<ftd vebfaaal van den dag Kerkelijke Kunst VAN OVEN, Den Haag - Vaandels, insignes, Vlaggen, Medailles Hoe de titel prins van Wales ontstaan is DE SLIMME EDUARDI Pruisen contra het Rijk m RADIO-PROGRAM Nieuw fascistisch statuut SWEEPSTAKE! ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Alle jongens op school dragen ROBINSONschoenen Het offer Het Lijk bij de Mirtefooomen s VRIJDAG 14 OCTOBER Het eerste prinsje i De Prins van Wales Uitgebreide Amnestie Zaterdag 15 October Meteorologie FEUILLETON Er zijn van die dingen, die wij zóó vaak hebben gehoord of gelezen, dat wij ons niet kunnen voorstellen, dat het anders zou kunnen zijn. Dat is b.v. het ge val met den prins van Wales, den oudsten zoon van den koning van Engeland. Koning Edward was vóór zijn troonbeklimming Prins van Wales en de huidige troonopvol ger van het Britsche wereldrijk is het even eens. En zoo komt het, dat ongetwijfeld velen in de meening zullen verkeeren, dat het vanzelf spreekt, dat de kroonprins van Engeland steeds prins van Wales heet. Het spreekt echter heelemaal niet van zelf en er zijn dan ook in de geschiedenis van Engeland gevallen geweest, dat de troonopvolger niet prins van Wales was. Een feit is het namelijk, dat de oudste zoon van het Engelsche koningspaar niet automa tisch prins van Wales wordt, doch slechts Wanneer het zijn vader, den koning, be haagt, hem dien titel te schenken. Dat dit den respectieven koninklijken vaders sinds Eduard I vrijwel steeds heeft behaagd, is een andere zaak; vanzelf spreken doet het in elk geval niet Wèl is de oudste zoon van den koning van Engeland steeds van het oogenblik van zijn geboorte af hertog van Cornwall. De titel „prins van Wales" is op een eigenaardige wijze ontstaan. Ruim zeven eeuwen geleden was het kleine Wales nog een zelfstandig rijk. Te genover de opdringende Engelschen ge raakte het echter voortdurend meer in het Dauw en in 1268 slaagde koning Hendrik III er in den heerscher over het land, prins Llewellyn, te onderwerpen en hem tot vazal van de Engelsche kroon te maken. Maar het tijdperk van vrede duurde slechts kort; spoedig kwamen de Wallisers weer tegen Engeland in verzet. Een wanhopige worste ling tusschen de beide buurlanden ont stond; zij eindigde, zooals te voorzien was. Diet de nederlaag van den zwakste. Llewel lyn zelf viel in een hinderlaag; zijn hoofd Werd in triomf naar Londen gebracht en daar op een paal op de muren van den Tower tentoongesteld. Dat was in 1282. Maar Eduard I van Engeland was een wijs vorst, die begreep, dat hij het volk van Wales niet nog meer moest verbitteren. En dus beloofde hij den Wallisers, dat hij tot Prins over het land een jongmensch van vorstelijken bloede zou benoemen, dat in Wales was geboren en de Engelsche taal Diet machtig zou zijn. Een paar dagen na dien schonk 's konings gemalin, die op een kasteel in Wales haar intrek had genomen, het leven aan een zoontje en dit in Wales "geboren prinsje, dat natuurlijk nog geen woord Engelsch kon praten, werd door Eduard I tot prins van Wales benoemd. In het proces van Pruisen tegen het Rijk (dat t°t nu toe een uiterst juridisch karakter heeft) Waren gistermiddag eenige hoog-politieke mo menten. De Pruisische advocaten hadden ge vraagd, dat von Papen en Schleicher gehoord zouden worden ter zake, of zij met Hitier een overeenkomst hadden gesloten wat betreft het optreden tegen de Pruisische regeering. De ad vocaat der Rjjksregeering, dr. Gotthuner, ver klaarde dat dit niet het geva. was. De voorzit ter, dr. Bumke vroeg, of von Papen misschien v°ór zijn optreden als kanselier met Hitler had onderhandeld over zijn voor te nemen optreden