<ftd vebfaaal van den dag
Kerkelijke Kunst
VAN OVEN, Den Haag - Vaandels, insignes, Vlaggen, Medailles
Hoe de titel prins van Wales ontstaan is
DE SLIMME EDUARDI
Pruisen contra het
Rijk
m
RADIO-PROGRAM
Nieuw fascistisch
statuut
SWEEPSTAKE!
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Alle jongens op school dragen
ROBINSONschoenen
Het offer
Het Lijk bij de
Mirtefooomen
s
VRIJDAG 14 OCTOBER
Het eerste prinsje
i
De Prins van Wales
Uitgebreide Amnestie
Zaterdag 15 October
Meteorologie
FEUILLETON
Er zijn van die dingen, die wij zóó vaak
hebben gehoord of gelezen, dat wij
ons niet kunnen voorstellen, dat het
anders zou kunnen zijn. Dat is b.v. het ge
val met den prins van Wales, den oudsten
zoon van den koning van Engeland. Koning
Edward was vóór zijn troonbeklimming
Prins van Wales en de huidige troonopvol
ger van het Britsche wereldrijk is het even
eens. En zoo komt het, dat ongetwijfeld
velen in de meening zullen verkeeren, dat
het vanzelf spreekt, dat de kroonprins van
Engeland steeds prins van Wales heet.
Het spreekt echter heelemaal niet van
zelf en er zijn dan ook in de geschiedenis
van Engeland gevallen geweest, dat de
troonopvolger niet prins van Wales was.
Een feit is het namelijk, dat de oudste zoon
van het Engelsche koningspaar niet automa
tisch prins van Wales wordt, doch slechts
Wanneer het zijn vader, den koning, be
haagt, hem dien titel te schenken. Dat dit
den respectieven koninklijken vaders sinds
Eduard I vrijwel steeds heeft behaagd, is
een andere zaak; vanzelf spreken doet het
in elk geval niet Wèl is de oudste zoon van
den koning van Engeland steeds van het
oogenblik van zijn geboorte af hertog van
Cornwall.
De titel „prins van Wales" is op een
eigenaardige wijze ontstaan.
Ruim zeven eeuwen geleden was het
kleine Wales nog een zelfstandig rijk. Te
genover de opdringende Engelschen ge
raakte het echter voortdurend meer in het
Dauw en in 1268 slaagde koning Hendrik III
er in den heerscher over het land, prins
Llewellyn, te onderwerpen en hem tot vazal
van de Engelsche kroon te maken. Maar
het tijdperk van vrede duurde slechts kort;
spoedig kwamen de Wallisers weer tegen
Engeland in verzet. Een wanhopige worste
ling tusschen de beide buurlanden ont
stond; zij eindigde, zooals te voorzien was.
Diet de nederlaag van den zwakste. Llewel
lyn zelf viel in een hinderlaag; zijn hoofd
Werd in triomf naar Londen gebracht en
daar op een paal op de muren van den
Tower tentoongesteld. Dat was in 1282.
Maar Eduard I van Engeland was een
wijs vorst, die begreep, dat hij het volk van
Wales niet nog meer moest verbitteren. En
dus beloofde hij den Wallisers, dat hij tot
Prins over het land een jongmensch van
vorstelijken bloede zou benoemen, dat in
Wales was geboren en de Engelsche taal
Diet machtig zou zijn. Een paar dagen na
dien schonk 's konings gemalin, die op een
kasteel in Wales haar intrek had genomen,
het leven aan een zoontje en dit in Wales
"geboren prinsje, dat natuurlijk nog geen
woord Engelsch kon praten, werd door
Eduard I tot prins van Wales benoemd.
In het proces van Pruisen tegen het Rijk (dat
t°t nu toe een uiterst juridisch karakter heeft)
Waren gistermiddag eenige hoog-politieke mo
menten. De Pruisische advocaten hadden ge
vraagd, dat von Papen en Schleicher gehoord
zouden worden ter zake, of zij met Hitier een
overeenkomst hadden gesloten wat betreft het
optreden tegen de Pruisische regeering. De ad
vocaat der Rjjksregeering, dr. Gotthuner, ver
klaarde dat dit niet het geva. was. De voorzit
ter, dr. Bumke vroeg, of von Papen misschien
v°ór zijn optreden als kanselier met Hitler had
onderhandeld over zijn voor te nemen optreden
tegen de Pruisische regeering. Ook deze vraag
beantwoordde de advocaat ontkennend. Na de
middagpauze deelde hij mede, dat de kanselier
hem op aanvrage nogmaals telefonisch had
Verklaard, dat met Hitler „onderhandelingen of
overeenkomsten noch door hem persoonlijk noch
m zijn opdracht door bemiddelaars zijn ge
voerd of gesloten en ook niet vóór zijn optre
den als kanselier."
