De Gemeentebegrooting 1933 %Lch wat wiU DE MEMORIE VAN ANTWOORD ZATERDAG 5 NOVEMBER Het financieel beleid van B. en W. bestreden en verdedigd. Een beslissing inzake de schadeloosstelling aanstaande Het verkeer in Haarlem. Het subsidie van de H.O.V. De Openbare- en de R.K. Leeszaal. Huren van wo ningen. Ds. Kersten in den Raad. Algemeene beschouwingen Financieel beheer De begrooting tegenvallers minder luxueus rijkssubsidie voor het M. O. T egenstanders Sociaal democraten Geen uitzonderingspositie Beantwoording door B. en W. Nog geen verminderde werkloosheid Geen crisisdienst De critiek der S. D. A. P. De schadeloosstelling aan Heemstede Overleg Ambtenarenreglement De bezuinigingsinspecteur BESTELT THANS UW NAJAARS-COSTUUMS op: Bezuinigingen van f 7.80 Antwoord van B. en W. Presentiegelden De vele verkeersongelukken De sterkte der politie De optochten Wapens Burgerwacht De politiehonden Minder zieken TREKJES No. 782 Zaken zijn zaken |MIII1lltilllllllt<UIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII|||||||||||!lllllll||||||||||||||||||Illlllllilllll||||||||||||||||l!lllllllllllllllllllllllllllll!llllllllllllllllllllllllliailHIIIIIHIIIllllllllllllllllllllllllllll|IIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Verschenen is de Memorie van Antwoord op het gesprokene in de afdeelingen van den Raad. Wij ontleenen er het volgende aan: Een deel van den Raad constateert met vol doening, dat Burgemeester en Wethouders met ernst den financieelen toestand der gemeente onder de oogen hebben gezien en spreekt waar deering uit voor het gevoerde financieel beleid, waardoor de gemeente tot dusverre voor groote moeilijkheden is behoed en ernstige schade aan vitale cultureele belangen werd vermeden. Overigens mag het naar de meening der leden geen verwondering wekken, dat van de groote economische crisis, welke geheel de wereld teis tert, ook de gemeente Haarlem den terugslag ondervindt. De financieele moeilijkheden van het oogenblik zijn h. i. het rechtstreeksch ge volg daarvan en geenszins het gevolg van min der juist gevoerd financieel beheer. Niettemin heeft de ingediende ontwerp-be- grooting bij sommigen dezer leden eenige te leurstelling gewekt wegens het geringe pers pectief daarin geboden. In verband met den blijkbaar zeer krappen opzet der begrooting werd de vraag gesteld welke teekenen van verlich ting Burgemeester en Wethouders meenen te zien op grond waarvan mag worden aangeno men, dat het diepste punt der depressie is be reikt. Verschillende leden waren op dit punt minder optimistisch gestemd, gezien de dezen zomer nog toegenomen werkloosheid. Gelet op de groote financieele lasten, welke die werk loosheid waarschijnlijk nog aan de gemeente zal opleggen, zou men gaarne vernemen of Bur gemeester en Wethouders, indien er onverhoopt komen, reeds hun gedachten hebben laten gaan over de vraag, hoe daarin te voorzien. Gewe zen werd hierbij op het feit, dat verschillende reserves der gemeente reeds geducht zijn aan gesproken, terwijl tevens de aandacht werd ge vestigd op enkele zwakke plekken in de begroo ting, zijnde de kwestie van het gemeentelijk pensioenfonds en de onzekerheid omtrent de te betalen schadevergoeding wegens annexatie van een deel der gemeente Heemstede. In dit licht bezien meenden verschillende le den op verdere bezuiniging te moeten aandrin gen, vooral in die richting, dat naar een beheer in het algemeen worde gestreefd. Geïnformeerd werd of er soms plannen zijn voor nieuwe belastingverhooging of verdere korting op de salarissen van het gemeente- personeel. Als nieuwe weg tot bezuiniging werd hier allereerst gewezen op de destijds prijs gegeven De buitengewone tijdsomstandigheden ge- doogen naar de meening der hier aan het woord zijnde leden niet, dat de leeraren te Haarlem in afwijking van hun collega's elders, nog langer een bevoorrechte financieele positie innemen. Verder werd de aandacht gevestigd op eenige gemeentelijke instellingen, zooals den dienst der lichamelijke opvoeding en de stadsbibliotheek en leeszaal, waarvan slechts door bepaalde cate gorieën van personen wordt gebruik gemaakt, doch welke de geheele burgerij bekostigt. De wenschelijkheid werd betoogd de kosten dezer instellingen meer dan tot dusverre te doen be talen door het betrekkelijk klein gedeelte der burgerij, dat van die instellingen profiteert. In tegenstelling met bovenstaande beschou wingen °bleek echter een ander deel van den Raad