Het geheim van de roode map
mm
Echt en goed
Md vetfiaolmn den daa
WAS OOK WEL BLAUW OF
GROEN
RADIO-PROGRAM
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
filial
Geen robbedoes ravot
Zijn ROBINSONS kapot
MASCOTTE
Alibi
Mirteboomen
Het Lijk bij de
ZATERDAG 8 OCTOBER
De Rijksdag in den loop
der jaren
Een oude schuld
Zondag 9 October
Maandag ÏO October
DE KRUISVAARDERS
VAN ST, JAN
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
FEUILLETON
e
Er heerscht thans geen drukte in de omge
ving van 't Rijksdaggebouw geen nieuws
gierigen blijven nu staan. Er is immers
ook niets te beleven: het gebouw is gesloten.
Binnen zijn beambten en werklieden nog
bezig met opruimen. Een paar boden loopen
van de eene kamer naar de andere, sjouwende
biet stapels boeken en papieren.
Op de visehmarkt, in een van de oudste dee-
len van de stad, zoek ik den grazen Berlijner
op, die zich den eersten Rijksdag kan herin
neren. Een beetje mismoedig zit hij voor het
raam en eerst als ik hem naar dien tijd van
vroeger vraag, raakt hij in vuur.
„De een-en-twintigste Maart van het jaar
1871, dat was een feestdag voor heel Berlijn!
Van alle kanten kwamen de menscnen naar
de hoofdstad toegereisd, de hotels waren tjok-
vo_ en velen konden zelfs geen onderdak vin
den. Iedereen wilde den eersten Rijksdag mee
maken en het was ook inderdaad de moeite
waard.
Ik was toen nog een jongen van achttien
jaar en ik weet nog, dat wij drie dagen lang
niet uit de kleeren zijn gekomen, zóó werd er
feest gevierd. Bismarck en de oude keizer
de jeugd van tegenwoordig kan zich niet meer
voorstellen, met hoeveel geestdrift en vereering
wij tot die mannen opzagen.
„In dien tijd is de Rijksdag toch ook her
haaldelijk ontbonden? Ik denk bijvoorbeeld aan
1873, 1878, 1887, 1893 en 1906."
„Zeker, dat is zoo. Dat hebben wij ook mee
gemaakt. Het waren altijd groote gebeurtenis
sen, die opwinding verwekten. Maar per slot
van rekening ging het toch rustiger toe; de
ontbindingen waren voorbereid en de beweeg
gronden waren bekend. De oorzaken waren
verschil van meening over de vloot, over de
koloniën, over het leger soms. Maar als het
dan tot een ontbinding kwam...."
„Ja, hoe zit het eigenlijk met de beroemde
roode map?"
„De roode map? Misschien is ze tegenwoordig
rood. In mijn tijd was ze blauw. En in het
begin was er in 't geheel geen map. De blauwe
map had Bismarck voor het eerst bij zich,
toen hij in 1878 den Rijksdag ontbond. U weet
wel, dat was onmiddellijk na den aanslag op
den ouden keizer. Dat heeft me een opwinding
gegeven...."
Bismarck heeft toch nog een Rijksdag ont-
Jaren geleden maakte Prince Charming een
reis om de wereld en deed toen ook de Voor-
Indische stad Birma aan. Hier werd. hem ter
eere, een feestmaaltijd aangericht. Het corps
van de Schotsche garde zorgde voor diner-
muziek. De Prins was uitstekend gemutst en
wilde den musici op wijn tracteeren. Maar de
heeren verkozen bier.
Onmiddellijk liet Zijne Koninklijke Hoogheid
een vaatje aanrukken. Het toeval wilde, dat dit
vat voldoende inhield voor alle musici op één
na. Dat was de blazer Frederic Deacon. Deze
vischte achter het net, of beter: hij vond den
hond in den pot of nóg beter: het vat was uit
geput, toen Deacon het onderste uit de ton
wilde hebben.
De Prins klopte den teleurgestelden muzikant
op den schouder en beloofde hem een glas
schuimend bier, den eersten keer, dat hij hem
weer zou ontmoeten.
Dezer dagen bezocht de Prins het hospitaal
in Streetham; daar hoorde hij den naam van
een verpleger noemen, een zekeren Deacon. Hij
herinnerde zich het voorval in Birma en liet
den man bij zich roepen. Deacon verscheen
en de hooge bezoeker vroeg, of de gewezen
hoornist zich de belofte herinnerde.
„Jawel", zei de man. „U bent mij nog een
glas bier schuldig."
„Juist", bevestigde de Prins.
„Maar", vervolgde de geroepene met som
bere gelaatsuitdrukking. „Het is te laat. U zult
deze schuld niet meer kunnen delgen."
„Waarom niet?" vroeg de Prins, eenigszins
verschrikt.
„Ik ben gisteren geheelonthouder geworden",
was 't antwoord.
bonden, niet waar? Dat was immers in Janu
ari 1887?"
