m
Prikkeldraad
Levensfilm
Het jubileum der Haarlemsche Hanze
Van de Notre Dame naar de St. Bavo
Langs de straat
Kijkdag
van het laatste Bolwerk
DINSDAG 18 OCTOBER
25 JAREN SOCIALE
ARBEID
Grootsch werk verricht
De historie der vereeniging
°P
Zilveren jubilarissen
HM mm 1
Het bestuur van de jubileerende R. K. Midden standsvereeniging te Haarlem met haar geeste
lijken adviseurden zeereerw. heer J. B. M. Timp
MÜNCHENER OPERNBÜHNE
Onbrengst Santosbloempjes
Mozarts Figaro's Hochzeit
BEROEMD ORGANIST
TE HAARLEM
Interessante muziek"
gebeurtenis
Marcel Dupré
KAMERMUZIEKAVOND
TOONKUNST
Nathan Milstein, viool
HET WEGENNET IN
NOORD-HOLLAND
83 K.M. voltooid
COLLEGE
ARMEN-COLLECTANTEN
Parochie St. Elisabeth en Barbara
Personalia
Van bekende Haarlemmers
Prof. Hugo de Vries
Zoo gaat dan de R.K. Middenstandsvereeni-
|jng te Haarlem haar zilveren jubileum vieren.
Het wordt geen grootsche, luisterrijke herden
king. Het bestuur heeft terecht gemeend, dat
nU de moeilijke tijden ook den middenstand
Zoozeer drukken, uitgebreide festiviteiten niet
Passen. Maar anderzijds mocht het 25-jarig be
staan niet onopgemerkt voorbij gaan en een
^nvoudig herdenkingsprogramma werd opge
steld, onderverdeeld in een kerkelijke en wereld
lijke viering, waarvan de bijzonderheden reeds
de vorige week gepubliceerd werden.
Bij deze gelegenheid heeft het bestuur aan
zÜn leden een gedenkschrift aangeboden, be
vattende de geschiedenis der vereeniging van
de afgeloopen 25 jaar. De typografische verzor-
ktag van dit werkje, welke geschiedde door de
pfukkerü van het St. Jacob's Godshuis, valt
'h alle opzichten te loven. Evenzoo het feest
programma, dat op kunstdrukpapier gedrukt is
in „zilveren" omslag met zwart en rood en
ket embleem der vereeniging en de jaartallen
1907—1932 aan de voorzijde. Op den voorkant
van het gedenkschrift staat het portret van den
Verdienstelijken eersten voorzitter der vereeni-
®hg, den heer Anton Bosse. Door de uit
stekend-technische en fraaie verzorging zijn
Programma en gedenkboekje alleszins waard, in
de archieven der leden bewaard te blijven.
Uit deze „historique" der vereeniging blijkt,
dat zij is April 1907 is opgericht, nadat een
bijeenkomst van R.K. middenstanders was be-
J?Sd op initiatief van het Comité van Katho
lieke Sociale Actie. De bisschoppelijke en
koninklijke goedkeuring kwamen af resp.
26 October 1907 en 9 Mei 1908. De contributie
trerd op 10 cent per week vastgesteld. Het eerste
bestuur bestond uit de heeren Anton Bosse,
Voorzitter; C. A. M. Jonckbloedt, secretaris;
f- Brakenhoff, J. H. W. Gründemann en Jac.
Holt. Einde 1907 telde de vereeniging 69 leden.
He vereeniging werd gesteld onder de bescher-
bdng van den H. Joseph. Eerste geestelijk advi
seur werd de Weleerw. heer L. v. d. Berg, kape-
aan aan de kathedrale kerk en later rector
aan het St. Josephgesticht te Haarlem.
Be eerste 5 jaren werd een levendige actie
Sevoerd. Een boekhoudcursus werd 15 December
1908 geopend, in 1909 werd de Onderlinge
Blasverzekering gesticht.
Aan allerlei gemeentelijke vraagstukken werd
®jhidacht besteed, terwijl ook bij de Tweede
Hamer geadresseerd werd.
17 October 1910 ving de Coöp. Centrale
kUddenstandscredietbank haar arbeid aan, ter
wijl dat jaar ook besloten werd, in samenwer
king met de vereeniging van winkel- en kan-
'norbedienden op te richten een bureau tot
Plaatsing van kantoor- en winkelpersoneel.
Hl 1911 werd voor het eerst het nut van ver
voegde winkelsluiting besproken. Er werd een
sbating Sociëteit opgericht. In 1912 werd het
eerste lustrum gevierd. In 1913 werd de tegen
woordige deken van Noordwijk, de Hoogeerw.
beer j. h. W. Borsboom, toen rector van het
®t. Josephgesticht te Haarlem, geestelijk advi-
®eur als opvolger van rector v. d. Berg, die tot
Pastoor elders benoemd was.
