Het feest der kreupelen
Tiet miémlmn den day
RADIO-PROGRAM
BETROKKEN LUCHT
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Die goeie ROBINSONschoen voor
Vader en Zoon
De
juweelen
diefstal
Het Lijk bij de
Mirteboomem
DONDERDAG 6 OCTOBER
„BREEKT de
KRUKKEN STUK"
De mismaakte in de
historie
's Werelds grootste
manden
Vrijdag 7 October
30.000 geboorten
minder in Rijnland
Hondengeblaf kost
12.000 gulden
Terugbetaling In het
„volgende" leven
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
FEUILLETON
mrii
Berlijn, 2 October.
Het was op een van de eerste mooie herfst
dagen, dat het Oscar-Helene-heim, het groote
Tehuis voor Kreupelen te Berlijn, zijn jaarfeest
gaf. Een ieder, die ooit dit gesticht der „vroo-
lijke kreupelen" bezocht, komt er met plezier
weer eens kijken, vooral wanneer de Directeur,
Hans Wuertz, zijn omvangrijke verzameling ten
toonstelt. Deze verzameling behelst schilderijen,
etsen, teekeningen, kopergravures en beeld
houwwerken die kreupelen voorstellen en zij
heeft den roep, evenals het museum, dat aan
de inrichting verbonden is, eenig te zijn in het
soort.
Het huis ligt heerlijk te midden van zijn twee
en dertig morgen lands, en een zomersch zonne
schijntje zorgde voor de feestelijke stemming.
Heel het volk der kreupelen was vandaag in de
bosschen verspreid of op de feestweide te vin
den. Hier was een bont gejoel van allerlei ten
ten, en op een vrij gedeelte werd een zeer
samengesteld programma afgewerkt, waarbij
de tooneelclub, het zangkoor en het orkest van
het gesticht in actie traden. Even verder zag
men een reeks leege kinderbedjes onder een
galerij; de kleine bewoners dezer bedjes waren
aan de hand van of op den arm der verpleeg
sters het „feest" gaan genieten en men vond
ze voor de schiettent, de hengelkraam, of bij
het ringsteken. In het mengelmoes van opge
wekte menschen zag men tusschen de gezonde
bezoekers voortspringers op krukken, mannen
met houten beenen, strompelende meisjes,
bochels.
Merkwaardig is, hoe zeker zich deze inva
liden binnen hun eigen muren voelen; geheel
volwaardig aan anderen, geen schroom om
hun gebrek te toonen en onbevreesd, medelij
den op te wekken wanneer zij, bij de turnoefe
ningen of het balspel, koddige bewegingen
maken. Ik zag een gebocheld kippeborstje, dat
met de grootste waardigheid de hengelkraam
voorzat en onvermoeid met 'n Berlijnsch mond
werk zeer „bodenstaendige" moppen verkocht,
ik zag twee opgeschoten jongens vechten om
een doosje klappertjes, en hoe de een het weg-
graaide met een vlugge beweging van zijn ge
spleten onderarm. (Bij handloozen gaat men,
indien even mogelijk, tegenwoordig over tot het
splijten van den onderarm, om de twee grijp-
spieren in de gelegenheid te stellen nog prac-
tisch te werken). Ik zag ook, hoe bij een wild
partijtje op het voetbalterrein twee mannen
renden naar een bal en hoe plotseling een der
de, die zijn Zondagsche beenen thuisgejaten had,
er op zijn dijen heenstevende en den voetbal
een fikschen stoot gaf. Een der doktoren van
het tehuis zag het ook en lachte: „U gelooft
niet, hoe wild onze patiënten zijn, het lijkt wel,
of juist het lichamelijk onvermogen hun ver
langen naar beweging tienmaal zoo hevig maakt
als bij normalen; trouwens, dat valt ook op bij
hun verzen en teekeningen. Doorgaans is hun
onderwerp een beweging. Kijkt u eens naar de
tentoonstelling van het werk der schoolkinderen
uit ons gesticht; zij teekenen motorrijders, voet
ballers, vliegende treinen, worstelaars. En
meestal hebben zij de beweging zeer zuiver op
gemerkt; en met een Sehnsncht weergegeven,
die een wezenlijk bestanddeel in de ziel van
den kreupele is."
Later gaan wij het huis binnen, om de ver
zameling van Directeur Wuertz te bekijken. De
gangen zijn leeg. De zaaldeuren staan open en
vertoonen reeksen sneeuwwitte, leege bed
den en bedjes. De ligstoelen op de zonnige bal
kons zijn verlaten. Op de eerste verdieping heeft
men acht vertrekken vrijgemaakt, om de rijk
dommen der tentoonstelling ,J)e kreupele in de
kunst" te laten bezichtigen.
