Generaal Feng weer in actie Md utfdaal mm dm aanval op lytton RADIO-PROGRAM ,„„1WEINIG VERANDERING ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Weg met de werkloosheid! Leve de Nederlandsche ROBINSONschoen filosofen Het Lijk bij de DINSDAG 18 OCTOBER Mobilisatie bepleit Generaal Feng Een vleeschoorlog Huwelijksreizen naar den Paus Woensdag 19 October De politiek in 't huwelijk AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ■m—FEUILLETON «■lllltltllllllllUIMMIIIIIIIIIIIIIItlMIIIIIIUIIIllllUlllllliiiiiKHiiiiiiiiuik De Chineesche Christen-generaal Feng Joe Hsiang, van wien men in langen tijd niets heeft gehoord, is plotseling weer °P het Chineesche sfcrijdtooneel verschenen tezamen met nog eenige andere tegenstanders Vatl Tsjiang Kai sjek heeft hij ook een bulletin Gepubliceerd, waarin hü een heftigen aanval öoet op het rapport Lytton. Ook bepleit hij een °hmiddeliyke mobilisatie der geheele Chinee Sehe natie tegen Japan, alsmede een nauwlet tende controle op de centrale Regeering om h&ar te beletten voor Japan te zwichten. Alge meen wordt in China aangenomen, dat deze manifestatie een voorbereiding is van een be rging tegen Tsjiang Soe Liang. In langen tijd heeft men niets van generaal Feng gehoord; ^at de eens zoo machtige opperbevelhebber Vah het Chineesche leger in dien tijd heeft Gedaan, is niet bekend. Men vermoedt, dat hij zich geheel aan zijn liefhebberijen, schilderen en philosopheeren heeft overgegeven. Voorheen was generaal Feng ^.getwijfeld een der meest besproken en meest hecritiseerde mannen van China. Hij stond aan het hoofd van een leger van bijna twee mil- hoen soldaten en mocht zich als zoodanig in groot Aanzien verheugen, niet alleen bij het volk, hoch ook bij de regeering in Nanking, die min meer bevreesd voor hem was. Plotseling echter verliet hij het leger en den generalen staf; hij stelde zijn troepen onder het bevel van on- Öergeschikten. Zelf trok hij als een van de °üde wijsgeeren het heele land rond. Er werd evenwel gemompeld, dat dit zoo plotseling af deden van Generaal Feng niet geheel zuiver v,'as en dat dit niet uitsluitend op rekening van zijn philosophische neiging moest worden Geschoven. Er werd gezegd, dat na den bloedi- Gen strijd van het leger van generaal Feng te- Gen de Nankingsche regeering, zijn geldmidde- len waren uitgeput. Er zouden in Amerika on treden geldschieters zijn geweest en er was sPrake van „internationale kuiperijen", waar aan Feng het slachtoffer zou zijn geworden, ^aar is het in ieder geval, dat zijn troepen °P een gegeven oogenblik begonnen te deser teren. Toen achtte generaal Feng den tijd ge- hemen om heen te gaan. Het commando over SÜn leger droeg hij op aan een bende-hoofd- man, hetgeen niet verhinderde, dat de solda ta hun vereering voor generaal Feng bleven behouden. Generaal Feng liet zijn baard staan, tk zich in boerenkleeding, zoodat hij niet meer van de gewone plattelandsche bevolking ts te onderscheiden, en ving zijn tocht door het uitgestrekte Chineesche rijk aan. In zijn hampzak droeg hij behalve eenigen mondvoor- raad, pennen, papier en inkt mede want ge- Peraal Feng is een hartstochtelijk dichter en schilder. Zijn voornaamste liefhebberij is de Chineesche calligrafie, en zoo nu en dan het Schilderen van appelbloesems en kersenboomgaar- tn in voiieu bloei. Wanneer generaal Feng °P ziln tocht Plotseling geïnspireerd werd. ging hij langs aen kans van den weg zitten om een Gedicht te schrijven of een of ander onder werp uit te teekenen. Generaal Feng is even- Wel in het geheel niet trotsch op zijn artistieke Gaven; hij is zelfs bang dat iemand zijn werk °hder het oog krijgt en zoodra hij iets heeft SYDNEY, OCT. Er is oorlog onder de dagers in Sydney en het laat zich aanzien dat h6 slagers spoedig mager en de verbruikers dik ^hilen worden. Niet alleen zijn de vleeschprijzen V°°r de helft verlaagd, doch bovendien geven slagers aan