Zoekt gij betrouwbaar
Personeel
•oeper" f
men. I
Een reis om de wereld per zeilboot. Het ongeluk bij Harmclen.
i
i
Plaats dan een ^Omi
1 voor 75.000 gezir
m
G
De roode prins
Graaf Posadowsky
gimmmiüiiii'imujmiiiiüiiiHHiiiimiiüiiiiiuiiniiiiim rnrnm
HimiiuirtiiiBiinttTTnnTnifflTtTiiTntnnnTnTTnflififfntTBnnwwTfniTnTH
VRIJDAG 28 OCTOBER 1932
Austromainistische titelcultus
Het Noorderlicht
Cultureele groei der
Sovjet-Unie
5500 dagbladen met een oplaag
van 34 millioen exemplaren
De man der sociale wetgeving
BOEK EN BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
TiBi.1 mi i1 fliiiiiui i ui» ui ij 'imiiMWiüimW'iü
fWflfP
VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN voor den aanstaanden tulpen-
wcds'rijd van de Anisterdamsche Vereeniging voor Schoohverktiiincn,
waa;aan ongeveer 2200 kinderen der Anisterdamsche scholen medewerken.
wHet inpotten van de bollen.
TER GELEGENHEID VAN HET
EEUWFEEST van de congregatie
der zusters van Rosendaal is de
Mariaschool in de Prins Hendrik'
straat te Den Haag feestelijk
ersierd.
MET EEN ZEILJACHT OM DE
WERELD. In de Anisterdamsche
haven is aangekomen een zeiljacht van
het 8 Meter type „Sine Timore", dat uit
Danzig komt en b&mand is met 4 jonge'
lui. Met dit vaartuigje zijn deze vier
zeevaarders van plan een reis om de
wereld te maken. De „Sine Timore"
ligt aan steiger 1 van de De Ruyterkade.
DE HERTOG VAN CONNAUGHT, oom van den Engelschen Koning, ver'
toeft in Sidmouth, Zuid-Devonshire, waar hij het eerste gedeelte vati het
winterseizoen zal doorbrengen.
TIEN' UUR ONDER WATER. In het meer van Casa de Cap bij Madrid
zijn demonstraties gehouden met een tank, waarin men ongeveer tien uur
onder water kan doorbrengen. Vooral in verband met duikbootcata'
strophes wordt deze uitvinding van groot belang geacht.
EEN ERNSTIGE AUTOBOTSING heeft Donderdag plaats gehad op den weg
Hai melen, onder de gemeente Veldhuizen tusschen een luxe auto en een
reiswagen van den dienst DeventerApeldoorn, waarbij twee personen
ernstig en vier licht gewond werden. Wat er van de luxe auto na het
ongeluk overbleef.
Een Duitsche prins, Hubert von Löwenstein,
sociaal-democraat en leider van de jeugd
groep der Rijksbanier, hield kort geleden een
ophitsende rede in Weenen. De Oostenrijksche
regeering bedacht zich niet lang en zette den
jongen heer over de grenzen.
Spottend schrijft nu de „Reichspost": On
beschrijflijk is het geduld der sociaal-democra
ten, om in een Marxistische vergadering een
werkelijken prins te mogen begroeten en toe
juichen. Men bedenke eens even: een Ri.iks-
Duitsche prins, die eens lekker te keer gaat
tegen de burgerlijke partijen van Oostenrijk.
De prinselijke doorluchtigheid telt 26 lentes,
werd opgepakt, over de grenzen gezet en liet
in Weenen niets achter dan een interview,
waarin hij zeide: „Ik geef graag toe, dat het
onder de gegeven omstandigheden van mij
niet erg verstandig 7as, mij zoo op den voor
grond te tellen. Maar ik ben ook maar een
mensch. Ik werd in de vergadering door mijn
gevoelens bevareen en dan bedenk je je niet
lang. Het b een beetje pijnlijk voor mij, dat
mijn heer nader die hier in Weenen woont,
wel wat in zijn wiek zal zijn geschoten. De
oude heer staat namelijk tamelijk rechts en
kan natuurlijk over mijn hoogpolitieke affaire
niet verheugd zijn."
