Het geheim van de roode map mm Echt en goed Md vetfiaolmn den daa WAS OOK WEL BLAUW OF GROEN RADIO-PROGRAM ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN filial Geen robbedoes ravot Zijn ROBINSONS kapot MASCOTTE Alibi Mirteboomen Het Lijk bij de ZATERDAG 8 OCTOBER De Rijksdag in den loop der jaren Een oude schuld Zondag 9 October Maandag ÏO October DE KRUISVAARDERS VAN ST, JAN AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL FEUILLETON e Er heerscht thans geen drukte in de omge ving van 't Rijksdaggebouw geen nieuws gierigen blijven nu staan. Er is immers ook niets te beleven: het gebouw is gesloten. Binnen zijn beambten en werklieden nog bezig met opruimen. Een paar boden loopen van de eene kamer naar de andere, sjouwende biet stapels boeken en papieren. Op de visehmarkt, in een van de oudste dee- len van de stad, zoek ik den grazen Berlijner op, die zich den eersten Rijksdag kan herin neren. Een beetje mismoedig zit hij voor het raam en eerst als ik hem naar dien tijd van vroeger vraag, raakt hij in vuur. „De een-en-twintigste Maart van het jaar 1871, dat was een feestdag voor heel Berlijn! Van alle kanten kwamen de menscnen naar de hoofdstad toegereisd, de hotels waren tjok- vo_ en velen konden zelfs geen onderdak vin den. Iedereen wilde den eersten Rijksdag mee maken en het was ook inderdaad de moeite waard. Ik was toen nog een jongen van achttien jaar en ik weet nog, dat wij drie dagen lang niet uit de kleeren zijn gekomen, zóó werd er feest gevierd. Bismarck en de oude keizer de jeugd van tegenwoordig kan zich niet meer voorstellen, met hoeveel geestdrift en vereering wij tot die mannen opzagen. „In dien tijd is de Rijksdag toch ook her haaldelijk ontbonden? Ik denk bijvoorbeeld aan 1873, 1878, 1887, 1893 en 1906." „Zeker, dat is zoo. Dat hebben wij ook mee gemaakt. Het waren altijd groote gebeurtenis sen, die opwinding verwekten. Maar per slot van rekening ging het toch rustiger toe; de ontbindingen waren voorbereid en de beweeg gronden waren bekend. De oorzaken waren verschil van meening over de vloot, over de koloniën, over het leger soms. Maar als het dan tot een ontbinding kwam...." „Ja, hoe zit het eigenlijk met de beroemde roode map?" „De roode map? Misschien is ze tegenwoordig rood. In mijn tijd was ze blauw. En in het begin was er in 't geheel geen map. De blauwe map had Bismarck voor het eerst bij zich, toen hij in 1878 den Rijksdag ontbond. U weet wel, dat was onmiddellijk na den aanslag op den ouden keizer. Dat heeft me een opwinding gegeven...." Bismarck heeft toch nog een Rijksdag ont- Jaren geleden maakte Prince Charming een reis om de wereld en deed toen ook de Voor- Indische stad Birma aan. Hier werd. hem ter eere, een feestmaaltijd aangericht. Het corps van de Schotsche garde zorgde voor diner- muziek. De Prins was uitstekend gemutst en wilde den musici op wijn tracteeren. Maar de heeren verkozen bier. Onmiddellijk liet Zijne Koninklijke Hoogheid een vaatje aanrukken. Het toeval wilde, dat dit vat voldoende inhield voor alle musici op één na. Dat was de blazer Frederic Deacon. Deze vischte achter het net, of beter: hij vond den hond in den pot of nóg beter: het vat was uit geput, toen Deacon het onderste uit de ton wilde hebben. De Prins klopte den teleurgestelden muzikant op den schouder en beloofde hem een glas schuimend bier, den eersten keer, dat hij hem weer zou ontmoeten. Dezer dagen bezocht de Prins het hospitaal in Streetham; daar hoorde hij den naam van een verpleger noemen, een zekeren Deacon. Hij herinnerde zich het voorval in Birma en liet den man bij zich roepen. Deacon verscheen en de hooge bezoeker vroeg, of de gewezen hoornist zich de belofte herinnerde. „Jawel", zei de man. „U bent mij nog een glas bier schuldig." „Juist", bevestigde de Prins. „Maar", vervolgde de geroepene met som bere gelaatsuitdrukking. „Het is te laat. U zult deze schuld niet meer kunnen delgen." „Waarom niet?" vroeg de Prins, eenigszins verschrikt. „Ik