hun klanten nog groenten ca- hsau, handtaschjes, bloemen en snuisterijen en sbfs.... muziek, want een vindingrijk slager Pceft voor zijn winkel een orkest geplaatst, dat 6 koopers op een nummertje Jazz onthaalt, als y binnentreden. Een collega van dezen actie- vSh slager gaf aan iederen klant, die bi) hem Zaterdagavond voor minstens twee shilling Wjeesch kocht een bon cadeau, ter waarde van er pond vleesch. Vijfhonderd van deze bons ^®ïden beschikbaar gesteld. Dit had tengevolge, Pat (je winkel bestormd werd en dat de slager h°8 twee collega's moest leegkoopen. Waar moet dat heen? (United Press) lllllllMIIMHIIItlllllllMIIIIIIIIIIIHIIIIIIMtimilllHIIIIIHIIMIIIIIIIIIIIIII» vervaardigd, haast hij zich om zijn product te vernietigen, niettegenstaande er vele vrienden zijn, die gaarne een schets of een gedicht van zijn hand zouden willen bezitten. Op zijn tocht werd hij vergezeld door vier vrienden, die vroe ger zijn adjudanten waren. Dit gevolg bleef echter steeds op eerbiedigen afstand van hun meester, dien zij trouw bewaakten. Over dezen pelgrimstocht werd in China zeer verschillend geoordeeld; er waren menschen, die er mede lijdend hun schouders voor ophaalden, maar andere vooraanstaande personen waren van meening, dat generaal Feng met deze vertoo ning geen ander doel voor oogen had, dan het vertrouwen en de vereering van de bevolking te winnen ,om zoodoende in staat te zijn bin nen afzienbaren tijd weer een vooraanstaande plaats in China in te nemen. Deze laatste meening schijnt wel de juiste te zijn geweest, want plotseling, zonder dat iemand er op ver dacht was, is generaal Feng thans weer op het politiek tooneel verschenen en allerwege vraagt men zich af, wat hiervan het gevolg zal zijn. VATICAANSTAD, 16 October. De Italiaansche Staatsspoorwegen zijn zoo vriendelijk, om jonge echtparen, die hun hu welijksreis maken goedkoope spoorkaartjes te verstrekken en niet alleen aan Italiaansche, maar aan die aller naties te wereld. De H. Va der van zijn kant toont eveneens immer groote welwillende tegemoetkoming tegenover jongge huwden. En deze twee feiten zijn aanleiding geweest, dat er in de laatste maanden een ge weldige stroom van jonggehuwden naar het Va- ticaan is gevloeid. Het tegemoetkomen van den H. Vader be staat daarin, dat de gewone formaliteiten voor een audiëntie op een minimum zijn terugge bracht. De meer bijzondere ambtenaren van de Pauselijke hofhouding, die aan de strenge hand having der eeuwenoude ceremoniale voor schriften gewend zijn, kunnen dezen nieuwen toestand nauwelijks begrijpen. De oude voorschriften zijn wel niet feitelijk gewijzigd, maar er is in de laatste maanden een nieuwe „gewoonte" ontstaan. Jonggehuwde paren kunnen in de middaguren onaangediend in het Vaticaan verschijnen en kunnen, als zij geluk hebben, dat er genoeg aanvragers voor een audiëntie zijn, binnen eenige minuten tot den Paus worden toegelaten. Het tweede privilegium voor jongehuwden is, dat de H. Vader hun eigenhandig een herin neringsmedaille en een rozenkrans schenkt. Ter wijl de H. Vader langs het halfronde front van zijn knielende bezoekers gaat, loopt een lakei achter hem met twee manden, waarin de ge schenken zich bevinden. Het derde privilegium is, dat de jongegehuw- den tesamen voor den H. Vader mogen knielen, terwijl bij andere audiënties mannen en vrou wen zijn gescheiden. Een vierde gunst is, dat de H. Vader bij de audiënties der Jonggehuwden bijna altijd eenige woorden spreekt, waarbij hij herinnert aan de heiligheid van het huwelijk. Ambtenaren der hofhouding weten thans reeds, na zoo korten tijd, allerlei te vertellen uit de audiënties der jonggehuwden. In Italië is het gewoonte, dat jonggehuwden als antwoord HUIZEN, 1875 M. N. C. R. V. 8.00 N. C. R. V.- klok en schriftlezing. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 N. C. R. V.-klok en dameskoor. 10.30 Mor gendienst door Ds. K. Prins. 