minder te spreken over het door de meer derheid gevoerde financieel beleid, hetwelk deze leden qualificeerden als een politiek van potverteren. Zonder een bepaald plan of doel voor oogen wordt h.i. alleen voor den dag van heden gezorgd en is niet aan de toekomst ge dacht, ook niet in tijden van voorspoed. Deze financieele politiek, gevoerd sedert 1923, "Geit er toe geleid, dat de gemeente thans geheel uitgeteerd is en volkomen afhankelijk van de baten, die haar in een bepaald jaar kunnen toevloeien. Uit de ingediende ontwerpbegrooting blijkt naar de meening dezer leden duidelijk de absolute onmacht van Burgemeester en Wet houders om een behoorlijk plan van beheer en bestuur der gemeente op te stellen. De voor genomen bouw van een urinoir aan de Groote Markt en de vergrooting van de begraafplaats zijn, als deze de eenige plannen voor 1933 moe ten worden genoemd, wel zeer onbeduidend. Veel beteekenis hechtten zij overigens niet aan deze ontwerp-begrooting, omdat er slechts even wicht is gebracht tusschen de ramingen van ontvangsten en uitgaven, hetgeen nog iets an ders is dan een sluitende begrooting. Het tekort van 1931 achtten zij op onjuiste wijze wegge werkt: daartoe worden reserves gebruikt van het gasbedrijf b.v., terwijl op de debetzijde der balans van dit bedrijf enkele problematische posten blijken voor te komen. Voorts is het h.i. zeer de vraag of de belas' tingen de geraamde bedragen zullen opbren gen en of de bijdragen van de regeering voor de crisiswerkloosheid aan de verwachting zul len beantwoorden. Verder wordt de reserve voor algemeene doeleinden gebruikt, terwijl er geen enkele zekerheid is, dat die reserve niet benoodigd zal zijn voor schadevergoeding in verband met de annexatie. Van de bezuiniging op het onderwijs, welke hun trouwens peuterig voorkomt, verwachtten zij een minder goeden geest op de scholen. Onjuist achtten zij de be zuiniging op het onderhoud van gebouwen en wegen, omdat die licht tot verwaarloozing leidt wat later des te grooter uitgaven zal vorderen. Het optimisme van Burgemeester en Wet houders ten aanzien van den financieelen toe stand werd door dit deel van den Raad niet gedeeld. De gemeente Haarlem ondervindt naar het oordeel der hier aan het woord zijnde leden thans tweeërlei moeilijkheden: le. de gevolgen der algemeene economische crisis: 2e. een crisis in haar eigen financiën, tenge volge van bovenvermeld onjuist financieel be leid. De sociaal-democraten werden genoemd als degenen, die steeds tegen dat onjuist financieel beleid hebben gewaarschuwd. Zij waren het, die destijds den moed hadden op belasting verhooging aan te dringen, waaruit zou kun nen blijken, dat zij verantwoordelijkheid ge voelden. Indien de meerderheid van den Raad deze groep leden thans in een positie wil brengen als die der communisten, n.l. uitsluitend in de oppositie, dan moet men naar de meening der hier aan het woord zijnde leden op den inge slagen weg blijven doorgaan. Van een samen werking der verschillende stroomingen in den Raad om gezamenlijk tot een oplossing der groote moeilijkheden te geraken, was geen sprake. Alle burgerlijke partijen trekken naar de meening der leden, samen één lijn tegen de sociaal-democraten, wat op den duur tot steeds verdere verwijdering moet leiden. Gewezen werd in dit verband op de ingrij pende bezuinigingsmaatregelen, welke het laat ste jaar b.v. ten aanzien van het onderwijs zijn genomen tegen de opvattingen der sociaal democraten in, hoewel ook zij in het algemeen bereid waren, hier aan bezuiniging mede te werken. Naar aanleiding hiervan werd de hoop uitgesproken, dat de Raad in het vervolg meer rekening zal houden met de inzichten der so ciaal-democraten, wanneer die meenen, dat een bezuiniging op andere wijze' Ihoet worden tot stand gebracht. Tegenover die opmerking werd echter van andere zijde ontkend, dat de burgerlijke par tijen zouden trachten de sociaal-democraten in een uitzonderingspositie te brengen. Indien laatstgenoemden zich inderdaad in een dergelijke positie bevinden, dan hebben zij dat aan zichzelf te wijten. Ook indien de so ciaal-democraten plannen tot bezuiniging aan geven, zullen die zeker door den Raad met ernst worden beschouwd en naar hun ver dienste beoordeeld. Ten aanzien van het onder wijs echter bepaalden de sociaal-democraten zich er alleen toe aan te geven hoe niet be zuinigd moest worden. Eenige leden spraken er in dit verband hun ne teleurstelling over