Men begint met er zich over te verbazen, hoe
zeer het probleem van den kreupele den kun
stenaar in alle tijden heeft beziggehouden; van
af oud-Italiaansche prenten en ivoren snijwerk
tot in den grooten tijd van Rembrandt en van
af Breughel, die zijn gebochelde mannekes zui
ver als oogenprent observeert, tot Georg Gross
toe, de oorlogsinvaliden met een verbetenheid
neerlijnend, die naar het geweten grijpt. Het
is een tentoonstelling, die zooveel omvat, dat
het een onrecht ware om haar met weinige re
gels snel af te doen. Natuurlijk is zij eenzijdig,
want in het middelpunt staat de kreupele, niet
de kunstenaar. Maar in haar genre moet men
deze verzameling wel haast compleet noemen.
Meer dan een half leven lang heeft Wuertz
zich op haar vervolmaking toegelegd.
Het is dezelfde eenzijdigheid en dezelfde com
pleetheid, die uit zijn beide boeken spreekt
welke bij Voss te Leipzig zijn uitgekomen. Het
een, „zerbrecht die Kruecken" is in hoofdzaak
een vlijtig verzameld feitenmateriaal om de
stelling te bewijzen, dat de kreupelen in vele
gevallen superieure menschen zijn, niet toeval
lig, doch juist omdat de rem in hun lichame
lijke verschijning hen dreef tot het zoeken van
compensaties op ander gebied. Een vijfhonderd
mannen en vrouwen trekken hier ons oog voor
bij, elk met een lichaamsgebrek. Napoleon, By
ron, Beethoven, Goethe zijn daaronder en de
auteur is niet bang voor hachelijke problemen,
zooals Keizer Wilhelm II b.v. In zijn tweede
geschrift, veel kleiner van omvang, beschouwt
Wuertz „Goethe's wezen en omgeving in den
spiegel der kreupelenpsychologie". Er is een
zekere durf voor nocdig, om den nationalen
held Goethe aanhet Duitsche volk te toonen
zooals hij in werkelijkheid was: wat men noemt
een zittenden reus. een groot bovenlijf met on.
geproportionneerd korte beenen. Verschillende
woorden van den Faust-schepper en verschil
lende détails uit zijn leven poogt Wuertz uit
zijn lichamelijke verhoudingen te verklaren.
Daarbij vergeet hij ook niet de begaafde gees
ten, die in een gebrekkig lichaam rondom
Goethe geleefd hebben, den bochel Mendelssohn,
den lammen dichter Firnstein, den vergroeiden
schilder Fuchs, den dichter Tiedge met zijn
klompvoet, e.a. Een der belangrijkste geschrif
ten die het Goethejaar gebracht heeft, niet het
minst om de originaliteit van het onderwerp en
den fijnen psychologischen kijk, waarmee het
beschouwd wordt.
Het is bekend, dat vele Afrikaansche stam
men reusachtige manden van takken en riet ge
bruiken, die met de hand zijn vervaardigd en
dienen ter berging van hun gemeenschappelijke
graanvoorraden. Maar deze primitieve koren
schuren zijn nog maar klein in vergelijking met
de rijstmanden, die bij de Filippino's van Lu-
zon in gebruik zijn. De inboorlingen, die deze
manden maken, zijn vanaf hun prilste jeugd
geoefend in dat werk. Allereerst wordt een sterk
geraamte van bamboe vervaardigd. Daarna
worden de openingen dichtgeweven met kleinere
stukken bamboe en bepaalde taaie inlandsche
grassen. Het vlechten van de manden is lang
niet gemakkelijk, want zjj moeten zóó dicht
zijn, dat de rijst er niét door kan zakken en
dat de inhoud wordt beschut tegen de tropi
sche regens, die gedurende het natte seizoen
vallen.