De merkwaardige Rijksbanierprins stamt uit
een morganatisch huwelijk en heeft dus naar
de geldende wet geen recht op den prinsen-
titel en hij zou dan ook een eenvoudige „Herr
von...." zijn, wanneer het Duitsche Rijk res
pectievelijk Pruisen, nog een monarchie zou
zijn. De Pruisische republiek kon klaarblij
kelijk de declasseering van dezen jongen man
niet verdragen, want de sociaal-democratische
minister-president Otto Braun heeft den heer
Hubert von Löwenstein „met bijzonder verlof"
het recht gegeven, zich prins te noemen, "n
op deze wijze komen sociaal-democratische
vergaderingen aan een prinselijken redenaar.
In Oostenrijk is de aael afgeschaft. En de
Oostenrijksche seciaal-democraten schreeuwen
altijd om de justitie, wanneer een Starhemberg,
een Auersperg, een Lichtenstein als prinsen
worden aangesproken, want zoo heet het dan:
„bij ons is de adel afgeschaft en het dragen en
voeren van titels verboden". Maar wanneer
een jonge man, „die zich niet lang bedenkt"
den sociavl-d -craten de hocge eer van zijn
bezoek aandoet, dan werden ze dadelijk
devoter tegr rover den adel dan de monarchie
pleegde te zijn en verleenen den titel van
prins. En de marxistisch vergaderingsverslag
gevers klampen zich met handen en voeten
vast aan hun „prins".
De wetenschap heeft dezer dagen wederom
een nieuwe ontdekking gedaan. Men is er n.l
in geslaagd instrumenten te vervaardigen, len
einde het ontstaan van het Noorderlicht rn de
Beteekenis ervan voor de radiogolven te onder
zoeken Deze ontdekking is van temeer be
lang, daar juist dit jaar het tweede Int. Pooi-
jaar wordt gehouden en er thans meer dan
anders belangstelling bestaat voor alles, wat
op de Noordpool betrekking heeft. Het Noor
derlicht heeft iets geheimzinnigs in zich, voor
al voor degvnen, die dit natuurverschijnsel ai-
leen van hooren zeggen kennen en zich van
de werkelijkheid geen voorstelling kunnen ma
ken. Er zijn frouwens nog vele menschen, die
tneenen, dat men om een Noorderlicht te
kunnen waarnemen, in het hooge Noorden
van Noorwegen, Zweden of IJsland moet zijn;
zij weten niet, dat er ook in ons land meer
malen gelegenheid is het Noorderlicht in al zijn
pracht weer te nemen. De natuurkundigen be
schouwen het Noorderlicht als een magnetisch
onweer. Verschillende uren en soms wel een
dag voor de verschijning van het Noorderlicht
bespeurt men ni. onregelmatige bewegingen
van de magneetnaald. Vooral naar het Wes
ten nemen de afwijkingen gedurende dien tijd
belangrijk toe. Langzamerhand wordt de lucht
in het Noorden donkerder. Er verheft zich
dan als het ware een gordijn, dat echter nog
dun genoeg is om de sterren er doorheen te
kunnen zien. Het bovenste deel van dit gor
dijn wordt flauw verlicht, vervolgens wordt dit
licht langzamerhand sterker, en vormt eindelijk
'n lichtgelen boog, waarvan de holte naar de aarde
en de top naar den magnetisch meridiaan is
gekeerd. Die boog stijgt langzaam opwaarts en
wordt hoe langer hoe lichter. Donkere strepen
worden er in zichtbaar, en over zijn geheele
lengte optnbaart zich een soort opbruising.
Weldra ziet men stralen, welke telkens van
kleur en lengte veranderen en als vuurpijlen in
de lucht stijgen. Het licht, dat somtijds zeer
schitterend is, gaat van het purperroode tot
smaragdgroen over, doch meestal heeft een
prachtig gele tint den boventoon. Bij het stij
gen gaan deze stralen over het zenith heen en
schijnen op één punt, het magnetische zenith
gericht te zijn. Dit zenith wordt aangewezen
door een magneetnaald, welke zich geheel
vrij naar alle zijden kan bewegen. De licht
stralen zijn Voortdurend aan verandering
onderhevig: nooit is het verschijnsel in rust.