Sindsdien is het, zooals gezegd, vrijwel
steeds gewoonte geweest, dat de koningen
van Engeland hun oudsten zoon den titél
van prins van Wales schonken. Wordt een
prins van Wales koning van Engeland, dan
wordt zijn zoon dus automatisch hertog van
Cornwall en eerst bij eventueele benoeming
door zijn vader ook prins van Wales.
Zoo kon het gebeuren, dat er in den loop
der tijden wel eens hertogen van Cornwall
waren, die niet den titel prins van Wales
voerden, namelijk Hendrik VI en Eduard
VI, terwijl Richard II en George III daaren
tegen wèl prinsen van Wales, doch niet
hertogen van Cornwall waren.
De eerste prins van Wales, die tevens
hertog van Cornwall was, was de latere
Eduard III, bijgenaamd „de zwarte prins",
naar het zwarte harnas, dat hij in alle
veldtochten droeg. Hij was het ook, die in
den slag van Crécy, waar voor de eerste
maal door zware mortieren steenen kogels
met behulp van buskruit werden weggeslin
gerd, den blinden koning van Bohemen, Jo-
han, die zich te paard door zijn getrouwen
temidden van het strijdgewoel had laten
leiden, door zijn zwaard Het sterven En van
dien gedenkwaardigen dag af is het, dat
alle prinsen van Wales in hun wapenschild
de spreuk voeren van den zoo heldhaftig
om het leven gekomen blinden vorst: „lek
dien."
(Nadruk verboden)
Bij gelegenheid van den
„Opmarsch naar Rome
ROME, 11 Oct. (Eigen Bericht). Het is zeker,
dat de fascistische regeering op den tienden
verjaardag van den „Marsch naar Rome, die
22 Octobêr a.s. wordt gevierd, een uitgebreide
amnestie zal afkondigen. De détails staan nog
niet vast, aangezien het ministerie van justitie
nog arbeidt aan het ontwerp van het decreet.
Met groote zekerheid verluidt, dat op de ge
vangenisstraffen voor politieke vergrijpen vijf
jaren zullen worden gekort. Dit zou' op de
eerste plaats aan een groot aantal personen ten
goede komen, die veroordeeld zijn wegens com
munistische propaganda. Voorts zullen de voor
keur bij de amnestie vroegere deelnemers aan
den oorlog hebben, die om allerlei redenen be
straft zijn. Ook zullen allerlei personen genade
krijgen, die naar bepaalde oorden zijn ver
bannen. De bekendste persoonlijkheid van deze
categorie is generaal Roberto Bencivenga, die
voorzitter der democratische fractie in de
Kamer en president van het Persverbond was.
Men rekent ook met de mogelijkheid, dat de
actrice Margaretha Blaha, de vriendin van Bo-
vone, die wegens een aanslag op Mussolini ter
dood werd veroordeeld en doodgeschoten, vol
ledige gratie zal krijgen. Naar verluidt zullen
ook vermogens, die om politieke redenen waren
geconfisceerd, worden vrij gegeven.
(United Press).
Radioprogramma voor Zaterdag 15 October.
HUIZEN 1875 M. 8.00 K.R.O. morgencon
cert; 10.00 gramofoonmuziek; 11.30 godsdienstig
halfuurtje door Pastoor L. H. Perquin O.P.;
12.00 Tijdsein en politie berichten; 12.15 K.R.O.
orkest o.l.v. Jonan Gerritsen; 1.45 rustpoos voor
het verzorgen van den zender; 2.00 halfuurtje
voor de rijpere jeugd. „Vragen en antwoorden"
door Pater J. Dito; 2.30 kinderuurtje door
Mevr. Sophie Nuwenhuis van der Rijst en
Mevr. Birrie Marres van der Ven; 4.00 mond-
accordeonvereeniging „Door vriendschap ver
bonden"; 5.15 sportpraatje; 5.30 gramofoonmu
ziek; 6.00 „Door Vriendschap verbonden"; 6.10
Journalistiek weekoverzicht door Paul de
Waart; 6.30 gramofoonmuziek; 6.40 ziekenver
pleging door Dr. J. ten Berge; 7.00 gramofoon
muziek; 7.10 Katholieke Radio Volksuniversi
teit „Theologie" door Pater prof. D. Kors; 7.30
politieberichten; 7.45 „De Esperanto-cursus";
8.00 De K.R.O.-boys o.l.v. Piet Lustenhouwer;
9.00 microfoonvertelsel door Joan Kat; 9.15
Persberichten van het Persbureau Vaz Dias;
9.30 Guus Keddy zingt liedjes; 9.45 K.R.O.-
Boys; 10.15 Guus Geddy; 10.30 potpourri en
gramofoonmuziek.