HUIZEN, 1875 M. 8.00 K.R.O. Morgencon
cert 10.00 Gramofoonmuziek 11.30 Half
uurtje voor zieken en ouden van dagen 12.00
Tijdsein en Politieberichten 12.15 K.R.O.-
sextet o.l.v. Piet Lustenhouwer 1.45 Verzor
ging van den zender 2.00 Solistenconcert
3.00 Schubert-programma 4.30 K.R.O.-orkest
o.l.v. Johan Gerritsen 5.30 Gramofoonmu
ziek 6.15 Albert Vogel: „Welsprekendheid"
6.45 Pianorecital 7.10 Van vreemde landen
en volken 7.30 Politieberichten 7.45 P.T.T.-
kwartiertje 3.00 K.R.O.-orkest o.l.v. Johan
Gerritsen 9.15 Nieuwsberichten van het
Persbureau Vas Diaz 9.30 The KRO-boys
9.-0 Schlagermuziek 10.00 Potpourri 10.45
Schlagermuziek 11.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM, 296 M. 8.00 VARA. Gramo
foonmuziek VPRO 10.00 Morgenwijding
VARA 10.15 Gramofoonmuziek 11.15 Onze
Keuken, door P. J. Kers 11.45 Voordracht
AVRO 12.00 Concert door het Avro Kleinorkest
o.1 v. Nico Treep Tusschenspel van Gramo
foonmuziek 2.30 Concert door het Avro-
Kamerorkest o.l.v. Louis Schmidt. Tusschenspel
van Gramofoonmuziek VARA 4.00 Tijdsein
en Gramofoonmuziek 4.40 Na schooltijd „Een
wonderlijk avontuur van Oome Keesje" 5.20
Vara-Klein Orkest o.l.v. Paul Douchant 6.15
Orgelspel 6.40 Verspilling van productieve
krachten in den Landbouw, door J. Matthjjs-
sen 7.00 Orgelspel door John Bookhouse
Mac Carthy 7.15 Vara Klein Orkest o.l.v.
Paul Duchant VPRO 8.00 Catechisatie -
8.30 Concert 19.00 Cursus 9.30 Concert
10.00 Persberichten van het Vrijz. Godsd. Pers
bureau 10.05 Persberichten van het Persbu
reau Vaz Dias 10.15 Lezng, nieuwe zakelijk
heid, door B. Blinxma 10.45 Gramofoonmu
ziek VARA 11.00 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL, 509 M. 5.20 Concert door het
Radio-orkest o.l.v. Franz André 6.20 Gramo
foonmuziek 6.50 Concert door het Klein
Orkest van het N.I.R. 8.20 Concert door het
Omroep-symphonieorkest o.l.v. Arthur Meule-
mans 10.30 Dansmuziek.
BERLIJN, 419 M. 5.35 Concert door het
Omroeporkest o.l.v Bruno Seidler Winkler
7.20 „Leonce und Lena", een blijspel van Georg
Büchner.
HAMBURG, 372 M. 1.30 Gramofoonmuziek
3.50 Concert 8.50 Omroeppotpourri 9.59
Kleine Noragorkest o.l.v. Gerh Maasz.
KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1365 M. 1.20
Gramofoonmuziek 3.50 Concert.
LANGENBERG, 472 M. 12.00 Concert o.l.v.
Wolf 4.20 Vesperconcert 10.35 Concert.
ipiin
iiiniK
De Bilt, dat in het brandpunt staat
Van warme sympathie,
Omdat men goed is in het vak:
Meteorologie,
Stond thans mèèr in het brandpunt I
van I
Het heete element,
En dit is kwader dan het vuur,
Zooals dé geestdrift kent.
Het werd dus in dit Instituut
Heel vlug betrokken lucht
En de verwachting duidde meer
Op overhaaste vlucht!
Het was geen koude ochtend meer,
Maar uitgesproken heet,
Een hoogen stand, zooals de Bilt
Zelfs daar maar zelden meet!
De brandspuit kwam en zie de kans 1
Op regen groeide aan.
De bui brak los en 't was toen ook 1
Met droogte gauw gedaan!
En het vooruitzicht luidt alweer:
Opklarend! want de brand,
Dien heeft men daar met man en g
macht
Gelukkig overmand!
Maar jammer, dat dit Instituut,
Dat steeds zoo goed voorspelt,
In 't allerlaatste weerbericht,
Daar niets van heeft gemeld!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
sfiiinnnminimTiiininiimnnmiinmiiiniinniiiiniiiniiiTiimiiiimmmnmiiiminiiininiiiDinnniinirarajiimiiS
DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelrecital
1.05 Concert 4.15 Concert 9.55 Concert
door het B.B.C.-orkest.
PARIJS Eiffel, 1446 M. 7.50 Concert o.l.v.
Ed. Falemt.
PARIJS, R. 1725 M. 8.05 Gramofoonmu
ziek -2.50 Idem 7.40 Gramofoonmuziek
9.50 Gramofoonmuziek.
MILAAN, 331 M. 7.50 Concert.
ROME, 441 M. 8.05 Concert 8.50 Blij
spel „Bisboccia" 9.20 Concert.
WEENEN, 517 BI. 8.00 Concert door het
Symphonieorkest van Weenen 9.35 Dans
muziek.
WARSCHAU, 1411 BI. 4.20 Populair con
cert door het Philharmonieorkest van Lodz o.l.v.
Pitrurszka 10.20 Dansmuziek.