uit, dat de sociaal-demo craten, vormende de grootste fractie in den Raad, voortdurend de politiek van Burgemees ter en Wethouders bestrijden, terwijl hun posi tie elders juist gericht is op samenwerking met de burgerlijke democraten. In den Haarlem- schen Raad nemen de sociaal-democraten naar de meening der hier aan het woord zijnde le den, een positie in, zooals vrijwel nergens an ders: hier bestrijden zij maatregelen, die elders door sociaal-democratische wethouders met steun hunner eigen fractie worden doorge voerd. Betreurd werd, dat de sociaal-democraten in- plaats van te streven naar samenwerking met de vooruitstrevende groepen der linker- en rechterzijde in den Raad, sinds 13 jaren al hun krachten uitputten in een bestrijding der vrij zinnig' democraten, ook reeds voordat den te- genwoordigen vrijzinnig democratischen wet houder de portefeuille van financiën was op gedragen. Andere leden wezen het verwijt, dat de slechte financieele toestand der gemeente te wijten is aan het beleid der burgerlijke par tijen af, met de opmerking, dat ook niet van eenige regeerkracht bij de sociaal-democraten is gebleken; gezien het feit, dat zij tot dusverre vrijwel steeds een negatieve, niet een opbou wende politiek hebben gevoerd. Het recht om zich thans aan de verantwoordelijkheid te ont trekken moet den sociaal-democraten worden ontzegd, omdat zij sedert jaren in het College van Burgemeester en Wethouders zitting heb ben gehad. Dat zij zich trachten terug te trek ken nu zij overal hun invloed zien tanen, meen den deze leden te moeten toeschrijven aan het feit, dat zij op het oogenblik ernstig rekening hebben te houden met moeilijkheden in eigen kring. Enkele andere leden namen het volgende standpunt in: De lange duur van de crisis en de steeds grootere omvang daarvan toonen h. i. op in 't oog vallende wijze, dat de heerschende klasse absoluut onmachtig is aan de werking van de crisis ook maar eenige beperking aan te leggen en absoluut ongeneigd om de gevol gen van de crisis zelve te dragen. Ten aanzien van het vraagstuk der werk loosheid werden van verschillende zijden nadere mededeelingen van Burgemeester en Wethou ders verzocht omtrent eventueele plannen tot tewerkstelling en maatregelen tot verstrekking van kleeding, schoeisel, brandstoffen en ver dere benoodigdheden voor werkloozen, waarbij ook op het verschaffen van ontspanning en ontwikkeling werd aangedrongen. Gewezen werd op het voorbeeld, dat een kleine gemeente als Huizen op dit gebied heeft gegeven. De uitgaven van socialen aard komen naar de meening van eenige leden vooral in de knel door het herhaaldelijk ingrijpen der Rijks- regeering in het gemeentebeleid. De gemeenten komen hierdoor in een moeilijke positie, waar van voornamelijk de arbeidersklasse de dupe wordt. Een lid merkte hiertegenover op, dat de ge meente de bevolking hulp moet bieden, des noods tegen de besluiten der Regeering in. Een ander lid, dat eveneens de taak der over heid erkent om aan de werkloosheid en hare gevolgen een einde te maken, was van meening, dat er iets hapert aan de regeling van het maatschappelijk leven, waarvan de werkloozen het slachtoffer zijn. Gestreefd moet worden naar bedrijfsorganisatie, naar het tot stand ko men van bedrijfsschappen, waardoor voor ieder mensch een behoorlijke welstand wordt bereikt. Gewezen werdin dit verband naar de pause lijke Encycliek- Quadragesimo Anno. Eenige leden stelden de vraag of het niet practischer zou zijn nu de toestand op de geld markt blijkbaar weer gunstiger is, een vaste leening af te sluiten waardoor in dezen tijd, nu de materialen goedkoop zijn,, eenige noodzake lijk publieke werken voor een billijken prijs zouden kunnen worden uitgevoerd, hetgeen te vens de werkgelegenheid zou bevorderen. Ge wezen werd ook op het gevaar, dat in dit op zicht een achterstand zal ontstaan, welke in de toekomst niet zoo gemakkelijk zal zijn in te halen. Hiervan ontleenen, wij het volgende: Reeds bij de aanbieding van de ontwerp-be grooting hebben wij in het begeleidend schrij ven te kennen gegeven, dat wij er niet dan met de grootste moeite en deels met ramingen, die gebaseerd zijn op de verwachting, dat in 1933 eenige verlichting in de werkloosheid zaJ intreden, in geslaagd zijn het tekort tot ge ringe proporties terug te brengen. Intusschen is een der verwachtingen, die wij koesterden, in vervulling gegaan, n.l. de erkenning door de Regeering, dat ook in het bouwvak crisiswerk loosheid heerscht. In verband daarmede kan het bedrag van de subsidie der Regeering, aan vankelijk geraamd op ƒ300.000, worden ver hoogd tot 450.000. Inderdaad blijkt nog geens zins van eenige vermindering van de werkloos heid; wij achten het daarom voorzichting om den post Steun aan uitgetrokken werkloozen (volgno. 