m Prikkeldraad Levensfilm Het jubileum der Haarlemsche Hanze Van de Notre Dame naar de St. Bavo Langs de straat Kijkdag van het laatste Bolwerk DINSDAG 18 OCTOBER 25 JAREN SOCIALE ARBEID Grootsch werk verricht De historie der vereeniging °P Zilveren jubilarissen HM mm 1 Het bestuur van de jubileerende R. K. Midden standsvereeniging te Haarlem met haar geeste lijken adviseurden zeereerw. heer J. B. M. Timp MÜNCHENER OPERNBÜHNE Onbrengst Santosbloempjes Mozarts Figaro's Hochzeit BEROEMD ORGANIST TE HAARLEM Interessante muziek" gebeurtenis Marcel Dupré KAMERMUZIEKAVOND TOONKUNST Nathan Milstein, viool HET WEGENNET IN NOORD-HOLLAND 83 K.M. voltooid COLLEGE ARMEN-COLLECTANTEN Parochie St. Elisabeth en Barbara Personalia Van bekende Haarlemmers Prof. Hugo de Vries Zoo gaat dan de R.K. Middenstandsvereeni- |jng te Haarlem haar zilveren jubileum vieren. Het wordt geen grootsche, luisterrijke herden king. Het bestuur heeft terecht gemeend, dat nU de moeilijke tijden ook den middenstand Zoozeer drukken, uitgebreide festiviteiten niet Passen. Maar anderzijds mocht het 25-jarig be staan niet onopgemerkt voorbij gaan en een ^nvoudig herdenkingsprogramma werd opge steld, onderverdeeld in een kerkelijke en wereld lijke viering, waarvan de bijzonderheden reeds de vorige week gepubliceerd werden. Bij deze gelegenheid heeft het bestuur aan zÜn leden een gedenkschrift aangeboden, be vattende de geschiedenis der vereeniging van de afgeloopen 25 jaar. De typografische verzor- ktag van dit werkje, welke geschiedde door de pfukkerü van het St. Jacob's Godshuis, valt 'h alle opzichten te loven. Evenzoo het feest programma, dat op kunstdrukpapier gedrukt is in „zilveren" omslag met zwart en rood en ket embleem der vereeniging en de jaartallen 1907—1932 aan de voorzijde. Op den voorkant van het gedenkschrift staat het portret van den Verdienstelijken eersten voorzitter der vereeni- ®hg, den heer Anton Bosse. Door de uit stekend-technische en fraaie verzorging zijn Programma en gedenkboekje alleszins waard, in de archieven der leden bewaard te blijven. Uit deze „historique" der vereeniging blijkt, dat zij is April 1907 is opgericht, nadat een bijeenkomst van R.K. middenstanders was be- J?Sd op initiatief van het Comité van Katho lieke Sociale Actie. De bisschoppelijke en koninklijke goedkeuring kwamen af resp. 26 October 1907 en 9 Mei 1908. De contributie trerd op 10 cent per week vastgesteld. Het eerste bestuur bestond uit de heeren Anton Bosse, Voorzitter; C. A. M. Jonckbloedt, secretaris; f- Brakenhoff, J. H. W. Gründemann en Jac. Holt. Einde 1907 telde de vereeniging 69 leden. He vereeniging werd gesteld onder de bescher- bdng van den H. Joseph. Eerste geestelijk advi seur werd de Weleerw. heer L. v. d. Berg, kape- aan aan de kathedrale kerk en later rector aan het St. Josephgesticht te Haarlem. Be eerste 5 jaren werd een levendige actie Sevoerd. Een boekhoudcursus werd 15 December 1908 geopend, in 1909 werd de Onderlinge Blasverzekering gesticht. Aan allerlei gemeentelijke vraagstukken werd ®jhidacht besteed, terwijl ook bij de Tweede Hamer geadresseerd werd. 17 October 1910 ving de Coöp. Centrale kUddenstandscredietbank haar arbeid aan, ter wijl dat jaar ook besloten werd, in samenwer king met de vereeniging van winkel- en kan- 'norbedienden op te richten een bureau tot Plaatsing van kantoor- en winkelpersoneel. Hl 1911 werd voor het eerst het nut van ver voegde winkelsluiting besproken. Er werd een sbating Sociëteit opgericht. In 1912 werd het eerste lustrum gevierd. In 1913 werd de tegen woordige deken van Noordwijk, de Hoogeerw. beer j. h. W. Borsboom, toen rector van het ®t. Josephgesticht te Haarlem, geestelijk advi- ®eur als opvolger van rector v. d. Berg, die tot Pastoor elders benoemd was. Uangzaam-aan steeg het aantal leden en einde werd de 300 bereikt. Begin 1916 legde de Voorzitter, de heer Bosse, zijn functie neer en 21 Februari werd als zoodanig afscheid van bern genomen. In