Zoekt gij betrouwbaar Personeel •oeper" f men. I Een reis om de wereld per zeilboot. Het ongeluk bij Harmclen. i i Plaats dan een ^Omi 1 voor 75.000 gezir m G De roode prins Graaf Posadowsky gimmmiüiiii'imujmiiiiüiiiHHiiiimiiüiiiiiuiiniiiiim rnrnm HimiiuirtiiiBiinttTTnnTnifflTtTiiTntnnnTnTTnflififfntTBnnwwTfniTnTH VRIJDAG 28 OCTOBER 1932 Austromainistische titelcultus Het Noorderlicht Cultureele groei der Sovjet-Unie 5500 dagbladen met een oplaag van 34 millioen exemplaren De man der sociale wetgeving BOEK EN BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT TiBi.1 mi i1 fliiiiiui i ui» ui ij 'imiiMWiüimW'iü fWflfP VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN voor den aanstaanden tulpen- wcds'rijd van de Anisterdamsche Vereeniging voor Schoohverktiiincn, waa;aan ongeveer 2200 kinderen der Anisterdamsche scholen medewerken. wHet inpotten van de bollen. TER GELEGENHEID VAN HET EEUWFEEST van de congregatie der zusters van Rosendaal is de Mariaschool in de Prins Hendrik' straat te Den Haag feestelijk ersierd. MET EEN ZEILJACHT OM DE WERELD. In de Anisterdamsche haven is aangekomen een zeiljacht van het 8 Meter type „Sine Timore", dat uit Danzig komt en b&mand is met 4 jonge' lui. Met dit vaartuigje zijn deze vier zeevaarders van plan een reis om de wereld te maken. De „Sine Timore" ligt aan steiger 1 van de De Ruyterkade. DE HERTOG VAN CONNAUGHT, oom van den Engelschen Koning, ver' toeft in Sidmouth, Zuid-Devonshire, waar hij het eerste gedeelte vati het winterseizoen zal doorbrengen. TIEN' UUR ONDER WATER. In het meer van Casa de Cap bij Madrid zijn demonstraties gehouden met een tank, waarin men ongeveer tien uur onder water kan doorbrengen. Vooral in verband met duikbootcata' strophes wordt deze uitvinding van groot belang geacht. EEN ERNSTIGE AUTOBOTSING heeft Donderdag plaats gehad op den weg Hai melen, onder de gemeente Veldhuizen tusschen een luxe auto en een reiswagen van den dienst DeventerApeldoorn, waarbij twee personen ernstig en vier licht gewond werden. Wat er van de luxe auto na het ongeluk overbleef. Een Duitsche prins, Hubert von Löwenstein, sociaal-democraat en leider van de jeugd groep der Rijksbanier, hield kort geleden een ophitsende rede in Weenen. De Oostenrijksche regeering bedacht zich niet lang en zette den jongen heer over de grenzen. Spottend schrijft nu de „Reichspost": On beschrijflijk is het geduld der sociaal-democra ten, om in een Marxistische vergadering een werkelijken prins te mogen begroeten en toe juichen. Men bedenke eens even: een Ri.iks- Duitsche prins, die eens lekker te keer gaat tegen de burgerlijke partijen van Oostenrijk. De prinselijke doorluchtigheid telt 26 lentes, werd opgepakt, over de grenzen gezet en liet in Weenen niets achter dan een interview, waarin hij zeide: „Ik geef graag toe, dat het onder de gegeven omstandigheden van mij niet erg verstandig 7as, mij zoo op den voor grond te tellen. Maar ik ben ook maar een mensch. Ik werd in de vergadering door mijn gevoelens bevareen en dan bedenk je je niet lang. Het b een beetje pijnlijk voor mij, dat mijn heer nader die hier in Weenen woont, wel wat in zijn wiek zal zijn geschoten. De oude heer staat namelijk tamelijk rechts en kan natuurlijk over mijn hoogpolitieke affaire niet verheugd zijn." De merkwaardige Rijksbanierprins stamt uit een morganatisch huwelijk en heeft dus naar de geldende wet geen recht op den prinsen- titel en hij zou dan ook een eenvoudige „Herr von...." zijn, wanneer het Duitsche Rijk res pectievelijk Pruisen, nog een monarchie zou zijn. De Pruisische republiek kon klaarblij kelijk de declasseering