UIT DEN GEMEENTERAAD m Levensfilm Strafzaak met een staartje Prikkeldraad DONDERDAG 13 OCTOBER De Minnebroedersteeg Van bekende Haarlemmers Inbraak bij een melkboer te Haarlem R.K. Middenstanders Andere kamers Goed voorbeeld VERLAGING DER TARIEVEN VAN HET P.E.N. IN EN OM HAARLEM to: Iets over den naamsoorsprong HUWELIJK TAN HET ZWEEDSCHE HOF, Prof. H. A. Lorentz Lezing met demonstraties R.K. REISVEREENIGING Viering zilveren feest Wereldlijke viering De gemeenteraad had vier weken vacan- tie gehad en nu was het toch wel een merkwaardig teeken van den desola ten tijd, waarin wij leven, dat ondanks dat lange reces op de agenda voor de vergadering van gisterenmiddag geen enkel punt van groot gewicht voorkwam. Het gemeente bestuur moet zich tegenwoordig beperken t°t den dagelij kschen gang van zaken en 2tot geen kans iets te ondernemen, dat de helvaart der burgers kan bevorderen of de aantrekkelijkheid van Haarlem als woon stad verhoogen, hoe nuttig en gewenscht dat ook zou kunnen zijn. Wij willen daar toede niet zeggen, dat onze gemeentebe stuurderen het gemakkelijk hebben, maar bun activiteit ontplooit zich in dezen tijd v°oral in de kamers van burgemeester en Wethouders. Het werk, dat onze wethouder v°or het armwezen en de werkloosheids bestrijding moet verzetten, vraagt dagen ^gespannen arbeid aan schier eindelooze toeksen conferenties en vergaderingen; de Wethouder van openbare werken moge dan a* geen last hebben van het voorbereiden ^an aanbestedingen voor groote werken, de J'aP toegemeten geldmiddelen vragen al handigheid om het uiterlijk van onze stad niet te laten vervallen; de wethou- tor voor onderwijs ziet zich genoodzaakt to het onderwijs te bezuinigen zonder het to schaden en dat vordert overleg met tal tos vele personen en instanties, die hem b°en snakken naar den tijd, dat hij aan ato wenschen kan voldoen; de wethouder Jtoi financiën heeft de onprettigste taak in tot college en dagen arbeid zijn gemoeid toet conferenties tusschen hem en de ver killende takken van gemeentedienst, met togeeringspersonen en met hen, die geld tonnen verschaffen voor de gemeentelijke huishouding. Al blijkt daarvan niet veel haar buiten, wij zijn er van overtuigd, dat toze jaren tot de drukste en moeilijkste tohooren, die het stedelijk bestuur van Harlem heeft gekend. Als nieuw lid van den Raad deed de heer uiPer zijn intrede. Hij werd door den v°°rzitter op de gebruikelijke wijze geïn stalleerd en nam den zetel in van zijn °°rganger, den heer Loerakker. Wij mogen erWachten, dat ook hij spoedig een scherp- huiig raadslid zal blijken te zijn, die zijn totel ten volle waard is. h>e motie-Peper, waarover in de vorige urgadering de stemmen staakten, een tie, waarbij de burgemeester werd uit- tohoodigd alsnog toestemming te geven °°r het maken van anti-oorlogspropa- ®ahda op den openbaren weg, werd nu met togen 16 stemmen verworpen. Tegen ^tottiden de rechtsche partijen en de heer togenberg. fÜ een voorstel van B. en W. om aan de operatieve broodbakkerij en verbruiks- etoeniging „Vooruitgang" grond te ver hopen, gelegen aan de Pleiadenstraat, toaakte de heer De Rijke de ondeugende o&ftierking dat deze, naar zijn meening, toialistische coöperatie grond van de ge- eente wenscht te koopen alhoewel de toialisten in den Raad tegen grondver- °°p zijn. De heer Joosten verklaarde, dat ooruitgang" geen socialistische coöpera- e is en becritiseerde de bezwarende erf- achtsvoorwaarden der gemeente Haar- eto, wat tot gevolg heeft, dat het finan- tol voordeeliger is den grond te koopen 3,11 hem in erfpacht te krijgen. Het is, vol- ^6lls hem, begrijpelijk, dat ook „Vooruit- atlg" dat doet. Met de klacht over de 2Wai re erfpachtsvoorwaarden gaan wij vol- 'toen accoord. Ook de N. H. Crt. heeft aar indertijd herhaalde malen op ge- toen. Het komt voor, dat de jaarlijksche 'Pachtscanon van naast elkaar gelegen h volkomen gelijkwaardige gronden hon- 6rden guldens verschilt. Dat is een on- toijmdheid. De heer Klein, die vroeger erzienjng van het Haarlemsche