zijn plaats werd gekozen de beer j. w. Demmers. Ui 1918 nam de vereeniging een grooten kpfong, waardoor het ledental een uitbreiding onderging van 358 tot 607. Na de woelige Novemberdagen van dat jaar kon een winst van leden geboekt worden. Dat was bijna de "?Wanezang" der vereeniging, want sindsdien Bhg het hard achteruit met haar. Volgens oude Jaarverslagen wordt het ledenverlies in 1919 ph de contributieverhooging tot 15 per jaar ^geschreven. Maar hoe het ook zij, begin 1920 w&ren er nog slechts 373. Begin 1922 werd rector Borsboom pastoor ^ater deken) van Noordwijk en zijn opvolger geestelijk adviseur der vereeniging' werd de eereerw. heer J. P. J. Kola, de huidige rector atl „Denneheuvel" te Bloemendaal. Bi datzelfde jaar werd een eigen gebouw Jacobijnestraat 1517) aangekocht, welke ^Okoop de vereeniging later berouwen zou. v Was er 1 Januari 1922 nog 10.57 in kas, jaar 1922 sloot met een nadeelig saldo van v 1052.39. Verminderd met het luttele bedrag an ƒ10.5714, was er dus 1 Januari 1923 een jpdeelig saldo van 1041.81)4. Het eerste tee- etl van de naderende catastrophe. Over 1923 werd door den administrateur ge beld, dat er niets te vertellen viel. In antwoord VïftL bist] een door het Centraal Hanzebureau ge ogde begrooting voor 1924, deelde de admi- ïateur mede. is het momenteel niet uitloting zou plaats hebben en bij eventueel sterfgeval geen restitutie zou plaats vinden. Een tweetal vergaderingen werd gehouden, en wel op Maandag 10 en Dinsdag 18 November, waarop beide malen aan de orde kwam het bestuursvoorstel, tot liquidatie der vereeniging over te gaan en daartoe een commissie te be noemen. Op den bewusten 18den November werden weer uitvoerige debatten gevoerd over het op- heffingsvoorstel, waaraan het bestuur de kabi netskwestie verbonden had. Toen na eenigen tijd "schorsing der bijeenkomst de aanwezige leden voor een extra storting teekenden, waar door een bedrag van 2.200 beschikbaar kwam, deelde onder levendigen bijval het bestuur mede. dat het zijn voorstel introk. Het leven der vereeniging was gered; zij bleef behouden voor het R.K. organisatieleven in Noord-Holland's hoofdstad Besloten werd, gebouw en bureau 30 Nov. te sluiten en na machtiging van de hypotheek houders het gebouw te verkoopen. Eveneens zouden verkocht worden alle roerende goederen der vereeniging, behalve vaandel en archief. Dit besluit werd genomen na een gecombineerde vergadering met het hoofdbestuur van den Diocesanen Bond. In de vergadering van 12 Januari 1925 werd medegedeeld, dat aan vrijwillige bijdragen in totaal ontvangen was 3.134.De toestand was sedert de laatste vergadering iets verbe terd. Het eigen gebouw werd in Juli verkocht. 1926 was een belangrijk jaar, waarin veel werk verricht werd. De nieuwe statuten werden Bisschoppelijk goedgekeurd. In 1927 werd een intense propaganda gevoerd, waarbij in elke parochie een bijeenkomst be legd werd. In Maart begonnen werd deze actie 1 Juli voorloopig geëindigd. Het aantal leden steeg van 252 tot 547. In de verschillende pa rochies werden propagandaclubs opgericht. Die propaganda werd in 1928 voortgezet en naast deze werd geijverd voor stichting en uit breiding van vakorganisaties. 24 Januari 1929 bezocht Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent de algemeene jaarvergadering der vereeniging en hield een treffende toe spraak. Oud-minister Aalberse was de spreker van dien avond. Reeds in de vergadering van 2 October 1929 ontvouwde de voorzitter een denkbeeld, om te trachten, de vereeniging bij het zilveren be- staansfeest in 1932 vrij van schuld te laten zijn. Verder dan dit denkbeeld is men nog niet gekomen, maar de eerste stappen ter verwe zenlijking van dit idee; de vereeniging zonder schuld, zijn thans ondernomen. In dezelfde 2 October-vergadering werd me- dedeeling gedaan van het eervol ontslag, aan rector Kok als geestelijk adviseur verleend. On der leiding van het Comité van Katholieke Actie is later, namelijk 18 October daarop volgende, luisterrijk afscheid van hem geno men door de vijf Haarlemsche vereenigingen, die hem als adviseur zagen heengaan. 