ben gisteren geheelonthouder geworden", was 't antwoord. bonden, niet waar? Dat was immers in Janu ari 1887?" „Precies er werd toen heftige strijd ge voerd over de organisatie van het leger. Ook Caprivi kon daarvoor geen oplossing vinden, ook hij heeft in verband met deze kwestie den Rijksdag moeten ontbinden. Toen kwamen er dertien jaren van rust. En aan de daarop vol gende ontbinding hadden de Hottentotten schuld." „Ja, de verkiezingen, die op dieontbinding volgden, werden ook Hottentotten-verkiezingen genoemd, niet? Waarom was dat eigenlijk?" Omdat von Bülow, de toenmalige Rijkskan selier, den Rijksdag had ontbonden vanwege de koloniale kwestie. Dernburg, de directeur van Koloniën en democratisch afgevaardigde, kwam in conflict met het Centrum, dat daarop zijn supplementaire begrooting afwees. En van af dien tijd is het steeds bergafwaarts gegaan." „Wat is daarvan dan de oorzaak?" „De presentiegelden, die in dat jaar werden ingevoerd. Geld bederft de menschen." „De Rijksdag, die zijn einde vond in de catastrophe van 1918, was nog van 1906?" „Neen, van 1912. En na de revolutie volgde de groote pauze, totdat op 6 Juni 1920 de eerste Rijksdag van de Republiek werd gekozen, die in 1924 door Marx is ontbonden. Zijn map was toen groen maar het gevolg van het ontbindingsdecreet was hetzelfde." „Maar dat er zooals nu, meermalen in één jaar werd gekozen, is dat wel eens eerder voor gekomen?" „Zeker, in datzelfde jaar 1924. De Rijksdag van Mei leefde maar drie maanden en werd in Augustus ontbonden. De Rijksdag van De cember hield het uit tot Maart 1928. Die van Mei 1928 is gestrand op de verhooging der werkloosheidsverzekering. Van September 1930 tot 4 Juni van dit jaar bestond een nieuwe Rijksdag. En de allerlaatste, die op 30 Augustus bijeen is gekomen, mag er zich op beroemen de kortste Rijksdag te zijn geweest. Veertien dagen...." HUIZEN 1875 M. 8.30 Morgenwijding KRO N.O.R.V.: 9.30 gewijde muziek; 9.45 kerk dienst uit Utrecht. K.R.O. 12.15 lunchconcert doorhet K.R.O.-sextet ol.v. Piet Lustenhou- wer; 1.40 „Van vreemde landen en volken, Rus land en Syberië" door ir. A. S. Fransen v. d Putte; 2.„Film" door A. van Domburg; 2.10 Boeken en schrijvers; 2.30 oude en nieuwe mu ziek; 3.— „De Meikoningin van Valkenburg" hoorspel in vijf bedrijven, op te voeren door het Zuid-Limburgsch Tooneel o.l.v. Jef Schil lings; 4.15 Ziekenlof uit Den Bosch. N.C.R.V.: 5 uur orgelbespeling door mej. Aafje Kap; 5.50 kerkdienst uit de Herst. Evang. kerk Den Hel der. K.R.O.7.45 „De heerlijkheid van het huwelijk" in de leer van den H. Paulus, door prof. B. J. M. van Grinsven; 8.10 R.K.F.; 8.15 KRO-orkest o.l.v. Johan Gerritsen; 9.Krasin 78 van Alb. Kuyle; 9.20 Persberichten van het Persbureau Vaz Dias te Amsterdam 9.35 KRO- orkest o.l.v. Johan Gerritsen; 10.Schubert- iiederen; 10.15 KRO-orkest; 10.40 Epiloog door klein koor. HILVERSUM, 296 M. 8.30 VARA tuin- bouwhalfuurtje door S. S. Lantinga: „Sterke kamerplanten"; 9.Postduivenberichten na tionaal concours Harwich; daarna Veiligheids kwartiertje door ir. R. A. Gorter: Valt de werk plaats, waar ik werk, onder de Veiligheidswet? 9.15 Orgelspel door Johan Jong; 9.40 gramo- foonmuziek; 10.Vara-orkest o.l.v. Hugo de Groot; 10.30 litterair halfuurtje door A. M. de jong; 10.50 Vara-orkest; 11.40 Zondagmorgen- toespraak door G. J. Zwertbroek. AVRO: 12 uur tijdsein en omroeporkest o.l.v. Nico Treep. Tusschenspel van gramofoonmuziek; 1.20 Inter nationale Arbeiders Radiodag; 2.20 Avro-gra- mofoonmuziek; 2.30 Boekenhalfuurtje Constant v. Wessem; 3.00 gramofoonmuziek; 4 uur Avro- molière-cyelus „Belachelijk hoofsche juffers"; 4.45 gramofoonmuziek, daarna sportuitslagen van Vaz Dias; 8.15 Marek Weber en zijn ork.; S uur serie: „Wat zoudt gij doen in dit geval?" „Zijn eer", microfoonspel door Eiklis; 9.30 Om roeporkest o.l.v. Nico Treep; 11 uur gramofoon muziek. VARA: 5 uur kinderuurtje „Op het booze eiland". VPRO: 6 uur Halve uren met boeken; 6.45 wijdingsuur. BRUSSEL 