erfpacht- jtolsel heeft voorgesteld, mocht den heer °°sten echter volkomen terecht verwijten, dat de socialisten hem bij die poging in den hek hebben gelaten. Intusschen is erf- acht geen liefhebberij van de socialisten toen. De voor- en tegenstanders van erf- acht vindt men in alle partijen. Erfpacht jtooort dan ook geen politieke strijdvraag een gemeente te zijn, maar is zuiver een Pportuniteitskwestie. Bij de Haarlemsche jtogers wil erfpacht er echter niet in, zoo- de heer Van Dam juist constateerde. e Haarlemmers hebben dat gemeen met eto Nederlanders. Die afkeer wordt aan- Sekweekt door verschillende hypotheek- anken, die bezwaren maken tegen het toleenen van hypotheek op erfpacht. Wij eenen, dat elders, bijv. in Nederlandsch- /toië, de tegenzin voor erfpacht lang zoo niet is. De heer Reinalda verweet den ®er De Rijke, dat hij van het geval een tolitieke rel maakte. Het gevolg was, dat sociaal-democraten hoofdelijke stem- tog vroegen en tegen het voorstel om ^r°nd aan „Vooruitgang" te verkoopen, tornden. Het werd desondanks aangeno men met 23 tegen 13 stemmen. Mevr. Elzinga pleitte tegen het voorstel an b. en W. om de vergoeding aan vroed- toouWen voor verleenen van hulp aan todspatiënten te verlagen tot 16.en ^toes daarbij het werk van deze functio- toressen. Nadat de voorzitter het voorstel ad verdedigd op grond van de zoo hoog °°dige zuinigheid werd het voorstel aan tonomen met 28 tegen 10 stemmen. He behandeling van het voorstel tot Uur verlaging voor het complex woningen aïl „Vooruit", werd aangehouden op ver tok van den heer Gerritsz, die een nieuw toitwerp toezegde, gebaseerd op het verlee- aP van een annuïteitsleening. De heer toin merkte bij dit punt volkomen terecht op, dat het z>i. niet aangaat, de lasten van het eene complex woningen te laten dra gen door andere, die zuinig beheerd heb ben. Daardoor zou de animo om zoo goed koop mogelijk te bouwen en te beheeren verloren gaan. Voor het voorloopig bestuur eener stich ting, die ten doel heeft het verkrijgen van woningen teneinde deze in huurkoop te verstrekken was van Mr. Ittmann een ver zoek ingekomen om in beginsel te besluiten, dat de gemeente zich garant zal stellen voor een geldleening. B. en W. adviseerden om op deze aanvraag afwijzend te beschik ken. De heer Klein Schiphorst wees er op, dat de gemeente pogingen als deze om in de behoefte aan woningen in Haarlem te voorzien, moet ondersteunen. Hij achtte hier wel geen zuiver particulier initiatief aanwezig, maar B. en W. hadden z.i. het idee toch wel wat nader kunnen bezien. Hij vroeg dan ook hoe B. en W. tegenover het verzoek zullen staan als op gemeentegrond zou worden gebouwd. Ook notaris Wolzak, de bezwaren van B. en W. niet onderschat tende, vond in de aanvrage toch veel sym pathieks, vooral omdat de bewoners op den duur eigenaar van de woningen zullen wor den. Dit laatste was echter niet naar den zin van den heer Peper, die de arbeiders in geen geval tot „huisbaasjes" wil promo- veeren, zooals hij zeide. Wethouder Gerritsz achtte den opzet van de aanvrage verkeerd, maar zeide den heer Schiphorst toe, dat elk verzoek op zijn verdiensten zal worden beoordeeld. Er is misschien een weg te vin den, nu de Regeering twintig millioen voor woningbouw ter beschikking stelt. De heer Castricum verzocht den wethouder nader aan te geven welke waarborgen de gemeen te eischt voor de garantiestelling. De aan vraag van Mr. Ittmann werd afgewezen. Van wijlen den heer Adrian was nog een voorstel in portefeuille om de commissie van beheer op den stadsschouwburg voortaan uitsluitend uit raadsleden te doen bestaan. De heer Castricum nam als tweede onderteekenaar de verdediging van het voorstel op zich. Hij achtte het niet noodig dat er in de commissie alleen menschen zitten, die van letterkunde op de hoogte zijn. Ook de heer Van Dam deelde die op vatting en wees op de commissie voor de bedrijven, waar ook geen deskundigen in zitten. De vraag of dit niet als een fout van dergelijke commissies is aan te merken, werd niet