Uangzaam-aan steeg het aantal leden en einde
werd de 300 bereikt. Begin 1916 legde de
Voorzitter, de heer Bosse, zijn functie neer en
21 Februari werd als zoodanig afscheid van
bern genomen. In zijn plaats werd gekozen de
beer j. w. Demmers.
Ui 1918 nam de vereeniging een grooten
kpfong, waardoor het ledental een uitbreiding
onderging van 358 tot 607. Na de woelige
Novemberdagen van dat jaar kon een winst van
leden geboekt worden. Dat was bijna de
"?Wanezang" der vereeniging, want sindsdien
Bhg het hard achteruit met haar. Volgens oude
Jaarverslagen wordt het ledenverlies in 1919
ph de contributieverhooging tot 15 per jaar
^geschreven. Maar hoe het ook zij, begin 1920
w&ren er nog slechts 373.
Begin 1922 werd rector Borsboom pastoor
^ater deken) van Noordwijk en zijn opvolger
geestelijk adviseur der vereeniging' werd de
eereerw. heer J. P. J. Kola, de huidige rector
atl „Denneheuvel" te Bloemendaal.
Bi datzelfde jaar werd een eigen gebouw
Jacobijnestraat 1517) aangekocht, welke
^Okoop de vereeniging later berouwen zou.
v Was er 1 Januari 1922 nog 10.57 in kas,
jaar 1922 sloot met een nadeelig saldo van
v 1052.39. Verminderd met het luttele bedrag
an ƒ10.5714, was er dus 1 Januari 1923 een
jpdeelig saldo van 1041.81)4. Het eerste tee-
etl van de naderende catastrophe.
Over 1923 werd door den administrateur ge
beld, dat er niets te vertellen viel. In antwoord
VïftL
bist]
een door het Centraal Hanzebureau ge
ogde begrooting voor 1924, deelde de admi-
ïateur mede.
is het momenteel niet
uitloting zou plaats hebben en bij eventueel
sterfgeval geen restitutie zou plaats vinden.
Een tweetal vergaderingen werd gehouden, en
wel op Maandag 10 en Dinsdag 18 November,
waarop beide malen aan de orde kwam het
bestuursvoorstel, tot liquidatie der vereeniging
over te gaan en daartoe een commissie te be
noemen.
Op den bewusten 18den November werden
weer uitvoerige debatten gevoerd over het op-
heffingsvoorstel, waaraan het bestuur de kabi
netskwestie verbonden had. Toen na eenigen
tijd "schorsing der bijeenkomst de aanwezige
leden voor een extra storting teekenden, waar
door een bedrag van 2.200 beschikbaar kwam,
deelde onder levendigen bijval het bestuur
mede. dat het zijn voorstel introk. Het leven der
vereeniging was gered; zij bleef behouden voor
het R.K. organisatieleven in Noord-Holland's
hoofdstad
Besloten werd, gebouw en bureau 30 Nov. te
sluiten en na machtiging van de hypotheek
houders het gebouw te verkoopen. Eveneens
zouden verkocht worden alle roerende goederen
der vereeniging, behalve vaandel en archief.
Dit besluit werd genomen na een gecombineerde
vergadering met het hoofdbestuur van den
Diocesanen Bond.
In de vergadering van 12 Januari 1925 werd
medegedeeld, dat aan vrijwillige bijdragen in
totaal ontvangen was 3.134.De toestand
was sedert de laatste vergadering iets verbe
terd.
Het eigen gebouw werd in Juli verkocht.
1926 was een belangrijk jaar, waarin veel
werk verricht werd.
De nieuwe statuten werden Bisschoppelijk
goedgekeurd.
In 1927 werd een intense propaganda gevoerd,
waarbij in elke parochie een bijeenkomst be
legd werd. In Maart begonnen werd deze actie
1 Juli voorloopig geëindigd. Het aantal leden
steeg van 252 tot 547. In de verschillende pa
rochies werden propagandaclubs opgericht.
Die propaganda werd in 1928 voortgezet en
naast deze werd geijverd voor stichting en uit
breiding van vakorganisaties.
24 Januari 1929 bezocht Z. H. Exc. Mgr. J.
D. J. Aengenent de algemeene jaarvergadering
der vereeniging en hield een treffende toe
spraak. Oud-minister Aalberse was de spreker
van dien avond.
Reeds in de vergadering van 2 October 1929
ontvouwde de voorzitter een denkbeeld, om te
trachten, de vereeniging bij het zilveren be-
staansfeest in 1932 vrij van schuld te laten
zijn. Verder dan dit denkbeeld is men nog niet
gekomen, maar de eerste stappen ter verwe
zenlijking van dit idee; de vereeniging zonder
schuld, zijn thans ondernomen.