11 Februari 1930 werd de zeereerw. heer J. B. M. Timp, de tegenwoordige geestelijk ad viseur, in deze functie geïnstalleerd. De heeren W. J. B. van Liemt en H. J. L. Klein Schiphorst, die hun functies neerlegden, werden tot eere-leden benoemd. Den heer Van Tetering werd, mede op grond van zijn ver diensten voor de R. K. Middenstandsbeweging, het eerekruis „Pro Ecclesia et Pontifice" toe gekend. 1 Januari 1932 telde de vereeniging 542 leden. Als slot van de eerste 25 jaren der vereeni ging werd in de vergadering van Dinsdag 29 Maart 1932 besloten, het zilveren jubileum in October te vieren en een feestgave van ƒ250 beschikbaar te stellen ten behoeve van den Bijzonderen Raad der St. Vincentius-Vereeni- ging te Haarlem, hoofdzakelijk te bestemmen voor de „stille armen". Hierna volgen de namen van hen, die 25 jaar onafgebroken lid van de vereeniging zijn ge weest: Anton Bosse, F. Duyn, H. Holt, Jac. Holt, Jac. van Hooff, W. J. B. van Liemt, J. van Opzeeland, A. Th. Pielage en H. B. Swarte. d/\ u^Olijk, een begrooting over 1924 te verstrek- Jr11. daar wij iederen dag den Heer prijzen, als den avond gehaald hebben, want ons finan- ®6l leven is zeer précair en wij missen eiken 5*°hdslag, om er een eenigszins betrouwbare °°ting op te baseeren". .Rector Kok hield een bespreking met wijlen heer Chris Jansen, directeur van het Cen taal Hanzebureau en dank zij de bemoeiingen ®eciaal van den rector werd een reorganisatie- ^hbnissie gevormd, bestaande uit de heeren j.' J- M. van Tetering, voorzitter; G. Alders Jr., M. Bartels, J. F. G. Huizing, H. J. L. Klein jWphorst, Joh. Lamp, W. J. B. van Liemt, R. A. Schlatmann en J. van der Pigge, eretaris. jJ^ze bracht, na minutieus onderzoek, rap- UpU uit en daaruit bleek, dat de vereeniging in J1 meest deplorabelen toestand verkeerde. Er jjS een steeds meer achteruitgaand ledental, er j. erschte onverschilligheid en lusteloosheid, de T^ncieele toestand was uiterst slecht. a Het rapport gaf middelen ter reorganisatie h en het werd aanvaard in de ledenvergade- van 29 Januari 1924, toen met nagenoeg ®emeene stemmen in een ledenvergadering motie werd aangenomen, waarin vertrou wt1 Jegens de reorganisatie-commissie werd q6^esProken. Eén week later, 5 Februari, wer- tot nieuw bestuur der afdeeling Haarlem Tot 2611 ®'e leclen her reorganisatie-commissie. V voorzitter werd gekozen de heer P. J. M. Tetering. j heeren Anton Bosse, J. W. Demmers en dér, Hensen, welke laatste, als opvolger van 8ew 11661 Demmers, eenige jaren voorzitter was eest, werden tot eere-leden benoemd. Ihti ■Usschen was op initiatief der R.K. Midden- --asvereeniging 9 October 1923 de Midden- Q.'Jhscentrale voor Haarlem en Omliggende jmeenten gesticht. j^Het aanvaarding van het reorganisatie-rap- j Was men er nog niet. November bedroeg de schuld der vereeni- f j,® f 8.060.47, waarbij kwamen aan hypotheek *4?'500 en aan obligatieleening ƒ13.750, totaal £'310.57. W0611 het nieuwe bestuur aan het bewind gg^m, was er een nadeelige exploitatie van het f j ?»w van ongev. 3000. Deze laatste werd tot w~?° Per jaar terug gebracht. Dinsdag 2 Sept. lati houders van hypothecaire obli- clat °P het eigen gebouw overeengekomen, ue eerste twee jaren geen rente zou worden en dat gedurende dien tijd ook ggen Ui. eer; bekeerd De Santos Bloempjesverkoop, welke is ge houden op Zondag 16 October 1.1., heeft totaal opgebracht f 866, waarvan in Haarlem f 728, in Heemstede f 138. Hun, die meegewerkt hebben tot het slagen van dezen bloempjesdag op welke wijze ook, betuigt de Santos-Commissie hierbij haar hartelijken dank. Als tweede en laatste werk brengt het Mün- chener Operagezelschap de „Figaro's Hochzeit" van Mozart te Haarlem. De tekst dezer opera is samengesteld door den Italiaan Lorenzo da Ponte. Deze schrijver was de tekstdichter voor Mozart's grootsten tegenstander