BEROMUNSTER, 460 M. 6.30 Gramofoon
muziek 7.20 Concert door het Omroeporkest
o.l.v. Hofmann 9.35 Concert door het Om
roeporkest.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
V/IJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
De Provinciale Vroedvrouwenbond vergader
de in München-Gladbach. Langdurige bespre
kingen werden gevoerd over de geboorten. Ge
constateerd werd dat de crisis ook van invloed
is geweest op de geboorten. Dr. Herkenrath
(Gladbach) en Landraad dr. Müller (Düssel-
dorf) gaven statische cijfers over het geboorte
cijfer. Vergeleken met 1926 liep het aantal ge
boorten in het afgeloopen jaar met 30.000 terug.
Hierdoor wordt tevens het bestaan van den
vroedvrouwenstand ernstig bedreigd.
OMAHA (Nebraska), September 1932. Bijna
12.000 gulden kostte John T. Novak het ge
blaf van zijn hond. De hond sloeg aan, toen
mevrouw Lilian Nutusil het huis van Novak
passeerde. De dame schrok zoo hevig, dat zij
bewusteloos op straat viel en een hersenschud
ding kreeg en een verlamming. Zij diende een
aanklacht tot schadevergoeding in, die de
rechtbank haar toewees. Novak moest zijn huis
verkoopen om te kunnen betalen.
(United Press)
Toen Ivy, Robbie en Topsy over het
eiland liepen, ontmoetten zij een
grooten schildpad.
De schildpad was zoo tam, dat hij
Ivy toestond op zijn rug te rijden en
toen Ivy bemerkte, dat de schildpad
den weg nam, welke naar het kamp
leidde, besloot zij maar te blijven zif
ten en den schildpad haar te laten
dragen.
„Ik houd zooveel van die dieren,"
zeide' Ivy, „en ik schijn goede maat
jes met den schildpad geworden te
zijn."
Maar de schildpad had nog maar
eer eindje geloopen, toen hij stopte en
zich onder zijn schaal terugtrok Ivy
deed haar best hem met lieve woord
jes onder zijn schuilhoek vandaan
te krijgen, maar de schildpad was niet
te vermurwen.
„Daar komt Willy Woensdag aan,"
zeide Topsy, „misschien weet die wel
raad, wat er met den schildpad moet
gebeuren."
Willy barstte in lachen uit, toen
hem werd verteld, wat er met den
schildpad was gebeurd.
„De schildpad is naar bed gegaan,"
zeide hij. „Het geeft niets of je op
zijn rug gaat zitten, want het kon
wel eens een week duren, voor hij
weer wakker wordt."
(Morgenavond vervolg).
(Ingezonden mededeeling).
En hebt u mij nu alles medegedeeld, wat
u omtrent het geval bekend is? vroeg de
beroemde detective James Mc Carty aan
zijn bezoeker. Hebt u werkelijk geen
enkele bijzonderheid over het hoofd gezien?
De heer Henderson dacht een oogenblik diep
na, toen schudde hij ontkennend het hoofd en
sprak op zenuwachtigen toon:
Neen Carty, ik heb je alles tot in de klein
ste bijzonderheden verteld en ik zou werkelijk
niet weten, wat ik er nog aan toe zou moeten
voegen.
Prachtig, waarde heer! sprak de detective,
terwijl hij zich vergenoegd in de handen wreef.
Ik heb de verschillende bijzonderheden, die mij
van belang schenen, genoteerd en het lijkt mij
goed, de zaak nog eens te herhalen, dan kunr
u beoordeelen, of ik u goed begrepen heb. Mocht
ik een fout maken in mijn verslag, wees dan
zoo goed, mij daar op attent te maken, want
zelfs de kleinste kleinigheden lijken mij in dit
geval van belang.
De bezoeker glimlachte.
Dat schijnt mij ook een doeltreffende me
thode, sprak hij. Ga uw gang Carty, ik luister
met aandacht.
Als ik u goed begrepen heb, begon de
speurder, dan heeft de zaak zich als volgt toe
gedragen: Drie weken geleden kocht u voor uw
vrouws verjaardag een diamanten broche bij
de juweliers Cullum Douglas, ter waarde van
twintig duizend pond sterling, tusschen haakjes,
een eerbiedwekkend bedrag voor een verjarings
cadeau. Gisteravond, bij het ter ruste gaan van
uw echtgenoote, legde zij het kostbare kleinood
op de tafel van haar boudoir en in het korte
oogenblik, dat zij noodig had, om zich te ont-
kleeden, verdween op tot nu toe onverklaarbare
wijze het sieraad van de tafel. En dat, terwijl
alle ramen en deuren gesloten waren.