„Precies er werd toen heftige strijd ge
voerd over de organisatie van het leger. Ook
Caprivi kon daarvoor geen oplossing vinden,
ook hij heeft in verband met deze kwestie den
Rijksdag moeten ontbinden. Toen kwamen er
dertien jaren van rust. En aan de daarop vol
gende ontbinding hadden de Hottentotten
schuld."
„Ja, de verkiezingen, die op dieontbinding
volgden, werden ook Hottentotten-verkiezingen
genoemd, niet? Waarom was dat eigenlijk?"
Omdat von Bülow, de toenmalige Rijkskan
selier, den Rijksdag had ontbonden vanwege
de koloniale kwestie. Dernburg, de directeur
van Koloniën en democratisch afgevaardigde,
kwam in conflict met het Centrum, dat daarop
zijn supplementaire begrooting afwees. En van
af dien tijd is het steeds bergafwaarts gegaan."
„Wat is daarvan dan de oorzaak?"
„De presentiegelden, die in dat jaar werden
ingevoerd. Geld bederft de menschen."
„De Rijksdag, die zijn einde vond in de
catastrophe van 1918, was nog van 1906?"
„Neen, van 1912. En na de revolutie volgde
de groote pauze, totdat op 6 Juni 1920 de eerste
Rijksdag van de Republiek werd gekozen, die
in 1924 door Marx is ontbonden. Zijn map
was toen groen maar het gevolg van het
ontbindingsdecreet was hetzelfde."
„Maar dat er zooals nu, meermalen in één
jaar werd gekozen, is dat wel eens eerder voor
gekomen?"
„Zeker, in datzelfde jaar 1924. De Rijksdag
van Mei leefde maar drie maanden en werd
in Augustus ontbonden. De Rijksdag van De
cember hield het uit tot Maart 1928. Die van
Mei 1928 is gestrand op de verhooging der
werkloosheidsverzekering. Van September 1930
tot 4 Juni van dit jaar bestond een nieuwe
Rijksdag.
En de allerlaatste, die op 30 Augustus bijeen
is gekomen, mag er zich op beroemen de kortste
Rijksdag te zijn geweest. Veertien dagen...."
HUIZEN 1875 M. 8.30 Morgenwijding KRO
N.O.R.V.: 9.30 gewijde muziek; 9.45 kerk
dienst uit Utrecht. K.R.O. 12.15 lunchconcert
doorhet K.R.O.-sextet ol.v. Piet Lustenhou-
wer; 1.40 „Van vreemde landen en volken, Rus
land en Syberië" door ir. A. S. Fransen v. d
Putte; 2.„Film" door A. van Domburg; 2.10
Boeken en schrijvers; 2.30 oude en nieuwe mu
ziek; 3.— „De Meikoningin van Valkenburg"
hoorspel in vijf bedrijven, op te voeren door
het Zuid-Limburgsch Tooneel o.l.v. Jef Schil
lings; 4.15 Ziekenlof uit Den Bosch. N.C.R.V.:
5 uur orgelbespeling door mej. Aafje Kap; 5.50
kerkdienst uit de Herst. Evang. kerk Den Hel
der. K.R.O.7.45 „De heerlijkheid van het
huwelijk" in de leer van den H. Paulus, door
prof. B. J. M. van Grinsven; 8.10 R.K.F.; 8.15
KRO-orkest o.l.v. Johan Gerritsen; 9.Krasin
78 van Alb. Kuyle; 9.20 Persberichten van het
Persbureau Vaz Dias te Amsterdam 9.35 KRO-
orkest o.l.v. Johan Gerritsen; 10.Schubert-
iiederen; 10.15 KRO-orkest; 10.40 Epiloog door
klein koor.
HILVERSUM, 296 M. 8.30 VARA tuin-
bouwhalfuurtje door S. S. Lantinga: „Sterke
kamerplanten"; 9.Postduivenberichten na
tionaal concours Harwich; daarna Veiligheids
kwartiertje door ir. R. A. Gorter: Valt de werk
plaats, waar ik werk, onder de Veiligheidswet?
9.15 Orgelspel door Johan Jong; 9.40 gramo-
foonmuziek; 10.Vara-orkest o.l.v. Hugo de
Groot; 10.30 litterair halfuurtje door A. M. de
jong; 10.50 Vara-orkest; 11.40 Zondagmorgen-
toespraak door G. J. Zwertbroek. AVRO: 12
uur tijdsein en omroeporkest o.l.v. Nico Treep.
Tusschenspel van gramofoonmuziek; 1.20 Inter
nationale Arbeiders Radiodag; 2.20 Avro-gra-
mofoonmuziek; 2.30 Boekenhalfuurtje Constant
v. Wessem; 3.00 gramofoonmuziek; 4 uur Avro-
molière-cyelus „Belachelijk hoofsche juffers";
4.45 gramofoonmuziek, daarna sportuitslagen
van Vaz Dias; 8.15 Marek Weber en zijn ork.;
S uur serie: „Wat zoudt gij doen in dit geval?"