HILVERSUM 296 M. 8.00 V.A.R.A. grama-
foonmuziek; V.P.R.O. 10.00 morgenwijding;
V.A.R.A. 10.15 uitzending voor de arbeiders in
de continubedrijven; 12.00 Vara-klein orkest
o.l.v. Paul Duchant; 2.00 rustpoos voor het
verzorgen van den zender; 2.15 gramofoonmu
ziek; 2.50 „Hoe werd ik socialist"? vraagge
sprek met Jan van Zutphen; 3.10 „De Noten
krakers" oj.v. Daaf Wins; 4.30 Arbeidssport
S. Broekman: „Ons wedstrijdwezen"; 4.50
Vara-mandoline ensemble o.l.v. Joh. B. Kok;
5.40 literair overzicht door A. H. de Jong: „De
appel en Eva"; Jo van Ammers—Müller; 6.00
Friesch uurtje; 7.00 uitzending voor het platte
land. „De noodtoestand van het tuindersbe-
drijf"; vraaggesprek tusschen G. J. Zwert-
broek, S. S. Lantinga en K. Singer Mzn.; 7.30
gramofoonmuziek; 7.45 Toespraakdoor A. de
Vries; 8.00 Bonte avond m.m.v. „De Fliere
fluiters o.l.v. Hugo de Groot; 11.00 Persberich
ten van het Persbureau Vaz Dias en Varia;
11.00 uitzending voor den Centralen Bond van
Transportarbeiders; 11.45 gramofoonmuziek.
BRUSSEL, 509 M. 5.20 concert door het
omroepsymphonieorkest o.l.v. Jean Kumps; 6.20
gramofoonmuziek; 6.50 gramofoonmuziek; 8.20
concert door het omroepsymphonieorkest o.l.v.
Jean Kumps.
KALUNDBORG, 1153 M. 1.50 gramofoon
muziek; 2.50 omroeporkest oi.v. Emil Reesen;
8.05 Louis Preii's instrumentaal ensemble;
10.00 Louis Preii's instrumentaal ensemble.
BERLIJN, 419 M. 7.20 Programma van
Langenberg.
HAMBURG, 372 M. 1.30 gramofoonmuziek;
2.50 concert door het Noragorkest o.l.v. José
Eibenschutz; 6.20 populairconcert door het
Klein Noragorkest; 9.50 dansmuziek door het
Klein Noragorkest.
KÖNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 11.20
gramofoonmuziek; 1.20 idem; 3.50 concert.
LANGENBERG, 472 M. 12.20 concert oi.v.
Wolf; 1.55 gramofoonmuziek; 4.20 vesper
concert; 9.50 concert o.l.v. Wolf.
DAVENTRY, 1554 M. 12.20 concert door
het Schotsche Studio-orkest o.l.v. Guy Daines:
1.50 concert door het Commodore Grand orkest
o.l.v. Joseph Muscant; 5.05 orgelconcert; 7.50
vioolrecital; 10.10 concert door het de Groot-
Trio; 11.Ambrose en zijn orkest.
PARIJS EIFEL, 1446 M. 7.50 radiotooneel.
PARIJS R., 1725 M. 8.05 gramofoonmu
ziek; 12.20 idem; 7.40 gramofoonmuziek; 9.50
dansmuziek.
MILAAN, 331 M. «6.50 gramofoonmuziek;
7.50 „Mignon" opera in drie bedrijven van
Thomas.
ROME, 441 M. 8.05 „Primavera scapig-
liata" operette in drie actes; van Joh.
Strauss.
WEENEN, 517 M. 5.20 populair concert
door het Eduard Pfleger-harmonieorkest.
WARSCHAU, 1411 M. 4.20 concert door het
omroeporkest o.l.v. J. Ozimijski; 6.20 populair
concert; 7.20 populair concert door het om
roeporkest oi.v. St. Nawrot; 9.25 piano
recital; 10.20 dansmuziek.