11.00 Liederen- recital. 12.00 Politie-berichten. 12.15 Middag concert. 2.00 Verzorging zender. 2.30 Gramofoon- platen. O. m. kwartet in F gr. t. Op. 96 Dvorak. 3.00 Knapenkoor „Kunst en vriendschap" o. 1. v. L. C. Keereweer. 4.00 Harmonica-concert. 5.00 Kinderuurtje, door G. Westra (zang). 6.00 Gramofoonmuziek. 6.15 Spreker H. Amelink. 6.30 Cursus Engelsch voor beginners door J. F. v. d. Sloot. 7.00 Onderwijsfonds voor de bin nenvaart. 7.30 Politie-berichten. 7.45 N.C.R.V.- klok. 8.00 De Haarlemsche Orkest-Vereeniging, o. 1. v. Frits Schuurman. 10.30 pl.m. Persbureau Vaz Dias. 11.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM, 296 M. V. A. R. A. 8.01 Gra mofoonmuziek. V. P. R. O. 10.00 Morgenwij ding. V. A. R. A. 10.15 Uitzending voor ar beiders in de continu-bedrijven. 12.00 Trio Fa voriet. 12.45 Uncle Tom's cabin. 1.45 Verzorging zender. 2.00 „Vrouwenuurtje". 3.00 Voor de kin deren. 4.30 Vraaguurtje door Oom Henk. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.30 Orgelspel door Joh. Jong. 7.00 S. D. A. P.-kwartiertje. 7.20 V. A. R. A.- Balalaika-orkest. 7.40 V. A. R. A.-front. Spreker J. Weber. 7.45 Balalaika-orkest. 8.00 Herhaling S. O. S.-berichten. 8.05 Verspilling van produc tieve krachten. III. „In de kleinindustrie" door G. J. A. Smit Jr. 8.25 V. A. R. A.-Orkest o.l.v. Hugo de Groot. 9.00 Uitzending"voor den cen- tralen bond van Transportarbeiders. „Rijn vaartuurtje", m. m. v. het V. A. R. A.-tooneel. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Persbureau Vaz Dias. 10.10 V. A. R. A.-orkest o. 1. v. Hugo de Groot. 11.00 Gramofoonmuziek. 12.00 Tijdsein en sluiting. BRUSSEL, 509 M. 12.20 Concert door het Max Alexys-orkest 1.30 Vervolg Concert 6.35 Gramofoonmuziek 7.20 idem 8.20 Con cert door het Omroep-symphonie-orkest, o.l.v. Jean Kumps. BERLIJN, 419 51. 7.20 Concert op electri- sche instrumenten 10.00 Zigeunermuziek (uit Boedapest). HAMBURG, 372 M. 12.35 Gramofoonmu ziek 1.30 idem 3.50 Concert door het No- rag-orkest o.l.v. Horst Platen 8.20 Volks liederen 9.50 Uit Hannover Concert uit café „Continental". KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 1.20 Gra mofoonmuziek 3.50 Concert (zie Hamburg). LANGENBERG, 472 M. 12.20 Concert o.l.v. Eysoldt 4.20 Vesperconcert o.l.v. Wolf 8.05 „Das Konzert" (I) Het orkest van den West- duitschen omroep 9.50 Zigeunermuziek (Zie Boedapest) DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelconcert door Quentin Maclean 1.05 Concert 1.50 Nieuwe Dansmuziek 3.50 Concert door het Stedelijk orkest van Bournemouth 8.35 Con cert in de Queen's Hall, London 10.55 Dans muziek. PARIJS (Eiffel), 1446 M. 7.50 M. 7.50 Concert van Ed. Flament 8.40 Vervolg Con cert. PARIJS (Radio), 1724 51. 12.50 Concert door het Omroeporkest 7.40 Concert door het Omroeporkest. MILAAN, 331 M. 6.20 Populaire muziek 6.50 Gramofoonmuziek 7.50 Operette in drie acten van Verney („d'Artagnan"). R051E, 441 M. 7.20 Gramofoonmuziek 8.05 „II Tabarro", Opera in 1 acte van Puccini. WEENEN, 517 M. 4.20 Populair concert door de Karl Haupt Kapel 9.55 Concert (Zie Budapest). WARSCHAU, 1412 M. 5.20 Populair con cert 7.20 Gramofoonmuziek 8.25 Het Poolsch kwartet speelt serenades 9.35 Dans muziek 10.20 Dansmuziek. BEROMÜNSTER, 460 M. 8.00 Bach-cori- cert. Jean Nada, fluit, Joh. Hoorenmann, cem balo, Erwin Gilbert, viool. Het omroeporkest o.l.v. Hermann Hofmann 8.50 Berichten Concert door het omroeporkest o.l.v. Erwin Gilbert. Opera Fragmenten. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS op de wenschen aan hun vrienden kleine zakjes met bonbons schenken. Op een audiëntie bij den Paus nu pakte een'jong vrouwtje zulk een zakje uit haar sluier en gaf knielend dit ge schenk aan den H. Vader. De aanwezige ieden van het Pauselijk hof waren allerpijnlijkst ge troffen, want zelfs de Romeinsche prinsen zou den het niet wagen, den Paus eigenhandig een geschenk aan te bieden of te geven een gunst, welke alleen regeerende vorsten en staatshoof den hebben. Maar de H. Vader nam glimlachend het zakje bonbons aan en gaf het een lakei, om het te bewaren. De dagelijksche stroom van jonggehuwden is zeer groot. Op een middag in Augustus werd het recordcijfer van 150 bereikt. Sedert de Italiaansche Spoorwegen ook aan buitenlandsche jonggehuwden goedkoope kaart jes verstrekken, zijn ook bij de audiënties tal rijke buitenlandsche paartjes aanwezig. Vooral komen er velen uit Frankrijk, België, Neder land, Duitschland, Oostenrijk en Hongarije. Kort geleden vroeg zelfs een Turksch paartje een audiëntie aan. (United Press). Daag'lijks versche regenbuien En van eerste kwaliteit! 't Heeft iets van een advertentie In den echten haring-tijd! i En de trouwe barometer Acht het schijnbaar tot zijn plicht Zich te houden aan het natte Consequente Bilt-bericht! Dus wij wringen onze jassen En wij wringen onzen hoed, En wij trekken eiken morgen Schoone sokken aan den voet. j§ Niezen, snuitenen wij raken Door den zakdoek-voorraad heen. Doch één troost: de influenza Is thans vrijwel algemeen! Gist'ren was het, heden is het, 1 Morgen zal het wéér zoo zijn. Want de natte elementen 1 Trekken altijd aan één lijn! 1 MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) B ÏÏIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIlR: ALLAHABAD, October. Alhier heeft zich bijna het afschrikkend feit voorgedaan, dat een jong gehuwde man moordenaar werd van zijn eigen vrouw. Dit geschiedt in onze wereld he laas wel eens meer, maar de omstandigheden, hier aanwezig, maken dit geval dubbel merk waardig, want de woede van den echtgenoot was een zuiver politieke woede, ontstaan over de weigering van de vrouw om aan politiek te doen. De Indiër in kwestie was een aanhanger van de nationalistische Hindoe-beweging en als zoodanig een actief partijgenoot. Hij was pas getrouwd, zonder te informeeren naar de po litieke gezindheid van de andere partij, het geen ons, gezien het onpolitieke karakter van een huwelijk, heel natuurlijk lijkt. Nauwelijks was het huwelijk voltrokken, of daar barstte de bom, toen de vrouw weigerde deel te nemen aan de propaganda voor het al-Indisch Con gres. Vijf dagen lang poogde de man zijn vrouw tot andere gedachten te brengen en toen hij geen succes had, ging hij in een boos oogenblik zijn vrouw met een mes te lijf en bracht haar eenige ernstige wonden toe. De aanvaller, Ram Lal Lonia genaamd, werd gegrepen en tot een jaar gevangenisstraf ver oordeeld. (United Press) Mijnheer Phileas Orsoy keek zijn metge zel van ter zijde aan, schoof z'n arm stoel met een ruk dichter bij dien waarop de spraakzame oude heer zat en liet z'n blikken weer over de af- en aanrollende golven dwalen. Het was een prachtige zomeravond. De oude heer streek met z'n hand naden kend door z'n witten baard. „Ons gesprek is werkelijk een geestelijk bad voor mij, mijnheer," sprak hy. „Ik logeer hier nu ongeveer een maand en ik heb al dien tijd byna geen verstandig woord met iemand kun nen wisselen. En ik houd nu eenmaal van een interessant gesprek. Maar u weet het zelf ook wel; op een badplaats krijgt men daar niet licht gelegenheid toe. Dat is een uitzondering. U heeft zeker veel gereisd?" „Ik ken het leven," antwoordde mijnheer Or soy, terwijl hij met z'n uitgestrekten wijsvinger een paar centimeter asch van z'n after-dinner tikte. „En ik vind het een genot, de conclusies die ik uit wijze ervaringen getrokken heb, te onderwerpen aan help bezadigd oordeel van een my zoo sympathieken toehoorder als u." By deze laatste woorden maakte hij een lichte buiging in de richting van den ouden heer, die erkentelijk glimlachend, neeg. Mijnheer Phileas Orsoy bood hem een sigaar aan, hield een flikkerend vlammetje op en rukte z'n stoel nog dichter naast dien van den ouden heer, zoodat ze bijna schouder aan schouder zaten. „Het leven," zei hy peinzend, „is zeer