509 M. 5.20 Concert door het om- roeptrio; 6.20 gramofoonmuziek; 7.10 gramo foonmuziek; 8.20 concert door het omroepor kest onder leiding van Jean Kumps; 10.30 uit de zaal „Memlinck" te Antwerpen, concert on der leiding van Paul Moreau. KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 1.50 Con cert door het nieuwe harmonie-orkest; 2.50 concert; 7.20 idem. LANGENBERG, 472 M. 12.20 Concert onder leiding van Wolf; 3.50 vesperconcert onder lei- De zeeman vertelde Robbie en Topsy van een plaats, waar ze Edwin, de giraffe, zachte blaadjes van den top van eenige boomen konden zien eten. En daar ze nog nooit een giraffe aan het middagmaal hadden gezien, gin gen ze gezamenlijk op weg. Spoedig kregen ze de giraffe in het gezicht, die op weg was naar eenige boomen in de nabijheid. Doch juist, toen Robbie en Topsy hen wilden volgen, kwam Freddy Vrijdag's wilde bok aanrennen om ze beiden met zijn horens te stooten. „Loop, Robbie, loop, riep Topsy, „ik ben er zeker van, dat hij ons zal in halen." Toen de bok voorbijkwam, schoof Edwin zijn langen nek tusschen de K>rrt-r hoorns van den bok en tilde hem zoo van den grond. Toen ze zagen, dat de bok ze niet meer achternaliep, kwamen Robbie en Topsy terug. „Kijk eens, waar de bok nou is, Topsy," zeide Robbie, „Edwin heeft ge zorgd, dat hij ons niet op de horens heeft kunnen nemen." „Ja, maar nou kan de giraffe niet sten, met een bok aan zijn nek han gende," zei Topsy. „We kunnen beter naar het kamp terugkeeren vóór Edwin den bok weer op den grond zet." „Ja," antwoordde Robbie, „we moe ten maar eens een anderen keer naar het dineeren van Edwin gaan kijken, wanneer de bok niet in de buurt is." (Maandagavond vervolg) (Ingezonden mededeeling) Hang een popje in je auto, Maar een beetje excentriek. 't Liefst met vreemde malle vormen, Want dat is meteen komiek. Sier den divan in je kamer Met een pop in kleurig zij. Of u plaatst haar op uw bedje, Boven op de beddesprei! En natuurlijk, als je voetbalt, Ook al is het wat frivool. Heb je een mascotte noodig Voor het maken van den goal! 't Mag een hond zijn, 't mag een aap zijn, Teddybeer, chinees of clown, Want met zulk een zielloos dotje Ga je in het spel nooit down! Het geluk! want, lieve hemel, Het geluk staat bovenaan. Dus je knuffelt je mascotte Met een lachje en een traan! Bijgeloovig is thans mode En het gaat er in als koek. Dus je houdt maar aan je popje Ook al krijg je voor je breek! Want gelöövigiets verstandigs Daarvoor zijn de menschen doof. Doch men heeft geen hersens noodig, Weet u, voor wat bijgeloof! MARTIN BERDEN 1 (Nadruk verboden) ding van Wolf; 7.20 „Fidelio" opera in twee bedrijven; 10.05 concert. DAVENTRY, 1554 M. 1.20 B. B. C. Theater orkest; 2.35 gramofoonmuziek; 3.20 Radio-har monie-orkest; 5.50 concert; 9.25 B. B. C.-orkest onder leiding van Pitt. PARIJS EIFFEL, 1446 M„ 12.50 concert door het omroeporkest onder leiding van Ed. Fla- ment; 7.50 gramofoonmuziek. PARIJS R., 1725 M. 8.05 gramofoonmuziek; 12.40 gramofoonmuziek; 1.20 idem; 6.20 gramo foonmuziek. MILAAN, 331 M„ 7.50 opera-uitzending. ROME, 441 M. 7.50 „Amica", opera in twee actes. WEENEN, 517 M. 6.20 Schlagermuziek; 9.35 concert door het Josef Ludwig Payr-orkest. WARSCHAU, 1411 M. 11.35 Concert door het Philharmonie-orkest van Warschau; 2.25 popu laire muziek; 3.45 gramofoonmuziek; 5.20 po pulair concert; 7.20 idem; 9.20 dansmuziek. BEROMiiNSTER, 460 M. 6.30 gramofoonmu ziek; 7.20 concert; 7.40 concert; 9.dansmu ziek. HUIZEN, 1875 M.N.C.R.V. 8.00 Tijd sein; 8.01 Schriftlezing; 815 Morgenconcert; 10.30 Morgendienst door Ds. N. P. E. G. v. Uchelen; 11.00 Concert door kwartet o.l.v. Luise Lauenroth; 12.00 Politieberichten; 12.30 Orgelconcert uit de Herst. Evang. Luth. kerk, Kloveniersburgwal, Amsterdam, door Jan Zwart; 2.00 Uitzending voor scholen. Drs. H. Schilp: „Bacteriën en de mensch"; 2.35 Con- mofoonplaten; 3.15 Cursus knippen en naaien; 3.30 Cursis stofversieren en hoeden maken; 3.45 Verzorging zender; 4.00 