BEROMUNSTER, 460 M. 6.50 gramofoon
muziek; 7.20 symphonieconcert oi.v. Dr. Felix
Weingartbner; 9.35 dansmuziek.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
MILAAN, 13 Oct. (V.D.). De „Popoio dTtalia"
heeft Woensdag den tekst van het nieuwe
statuut van de fascistische partij gepubliceerd,
dat alleen nog de goedkeuring van den Grooten
Fascistischen Raad op 5 November noodig heeft.
Gedurende de laatste maanden is, naar be
kend is, de inschrijving van nieuwe leden voor
de fascistische partij weer opengesteld, en
duizenden verzoeken om toelating zijn ontvan
gen.
Het doel van het nieuwe statuut is
een scherpere discipline en een strakkere ver
houding tusschen de centrale en ondergeschikte
partijorganen. Het korten tijd geleden in ons
blad gepubliceerde artikel van Mussolini over
de politieke- en gemeenschapsleer van het
fascisme vormt het preambuul van het nieuwe
statuut, terwijl het oude, waarin het wezen der
partij wordt uiteengezet, artikel 1 vormt.
De bijzondere positie van den leider van het
«iiiiiiiuiiiim
IIIIIIIIIIIIIIIIU
i Ieder vraat nu
Van de Sweepstake, i
Want de prijzen
Zijn niet mis,
Ook al weet je,
I Dat een kansje I
In verhouding
1 Kleiner is!
Maar de droom van
i Rijk te worden
Is op eenmaal
Weer gewekt.
leder meent nu,
Als hij swiepsteekt,
I Dat hij ook een
Prijsje trekt!
Dus men holt nu
Als de paarden
En men klampt je
Aan op straat:
Waar kan ik een
Ticket krijgen
Als er weer een
Sweepstake gaat?
En ze vragen
En ze zoeken
Met de centjes
In de hand.
Nooit betaalt men
Zoo gelukkig,
Zóó begeesterd
a contant!
MARTIN BERDEN
E (Nadruk verboden)
riu in iiiinriiiif hum in ui mi nu iiiiiifiiii ui iiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii?
fascisme wordt naar buiten bijzonder geken
merkt doordat het woord „Duce" in het statuut
met andere letters gedrukt is. Ook wordt de
Duce niet meer als tot dusver als een bijzonder
orgaan naast de overige organen beschouwd,
doch bepaald wordt, dat de werkzaamheid van
de fascistische organen geschiedt „onder de
hooge leiding van den Due
De Provinciale Fascii „Federatie" zal in het
vervolg „Federatie van strijdfascisten" heecen.
Er komt een mannelijke en een vrouwelijke
Fascio (Fascio is een plaatselijke organisatie
der partij). Bij de vrouwelijke Fascio-organi-
saties zullen de fascistische jeugdgroepen ge
vormd worden.
Van belang is de nieuwe bepaling, dat de
leidende functies moeten worden opgedragen
aan oude en beproefde zwarthemden, of fascis
ten, die uit de jeugdorganisaties zijn voortge
komen. Tot dusver bestond de bepaling, dat
men minstens vijf jaar lid van de partij moest
zijn om een functie te kunnen vervullen.
Hiermede treedt in werking de aankondiging
van Mussolini in zijn rede te Napels, dat in -Ie
toekomst het kortere of langere lidmaatschap
der partü geen rol meer zal spelen.
„Eén been!
Reynolds sprak droevig, een bittere klank in
zijn stem. Hij lag te bed, eenige kussens steun
den hem in den rug en een wit laken lag zorg
vuldig over hem heen gespreid. Zijn gelaat was
geelachtig, veroorzaakt door het vele bloedver
lies. Zijn oogen stonden somber; er ontbrak de
glinstering van gezondheid en levenslust, welke
beide het gevolg zijn van een leven buitenshuis.
„Eén been!" herhaalde hij en de forsche ge
baarde man, die aan de zijde van zijn bed zat,
legde zijn ruwe hand met ongedachte zachtheid
op de zijne. En in die aanraking lag een wereld
van begrijpen, welke door geen woorden uitge
drukt kunnen worden.
„Hou-je goed, jongen, 't Is niet zoo erg als
je denkt!"
Reynolds lachte droevig.
„Je bent een beste kerel, Bill" zei hij. „Maar
het ziet er niet mooi uit.... Maar wat gebeurt
er met de farm?"
Bill friemelde zenuwachtig aan zijn boord. Hij
had tot nu toe met opzet niet over de farm ge
sproken. Want het was op zijn Canadeesche
farm, dat dezen jongen Hollander het ongeluk
overkwam, waardoor hem een been afgezet werd.