Somtijds zijn de lichtstralen zoo talrijk, dat zij
de geheele luchtstreek omvatten en een op-
eenhooping van vuur vormen. De pracht van
het Noorderlicht gaat alle beschrijving te
boven. Zoodra het Noorderlicht begint, onder
gaat de magneetnaald hevige schommelingen,
welke nog vermeerderen zoodra de stralen ver
schijnen. De steeds grooter wordende tusschen-
ooozen tusschen de schommelingen, kondigen
het einde van het Noorderlicht aan. Het is
bewezen, dat de afwijking van de mag
neetnaald bij het einde tegenovergesteld is
aan de bewegingen, welke bij het begin
plaats hadden. De natuurkundige Lottin, die
met Bravais een wetenschappelijke expeditie
had ondernomen, heeft een merkwaardige
olvende beweging in de lichtstralen opgemerkt,
welke hij als volgt beschrijft: „Terwijl de x>og
naar het zenith stijgt, neemt de sterkte van
het licht va.i eiken straal trapsgewijze toe.
Deze soort van lichtstreeks vertoont zich ver
volgens verschillende malen; de beweging is
hoofdzakelijk van het Westen naar het Oos
ten. Soms, doch zeer zelden, heeft er da
delijk een teruggaande beweging plaats en
zoodra dit licht vervolgens alle streken van
het Westen naar het Ocsten heeft doorloopen,
richt het zich naar den tegenovergestelden
kant." Langzamerhand worden de stralen meer
en meer onzichtbaar; het zijn flauwe en,
zwakke schijnsels. welke zich eindelijk wer
geheele lucht verspreiden en bekend zijn on
der den naam van lichtvlekken. Daarop volgt
een schemerachtig licht en het verschijnsel,
dat langzamerhand zwakker is geworden,
wordt onzichtbaar. Hoewel het Noorderlicht
meestal bij avond en nacht voorkomt, ver
schijnen de stralen toch ook wel bij het aan
breken van den dag. De duur van het Noor
derlicht is zeer varieerend. Nu eens duurt
het verschijnsel slechts enkele minuten, dan
weer uren. Op gemiddelde breedte keert het
verschijnsel soms verscheidene nachten achter
een terug; terwijl het in streken, waar een
onafgebroken winternacht heerscht, dagenlang
zichtbaar kan blijven. Dit den naam Noorder
licht zou men ten onrecht- afleiden, dat het
alleen op 'iet Noordelijk halfrond voorkomt
doch ook aan de Zuidpool kent men een der-
eelijk verschijnsel, alwaar men het Zaïider-
licht noemt.
MOSKOU, 27 Oct. (V.D.) E°nige nieuw ge
publiceerde statistieken bevatten interessante
gegevens over de cultureele ontwikkeling van
de Sovjet Unie, terwijl een speciale statistiek
gewijd is aan de ontwikkeling van de auto
nome Sovjet Republiek Wit-Rusland.
In het afgeloopen jaar werden in de Sovjet
republiek uitgegeven 54.000 nieuwe boeken met
een totale oplaag van 834 millioen exemplaren.
Ter vergelijking wordt medegedeeld, dat in 1918
het aantal uitgegeven boeken 6000 bedroeg.
Het aantal dagbladen dat in de Sovjet Unie
wordt uitgegeven, bedraagt 5550 met een to
taal oplaag van 34 millioen exemplaren.
Volgens di te Minsk, de hoofdstad van deze
Sovjet-republiek, gepubliceerde statistiek over
Wit-Rusland, kon in het gebied van deze
republie.. vóór de revolutie slechts 30 der
bevolking lezen en schrijven. Op het oogenbiik
bedraagt dit percentage 98 °/o en is het per
centage anal, a'-e ten slechts 2 /o. In het Wit-
Russiche gebied, dat bewoond wordt door tal
van minderheden, zijn naast de Russische
scholen, 322 Joodsche scholen. 258 Poolsche
scholen, 24 Latijnsche scholen, 11 Lit-
tausche scholen, 23 Oekrainsche scholen
en 9 Duitsche scholen. Bovendien zjjn
in de Wit-Russische republiek op het oogen
biik 43 hoogescholen. tegen geen enkele vóór
de revolutie. Vóór de revolutie waren er in het
gebied van deze republiek slechts vier kleine
theaters. Thans zijn er 404 schouwburgen, 714
ambulante bioscooptheaters en 31 permanente
loscoop-theaters.