van dezen jongen man niet verdragen, want de sociaal-democratische minister-president Otto Braun heeft den heer Hubert von Löwenstein „met bijzonder verlof" het recht gegeven, zich prins te noemen, "n op deze wijze komen sociaal-democratische vergaderingen aan een prinselijken redenaar. In Oostenrijk is de aael afgeschaft. En de Oostenrijksche seciaal-democraten schreeuwen altijd om de justitie, wanneer een Starhemberg, een Auersperg, een Lichtenstein als prinsen worden aangesproken, want zoo heet het dan: „bij ons is de adel afgeschaft en het dragen en voeren van titels verboden". Maar wanneer een jonge man, „die zich niet lang bedenkt" den sociavl-d -craten de hocge eer van zijn bezoek aandoet, dan werden ze dadelijk devoter tegr rover den adel dan de monarchie pleegde te zijn en verleenen den titel van prins. En de marxistisch vergaderingsverslag gevers klampen zich met handen en voeten vast aan hun „prins". De wetenschap heeft dezer dagen wederom een nieuwe ontdekking gedaan. Men is er n.l in geslaagd instrumenten te vervaardigen, len einde het ontstaan van het Noorderlicht rn de Beteekenis ervan voor de radiogolven te onder zoeken Deze ontdekking is van temeer be lang, daar juist dit jaar het tweede Int. Pooi- jaar wordt gehouden en er thans meer dan anders belangstelling bestaat voor alles, wat op de Noordpool betrekking heeft. Het Noor derlicht heeft iets geheimzinnigs in zich, voor al voor degvnen, die dit natuurverschijnsel ai- leen van hooren zeggen kennen en zich van de werkelijkheid geen voorstelling kunnen ma ken. Er zijn frouwens nog vele menschen, die tneenen, dat men om een Noorderlicht te kunnen waarnemen, in het hooge Noorden van Noorwegen, Zweden of IJsland moet zijn; zij weten niet, dat er ook in ons land meer malen gelegenheid is het Noorderlicht in al zijn pracht weer te nemen. De natuurkundigen be schouwen het Noorderlicht als een magnetisch onweer. Verschillende uren en soms wel een dag voor de verschijning van het Noorderlicht bespeurt men ni. onregelmatige bewegingen van de magneetnaald. Vooral naar het Wes ten nemen de afwijkingen gedurende dien tijd belangrijk toe. Langzamerhand wordt de lucht in het Noorden donkerder. Er verheft zich dan als het ware een gordijn, dat echter nog dun genoeg is om de sterren er doorheen te kunnen zien. Het bovenste deel van dit gor dijn wordt flauw verlicht, vervolgens wordt dit licht langzamerhand sterker, en vormt eindelijk 'n lichtgelen boog, waarvan de holte naar de aarde en de top naar den magnetisch meridiaan is gekeerd. Die boog stijgt langzaam opwaarts en wordt hoe langer hoe lichter. Donkere strepen worden er in zichtbaar, en over zijn geheele lengte optnbaart zich een soort opbruising. Weldra ziet men stralen, welke telkens van kleur en lengte veranderen en als vuurpijlen in de lucht stijgen. Het licht, dat somtijds zeer schitterend is, gaat van het purperroode tot smaragdgroen over, doch meestal heeft een prachtig gele tint den boventoon. Bij het stij gen gaan deze stralen over het zenith heen en schijnen op één punt, het magnetische zenith gericht te zijn. Dit zenith wordt aangewezen door een magneetnaald, welke zich geheel vrij naar alle zijden kan bewegen. De licht stralen zijn Voortdurend aan verandering onderhevig: nooit is het verschijnsel in rust. Somtijds zijn de lichtstralen zoo talrijk, dat zij de geheele luchtstreek omvatten en een op- eenhooping van vuur vormen. De pracht van het Noorderlicht gaat alle beschrijving te boven. Zoodra het Noorderlicht begint, onder gaat de magneetnaald hevige schommelingen, welke nog vermeerderen zoodra de stralen ver