Een boom werd geveld. Reynolds kwam aan,
zich van geen gevaar bewust. Luide kreten
trachtten hem te waarschuwen, maar... te laat.
Toen hij wegliep, trof de vallende boom hem. Zij
bevrijdden hem uit de massa gebroken takken
en bladeren, bewusteloos, zwaar gewond. En
vanaf dien dag lag hij in het hospitaal.
Bill keek hem aan.
„Wel", zei hij, „ik heb er over nagedacht.
Wanneer je weer beter bent, kan je toezicht
houden over de farm."
„Dank je, Bill, maar ik dacht meer aan
Jane."
„Je meent je verloofde?"
Reynolds knikte „Ja!"
„Je wilt toch niet zeggen, dat ze nu niets meer
van je weten wil?" vroeg Bill verbaasd. „.Waar
om? Je hebt hier al den tijd voor haar gewerkt,
voor 'n tehuis voor haar. Ze kan overkomen, en
dan kunnen jullie trouwen."
„Je begrijpt het niet, Bill," zei Reynolds
heesch. „Jane zou direct overkomen als ze wist
wat er gebeurd was. Maar ze mag het niet we
ten. Begrijp je?"
„Wat bedoel je?"
„Ze mag het nooit weten! Ze kwam beslist
over en zou er op staan te trouwen. Stel je
voor!Met een verminkte!Zij, die zoo
levenslustig is!Het zou haar geheele leven
vernietigen!.... Dat mag niet!"
Uitgeput liet Reynolds zich in de kussens
terugvallen. „Wij blijven bij elkaar, BUI" stamel
de hij.
„Kjjk eens, Robbie," riep Topsy,
„vier aardmannetjes spreken met Ed
win."
„Wat zouden ze van Edwin willen?"
vroeg Robbie.
Doch voor Topsy hem kon antwoor
den, hoorde Robbie een van de aard
mannetjes iets tegen de giraffe zeggen.
„We zouden graag de rivier over
wülen, wil je ons overbrengen?" vroeg
het aardmannetje beleefd.
„Ga maar op mijn rug zitten en dan
zal ik je naar den overkant brengen,"
zeide de giraffe met een glimlachje.
Het kleine mannetje keek op naar
den rug van de giraffe en schudde het
hoofd.
„Jouw rug is te hoog voor ons," rie
pen ze allemaal tegelijk. „We zijn veel
te klein om tegen zulk een groot beest
op te klauteren."
Doch de giraffe toonde den aard
mannetjes, hoe zij, door zich aan een
poot vast te houden, door hem naar
den overkant konden worden gebracht.
„Is het niet aardig van Edwin, om
zulk een manier voor de aardmanne
tjes te bedenken?" vroeg Topsy. „Ze
moeten wel erg dankbaar zijn. Ze kij
ken, alsof ze bang zijn hun voeten nat
te maken," merkte Robbie op. „Ik zou
liever op haar rug worden gedragen."
„Ja, maar de aardmannetjes zijn te
klein, om op Edwin's rug te komen,"
zeide Topsy. „Als je klein bent, kun je
niet alles krijgen, wat je hebben wüt."
(Morgenavond vervolg)
(Ingezonden mededeelingen)
üii üiii s hand. sloot zich over die van Rey
nolds.
Een blikken tormmel, op een plank in een
hoek van het farmhuis, bevatte tal van brieven.
Regelmatig kwamen zij in het begin en elk
woord, dat zij bevatten, stond gegrift in het hart
van den ontvanger en brandde. Brieven en
woorden, die smeekten om antwoord. Maar....
die nooit beantwoord wérden.
Eenigen tijd na zijn ontslag uit het hospitaal
had Reynolds zijn laatsten brief aan Jane ge
schreven, vol onwaarheden. Hij was een misluk
keling. Alles liep verkeerd. Hij kwam nooit naar
Holland terug. Zij moést hem vergeten!
En haar brieven kwamen met grooter tus-
schenpoozen, totdat ze geheel wegbleven.
Ondertusschen legde Reynolds zich met hart
en ziel op zijn werk toe. Maar het ongeluk had
een ander mensch van hem gemaakt.
„Je hebt verandering noodig," zei BiU op zeke
ren dag. „Vergeet het werk eens een poosje."
Reynolds haalde de schouders op.
„Ik blijf," zei hij, „werken doet vergeten."