In dezelfde 2 October-vergadering werd me-
dedeeling gedaan van het eervol ontslag, aan
rector Kok als geestelijk adviseur verleend. On
der leiding van het Comité van Katholieke
Actie is later, namelijk 18 October daarop
volgende, luisterrijk afscheid van hem geno
men door de vijf Haarlemsche vereenigingen,
die hem als adviseur zagen heengaan.
11 Februari 1930 werd de zeereerw. heer J.
B. M. Timp, de tegenwoordige geestelijk ad
viseur, in deze functie geïnstalleerd.
De heeren W. J. B. van Liemt en H. J. L.
Klein Schiphorst, die hun functies neerlegden,
werden tot eere-leden benoemd. Den heer Van
Tetering werd, mede op grond van zijn ver
diensten voor de R. K. Middenstandsbeweging,
het eerekruis „Pro Ecclesia et Pontifice" toe
gekend.
1 Januari 1932 telde de vereeniging 542 leden.
Als slot van de eerste 25 jaren der vereeni
ging werd in de vergadering van Dinsdag 29
Maart 1932 besloten, het zilveren jubileum in
October te vieren en een feestgave van ƒ250
beschikbaar te stellen ten behoeve van den
Bijzonderen Raad der St. Vincentius-Vereeni-
ging te Haarlem, hoofdzakelijk te bestemmen
voor de „stille armen".
Hierna volgen de namen van hen, die 25 jaar
onafgebroken lid van de vereeniging zijn ge
weest: Anton Bosse, F. Duyn, H. Holt, Jac.
Holt, Jac. van Hooff, W. J. B. van Liemt, J.
van Opzeeland, A. Th. Pielage en H. B.
Swarte.
d/\
u^Olijk, een begrooting over 1924 te verstrek-
Jr11. daar wij iederen dag den Heer prijzen, als
den avond gehaald hebben, want ons finan-
®6l leven is zeer précair en wij missen eiken
5*°hdslag, om er een eenigszins betrouwbare
°°ting op te baseeren".
.Rector Kok hield een bespreking met wijlen
heer Chris Jansen, directeur van het Cen
taal Hanzebureau en dank zij de bemoeiingen
®eciaal van den rector werd een reorganisatie-
^hbnissie gevormd, bestaande uit de heeren
j.' J- M. van Tetering, voorzitter; G. Alders Jr.,
M. Bartels, J. F. G. Huizing, H. J. L. Klein
jWphorst, Joh. Lamp, W. J. B. van Liemt, R.
A. Schlatmann en J. van der Pigge,
eretaris.
jJ^ze bracht, na minutieus onderzoek, rap-
UpU uit en daaruit bleek, dat de vereeniging in
J1 meest deplorabelen toestand verkeerde. Er
jjS een steeds meer achteruitgaand ledental, er
j. erschte onverschilligheid en lusteloosheid, de
T^ncieele toestand was uiterst slecht.
a Het rapport gaf middelen ter reorganisatie
h en het werd aanvaard in de ledenvergade-
van 29 Januari 1924, toen met nagenoeg
®emeene stemmen in een ledenvergadering
motie werd aangenomen, waarin vertrou
wt1 Jegens de reorganisatie-commissie werd
q6^esProken. Eén week later, 5 Februari, wer-
tot nieuw bestuur der afdeeling Haarlem
Tot 2611 ®'e leclen her reorganisatie-commissie.
V voorzitter werd gekozen de heer P. J. M.
Tetering.
j heeren Anton Bosse, J. W. Demmers en
dér, Hensen, welke laatste, als opvolger van
8ew 11661 Demmers, eenige jaren voorzitter was
eest, werden tot eere-leden benoemd.
Ihti
■Usschen was op initiatief der R.K. Midden-
--asvereeniging 9 October 1923 de Midden-
Q.'Jhscentrale voor Haarlem en Omliggende
jmeenten gesticht.
j^Het aanvaarding van het reorganisatie-rap-
j Was men er nog niet.
November bedroeg de schuld der vereeni-
f j,® f 8.060.47, waarbij kwamen aan hypotheek
*4?'500 en aan obligatieleening ƒ13.750, totaal
£'310.57.
W0611 het nieuwe bestuur aan het bewind
gg^m, was er een nadeelige exploitatie van het
f j ?»w van ongev. 3000. Deze laatste werd tot
w~?° Per jaar terug gebracht. Dinsdag 2 Sept.
lati houders van hypothecaire obli-
clat °P het eigen gebouw overeengekomen,
ue eerste twee jaren geen rente zou worden
en dat gedurende dien tijd ook ggen
Ui. eer;
bekeerd
De Santos Bloempjesverkoop, welke is ge
houden op Zondag 16 October 1.1., heeft totaal
opgebracht f 866, waarvan in Haarlem f 728,
in Heemstede f 138.