„Zijn eer", microfoonspel door Eiklis; 9.30 Om
roeporkest o.l.v. Nico Treep; 11 uur gramofoon
muziek. VARA: 5 uur kinderuurtje „Op het
booze eiland". VPRO: 6 uur Halve uren met
boeken; 6.45 wijdingsuur.
BRUSSEL 509 M. 5.20 Concert door het om-
roeptrio; 6.20 gramofoonmuziek; 7.10 gramo
foonmuziek; 8.20 concert door het omroepor
kest onder leiding van Jean Kumps; 10.30 uit
de zaal „Memlinck" te Antwerpen, concert on
der leiding van Paul Moreau.
KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 1.50 Con
cert door het nieuwe harmonie-orkest; 2.50
concert; 7.20 idem.
LANGENBERG, 472 M. 12.20 Concert onder
leiding van Wolf; 3.50 vesperconcert onder lei-
De zeeman vertelde Robbie en Topsy
van een plaats, waar ze Edwin, de
giraffe, zachte blaadjes van den top
van eenige boomen konden zien eten.
En daar ze nog nooit een giraffe aan
het middagmaal hadden gezien, gin
gen ze gezamenlijk op weg. Spoedig
kregen ze de giraffe in het gezicht, die
op weg was naar eenige boomen in de
nabijheid.
Doch juist, toen Robbie en Topsy hen
wilden volgen, kwam Freddy Vrijdag's
wilde bok aanrennen om ze beiden met
zijn horens te stooten.
„Loop, Robbie, loop, riep Topsy, „ik
ben er zeker van, dat hij ons zal in
halen."
Toen de bok voorbijkwam, schoof
Edwin zijn langen nek tusschen de
K>rrt-r
hoorns van den bok en tilde hem zoo
van den grond. Toen ze zagen, dat de
bok ze niet meer achternaliep, kwamen
Robbie en Topsy terug.
„Kijk eens, waar de bok nou is,
Topsy," zeide Robbie, „Edwin heeft ge
zorgd, dat hij ons niet op de horens
heeft kunnen nemen."
„Ja, maar nou kan de giraffe niet
sten, met een bok aan zijn nek han
gende," zei Topsy. „We kunnen beter
naar het kamp terugkeeren vóór Edwin
den bok weer op den grond zet."
„Ja," antwoordde Robbie, „we moe
ten maar eens een anderen keer naar
het dineeren van Edwin gaan kijken,
wanneer de bok niet in de buurt is."
(Maandagavond vervolg)
(Ingezonden mededeeling)
Hang een popje in je auto,
Maar een beetje excentriek.
't Liefst met vreemde malle vormen,
Want dat is meteen komiek.
Sier den divan in je kamer
Met een pop in kleurig zij.
Of u plaatst haar op uw bedje,
Boven op de beddesprei!
En natuurlijk, als je voetbalt,
Ook al is het wat frivool.
Heb je een mascotte noodig
Voor het maken van den goal!
't Mag een hond zijn, 't mag een aap
zijn,
Teddybeer, chinees of clown,
Want met zulk een zielloos dotje
Ga je in het spel nooit down!
Het geluk! want, lieve hemel,
Het geluk staat bovenaan.
Dus je knuffelt je mascotte
Met een lachje en een traan!
Bijgeloovig is thans mode
En het gaat er in als koek.
Dus je houdt maar aan je popje
Ook al krijg je voor je breek!
Want gelöövigiets verstandigs
Daarvoor zijn de menschen doof.
Doch men heeft geen hersens noodig,
Weet u, voor wat bijgeloof!
MARTIN BERDEN 1
(Nadruk verboden)
ding van Wolf; 7.20 „Fidelio" opera in twee
bedrijven; 10.05 concert.
DAVENTRY, 1554 M. 1.20 B. B. C. Theater
orkest; 2.35 gramofoonmuziek; 3.20 Radio-har
monie-orkest; 5.50 concert; 9.25 B. B. C.-orkest
onder leiding van Pitt.
PARIJS EIFFEL, 1446 M„ 12.50 concert door
het omroeporkest onder leiding van Ed. Fla-
ment; 7.50 gramofoonmuziek.
PARIJS R., 1725 M. 8.05 gramofoonmuziek;
12.40 gramofoonmuziek; 1.20 idem; 6.20 gramo
foonmuziek.
MILAAN, 331 M„ 7.50 opera-uitzending.
ROME, 441 M. 7.50 „Amica", opera in twee
actes.
WEENEN, 517 M. 6.20 Schlagermuziek; 9.35
concert door het Josef Ludwig Payr-orkest.
WARSCHAU, 1411 M. 11.35 Concert door het
Philharmonie-orkest van Warschau; 2.25 popu
laire muziek; 3.45 gramofoonmuziek; 5.20 po
pulair concert; 7.20 idem; 9.20 dansmuziek.
BEROMiiNSTER, 460 M. 6.30 gramofoonmu
ziek; 7.20 concert; 7.40 concert; 9.dansmu
ziek.
HUIZEN, 1875 M.N.C.R.V. 8.00 Tijd
sein; 8.01 Schriftlezing; 815 Morgenconcert;
10.30 Morgendienst door Ds. N. P. E. G. v.
Uchelen; 11.00 Concert door kwartet o.l.v.