797) eveneens met hetzelfde bedrag te verhoogen. De critiek, dat deze begrooting niet sluit, kunnen wij slechts ten deele aanvaarden. Juist is, dat geen rekening is gehouden met het meest donkere pessimisme, doch hiertegenover mag gesteld worden, dat geen afschuiving heeft plaats gevonden naar een crisisdienst. Niet ont kend kan- overigens worden, dat hier en daar in het bedrijfsleven een kleine opleving te con- stateeren valt; hierop hebben wij de verwach ting gebouwd, dat deze opleving zich in 1933 zal voortzetten. Zij die deze meening niet zijn toegedaan mogen zich nog meer dan ons Col lege er rekenschap van geven, dat de uiterste zuinigheid geboden is, en dat de bezuinigings- politiek onverzwakt zal moeten worden voort gezet. Van absolute onmacht is geen sprake; slechts kan, in verband met wettelijke vpor- schriften, die sinds 1851 gelden, bij alle ge meentebesturen van beperkte mogelijkheden gesproken warden; deze beperking is meer klemmend geworden door de economische ont wikkeling, verscherpt toezicht van hoogere Colleges en daling van welvaartspeil. De critiek, die door een fractie van den Raad op het financieele beleid gevoerd wordt, en die ook wederom in het verslag tot uiting komt, kan door ons niet als juist erkend worden. Ze schijnt overigens met zichzelf in tegenspraak, waar eenerzijds wordt beweerd, dat de gemeente Haarlem bij den aanvang van de crisis zonder eenige reserve was, en anderzijds dat voor de diensten 1931 en 1932 ten onrechte over reserve wordt beschikt. Beide tegenstrijdige onderdee- len zijn bovendien onjuist. Ook nu nog beschikt de gemeente in het Grondbedrijf over een re serve groot 456.000.32, overgespaard uit ge wone inkomsten, terwijl het wel zonderling aan doet, dat men thans klaagt over het gebruiken van reserves. Zoo er ooit een tijd is, waarin reserves benut kunnen worden, dan is het wel de tegenwoordige. Alom ziet men dan ook dat de gemeenten, die bij den aanvang van de crisis gelijk Haarlem over reserve be schikten, zich thans genoodzaakt zien hierover ten behoeve van den gewonen dienst te be schikken. Of er ten slotte met deze begrooting een te kort op den dienst 1933 zal intreden, kan nie mand op goede gronden voorspellen. De toe komst is in hooge mate onzeker. Toch wil het ons toeschijnen, dat de geraamde bedragen een behoorlijke basis hebben; zoolang deze basis niet onjiiist blijkt te zijn, zullen wij voor 1933 geen belastingverhooging voorstellen. Ten aanzien van het verloop van den dienst 1932 kunnen nog geen mededeelingen worden gedaan. De uitgaven voor werkloozensteun en armenzorg zullen ongetwijfeld de raming, ook die der suppletoire begrootingen, overschrijden. Hoe groot die overschrijding zal zijn en in hoe verre er bij de overige uitgaven en inkomsten een compensatie zal blijken te zijn, ligt in het duister. De vraag of er eerlang mogelijkheid zou zijn om een nieuwe leening te sluiten, is in haar algemeenheid niet te beantwoorden. Het cre- diet van onze gemeente is zeer gunstig beïn vloed door de verschillende besluiten, die uw Raad in 1931 en 1932 heeft genomen en welke de strekking hadden om de financieele positie der gemeente te verstevigen. De vaststelling van de schadeloosstelling te betalen aan Heemstede kan thans spoedig worden tegemoet gezien. Ook in geval van de voor Haarlem meest gunstige beslissing zal een belangrijk bedrag in contanten voor de beta ling van de woningcomplexen enz. noodig zijn. In hoeverre het bedrag van 250.00, ge raamd onder b volgnummer 240 juist is, kan thans niet met zekerheid worden voorspeld. Wel is er grond voor de verwacnting, dat ae raming van den Inspecteur der Directe Be lastingen bij den aanvang van het kohierjaar 19321933 van de opbrengst hiervan gemaakt, en waarover in de Raadsvergadering van 11 Mei 1932 mededeelingen werden gedaan, aan den onvoorzichtigen kant geweest is. Uit het geen per 1 October 1.1. beschreven was, in ver gelijking van hetgeen 1 October 1931 ten ko- hiere was gebracht, valt zulks af te leiden. De vraag, of wel steeds voldoende overleg plaats vindt tusschen partijen bij de behan deling van zaken, welke