besproken, maar de heer Slin- genberg verdedigde de aanwezigheid van deskundigen op het gebied van letterkunde in de schouwburgcommissie en prees hun werk. Het voorstel-Adrian werd verworpen met 2017 stemmen. Er waren nog eenige vragen te beant woorden. De heer Van Kessel had geïnfor meerd naar de toepassing van de winkel sluitingswet in Haarlem, vooral in verband met de Zondagssluiting en het venten met etenswaren langs de huizen. De burgemees ter antwoordde, dat op overtredingen gelet wordt, maar dat het politiecorps te klein is om een intensieve controle te oefenen. De heer Van Kessel drong aan op sterker toezicht met uitsluiting van hardvochtig heid. Bij klachten van den heer Peper over leveranties aan het Burgerlijk Armbestuur, drong de heer Van Liemt er op aan, om, als den heer Peper gevallen van levering van ondeugdelijke waar bekend worden, die onmiddellijk te zijner kennis te bren gen. De heer Peper was met dit antwoord mirabile dictu geheel voldaan. Nog enkele andere vragen betreffende het ver strekken van brandstof en het zich melden van dochters van werkloozen een maat regel, die noodig is geworden om de ge pleegde fraude, doordat inkomsten van de dochters niet worden opgegeven werden eveneens door den wethouder Van Liemt beantwoord. Wij verwijzen voor het interes sante verslag, waar de heer Peper het nog even aan den stok kreeg met den heer Van Tetering, naar het raadsverslag. Een motie-Peper om het melden af te schaffen, werd verworpen met 25 tegen II stemmen. Zooals wij Maandag reeds meldden, hebben B. en W. aan den Gemeenteraad voorgesteld om de Minnebroedersteeg aan het openbaar verkeer te onttrekken. Daarmede zal een oud stukje Haarlem uit de geschiedenis, of liever gezegd van den officiee- len Haarlemschen plattegrond, verdwijnen. De Minnebroedersteeg ontleent haar naam aan het „klooster der Minnebroeders van de Orde van den Heiligen Franciscus", dat hier in 1456, zooals W, P. J. Overmeer in zijn boek „De Haarlemsche Straatnamen" schrijft, op stadskosten gebouwd en in 1572 door de Staat- sche soldaten (soldaten, die in dienst waren van Prins Willem van Oranje) geplunderd werd. Zes jaar later (24 Mei 1578) werd het con vent andermaal door woeste soldaten, die in hun brooddronkenheid reeds de schennende hand aan de St. Bavo-kerk hadden geslagen, aangevallen en geplunderd. Het klooster strek te zich uit van de thans opgeheven Minne broedersteeg tot de Stadsvest en besloeg de geheele ruimte tusschen het Groot Heiligland en de Kleine Houtstraat. In 1578 werd naar dit klooster het St. Eli sabeth's gasthuis overgebracht, dat oorspron kelijk in de Groote Houtstraat op den hoek van het Verwulft stond en toen tot 1438 het „nieuwe gasthuis" werd genoemd, in tegen stelling van het oude gasthuis (St. Gangolfs- gasthuis), dat op de (latere) Botermarkt stond. Tot op den huidigen dag is het St. Elisa beth's Gasthuis op de terreinen van het Min derbroedersklooster aan de Minnebroedersteeg gevestigd. De Haarlemsche geschiedschrijver P. Allan vermeldt nog de volgende bijzonderheden over deze steeg: „Schuins tegenover de Karelingsteeg ligt de Minderbroedersteeg. Ze levert echter niets bij zonders op. Daar, aan onze linkerhand, in dat gebouw, bevindt zich thans (d. w. z. in 1882 1883) de Kerk der Broedergemeente (Moravi sche broeders-Hernhutters). Het is een klein, eenvoudig en net gebouw. Recht tegenover ge noemde kerk woonde in vroegere jaren een bakker, bij wien „de Cat en de Uyl" uithingen en daaronder dit rijmpje: De Cat: Uyl, ghy doet mij ongelijk De muis is voor mij toebereid. De Uyl: Nu Cat! ghy moet het weten Het ongegunde brood, dat wordt het meest gegheeten. Ook bestond in de Minderbroedersteeg in 1628 eene liefdadige stichting van Mr. Gerrit van Ravensberch-Fondatie. In het Vergaderingskohier van 1628 stond vermeld: De vijf earners van Mr. Gerrit van Ravensberchs erfgenamen gaan pro deo voor niets) Voorts deelt Allan eenige bladzijden verder mede: Het uithangbord „De Cat en de Uyl", waarvan we spraken, is