tegen de Pruisische regeering. Ook deze vraag beantwoordde de advocaat ontkennend. Na de middagpauze deelde hij mede, dat de kanselier hem op aanvrage nogmaals telefonisch had Verklaard, dat met Hitler „onderhandelingen of overeenkomsten noch door hem persoonlijk noch m zijn opdracht door bemiddelaars zijn ge voerd of gesloten en ook niet vóór zijn optre den als kanselier." Sindsdien is het, zooals gezegd, vrijwel steeds gewoonte geweest, dat de koningen van Engeland hun oudsten zoon den titél van prins van Wales schonken. Wordt een prins van Wales koning van Engeland, dan wordt zijn zoon dus automatisch hertog van Cornwall en eerst bij eventueele benoeming door zijn vader ook prins van Wales. Zoo kon het gebeuren, dat er in den loop der tijden wel eens hertogen van Cornwall waren, die niet den titel prins van Wales voerden, namelijk Hendrik VI en Eduard VI, terwijl Richard II en George III daaren tegen wèl prinsen van Wales, doch niet hertogen van Cornwall waren. De eerste prins van Wales, die tevens hertog van Cornwall was, was de latere Eduard III, bijgenaamd „de zwarte prins", naar het zwarte harnas, dat hij in alle veldtochten droeg. Hij was het ook, die in den slag van Crécy, waar voor de eerste maal door zware mortieren steenen kogels met behulp van buskruit werden weggeslin gerd, den blinden koning van Bohemen, Jo- han, die zich te paard door zijn getrouwen temidden van het strijdgewoel had laten leiden, door zijn zwaard Het sterven En van dien gedenkwaardigen dag af is het, dat alle prinsen van Wales in hun wapenschild de spreuk voeren van den zoo heldhaftig om het leven gekomen blinden vorst: „lek dien." (Nadruk verboden) Bij gelegenheid van den „Opmarsch naar Rome ROME, 11 Oct. (Eigen Bericht). Het is zeker, dat de fascistische regeering op den tienden verjaardag van den „Marsch naar Rome, die 22 Octobêr a.s. wordt gevierd, een uitgebreide amnestie zal afkondigen. De détails staan nog niet vast, aangezien het ministerie van justitie nog arbeidt aan het ontwerp van het decreet. Met groote zekerheid verluidt, dat op de ge vangenisstraffen voor politieke vergrijpen vijf jaren zullen worden gekort. Dit zou' op de eerste plaats aan een groot aantal personen ten goede komen, die veroordeeld zijn wegens com munistische propaganda. Voorts zullen de voor keur bij de amnestie vroegere deelnemers aan den oorlog hebben, die om allerlei redenen be straft zijn. Ook zullen allerlei personen genade krijgen, die naar bepaalde oorden zijn ver bannen. De bekendste persoonlijkheid van deze categorie is generaal Roberto Bencivenga, die voorzitter der democratische fractie in de Kamer en president van het Persverbond was. Men rekent ook met de mogelijkheid, dat de actrice Margaretha Blaha, de vriendin van Bo- vone, die wegens een aanslag op Mussolini ter dood werd veroordeeld en doodgeschoten, vol ledige gratie zal krijgen. Naar verluidt zullen ook vermogens, die om politieke redenen waren geconfisceerd, worden vrij gegeven. (United Press). Radioprogramma voor Zaterdag 15 October. HUIZEN 1875 M. 8.00 K.R.O. morgencon cert; 10.00 gramofoonmuziek; 11.30 godsdienstig halfuurtje door Pastoor L. H. Perquin O.P.; 12.00 Tijdsein en politie berichten; 12.15 K.R.O. orkest o.l.v. Jonan Gerritsen; 1.45 rustpoos voor het verzorgen van den zender; 2.00 halfuurtje voor de rijpere jeugd. „Vragen en antwoorden" door Pater J. Dito; 2.30 kinderuurtje door Mevr. Sophie Nuwenhuis van der Rijst en Mevr. Birrie Marres van der Ven; 4.00 mond- accordeonvereeniging „Door vriendschap ver bonden"; 5.15 sportpraatje; 5.30 gramofoonmu ziek; 6.00 „Door Vriendschap verbonden"; 6.10 Journalistiek weekoverzicht door Paul de Waart; 6.30 gramofoonmuziek; 6.40 ziekenver pleging door Dr. J. ten Berge; 7.00 gramofoon muziek; 7.10 Katholieke Radio Volksuniversi teit „Theologie" door Pater prof. D. Kors; 7.30 politieberichten; 7.45 „De Esperanto-cursus"; 8.00 De K.R.O.