Bijbellezing door Ds. H. W. H. van Andel; 5.00 Gramofoonmuziek; 5.20 Liederuurtje door Johannes de Heer m.m.v. W. Verver, viool; 6.30 Vragenuurtje; 7.30 Po litieberichten; 7.45 Persberichten van het Ned. Chr. Persbureau; 800 Tijdsein; 8.01 De Haar- lemsche Orkestvereeniging o.l.v. Frits Schuur man; 9.00 Declamatie door mevr. Nelly Soe- tersvan Balen Blanken; 9.30 vervolg concert; pl.m. 10.00 Vaz Dias- 10.30 Gramofoonplaten; 11.30 sluiting. HILVERSUM, 296 M. A.V.R.O. 8.00 Tijdsein; 8.01 Gramofoonmuziek; 10.00 Mor genwijding; 10.15 Gramofoonmuziek; 10.30 Piano-recital door Egbert Veen; 11.00 Orgel concert door Jan Nieland m.m v. Siegfried Bahler, viool; 12.00 Tijdsein; 12 01 Concert door het Tuschinski Select Salon Orkest o.l.v. Max Tak; 1.30 Concert door het „Damésa"- trio; 2.15 Verzorging zender; 3.00 Concert door Kovacs Lajos en zijn orkest (refreinzang Bob Scholte)4.30 Kinderuur door Rie Beijer; E.3(i Concert door het Avro-kamerorkest o.l.v. Ge rard Hemmes; 7.00 Boeken halfuur. E. d'Oli- viera spreekt over „Querelles de familie" van Georges Duhamel; 7.30 Voortzetting concert; 3.00 Tijdsein; 8.01 Vaz Dias; 8.05 Concert door d'e Koninklijke Militaire kapel o.l.v. kap. C. L. Walther Boer. Intermezzo: radiotooneelDe zaak C. C. W. Brown, regie Kommer Kleijn en „De vrouw die steeds op tijd is", regie Kommer Kleijn; 10.00 Concert door het Omroeporkest o.l.v. Nico Treep, soliste Di Moor'ag, sopraan; 11.00 Vaz Dias; 11.05 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep; 11.30 Gramofoonmuziek; 12.00 Tijdsein n sluiting. BRUSSEL 509 M. 5.20 Concert door het omroeptrio; 7.20 gramofoonmuziek; 8.20 orkest van het N. I. R.; 10.30 concert door het Max Alexys orkest. KöNIGSWUSTERHAUSEN 1635 M. 1.20 gramofoonmuziek; 3.50 concert; 9.40 populair concert. zijn Poeders alleen, wanneer zij de hand- teekening dragen van den fabrikant A. Mijnhardt. Maagpoeders, Hoofdpijnpoeders, Kiespijnpoe ders, Hoestpoeders, Wormpoeders, enz. Per poeder 8 ct. Per doos 45 ct. Bij uw drogist. Sflas Schenk had het heel zorgvudig uitge dacht. Hij moest geld hebben. De oude Falett zou het hem verschaffen. Zonder dat hij het zelf wist. De oude Falett had een soort warenhuis op den hoek van de straat en hij en Silas waren dikke vrienden. Daarom vertrouwde hij Silas ook. Dat deed trouwens iedereen. Ze mochten hem allemaal graag in de stad. Hij was er zelfs gezien Silas wist, dat de oude Falett z'n geld bij zich thuis bewaarde, omdat hij geen enkele bank vertrouwde. Ze konden allemaal springen, zei hij altijd en bovendien waren, volgens hem, de belastingambtenaren dikwijls tè bevriend met bankdirecteuren. En dat kon hem dan bij de inkomstenbelasting wel eens opbreken. Daarom hield hij z'n geld liever thuis. Dan wist niemand hoeveel hij had en liep hij nooit de risico, dat een ander het voor hem opmaakte. Hij had z'n geld zóó goed opgeborgen, dat nooit iemand het zou kunnen vinden. In z'n winkel stonden twaalf bussen met thee. Er stond duidelijk op te lezen dat er thee in zat. En thee zat er ook in. Behalve in één bus. Daarin zat z'n geld. En een knappe inbreker of dief, die het daar zou zoeken, laat staan vinden. Behalve den ouden Falett wist niemand het. Ja, toch, één was er die het óók wist en dat was SilasAan hem had Falett het eens in een vertrouwelijke bui verteld. Aan je besten vriend mocht je zoo iets immers wel meedeelen Nu was het net alsof z'n geld nog veel zekerder verborgen was. Nu er nog iemand was die het geheim kende, drukte dat niet meer.... Dat geld nu, wilde Silas zich toeëigenen. En op een Woensdagavond, onder het rooken van een pijp, had hij een schitterend plan de cam pagne bedacht. Hij zou naar Falett's winkej gaan, de bewuste theebus open doen en weer sluiten. Maar hij zou ze niet eer sluiten of ze moest leeg zijn. Toen hij z'n tweede pijp had uitgerookt, stond hij op en wreef zich in z'n handen van heimelijke pret. „Prachtig", mompelde hij; „geniaal! En een alibi dat ik zal hebben! Zaterdagavond