vervangen door een ander, waarop dit kreupel rijm voorkomt: „O Kat, wat ziet gij grijs Wel Uil, dat wil ik weten Het ongegunde brood Wordt het meest gegeten," (Genoemd rijm is geflankeerd links door den Uil, rechts door de Kat.)" En tenslotte over het Minderbroedersklooster: Al deze woningen (bedoeld zijn de oude his torische huizen in het Groot Heiligland), twin tig in getal, behooren aan het St. Elisabeths- gasthuis, dat sedert 1578 hier wordt gevonden, in de gebouwen, die het voormalige klooster der Minderbroeders vormden, tot welks vol bouwing Philips van Bourgondië en Paus Ni- colaas V in 1456 hunne toestemming gaven, en van welk klooster de tegenwoordige Minne broedersteeg ('t Minnetje) nog altoos de naams- herinnering bewaart. Dat klooster stond, wat het hoofdgebouw en de kerk betrof, in deze straat, en besloeg de gansche ruimte tusschen de zooeven genoemde steeg en de Stadsvest." Tot zoover Allan. Thans zal ook deze laatste herinnering aan het klooster uit de geschie denis verdwijnen. Sic transit Het huwelijk van Prinses Sibylla van Saxen Coburg en Gotha en Prins Gustav Adolf van Zweden sal den 22en October plaats vinden. V.l.n.r.: Hertog Carl Eduard van Saxen Coburg en Gotha, Hertogin Victoria Adelheid, de ouders van de bruid, Prinses Sybilla, Prinses Ingrid van Zweden, Prins Gustav Adolf van Zweden, tijdens een bezoek aan Kasteel Callenberg, Zweden Professor Hendrik Antoon Lorentz, een wereldberoemd natuurkundige, werd op 18 Juli 1853 te Arnhem geboren. Hij studeerde aan de universiteit van Leiden in de wis- en natuurkunde en promoveerde in 1875 op een proefschrift „De theorieën der te rugkaatsing en breking van het licht." Reeds twee jaar later werd hij hoogleeraar in de natuurkunde aan de universiteit te Lei den. Op 25 Januari 1878 aanvaardde hij dit ambt met een redevoering: „Over de molecu laire theorieën in de natuurkunde." Hy" legde zich vooral toe op de studie van het licht en de electriciteit, in verband met de hypothesen van Maxwell. De z.g. electronen- theorie is dan ook grootendeels van hem af komstig, waarvoor hij zeer langen tijd samen werkte met prof. Zeeman te Amsterdam. De juistheid van zijn theorie bleek by de proef van Zeeman, het z.g. „Zeemans-effect", die alle uitkomsten der theorie op schitterende wijze bevestigde. Voor dit baanbrekend werk werd hem, tege- lijkertyd met prof. Zeeman, in 1903, de Nobel prijs verleend. De resultaten van zijn onderzoekingen publi ceerde hij in zijn geschriften: „La theorie elec- tronagétique de Maxwell et son afflication aux corps mouvants" (1892), „Zichtbare en onzicht bare bewegingen" (1901), „Ergebnisse und Pro- bleme der Elektronentheorie" (1903) en „Ab- handlungen über theoretische Physik" (1907). Voorts schreef hy nog eenige werken over dif ferentiaal- en integraal rekening en natuur kunde, welke eenige malen herdrukt werden en talryke bijdragen in verschillende tydschriften. In 1912 werd hij benoemd tot curator van Teyler's stichting te Haarlem en vestigde zich tevens alhier. Hij trad af als hoogleeraar aan de universi teit van Leiden, doch bleef als hoogleeraar daaraan verbonden. Talrijke onderscheidingen, eeredoctoraten, ook aan buitenlandsche universiteiten en eere-lid- maatschappen aan binnenlandsche en buiten landsche wetenschappelijke instituten zijn hem ten deel gevallen. In 1929 is hij te Haarlem overleden en aldaar begraven. Zqn woonplaats heeft een kade en een plein naar hem genoemd. is Louis Noiret met zijn gezelschap geëngageerd. Het aanvangsuur is op kwart over 8 gesteld. Dinsdag 18 October, 's avonds kwart over 8, zal in hotel „Central" een lezing met demon straties worden gehouden door den heer v. d. Volkere. Deze zal het onderwerp behandelen: Demonstratieproeven met den hoogspannings- transformator (spanningen tot een half mil lioen volt), draadloos licht, proeven met Rönt- gen-apparaten, enz. De jaariyksche najaars-uitvoering van de afd. Haarlem der R. K. Reisvereeniging zal Dinsdag 8 November in den, Schouwburg aan den Jansweg gegeven