schijnen. De steeds grooter wordende tusschen- ooozen tusschen de schommelingen, kondigen het einde van het Noorderlicht aan. Het is bewezen, dat de afwijking van de mag neetnaald bij het einde tegenovergesteld is aan de bewegingen, welke bij het begin plaats hadden. De natuurkundige Lottin, die met Bravais een wetenschappelijke expeditie had ondernomen, heeft een merkwaardige olvende beweging in de lichtstralen opgemerkt, welke hij als volgt beschrijft: „Terwijl de x>og naar het zenith stijgt, neemt de sterkte van het licht va.i eiken straal trapsgewijze toe. Deze soort van lichtstreeks vertoont zich ver volgens verschillende malen; de beweging is hoofdzakelijk van het Westen naar het Oos ten. Soms, doch zeer zelden, heeft er da delijk een teruggaande beweging plaats en zoodra dit licht vervolgens alle streken van het Westen naar het Ocsten heeft doorloopen, richt het zich naar den tegenovergestelden kant." Langzamerhand worden de stralen meer en meer onzichtbaar; het zijn flauwe en, zwakke schijnsels. welke zich eindelijk wer geheele lucht verspreiden en bekend zijn on der den naam van lichtvlekken. Daarop volgt een schemerachtig licht en het verschijnsel, dat langzamerhand zwakker is geworden, wordt onzichtbaar. Hoewel het Noorderlicht meestal bij avond en nacht voorkomt, ver schijnen de stralen toch ook wel bij het aan breken van den dag. De duur van het Noor derlicht is zeer varieerend. Nu eens duurt het verschijnsel slechts enkele minuten, dan weer uren. Op gemiddelde breedte keert het verschijnsel soms verscheidene nachten achter een terug; terwijl het in streken, waar een onafgebroken winternacht heerscht, dagenlang zichtbaar kan blijven. Dit den naam Noorder licht zou men ten onrecht- afleiden, dat het alleen op 'iet Noordelijk halfrond voorkomt doch ook aan de Zuidpool kent men een der- eelijk verschijnsel, alwaar men het Zaïider- licht noemt. MOSKOU, 27 Oct. (V.D.) E°nige nieuw ge publiceerde statistieken bevatten interessante gegevens over de cultureele ontwikkeling van de Sovjet Unie, terwijl een speciale statistiek gewijd is aan de ontwikkeling van de auto nome Sovjet Republiek Wit-Rusland. In het afgeloopen jaar werden in de Sovjet republiek uitgegeven 54.000 nieuwe boeken met een totale oplaag van 834 millioen exemplaren. Ter vergelijking wordt medegedeeld, dat in 1918 het aantal uitgegeven boeken 6000 bedroeg. Het aantal dagbladen dat in de Sovjet Unie wordt uitgegeven, bedraagt 5550 met een to taal oplaag van 34 millioen exemplaren. Volgens di te Minsk, de hoofdstad van deze Sovjet-republiek, gepubliceerde statistiek over Wit-Rusland, kon in het gebied van deze republie.. vóór de revolutie slechts 30 der bevolking lezen en schrijven. Op het oogenbiik bedraagt dit percentage 98 °/o en is het per centage anal, a'-e ten slechts 2 /o. In het Wit- Russiche gebied, dat bewoond wordt door tal van minderheden, zijn naast de Russische scholen, 322 Joodsche scholen. 258 Poolsche scholen, 24 Latijnsche scholen, 11 Lit- tausche scholen, 23 Oekrainsche scholen en 9 Duitsche scholen. Bovendien zjjn in de Wit-Russische republiek op het oogen biik 43 hoogescholen. tegen geen enkele vóór de revolutie. Vóór de revolutie waren er in het gebied van deze republiek slechts vier kleine theaters. Thans zijn er 404 schouwburgen, 714 ambulante bioscooptheaters en 31 permanente loscoop-theaters. Men schrijft ons uit Berlijn d.d. 26 October: Graaf Arthur von Posadowsky is in Naumburg in den hoogen leeftijd van bijna 88 jaar over leden. Hiermede is een der meest markante figuren uit den glanstijd der keizerlijke politiek van ons heengegaan. Ziin sterke