Luise Lauenroth; 12.00 Politieberichten; 12.30
Orgelconcert uit de Herst. Evang. Luth. kerk,
Kloveniersburgwal, Amsterdam, door Jan
Zwart; 2.00 Uitzending voor scholen. Drs. H.
Schilp: „Bacteriën en de mensch"; 2.35 Con-
mofoonplaten; 3.15 Cursus knippen en naaien;
3.30 Cursis stofversieren en hoeden maken; 3.45
Verzorging zender; 4.00 Bijbellezing door Ds.
H. W. H. van Andel; 5.00 Gramofoonmuziek;
5.20 Liederuurtje door Johannes de Heer m.m.v.
W. Verver, viool; 6.30 Vragenuurtje; 7.30 Po
litieberichten; 7.45 Persberichten van het Ned.
Chr. Persbureau; 800 Tijdsein; 8.01 De Haar-
lemsche Orkestvereeniging o.l.v. Frits Schuur
man; 9.00 Declamatie door mevr. Nelly Soe-
tersvan Balen Blanken; 9.30 vervolg concert;
pl.m. 10.00 Vaz Dias- 10.30 Gramofoonplaten;
11.30 sluiting.
HILVERSUM, 296 M. A.V.R.O. 8.00
Tijdsein; 8.01 Gramofoonmuziek; 10.00 Mor
genwijding; 10.15 Gramofoonmuziek; 10.30
Piano-recital door Egbert Veen; 11.00 Orgel
concert door Jan Nieland m.m v. Siegfried
Bahler, viool; 12.00 Tijdsein; 12 01 Concert
door het Tuschinski Select Salon Orkest o.l.v.
Max Tak; 1.30 Concert door het „Damésa"-
trio; 2.15 Verzorging zender; 3.00 Concert door
Kovacs Lajos en zijn orkest (refreinzang Bob
Scholte)4.30 Kinderuur door Rie Beijer; E.3(i
Concert door het Avro-kamerorkest o.l.v. Ge
rard Hemmes; 7.00 Boeken halfuur. E. d'Oli-
viera spreekt over „Querelles de familie" van
Georges Duhamel; 7.30 Voortzetting concert;
3.00 Tijdsein; 8.01 Vaz Dias; 8.05 Concert door
d'e Koninklijke Militaire kapel o.l.v. kap. C.
L. Walther Boer. Intermezzo: radiotooneelDe
zaak C. C. W. Brown, regie Kommer Kleijn en
„De vrouw die steeds op tijd is", regie Kommer
Kleijn; 10.00 Concert door het Omroeporkest
o.l.v. Nico Treep, soliste Di Moor'ag, sopraan;
11.00 Vaz Dias; 11.05 Omroeporkest o.l.v. Nico
Treep; 11.30 Gramofoonmuziek; 12.00 Tijdsein
n sluiting.
BRUSSEL 509 M. 5.20 Concert door het
omroeptrio; 7.20 gramofoonmuziek; 8.20 orkest
van het N. I. R.; 10.30 concert door het Max
Alexys orkest.
KöNIGSWUSTERHAUSEN 1635 M. 1.20
gramofoonmuziek; 3.50 concert; 9.40 populair
concert.
zijn Poeders alleen, wanneer zij de hand-
teekening dragen van den fabrikant A. Mijnhardt.
Maagpoeders, Hoofdpijnpoeders, Kiespijnpoe
ders, Hoestpoeders, Wormpoeders, enz.
Per poeder 8 ct. Per doos 45 ct. Bij uw drogist.
Sflas Schenk had het heel zorgvudig uitge
dacht. Hij moest geld hebben. De oude
Falett zou het hem verschaffen.
Zonder dat hij het zelf wist. De oude Falett
had een soort warenhuis op den hoek van de
straat en hij en Silas waren dikke vrienden.
Daarom vertrouwde hij Silas ook. Dat deed
trouwens iedereen. Ze mochten hem allemaal
graag in de stad. Hij was er zelfs gezien
Silas wist, dat de oude Falett z'n geld bij
zich thuis bewaarde, omdat hij geen enkele bank
vertrouwde. Ze konden allemaal springen, zei
hij altijd en bovendien waren, volgens hem, de
belastingambtenaren dikwijls tè bevriend met
bankdirecteuren. En dat kon hem dan bij de
inkomstenbelasting wel eens opbreken. Daarom
hield hij z'n geld liever thuis. Dan wist niemand
hoeveel hij had en liep hij nooit de risico, dat
een ander het voor hem opmaakte. Hij had
z'n geld zóó goed opgeborgen, dat nooit iemand
het zou kunnen vinden. In z'n winkel stonden
twaalf bussen met thee. Er stond duidelijk op
te lezen dat er thee in zat. En thee zat er ook
in. Behalve in één bus. Daarin zat z'n geld.
En een knappe inbreker of dief, die het daar
zou zoeken, laat staan vinden.
Behalve den ouden Falett wist niemand het.