-boys o.l.v. Piet Lustenhouwer; 9.00 microfoonvertelsel door Joan Kat; 9.15 Persberichten van het Persbureau Vaz Dias; 9.30 Guus Keddy zingt liedjes; 9.45 K.R.O.- Boys; 10.15 Guus Geddy; 10.30 potpourri en gramofoonmuziek. HILVERSUM 296 M. 8.00 V.A.R.A. grama- foonmuziek; V.P.R.O. 10.00 morgenwijding; V.A.R.A. 10.15 uitzending voor de arbeiders in de continubedrijven; 12.00 Vara-klein orkest o.l.v. Paul Duchant; 2.00 rustpoos voor het verzorgen van den zender; 2.15 gramofoonmu ziek; 2.50 „Hoe werd ik socialist"? vraagge sprek met Jan van Zutphen; 3.10 „De Noten krakers" oj.v. Daaf Wins; 4.30 Arbeidssport S. Broekman: „Ons wedstrijdwezen"; 4.50 Vara-mandoline ensemble o.l.v. Joh. B. Kok; 5.40 literair overzicht door A. H. de Jong: „De appel en Eva"; Jo van Ammers—Müller; 6.00 Friesch uurtje; 7.00 uitzending voor het platte land. „De noodtoestand van het tuindersbe- drijf"; vraaggesprek tusschen G. J. Zwert- broek, S. S. Lantinga en K. Singer Mzn.; 7.30 gramofoonmuziek; 7.45 Toespraakdoor A. de Vries; 8.00 Bonte avond m.m.v. „De Fliere fluiters o.l.v. Hugo de Groot; 11.00 Persberich ten van het Persbureau Vaz Dias en Varia; 11.00 uitzending voor den Centralen Bond van Transportarbeiders; 11.45 gramofoonmuziek. BRUSSEL, 509 M. 5.20 concert door het omroepsymphonieorkest o.l.v. Jean Kumps; 6.20 gramofoonmuziek; 6.50 gramofoonmuziek; 8.20 concert door het omroepsymphonieorkest o.l.v. Jean Kumps. KALUNDBORG, 1153 M. 1.50 gramofoon muziek; 2.50 omroeporkest oi.v. Emil Reesen; 8.05 Louis Preii's instrumentaal ensemble; 10.00 Louis Preii's instrumentaal ensemble. BERLIJN, 419 M. 7.20 Programma van Langenberg. HAMBURG, 372 M. 1.30 gramofoonmuziek; 2.50 concert door het Noragorkest o.l.v. José Eibenschutz; 6.20 populairconcert door het Klein Noragorkest; 9.50 dansmuziek door het Klein Noragorkest. KÖNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 11.20 gramofoonmuziek; 1.20 idem; 3.50 concert. LANGENBERG, 472 M. 12.20 concert oi.v. Wolf; 1.55 gramofoonmuziek; 4.20 vesper concert; 9.50 concert o.l.v. Wolf. DAVENTRY, 1554 M. 12.20 concert door het Schotsche Studio-orkest o.l.v. Guy Daines: 1.50 concert door het Commodore Grand orkest o.l.v. Joseph Muscant; 5.05 orgelconcert; 7.50 vioolrecital; 10.10 concert door het de Groot- Trio; 11.Ambrose en zijn orkest. PARIJS EIFEL, 1446 M. 7.50 radiotooneel. PARIJS R., 1725 M. 8.05 gramofoonmu ziek; 12.20 idem; 7.40 gramofoonmuziek; 9.50 dansmuziek. MILAAN, 331 M. «6.50 gramofoonmuziek; 7.50 „Mignon" opera in drie bedrijven van Thomas. ROME, 441 M. 8.05 „Primavera scapig- liata" operette in drie actes; van Joh. Strauss. WEENEN, 517 M. 5.20 populair concert door het Eduard Pfleger-harmonieorkest. WARSCHAU, 1411 M. 4.20 concert door het omroeporkest o.l.v. J. Ozimijski; 6.20 populair concert; 7.20 populair concert door het om roeporkest oi.v. St. Nawrot; 9.25 piano recital; 10.20 dansmuziek. BEROMUNSTER, 460 M. 6.50 gramofoon muziek; 7.20 symphonieconcert oi.v. Dr. Felix Weingartbner; 9.35 dansmuziek. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS MILAAN, 13 Oct. (V.D.). De „Popoio dTtalia" heeft Woensdag den tekst van het nieuwe statuut van de fascistische partij gepubliceerd, dat alleen nog de goedkeuring van den Grooten Fascistischen Raad op 5 November noodig heeft. Gedurende de laatste maanden is, naar be kend is, de inschrijving van nieuwe leden voor de fascistische partij weer opengesteld, en duizenden verzoeken om toelating zijn ontvan gen. Het doel van het nieuwe statuut is een scherpere discipline en een strakkere ver houding tusschen de centrale en ondergeschikte partijorganen. Het korten tijd geleden in ons blad gepubliceerde artikel van Mussolini over de politieke- en gemeenschapsleer van het fascisme vormt het preambuul van het nieuwe statuut, terwijl het oude, waarin het wezen der partij wordt uiteengezet, artikel 1 vormt. De bijzondere positie van den leider van het «iiiiiiiuiiiim IIIIIIIIIIIIIIIIU i Ieder vraat nu Van de Sweepstake, i Want de prijzen Zijn niet mis, Ook al weet je, I Dat een kansje I In verhouding 1 Kleiner is! Maar de droom van i Rijk te worden Is op eenmaal Weer gewekt. leder meent nu, Als hij swiepsteekt, I Dat hij ook een Prijsje trekt! Dus men holt nu Als de paarden En men klampt je Aan op straat: Waar kan ik een Ticket krijgen Als er weer een Sweepstake gaat? En ze vragen En ze zoeken Met de centjes In de hand. Nooit betaalt men Zoo gelukkig, Zóó begeesterd a contant! MARTIN BERDEN E (Nadruk verboden) riu in iiiinriiiif hum in ui mi nu iiiiiifiiii ui iiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii? fascisme wordt naar buiten bijzonder geken merkt doordat het woord „Duce" in het statuut met andere letters gedrukt is. Ook wordt de Duce niet meer als tot dusver als een bijzonder orgaan naast de overige organen beschouwd, doch bepaald wordt, dat de werkzaamheid van de fascistische organen geschiedt „onder de hooge leiding van den Due De Provinciale Fascii „Federatie" zal in het vervolg „Federatie van strijdfascisten" heecen. Er komt een mannelijke en een vrouwelijke Fascio (Fascio is een plaatselijke organisatie der partij). Bij de vrouwelijke Fascio-organi- saties zullen de fascistische jeugdgroepen ge vormd worden. Van belang is de nieuwe bepaling, dat de leidende functies moeten worden opgedragen aan oude en beproefde zwarthemden, of fascis ten, die uit de jeugdorganisaties zijn voortge komen. Tot dusver bestond de bepaling, dat men minstens vijf jaar lid van de partij moest zijn om een functie te kunnen vervullen. Hiermede treedt in werking de aankondiging van Mussolini in zijn rede te Napels, dat in -Ie toekomst het kortere of langere lidmaatschap der partü geen rol meer zal spelen. „Eén been! Reynolds sprak droevig, een bittere klank in zijn stem. Hij lag te bed, eenige kussens steun den hem in den rug en een wit laken lag zorg vuldig over hem heen gespreid. Zijn gelaat was geelachtig, veroorzaakt door het vele bloedver lies. Zijn oogen stonden somber; er ontbrak de glinstering van gezondheid en levenslust, welke beide het gevolg zijn van een leven buitenshuis. „Eén been!" herhaalde hij en de forsche ge baarde man, die aan de zijde van zijn bed zat, legde zijn ruwe hand met ongedachte zachtheid op de zijne. En in die aanraking lag een wereld van begrijpen, welke door geen woorden uitge drukt kunnen worden. „Hou-je goed, jongen, 't Is niet zoo erg als je denkt!" Reynolds lachte droevig. „Je bent een beste kerel, Bill" zei hij. „Maar het ziet er niet mooi uit.... Maar wat gebeurt er met de farm?" Bill friemelde zenuwachtig aan zijn boord. Hij had tot nu toe met opzet niet over de farm ge sproken. Want het was op zijn Canadeesche farm, dat dezen jongen Hollander het ongeluk overkwam, waardoor hem een been afgezet werd. Een boom werd geveld. Reynolds kwam aan, zich van geen gevaar bewust. Luide kreten trachtten hem te waarschuwen, maar... te laat. Toen hij wegliep, trof de vallende boom hem. Zij bevrijdden hem uit de massa gebroken takken en bladeren, bewusteloos, zwaar