in de vergaderingen van de Commissiën van Overleg aan de orde worden gesteld, kunnen wij niet anders dan bevestigend beantwoorden. Wij hopen een dezer dagen het ontwerp van het nieuwe Ambtenarenreglement aan den Raad ter behandeling toe te zenden. Op vragen antwoordde B. en W. het vol. gende: Zooals Uw Raad reeds bekend is, is de derde afdeeling (Financiën en verificatie) ten stad- huize versterkt met een ambtenaar (Schudde- boom), die in het bijzonder tot taak heeft B. en W. te adviseeren omtrent de vraag of bij eenigen tak van dienst bezuinigd Kan woraen. ABONNEMENT SERIE A waarop geleverd wordt 2 COSTUUMS 1 WINTERJAS 1 DEMI SAISON Gedurende twee jaren OF arup geievera wore >N J per maand 16.70 ABONNEMENT SERIE B waarop geleverd wordt: COSTUUMS 1 WINTERJAS 7 J DEMI SAISON J Per maand Gedurende twee jaren LANSDORP ROBAT KRUISWEG 6 TELEFOON 11787 voorheen jarenlang chef en coupeur Fa. Eduard Davidson. „Opa, bent u ooJa zoo klein geweest als ik?" „Natuurlijk, Jantje." „Wat zult u er gek uitgezien hebben met uw baard." Zijn aanstelling heeft een tijdelijk karakter en een bepaald doel. Zijn salaris bedraagt ƒ500 per maand, waar voor hij 4 dagen per week in dienst der ge meente is. De aanstelling geldt voorloopig tot 1 Januari 1933. Hij grijpt niet in bij diensten of bedrijven, maar overlegt met het hoofd van eenigen tak van dienst; komt er geen overeenstemming, dan is de beslissing bij B. en W. in eerste, en bij den Raad in hoogste instantie. Enkele leden stellen de vraag, of B. en W. het in dezen tijd noodzakelijk achten, dat er in het dienstgebouw aan de Westkolk te Spaarndam twee telefoonaansluitingen zijn, één voor den beheerder en één voor den aldaar wonenden agent van politie. Met een telefoontoestel kan niet worden vol staan. Het voordeel, dat verkregen zou worden door opheffing van één aansluiting met plaat sing van een neventoestel met schakelaar, be dragende 7 80 per jaar. weegt niet op tegen het ongerief, dat daaruit zou voortvloeien. Een lid vraagt of het wel juist geacht moet worden, dat het presentiegeld van den voor zitter van een stembureau hooger is dan dat der leden. Hij ziet niet in, waarom de taak van den voorzitter zwaarder zou zijn dan die van de leden. De toekenning van presentiegelden geschiedt, antwoorden B. en W., ingevolgen besluit van 22 Maart 1922, waarbij het tarief is bepaald, per uur, op 1.20 voor den voorzitter en op 1 voor de leden. Zooals uit de ontwerp-begrooting voor 1933 blijkt, stellen zü voor die vergoedingen voor de gewone stembureaux te verminderen en respectievelijk te brengen op ƒ1 en op 0.75 per uur. Tevens achten zij gewenscht intrekking van het besluit van 18 April 1923, tot toekenning van presentie-gelden aan de leden van hoofd- centraalstembureaux. Zonder hierbij in nadere beoordeeling te wil len treden over de taak, toebedeeld aan voor zitters en leden van stembureaux, meenen B. en W. toch, dat er geen voldoende aanleiding bestaat om wijziging voor te dragen van het eenmaal aangenomen systeem van belooning. Slechts zij er op gewezen, dat de verantwoor delijkheid voor den goeden gang van zaxen vrijwel geheel berust bij den voorzitter, waar mede verband houdt zijn ruimer wettelijke bevoegdheid boven die der andere leden. Op desbetreffende vragen antwoorden B. en W. dat ook zij de ongelukken betreuren, die nu en dan met noodlottigen afloop alhier plaats hebben. Het zou echter onbillijk zijn daarvoor de verkeersregeling te Haarlem als oorzaak te noemen, zeggen B. en W. Over de geheele wereld worden automobielen bestuurd door personen, die lijden aan een volkomen gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel; an derzijds is de verbijsterende zorgeloosheid, waarmede voetgangers en wielrijders dikwijls gebruik maken van den rijweg, de oorzaak van menig ongeval. Dat een maximumsnelheid van 20 resp. 30 K.M. voor de binnenstad resp. de buitenwijken te hoog zou zijn, kan niet wor den erkend; de remconstructie der moderne automobielen laat toe, dat op enkele meters kan worden gestopt. De verkeersregeling in de binnenstad is het tegendeel van een „warwin kel"; het consequent doorgevoerd eenrichting verkeer, noodzakelijk in steden met zeer smalle straten in de binnenstad, mag niet altijd ge riefelijk zijn, het verhoogt in niet geringe mate de veiligheid. Het euvel, dat op verkeerde wijze een bocht genomen wordt, of de stoplijn over schreden, wordt zooveel mogelijk gekeerd. Her haaldelijk