petsoonlijkheid had hem in den ioop der jaren gestempeld tot 'n staatsman van formaat. In 1893 werd de jonge Posadowsky benoemd tot staatssecretaris in het •rijksministerie voor financiën, een positie, welke met de waardigheid van een teaenwoordigen minister van financiën overeenstemt. Reeds 1897 ging hij in dezelfde kwaliteit over naar binnen- landsche zaken kwam dus de sociale politiek onder zijn beleid. Hij behartigde met innerlijke overtuiging het streven der arbeiders naar socia len vooruitgang en vond daarbij weinig instem ming bij de regeering m 1907 ontving hij 'n offi cieel bezoek van den door allen gevreesden Lucanus, den doodsengel van alle ministers, die hem meedeelde dat dienzelfden avond reeds zjjn ontslag in het orgaan der regeering de „Nord- deutsche Allgemeine Zeitung" zou verschijnen. Hetgeen dan ook geschiedde. De toenmalige -rijkskanselier von Bülow vreesde in Posadowsky zijn eventueelen opvolger en had nem ten val gebracht ojj den jongen keizer. Wiinelm II was trouwens niet erg op den graaf mer den baard" gesteld, want deze was hem in zijD uiteenzet tingen te zakelijk en zijn politieke voordrachten vermoeiden der keize?: te zeer! Na zijn oncsiag werd Posadowsky lid van het „Herrenhaus" Als vrij-conservatief afgevaar digde zetelde hij van 1912 tot 1918 in den rijks dag. Aan de Nationale Vergadering te Weimar nam hij naast Ebert en Scheidemann deel als Duitsch-nationaal afgevaardigde. Tijdens de in flatie sloot hij zich aan bij de „Aufwertungs-. partei" en tot een jaar geleden volgden wij hem met bijzonderen aandacht in den Pruisischen landdag, waar hij ondanks zijn hoogen leeftijd actief deelnam aan den politieken strijd. Hij gaf de jongere generatie het voorbeeld, hoe men zakelijk zijn politieken tegenstander te woord staat zonder tot persoonlijke hatelijkheden te vervallen. Het is ongeveer een jaar geleden, toen wij hem nog hoorden tekeer gaan tegen het voornemen, de gouddekking door de pinnenmark te vervangen. Met zijn heftig temperament slin gerde hij de met spanning luisterende zaal in: „Wie kunstmatig geld maakt, die maakt valsch geld!" Daar hij als opvolger van Böttcher. die tien tallen jaren achtereen staatssecretaris op bin- nenlandsche zaken was, voor sociale politiek wedijverde, werd Posadowsky spottend door zijn politieke tegenstanders als „Lokomotivführer", als machinist uitgescholden. Ik hoorde vaak ver tellen, dat hij noch met den voormaligen keizer, noch met diens kanselier von Bülow goed over weg kon. Kort voor zijn tienjarig jubileum als staatssecretaris werd hij gedwongen, zijn ont slagbrief te schrijven Hij moest plaats maken voor von Bethmann-Hoilweg. Tijdens den oorlog vertegenwoordigde hij twee jaar achtereen zijn naar het front gecomman- deerden zoon als landraad in Elbing Na de in eenstorting van 1918 vocht hij hartstochtelijk voor de aaneensluiting van allen, die voor den wederopbouw van Duitschland wilden werken, maar het wilde mij vaak toeschijnen, dat hij sprak tot een woestijn Nadat nij zijn pensioen had aangevraagd, leefde nij tot zijn dooo in Naumburg Hij werd door zijn tegenstanders zoowel als door zijn vrienden gerekend tot hen, die er onder alle omstandigheden voor opkomen, dat het recht gehandhaafd blijft. DE KINDEREN VAN HET BLOE- MENHU1S, door Anna Sutorius G. B. van Goor. Een frissche omslag en prettige lettert, een leuk verhaal, 't Zijn aardige kinderen, die van het bloemenhuis, al zijn ze niet allemaal even braaf. Ze zijn dol op hun vader en moeder en ze voelen heel erg het gemis als vader voor zaken ver we" moet en moeder met hem mee gaat. Dubbel groot is dan echter weer