doe ik het. Dan komt Penlops altijd bij me kaarten Van tien tot twaalf uur zal ik met hem samen zijn! En toch zal er om half twaalf iemand in den winkel van Falett die bus leegmaken". Hij stond op en grinnikte. „En i k zal die njan zijn", voegde hij er aan toe. Mijnheer Penlops zou voor een alibi zorgen, gesteld dat er een alibi noodig was. Want wie zou hem, Silas, er van verdenken, dat h ij het was, die bij den ouden Falett had ingebroken? Neen, hij zou stellig geen alibi noodig hebben. Maar tochje kon nooit weten. En het is altijd beter een alibi te hebben; vooral van Penlops, den commissaris van politie in eigen persoon. Beter zou niemand kunnen verlangen Mijnheer Penlops kwam dien Zaterdagavond. Al jaren lang kwam hij 's Zaterdagsavonds een pijp rooken en een kaartje leggen. Om elf uur geeuwde Silas, leunde achterover in z'n stoel en begon te boomen over de a.s. politie-sportwedstrijden. „Er is niet veel belangstelling voor", zei mijnheer Penlops. „Vooral niet voor het num mer hardloopenMijn mannen voelen daar niet veel voor „Ik in mijn tijd wel", beweerde Silas; „ik heb eens meegedaan aan een wedstrijd en liep toen honderd Meter in elf secondenIk heb er nog een penning van.... Kijk maar...." Hij haalde uit z'n vestjeszak wat geldstukken, zocht er een zilveren schijfje metaal uit, onge veer ter grootte van een Shilling en overhan digde dit zijn vriend. De commissaris nam het aan, knikte en las: „Sportdemonstratie Clowminster 1898. Aan den winnaar der honderd Meter hardloopen Silas Schenk". „Ik weet het", lachte hij, „je was een goed hardlooper in je tijd". Hij gaf den penning terug aan Silas, die hem met een glimlach van zelfvoldoening weer bij z'n geld in z'n zak stak. „Toch geloof ik niet, dat je het in elf secon den hebt gedaan", hernam Penlops. „Dat zou bijna een wereldrecord zijn geweest". „En toch is het zoo", hield de andere vol; „ik kan het bewijzen ook". STEUNTi DOOR UW GIFTE ÓNS GIRONUMMER IS 23953 U helpt ons hierdoor jongens zielen redden voor Christus, LANGENBERG 472 M. 11.20 populair con cert 0.1.v. Görlich; 4.20 Vesperconcert; 7.20 concert- door het kleine orkest van den West Duitschen omroep. DAVENTRY 1554 M. 12.20 concert door het Schotsche Studio orkest o.l.v. Gy Dains; I.50 Concert; 4.05 conceert; 9.55 Kamermuziek; II.20 Ambrose Blue Lyres. PARIJS EIFFEL 1443 M. 7.50 Variété programma; 8.50 Don-Kozakken kwartet. PARIJS RADIO PARIS 1725 M. 805 gra mofoonmuziek; 12.20 gramofoonmuziek; 7.40 gramofoonmuziek. ROME 441 M. 8.05 populaire muziek. WEENEN 517 M. 4.20 populair -oncert; 9.35 concert. WARSCHAU 1411 M. 4.20 concert; 5.20 populaire en dansmuziek: 9.35 dansmuziek. BEROMüN STER 460 M. —6.25 gramofoon muziek; 7.20 concert; 9.00 Beethovenconcert. „Je moet je vergissen; het is al zoo lang geleden". „Ik vergis me niet", zei Silas en keek naar de klok. Het was kwart over elf en het werd ti)d z'n plan ten uitvoer te brengen. „Ik wil wedden om al wat je wilt...." „Aangenomen!" riep de commissaris; „om een fijne flesch!" „Accoord. Ik heb boven in een lade onder mijn papieren nog een krantenknipsel waarin je het lezen kunt. Ik zal het halen. Schenk je intusschen nog eens in. Ik ben zoo terug". Silas verliet de kamer. De commis saris hoorde hoe hij de trap op ging, hoe er boven een deur werd geopend en hard dicht geslagen. Maar hij hoorde niet, hoe Salis heel stilletjes op z'n pantoffels naar beneden sloop, de achterdeur, waarvan hy de grendels zorgvuldig met olie had ingesmeerd, uitging en snel als- de wind naer den winkel van den ouden Falett liep Silas kwam geen sterveling tegen. Vlug vol gens zijn tevoren overlegd plan, ging hij de portiek van den winkel binnen, keek even links en rechts en opende toen de deur met een valschen sleutel, dien hij in een ver verwijderde stad had laten maken naar een was-afdruk, welken hij zelf had genomen van Falett's sleutel. Eenmaal binnen was het slechts het werk van een paar seconden, de theebus open te maken, het geld er uit te