en fanatieken bestrijder Salieri. Slechts door intriges wist deze dirigent-com ponist zich als hofkapelmeester in Weenen te handhaven. Zijn werk bezat niet dezelfde levens kracht en frisschen geest als dat van Mozart. Het echèc van één zijner werken kwam Mozart ten goede. Salieri wierp de schuld van het échèc op den dichter en zwoer nimmer meer een tekst van deze te becomponeeren. Da Ponte stelde zich daarna disponibel voor Mozart. Voor het eerste werk werd na overleg als onderwerp Beaumar- chais' „Le mariage de Figaro" gekozen. De keuze van dit onderwerp was voor dien tijd niet bepaald gelukkig te noemen. De keizer had namelijk de opvoering van het werk als tooneelstuk verboden, daar het verzet van den z.g. derden stand tegen den adel, er sterk in werd uitgedrukt. De tekst der Figaro-rol is na melijk menigmaal bepaald gedurfd en revolu- tionnair voor dien tijd. Da Ponte wist echter den keizer te bewegen zich fragmenten van Mozart's nieuwe opera te laten voorspelen en daardoor de benoodigde toestemming tot uitvoering te geven. Ondanks de keizerlijke toestemmingg bleven Mozart's tegenstanders de instudeering er van bemoeilijken. Zij eischten o.a. schrapping van balletten, met als motiveering de minder gun stige gezindheid van den keizer te dien opzichte. Als gevolg hiervan protesteerde Mozart per soonlijk bij den keizer met als resultaat dat deze een onverkorte uitvoering gelastte! De eerste uitvoering op 1 Mei 1786 werd een éclatant succes voor den componist. Men eischte de herhaling van de meeste aria's. Toch bleef verdere bestrijding niet uit. Vanwege het licht zinnig onderwerp werd een verbod tot verdere opvoering geëischt. En al vaardigde de keizer dit niet uit, het aantal uitvoeringen werd zoo veel mogelijk beperkt. Praag, alwaar de „Entfurung aus dem Serail" gunstig was ontvangen, bracht uitkomst. Mo zart werd uitgenoodigd persoonlijk een aantal opvoeringen te leiden. Men ontving het werk met groote geestdrift en kort daarna werd zelfs Mozart aangezocht voor Praag een nieuw werk te schrijven (Don Juan). Mozarts Figaro zou men als een vervolg van Rossini's Barbier kunnen beschouwen. De door Beaumarchais geschreven Figaro-comedies vor men te zamen een Trilogie. De eerste is „de Barbier van Sevilla", de tweede „Figaro's Brui loft" en de derde „De schuld der Moeder". In Mozarts werk treden dezelfde personen op als in dat van Rossini, echter verschijnen de personen in andere gestalte. Zoo is de graaf Almavive niet meer de onbekommerde, verliefde Een zeer belangrijke gebeurtenis op muziek gebied in Haarlem beteekent het a.s. concert der Chr. Oratorium Vereeniging op Donderdag 27 October in de St. Bavo, Groote Markt, waar bij de beroemde organist van de Notre Dame, de heer Marcel Dupré, zijn medewerking zal verleenen. Werken voor koor en orgel van J. S. Bach, Cesar Franck, Schumann, Marcel Du- pré en Sweelinck zullen worden uitgevoerd. Marcel Dupré werd geboren te Rouen op 3 Mei 1886 en begon de muziekstudio op zeven jarigen leeftijd onder leiding van zijn vader. Reeds in het daarop volgend jaar deed hij van zich hooren bij de inwijding van het orgel van de kerk „De Onbevlekte Ontvangenis" te Elbeuf. Twee jaren later speelde hij op een van de orgelconcerten van de muziek-tentoonstelling te Rouen uit het hoofd een geheel pro gramma van groote Bachwerken met een schitterend succes. In 1898, op 12-jairgen leef tijd, werd hij benoemd tot organist van het groote orgel van de kerk van St. Vivien te Rouen. Toegelaten tot het conservatorium te Parijs ver wierf hij in 1914 achtereenvolgens de „Premier Prix" voor piano en orgel en de „Premier Grand Prix de Rome" met zijn muzikale compositie „Psyché". In 1920 gaf hij aan het conservatorium te Pa rijs een uitvoering van Bach's orgelwerken, uit het hoofd gespeeld en verdeeld over 10 concer ten, waarbij de élite uit de Parijsche muziek wereld aanwezig was. Dupré moest deze voor drachten eenige maanden later opnieuw houden voor