zonder ling, een vreemd mengsel van de meest alle- daagsche met de meest buitengewone gebeur tenissen. Wanneer iemand wat ouder wordt, heeft hij behoefte aan een filosofische opvatting der dingen. Heeft men zoo'n opvatting niet, dan wordt men óf pessimistisch óf men ver hardt. Daar leidt het leven nu eenmaal toe." De oude heer keek den spreker van onder z'n sneeuwwitte opgetrokken wenkbrauwen goedkeurend aan. „U heeft een geschiedenis," sprak hij. „U heeft het leven leeren kennen en iets buiten gewoons ondervonden. Ik luister. Evenals u ben ik een filosoof, en aanvaard de dingen zooals ze zyn." „Ik heb een geschiedenis, een ervaring, een experiment, mag ik wel zeggen." „Ik ben een en al aandacht." Mijnheer Phileas Orsoy nestelde zich be haaglijk in zijn stoel en leunde toen een eindje over naar den kant van zyn toehoorder. Hij deed een trekje aan z'n sigaar en begon toen zachtjes: „Ik ontmoette haar in Londen; een mooi, aardig vrouwtje met blauwe oogen en koren blond haar. Zij liep langs de dokken, laat op „Laat my de zeeleeuwen voeren," zeide Ivy, toen zij Willie Woensdag zag, wankelende onder een groote mand vol met visch. „Voer ze maar, als je er plezier in hebt," zeide Willie, „maar je kunt er op aan, dat ze je heel wat werk zui len geven. Ze zijn de twee gulzigste dieren, die we op het Artis-eiland hebben. Maar Ivy, die zich er niets van aantrok, dat ze zooveel werk zou heb- ben, als ze maar de dieren mocht voe ren, gooide visch na visch naar de zeeleeuwen, maar het scheen, dat ze maar niet verzadigd konden worden. Een van hen werd ongeduldig en stak zijn kop in de mand met visch, ho pende, dat hij zich zelf wel kon hel pen. Haastig trok het beest zijn kop terug en schreeuwde als een mager .speenvarken, zoodat Ivy erg schrok. Toen ze naar den zeeleeuw keek, zag ze een grooten vetten paling aan den neus van het beest hangen. „O, kyk eens, wat een verschrik kelijke slang, die den zeeleeuw byt," riep Topsy uit. „Dat is geen slang, maar een vette paling en hij leeft ook," zeide Willie Woensdag. „Haal den paling van den neus, me neer Woensdag," smeekte Ivy. „Dat kan op slag gebeuren," zeide Willie, „maar de zeeleeuw heeft zyn verdiende loon, hy wou meer hebben van de visch dan hem toekwam. Men moet niet begeerig zyn." (Morgenavond vervolg) (Ingezonden mededeeling) IHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIflIt den avond. Met één hand steunde zij op het hek, terwijl ze, gevaarlijk voorover leunend, over de Theems staarde...." „Een tragedie," fluisterde de oude heer. „Toen ik dichterby kwam, klom ze met een wanhopige haast boven op het hek. Een oogen blik bleef zü onbeweeglijk staan, toen ze het donkere water van de rivier onder zich zag voortstroomen, en hiervan maakte ik gebruik om naar haar toe te snellen, haar te grijpen en in veiligheid te brengen." De oude heer stak z'n hand uit en legde die goedkeurend op den arm van den jongeren man naast zich. „Zé huilde," ging deze voort, „en riep, dat er voor haar geen vrede meer op de wereld be stond en dat de ;enige uitweg het vater was. Lang- T\p f„0)pp zamerhand bedaar- ■L't' VUt>ti de ze wat en zeit I lat ze my eigenlijk I dankbaar was, om- I dat ik haar had tegen gehouden, maar dat ze zich zoo wanhopig voelde door het ongelukkig leven dat ze met haar man leidde. Doch nu ze aan haar kinderen dacht, was ze toch biy, dat ze haar opzet niet had kunnen volvoeren." „Arme vrouw," zei de oude heer deelnemend; „huiselijk oneenigheid „Wel een minuut of tien sprak ik met haar," vertelde mijnheer Orsoy- verder. „Ik wees haar op den plicht, dien een ieder van ons in "t leven te vervullen heeft, ook al is die plicht niet gemakkelijk. Zoo was haar plicht te biyven leven voor haar kinderen. Ik schilderde haar het beeld van haar man, die als zy zich het leven benam, z'n leven lang door wroeging zou gekweld worden. Ik liet haar beloven dat ze direct naar huis zou