gewond. En vanaf dien dag lag hij in het hospitaal. Bill keek hem aan. „Wel", zei hij, „ik heb er over nagedacht. Wanneer je weer beter bent, kan je toezicht houden over de farm." „Dank je, Bill, maar ik dacht meer aan Jane." „Je meent je verloofde?" Reynolds knikte „Ja!" „Je wilt toch niet zeggen, dat ze nu niets meer van je weten wil?" vroeg Bill verbaasd. „.Waar om? Je hebt hier al den tijd voor haar gewerkt, voor 'n tehuis voor haar. Ze kan overkomen, en dan kunnen jullie trouwen." „Je begrijpt het niet, Bill," zei Reynolds heesch. „Jane zou direct overkomen als ze wist wat er gebeurd was. Maar ze mag het niet we ten. Begrijp je?" „Wat bedoel je?" „Ze mag het nooit weten! Ze kwam beslist over en zou er op staan te trouwen. Stel je voor!Met een verminkte!Zij, die zoo levenslustig is!Het zou haar geheele leven vernietigen!.... Dat mag niet!" Uitgeput liet Reynolds zich in de kussens terugvallen. „Wij blijven bij elkaar, BUI" stamel de hij. „Kjjk eens, Robbie," riep Topsy, „vier aardmannetjes spreken met Ed win." „Wat zouden ze van Edwin willen?" vroeg Robbie. Doch voor Topsy hem kon antwoor den, hoorde Robbie een van de aard mannetjes iets tegen de giraffe zeggen. „We zouden graag de rivier over wülen, wil je ons overbrengen?" vroeg het aardmannetje beleefd. „Ga maar op mijn rug zitten en dan zal ik je naar den overkant brengen," zeide de giraffe met een glimlachje. Het kleine mannetje keek op naar den rug van de giraffe en schudde het hoofd. „Jouw rug is te hoog voor ons," rie pen ze allemaal tegelijk. „We zijn veel te klein om tegen zulk een groot beest op te klauteren." Doch de giraffe toonde den aard mannetjes, hoe zij, door zich aan een poot vast te houden, door hem naar den overkant konden worden gebracht. „Is het niet aardig van Edwin, om zulk een manier voor de aardmanne tjes te bedenken?" vroeg Topsy. „Ze moeten wel erg dankbaar zijn. Ze kij ken, alsof ze bang zijn hun voeten nat te maken," merkte Robbie op. „Ik zou liever op haar rug worden gedragen." „Ja, maar de aardmannetjes zijn te klein, om op Edwin's rug te komen," zeide Topsy. „Als je klein bent, kun je niet alles krijgen, wat je hebben wüt." (Morgenavond vervolg) (Ingezonden mededeelingen) üii üiii s hand. sloot zich over die van Rey nolds. Een blikken tormmel, op een plank in een hoek van het farmhuis, bevatte tal van brieven. Regelmatig kwamen zij in het begin en elk woord, dat zij bevatten, stond gegrift in het hart van den ontvanger en brandde. Brieven en woorden, die smeekten om antwoord. Maar.... die nooit beantwoord wérden. Eenigen tijd na zijn ontslag uit het hospitaal had Reynolds zijn laatsten brief aan Jane ge schreven, vol onwaarheden. Hij was een misluk keling. Alles liep verkeerd. Hij kwam nooit naar Holland terug. Zij moést hem vergeten! En haar brieven kwamen met grooter tus- schenpoozen, totdat ze geheel wegbleven. Ondertusschen legde Reynolds zich met hart en ziel op zijn werk toe. Maar het ongeluk had een ander mensch van hem gemaakt. „Je hebt verandering noodig," zei BiU op zeke ren dag. „Vergeet het werk eens een poosje." Reynolds haalde de schouders op. „Ik blijf," zei hij, „werken doet vergeten." „Luister eens," zei Bill, „trek er tusschen uit en ga eens naar Holland voor een poosje en zoek je kennissen eens op." Eenige jaren waren intusschen voorbijge gaan en Reynolds be sloot een uitstapje naar zijn geboorteland te maken. Daar aangekomen werd hij als het ware getrokken, bijna tegen zijn wil in, naar het plaatsje waar hij en Jane woonden. Hij had een onweerstaanbaar verlangen haar nog eens te zien. Te zien, of zij veel veranderd was. Het moment, dat