worden. Voor dezen avond Mr. Mertens uit Tilburg schryft in „De Maasbode": Indien een strafzaak geheel is afgeloopen, het vonnis gewezen, de termijn van beroep 'ver streken, ja zelfs de veroordeelde in de gevan genis vertoeft om de uitvoering van het vonnis te ondergaan, dan geeft de wet alsnog, zy het in zeer bijzondere omstandigheden, den veroor deelde gelegenheid herziening van het te zijnen nadeele gevelde vonnis of arrest te verkrijgen, zulks als uiterste veiligheidsklep ten gunste van een goede en rechtvaardige rechtsbedeeling. Op de eerste plaats kan zulks geschieden, wanneer in andere arresten of vonnissen be wezenverklaringen zijn uitgesproken, welke niet zijn overeen te brengen met de uitspraak, waar van herziening gevraagd wordt. En ook kan herziening verzocht worden op grond van eenige omstandigheid, die bij het onderzoek op de terechtzitting den rechter niet was gebleken en die op zich zelve of in ver band met de vroeger geleverde bewijzen, met de uitspraak niet bestaanbaar schijnt, in dier voege, dat ernstig vermoeden bestaat, dat, ware zij bekend geweest, het onderzoek der zaak zou hebben geleid, hetzy tot vryspraak van den veroordeelde, hetzy tot ontslag van rechtsver volging op grond dat deze niet strafbaar was, hetzij tot niet-ontvankeiykverklaring van het Openbaar Ministerie, hetzij tot toepasselijk ver klaring van een minder zware strafbepaling. In de Haarlemsche strafgevangenis nu zat tot voor eenigen tijd een ongelukkige geker kerd, wyi hy door het Amsterdamsche Ge rechtshof ter zake van diefstal was veroordeeld tot een gevangenisstraf voor den tyd van tien maanden. Bij een Haarlemschen melkboer was namelijk op zekeren avond een bedrag van ongeveer hon derd gulden, bestaande uit bankbiljetten, zil ver- en kopergeld, gestolen. Nu had onze in zijn cel smachtende vriend, genaamd S., op den dag aan den diefstal voor afgaande, aan een ander voorgesteld om den volgenden dag de lade by den onfortuinlyken melkboer te lichten. Die ander is op dit voorstel niet ingegaan, doch verklaarde, als getuige, voor den rechter, dat het hem door verdachte was gedaan. Vervolgens was in de strafprocedure over den diefstal, door verklaringen van getuigen komen vaststaan, dat de verdachte zich op den avond van den diefstal in de nabijheid van den win kel des melkboers had bevonden. Wijders was hij dien avond in gezelschap aan getroffen met zekeren Joop de B. en had hy dezen dien zelfden avond een bedrag van ƒ8.50 terugbetaald, dat hy van hem geleend had. Voorts had hij zqn zuster wederom op dien avond 22 betaald, welke som hij haar ver schuldigd was wegens kostgeld gedurende twee weken. Al deze feiten waren voor het Amsterdam sche Hof voldoende geweest om te beslissen, dat de verdachte de schuldige was aan de lich ting van des melkboers winkellade en voorts den verdachte te veroordeelen tot de reeds ver melde gevangenisstraf van tien maanden. Nu zyn echter later, toen het Hof zijn arrest reeds lang had gewezen en onze veroordeelde vriend reeds geruimen tijd in de gevangenis zat opgesloten, vele andere omstandigheden aan het licht gekomen, waaruit biyken kon, dat Joop de B. niet de ware makker van den ge vonniste was, zulks wijl deze nieuwe omstan digheden met een haast stellige zekerheid in de richting wezen, dat niet de in de Haarlem sche gevangenis opgenomene, doch Joop zelve de lade gelicht had. De raadsman van S. heeft niet nagelaten de versch gevonden feiten in een verzoekschrift bijeen te voegen en dit op grond derzelve, ge lijk de wet voorschrijft, by den Hoogen Raad der Nederlanden in te dienen, ten einde her ziening van het tegen zyn cliënt gewezen ar rest te verkrygen. Wy zullen thans de onvoorzichtige uitlatin gen van den ontrouwen Joop in oogenschouw nemen. Op de eerste plaats had hy aan een juf frouw, genaamd Maria, gezegd: „Ik ben mooi gek om te zeggen, dat ik het gedaan heb, want S. loopt toch ook vry." Vervolgens was hij op een Donderdagavond een broeder van den gevangene tegengekomen op de Groote Markt te Haarlem