Ja, toch, één was er die het óók wist en dat
was SilasAan hem had Falett het eens
in een vertrouwelijke bui verteld. Aan je besten
vriend mocht je zoo iets immers wel meedeelen
Nu was het net alsof z'n geld nog veel zekerder
verborgen was. Nu er nog iemand was die het
geheim kende, drukte dat niet meer....
Dat geld nu, wilde Silas zich toeëigenen. En
op een Woensdagavond, onder het rooken van
een pijp, had hij een schitterend plan de cam
pagne bedacht. Hij zou naar Falett's winkej
gaan, de bewuste theebus open doen en weer
sluiten. Maar hij zou ze niet eer sluiten of ze
moest leeg zijn. Toen hij z'n tweede pijp had
uitgerookt, stond hij op en wreef zich in z'n
handen van heimelijke pret.
„Prachtig", mompelde hij; „geniaal! En een
alibi dat ik zal hebben! Zaterdagavond doe ik
het. Dan komt Penlops altijd bij me kaarten
Van tien tot twaalf uur zal ik met hem samen
zijn! En toch zal er om half twaalf iemand
in den winkel van Falett die bus leegmaken".
Hij stond op en grinnikte. „En i k zal die
njan zijn", voegde hij er aan toe.
Mijnheer Penlops zou voor een alibi zorgen,
gesteld dat er een alibi noodig was. Want wie
zou hem, Silas, er van verdenken, dat h ij het
was, die bij den ouden Falett had ingebroken?
Neen, hij zou stellig geen alibi noodig hebben.
Maar tochje kon nooit weten. En het is
altijd beter een alibi te hebben; vooral van
Penlops, den commissaris van politie in eigen
persoon. Beter zou niemand kunnen verlangen
Mijnheer Penlops kwam dien Zaterdagavond.
Al jaren lang kwam hij 's Zaterdagsavonds een
pijp rooken en een kaartje leggen.
Om elf uur geeuwde Silas, leunde achterover
in z'n stoel en begon te boomen over de a.s.
politie-sportwedstrijden.
„Er is niet veel belangstelling voor", zei
mijnheer Penlops. „Vooral niet voor het num
mer hardloopenMijn mannen voelen daar
niet veel voor
„Ik in mijn tijd wel", beweerde Silas; „ik heb
eens meegedaan aan een wedstrijd en liep toen
honderd Meter in elf secondenIk heb er
nog een penning van.... Kijk maar...."
Hij haalde uit z'n vestjeszak wat geldstukken,
zocht er een zilveren schijfje metaal uit, onge
veer ter grootte van een Shilling en overhan
digde dit zijn vriend.
De commissaris nam het aan, knikte en las:
„Sportdemonstratie Clowminster 1898. Aan den
winnaar der honderd Meter hardloopen Silas
Schenk".
„Ik weet het", lachte hij, „je was een goed
hardlooper in je tijd".
Hij gaf den penning terug aan Silas, die hem
met een glimlach van zelfvoldoening weer bij
z'n geld in z'n zak stak.
„Toch geloof ik niet, dat je het in elf secon
den hebt gedaan", hernam Penlops. „Dat zou
bijna een wereldrecord zijn geweest".
„En toch is het zoo", hield de andere vol; „ik
kan het bewijzen ook".
STEUNTi
DOOR UW GIFTE
ÓNS GIRONUMMER IS 23953
U helpt ons hierdoor jongens
zielen redden voor Christus,
LANGENBERG 472 M. 11.20 populair con
cert 0.1.v. Görlich; 4.20 Vesperconcert; 7.20
concert- door het kleine orkest van den West
Duitschen omroep.
DAVENTRY 1554 M. 12.20 concert door
het Schotsche Studio orkest o.l.v. Gy Dains;
I.50 Concert; 4.05 conceert; 9.55 Kamermuziek;
II.20 Ambrose Blue Lyres.
PARIJS EIFFEL 1443 M. 7.50 Variété
programma; 8.50 Don-Kozakken kwartet.
PARIJS RADIO PARIS 1725 M. 805 gra
mofoonmuziek; 12.20 gramofoonmuziek; 7.40
gramofoonmuziek.
ROME 441 M. 8.05 populaire muziek.
WEENEN 517 M. 4.20 populair -oncert;
9.35 concert.
WARSCHAU 1411 M. 4.20 concert; 5.20
populaire en dansmuziek: 9.35 dansmuziek.
BEROMüN STER 460 M. —6.25 gramofoon
muziek; 7.20 concert; 9.00 Beethovenconcert.
„Je moet je vergissen; het is al zoo lang
geleden".
„Ik vergis me niet", zei Silas en keek naar de
klok. Het was kwart over elf en het werd ti)d
z'n plan ten uitvoer te brengen. „Ik wil wedden
om al wat je wilt...."
„Aangenomen!" riep de commissaris; „om een
fijne flesch!"
„Accoord. Ik heb boven in een lade onder
mijn papieren nog een krantenknipsel waarin
je het lezen kunt. Ik zal het halen. Schenk je
intusschen nog eens in. Ik ben zoo terug".