zij het stadje betrad, was het hem alsof zijn hart stilstond. Wat het was kon hij niet zeggen. Hij ademde met moeite. Als in een droom stapte hij een sigarenwinkel bipnen voor sigaretten; de winkel waar hij in vroeger dagen vaak met Jane gekomen was. De man herkende hem niet, maar Reynolds vergiste zich niet. Met een kloppend hart be taalde hij en vroeg den ouden winkelier of hij wist hoe Japa Bisschop het maakte. De man dacht een oogblik na, wreef zich nadenkend over het hoofd en keek naar buiten. „Jane Bisschop",0, u bedoelt Mevrouw FordZe trouwde twee jaar geleden.... Hé.... dat is toevallig.... daar gaat zij met haar man." Reynolds hart klopte onstuimig; als door een mist keek hij de straat op. En starend naar het paar, dat daar liep, vroeg hij met een vreemde, onnatuurlijke stem: „Was hij zóó, toen hij met haar trouwde?" Verbaasd over de houding van zijn klant, knikte de oude winkelier. „Ja, mijnheer." „Oh!" En Reynolds, de toonbank krampachtig vast houdend, keek Jane en haar man na. Zelfs toen zij uit het gezicht waren, klonk nog steeds het tap-tap-tap van een houten stomp in Reynold's ziel en hersens, spottend, met de kracht van een moker. Want Jane's echtgenoot had maar één beenl De moderne meteorologie tracht volgens streng wetenschappelijke methoden met behulp van nauwkeurig onderzochte en van storende invloeden zooveel mogelijk bevrijde toestellen, op een voor de geheele aarde uniforme wijze, den toestand en de veranderingen van den dampkring vast te stellen en de gegevens zoowei theoretisch te gebruiken, n.l. om de wetten, volgens welke verschijnselen zich voordoen, op te sporen, als practisch n.l. voor de behoeften van den mensch. Men tracht de waarnemingen over de geheele atmosfeer uit te breiden en wel in horizontale richting door zooveel moge lijk stations op te richten en ook op schepen waarnemingen te doen. in verticale richting door oprichting van observatoria aan de hellin gen en op de toppen van bergen, door de lucht vaart aan de meteorologie dienstbaar te ma ken, hetzij door het meenemen van instrumen ten, hetzij door zelf registreerende toestellen in onbemande ballons te plaatsen. In Nederland geschiedden de eerste systema tische meteorologische waarnemingen reeds in de 18e eeuw door Musschenbroek te Utrecht en te Leiden gedurende de jaren van 1729 tot 1748. Echter nam eerst met Buys Ballot de weten schappelijke meteorologie in ons land een aan vang en in 1854 wordt het Kon. Ned. Meteoro logisch Instituut te Utrecht opgericht. In 1893 werd het naar De Bilt verplaatst, terwijl reeds van te voren twee filiaalinrichtingen te Am sterdam en te Rotterdam waren ingesteld. Naar het hoofdobservatorium te De Bilt worden bovendien vanuit 4 hoofdstations (Groningen, Helder, Maastricht en Vlissingen), 15 stations van de 2e en 3e orde van uit ruim 100 regen stations dagelijks de waarnemingen opgezon den. Verder ontvangt men er drie keer per dag telegrafisch bericht aangaande de weersge steldheid uit ongeveer 50 plaatsen uit Neder land, België, Engeland, Frankrijk, Duitschland, Scandinavië, de Azoren, enz. De gegevens, die 's morgens ontvangen worden, worden tot „weerkaartjes" uitgewerkt, terwijl ook het te verwachten weerbericht wordt vermeld. Aan het instituut is teven verbonden een af- deeling voor het uitwerken van de scheeps journalen, die de gegevens bevatten omtrent de weefstoestanden op zee, opgeteekend door ge zagvoerders van schepen van verschillende Ne- derlandsche stoombootmaatschappijen. Boven dien geschieden er in De Bilt waarnemingen omtrent het aardmagnetisme en de aardbevin gen. (Vrij naar het Duitsch) H'm, je sprak van