„Luister eens," zei Bill, „trek er tusschen uit
en ga eens naar Holland voor een poosje en zoek
je kennissen eens op."
Eenige jaren waren
intusschen voorbijge
gaan en Reynolds be
sloot een uitstapje
naar zijn geboorteland
te maken. Daar aangekomen werd hij als het
ware getrokken, bijna tegen zijn wil in, naar
het plaatsje waar hij en Jane woonden. Hij had
een onweerstaanbaar verlangen haar nog eens
te zien. Te zien, of zij veel veranderd was.
Het moment, dat zij het stadje betrad, was
het hem alsof zijn hart stilstond. Wat het was
kon hij niet zeggen. Hij ademde met moeite.
Als in een droom stapte hij een sigarenwinkel
bipnen voor sigaretten; de winkel waar hij in
vroeger dagen vaak met Jane gekomen was.
De man herkende hem niet, maar Reynolds
vergiste zich niet. Met een kloppend hart be
taalde hij en vroeg den ouden winkelier of hij
wist hoe Japa Bisschop het maakte. De man
dacht een oogblik na, wreef zich nadenkend
over het hoofd en keek naar buiten.
„Jane Bisschop",0, u bedoelt Mevrouw
FordZe trouwde twee jaar geleden....
Hé.... dat is toevallig.... daar gaat zij met
haar man."
Reynolds hart klopte onstuimig; als door een
mist keek hij de straat op. En starend naar het
paar, dat daar liep, vroeg hij met een vreemde,
onnatuurlijke stem:
„Was hij zóó, toen hij met haar trouwde?"
Verbaasd over de houding van zijn klant,
knikte de oude winkelier.
„Ja, mijnheer."
„Oh!"
En Reynolds, de toonbank krampachtig vast
houdend, keek Jane en haar man na. Zelfs toen
zij uit het gezicht waren, klonk nog steeds het
tap-tap-tap van een houten stomp in Reynold's
ziel en hersens, spottend, met de kracht van een
moker.
Want Jane's echtgenoot had maar één beenl
De moderne meteorologie tracht volgens
streng wetenschappelijke methoden met behulp
van nauwkeurig onderzochte en van storende
invloeden zooveel mogelijk bevrijde toestellen,
op een voor de geheele aarde uniforme wijze,
den toestand en de veranderingen van den
dampkring vast te stellen en de gegevens zoowei
theoretisch te gebruiken, n.l. om de wetten,
volgens welke verschijnselen zich voordoen, op
te sporen, als practisch n.l. voor de behoeften
van den mensch. Men tracht de waarnemingen
over de geheele atmosfeer uit te breiden en
wel in horizontale richting door zooveel moge
lijk stations op te richten en ook op schepen
waarnemingen te doen. in verticale richting
door oprichting van observatoria aan de hellin
gen en op de toppen van bergen, door de lucht
vaart aan de meteorologie dienstbaar te ma
ken, hetzij door het meenemen van instrumen
ten, hetzij door zelf registreerende toestellen in
onbemande ballons te plaatsen.
In Nederland geschiedden de eerste systema
tische meteorologische waarnemingen reeds in
de 18e eeuw door Musschenbroek te Utrecht en
te Leiden gedurende de jaren van 1729 tot 1748.
Echter nam eerst met Buys Ballot de weten
schappelijke meteorologie in ons land een aan
vang en in 1854 wordt het Kon. Ned. Meteoro
logisch Instituut te Utrecht opgericht. In 1893
werd het naar De Bilt verplaatst, terwijl reeds
van te voren twee filiaalinrichtingen te Am
sterdam en te Rotterdam waren ingesteld.
Naar het hoofdobservatorium te De Bilt worden
bovendien vanuit 4 hoofdstations (Groningen,
Helder, Maastricht en Vlissingen), 15 stations
van de 2e en 3e orde van uit ruim 100 regen
stations dagelijks de waarnemingen opgezon
den. Verder ontvangt men er drie keer per dag
telegrafisch bericht aangaande de weersge
steldheid uit ongeveer 50 plaatsen uit Neder
land, België, Engeland, Frankrijk, Duitschland,
Scandinavië, de Azoren, enz. De gegevens, die
's morgens ontvangen worden, worden tot
„weerkaartjes" uitgewerkt, terwijl ook het te
verwachten weerbericht wordt vermeld.