de vreugde van het terugzien. Zoowel jongens als meisjes van tien tot veertien zullen met Do en Dolf goede kameraadjes worden, tante Bella een engerd vinden en met juf dwepen. „HET EERSTE MEISJE", door N. Bogdanov, uit het Russisch ver taald door Manja Zwalf. Uit gave N.V. De Arbeiderspers, Am sterdam. Sanja is het eerste meisje, dat den komsomol de jeugdorganisatie van het Russische dorp binnentreedt, en tegelijk vaart er een nieuwe geest in de vereeniging. Er komt actie, fut in de club; Sanja neemt ongemerkt de leiding over: zij heeft een overwicht op alle jongens; zij beheerscht ze, niet alleen echter door haar overtuigingskracht, door haar persoonlijk heid, maar ook door haar persoon, haar sexe. Geeft het eerste gedeelte van het boek jen belangwekkenden kijk in de communistische jeugdorganisatie in de Russische dorpen, het tweede gedeelte is al te zeer aan de bekoor lijkheden van Sanja en aan de consequenties van het afzweren der „burgerlijke" moraal gewijd om ernstige belangstelling gaande te houden. En het domineert zoozeer, dat we niemand aanbevelen het boek in handen te nemen. Wil men zich van de jeugdorganisatie in Sovjetland op de hoogte stellen, dan is er wel beters te vinden. „De lager-onderwijswet 1920. Aan- teekeningen enz. door P. Laban en J. C. Ligtvoet", vervolg op deelen 1 A, I B en II Uitgave N. Samsom, Alphen aan den Rijn. De commentaar van Laban en Ligtvoet op de lager-onderwijswet is een vraagbaak, van welker onmisbaarheid nog dagelijks getuigenis wordt afgelegd door onderwijzers, schoolbesturen en gemeentelijke administraties. De tweede druk van den commentaar ver scheen vijf jaar geleden. In die jaren is de jurisprudentie verrijkt met tal van belangrijke beslissingen, werden verschillende algemeene maatregelen van bestuur ter uitvoering van de wet gewijzigd en aangevuld of zelfs geheel ver nieuwd en werden nieuwe voorschriften van de uitvoeringsbesluiten van toepassing. Zulks deed behoefte gevoelen aan een supplement. Het tweede gedeelte ervan bevat een aantal Konink lijke Besluiten en gewijzigde teksten van Ko ninklijke Besluiten, betreffende onder meer het buitengewoon onderwijs, het bouwbesluit, salari- eering, opleiding, examens, rijksschooltoezlcht, rechtstoestand ambtenaren enz. Het kloeke boekdeel zal met zijn voorgangers door honderden die met het onderwijs hebben te maken, gaarne ter hand worden genomen. SCHOOLBOEKEN Bij W, Versluys te Amsterdam verscheen de 25ste druk van het „Tiende Rekenboek" voor de Lagere School, door P. J. Bouman en J. C. van Zelm. Van de serie leerboeken in „Practical Commer cial English" voor handelsinstituten, cursussen, handelsavondscholen enz., vervaardigd door J. M. C. Juursema en Gilbert de Zilwa, uitgegeven door D. A. Daamen's Uitgeversmij. te Den Haag, verscheen als deel IV „Elementary Business Let ter Writing", een inleiding tot de Engelsche handelsbrieven en handelsroutine. Het boek is bestemd voor leerlingen, die de eerste beginselen vein de Engelsche taal stevig onder de knie heb ben en die zich nu gaan toeleggen op de Engel sche Handelscorrespondentie. Het werkje vormt een afgerond geheel en is naast de andere werk jes uit de serie afzonderlijk bruikbaar. NIEUWE UITGAVEN Van „Algemeene Muziekleer", naar den eb den druk van J. Worp6. van Milligen, geheel opnieuw bewerkt door Sem Dresden, verscneen fcjj J. B. Woiters te Groningen de tweede druk. Bij dezelfde uitgeefster verscheen de derae druk van het «erste deel der „Beknopte Fran- sche Spraakkunst voor Roomsen-Katholieke Scholen" door L. Bot en C. J. Uiterwaal, als mede van het „Oefenboek" bij die Spraakkunst. Een