Men schrijft ons uit Berlijn d.d. 26 October:
Graaf Arthur von Posadowsky is in Naumburg
in den hoogen leeftijd van bijna 88 jaar over
leden. Hiermede is een der meest markante
figuren uit den glanstijd der keizerlijke politiek
van ons heengegaan. Ziin sterke petsoonlijkheid
had hem in den ioop der jaren gestempeld tot
'n staatsman van formaat. In 1893 werd de jonge
Posadowsky benoemd tot staatssecretaris in het
•rijksministerie voor financiën, een positie, welke
met de waardigheid van een teaenwoordigen
minister van financiën overeenstemt. Reeds 1897
ging hij in dezelfde kwaliteit over naar binnen-
landsche zaken kwam dus de sociale politiek
onder zijn beleid. Hij behartigde met innerlijke
overtuiging het streven der arbeiders naar socia
len vooruitgang en vond daarbij weinig instem
ming bij de regeering m 1907 ontving hij 'n offi
cieel bezoek van den door allen gevreesden
Lucanus, den doodsengel van alle ministers, die
hem meedeelde dat dienzelfden avond reeds zjjn
ontslag in het orgaan der regeering de „Nord-
deutsche Allgemeine Zeitung" zou verschijnen.
Hetgeen dan ook geschiedde. De toenmalige
-rijkskanselier von Bülow vreesde in Posadowsky
zijn eventueelen opvolger en had nem ten val
gebracht ojj den jongen keizer. Wiinelm II was
trouwens niet erg op den graaf mer den baard"
gesteld, want deze was hem in zijD uiteenzet
tingen te zakelijk en zijn politieke voordrachten
vermoeiden der keize?: te zeer!
Na zijn oncsiag werd Posadowsky lid van het
„Herrenhaus" Als vrij-conservatief afgevaar
digde zetelde hij van 1912 tot 1918 in den rijks
dag. Aan de Nationale Vergadering te Weimar
nam hij naast Ebert en Scheidemann deel als
Duitsch-nationaal afgevaardigde. Tijdens de in
flatie sloot hij zich aan bij de „Aufwertungs-.
partei" en tot een jaar geleden volgden wij hem
met bijzonderen aandacht in den Pruisischen
landdag, waar hij ondanks zijn hoogen leeftijd
actief deelnam aan den politieken strijd. Hij gaf
de jongere generatie het voorbeeld, hoe men
zakelijk zijn politieken tegenstander te woord
staat zonder tot persoonlijke hatelijkheden te
vervallen. Het is ongeveer een jaar geleden, toen
wij hem nog hoorden tekeer gaan tegen het
voornemen, de gouddekking door de pinnenmark
te vervangen. Met zijn heftig temperament slin
gerde hij de met spanning luisterende zaal in:
„Wie kunstmatig geld maakt, die maakt valsch
geld!"
Daar hij als opvolger van Böttcher. die tien
tallen jaren achtereen staatssecretaris op bin-
nenlandsche zaken was, voor sociale politiek
wedijverde, werd Posadowsky spottend door zijn
politieke tegenstanders als „Lokomotivführer",
als machinist uitgescholden. Ik hoorde vaak ver
tellen, dat hij noch met den voormaligen keizer,
noch met diens kanselier von Bülow goed over
weg kon. Kort voor zijn tienjarig jubileum als
staatssecretaris werd hij gedwongen, zijn ont
slagbrief te schrijven Hij moest plaats maken
voor von Bethmann-Hoilweg.
Tijdens den oorlog vertegenwoordigde hij twee
jaar achtereen zijn naar het front gecomman-
deerden zoon als landraad in Elbing Na de in
eenstorting van 1918 vocht hij hartstochtelijk
voor de aaneensluiting van allen, die voor den
wederopbouw van Duitschland wilden werken,
maar het wilde mij vaak toeschijnen, dat hij
sprak tot een woestijn
Nadat nij zijn pensioen had aangevraagd,
leefde nij tot zijn dooo in Naumburg Hij werd
door zijn tegenstanders zoowel als door zijn
vrienden gerekend tot hen, die er onder alle
omstandigheden voor opkomen, dat het recht
gehandhaafd blijft.
DE KINDEREN VAN HET BLOE-
MENHU1S, door Anna Sutorius
G. B. van Goor.
Een frissche omslag en prettige lettert, een
leuk verhaal, 't Zijn aardige kinderen, die van
het bloemenhuis, al zijn ze niet allemaal even
braaf. Ze zijn dol op hun vader en moeder en
ze voelen heel erg het gemis als vader voor
zaken ver we" moet en moeder met hem mee
gaat. Dubbel groot is dan echter weer de
vreugde van het terugzien. Zoowel jongens als
meisjes van tien tot veertien zullen met Do en
Dolf goede kameraadjes worden, tante Bella
een engerd vinden en met juf dwepen.