Uw echtgenoote steldé onmiddellijk een ern
stig onderzoek in, omdat zij terecht veronder
stelde, dat ze het juweel op een andere plaat?
kon hebben neergelegd, maar al haar zoeken
was vergeefsch en ook een gezamenlijk onder
zoek leverde helaas niet het gewenschte resul
taat op.
De diamanten broche was en bleef verdwenen.
Bedienden of kinderen houdt u er niet op na.
Er blijft dus geen andere mogelijkheid over dan
dat het sieraad gestolen is. Maar op welke ma
nier
Het is aan u, dat uit te zoeken, Mr. Carty.
viel Henderson hem in de rede, daarvoor ben
ik juist bij u gekomen. En u kunt er op reke
nen, dat uw honorarium, ingeval van succes
uwerzijds, door u zelf bepaald kan worden.
Dat komt wel in orde, waarde heer, ant
woordde de detective glimlachend. Ik kan u
nu wel reeds mededeelen dat u, nog vóór de zon
ter kimme gaat, wederom in het bezit zult zijn
van het kleinood.
Verrast zag de ander hem aan.
U durft veel te beweren, sprak hij, een
beetje uit de hoogte, in de meening, dat Carty
door zijn voortdurende successen over het paard
getild was en daardoor beloften deed, die hij
misschien later niet zou kunnen houden.
De speurder glimlachte slechts en terwijl hij
hoed en jas van den kapstok nam, zeide hij:
Beste Henderson, laat ons nu eens een blik
gaan werpen in het boudoir van uw echtge
noote, want vermoedelijk is daar ons uitgangs
punt te zoeken.
De bestolene knikte toestemmend en een
oogenblik later bevonden beide mannen zich op
weg naar de woning van Henderson, waarbij
gedurende de wandeling niet meer over de ge
heimzinnige verdwijning werd gesproken.
De speurzin van den detective was ontwaakt.
Een kwartier later bestegen zij de treden van
de trap, die naar het boudoir van mevrouw
Henderson leidde.
James Mc Carty spitste de ooren. Een eigen
aardig' geluid klonk hem 'uit het bewuste ver
trek tegen. Een vluchtig lachje gleed over zijn
gelaat en, onhoorbaar voor zijn metgezel, mom
pelde hijN
Dat vermoedde ik al, het was ook de eenige
mogelijkheid, die ik mij kon denken.
Hij deelde zijn vermoedens niet aan Hender
son mede, maar besloot, eerst de zaak ernstig
te onderzoeken.
Ziezoo, sprak de heer des huizes, hier is de
spookkamer.
Hij opende de deur der kamer en liet den de
tective het eerst binnengaan.
Belangstellend keek deze het boudoir rond en
een tevreden glimlach speelde om zijn mond.
Nu? vroeg de bestolene na eed poosje, ziet
u kans, het geheim binnen den door u zelf be
paalden tijd tot oplossing te brengen?
Carty legde hem de hand op de schouders en
sprak:
Och beste Henderson, het raadsel zelf had
ik reeds opgelost, voordat we deze kamer be
traden. AJleen moet ik nog even uitvissehen.
waar de dief het kostbare kleinood heeft heen
gebracht.
Dus volgens uw theorie is er toch wer
kelijk van diefstal sprake?
Wis en waarachtig is er van diefstal spra
ke, gaf de speurder ten antwoord. En nog wel
op zeer origineele wijze. Maar a propos, kunt
u mij misschien voor een oogenblik één of
ander gouden, zilveren of diamanten voorwerp
leenen?
Verwonderd zag de ander hem aan.
Waarvoor?
Om het te laten stelen, mijn waarde, sprak
Carty, zonder een spier van zijn gelaat te ver
trekken.
Bent u niet wijs? vroeg Henderson, geraakt
over de kalmte, waarmede de detective sprak.
Welnu, als u bang bent, dat ook dat voor
werp u ontstolen zal worden, dan zal ik wel een
andere methode toepassen, zeide Carty eenvou
dig. Geef mij dan alleen maar even antwoord
op de paar vragen, die ik u stellen zal. Wan
neer bent u uit Nieuw-Guinea teruggekeerd?
Hoe weet u, dat ik in Nieuw-Guinea ge
weest ben? vroeg Henderson.
Ik weet het bij toeval, was het korte ant
woord. Maar geef mij nu antwoord op mijn
vraag.
Welnu, een maand geleden ongeveer, een
week voor den verjaardag van mijn vrouw kwam
ik terug. Ik zie nog haar verwonderde gezicht,
toen ik uit mijn bagage een prachtigen Am-
blyornis Inornatus te voorschijn haalde. Kijk
daar zit hij.