Silas verliet de
kamer. De commis
saris hoorde hoe hij
de trap op ging, hoe
er boven een deur
werd geopend en
hard dicht geslagen.
Maar hij hoorde niet, hoe Salis heel stilletjes op
z'n pantoffels naar beneden sloop, de achterdeur,
waarvan hy de grendels zorgvuldig met olie
had ingesmeerd, uitging en snel als- de wind
naer den winkel van den ouden Falett liep
Silas kwam geen sterveling tegen. Vlug vol
gens zijn tevoren overlegd plan, ging hij de
portiek van den winkel binnen, keek even links
en rechts en opende toen de deur met een
valschen sleutel, dien hij in een ver verwijderde
stad had laten maken naar een was-afdruk,
welken hij zelf had genomen van Falett's sleutel.
Eenmaal binnen was het slechts het werk van
een paar seconden, de theebus open te maken,
het geld er uit te halen en de bus weer te
sluiten. Toen wierp hij de andere bussen linss
en rechts om zich heen. Hy wilde het doen
voorkomen, alsof er naar den buit gezocht was.
Hij trok laden open, wierp papieren en zakken
over den grond en gaf den winkel het aanzien,
alsof er in alle hoeken en gaten was gezocht.
Hij had verscheidene lucifers aangestoken en
de afgebrande houtjes netjes in z'n zak laten
glijden. Nu hy echter op het punt stond den
winkel te verlaten, wierp hij ze overal verspreid
op den grond.
Voor de toonbank stond een sigaretten
automaat. Iedereen wist, dat Silas een afkeer
van sigaretten had. Zachtjes lachend zocht hij
in 't donker in z'n vestjeszak naar een Shil
ling. Het volgende oogenblik werkt de automaat
en viel er een pakje van twintig sigaretten in
z'n hand. Met z'n voor dit doél meegenomen
scheermes sneed hij kleine stukjes van de siga
retten af, stak ze aan en wierp ze toen achte
loos op den. grond.
„Een mooie val", mompelde hij, „daar loopt
de politie vast in. Ze denken nu natuurlijk aan
iemand, die een verwoed sigarettenrooker is"
Vervolgens ging hij naar de deur en trok met
den haak die er bij stond, het valraam open.
„Nu krijgt Falett nog een standje", grinnikte
hij, „omdat hij het valraam heeft open gelaten
en het den dief daardoor gemakkelijk gemaakt
heeft binnen te komenMaar nu weer naar
Penlops" en hij verkneuterde zich in de ge
dachte dat alles zoo prachtig van stapel was
geloopen
Tien minuten nadat de commissaris hem
naar boven had hooren gaan. hoorde hij Silas
weer naar beneden komen. En toen deze de
kamer binnen trad met het krantenknipsel, dat
boven zoo maar voor 't grijpen had gelegen, in
z'n hand, verkeerde Penlops in de vaste mee
ning, dat z'n vriend al dien tijd boven naar
het bewijsstuk had gezocht.
„Je hebt gelijk" zei Silas, den commissaris
joviaal op den schouder kloppend. „Ik ben de
fijne flesch kwijtHet was dertien seconden"
Penlops beweerde lachend, dat hij het wel
geweten had: dronk z'n glas uit en vertrok.
Silas lachte. Wat had hü dien politieman
leelyk bij den neus gehad Alsof hij ook niet
geweten had, dat hy de weddenschap zou ver
liezen. Maar nu kon er best een flesch, een fijne
flesch op overschieten!
Den volgenden morgen, omstreeks tien uur.
verliet Silas met een dood-onschuldig gezicht
z'n huis om een eindje om te wandelen. Hij was
nog geen twintig Meter van z'n woning ver
wijderd, toen hij den commissaris zag aan
komen. die hem staande hield en heel ontdaan
vertelde, dat er des nachts bij den ouden Falett
was ingebroken.
„Wkt zeg je daar?" riep Silas, met meesterlijk
gespeelde verbazing. „Bij Falett? Wat een schof
ten! Die arme kerel! Ik hoop dat ze den dief
te pakken krygen!"
„Vanmorgen hoorde ik het pas", zei Penlops.
„maar ik heb den dief al".
Silas kreeg een onaangename rilling over al
z'n leden. Verbaasd en vragend keek hy den
ander aan.
„Ja", hernam deze. „We wilden weten of de
dief ook de sigaretten-automaat had geleegd,
wat hij heel gemakkelijk had kunnen doen,
maar dat was het geval niet. En terwijl we
zoo naar het geld keken dat er in zat, zagen
we.... een penning. Kijk, deze penning...."
En hy hield Silas een rond schijfje metaal
voor, ongeveer ter grootte van een Shilling,
waarop deze zag staan: „Sportdemonstratie,
Clowminster 1898. Aan den winnaar der hon
derd Meter hardloopen, Silas Schenk".
Silas wilde iets zeggen, maar hij vond er de
kracht niet toe. Z'n lippen trilden, maar hij
bracht geen geluid voort.