worden op punten, waar veel ver- keersfouten worden gemaakt, op drukke oogen- blikken politieposten geplaatst om overtreders op hunne fouten te wijzen. Terzake het rijden op trottoirs en voetpaden wordt meermalen proces-verbaal opgemaakt. Het verkeer op ae Groote Markt voldoet naar onze meening aan redelijke eischen: ongelukken als gevolg van het aldaar reeds jaren bestaande cirkelverkeer komen niet voor. Het spreekt echter vanzelf, dat op pleinen waar meerdere straten tezamen komen en derhalve het rijverkeer intensief is, voorzichtigheid voor alle gebruikers van aen weg geboden is. HetSfelfde geldt voor het Plein: het reeds meermalen bepleite denkbeeld om het snelverkeer te verbieden ter linkerzijde langs de tramperrons te rijden, heeft onze in stemming niet: overal waar zich langzaam en snel verkeer op dezelfde wegbaan beweegt, rijdt het langzame verkeer (handwagens, rijwielen enz.) uiterst rechts, het snelle verkeer op de linkerzijde van de rechterweghelft. Bij over steken van de tramrails, vooral acnter een stilstaande tram om, is oppassen de boodschap! Uitvoering van de parkeerverordening, waar door vooral een einde gemaakt, zal worden aan het tweezijdig parkeeren jn nauwe straten, is in voorbereiding. Het bedrijf van den wagen- en hoefsmid in de Zijstraat brengt mede, dat een of meer voertuigen voor de smederij blijft staan, terwijl een paard beslagen of een wiel gerepareerd wordt. Nagegaan zal worden of het mogelijk is de wagens gedurende dien tijd een andere plaats te geven. Eenzijdig parkeerver bod in de Zijlstraat zal ten deze. reeds een groote verbetering geven. Betreffende de sterkte van het politiekorps deelt de Burgemeester mede, dat, om den dienst behoorlijk in alle onderdeelen te doen func- tionneeren en tevens bij gebeurtenissen van bij zonderen aard als stakingen e. d. over meer personeel te kunnen beschikken, feitelijk een uitbreiding met minstens 30 man (10 man per ploeg) noodig zou zijn. Door een zorgvuldige organisatie zijn tijdens de laatste stucadoors- staking weliswaar ernstige ongeregeldheden voorkomen kunnen worden, maar het was in derdaad niet altijd mogelijk om ter voorxommg van molest voldoende personeel naar bepaalde punten te dirigeeren. Opgemerkt wordt nog, dat de motorbrigade lang niet voor alle onder deelen van den politiedienst te gebruiken is. De financieele toestand weerhoudt den Bur gemeester evenwel, thans op uitbreiding aan te dringen. Een algemeen verbod tot het houden van optochten komt den Burgemeester op dit oogenblik onnoodig voor; wel zijn de voor waarden, waaraan moet worden voldaan, ver scherpt: van „hinderlijke bepalingen" kan echter allerminst worden gesproken. Integen deel, zij waarborgen een ordelijk verloop van het geheel. Reeds bij de oprichting van de burgerwacht zijn in het Stadhuis wapens voor dit instituut in bewaring genomen. Het ligt niet in het voor nemen van B. en W. hierin verandering te brengen. Alvorens tot aanstelling van nieuw personeel bij de politie wordt overgegaan, heeft een nauwgezet onderzoek plaats naar de betrouw baarheid van den sollicitant. Een lid wenscht schrapping van de vergoe ding van overuren aan hoofdagenten en agen ten. De vergoeding van overuren aan hoofdagen ten en agenten van politie is geregeld in de desbetreffende verordening, zeggen B. en W. Zij is opnieuw opgenomen in het ontwerp- ambtenarenreglement. Bij de behandeling van dit ontwerp in den Raad kan naar onze mee ning de hierbedoelde kwestie aan de orde ko men. De uitgaven voor de hondenbrigade zijn stel lig te verdedigen op grond dat zij besparen op de kosten van surveillance. Elke agent„ be- hoorende tot de brigade surveilleert in dienst tijd (middag en nachtdienst) gelijk ieder ander lid van het agentenkorps. Des nachts surveil leert de man met zijn hond, waardoor de tweede surveillant wordt uitgespaard. Voor een gedi plomeerden hond, waarvan er 5 in gebruik zijn, wordt aan den eigenaar, die zijn hond ter be schikking van de gemeente stelt, ƒ3.