gaanze geraakte zóó onder den indruk van myn woorden, de ze mij vol dankbaarheid omhelsde. Een oogenblik later was ze verdwenen." „Ah!" zei de oude heer, even opkijkend. „Ja. En m'n portefeuille, sigarettenkoker en horloge ook." „Lieve hemel?" riep de ander, verschrikt. „Ik ging naar huis," vervolgde mynheer Or soy grimmig, „en filisofeerde den geheelen nacht over myn ervaring. Ook den volgenden dag kon ik het gebeurde met geen mogelijkheid van my afzetten. Des avonds kwam ik op den weg naar huis weer langs de dokken en zag daar een man die een tegenspartelende vrouw in zijn armen wegdroeg van den oever. Ze vocht net zoo hevig als den vorigen avond tegen my. Ik hoorde, hoe hy haar zei, dat ze geen recht had zich het leven te benemen, want dat ze voor haar kinderen moest zorgen enz." „Wat? Een andere vrouw?" vroeg de verbaas de oude heer. „Dezelfde," zei mijnheer Orsoy droogjes. „Ze zag me ook. En opeens was ze verdwen- nen. 2,'e liep zoo hard ze maar kon." „En haar redder?" Die stond haar met open mond na te ga pen," lachte mijnheer Orsoy. „En z'n zakken gaapten ook." „Vreeselijk," zuchtte de oude heer. Mijnheer d'Orsoy knikte. „Samen gingen we naar het dichtstbyzynd politiebureau. Daar vertelden wij het geval." Hy greep den arm van den ouden heer. „Het leven," zei hy fluisterend, „is een misplaatste grap. De commissaris vertelde ons, dat wij de veertiende en vyftiende waren, die hem in tien dagen tyd dit verhaal kwamen doen. De vrouw werd natuurlijk yverig gezocht, maar ze was zóó slim en handig, dat men haar nog niet had kunnen arresteeren. Het vak van zelf- moordenares was dus haar beroep, haar be staan. „Wat een zonderlinge wereld," meende de oude heer, z'n hoofd schuddend. „En u?" „Ik?" Mijnheer Phileas Orsoy haalde z'n schouders op en glimlachte flauwtjes. „Ik ben een filosoof, en neem de dingen zooals ze zyn. „U symphatiseert dus nog min of meer met haar?" „Symphatiseeren is het juiste woord niet," gaf de andere, langzaam sprekend, te kennen, „medelijden is een betere definitie. Ik koester geen gevoel van haat of wraak tegen haar, zooals misschien anderen zouden doen, die de zaak niet van een filosofisch standpunt be schouwen." „Heel juist," vond de grijze, oude heer. „Bovendien, wie zyn wij, dat we zouden dur ven oordeelen?" „Ja," herhaalde de jonge man zachtjes, „wie zijn wij, dat we dat zouden durven doen?" Toen kwam er een stilte.... De oude heer legde plotseling een hand op den pols van den jongen man, die zoo juist z'n voornemen had te kennen gegeven, naar zyn hotel te gaan. „Wilt u, voor u weggaat, mij myn horloge en portefeuille terug geven?" vroeg hy vrien delijk. Mijnheer Phileas Orsoy verbleekte. „Geeft u maar," zei de oude heer nóg vrien delijker, „ze zitten in uw linker zyzak." Hij stak z'n horloge en portefeuille op de plaats, waar zy hoorden, nadat de ander ze hem onder het stamelen van eenige onverstaan bare woorden had teruggegeven en sprak toen droog: „Het leven is een probleem, een in gewikkeld probleem, waarin men in de verleiding komt, z'n materieelen welstand te verbeteren, ten koste van een ander." Mijnheer Phileas Orsoy bleef zwijgend staan. „Neem den raad van een ouden man ter harte," vervolgde de ander, „en luister voor het te laat is. De wereld is vol valstrikken en teleurstellingen. En ga nu heen, en vlug wat! U bent een armzalige filosoof!" A 11/* n Lnm Aop dit blad z'Jn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 9/1/)/) bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door "7Cfk bij een ongeval met OC/l bij verlies van een hand 1 OC oij verlies van een Ci1 bil een breuk van bij verlies van 'n "*c4C; UUUJIH" O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen I OUUI/." verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen i OU.- dooüelijken afloop I £,OU.m een voet ol een oog I l&O.-duim of wijsvinger T Ot/.