„HET EERSTE MEISJE", door N.
Bogdanov, uit het Russisch ver
taald door Manja Zwalf. Uit
gave N.V. De Arbeiderspers, Am
sterdam.
Sanja is het eerste meisje, dat den komsomol
de jeugdorganisatie van het Russische
dorp binnentreedt, en tegelijk vaart er een
nieuwe geest in de vereeniging. Er komt actie,
fut in de club; Sanja neemt ongemerkt de leiding
over: zij heeft een overwicht op alle jongens;
zij beheerscht ze, niet alleen echter door haar
overtuigingskracht, door haar persoonlijk
heid, maar ook door haar persoon, haar
sexe.
Geeft het eerste gedeelte van het boek jen
belangwekkenden kijk in de communistische
jeugdorganisatie in de Russische dorpen, het
tweede gedeelte is al te zeer aan de bekoor
lijkheden van Sanja en aan de consequenties
van het afzweren der „burgerlijke" moraal
gewijd om ernstige belangstelling gaande te
houden. En het domineert zoozeer, dat we
niemand aanbevelen het boek in handen te
nemen. Wil men zich van de jeugdorganisatie
in Sovjetland op de hoogte stellen, dan is er
wel beters te vinden.
„De lager-onderwijswet 1920. Aan-
teekeningen enz. door P. Laban en
J. C. Ligtvoet", vervolg op deelen
1 A, I B en II Uitgave N. Samsom,
Alphen aan den Rijn.
De commentaar van Laban en Ligtvoet op de
lager-onderwijswet is een vraagbaak, van welker
onmisbaarheid nog dagelijks getuigenis wordt
afgelegd door onderwijzers, schoolbesturen en
gemeentelijke administraties.
De tweede druk van den commentaar ver
scheen vijf jaar geleden. In die jaren is de
jurisprudentie verrijkt met tal van belangrijke
beslissingen, werden verschillende algemeene
maatregelen van bestuur ter uitvoering van de
wet gewijzigd en aangevuld of zelfs geheel ver
nieuwd en werden nieuwe voorschriften van de
uitvoeringsbesluiten van toepassing. Zulks deed
behoefte gevoelen aan een supplement. Het
tweede gedeelte ervan bevat een aantal Konink
lijke Besluiten en gewijzigde teksten van Ko
ninklijke Besluiten, betreffende onder meer het
buitengewoon onderwijs, het bouwbesluit, salari-
eering, opleiding, examens, rijksschooltoezlcht,
rechtstoestand ambtenaren enz.
Het kloeke boekdeel zal met zijn voorgangers
door honderden die met het onderwijs hebben
te maken, gaarne ter hand worden genomen.
SCHOOLBOEKEN
Bij W, Versluys te Amsterdam verscheen de
25ste druk van het „Tiende Rekenboek" voor de
Lagere School, door P. J. Bouman en J. C. van
Zelm.
Van de serie leerboeken in „Practical Commer
cial English" voor handelsinstituten, cursussen,
handelsavondscholen enz., vervaardigd door J.
M. C. Juursema en Gilbert de Zilwa, uitgegeven
door D. A. Daamen's Uitgeversmij. te Den Haag,
verscheen als deel IV „Elementary Business Let
ter Writing", een inleiding tot de Engelsche
handelsbrieven en handelsroutine. Het boek is
bestemd voor leerlingen, die de eerste beginselen
vein de Engelsche taal stevig onder de knie heb
ben en die zich nu gaan toeleggen op de Engel
sche Handelscorrespondentie. Het werkje vormt
een afgerond geheel en is naast de andere werk
jes uit de serie afzonderlijk bruikbaar.
NIEUWE UITGAVEN
Van „Algemeene Muziekleer", naar den eb
den druk van J. Worp6. van Milligen, geheel
opnieuw bewerkt door Sem Dresden, verscneen
fcjj J. B. Woiters te Groningen de tweede druk.
Bij dezelfde uitgeefster verscheen de derae
druk van het «erste deel der „Beknopte Fran-
sche Spraakkunst voor Roomsen-Katholieke
Scholen" door L. Bot en C. J. Uiterwaal, als
mede van het „Oefenboek" bij die Spraakkunst.