Penlops legde een hand op z'n schouder.
„Het was toen natuuriyk duidelijk, wie er in
Falett's winkel was geweest en hem bestolen
had", sprak hy. ,Jk denk niet, dat je zult
willen ontkennen. Ben je van plan gewillig mee
te gaan, of
Silas boog zonder te spreken het hoofd Hij
kón niets zeggen. Hy begreep, dat zelfs het
beste alibi niet opwoog tegen dit op de plaats
van het misdryf gevonden visitekaartje.
A 11 1 on dit blad zi1n Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 9/1/J/J bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f >7Cfk bij een ongeval met Otfi bij verlies van een hand 1 OC bij verlies van een C/3 _b0 een breuk van f Af) bij verlies van 'n
A.116 QDOntlC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen OUiFU*" verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen f OU»m doodelijken afloop# il/l/» een voet of een oog# duim of wijsvinger Olf» been of arm# "XV. anderen vinger
(Vrij naar het Duitsch)
luiuiiiiiimiiiuiiiiiiiiiuuimuumuuiuuimuiiiuiuuiuimiuiuiimuiiuiiiiiuiuuuutimiuiBuiiuymniHBBiiiS
Jawel.
Nu, dat is een leugen geweest. De eenige
weg, die van den Kahlenberg hier naar toe
gaat, komt een flink kwartier hier van daan
op den landweg uit. Ze hadden dus het laatste
stuk, tot myn huis, over den landweg moeten
komen.
Nu, en?
Ze zyn juist van den tegenovergestelden
kant, dwars door het bosch gekomen.
Aha. Hoe weet u dat? -
Een boerenvrouw, die aan het houtsprok-
kelen was, en juist naar huis terugging, kwam
ze tegen. Ze dacht eerst, dat beide vrouwen
verdwaald waren ze sprak ze aan, en wilde
ze de richting - aanwyzen; maar de vrouw met
den bochel bedankte haar kortweg met de
opmerking, dat ze naar „De drie Mirteboomen"
wilden, en precies den weg kenden.
Helfrich begon opmerkzaam te worden.
Die vrouw heeft dus met de .bochel"
gesproken? Kan ze zeggen, hoe ze er uit zag?
Ja, by benadering tenminste. Ze zegt,
dat die vrouw tusschen de 40 en 50 kan
wezen met een bruin gezicht, zwart haar,
heldere donkere oogen, en dikke wenk
brauwen. Maar ze hadden niet lang stil
gestaan, en waren vlug verder gegaan. Naar
de kleeren te rekenen, en haar manier van
spreken, hield zy ze voor arbeidsters, maar
aan den anderen kant hadden ze toch ook
weer iets over zich.... iets vreemds
Zou dat geen verbeelding zyn? zei
Helfrich hoofdschuddend.
De herbergier haalde zyn schouders op.
Marie, het meisje hier, zegt ook, dat ze ze
erg vreemd vond. Maar vindt u het n:et
merkwaardig, dat ze dwars door het bosch
recht op mijn huis afkwamen, dus niet by
toeval, zou ik zoo zeggen?
Ja zeker. Ze wilden denkeiyk niet gezien
worden. Waar komt men uit, als men cie
richting volgt waar de vrouwen vandaan
kwamen?
Eigeniyk nergens. Het bosch loopt zoowat
een half uur door. Een het eind is een tame
lijk begroeide weg, die aan den eenen kant in
kreupelhout overgaat, en aan den anderen
kant, met eenwyden boog, op den landweg
uitkomt. Een kwartier hier vandaan buigt zich
ook nog een weg af naar Salmanssdorff.
Is de richting, waar ze vandaan kwamen,
dezelfde, als waarheen ze op de vlucht gingen?
In het begin wèl. Maar toen hielden ze
meer links naar de Wolfsgroeve toe dus naar
den kant van den Kahlenberg.
Hoe heet die vrouw, die met de „bochel"
gesproken heeft!
Catharina Nieder, uit Weidling.
Helfrich noteerde het adres.
En nu, waarde heer, brengt u ons nu eens
naar de plaats, waar u de jongste van die twee
vrouwen pakte.
IX
Tot de plaats, waar Anna Miiller gevallen
was, gaf de grond zooveel indruksels te zien,
dat men maar heel zelden het spoor van de
twee vluchtende vrouwen kon onderscheiden, en
Helfrich besteedde er dan ook geen kostbaren
tijd aan, om dóór te zoeken. Maar voorbij die
plaats onderscheidde men allereerst heel dui
delijk het spoor van beide mannen, die de
vrouw met den bochel verder achterna gegaan
waren. Van de indrukken van een vrouwenvoet
was niets te zien.
Zeer tot diens teleurstelling, verzocht
Helfrich nu den waard even hoffelyk als beslist,
thans heen fce gaan, en het verder zoeken aan
hem en zyn helper over te laten, daar men met
de grootste voorzichtigheid te werk moest gaan
om eventueel nog voorhanden sporen van de
vrouw niet over het hoofd te zien en daar was
een geoefend oog voor noodig.