halen en de bus weer te sluiten. Toen wierp hij de andere bussen linss en rechts om zich heen. Hy wilde het doen voorkomen, alsof er naar den buit gezocht was. Hij trok laden open, wierp papieren en zakken over den grond en gaf den winkel het aanzien, alsof er in alle hoeken en gaten was gezocht. Hij had verscheidene lucifers aangestoken en de afgebrande houtjes netjes in z'n zak laten glijden. Nu hy echter op het punt stond den winkel te verlaten, wierp hij ze overal verspreid op den grond. Voor de toonbank stond een sigaretten automaat. Iedereen wist, dat Silas een afkeer van sigaretten had. Zachtjes lachend zocht hij in 't donker in z'n vestjeszak naar een Shil ling. Het volgende oogenblik werkt de automaat en viel er een pakje van twintig sigaretten in z'n hand. Met z'n voor dit doél meegenomen scheermes sneed hij kleine stukjes van de siga retten af, stak ze aan en wierp ze toen achte loos op den. grond. „Een mooie val", mompelde hij, „daar loopt de politie vast in. Ze denken nu natuurlijk aan iemand, die een verwoed sigarettenrooker is" Vervolgens ging hij naar de deur en trok met den haak die er bij stond, het valraam open. „Nu krijgt Falett nog een standje", grinnikte hij, „omdat hij het valraam heeft open gelaten en het den dief daardoor gemakkelijk gemaakt heeft binnen te komenMaar nu weer naar Penlops" en hij verkneuterde zich in de ge dachte dat alles zoo prachtig van stapel was geloopen Tien minuten nadat de commissaris hem naar boven had hooren gaan. hoorde hij Silas weer naar beneden komen. En toen deze de kamer binnen trad met het krantenknipsel, dat boven zoo maar voor 't grijpen had gelegen, in z'n hand, verkeerde Penlops in de vaste mee ning, dat z'n vriend al dien tijd boven naar het bewijsstuk had gezocht. „Je hebt gelijk" zei Silas, den commissaris joviaal op den schouder kloppend. „Ik ben de fijne flesch kwijtHet was dertien seconden" Penlops beweerde lachend, dat hij het wel geweten had: dronk z'n glas uit en vertrok. Silas lachte. Wat had hü dien politieman leelyk bij den neus gehad Alsof hij ook niet geweten had, dat hy de weddenschap zou ver liezen. Maar nu kon er best een flesch, een fijne flesch op overschieten! Den volgenden morgen, omstreeks tien uur. verliet Silas met een dood-onschuldig gezicht z'n huis om een eindje om te wandelen. Hij was nog geen twintig Meter van z'n woning ver wijderd, toen hij den commissaris zag aan komen. die hem staande hield en heel ontdaan vertelde, dat er des nachts bij den ouden Falett was ingebroken. „Wkt zeg je daar?" riep Silas, met meesterlijk gespeelde verbazing. „Bij Falett? Wat een schof ten! Die arme kerel! Ik hoop dat ze den dief te pakken krygen!" „Vanmorgen hoorde ik het pas", zei Penlops. „maar ik heb den dief al". Silas kreeg een onaangename rilling over al z'n leden. Verbaasd en vragend keek hy den ander aan. „Ja", hernam deze. „We wilden weten of de dief ook de sigaretten-automaat had geleegd, wat hij heel gemakkelijk had kunnen doen, maar dat was het geval niet. En terwijl we zoo naar het geld keken dat er in zat, zagen we.... een penning. Kijk, deze penning...." En hy hield Silas een rond schijfje metaal voor, ongeveer ter grootte van een Shilling, waarop deze zag staan: „Sportdemonstratie, Clowminster 1898. Aan den winnaar der hon derd Meter hardloopen, Silas Schenk". Silas wilde iets zeggen, maar hij vond er de kracht niet toe. Z'n lippen trilden, maar hij bracht geen geluid voort. Penlops legde een hand op z'n schouder. „Het was toen natuuriyk duidelijk, wie er in Falett's winkel was geweest en hem bestolen had", sprak hy. ,Jk denk niet, dat je zult willen ontkennen. Ben je van plan gewillig mee te gaan, of Silas boog zonder te spreken het hoofd Hij kón niets zeggen. Hy begreep, dat zelfs het beste alibi niet opwoog tegen dit op de plaats van het misdryf gevonden visitekaartje. A 11 1 on dit blad zi1n Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 9/1/J/J bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f >7Cfk bij een ongeval met Otfi bij verlies van een hand 1 OC bij verlies van een C/3 _b0 een breuk van f Af) bij verlies van 'n A.116 QDOntlC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen OUiFU*" verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen f OU»m doodelijken afloop# il/l/» een voet of een oog# duim of wijsvinger Olf» been of arm# "XV. anderen vinger (Vrij naar het Duitsch) luiuiiiiiimiiiuiiiiiiiiiuuimuumuuiuuimuiiiuiuuiuimiuiuiimuiiuiiiiiuiuuuutimiuiBuiiuymniHBBiiiS Jawel. Nu, dat is een leugen geweest. De eenige weg, die van den Kahlenberg hier naar toe gaat, komt een flink kwartier hier van daan op den landweg uit. Ze hadden dus het laatste stuk, tot myn huis, over den landweg moeten komen. Nu, en? Ze zyn juist van den tegenovergestelden kant, dwars door het bosch gekomen. Aha. Hoe weet u dat? - Een boerenvrouw, die aan het houtsprok- kelen was, en juist naar huis terugging, kwam ze tegen. Ze dacht eerst, dat beide vrouwen verdwaald waren ze sprak ze aan, en wilde ze de richting - aanwyzen; maar de vrouw met den bochel bedankte haar kortweg met de opmerking, dat ze naar „De drie Mirteboomen" wilden, en precies den weg kenden. Helfrich begon opmerkzaam te worden. Die vrouw heeft dus met de .bochel" gesproken? Kan ze zeggen, hoe ze er uit zag? Ja, by benadering tenminste. Ze zegt, dat die vrouw tusschen de 40 en 50 kan wezen met een bruin gezicht, zwart haar, heldere donkere oogen, en dikke wenk brauwen. Maar ze hadden niet lang stil gestaan, en waren vlug verder gegaan. Naar de kleeren te rekenen, en haar manier van spreken, hield zy ze voor arbeidsters, maar aan den anderen kant hadden ze toch ook weer iets over zich.... iets vreemds Zou dat geen verbeelding zyn? zei Helfrich hoofdschuddend. De herbergier haalde zyn schouders op. Marie, het meisje hier, zegt ook, dat ze ze erg vreemd vond. Maar vindt u het n:et merkwaardig, dat ze dwars door het bosch recht op mijn huis afkwamen, dus niet by toeval, zou ik zoo zeggen? Ja zeker. Ze wilden denkeiyk niet gezien worden. Waar komt men uit, als men cie richting volgt waar de vrouwen vandaan kwamen? Eigeniyk nergens. Het bosch loopt zoowat een half uur door. Een het eind is een tame lijk begroeide weg, die aan den eenen kant in kreupelhout overgaat, en aan den anderen kant, met eenwyden boog, op den landweg uitkomt. Een kwartier hier vandaan buigt zich ook nog een weg af naar Salmanssdorff. Is de richting, waar ze vandaan kwamen, dezelfde, als waarheen ze op de vlucht gingen? In het begin wèl. Maar toen hielden ze meer links naar de Wolfsgroeve toe dus naar den kant van den Kahlenberg. Hoe heet die vrouw, die met de „bochel" gesproken heeft! Catharina Nieder, uit Weidling. Helfrich noteerde het adres. En nu, waarde heer, brengt u ons nu eens naar de plaats, waar u de jongste van die twee vrouwen pakte. IX Tot de plaats, waar Anna Miiller gevallen was, gaf de grond zooveel indruksels te zien, dat men maar heel zelden het spoor van de twee vluchtende vrouwen kon onderscheiden, en Helfrich besteedde er dan ook geen kostbaren tijd aan, om dóór te zoeken. Maar voorbij die plaats onderscheidde men allereerst heel dui delijk het spoor van beide mannen, die de vrouw met den bochel verder achterna gegaan waren. Van de indrukken van een vrouwenvoet was niets te zien. Zeer tot diens teleurstelling, verzocht Helfrich nu den waard even hoffelyk als beslist, thans heen fce gaan, en het verder zoeken aan hem en zyn helper over te laten, daar men met de grootste voorzichtigheid te werk moest gaan om eventueel nog voorhanden sporen van de vrouw niet over het hoofd te zien en daar was een geoefend oog voor noodig. Helfrich ging nu met Koch een eind verder, en den splitsten zij zich. Allebei zouden zij in een halven cirkel weer naar de p!elc terug keeren waar Anna Müller gevallen was en duim voor duim van het terrein met pijnlijke nauwkeurigheid afzoeken. Waren er werkelijk nog sporen, dan moet men ze op