geheimschrift, dat er een van die boekjes stond; en dat is ook 800 gebleken.... Juist. En ik zei er bij, dat die koffer ons Hit °Pzet in handen was gespeeld, om name- it die bepaalde boodschap aan de gevangene er te brengen. Zeker waar, zei de commissaris. Nu, bij die gelegenheid beloofde ik u, dat U wat over dien koffer zou zeggen de tijd daar was. jer~" 2°u je misschien niet liever dadelijk wil- cn^Zeegen' wat je op het hart hebt? vroeg de ^missaris kregel. °«n u te dienen, mijnheer, zei de detecti- jjj grimmig, ik was toen al vast overtuigd, dat koff °P zoo'n geheimzinnige manier gevonden ^teest n°0it van 016 z'ë' iuMrouw Mül'er ge- Wat zeg je? riep de commissaris verbluft. Heel eenvoudig. Haar medeplichtige die „bochel" heeft kalmpjesweg een ouden koffer met kleeren en goed volgepropt, omdat de gevangene van een koffer sprak. En dat wist de „bochel" natuurlijk tengevolge van uw schrander systeem, om alles aan de couranten mee te deelen. De ander zweeg. Bij het eerste verhoor sprak juffrouw Müller van een bruine handkoffer, ging Helfrich voort. Prachtig de medeplichtige, die na tuurlijk alle courantenberichten over de zaak verslindt, brengt een bruinen handkoffer op een plaats, waar hij natuurlijk gevonden zal worden, en ze stopt hem vol met allerlei din gen, die men verwachten kan, dat een dienst meisje bezit. De gelegenheid is té mooi, en ze smokkelt tegelijk een instructie aan de ge vangene mee naar binnen. Als het meisje dien koffer ziet, en de boeken, die natuurlijk haar naam dragen hoewel ze ze nooit in haar leven gezien heeft raadt ze de slimme be doeling van haar vriendin, en zoo is het maar al te begrijpelijk, dat ze blij is, die dingen te zien. Als ik in uw plaats geweest was, zou ik minstens eerst de gevangene gevraagd heb ben, wat er in dien koffer moest wezen. En hoogstwaarschijnlijk zouden we haar dan on middellijk ontmaskerd hebben. Want zij kon natuurlijk niet vooruit weten, wat haar me deplichtige als haar „eigendom" in dien kof fer had gestopt. En inplaats van uw voordeel met een en ander te doen, hebt u u gewoon als werktuig door die sluwe „bochel" laten ge bruiken! De commissaris trachtte zich te rechtvaar digen. Met dat al is het nog niet bewezen, dat die koffer niet werkelijk van Anna Müller is, zeide hij. Ik dacht wel, dat u dat zeggen zou, ant woordde Helfrich glimlachend. En als ik geweten had, dat de zaak zoo'n vaart zou loo- pen, als nu het geval blijkt te zijn, dan zou ik niet gewacht hebben tot zich een tweede gelegenheid, oftewel een herhaling van zoo'n heillooze stommiteit, zou voordoen. Wat bedoel je? Ik bedoel, dat de couranten van de laat ste dagen, die ik nu pas den tijd heb genomen, om behoorlijk te lezen, zoo goed als alles heb ben opgenomen, wat we in de afgeloopen week over deze moeilijke zaak te weten hebben kun nen komen. Het is bepaald uw bedoeling ge weest, om die andere vrouw, die we maar niet te pakken kunnen krijgen, op de hoogte te houden van den gang van zaken. Hoe komt u er toe, om zulke berichten aan de couranten te sturen! Het publiek stelt zóó geweldig belang in de zaak, dat het eenvoudig onmogelijk is, het geen enkele mededeeling te doen. Bovendien zouden de menschen gaan denken, dat het ons aan den noodigen ernst ontbrak.... Och wat! En waarvoor al die geheimzinnigheid, in een geval als dit? De herbergier, de oude vrouw, die de „bochel" in het bosch gezien heeft, de koetsier van het huurrijtuig, de chauffeur van den omnibus, enz. enz. die menschen vertellen aan iedereen wat ze weten. Wat moet het publiek dan wel denken, als het juist van toonaangevende zijde geen bevesti ging of rectificatie van de in omloop