een uitgebreider auditorium in de Troea- dérozaal. Van dit oogenblik af begon eerst recht het kunstenaarsleven van den virtuoos Marcel Du pré. Hij ondernam talrijke tournees allereerst in. Europa. In Londen gaf hij zijn eerste concert in de Albert-Hall voor 10.000 hoorders en concer teerde vervolgens in alle groote steden van En geland, Schotland en Ierland, in Zwitserland, jonge man, doch het echte type van een Leen heer en Rossini thans een deftige gravin ge worden. Marcellina, de vroegere huishoudster van dokter Bartol, is thans gezelschapsdame bij de gravin en verliefd op den barbier Figaro, nu kamerdienaar, terwijl de muziekleeraar Basilio den graaf bij zijn avontuurtjes diensten ver leent. Een nieuwe figuur verschijnt in dit werk in den persoon van den page Cherubin. Deze (tra vestie-) rol heeft Beaumarchais er ingelascht om duidelijker de lichtzinnigheid en losse zeden van den adel van dien tijd te kunnen laten uit komen. In den opera-vorm gaat zooals gewoonlijk veel van het tooneelspel verloren, wat, gezien den in houd, volstrekt niet te betreuren is. De muziek moge de personen zoo duidelijk mogelijk sarak- teriseeren, het blijft toch muziek, die zelfs zender de handeling te kennen, het oor streelt. Het is tevens muziek, die bewezen heeft, ook in dezen tijd nog levensvatbaarheid te bezitten. Ze heeft bijna anderhalve eeuw getrotseerd en niets van hare schoonheid ingeboet. We kunnen daarom een bezoek aan de uitvoe ring van de Figaro op Donderdag a.s. ten zeerste aanbevelen, te meer, daar men een goede ver tolking kan verwachten. O. K. ten, waar hij 5 toumées heeft gemaakt en eens in één seizoen 110 concerten gaf. Hij behaalde ook hier een groot succes; zijn improvisaties o.a. ontketenden een geweldig enthousiasme. In 1926 werd hij benoemd tot leeraar in orgelspel aan het Conservatorium in Parijs. Naast organist is Marcel Dupré ook een voor treffelijk componist. Aan hem danken wij het feit, dat de tegenwoordige orgel-literatuur met een belangrijk aantal werken is verrijkt. „Pre ludes et Fugues", twee symphonieën. „Varia tions sur un vieux Noel", welk werk Marcel Du pré op 27 dezer in de St. Bavo zal uitvoeren, „Suite Bretonne", zijn „Chemin de la Croix", waarvan hij een eerste uitvoering gaf in het Trocadéro Maart j.l., 79 koralen en een groot aantal kleinere werken. Tenslotte schreef hij een symphonie voor orgel en orkest, welke in verschillende landen is uitgevoerd. Het C. O. V.-koor zal o.m. zingen Motette: ,Jesu meine Freude" van Bach, onder leiding Bejgig, Italië en tensjettie in de tfereenjgde Sta- van George Robert. Evenals twee jaren geleden opende de vio list Milstein de serie kamermuziekavonden tier afdeeling Haarlem van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst. De vorige maal liet het spel van dezen be roemden violist nogal gemengde indrukken na De vituoos sprak wél eens sterker tot ons dan de artist. Bovendien miste een enkel nummer de vereischte diepte in het spel. Thans was dit in mindere mate het geval. De D dur-Sonate van Vivaldi, waarmede Mil stein den avond opende, werd uiterst stijlvol, geheel naar het karakter dier oude Italiaansche muziek gespeeld: Het Moderato breed en forsch, het Largo teeder en zangerig en het Vivace licht en sprankelend. Ook de Ciaccona van Bach voldeed door mooie dynamische contrasten en fraaie toon- kleuren. Een enkele maal kon de klank ons b.v. in het gebroken accoordenspel niet beko ren. Daar was ze ietwat ruig a la Hubermann. Tot slot van het eerste deel droeg de solist de eerste G dur-Sonate van Beethoven voor. Dit is een werk nog geheel in een Mozart- sfeer geschreven. Het Mennuet doet zelfs eeni- germate Haydn-achtig aan. Dit deel behaagde ons het meest. Hier gaf Milstein met zijn pia nist Theo v. d. Pas fraai wisselspel. (Waarom die kleine coupure?) De hoekdeelen klonken wel licht, maar niet immer even duidelijk en de forte-klank in de finale werd wat grof. Na de pauze het onmisbare kleingoed, waaronder