dweede druk is Di] dezelfde uit ge af ster verscnenen van „Die ewige Quelle", Duitsche verhalen, liederen en gedichten, voor net eer ste leerjaar, door L. Bot. KALENDERS Mej. Zr. W. J. de Roo. oud-directrice van 4e Finsen-Ir.richtmg, heelt besloten ook voor 1933 den kalender „Woorden van Wijsheid en Schoon heid" uit te geven, waarvan de netto-winst bestemd is voor het Tehuis voor Oud-Verpleeg sters. Hij is weer samengesteld met medewet" king van tal van verpleegsters en particulieren- Gaarne steunen we het beroep van dr. J- Kuiper, oud-geneesheer-directeur van het Wilhelmina-Gasthuis te Amsterdam, op onz® lezers, om zoo'n kalender te koopen. Ze steu nen er een inrichting mede, die zeer veel reden van bestaan heeft. Daar toch worden de ver pleegsters opgenomen, als ze niet meer in staat zijn voor zichzelf te zorgen. De prijs van den kalender bedraagt 1.40 en nij is uitsluitend verkrijgbaar bij vooruitbetaling. Het adres van mej. De Roo is: Huize Tiny» Faas Eliaslaan 4d, Baam. SOBRIËTAS. Afl. 9 Pater W. Arts geeft zijn indrukken over den Sobriëtasdag in Augustus te Utrecht gehouden. Hij vat ze samen onder de kernspreuk: „Te vreden en ookvoldaan". Hij is tevreden en voldaan over inleiding, debat en leiding en noemt dezen dag een der beste congressen van Sobriëtas. Het is een lust dit artikel te lpzen om zijn rake opmerkingen en sappige gezeg den. De psychiater dr. Kortenhorst uit Vught, schrijft over: R. K. Drankbestrijding en geeste lijke volksgezondheid". De bevordering der geestelijke volksgezondheid heeft tot doel: lan?s organisatorischen weg toe te passen de maat regelen ons geleerd door de psychiatrie, d® zielkunde, de moraal, de opvoedkunde. de rechtswetenschap en de sociologie, om geeste lijk lijden te voorkomen of te genezen en een gezonden geest gezond te houden. De R- s* Drankbestrijding heeft met haar consultatie- bureaux hierin een belangrijke rol te vervullen^ Heel interessant is het uit 't Duitsch ver taald artikel:: „De bloedproef op alcohol haar gerechtelr" beteekenis". Dr. Griinewal vertelt hierin zeer belangrijke dingen. Vooral bij ongevallen in het snelverkeer ln deze bloed proef van groot practisch belang. Dr. Kort-nhorst zet zijn belangrijke arti.P lenreeks voort over: „Alcoholisme en Erfelijk" heid". Streng wetenschappelijk is zijn betoos en sterk beheerscht in de conclusies. Voois* ziin leeringen over den invloed van alcohol op de vrucht in den moederschoot zin zeer be langrijk en door iedereen te begrijpen. Het Fed-ratief Bestuur van Sobriëtas dee tenslotte iets mede over de Rikssubsidie vo Sobriëtas. De totale som is ongeveer 20.000 gü den. P. F. OTTEN ON KATHOLIEKE ILLUSTRATIE 67ste Jaargang No. 4. Een verhaal uit de rimboe in Cambodja, -P® sehat onder den Tempel", naar het door C. V. houdt weei een paar weken de dacht van net K. L-oubliek gespannen; naast brengt „De geluksrozenkrans" door Hölscher voor twee gelieven het „nappy terwijl Johan Peerdetr.an in „Maats" den rtrJ van het oude tegen net moderne schetst. mooie foto's rik verlucht treffen ons de 7 gende artikeien: „De Ambrosiana te door Georg Magel en „Het gilde dei straatv®^ ters", door Henri Th. Stam. Temidden van. fraaie binnen- en buitenlandsch nieuws Dp7 tende pagina's en de andere bekende 10 rubrieken, ontmoeten we een fraaie serie j namen van de Bisschoppelijke NjjverheidsscD te Voorhout „Waar ge.'eerd wordt ïn gewet In „De Witte Raaf" vinden we bijdragen M. J. S. Boas gourdes', ,Aan de rooktai j van Martin Berden .Voor net rolk" door Bell en een aantal oagina's, gewijd aan luim en ontspanning.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 4