die wyze vinden. En het geluk was Helfrich gunstig. Op zyn terrein had hy nauwelijks een afstand van tien meter onderzocht, of hy stiet op een duidelyk spoor van een vrouwenvoet. Hy floot den ander om zich by hem te voegen, en samen volgen zy nu oplettend het gevonden spoor. Dit voerde nog een eindweegs links van de Wolfsgroeve, en wendde zich dan eensklaps met een scherpen draai naar rechts. Na een flink half uur werd het bosch minder dicht, en zij standen plotseling op een begroeiden weg, waarvan de herbergier gesproken had. De weg was steenachtig, en gedeeltelijk met gras begroeid; geen voetspoor was er op te zien. Dat hindert niet, zei Helfrich. Naar links loopt hij dood die vrouw moet dus be slist rechts hebben afgeslagen. Langzaam, hun oogen voortdurend op den weg en de naaste omgeving gericht, d'epen de beide mannen verder. Opeens bleef Helfrich staan, en op hetzelfde oogenblik hield cok zyn metgezel op. In het grint waren duidelyk sporen van wielen te zien en een paar passen verderop tal van hoefsporen, en de indrukken van een mannenvoet, welks eigenaar hier op en neer scheen te hebben geloopen. Helfrici en zijn help-r onderzochten de plek lang en nauwkeurig, en kwamen tot de gevoltrekking, dat daar een rijtuig, waarschijnlijk met twee paarden, geruitnen tyd gewacht had, Nu hebben we ze! zei Helfrich voldaan. Een rytuig kan niet spoorloos verdwynen Dat moet in deze eenzame streek opgevallen zyn, vooral om dezen tyd van het jaar, en er zyn wel iemand op te scharrelen zyn, die het gezien heeft. De hoofdzaak is, dat we de richting niet kwyt raken. Zoolang het spoor op den ouden, niet meer bereden weg bleef, was het gemakkelyk te volgen. Maar ten laatste kwar- het uit op den landweg naar Salmannsdorf, en nu verdween het geheel en al tusschen de talrijke wagen sporen van de laatste dagen. Nu kan ons alleen de logica helpen, meende Helfrich. Is de „bochel" over Salmannsdorf en Neuwaldegg naar de stad gegaan, dan moet ze beslist opgevallen zijn, want in het kleine Salmannsdorf is een^ rijtuig iets bijzon ders en wekt de nieuwsgierigheid. Heeft ze de andere richting genomen, dan heeft ze daar minder last van gehad. Toch neem ik veeleer de eerste aan, want de „bochel" moest natuuriyk begrijpen, dat juist in de laatst ge noemde richting die meer op de herberg aan voert, wegens den moord alles op de been zou zyn. Het zou de grootste waaghalzerij geweest zyn, als zy juist dien weg genomen had. Maar ook de grootste brutaliteit, zei Koch, die van meening was, dat de „bochel" juist wèl dien weg genomen had, om zoo- mogelyk iets over het lot van haar vriendin te ver nemen. Na eenig beraad besloten zij zich wederom te splitsen. Koch wilde in de richting van de herberg een onderzoek instellen, terwyl Hel frich zich naar Salmannsdorf zou begeven. Hoofddoel was iemand te vinden, die t rytuig gezien had, en het nummer daarvan kon aan geven. Wist men dat eenmaal, dan was het maar kinderspel, om met de hulp van den koetsier er achter te komen, maar de vrouw met den bochel naar oe gereden was. X Het liep tegen den middag, toen Helfrich in Salmannsdorf aankwam. Hy was uitgeput, en besloot daarom vóór alles, zich een weinig te versterken, vóór hy met verdere nasporingen begon. Tot dat doel ging hy de eerste de beste herberg binnen, die hy tegen kwam en be stelde een middagmaal. Terwijl het meisje de tafel dekte, knoopte hy een gesprek met haar aan, en vroeg, of er tegenwoordig nog dik- wyls vreemdelingen in de plaats kwamen, waarop zü ontkennend antwoordde. Van net eene woord kwam het andere en tenslotte vroeg hy, of ze zich herinneren kon, dat er een dag of drie geleden een rytuig voorbijgekomen was met een vrouw met een bochel er in, en wel tusschen 7 en 8 uur 's avonds. De herberg lag zóó, dat ieder rijtuig, dat door de plaats heen kwam, daar voorbij moest en ondanks de ?chaarsche verlichting was het altyd mogelyk. dat men wat gezien had. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 15