echt virtuozn-werk: drie Caprices van Paganini, dit klatergoud is alleen geschikt voor hen, die een fabelachtige techniek bezit, ten en de D dur-Polonaise van Wieniawsky, een parade-achtig stuk muziek, waarbij het ge barenspel van den violist nog menigeen ver steld doet staan. Er was gelukkig ook nog iets anders: de „Berceuse" uit „L'oiseau de feu" van Strawina- ky en een heerlijk stukje stemmingsmuziek uit de moderne literatuur en een interessante „Perpetuum Mobile" van Novacek, technisch veeleischende en toch goed aansprekende mu ziek. Milstein werd na zijn spel telkenmale lang durig gehuldigd. De aandacht viel ook op het voortreffelijke spel van onzen Hollandschen pianist Theo v. d. Pas. Meermalen gaf hij in den lande piano-avonden en zijn spel werd immer geprezen. Dat de aandacht van Toon kunst eens meer op onze eigen artisten valle. Deze zijn in de serie kamermuziekavonden ui terst schaarsch bedacht. En waarom dan toch? Er zijn zoovele Hollandsche artisten, die op de eerste plaats artist zijn! Zooals gewoonlijk werd deze Toonkunst-avond bezocht door een groote, uitgelezen schare kunstkenners. K- Verschenen is het verslag inzake den aanleg door de Provincie van wegen voor doorgaand verkeer. Wij ontleenen er het volgende aan: Van het ruim 345 K.M. lange net van primaire wegen is thans 220 K.M. in voorbereiding, ruim 42 K.M. in uitvoering en ruim 83 K.M. voltooid. In het verslagjaar waren 33 bruggen in uit voering. Voltooid zijn thans 61 bruggen. Voor aankoop van gronden is tusschen I Sep tember 1931 en 1 September 1932 uitgegeven 470.969,95. Het totaal der aanneemsommen van de se dert 1 September 1931 opgedragen werken en leveringen bedraagt 1.949.611,terwijl totaal wegens deze en vroeger opgedragen werken, leveringen en aankoopen, is uitgegeven 4.064.447,26. De gunstige uitslag der aanbestedingen, waar, van in het vorig verslag mededeeling werd ge daan, deed zich in het afgeloopen jaar in nog sterker mate voor, zoowel wat betrof het aan tal inschrijvingen, als wat het bedrag dier in, schrijvingen, in verhouding tot de gemaakte ra mingen, aanging. Aan den gevel van het groote heerenhuis hing een fiksche blanke bespanning. Ronde vette letters gaven de woorden: „Heden Kijkdag". Op de stoep lagen enkele vergeelde herinne- ringetjes aan groenen boomentooi en het diep blauwe steen vertoonde hier en daar een mal- schen drup. De deur stond open en in de mar meren gang zat achter een griezelig klein ta feltje een man. Hij was niet groot, niet klein, niet dik, niet duneen mensch zooals er legers zijn en aan wie men gewoonlijk niet verder denkt Van achter het voorwerp, waarvoor de naam tafel te weidsch was, reikte hij ieder een vel: Najaarsveiling Inboedel van den Hoogwel geboren Heer Baron X.." stond er op, en na tuurlijk nog veel meer.... Dan door een glazen deur.... en men stond te midden van den boedel stukken van den drager van een kroon met zeven paarlen. In een hoek rees een enorme gestalte, op den bijbehoorenden neus haakte een gouden lorgnet het geheel werd afgedekt door een bolhoed. Verder rustte in een geweldige hand een kle verig notitieboek. Het in de zaal gebodene was heerlijk van schoonheid en de ouderdom was wèl te be speuren. Plukjes belangstellenden trokken rond. Een prachtige stoel met waardigen hoogen rug werd gemonsterd door twee in-goedige jeug dige provinciaaltjes. Ze wekten indrukken Van jong geluk zoekend naar twijgen voor een te bouwen nestje „Hè, wat is die sjiek," opperde de zij „Vraag niet wat-ie kosten zal," antwoordde haar ridder. Naast den stoel stond een partijtje flesschen wijn met donkere-rond-bestofte buiken en ver kleinde capsules. Het catalogusje vertoonde bij dit nummer het paraafje „Ingevoegd met toe stemming N.V. Wijnhandelaar „De Hoop". Het jonge paar had niet gezien..., dacht slechts aan odu-adellijken wijn, die geen krans be hoefde „Oh, en dié op den dag zelfkirde de be wonderaarster van den ouden stoel en haar hand bestreek het