en had als toen aan dezen gezegd, dat hy niet te veel over dat laatje van den melkboer met anderen moest spreken en dat hij zijn mond moest hou den over de centen, die hij, Joop, op de Spaar bank had staan. Nog belangrijker was het getuigenis van een persoon, die op den avond van den diefstal het navolgend tooneel had aanschouwd. Deze had S. zien staan in de straat,, waar de gedupeerde melkboer woonde en wel aan de andere zijde van die straat, tegenover den winkel. Plotseling had hy Joop uit den winkel zien komen en op onzen vriend S. toeloopen. De getuige had toen tegen S. hooren zeg gen: „Het is happie, Manus", hetgeen wil zeg gen: „het is gelukt." Vervolgens zag de getuige, dat Joop een doosje aan S. overhandigde, waarna beiden per rijwiel wegreden. Later heeft deze zelfde getuige bovendien een gesprek bijgewoond tusschen de beide wei nig deugende vrienden. S. was toenterijd door de Haarlemsche recht bank vrijgesproken, doch uitte zijn vrees, dat de officier van justitie in hooger beroep zou gaan. Joop had toen gezegd: „als zy jou straf fen, dan zeg ik dat ik het gedaan heb." Wy hebben, tot onze ergernis, kunnen con- stateeren hoe slecht Joop zijn woord heeft ge houden. De Hooge Raad gaf tenslotte op het verzoek schrift zyne beschikking. Hij sprak als zijn oordeel uit, dat door den inhoud van alle ge melde verklaringen, ernstig vermoeden ontstaan was dat, waren de daarin vermelde omstandig heden aan het Amsterdamsche Hof destyds be kend geweest, het onderzoek der zaak zou heb ben geleid tot vrijspraak van den thans veroor deelde. Ons hoogste rechtscollege achtte derhalve het verzoek gegrond, gelasttte de invryheidsstelling van den aanvrager en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's Gravenhage, teneinde haar opnieuw te onderzoeken en naar bevind van zaken beslissing te nemen. Herziening van vonnissen komt in de prak- tyk betrekkelyk zelden voor. Deze omstandig heid leidde ons er toe, aan deze aangelegenheid een beschouwing te wijden. Tot onze spyt moeten wy vaststellen, dat, ondanks alles, de losgelaten gevangene noode als toonbeeld van deugd kan worden gesteld. Hoewel na de thans bekende getuigenverkla ringen een veroordeeling wegens diefstal wel niet gehandhaafd zal kunnen worden, hebben wij toch neiging hem als medeplichtige of als heler te beschouwen. Ook deswege zaj hij echter wel ongestraft blyven. Een zaak immers, welke reeds eenmaal is be recht, mag, naar de gangbare opvatting, niet nogmaals, zij het onder anderen vorm, aan het oordeel der rechters worden onderworpen. Z'ooals reeds gemeld, zal de Haarlemsche R.K. Middenstandsvereeniging 26 October haar 25-jarig bestaan vieren. Aan deze herdenking gaat een Triduum vooraf, dat Woensdag 19 October in de St. Josephkerk aanvangt. In een aan de leden rondgezonden circu laire wordt medegedeeld, dat met het her denkingsfeest beoogd wordt, dit te maken tot een verbroederings- en familie-festijn van den katholieken middenstand in de Bisschopsstad. „Wij zullen," zoo zegt de circulaire, „met dank baarheid in het hart terugblikken op het ver leden en wy zullen in deze herdenking moed vinden voor de toekomst." Opgewekt worden de leden, het Triduum in grooten getale bij te wonen, te meer daar vooral de sombere tijden het afsmeeken van Gods hulp en zegen dringend noodzakelijk maken. Het Triduum zal Woensdag 19 October, des avonds 8J4, door den geestelijken adviseur der vereeniging, den Z.Eerw. heer rector J. B. M. Timp, geopend worden, waarbij hij geassisteerd zal worden door geestelyke adviseurs der on- derafdeelingen. De leiding van het Triduum be rust by den Z.Eerw. Pater R. Th. Hagemans O. P., uit Zwolle, wienfe uitstekende redenaars talenten tijdens de „Mittovos" bewonderd zijn kunnen worden. Donderdag- en Vrijdagavond half 9 wordt het Triduum voortgezet, terwijl Zondag 23 Oc tober, des morgens 8 uur, rector Timp een H- Mis zal opdragen tot intentie van de le vende en overleden leden der vereeniging. Onder deze H. Communie vindt algemeene H. Communie der