er nog schuld aan, dat het geld weer verloren ging. De Indiër geeft zonder blikken en blozen toe, dat hij den verduisterden mammon op de renbanen en bij andere gokkerijen heeft ver loren. Hij beweert echter persoonlijk onschuldig te zijn en geeft de heele schuld aan de kwade ster Satumus. Satumus staat namelijk op een bijzonder ongunstige plaats in zijn horos coop en zij had dan ook veroorzaakt, dat het geld niettegenstaande de beste tips als sneeuw voor de zon verdween. Het gerecht wilde natuurlijk niets hebben van dien astrologischen poespas en „volgende levens", reïncarnaties en zoc. voorts en veroor deelde den man tot een flinke portie tuchthuis. (United Press.) tul 'f on dit blad ziln ingevolge de verzeksrlngsvoorwaarden tegen f bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/i bij een ongeval met f OCfl bij verlies van een hand f tO C bij verlies van een f Cfï bij een breuk van f Afi bij verlies van AU€ üOOntieS on^va^en vé^zekiidvooi een lei\olgende uitkeeringen I ÓUUU.-verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f f OU,- dooclelijken afloop T ZO U,een voet of een oog# ICO.- duim of wijsvinger O (/.-been of arm tU.- anderen vin; •n vinger (Vrij naar het Duitsch) Helfrich streek met hand over zijn voorhoofd. We moeten van taktiek veranderen, zeide hij. Er bestaat een zeker geheim, dat al die drie personen betreft, den doode. de vrouw met dèn bochel en deze andere vrouw. Laten we be ginnen met den doode. Als we te weten kunnen komen, wie hij was. en wat hem uit Amerika hierheen gevoerd heeft, wordt al het andere misschien vanzelf duidelijk. Waar is zijn ba gage? Die heb ik hier laten brengen. Ze is ten allen tijde tot je beschikking. Goed. Daér moet ik het begin van den draad vinden, als we tenminste niet onverwacht ergens anders een aanknoopingspunt kunnen vinden. Vraag in ieder geval bij de autoriteiten in Sacramento en in New York, of men daar een Frank Wilson kent, die zich zeer onlangs naar Europa begeven heeft, Dat ïs al gebeurd. Ook heb ik zijn portret en dat van de z.g. Anna Müller naar alle straf inrichtingen gestuurd. Daar verwacht ik het meeste van. Ik niet, maar schaden doet het in ieder geval niet. De commissaris was intusschen nog niet tot een bepaalde theorie gekomen. Nu eens was hij van meening, dat de geheimzinnige arrestante een minderwaardig iemand was, die alle reden had, om wille van haar verleden onbekend te blijven een dievegge of oplichtster, die al eerder met de justitie in aanraking was ge weest, en om een of ander laag motief dien man gedood had. Dan weer geloofde hij met iemand van beter stand te doen te hebben, die om heel wat geheimzinniger reden tot de daad gekomen was. Dat was trouwens ook Hel- frichs opvatting, die hij vrijwel van den be ginne af was toegedaan geweest. Hij was over tuigd, dat de gevangene sluwe en bekwame hel pers had. en dat zij zich liever als moordenares zou laten veroordeelen, dan eenige opheldering in de zaak te verschaffen. Slechts op één punt was de detective gaan twijfelen. Hij had het aanvankelijk als uitge sloten beschouwd, dat er tusschen de zich noe mende Anna Müller en den aan lager wal ge raakten doode een meer intieme betrekking had bestaan. Thans dacht hij menigmaal aan deze mogelijkheid. Bij een meer nauwgezette beschouwing van den doode was het niet te ontkennen dat hij, ondanks alle verwording van later datum, oorspronkelijk een knap per soon geweest moest zijn. Daarbij kwam de om standigheid, dat Anna Müller zoo bleef men haar voorloopig nog maar noemen den doode zonder twijfel voor een „graaf Saluga" had gehouden. Het was dus altijd mogelijk, dat er vroeger meer intieme betrekkingen tusschen hen beiden bestaan hadden. Misschien had Frank Wilson haar thans op een of andere wijze in den weg gestaan, zoodat zij uit angst en in vertwijfeling, zich van hem had willen ontdoen. Daartoe moest men evenwel eerst weten, of Frank Wilson vroeger reeds in Oostenrijk ge weest was, dan wel of Anna Müller te eeniger tijd in Amerika had gewoond. Tot dat doel begaf Helfrich zich den dag na zijn laatste onderhoud met den commissaris naar het pen sion in Wahring, om daar, waar de doode de laatste acht dagen verblijf had gehouden, na sporingen te verrichten. Het onderzoek van Wilson's bagage had met betrekking tot zijn vroeger leven geenerlei uit sluitsel gegeven. Men kon daar alleen uit zien, dat hij uit Amerika was gekomen en zich waar schijnlijk eenigen tijd in Sacramento had op gehouden, daar