Aan het instituut is teven verbonden een af-
deeling voor het uitwerken van de scheeps
journalen, die de gegevens bevatten omtrent de
weefstoestanden op zee, opgeteekend door ge
zagvoerders van schepen van verschillende Ne-
derlandsche stoombootmaatschappijen. Boven
dien geschieden er in De Bilt waarnemingen
omtrent het aardmagnetisme en de aardbevin
gen.
(Vrij naar het Duitsch)
H'm, je sprak van geheimschrift, dat er
een van die boekjes stond; en dat is ook
800 gebleken....
Juist. En ik zei er bij, dat die koffer ons
Hit °Pzet in handen was gespeeld, om name-
it die bepaalde boodschap aan de gevangene
er te brengen.
Zeker waar, zei de commissaris.
Nu, bij die gelegenheid beloofde ik u, dat
U wat over dien koffer zou zeggen
de tijd daar was.
jer~" 2°u je misschien niet liever dadelijk wil-
cn^Zeegen' wat je op het hart hebt? vroeg de
^missaris kregel.
°«n u te dienen, mijnheer, zei de detecti-
jjj grimmig, ik was toen al vast overtuigd, dat
koff °P zoo'n geheimzinnige manier gevonden
^teest n°0it van 016 z'ë' iuMrouw Mül'er ge-
Wat zeg je? riep de commissaris verbluft.
Heel eenvoudig. Haar medeplichtige
die „bochel" heeft kalmpjesweg een ouden
koffer met kleeren en goed volgepropt, omdat
de gevangene van een koffer sprak. En dat
wist de „bochel" natuurlijk tengevolge van uw
schrander systeem, om alles aan de couranten
mee te deelen.
De ander zweeg.
Bij het eerste verhoor sprak juffrouw Müller
van een bruine handkoffer, ging Helfrich
voort. Prachtig de medeplichtige, die na
tuurlijk alle courantenberichten over de zaak
verslindt, brengt een bruinen handkoffer op
een plaats, waar hij natuurlijk gevonden zal
worden, en ze stopt hem vol met allerlei din
gen, die men verwachten kan, dat een dienst
meisje bezit. De gelegenheid is té mooi, en ze
smokkelt tegelijk een instructie aan de ge
vangene mee naar binnen. Als het meisje dien
koffer ziet, en de boeken, die natuurlijk haar
naam dragen hoewel ze ze nooit in haar
leven gezien heeft raadt ze de slimme be
doeling van haar vriendin, en zoo is het maar
al te begrijpelijk, dat ze blij is, die dingen te
zien. Als ik in uw plaats geweest was, zou ik
minstens eerst de gevangene gevraagd heb
ben, wat er in dien koffer moest wezen. En
hoogstwaarschijnlijk zouden we haar dan on
middellijk ontmaskerd hebben. Want zij kon
natuurlijk niet vooruit weten, wat haar me
deplichtige als haar „eigendom" in dien kof
fer had gestopt. En inplaats van uw voordeel
met een en ander te doen, hebt u u gewoon
als werktuig door die sluwe „bochel" laten ge
bruiken!
De commissaris trachtte zich te rechtvaar
digen.
Met dat al is het nog niet bewezen, dat
die koffer niet werkelijk van Anna Müller is,
zeide hij.
Ik dacht wel, dat u dat zeggen zou, ant
woordde Helfrich glimlachend. En als ik
geweten had, dat de zaak zoo'n vaart zou loo-
pen, als nu het geval blijkt te zijn, dan zou
ik niet gewacht hebben tot zich een tweede
gelegenheid, oftewel een herhaling van zoo'n
heillooze stommiteit, zou voordoen.
Wat bedoel je?
Ik bedoel, dat de couranten van de laat
ste dagen, die ik nu pas den tijd heb genomen,
om behoorlijk te lezen, zoo goed als alles heb
ben opgenomen, wat we in de afgeloopen week
over deze moeilijke zaak te weten hebben kun
nen komen. Het is bepaald uw bedoeling ge
weest, om die andere vrouw, die we maar niet
te pakken kunnen krijgen, op de hoogte te
houden van den gang van zaken. Hoe komt u
er toe, om zulke berichten aan de couranten
te sturen!
Het publiek stelt zóó geweldig belang in
de zaak, dat het eenvoudig onmogelijk is, het
geen enkele mededeeling te doen. Bovendien
zouden de menschen gaan denken, dat het ons
aan den noodigen ernst ontbrak....
Och wat!
En waarvoor al die geheimzinnigheid, in
een geval als dit? De herbergier, de oude
vrouw, die de „bochel" in het bosch gezien
heeft, de koetsier van het huurrijtuig, de
chauffeur van den omnibus, enz. enz. die
menschen vertellen aan iedereen wat ze weten.