Hun, die meegewerkt hebben tot het slagen
van dezen bloempjesdag op welke wijze ook,
betuigt de Santos-Commissie hierbij haar
hartelijken dank.
Als tweede en laatste werk brengt het Mün-
chener Operagezelschap de „Figaro's Hochzeit"
van Mozart te Haarlem.
De tekst dezer opera is samengesteld door
den Italiaan Lorenzo da Ponte. Deze schrijver
was de tekstdichter voor Mozart's grootsten
tegenstander en fanatieken bestrijder Salieri.
Slechts door intriges wist deze dirigent-com
ponist zich als hofkapelmeester in Weenen te
handhaven. Zijn werk bezat niet dezelfde levens
kracht en frisschen geest als dat van Mozart.
Het echèc van één zijner werken kwam Mozart
ten goede.
Salieri wierp de schuld van het échèc op den
dichter en zwoer nimmer meer een tekst van
deze te becomponeeren. Da Ponte stelde zich
daarna disponibel voor Mozart. Voor het eerste
werk werd na overleg als onderwerp Beaumar-
chais' „Le mariage de Figaro" gekozen.
De keuze van dit onderwerp was voor dien
tijd niet bepaald gelukkig te noemen. De keizer
had namelijk de opvoering van het werk als
tooneelstuk verboden, daar het verzet van den
z.g. derden stand tegen den adel, er sterk in
werd uitgedrukt. De tekst der Figaro-rol is na
melijk menigmaal bepaald gedurfd en revolu-
tionnair voor dien tijd.
Da Ponte wist echter den keizer te bewegen
zich fragmenten van Mozart's nieuwe opera te
laten voorspelen en daardoor de benoodigde
toestemming tot uitvoering te geven.
Ondanks de keizerlijke toestemmingg bleven
Mozart's tegenstanders de instudeering er van
bemoeilijken. Zij eischten o.a. schrapping van
balletten, met als motiveering de minder gun
stige gezindheid van den keizer te dien opzichte.
Als gevolg hiervan protesteerde Mozart per
soonlijk bij den keizer met als resultaat dat deze
een onverkorte uitvoering gelastte!
De eerste uitvoering op 1 Mei 1786 werd een
éclatant succes voor den componist. Men eischte
de herhaling van de meeste aria's. Toch bleef
verdere bestrijding niet uit. Vanwege het licht
zinnig onderwerp werd een verbod tot verdere
opvoering geëischt. En al vaardigde de keizer
dit niet uit, het aantal uitvoeringen werd zoo
veel mogelijk beperkt.
Praag, alwaar de „Entfurung aus dem Serail"
gunstig was ontvangen, bracht uitkomst. Mo
zart werd uitgenoodigd persoonlijk een aantal
opvoeringen te leiden. Men ontving het werk
met groote geestdrift en kort daarna werd zelfs
Mozart aangezocht voor Praag een nieuw werk
te schrijven (Don Juan).
Mozarts Figaro zou men als een vervolg van
Rossini's Barbier kunnen beschouwen. De door
Beaumarchais geschreven Figaro-comedies vor
men te zamen een Trilogie. De eerste is „de
Barbier van Sevilla", de tweede „Figaro's Brui
loft" en de derde „De schuld der Moeder".
In Mozarts werk treden dezelfde personen
op als in dat van Rossini, echter verschijnen
de personen in andere gestalte. Zoo is de graaf
Almavive niet meer de onbekommerde, verliefde
Een zeer belangrijke gebeurtenis op muziek
gebied in Haarlem beteekent het a.s. concert
der Chr. Oratorium Vereeniging op Donderdag
27 October in de St. Bavo, Groote Markt, waar
bij de beroemde organist van de Notre Dame,
de heer Marcel Dupré, zijn medewerking zal
verleenen. Werken voor koor en orgel van J.
S. Bach, Cesar Franck, Schumann, Marcel Du-
pré en Sweelinck zullen worden uitgevoerd.
Marcel Dupré werd geboren te Rouen op 3
Mei 1886 en begon de muziekstudio op zeven
jarigen leeftijd onder leiding van zijn vader.
Reeds in het daarop volgend jaar deed hij van
zich hooren bij de inwijding van het orgel van
de kerk „De Onbevlekte Ontvangenis" te Elbeuf.
Twee jaren later speelde hij op een van de
orgelconcerten van de muziek-tentoonstelling
te Rouen uit het hoofd een geheel pro
gramma van groote Bachwerken met een
schitterend succes. In 1898, op 12-jairgen leef
tijd, werd hij benoemd tot organist van het
groote orgel van de kerk van St. Vivien te Rouen.
Toegelaten tot het conservatorium te Parijs ver
wierf hij in 1914 achtereenvolgens de „Premier
Prix" voor piano en orgel en de „Premier Grand
Prix de Rome" met zijn muzikale compositie
„Psyché".