zijnde ge ruchten ontvangt? Laat het publiek denken, wat het wil! Maar op die wijze bederft u voor mij den hee- len boel. Voor jou? Ik zou toch denken, dat ik hier de leiding heb? zei de commissaris bits. Helfrich glimlachte bitter. O ja. Aan uw verdiensten zal ik niet ra ken. Ik wil alleen maar zeggen.... En denk dan eens eventjes aan, waarde Helfrich, ging de commissaris vriendelijker voort, van hoeveel belang het in zulke totaal duistere gevallen is, als we de medewerking van het publiek kunnen verkrijgen Jawel! De „bochel" moet toch ergens wezen er moeten menschen wezen, die haar kennen hoe licht kan het gebeuren, dat er iemand komt, die ons nadere gegevens kan brengen, zoodat we tot haar arrestatie kunnen overgaan. Zoo was het vanmorgen vroeg toch ook. Maar dat die „bochel" zélf óók alles leest, en precies weet, hoe ver we gekomen zijn, en wat we vermoeden, en waar het voor ons op aankomt dat zij haar heele houding daar naar kan inrichten, daar denkt u zeker heele maal niet aan? Ja, maar wat zou dat? Ze houdt zich goed schuil, omdat men haar zoekt dat zou ze zonder de couranten ook wel weten. Je zult toch zeker wel begrijpen, dat de krant tegen woordig. Ik begrijp zooveel, zei Helfrich, terwijl hij geërgerd opstond, dat u op het oogenbUk niet begrijpt, waarom u die portefeuille daar gevonden hebt. Maar ik zal wel zorgen, dat er van mij niets meer in de krant komt, dat ver zeker ik u. En met die woorden liet hij den commissaris alleen. XV. Nummer 61 was na een bewusteloosheid van eenige uren weer bij kennis gekomen. Als men evenwel gehoopt had, dat zij thans misschien handelbaarder zou zijn geworden, dan vergiste men zich. Totaal ongevoelig lag zij daar in haar afdeeling, en weigerde niet alleen alle antwoord, maar nam ook zoo goed als geen voedsel tot zich. Zelfs de dokter kon niets uit haar halen, of zij pijn had of niet. Een van beide haar geestelijke vermogens waren ge stoord, of zij was zoo zwak, dat zij niet in staat was, om te denken. In ieder geval was haar tot dusver tamelijk opgewekte stemming als weggevaagd. De commissaris was radeloos. Dat op num mer 61 voorloopig niet meer te rekenen viel, be greep hij. Maar ook de „bochel" was als door de aarde verzwolgen. Twee nachten en drie dagen hadden politiebeambten onafgebroken den toegang tot het huis in de Wahringerstras- se bewaakt, maar er was geen spoor van de „bochel" te zien geweest. Ten laatste was er geen twijfel meer aan, of zij had onraad be merkt, en was er op het juiste oogenblik tus- schenuit gegaan. En Helfrich liet zich sinds twee dagen ook al niet bij hem zien. Sinds zijn laatste bezoek had de commissaris niets meer van hem gehoord, en toen hij ten langen laat ste een boodschap naar hem stuurde, gaf de oude huishoudster wrevelig tekennen, dat zij zelf haar meester ook al in geen twee dagen gezien had; hij zou wel op reis zijn. Den lOen November kwam bij de directie van het gevangenishospitaal het verzoek in, of de hertogin van Warwick Lesterfield, die zich op de doorreis van Engeland naar Tibet be vond, een bezoek mocht brengen aan het hos pitaal. Bij bet verzoek was een aanbeveling van den voorzitter van den Senaat gevoegd. De directeur wist, dat de hertogin van War wick zich na den dood van haar echtgenoot geheel aan den menschheid had gewijd, en in het bijzonder op het gebied van het gevange niswezen omvangrijke studies maakte. Waar ze maar kon, bezocht zij gevangenissen, straf-in- richtingen, en bijbehoorende hospitalen, en al tijd streefde zij er naar, om haar bezoeken door woord en daad zoo troostvol mogelijk te maken. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9