leden plaats, terwijl het Tri duum besloten wordt met het geven van den Pauselyken Zegen. Alle kerkelyke oefeningen vinden plaats in de St. Josephkerk aan de Jansstraat. Na afloop der H. Mis wordt een gemeen schappelijk ontbijt gehouden bij Brinkmann. Maandag 24 October, van 35 uur, houdt het bestuur receptie in de bovenzalen van Brinkmann. Tot 6 uur is vervolgens réunie en op dat uur vangt de gemeenschappelijke maal tijd aan. Als gasten van dezen maaltijd zijn o.m. uit genood) gd de burgemeester en de katholieke wethouder van Haarlem; de voorzitter van het Comité van Katholieke Actie, de voorzitters der beide andere Middenstandsvereenigingen in Haarlem; de voorzitter en de secretaris Van het Kleinbedrijf der Kamer van Koophandel; de geestelijke adviseurs en oud-geestelijke advi. seur, Rector Kok, die destijds de vereeniging voor den ondergang behoed heeft; de Hoog- eerw. Deken van Haarlem; de voorzitter en de algemeen geestelijke adviseur van den Hoofd- bond; het Middenstands-Tweede Kamedjd, mr. van Hellenberg Hubar; de leider van net Tri duum, Pater Hagemans; de Z.Eerw. Pastoor Van Beukering, in wiens kerk het Triduum plaats vond; de rechtskundige adviseur, mr. Simons, en de eerste voorzitter der vereeniging, de heer Anton Bosse. 's Avonds kwart over 8 begint een feestavond in het Gemeentelijk Concertgebouw, waar ver toond zal worden de film „Wapenschouw" der K. J. M. V., terwijl na de pauze opgevoerd zal worden door het tooneelgezelschap van Vin cent Berghegge: „De zonderlinge Marskra mer". in 3 bedrijven. Daarna vindt een gezellig samenzyn plaats, eveneens in het Concertgebouw. Ja! We zijn dankbaar voor een goed voorbeeld, waar en door wièn het ook ge geven wordt. Er zijn plannen beraamd, om den onder steunden een deel van hun toelage in na- tura d.w.z. in den vorm van voedings middelen, kleedingstukken, enz. te ver strekken. Het wilde ons we zeggen het in alle be scheidenheid voorkomen, dat er op deze manier zoowel voor den ondersteunde als voor den ondersteuner profijt te behalen was. Natuurlijk zou de steunverleening in na tura slechts een deel van de ondersteuning mogen uitmaken, en overigens mocht de ondersteunde o.i. alleen maar profiteeren van het feit, dat de overheid dank zij de onverkoopbaarheid van vele levensmidde len, kleedingstukken, enz. den behoeftige veel meer kon toestoppen, dan wanneer heel de ondersteuning in geld moest worden uitgekeerd. De S. D. A. P. hield zich eehter verre van al zulke plannen. Nietwaar? wat zou de C. P. H., wat zou de O. S. P. er van zeggen? Zouden de ver bitterde elementen in de S. D. A. P. welke elementen daar toch allerminst verwaar loosd mogen worden niet klagen over onder-curateele-stelling, over verguizing van den arme? De minister meende een goed werk te doen door een commissie in het leven te roepen, welke althans de mogelijkheid van ondersteuning in natura zou hebben te on derzoeken, maar het N. V. V. wat in dit verband hetzelfde is als de S. D. A. P. verwaardigde zich niet in deze commissie zitting te nemen. Zelfs de medewerking aan een onderzoek naar de mogelijkheid, of ondersteuning in natura gegeven zou kunnen worden, achtte het N. V. V. alias: de S. D. A. P. in strijd met het politiek eigenbelang. Dat is heel ernstig te betreuren geweest. Maar nu komen wij tot het goede voor beeld: Volgens een officieele mededeeling zal de heer A. W. Michels, lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland welbekend so- ciaal-demokraat optreden als voorzitter van de commissie, die zich tot taak stelt, toezicht te houden op de verrichtingen van het In- en Verkoopbureau, dat de aan de Noord-Hollandsche Groentenveilingen aan gevoerde producten (die de minimumprijzen niet kunnen opbrengen) voor rekening van de Provincie aankoopt, en deze als menschelijk voedsel of als veevoeder dis tribueert daar, waar een tekort be staat Hier stelt zich dus een onverdacht so- ciaal-demokraat in dienst van ondersteu ning in natura. In het belang van Overheid en onder steunde. Hulde zy