In 1920 gaf hij aan het conservatorium te Pa
rijs een uitvoering van Bach's orgelwerken, uit
het hoofd gespeeld en verdeeld over 10 concer
ten, waarbij de élite uit de Parijsche muziek
wereld aanwezig was. Dupré moest deze voor
drachten eenige maanden later opnieuw houden
voor een uitgebreider auditorium in de Troea-
dérozaal.
Van dit oogenblik af begon eerst recht het
kunstenaarsleven van den virtuoos Marcel Du
pré.
Hij ondernam talrijke tournees allereerst in.
Europa. In Londen gaf hij zijn eerste concert in
de Albert-Hall voor 10.000 hoorders en concer
teerde vervolgens in alle groote steden van En
geland, Schotland en Ierland, in Zwitserland,
jonge man, doch het echte type van een Leen
heer en Rossini thans een deftige gravin ge
worden. Marcellina, de vroegere huishoudster
van dokter Bartol, is thans gezelschapsdame bij
de gravin en verliefd op den barbier Figaro, nu
kamerdienaar, terwijl de muziekleeraar Basilio
den graaf bij zijn avontuurtjes diensten ver
leent.
Een nieuwe figuur verschijnt in dit werk in
den persoon van den page Cherubin. Deze (tra
vestie-) rol heeft Beaumarchais er ingelascht
om duidelijker de lichtzinnigheid en losse zeden
van den adel van dien tijd te kunnen laten uit
komen.
In den opera-vorm gaat zooals gewoonlijk veel
van het tooneelspel verloren, wat, gezien den in
houd, volstrekt niet te betreuren is. De muziek
moge de personen zoo duidelijk mogelijk sarak-
teriseeren, het blijft toch muziek, die zelfs zender
de handeling te kennen, het oor streelt. Het is
tevens muziek, die bewezen heeft, ook in dezen
tijd nog levensvatbaarheid te bezitten. Ze heeft
bijna anderhalve eeuw getrotseerd en niets van
hare schoonheid ingeboet.
We kunnen daarom een bezoek aan de uitvoe
ring van de Figaro op Donderdag a.s. ten zeerste
aanbevelen, te meer, daar men een goede ver
tolking kan verwachten.
O. K.
ten, waar hij 5 toumées heeft gemaakt en eens
in één seizoen 110 concerten gaf. Hij behaalde
ook hier een groot succes; zijn improvisaties
o.a. ontketenden een geweldig enthousiasme. In
1926 werd hij benoemd tot leeraar in orgelspel
aan het Conservatorium in Parijs.
Naast organist is Marcel Dupré ook een voor
treffelijk componist. Aan hem danken wij het
feit, dat de tegenwoordige orgel-literatuur met
een belangrijk aantal werken is verrijkt. „Pre
ludes et Fugues", twee symphonieën. „Varia
tions sur un vieux Noel", welk werk Marcel Du
pré op 27 dezer in de St. Bavo zal uitvoeren,
„Suite Bretonne", zijn „Chemin de la Croix",
waarvan hij een eerste uitvoering gaf in het
Trocadéro Maart j.l., 79 koralen en een groot
aantal kleinere werken. Tenslotte schreef hij
een symphonie voor orgel en orkest, welke in
verschillende landen is uitgevoerd.
Het C. O. V.-koor zal o.m. zingen Motette:
,Jesu meine Freude" van Bach, onder leiding
Bejgig, Italië en tensjettie in de tfereenjgde Sta- van George Robert.
Evenals twee jaren geleden opende de vio
list Milstein de serie kamermuziekavonden tier
afdeeling Haarlem van de Maatschappij tot
bevordering der Toonkunst.
De vorige maal liet het spel van dezen be
roemden violist nogal gemengde indrukken na
De vituoos sprak wél eens sterker tot ons dan
de artist. Bovendien miste een enkel nummer
de vereischte diepte in het spel.
Thans was dit in mindere mate het geval.
De D dur-Sonate van Vivaldi, waarmede Mil
stein den avond opende, werd uiterst stijlvol,
geheel naar het karakter dier oude Italiaansche
muziek gespeeld: Het Moderato breed en
forsch, het Largo teeder en zangerig en het
Vivace licht en sprankelend.
Ook de Ciaccona van Bach voldeed door
mooie dynamische contrasten en fraaie toon-
kleuren. Een enkele maal kon de klank ons
b.v. in het gebroken accoordenspel niet beko
ren. Daar was ze ietwat ruig a la Hubermann.
Tot slot van het eerste deel droeg de solist
de eerste G dur-Sonate van Beethoven voor.