zich een aantal couranten uit die plaats in zijn koffer bevond. Die couranten had Helfrich meegenomen, om ze thuis te be- studeeren. Het was altijd mogelijk, waar de doode ze bij zich had gehouden, dat daarin een of ander gegeven omtrent zijn persoon te vinden was. De pensionhouder in Wahring, een zekere heer Jacob Goldberger, wist niets meer, dan wat hij reeds aan de politie had meegedeeld. Frank Wilson had bij hem een kamer gehuurd en heel geheimzinnig gedaan. Bijzonder uit de hoogte tegenover het personeel, was hij tegen over zijn gastheer, in den beginne althans, bijna vertrouwelijk geweest. Hij had dezen laat- sten meegedeeld, dat hij eigenlijk heelemaal niet Frank Wilson heette, maar graaf Peter Saluga was en dat hij machtige tegenstan ders had, waarvoor hij zich voorloopig ver borgen moest houden. Hij was naar Weenen gekomen, omdat hij met die menschen, die hem zijn vermogen wilden betwisten, in een proces gewikkeld was, dat binnenkort voor de recht bank zou gevoerd worden. Er was overigens geen twijfel of hij zou het proces winnen. Zijn verdediger, Dr. Schneeberger, had hem daar de stelligste verzekering van gegeven, en op zijn verzoek was hij overgekomen. Dat is volgens ingewonnen inlichtingen een leugen gebleken, vulde Helfrich zelf aan. Dr. Schneeberger heeft den man nooit gezien, en heeft op het oogenblik geen enkel proces over een erfenis onder handen. Ook elders is momenteel geen enkel proces van dien aard in Weenen aangekondigd. Dat weet ik. De commissaris zei me dat al. Hebt u zelf aan die avontuurlijke ver klaringen van uw gast geloof geslagen? Aanvankelijk wel. Er komen zulke wonderlijke dingen voor in de wereld! En Wil son zei het allemaal zoo kalm en beslist, dat ik geen reden had om hem te wantrouwen. Later begon ik wel een beetje te twijfelen. De man had niets weg van een aristocraat en nog veel minder van iemand, die gewoon is, om uit een volle beurs te putten. Hij gedroeg zich nu niet bepaald netjes. Waar hield u hem voor? Op het laatst voor een aan lager wal ge raak persoon, voor een van dat soort oplichters, waarmee wij zakenmenschen helaas af en toe tot onze schade kennis maken. OP den dag, dat hij verdween, gaf ik den portier last, om hem de rekening aan te bieden. Maar zoo ver kwam het meer, daar Wilson al tamelijk vroeg was uitgegaan en niet meer terug kwam. Waarmee hield hij rich bezig, als hij thuis was? Hij was heel weinig thuis. Een paar keer heeft hij brieven geschreven, waarvoor hij aan het meisje papier gevraagd heeft. Aan wien hij schreef, weet u zeker niet? Ik dacht omdat ik in de vestibule een brieventafeltje zag hebt u misschien.... Neen, Wilson legde zijn brieven daar nooit neer, maar ging ze altijd zelf wegbrengen. Kreeg het meisje ook nooit gelegenheid, om wat van zijn doen en laten t'e zien? Zulke personen zijn nog al eens nieuwsgierig. Zeker, maar Wilson deed altijd de deur op slot, als hijthuis was. Hij zei tegen niemand hier in huis méér, dan beslist noodig was, en voor de rest was hij een en al geheim zinnigheid. Hebt u, of een van uw personeel, nooit papieren van hem gezien? Hij moet die toch gehad hebben, en bij zijn bagage werd niet het minste gevonden. Kan hij niet in de door hem bewoonde kamer een geheime bergplaats daar voor gehad hebben! Onmogelijk. De kamer is sinds gisteren weer verhuurd, en tevoren heelemaal schoon gemaakt. Zooveel herinner ik me alleen menn knecht was toen juist ziek en stuurde zijn zoon, een jongen van 18 jaar, om me niet zonder te laten zitten en die jongen be weert (wat zijn vader me nü pas verteld heeft), dat Wilson in zijn bijzijn met papieren bezig was, en hem toen ik weet niet meer waarvoor een flinke f°°i of wat ander3 in uitzicht heeft gesteld. Als u wilt, kan ik den jongen te roepen. Hij is hier nóg. Helfrich knikte, en enkele minuten later verscheen de jongeman. Hij maakte den in druk niet al te sterk, maar aan den anderen kant bijzonder intelligent te zijn. Je zegt, dat je één keer gezien hebt, hoe meneer Wilson, die hier gewoond heeft, met papieren bezig was zei Helfrich. Wil je me eens precies vertellen, hoe dat in zijn werk ging. Het was juist op den dag. dat meneer Wilson doodgeschoten werd mijnheer 's mor gens om negen uur. Omdat ik hier vreemd was, was ik een beetje laat, en het meisje zei me, dat mijnheer Wilson al tweemaal om zijn schoenen gebeld had. Hij was erg boos, en ik moest ze maar dadelijk bij hem brengen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7