Helfrich ging nu met Koch een eind verder,
en den splitsten zij zich. Allebei zouden zij
in een halven cirkel weer naar de p!elc terug
keeren waar Anna Müller gevallen was en
duim voor duim van het terrein met pijnlijke
nauwkeurigheid afzoeken. Waren er werkelijk
nog sporen, dan moet men ze op die wyze
vinden.
En het geluk was Helfrich gunstig. Op zyn
terrein had hy nauwelijks een afstand van tien
meter onderzocht, of hy stiet op een duidelyk
spoor van een vrouwenvoet. Hy floot den
ander om zich by hem te voegen, en samen
volgen zy nu oplettend het gevonden spoor.
Dit voerde nog een eindweegs links van de
Wolfsgroeve, en wendde zich dan eensklaps
met een scherpen draai naar rechts. Na een
flink half uur werd het bosch minder dicht,
en zij standen plotseling op een begroeiden
weg, waarvan de herbergier gesproken had.
De weg was steenachtig, en gedeeltelijk met
gras begroeid; geen voetspoor was er op te
zien.
Dat hindert niet, zei Helfrich. Naar
links loopt hij dood die vrouw moet dus be
slist rechts hebben afgeslagen.
Langzaam, hun oogen voortdurend op den
weg en de naaste omgeving gericht, d'epen
de beide mannen verder. Opeens bleef Helfrich
staan, en op hetzelfde oogenblik hield cok zyn
metgezel op. In het grint waren duidelyk
sporen van wielen te zien en een paar passen
verderop tal van hoefsporen, en de indrukken
van een mannenvoet, welks eigenaar hier
op en neer scheen te hebben geloopen. Helfrici
en zijn help-r onderzochten de plek lang en
nauwkeurig, en kwamen tot de gevoltrekking,
dat daar een rijtuig, waarschijnlijk met twee
paarden, geruitnen tyd gewacht had,
Nu hebben we ze! zei Helfrich voldaan.
Een rytuig kan niet spoorloos verdwynen
Dat moet in deze eenzame streek opgevallen
zyn, vooral om dezen tyd van het jaar, en
er zyn wel iemand op te scharrelen zyn, die
het gezien heeft. De hoofdzaak is, dat we de
richting niet kwyt raken.
Zoolang het spoor op den ouden, niet meer
bereden weg bleef, was het gemakkelyk te
volgen. Maar ten laatste kwar- het uit op den
landweg naar Salmannsdorf, en nu verdween
het geheel en al tusschen de talrijke wagen
sporen van de laatste dagen.
Nu kan ons alleen de logica helpen, meende
Helfrich. Is de „bochel" over Salmannsdorf
en Neuwaldegg naar de stad gegaan, dan
moet ze beslist opgevallen zijn, want in het
kleine Salmannsdorf is een^ rijtuig iets bijzon
ders en wekt de nieuwsgierigheid. Heeft ze
de andere richting genomen, dan heeft ze
daar minder last van gehad. Toch neem ik
veeleer de eerste aan, want de „bochel" moest
natuuriyk begrijpen, dat juist in de laatst ge
noemde richting die meer op de herberg aan
voert, wegens den moord alles op de been zou
zyn. Het zou de grootste waaghalzerij geweest
zyn, als zy juist dien weg genomen had.
Maar ook de grootste brutaliteit, zei Koch,
die van meening was, dat de „bochel" juist
wèl dien weg genomen had, om zoo- mogelyk
iets over het lot van haar vriendin te ver
nemen.
Na eenig beraad besloten zij zich wederom
te splitsen. Koch wilde in de richting van de
herberg een onderzoek instellen, terwyl Hel
frich zich naar Salmannsdorf zou begeven.
Hoofddoel was iemand te vinden, die t rytuig
gezien had, en het nummer daarvan kon aan
geven. Wist men dat eenmaal, dan was het
maar kinderspel, om met de hulp van den
koetsier er achter te komen, maar de vrouw
met den bochel naar oe gereden was.
X
Het liep tegen den middag, toen Helfrich
in Salmannsdorf aankwam. Hy was uitgeput, en
besloot daarom vóór alles, zich een weinig te
versterken, vóór hy met verdere nasporingen
begon. Tot dat doel ging hy de eerste de beste
herberg binnen, die hy tegen kwam en be
stelde een middagmaal. Terwijl het meisje de
tafel dekte, knoopte hy een gesprek met haar
aan, en vroeg, of er tegenwoordig nog dik-
wyls vreemdelingen in de plaats kwamen,
waarop zü ontkennend antwoordde. Van net
eene woord kwam het andere en tenslotte vroeg
hy, of ze zich herinneren kon, dat er een dag
of drie geleden een rytuig voorbijgekomen was
met een vrouw met een bochel er in, en wel
tusschen 7 en 8 uur 's avonds. De herberg lag
zóó, dat ieder rijtuig, dat door de plaats heen
kwam, daar voorbij moest en ondanks de
?chaarsche verlichting was het altyd mogelyk.
dat men wat gezien had.
(Wordt vervolgd).