Wat moet het publiek dan wel denken, als het
juist van toonaangevende zijde geen bevesti
ging of rectificatie van de in omloop zijnde ge
ruchten ontvangt?
Laat het publiek denken, wat het wil!
Maar op die wijze bederft u voor mij den hee-
len boel.
Voor jou? Ik zou toch denken, dat ik hier
de leiding heb? zei de commissaris bits.
Helfrich glimlachte bitter.
O ja. Aan uw verdiensten zal ik niet ra
ken. Ik wil alleen maar zeggen....
En denk dan eens eventjes aan, waarde
Helfrich, ging de commissaris vriendelijker
voort, van hoeveel belang het in zulke totaal
duistere gevallen is, als we de medewerking
van het publiek kunnen verkrijgen
Jawel!
De „bochel" moet toch ergens wezen
er moeten menschen wezen, die haar kennen
hoe licht kan het gebeuren, dat er iemand
komt, die ons nadere gegevens kan brengen,
zoodat we tot haar arrestatie kunnen overgaan.
Zoo was het vanmorgen vroeg toch ook.
Maar dat die „bochel" zélf óók alles leest,
en precies weet, hoe ver we gekomen zijn, en
wat we vermoeden, en waar het voor ons op
aankomt dat zij haar heele houding daar
naar kan inrichten, daar denkt u zeker heele
maal niet aan?
Ja, maar wat zou dat? Ze houdt zich goed
schuil, omdat men haar zoekt dat zou ze
zonder de couranten ook wel weten. Je zult
toch zeker wel begrijpen, dat de krant tegen
woordig.
Ik begrijp zooveel, zei Helfrich, terwijl hij
geërgerd opstond, dat u op het oogenbUk
niet begrijpt, waarom u die portefeuille daar
gevonden hebt. Maar ik zal wel zorgen, dat er
van mij niets meer in de krant komt, dat ver
zeker ik u.
En met die woorden liet hij den commissaris
alleen.
XV.
Nummer 61 was na een bewusteloosheid van
eenige uren weer bij kennis gekomen. Als men
evenwel gehoopt had, dat zij thans misschien
handelbaarder zou zijn geworden, dan vergiste
men zich. Totaal ongevoelig lag zij daar in
haar afdeeling, en weigerde niet alleen alle
antwoord, maar nam ook zoo goed als geen
voedsel tot zich. Zelfs de dokter kon niets uit
haar halen, of zij pijn had of niet. Een van
beide haar geestelijke vermogens waren ge
stoord, of zij was zoo zwak, dat zij niet in
staat was, om te denken. In ieder geval was
haar tot dusver tamelijk opgewekte stemming
als weggevaagd.
De commissaris was radeloos. Dat op num
mer 61 voorloopig niet meer te rekenen viel, be
greep hij. Maar ook de „bochel" was als door
de aarde verzwolgen. Twee nachten en drie
dagen hadden politiebeambten onafgebroken
den toegang tot het huis in de Wahringerstras-
se bewaakt, maar er was geen spoor van de
„bochel" te zien geweest. Ten laatste was er
geen twijfel meer aan, of zij had onraad be
merkt, en was er op het juiste oogenblik tus-
schenuit gegaan. En Helfrich liet zich sinds
twee dagen ook al niet bij hem zien. Sinds zijn
laatste bezoek had de commissaris niets meer
van hem gehoord, en toen hij ten langen laat
ste een boodschap naar hem stuurde, gaf de
oude huishoudster wrevelig tekennen, dat zij
zelf haar meester ook al in geen twee dagen
gezien had; hij zou wel op reis zijn.
Den lOen November kwam bij de directie
van het gevangenishospitaal het verzoek in, of
de hertogin van Warwick Lesterfield, die zich
op de doorreis van Engeland naar Tibet be
vond, een bezoek mocht brengen aan het hos
pitaal. Bij bet verzoek was een aanbeveling
van den voorzitter van den Senaat gevoegd.
De directeur wist, dat de hertogin van War
wick zich na den dood van haar echtgenoot
geheel aan den menschheid had gewijd, en in
het bijzonder op het gebied van het gevange
niswezen omvangrijke studies maakte. Waar ze
maar kon, bezocht zij gevangenissen, straf-in-
richtingen, en bijbehoorende hospitalen, en al
tijd streefde zij er naar, om haar bezoeken
door woord en daad zoo troostvol mogelijk te
maken.
(Wordt vervolgd).