-been of arm tri/." anderen vinger (Vrij naar het Duitsch) '*^nilllii|||||||||m||||||||||tlll||iiii|l|lllll||l|lil||||||l|ll||||||ll|ll||l||ll|||||||tlllll|l|lluill,||l,ii,l|||iniWninqHui^ i? Maar nog eens, Helfrich, hoe kwam je op 16 gedachte? vDoor de logica! Het was immers heel een- bUdig. Een dag o zoo tevoren stond in alle pramen te lezen u weet misschien wel, °e het er in kwam dat de jonge bediende een zekeren meneer Goldberger gezien hoe Wilson zyn papieren in een groene ^riefeuiUe deed, en daarmee wegging. Op den werd niets gevonden by de vermoede nde moordenares evenmin daarom kon al- die andere vrouw de portefeuille hebben. Was wel aan te nemen, dat de politie er ■es op zetten zou, om de identiteit van den Ode vast te stellen, en tenslotte zou haar dat lc^hen gelukken. Geen mensch leeft spoor- to Ook bestaat er 200 iets als ongelukkige galligheden, die iemand kunnen verraden, du wilde (of moest) die vrouw tot iederen prijs dat verhinderen, want als men te weten kwarr, wie Wilson was, en wat hem met die beide vrouwen daar in aanraking had gebracht dan wist rren ook het heele geheim, dat met zooveel moeite en met verbluffende behendig heid in duister gehuld was dat tot iederen prijs bewa-rd moest biyven en om wille waarvan nummer 61 zoo dapper de ellende van haar eenzame opsluiting gedragen heeft. Men moest dus de justitie op een dwaalspoor bren gen. Daartoe huurde de „bochel" die kamer bij juffrouw Bolzer, kookte den heelen pot gaar, en verdween. Nu kon de commissaris zich niet langer in houden. Wat! Daar had je al een idee van, toen ik je dat vertelde, en je zei er geen woord van? Juist omdat men by u met bewijzen moet komen, en niet met beweringen want die gooit u al dadeiyk ver weg. Maar ik laat me niet graag uitlachen. En je beweert werkelijk, dat die papie ren valsch zyn? Vandaag durf ik het beweren, omdat ik het ook bewyzen kan. Hoort u maar. Ik begon allereerst een ontdekkingstocht langs de ver schillende uitdrageryen. Die oude reistasch uit den tyd van de aartsvaders had het by my gedaan. Ditmaal was ik vlugger dan de cou ranten. Ik vond den man, die de tasch met de letters M. C. de „bochel" haalde daar haar naam als coupeuse vandaan met alles, wat u als de bezittingen van die brave „Mila Co- ronski" in beslag genomen hebt, verkocht heeft. Ik had alles genoteerd, wat u by haar gevonden had en het klopte, op die kleine pannetjes na. De uitdrager had den heelen rommel op 4 November verkocht aan een nog tamelijk jonge, fatsoenlijke uitziende vrouw, voor nog geen 20 schilling. Ik slaagde erin, om dit feit nog in den avond van den 7en No vember vast te stellen. Den 8en November ging ik met den expres-trein naar Clermont. Deze methode, van 'persoonlijk zich op de hoogte stellen, is zekerder en vollediger dan die langs schrifteiyken weg. Twee dagen in Clermont waren voldoende, om alles, wat wetenswaard was, te vernemen. Het ambtelijke bericht op uw aanvrage is overigens al onderweg, en kan morgen in uw bezit zyn. En wat ben je te weten gekomen? Precies datgene, wat ik wel gedacht had. Francois Guillaume Duprès is nooit identiek geweest met Frank Wilson. Duprès was van jongs-af-aan een losbol, en probeerde het met de meest verschillende beroepen. Van klerk op een advocatenkantoor zonk hy tot kermiskun stenmaker, en eindeiyk werd hij vijf jaar geleden verkooper in een kiosk in het Prater. Vóór hij daar in betrekking kwam, was hy in zijn ge boortestreek geweest, en had hij daar 'n man, met wien hy twist gekregen had, verraderlijk vermoord. Men zocht hem langen tijd vergeefs, en ontdekte hem eerst twee maanden later in het Prater, hier in Weenen. Nu zou hij gearresteerd en uitgevoerd worden. Maar hij had een fijnen neus, liet zich nog dienzelfden dag een getuigschrift door zyn patroon geven, en verdween spoorloos. Wat er verder van hem geworden is, is de politie niet bekend. Er heeft toentertijd op de route naar Constantinopel een treinbotsing