Henderson wees naar een schilderij in den
hoek der kamer.
Op den rand daarvan troonde een prachtige
vogel, die met vreesachtigen blik op den vreem
den bezoeker neerzag.
Een mooi
beest, sprak de
detective bewon
derend. Hoe zei
u ook weer, dat
hij heet?
Amblyomis
Inornatus, her
haalde Hender
son; hier heet hij
ook wel Prieelvogel.
Juist, juist! Prieelvogel, daar heb ik wel
meer van gehoord. Maar waarom laat u hem
hier in huis zoo vrij rondscharrelen?
Ach, mijn vrouw heeft daar nu eenmaal
aardigheid in en waarom zou ik haar dat ge
noegen ontzeggen?
Weet u misschien ook, vroeg Carty, waar
hij zijn nest heeft gebouwd?
Jawel, achter in den tuin, was het ant
woord. Als u er plezier in hebt, wil ik u er wel
even bij brengen. Maar laat ons eerst even de
zaak tot klaarheid brengen.
Dat gaat in één moeite door, lachte de
speurder. Kom maar mee!
De beide mannen begaven zich naar den
achtertuin en Henderson wees naar een beschut
hoekje ervan.
Kijk! daar kunt u het reeds zien, zeide hij.
Vindt u het niet een prachtig stukje werk voor
een vogel?
Carty bukte zich over het groene mos, dat
de vogel voor het gazon van zijn prieel had ge
bezigd, en raapte daar een blinkend voorwerp
op.
Komt dit kleinood u niet bekend voor?
vroeg hij aan zijn metgezel, terwijl hij de broche-
omhoog hield.
Maar mijn hemel, Carty, dat is mijn ge
stolen juweel. Hoe in 's hemelsnaam bent u er
achter gekomen, dat de dief het op deze plaats
verstopt had. Maar, gelukkig, het kostbare
sieraad is terug; maar waar is nu de dief?
r— Daar heb ik zooeven al op gezinspeeld mijn
waarde. Den dief kunt u vinden op den rand
van het schilderij in het boudoir van uw echt
genoote.
De Amblyomis Inornatus?
Precies, waarde heer. De Prieelvogel. Maar
als ik u was zou ik het hem maar niet al te
zwaar aanrekenen, want het is nu eenmaal de
aard van het beest. Maar in ieder geval bent u
nu gewaarschuwd.
En een gewaarschuwd man telt voor twee,
lachte Henderson.
Bombay, eind September 1932.
Met een hoogst merkwaardig voorstel is de
Indische bankbeambte Koditala Iswaraya bij
zijn patroon gekomen. Iswaraya had in den
loop van het jaar rond 18.000 gulden ver
duisterd. Toen dit ontdekt werd, was hij niet
in staat, om het geld terug te betalen. Hij deed
toen het volgende voorstel: „Ik zal mijn schul
den na mijn eerstvolgende geboorte terugbeta
len, hetzij in den vorm, dat ik als zoon van
mijn patroon word geboren, hetzij dat ik ais
zijn huisknecht door arbeid mijn schuld aan
hem uitdelg."
Iswaraya is een fatalist, maar heeft er ge
weldig goed slag van, om zijn fatalisme in ver
binding te brengen met de astrologie, met de
sterrenwichelarij en er dan nut uit te trekken
voor zijn daden. Hij beweerde, dat het con.
stant in de sterren had gestaan, dat hij het
geld moest verduisteren en dan was zijn on
gunstige horoscoop er nog schuld aan, dat het
geld weer verloren ging.
De Indiër geeft zonder blikken en blozen
toe, dat hij den verduisterden mammon op de
renbanen en bij andere gokkerijen heeft ver
loren. Hij beweert echter persoonlijk onschuldig
te zijn en geeft de heele schuld aan de kwade
ster Satumus. Satumus staat namelijk op
een bijzonder ongunstige plaats in zijn horos
coop en zij had dan ook veroorzaakt, dat het
geld niettegenstaande de beste tips als sneeuw
voor de zon verdween.
Het gerecht wilde natuurlijk niets hebben
van dien astrologischen poespas en „volgende
levens", reïncarnaties en zoc. voorts en veroor
deelde den man tot een flinke portie tuchthuis.
(United Press.)
tul 'f on dit blad ziln ingevolge de verzeksrlngsvoorwaarden tegen f bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/i bij een ongeval met f OCfl bij verlies van een hand f tO C bij verlies van een f Cfï bij een breuk van f Afi bij verlies van
AU€ üOOntieS on^va^en vé^zekiidvooi een lei\olgende uitkeeringen I ÓUUU.-verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f f OU,- dooclelijken afloop T ZO U,een voet of een oog# ICO.- duim of wijsvinger O (/.-been of arm tU.- anderen vin;
•n
vinger
(Vrij naar het Duitsch)
Helfrich streek met hand over zijn voorhoofd.