Dit is een werk nog geheel in een Mozart-
sfeer geschreven. Het Mennuet doet zelfs eeni-
germate Haydn-achtig aan. Dit deel behaagde
ons het meest. Hier gaf Milstein met zijn pia
nist Theo v. d. Pas fraai wisselspel. (Waarom
die kleine coupure?) De hoekdeelen klonken
wel licht, maar niet immer even duidelijk en
de forte-klank in de finale werd wat grof.
Na de pauze het onmisbare kleingoed,
waaronder echt virtuozn-werk: drie Caprices
van Paganini, dit klatergoud is alleen geschikt
voor hen, die een fabelachtige techniek bezit,
ten en de D dur-Polonaise van Wieniawsky,
een parade-achtig stuk muziek, waarbij het ge
barenspel van den violist nog menigeen ver
steld doet staan.
Er was gelukkig ook nog iets anders: de
„Berceuse" uit „L'oiseau de feu" van Strawina-
ky en een heerlijk stukje stemmingsmuziek
uit de moderne literatuur en een interessante
„Perpetuum Mobile" van Novacek, technisch
veeleischende en toch goed aansprekende mu
ziek.
Milstein werd na zijn spel telkenmale lang
durig gehuldigd. De aandacht viel ook op het
voortreffelijke spel van onzen Hollandschen
pianist Theo v. d. Pas. Meermalen gaf hij in
den lande piano-avonden en zijn spel werd
immer geprezen. Dat de aandacht van Toon
kunst eens meer op onze eigen artisten valle.
Deze zijn in de serie kamermuziekavonden ui
terst schaarsch bedacht. En waarom dan toch?
Er zijn zoovele Hollandsche artisten, die op de
eerste plaats artist zijn!
Zooals gewoonlijk werd deze Toonkunst-avond
bezocht door een groote, uitgelezen schare
kunstkenners. K-
Verschenen is het verslag inzake den aanleg
door de Provincie van wegen voor doorgaand
verkeer. Wij ontleenen er het volgende aan:
Van het ruim 345 K.M. lange net van primaire
wegen is thans 220 K.M. in voorbereiding, ruim
42 K.M. in uitvoering en ruim 83 K.M. voltooid.
In het verslagjaar waren 33 bruggen in uit
voering. Voltooid zijn thans 61 bruggen.
Voor aankoop van gronden is tusschen I Sep
tember 1931 en 1 September 1932 uitgegeven
470.969,95.
Het totaal der aanneemsommen van de se
dert 1 September 1931 opgedragen werken en
leveringen bedraagt 1.949.611,terwijl totaal
wegens deze en vroeger opgedragen werken,
leveringen en aankoopen, is uitgegeven
4.064.447,26.
De gunstige uitslag der aanbestedingen, waar,
van in het vorig verslag mededeeling werd ge
daan, deed zich in het afgeloopen jaar in nog
sterker mate voor, zoowel wat betrof het aan
tal inschrijvingen, als wat het bedrag dier in,
schrijvingen, in verhouding tot de gemaakte ra
mingen, aanging.
Aan den gevel van het groote heerenhuis hing
een fiksche blanke bespanning. Ronde vette
letters gaven de woorden: „Heden Kijkdag".
Op de stoep lagen enkele vergeelde herinne-
ringetjes aan groenen boomentooi en het diep
blauwe steen vertoonde hier en daar een mal-
schen drup. De deur stond open en in de mar
meren gang zat achter een griezelig klein ta
feltje een man. Hij was niet groot, niet klein,
niet dik, niet duneen mensch zooals er
legers zijn en aan wie men gewoonlijk niet
verder denkt
Van achter het voorwerp, waarvoor de naam
tafel te weidsch was, reikte hij ieder een vel:
Najaarsveiling Inboedel van den Hoogwel
geboren Heer Baron X.." stond er op, en na
tuurlijk nog veel meer....
Dan door een glazen deur.... en men stond
te midden van den boedel stukken van den
drager van een kroon met zeven paarlen.
In een hoek rees een enorme gestalte, op den
bijbehoorenden neus haakte een gouden lorgnet
het geheel werd afgedekt door een bolhoed.
Verder rustte in een geweldige hand een kle
verig notitieboek.
Het in de zaal gebodene was heerlijk van
schoonheid en de ouderdom was wèl te be
speuren.
Plukjes belangstellenden trokken rond.
Een prachtige stoel met waardigen hoogen
rug werd gemonsterd door twee in-goedige jeug
dige provinciaaltjes. Ze wekten indrukken Van
jong geluk zoekend naar twijgen voor een
te bouwen nestje
„Hè, wat is die sjiek," opperde de zij
„Vraag niet wat-ie kosten zal," antwoordde
haar ridder.
Naast den stoel stond een partijtje flesschen
wijn met donkere-rond-bestofte buiken en ver
kleinde capsules. Het catalogusje vertoonde bij
dit nummer het paraafje „Ingevoegd met toe
stemming N.V. Wijnhandelaar „De Hoop".