Een dweede druk is Di] dezelfde uit ge af ster
verscnenen van „Die ewige Quelle", Duitsche
verhalen, liederen en gedichten, voor net eer
ste leerjaar, door L. Bot.
KALENDERS
Mej. Zr. W. J. de Roo. oud-directrice van 4e
Finsen-Ir.richtmg, heelt besloten ook voor 1933
den kalender „Woorden van Wijsheid en Schoon
heid" uit te geven, waarvan de netto-winst
bestemd is voor het Tehuis voor Oud-Verpleeg
sters. Hij is weer samengesteld met medewet"
king van tal van verpleegsters en particulieren-
Gaarne steunen we het beroep van dr. J-
Kuiper, oud-geneesheer-directeur van het
Wilhelmina-Gasthuis te Amsterdam, op onz®
lezers, om zoo'n kalender te koopen. Ze steu
nen er een inrichting mede, die zeer veel reden
van bestaan heeft. Daar toch worden de ver
pleegsters opgenomen, als ze niet meer in staat
zijn voor zichzelf te zorgen. De prijs van den
kalender bedraagt 1.40 en nij is uitsluitend
verkrijgbaar bij vooruitbetaling.
Het adres van mej. De Roo is: Huize Tiny»
Faas Eliaslaan 4d, Baam.
SOBRIËTAS. Afl. 9
Pater W. Arts geeft zijn indrukken over den
Sobriëtasdag in Augustus te Utrecht gehouden.
Hij vat ze samen onder de kernspreuk: „Te
vreden en ookvoldaan". Hij is tevreden en
voldaan over inleiding, debat en leiding en
noemt dezen dag een der beste congressen van
Sobriëtas. Het is een lust dit artikel te lpzen
om zijn rake opmerkingen en sappige gezeg
den.
De psychiater dr. Kortenhorst uit Vught,
schrijft over: R. K. Drankbestrijding en geeste
lijke volksgezondheid". De bevordering der
geestelijke volksgezondheid heeft tot doel: lan?s
organisatorischen weg toe te passen de maat
regelen ons geleerd door de psychiatrie, d®
zielkunde, de moraal, de opvoedkunde. de
rechtswetenschap en de sociologie, om geeste
lijk lijden te voorkomen of te genezen en een
gezonden geest gezond te houden. De R- s*
Drankbestrijding heeft met haar consultatie-
bureaux hierin een belangrijke rol te vervullen^
Heel interessant is het uit 't Duitsch ver
taald artikel:: „De bloedproef op alcohol
haar gerechtelr" beteekenis". Dr. Griinewal
vertelt hierin zeer belangrijke dingen. Vooral
bij ongevallen in het snelverkeer ln deze bloed
proef van groot practisch belang.
Dr. Kort-nhorst zet zijn belangrijke arti.P
lenreeks voort over: „Alcoholisme en Erfelijk"
heid". Streng wetenschappelijk is zijn betoos
en sterk beheerscht in de conclusies. Voois*
ziin leeringen over den invloed van alcohol op
de vrucht in den moederschoot zin zeer be
langrijk en door iedereen te begrijpen.
Het Fed-ratief Bestuur van Sobriëtas dee
tenslotte iets mede over de Rikssubsidie vo
Sobriëtas. De totale som is ongeveer 20.000 gü
den.
P. F. OTTEN ON
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
67ste Jaargang No. 4.
Een verhaal uit de rimboe in Cambodja, -P®
sehat onder den Tempel", naar het
door C. V. houdt weei een paar weken de
dacht van net K. L-oubliek gespannen;
naast brengt „De geluksrozenkrans" door
Hölscher voor twee gelieven het „nappy
terwijl Johan Peerdetr.an in „Maats" den rtrJ
van het oude tegen net moderne schetst.
mooie foto's rik verlucht treffen ons de 7
gende artikeien: „De Ambrosiana te
door Georg Magel en „Het gilde dei straatv®^
ters", door Henri Th. Stam. Temidden van.
fraaie binnen- en buitenlandsch nieuws Dp7
tende pagina's en de andere bekende 10
rubrieken, ontmoeten we een fraaie serie j
namen van de Bisschoppelijke NjjverheidsscD
te Voorhout „Waar ge.'eerd wordt ïn gewet
In „De Witte Raaf" vinden we bijdragen
M. J. S. Boas gourdes', ,Aan de rooktai j
van Martin Berden .Voor net rolk" door
Bell en een aantal oagina's, gewijd aan
luim en ontspanning.