We moeten van taktiek veranderen, zeide
hij. Er bestaat een zeker geheim, dat al die
drie personen betreft, den doode. de vrouw met
dèn bochel en deze andere vrouw. Laten we be
ginnen met den doode. Als we te weten kunnen
komen, wie hij was. en wat hem uit Amerika
hierheen gevoerd heeft, wordt al het andere
misschien vanzelf duidelijk. Waar is zijn ba
gage?
Die heb ik hier laten brengen. Ze is ten
allen tijde tot je beschikking.
Goed. Daér moet ik het begin van den
draad vinden, als we tenminste niet onverwacht
ergens anders een aanknoopingspunt kunnen
vinden. Vraag in ieder geval bij de autoriteiten
in Sacramento en in New York, of men daar
een Frank Wilson kent, die zich zeer onlangs
naar Europa begeven heeft,
Dat ïs al gebeurd. Ook heb ik zijn portret
en dat van de z.g. Anna Müller naar alle straf
inrichtingen gestuurd. Daar verwacht ik het
meeste van.
Ik niet, maar schaden doet het in ieder
geval niet.
De commissaris was intusschen nog niet tot
een bepaalde theorie gekomen. Nu eens was hij
van meening, dat de geheimzinnige arrestante
een minderwaardig iemand was, die alle reden
had, om wille van haar verleden onbekend te
blijven een dievegge of oplichtster, die al
eerder met de justitie in aanraking was ge
weest, en om een of ander laag motief dien
man gedood had. Dan weer geloofde hij met
iemand van beter stand te doen te hebben,
die om heel wat geheimzinniger reden tot de
daad gekomen was. Dat was trouwens ook Hel-
frichs opvatting, die hij vrijwel van den be
ginne af was toegedaan geweest. Hij was over
tuigd, dat de gevangene sluwe en bekwame hel
pers had. en dat zij zich liever als moordenares
zou laten veroordeelen, dan eenige opheldering
in de zaak te verschaffen.
Slechts op één punt was de detective gaan
twijfelen. Hij had het aanvankelijk als uitge
sloten beschouwd, dat er tusschen de zich noe
mende Anna Müller en den aan lager wal ge
raakten doode een meer intieme betrekking
had bestaan. Thans dacht hij menigmaal aan
deze mogelijkheid. Bij een meer nauwgezette
beschouwing van den doode was het niet te
ontkennen dat hij, ondanks alle verwording
van later datum, oorspronkelijk een knap per
soon geweest moest zijn. Daarbij kwam de om
standigheid, dat Anna Müller zoo bleef men
haar voorloopig nog maar noemen den doode
zonder twijfel voor een „graaf Saluga" had
gehouden. Het was dus altijd mogelijk, dat er
vroeger meer intieme betrekkingen tusschen
hen beiden bestaan hadden. Misschien had
Frank Wilson haar thans op een of andere
wijze in den weg gestaan, zoodat zij uit angst
en in vertwijfeling, zich van hem had willen
ontdoen.
Daartoe moest men evenwel eerst weten, of
Frank Wilson vroeger reeds in Oostenrijk ge
weest was, dan wel of Anna Müller te eeniger
tijd in Amerika had gewoond. Tot dat doel
begaf Helfrich zich den dag na zijn laatste
onderhoud met den commissaris naar het pen
sion in Wahring, om daar, waar de doode de
laatste acht dagen verblijf had gehouden, na
sporingen te verrichten.
Het onderzoek van Wilson's bagage had met
betrekking tot zijn vroeger leven geenerlei uit
sluitsel gegeven. Men kon daar alleen uit zien,
dat hij uit Amerika was gekomen en zich waar
schijnlijk eenigen tijd in Sacramento had op
gehouden, daar zich een aantal couranten uit
die plaats in zijn koffer bevond. Die couranten
had Helfrich meegenomen, om ze thuis te be-
studeeren. Het was altijd mogelijk, waar de
doode ze bij zich had gehouden, dat daarin
een of ander gegeven omtrent zijn persoon te
vinden was.
De pensionhouder in Wahring, een zekere
heer Jacob Goldberger, wist niets meer, dan
wat hij reeds aan de politie had meegedeeld.