hem! Maar.... wat zal de S.D.A.P. wat zal het N.V.V. zeggen van zooveel verstan dige menschlievendheid in een harer voor name leden? De heer Michels mag wel oppassen, dat hij niet den politieken ketter-dood sterft, den heer Zaalberg en zoovelen anderen achterna! Op een termijn van 14 dagen waren ze ge huurd, nette eenvoudige kamers. Zware stuk ken stonden er niet in dat konden we voor ons prijsje ook niet verlangen. De bouw van het perceel was luchtig, die van de belendende panden niet zwaar hierdoor waren we met de particuliere byzonderheden en gemoeds stemmingen onzer boven- en beneden, zy- en achterburen al aardig vertrouwd geraakt. De bestierende juffrouw was Duitsehe..En hoewel ze eigenlyk heelemaal niet op Holland gesteld was, had ze ons dierbaar vaderland de eer van een twaalf-jarig verblijf toch met wil len onthouden. In vervlogen heete zomerdagen kregen we extra „toetjes" van haar.... en eens vertelde ze zelfs over d'r verlovingstyd met Herrn Dok tor Von Doch dit alles, de verloving van onze juf frouw, de heete zomerdagen, de tijden van ex tra „toetjes" ze zyn nu lang voorby, mis schien is zelfs Herr Doktor al lang geen Herr Doktor meer, wellicht wankelde ook op zijn adelyke lokken het bescheiden kroontje met hetzelfde noodlottige gevolg als bij den grooten meester, van wien we in onze prille jeugd leer den, dat al wie hem te dicht naby kwam, ver nietigd worden zou Van de 14 dagen maakte onze juffrouw een onverwacht gebruik.... Vol pension was hoar voordeeliger. Een bureau verstrekte bossen adressen van kamers groote, kleine, met en zonder bad, stroomend water, warm koud enzoo.... We begonnen.... Op het eerste adres was de aangegeven suite juist verhuurd. Bij het volgende adres huisden op de bewuste kamers nog twee Polen, die wel is waar gauw weg gingen maar zoolang ze dat nog niet deden, moesten nieuwe huurders zich met een klein kamertje behelpen. Even gluurden we in het slurfje en zagen, hoe in een machtig spinneweb een bejaarde vlieg kampte met een wissen dood. Met onze belofte het nog eens in beraad te houden, viel de voordeur toe In het ouderwetsche heerenhuis opende een frissche Hollandsche juffrouw. Vijf minuten later zaten we in de aangeboden kamers en werkelijk hierop viel niets aan te merken, sterker nog, de vraagprijs bood zelfs mogelijkheden. Doch toen de „Landlady" begon te vertellen van haar goede komaf en met een twink ling in haar oogen sprak over de ton, welke z ij en haar man acht jaar geleden bezaten en toen we dan ook hoorden, dat ze feitelijk heelemaal geen kamertje behoefde te verhuren, doch t alleen deed, omdat het huis zoo groot was, dat ze totaal niet op omgang met de locatairen ge steld was, een ieder graag z'n eigen ideëen vol gen liet en ook altijd goed met de menschen over weg kon doch met de oude vrijster die een maand bij haar inwoonde steeds wryving had, omdat dat zoo n onmogelijk mensch was en toen ze dan nog even toelichtte, dat op een kamer van de vierde etage aan den achterkant een piep-jong advocaatje woonde, dat een heel kalm ventje was, maar ook geen lood vet op z'n ribben had, doch dank zij haar relaties een goed baantje kreeg maar weer door z'n vele privé-schulden toch niet meer dan twintig gul den per maand verwonen kon (zonder pen sion natuurlijk) toen, ja toen stemde ook dat tot nadenken en wilden we er toch liever eens nader op terugkomen. Buiten dreunde ons nog lang haar stem na, de stem van een juffrouw.... die een ton be zat. In een slopje jengelde een pierement het aardige refreintje: .Als to de dakgoot de piet jes fluiten, dan is m'n kamertje een para dijs...." Naar wy vernemen wordt door sommigen ge meend, dat de verlaging der tarieven van het PEN slechts zou gelden voor het eigen distri- butiegebied van de Provincie. Naar onze beste informaties is dit niet het geval, doch zal er een verlaging komen over de geheele linie, zij het dan dat zoogenaamde „onhandelbare ge meenten" van verlaging verstoken zullen bly ven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5