— per week vergoed. Het is dus niet juist, dat de honden brigade een bedrag van 7.000 zou vereischen. De oorzaken van mindere bezetting der zie kenhuizen (van ontvolking kan niet gesproken worden, nog minder van ontwrichting van het ziekenhuiswezen) zijn: „de algemeen goede ge zondheidstoestand te Haarlem en de scherpere controle op opneming in ziekenhuizen en op den duur van het verblijf aldaar". In het tijdvak van 1 Mei tot 1 Sept. '32 werd opname verzocht door 1124 patiënten, hiérvan zijn opgenomen in ziekenhuizen 1075. Van de 49 niet voor rekening der gemeente opgenomenen werden op medi sche indicatie 5 afgewezen en 22 op sociale in dicatie, dus nog geen 2pCt. Indien de huiselijke omstandigheden van dien aard zijn, dat een patiënt thuis zonder bezwaar kan verpleegd worden, hetzij door de naastbe- staanden, hetzij met behulp van Maatschappe lijke Zorg, wordt een patiënt op grond van sociale indicatie niet opgenomen. Ieder geval wordt nauwkeurig nagegaan; geen opname wordt geweigerd, zonder overleg met den behandelenden geneesheer, terwijl mocht overeenstemming niet bereikt worden, de weg voor arbitrage openstaat. Hiervan werd echter in het afgeloopen jaar geen gebruik gemaakt. In sommige gevallen worden zieken eerder uit de ziekenhuizen ontslagen dan vroeger, doch nooit te vroeg; ook hier wordt ieder geval op zichzelf beschouwd. De gevallen zelf voor te leggen die geweigerd zijn wegens sociale indicatie, zou strijdig zijn „Zou je daar nou niet even mee wachten, Frits?" „Wachten? Ik denk 'r niet over! ,,'t Zijn sumperds, Fritsen als je ze 't huis laat uitzetten dan is hun winkeltje ook naar de maan „Bemoei jij je d'r nou liever niet mee, vrouw.... zaken zijn zaken, niewaar? Ik moet me centen hebbenals ik me schuldeischers niet betaal, dan pakken ze mij óók anda's nou eenmaal 't gewone verloop in de zaken wereld „Maar die zakelijkheid hoeft toch niet elk gevoel van menschelijkheid weg te cijferen? Je kunt toch de omstandigheden wel in aanmer king nemen? Die man is maanden achtereen ziek geweesten dan lang gesukkeld met dat jongste kindjeer zit 'n boterham in dat zaakje.... als ze maar 'n poosje de gele genheid krijgen weer wat op verhaal te ko men. „Ja-ja.... als 't aan jou lag, vrouw, dan zou 't er met m'n financiën mooi uitzienin zulke dingen moet je niet met gevoeligheid gaan wer kendan nemen ze 'n loopie met jegeloof me nou, ik heb op dat gebied meer ondervinding dan jijAls die van Galen 'n béétje kerel is, dan zorgt ie wel dat je aan de centen voor de huur kómt. zulke luidjes moeten altijd éérst een deur waarder zien, anders gelooven ze 't welEn let maar es op.... over 'n paar dagen is ie hier met 't geld.... ik heb al méér met dat bijltje gehakt!" Frits Mokkering was 'n gelukskind, zooals men dat wel noemt. „Stom geluk" zeiden de zakenlui. Op z'n twintigste jaar kon ie zóó in de win kel van z'n vader stappen, 'n groote zaak in huishoudelijke artikelen met wel vier kolos sale spiegelruiten. Hij kon maar net met goed fatsoen z'n eigen naam schrijvenmaar voor de rest was 't knuddeen alléén door z'n omgang met veel menschen leerde hij nog 'n beetje behoor lijk redeneeren Z'n vader had de gouwe zakentijd meege maakten Frits kon zonder hard werken de stevig gefundeerde onderneming voortzetten. En toen ie 'n meisje met geld trouwde was ie heelemaal de meneer. Maar 'n „heer" werd Frits in geen enkel op zichten z'n vrouwtje moest al spoedig ondervinden, dat de centen hem maakten tot 'n botte egoïst, die z'n personeel als 'n stuk marktgoed beschouwde en 't woord naasten liefde alleen kende van hooren zeggen. Bleek, klein en onderdanig zat van Galen in 't mooie, glazen kantoor van Frits Mokkering om nog eenmaal te probeeren, hem tot wat meelij te stemmen „U weet toch hoe t er mee staat, meneer Mokkeringer is geen sprake van onwil Waar moet ik heen met m'n gezin en m'n win keltjeik ben nou weer heelemaal opge knapt en zal heusch de boel wel weer ophalen ....geef me nog 'n kans, meneeru rookt er geen sigaar minder cm En z'n smeekende oogen zochten iets van barmhartigheid in die andere, daar tegenover hem. „Nee, van Galen" schudde Frits z'n dikke kop „da's 'n wassen neusje redt 't daar toch niet.... en ik kan dat winkelhuisie goed verhuren.... komt er ook nog bij.... en an 'n goeie, solide firma, die er 'n filiaalhouder in wil zetten.... t is bij jou eigenlijk altijd tob ben geweest met de huur-betaling, dat weet je net zoo goed als iken ik ga nou eenmaal uit van 't standpunt: zaken zijn zaken.... daar moet elke persoonlijke kwestie buiten staan En laten we d'r nou niet verder over boo- men.... dat haalt toch niks uit Hij stond op, wat duidelijk beteekende, dat van Galen wel kon gaan. 'n Week later vertrok 't gezin van Galen naar 'n onbekende buurt ergens'n Winkelhuisje had ie nergens kunnen huren... de eigenaars dorsten 't niet aan met 'mde informaties waren te slecht. 