Het jonge paar had niet gezien..., dacht slechts
aan odu-adellijken wijn, die geen krans be
hoefde
„Oh, en dié op den dag zelfkirde de be
wonderaarster van den ouden stoel en haar
hand bestreek het geheele flesschental.
Vóór haar cavalier antwoorden kon, dook tus
schen beiden de figuur met het notitieboek.
„Mocht u interesse hebben dan wil ik me
op de veiling wel met koopen belasten," draai
de hij zakelijk af. Het span kikte niet, en dat
gaf den ander de overtuiging van „aanhouden".
Een onbeschreven zakboek-pagina lag al di,
reet schrijvers-klaar op zijn linkerhand-lesse
naartje,
„Dan zal ik dus noteerenging hij voort.
„Een baronnen-stoel en die edel-wijn", zeide
de bruidegom to-be met van opwinding fel
roode kaken. Nadat het adres was opgeschre
ven, waren ze als bij tooverslag verdwenen....
De zakenman klapte zijn zakenboek toe
rond zijn zakensnor speelde een fijn lachje!
Aan „De Hoop" gaf hij een telefoontje....
Men schrijft ons:
Zondag 16 dezer hield bovengenoemd col
lege een welgeslaagd jaarfeest in een der bo
venzalen van Café-Restaurant Brinkmann,
op de Groote Markt, alhier.
Nadat de voorzitter, de heer Warmerdam,
den leden met hunne dames een hartelijk
welkom had toegeroepen, nam de feestcom
missie, bestaande uit de heeren W. Platei,
Thomas en Wagemaker, de leiding over, welke
commissie een programma had samengesteld,
dat in de puntjes was verzorgd.
Als we in 't kort het programma de revue
laten passeeren, dan noemen we op de eerste
plaats den beschaafden en onvermoelden hu
morist, den heer Toledo uit Heemstede, die
wel het leeuwenaandeel heeft gehad om dezen
avond zoo schitterend te doen slagen.
Na elk nummer oogstte deze verdienstelijke
artist dan ook een welverdiend applaus.
Vroolijke dansjes en liedjes wisselden de
voordrachten af zoodat alras de klok haar
middernachtelijk uur liet hooren. voordat we
er aan dachten.
Na den inwendigen mensch versterkt te
hebben, werd nog een half uurtje op de kegel
banen doorgebracht, waar allen hun beste
beentje voorzetten om een prijsje te bemach
tigen.
De voorzitter sprak vervolgens het afscheids
woord en was ongetwijfeld de tolk van allen,
toen hij èn de feestcommissie èn humorist en
pianist hartelijk dank bracht voor hun pres
taties.
Het college kan met genoegen op een wel
geslaagden avond terugzien.
De heeren Th. van Hoeven en W. van Beek,
beiden lid van de muziekvereeniging „Utile
Dulei," behaalden op het Internationaal Mu
ziekconcours te Heusden (N. Br.) den twee
den prijs, resp. met „Der Liebestraum" en
„Die Edelweiss vom Semmering" van Th.
Hoch.
De Duitsche Rijkskanselier, de heer
Franz von Papen, reist de groote steden
van Duitschland af, om propaganda te ma
ken voor zijn regeeringsprogram. In zijn
vlotte redevoeringen interesseert het bui
tenland en speciaal ook ons land de hou
ding der Rijksregeering in de kwestie der
contingenteeringen. Niet alleen het buiten
land, maar ook allen, die niet fanatiek
agrarisch denken in Duitschland, hebben
er op gewezen en wijzen erop, dat de weg
der contingenteeringen Duitschland naar
den afgrond moet voeren. Na eenig aarze
len schijnt Von Papen thans vast besloten
op dien onheilvollen weg voort te gaan. En
om zijn plannen ingang te doen vindeft,
stelt hij het thans voor, dat zij in
het buitenland nog kans van slagen heb
ben, wanneer het buitenland maar inziet,
dat die contingenteeringen maar noodge
dwongen maatregelen zijn ter redding van
den Duitschen landbouw. Hier moeten we
den heer Von Papen op een „paepsche
stoutigheit" wijzen. In den beginne sloeg
hij een heel anderen toon aan en buiten de
verkiezingsvergaderingen doet hij dat nog.
Hij verklaarde toen namelijk en verklaart)
nog, dat de industrie zoovele jaren is be
voordeeld en dat nu de landbouw aan de
beurt is, en dat de veredeling van den
Duitschen landbouw het doel is der contin
genteeringen.
Waarom deze kwestie even zuiver gesteld?
Om er nog eens op te wijzen, hoe de mee
ningen in tijden van nood kunnen veran
deren, hoe de meest onvervalschte en hef
tigste vrijhandelaars thans op middelen
aandringen ter bescherming der eigen be
langen, hoe nood leert bidden, ook in de
politiek!