Frank Wilson had bij hem een kamer gehuurd
en heel geheimzinnig gedaan. Bijzonder uit de
hoogte tegenover het personeel, was hij tegen
over zijn gastheer, in den beginne althans,
bijna vertrouwelijk geweest. Hij had dezen laat-
sten meegedeeld, dat hij eigenlijk heelemaal
niet Frank Wilson heette, maar graaf Peter
Saluga was en dat hij machtige tegenstan
ders had, waarvoor hij zich voorloopig ver
borgen moest houden. Hij was naar Weenen
gekomen, omdat hij met die menschen, die hem
zijn vermogen wilden betwisten, in een proces
gewikkeld was, dat binnenkort voor de recht
bank zou gevoerd worden. Er was overigens
geen twijfel of hij zou het proces winnen. Zijn
verdediger, Dr. Schneeberger, had hem daar de
stelligste verzekering van gegeven, en op zijn
verzoek was hij overgekomen.
Dat is volgens ingewonnen inlichtingen
een leugen gebleken, vulde Helfrich zelf aan.
Dr. Schneeberger heeft den man nooit gezien,
en heeft op het oogenblik geen enkel proces
over een erfenis onder handen. Ook elders is
momenteel geen enkel proces van dien aard
in Weenen aangekondigd.
Dat weet ik. De commissaris zei me dat
al.
Hebt u zelf aan die avontuurlijke ver
klaringen van uw gast geloof geslagen?
Aanvankelijk wel. Er komen zulke
wonderlijke dingen voor in de wereld! En Wil
son zei het allemaal zoo kalm en beslist, dat
ik geen reden had om hem te wantrouwen.
Later begon ik wel een beetje te twijfelen.
De man had niets weg van een aristocraat
en nog veel minder van iemand, die gewoon
is, om uit een volle beurs te putten. Hij
gedroeg zich nu niet bepaald netjes.
Waar hield u hem voor?
Op het laatst voor een aan lager wal ge
raak persoon, voor een van dat soort oplichters,
waarmee wij zakenmenschen helaas af en toe
tot onze schade kennis maken. OP den dag,
dat hij verdween, gaf ik den portier last, om
hem de rekening aan te bieden. Maar zoo
ver kwam het meer, daar Wilson al tamelijk
vroeg was uitgegaan en niet meer terug
kwam.
Waarmee hield hij rich bezig, als hij thuis
was?
Hij was heel weinig thuis. Een paar keer
heeft hij brieven geschreven, waarvoor hij aan
het meisje papier gevraagd heeft.
Aan wien hij schreef, weet u zeker niet?
Ik dacht omdat ik in de vestibule een
brieventafeltje zag hebt u misschien....
Neen, Wilson legde zijn brieven daar nooit
neer, maar ging ze altijd zelf wegbrengen.
Kreeg het meisje ook nooit gelegenheid,
om wat van zijn doen en laten t'e zien? Zulke
personen zijn nog al eens nieuwsgierig.
Zeker, maar Wilson deed altijd de
deur op slot, als hijthuis was. Hij zei tegen
niemand hier in huis méér, dan beslist noodig
was, en voor de rest was hij een en al geheim
zinnigheid.
Hebt u, of een van uw personeel, nooit
papieren van hem gezien? Hij moet die toch
gehad hebben, en bij zijn bagage werd niet het
minste gevonden. Kan hij niet in de door hem
bewoonde kamer een geheime bergplaats daar
voor gehad hebben!
Onmogelijk. De kamer is sinds gisteren
weer verhuurd, en tevoren heelemaal schoon
gemaakt. Zooveel herinner ik me alleen
menn knecht was toen juist ziek en stuurde
zijn zoon, een jongen van 18 jaar, om me niet
zonder te laten zitten en die jongen be
weert (wat zijn vader me nü pas verteld
heeft), dat Wilson in zijn bijzijn met papieren
bezig was, en hem toen ik weet niet meer
waarvoor een flinke f°°i of wat ander3
in uitzicht heeft gesteld. Als u wilt, kan ik
den jongen te roepen. Hij is hier nóg.
Helfrich knikte, en enkele minuten later
verscheen de jongeman. Hij maakte den in
druk niet al te sterk, maar aan den anderen
kant bijzonder intelligent te zijn.
Je zegt, dat je één keer gezien hebt, hoe
meneer Wilson, die hier gewoond heeft, met
papieren bezig was zei Helfrich. Wil je me
eens precies vertellen, hoe dat in zijn werk
ging.
Het was juist op den dag. dat meneer
Wilson doodgeschoten werd mijnheer 's mor
gens om negen uur. Omdat ik hier vreemd
was, was ik een beetje laat, en het meisje zei
me, dat mijnheer Wilson al tweemaal om zijn
schoenen gebeld had. Hij was erg boos, en
ik moest ze maar dadelijk bij hem brengen.
(Wordt vervolgd).