plaats gehad, waarby een man zóódanig verminkt werd, dat zyn identiteit niet kon worden vastgesteld. Bekenden van Duprès in Weenen, meenen te weten, dat hij naar Turkye gegaan is, en dien trein genomen heeft. Later doken er weliswaar ook geruch ten op, dat Duprès in het Vreemdelingenlegioen gezien was, doch daaromtrent kon men niets met zekerheid vaststellen. Dat Duprès evenwel niets met Wilson heeft uit te staan, blijft on- omstootelijk uit het feit, dat Duprès op zyn linkerwang een héél zichtbaar litteeken had, dat het gevolg was van een messteek, dien hij als jongen had opgeloopen. U weet, dat Wilson géén litteeken op zyn gezicht had. Dus: kon Duprès onze man niet wezen." „Maar hoe kwam de „bochel" dan aan Duprès' doopbewijs en getuigschrift? Daarover zou alleen zy zelf ons volledig opheldering kunnen geven. Voor het oogen blik kunnen we alleen veronderstellen, dat zij die papieren ergens gevonden heeft, nadat Duprès ze eerst verloren had. En dan die minnebrieven? Helfrich glimlachte, en haalde een klein boekje uit zyn zak. Weet u, wat myn lectuur onderweg was? Ik nam een dozijn „Brievenboeken voor alle omstandigheden des levens" mee, en bestu deerde die met aandacht. Die met „Anna" onderteekende brieven waren zóó afgezaagd, dat ik me moeiiyk kon voorstellen, dat een meisje met gezond verstand ze zoo geschreven zou hebben. Hier, leest u op bladzyde 30, en volgende, die drie aangestreepte brieven eens door. Dan zult u tot de overtuiging komen, dat men die bijna woordeiyk heeft overgeschre ven, en alleen maar een paar zinnetjes heeft ingeschoven. Maar kan een verliefd meisje ze niet werkelijk. Neen. Als tnen ze met vollen ernst over geschreven had, zou men onwillekeurig ook de juiste schrijfwijze hebben overgenomen. Maar de brieven, die u gevonden hebt, zijn met opzet vol groote fouten gemaakt, om te laten gelooven, dat een onontwikkeld persoon ze geschreven heeft. Hier is de „bocheltè slim geweest. Die brieven zijn nooit door nummer 61 geschreven, maar de „bochel" heeft ze uit het eerste het beste brievenboek overgeschreven omdat die jongen immers ook van minne brieven gesproken had, die in die Portefeuille zouden zitten. Helfrich zweeg. De commissaris, die, zonder een woord te zeggen, in de kamer op en neer geloctpen had, bleef nu voor hem staan, en zeide bitter: Het slot van alles is dus feitelijk, dat we nog geen stap verder zijn, dan den eersten dag! Dat is wèl vernederend. Dat is het maar helaas is het waar. Dan werd Helfrich's gezicht weer even somber als bij het begin van het gesprek. Nu ben ik u nog het laatste bericht schuldig aangaande mijn eigen nederlaag tegenover de „bochel". Luister. XVIII Gisteren tegen den middag kwam ik in Weenen aan. Ik gunde me niet eens den tyd, om naar m'n woning te gaan zóó verlan gend was ik, om te hooren, wat er intusschen ^et nummer 61 gebeurd was. Uit de couranten had ik gezien, dat zy den lOen November op eens weer was gaan eten, nadat ze een paar dagen zoo goed als niets gebruikt had. Hoe langer ik daarover nadacht, des te vaster werd ik overtuigd, dat de oorzaak alleen kon zyn: een geruststellende boodschap van buitenaf. Daar wilde ik zekerheid over hebben. Ik ge bruikte dus gauw wat aan het station en wilde toen direct naar het gevangenishospitaal. Het was een onweerstaanbare drang, een voor gevoel, of wat ook. Kortom, ik liet mün kof fer bij den portier en ging op weg. Mün ge dachten waren onafgebroken met die „bochel'^ bezig, die ons zoo slim er tusschen nam. Zoo kwam ik vlak bij het hospitaal, toen ik aan den overkant een rijtuig zag staan, van waaruit een vrouw onafgewend naar mijn kant keek. Ik schrok; was 't alleen myn verbeelding, die im mers aldoor met de „bochel" bezig was, en haar ook overal meende te zien, of had die vrouw daarginds werkelijk een bochel? Natuur lijk wilde ik me terstond overtuigen. (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9