geheele flesschental. Vóór haar cavalier antwoorden kon, dook tus schen beiden de figuur met het notitieboek. „Mocht u interesse hebben dan wil ik me op de veiling wel met koopen belasten," draai de hij zakelijk af. Het span kikte niet, en dat gaf den ander de overtuiging van „aanhouden". Een onbeschreven zakboek-pagina lag al di, reet schrijvers-klaar op zijn linkerhand-lesse naartje, „Dan zal ik dus noteerenging hij voort. „Een baronnen-stoel en die edel-wijn", zeide de bruidegom to-be met van opwinding fel roode kaken. Nadat het adres was opgeschre ven, waren ze als bij tooverslag verdwenen.... De zakenman klapte zijn zakenboek toe rond zijn zakensnor speelde een fijn lachje! Aan „De Hoop" gaf hij een telefoontje.... Men schrijft ons: Zondag 16 dezer hield bovengenoemd col lege een welgeslaagd jaarfeest in een der bo venzalen van Café-Restaurant Brinkmann, op de Groote Markt, alhier. Nadat de voorzitter, de heer Warmerdam, den leden met hunne dames een hartelijk welkom had toegeroepen, nam de feestcom missie, bestaande uit de heeren W. Platei, Thomas en Wagemaker, de leiding over, welke commissie een programma had samengesteld, dat in de puntjes was verzorgd. Als we in 't kort het programma de revue laten passeeren, dan noemen we op de eerste plaats den beschaafden en onvermoelden hu morist, den heer Toledo uit Heemstede, die wel het leeuwenaandeel heeft gehad om dezen avond zoo schitterend te doen slagen. Na elk nummer oogstte deze verdienstelijke artist dan ook een welverdiend applaus. Vroolijke dansjes en liedjes wisselden de voordrachten af zoodat alras de klok haar middernachtelijk uur liet hooren. voordat we er aan dachten. Na den inwendigen mensch versterkt te hebben, werd nog een half uurtje op de kegel banen doorgebracht, waar allen hun beste beentje voorzetten om een prijsje te bemach tigen. De voorzitter sprak vervolgens het afscheids woord en was ongetwijfeld de tolk van allen, toen hij èn de feestcommissie èn humorist en pianist hartelijk dank bracht voor hun pres taties. Het college kan met genoegen op een wel geslaagden avond terugzien. De heeren Th. van Hoeven en W. van Beek, beiden lid van de muziekvereeniging „Utile Dulei," behaalden op het Internationaal Mu ziekconcours te Heusden (N. Br.) den twee den prijs, resp. met „Der Liebestraum" en „Die Edelweiss vom Semmering" van Th. Hoch. De Duitsche Rijkskanselier, de heer Franz von Papen, reist de groote steden van Duitschland af, om propaganda te ma ken voor zijn regeeringsprogram. In zijn vlotte redevoeringen interesseert het bui tenland en speciaal ook ons land de hou ding der Rijksregeering in de kwestie der contingenteeringen. Niet alleen het buiten land, maar ook allen, die niet fanatiek agrarisch denken in Duitschland, hebben er op gewezen en wijzen erop, dat de weg der contingenteeringen Duitschland naar den afgrond moet voeren. Na eenig aarze len schijnt Von Papen thans vast besloten op dien onheilvollen weg voort te gaan. En om zijn plannen ingang te doen vindeft, stelt hij het thans voor, dat zij in het buitenland nog kans van slagen heb ben, wanneer het buitenland maar inziet, dat die contingenteeringen maar noodge dwongen maatregelen zijn ter redding van den Duitschen landbouw. Hier moeten we den heer Von Papen op een „paepsche stoutigheit" wijzen. In den beginne sloeg hij een heel anderen toon aan en buiten de verkiezingsvergaderingen doet hij dat nog. Hij verklaarde toen namelijk en verklaart) nog, dat de industrie zoovele jaren is be voordeeld en dat nu de landbouw aan de beurt is, en dat de veredeling van den Duitschen landbouw het doel is der contin genteeringen. Waarom deze kwestie even zuiver gesteld? Om er nog eens op te wijzen, hoe de mee ningen in tijden van nood kunnen veran deren, hoe de meest onvervalschte en hef tigste vrijhandelaars thans op middelen aandringen ter bescherming der eigen be langen, hoe nood leert bidden, ook in de politiek! Het met oud grijs mos bedekte bolwerk