Het met oud grijs mos bedekte bolwerk
van allen vrijhandel, de Nieuwe Rotterd.
Crt., is het laatst over stag gegaan. Maar
nu goed. Zij stookt het vuur der actie tegen
Duitschland met haar oude handen fel op.
Gisterenavond publiceerde het blad weer
een opvallend gedrukt, deftig soort van re-
dactioneele „driestar", waarin het tot de
volgende conclusie komt: „De regeering-
Von Papen zal pogingen, om met gefor
ceerde en onzen uitvoer abnormaal beper
kende maatregelen de productie van den
Duitschen landbouw te wijzigen, nooit kun
nen ondernemen, zonder Nederland te
dwingen rekening te houden met zijn eigen,
daardoor ontstanen nood."
De Nederlandsche regeering, die de Duit
sche contingenteeringscommissie zoo reso
luut de deur wees en deze haar houding
door schier heel het volk ziet toegejuicht,
zal het bondgenootschap van de N. R. C.
met groote gretigheid aanvaarden. Vooral
met het oog ook op latere tijden, wanneer
het blad weer lust zou krijgen en dat ge
beurt wel zeker! zich opnieuw te ver
schansen in het bolwerk van de niet ac
tieve handelspolitiek. Mien zal dan het blad
kunnen voorhouden, dat zijn pure vrijhan
delsbeginselen niet tegen nood zijn bestand.
En het blad zal dan wel niet zoo triviaal
worden zich te verdedigen door te wijzen
naar het bekende huisdier, dat in nood
vreemde sprongen pleegt te doen!
Prof. Hugo de Vries werd op 16 Februari
1848 te Haarlem geboren.
Reeds in zijn jeugd en tijdens zijn studie
aan 't Stedelijk Gymnasium te Haarlem toonde
hij een groote voorliefde voor de plantkunde te
bezitten.
Vooral de bekende Haarlemsche plantkundige
F. W. van Eeden, de vader van Frederik van
Eeden, heeft een grooten invloed op hem uit
geoefend, hoewel zijn vader, oud-minister en
staatsraad Mr. G. de Vries, hem eigenlijk lie
ver in de rechten had laten studeeren.
Na zijn eind-examen in 1866 aan het gymna
sium te Den Haag, waarheen de familie inmid
dels vertrokken was, zette hij zijn studie voorü
aan de Universiteit van Leiden, waar hij in
1870 promoveerde.
Daarna vertrok hij naar Duitschland en
volgde daar colleges aan de Universiteit van
Heidelberg, Berlijn en Würzburg.
Onder de hoogleeraren, waarmede hij daar in
aanraking kwam, is het vooral de beroemde
plantkundige Von Sachs geweest, die hem de
Darwin-theorieën deed aanvaarden en bestu-
deeren.
Later werkte hij samen met de Nederland
sche scheikundige Van 't Hoff en maakte hij
o.a. kennis met den Engelschen plantkundige
Darwin, wiens bewonderend leerling hij onder-
tussch reeds geworden was.
Na een korten tijd te Amsterdam leeraar te
zijn geweest aan de HBS met 5-jarigen cursus
en de Openbare Handelsschool, vertrok hij in
1875 opnieuw op uitnoodiging van de Pruisi
sche Regeering naar Duitschland, ditmaal voor
landbouwkundige studiën aan de Universiteiten
van Würzburg en Halle.
Onmiddellijk bij zijn terugkeer in Nederland
werd hij benoemd, eerst tot lector en daarna
tot buitengewoon hoogleeraar in de planten-
physiologie aan de Universiteit van Amsterdam,
die toen pas opgericht was.
In 1896 werd hij directeur van den Hortus Bo
tanicus te Amsterdam en tijdens het cursusjaar
1897—1898 is hij rector-magnificus van de Uni
versiteit geweest. In 1928 trad hij, in verband
met zijn 70-jarigen leeftijd, af en trok zich te
rug op zijn villa te Lunteren, waar hij nu nog
woont.
Zijn hoofdwerken zijn: „Eine Methode zur
Analyse der Turgorkraft", waarin hij zijn bui
tengewoon belangrijke onderzoekinged over de
Turgor en over de celbeweging van de planten,
heeft gepubliceerd, en zijn wereldberoemde „Mu
tatietheorie", een standaardwerk over de er
felijkheidsleer van planten i.e. van de Theunis-
bloem waarbij hij vooral geëxperimenteerd heeft
en zelfs thans nog experimenteert.
Prof. de Vries is eerelid van vele buitenland-
sche wetenschappelijke instituten en eere-doc-
tor aan verschillende binnenlandsche en bui-
tenlandsche Universiteiten, terwijl ook de Ne
derlandsche regeering hem meermalen onder
scheiden, heeft.