van allen vrijhandel, de Nieuwe Rotterd. Crt., is het laatst over stag gegaan. Maar nu goed. Zij stookt het vuur der actie tegen Duitschland met haar oude handen fel op. Gisterenavond publiceerde het blad weer een opvallend gedrukt, deftig soort van re- dactioneele „driestar", waarin het tot de volgende conclusie komt: „De regeering- Von Papen zal pogingen, om met gefor ceerde en onzen uitvoer abnormaal beper kende maatregelen de productie van den Duitschen landbouw te wijzigen, nooit kun nen ondernemen, zonder Nederland te dwingen rekening te houden met zijn eigen, daardoor ontstanen nood." De Nederlandsche regeering, die de Duit sche contingenteeringscommissie zoo reso luut de deur wees en deze haar houding door schier heel het volk ziet toegejuicht, zal het bondgenootschap van de N. R. C. met groote gretigheid aanvaarden. Vooral met het oog ook op latere tijden, wanneer het blad weer lust zou krijgen en dat ge beurt wel zeker! zich opnieuw te ver schansen in het bolwerk van de niet ac tieve handelspolitiek. Mien zal dan het blad kunnen voorhouden, dat zijn pure vrijhan delsbeginselen niet tegen nood zijn bestand. En het blad zal dan wel niet zoo triviaal worden zich te verdedigen door te wijzen naar het bekende huisdier, dat in nood vreemde sprongen pleegt te doen! Prof. Hugo de Vries werd op 16 Februari 1848 te Haarlem geboren. Reeds in zijn jeugd en tijdens zijn studie aan 't Stedelijk Gymnasium te Haarlem toonde hij een groote voorliefde voor de plantkunde te bezitten. Vooral de bekende Haarlemsche plantkundige F. W. van Eeden, de vader van Frederik van Eeden, heeft een grooten invloed op hem uit geoefend, hoewel zijn vader, oud-minister en staatsraad Mr. G. de Vries, hem eigenlijk lie ver in de rechten had laten studeeren. Na zijn eind-examen in 1866 aan het gymna sium te Den Haag, waarheen de familie inmid dels vertrokken was, zette hij zijn studie voorü aan de Universiteit van Leiden, waar hij in 1870 promoveerde. Daarna vertrok hij naar Duitschland en volgde daar colleges aan de Universiteit van Heidelberg, Berlijn en Würzburg. Onder de hoogleeraren, waarmede hij daar in aanraking kwam, is het vooral de beroemde plantkundige Von Sachs geweest, die hem de Darwin-theorieën deed aanvaarden en bestu- deeren. Later werkte hij samen met de Nederland sche scheikundige Van 't Hoff en maakte hij o.a. kennis met den Engelschen plantkundige Darwin, wiens bewonderend leerling hij onder- tussch reeds geworden was. Na een korten tijd te Amsterdam leeraar te zijn geweest aan de HBS met 5-jarigen cursus en de Openbare Handelsschool, vertrok hij in 1875 opnieuw op uitnoodiging van de Pruisi sche Regeering naar Duitschland, ditmaal voor landbouwkundige studiën aan de Universiteiten van Würzburg en Halle. Onmiddellijk bij zijn terugkeer in Nederland werd hij benoemd, eerst tot lector en daarna tot buitengewoon hoogleeraar in de planten- physiologie aan de Universiteit van Amsterdam, die toen pas opgericht was. In 1896 werd hij directeur van den Hortus Bo tanicus te Amsterdam en tijdens het cursusjaar 1897—1898 is hij rector-magnificus van de Uni versiteit geweest. In 1928 trad hij, in verband met zijn 70-jarigen leeftijd, af en trok zich te rug op zijn villa te Lunteren, waar hij nu nog woont. Zijn hoofdwerken zijn: „Eine Methode zur Analyse der Turgorkraft", waarin hij zijn bui tengewoon belangrijke onderzoekinged over de Turgor en over de celbeweging van de planten, heeft gepubliceerd, en zijn wereldberoemde „Mu tatietheorie", een standaardwerk over de er felijkheidsleer van planten i.e. van de Theunis- bloem waarbij hij vooral geëxperimenteerd heeft en zelfs thans nog experimenteert. Prof. de Vries is eerelid van vele buitenland- sche wetenschappelijke instituten en eere-doc- tor aan verschillende binnenlandsche en bui- tenlandsche Universiteiten, terwijl ook de Ne derlandsche regeering hem meermalen onder scheiden, heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5