't Voorkamertje werd, zoo goed en zoo kwaad als 't ging, als winkel ingericht.... 't gaf 'n armzalige indruk 'n Week of drie daarna kwam de vrouw van Frits Mokkering hen opzoekenze kocht voor 'n tientje winkelwaaren stopte v. Ga len's vrouw 'n briefje van vijf en twintig in de handen als ze in de narigheid zaten dan moesten ze nog maar es 'n wenk geven, zoo zonder dat haar man 't merkte Dat gebeurde 'n paar keer. 't Gezin van Galen werd zichtbaar door O. L. Heer gezegendDe oudste jongens kregen 'n aardige betrekking't winkeltje ging vooruit en van Galen zelf, die altijd 'n werk zame, ondernemende snuiter was geweest, ging zich toeleggen op 'n speciaal artikel, dat bij 't publiek zeer in de smaak viel Na 'n goed jaar kon ie 'n flink winkelhuis huren in 't centrum en de verwachtingen wer den verre overtroffen. Vanuit alle deelen der stad kreeg ie klanten, en 't duurde niet zoo lang, of hij moest z'n jongens thuis houden de een bleef in de zaak en de ander ging met 't nieuwe artikel reizenen met 'n succes, dat bijna overstelpend was. Zoo werd het in hoofdzaak 'n groothandel... die telkens maar weer uitbreiding van ruimte en personeel noodig maakte. De van Galen's bleven eenvoudige menschen, die God elke dag opnieuw dankten voor Zijn overvloedige zegen, en in stilte veel goede wer ken deden. Zoo gleden de weken, de maandende jaren Het echtpaar van Galen ging buiten de stad wonenen de zaak, die nog niet eens op haar hoogtepunt stond, werd geheel door de werkzame, wakkere jongens gedreven. En nu weer even 'n kijkje in 't mooie, glazen kantoortje achter de zaak van Frits Mokke ring Die er nu niet zoo welgedaan uitziet als toen. Z'n vrouw staat naast 't schrijfbureau.... en haar gezicht is bleek en strak. „Zoo staan dus de zaken...." zegt ze ta melijk koel „En dat hoor ik nu pasIs dat eerlijk. Frits?" Nu je mijn geld noodig hebt kom je er mee voor den dagop 't al lerlaatst Ben ik nu goed genoeg om jouw speculatie-schulden te betalen? En is 't niet je uitdrukkelijke wil geweest destijds, dat we op huwelijksvoorwaarden zouden trouwen? „Je weet nooit wat ons boven ons hoofd hangt" zei je toen zelfIk kan me dus aan je woord houden „Maar Lize" schrok Frits „de schan de.... de schande van 'n bankroet.... dat zul je toch zelf niet willen.... en je kunt er mij mee reddenen ik wil je plechtig beloven Lize keek hem recht in 't gezichten zei langzaam, nadrukkelijk: „Zaken zijn zaken!" Frits kromp ineenvoelde, dat z'n vrouw hem versloeg met z'n eigen stopwoord, waar mee hij altijd z'n harteloosheid had gedekt En toen ie weer durfde opkijken.... was zij uit 't kantoor. Maar 's avonds, in de huiskamertoen ie met 'n wanhopig gelaat aan tafel zat, vol bange toekomst-visioenenkwam ze naast hem staansloeg haar arm om hem heen en zei: „Dacht je nou werkelijk, Frits, dat ik je niet zou helpen? Je kunt m'n geld gebruiken, hoor.... ik wou je 'n lesje gevendat is allesMaar je moet me op je eerewoord be loven, dat je nooit meer zult gaan speculeeren." Dat deed Frits.... en hij beloofde ook nog iets anders. De zaak was gered. Maar 't beteekende slechts 'n tijdelijke op leving Er was intusschen veel concurrentie geko menen Frits had niet voldoende bek"' "im- heid en energie, om die 't hoofd te kunnen bieden. Er kwamen andere tegenslagen by, waarvan de sterke prijsdaling niet de minste was De betalingen gingen trager.... de leveran ciers werden lastigFrits kon niet meer uit pakken zooals ie wou.... En op 't laatst dreigde een der grootste schuldeischers met faillissement. Frits ging die firma bezoekenvroeg, smeekte om uitstelmaar de directeur haal de z'n schouders op en zei: „Zaken zijn zaken, meneer Mokkering.... ik heb u dat trouwens meermalen zelf hooren zeggen vroeger." „Allemachtig! Zie ik dat goed? Is u mevrouw Mokkering?" „Hemel! Meneer van Galen, hoe gaat 't met u? In geen jaren gezien!" „Best, best, dank umaar ehheb ik dat goed? Is 't met de zaaku neemt me toch niet kwaiyk?" Mevrouw Mokkering boog het hoofd.... en van Galen hoorde 'n snik. „Komt u even mee, mevrouwik woon hier vlakbyen m'n vrouw zal juist de kof fie klaar hebben. „Goeie genade!" riep v. Galen's vrouw, die open deed. „Jagoed gezien, vrouw; nog ouwe ken nis.... heb je de koffie klaarmevrouw is 'n beetje van streekzoonou maar es kalmpjes gaan zittenhier'n fijn stoeltje voor u, om lekker in te leunen." Mevrouw Mokkering, die er sjofeltjes uitzag, kwam wat op verhaalen biechtte toen eer lijk op, dat 't geen toeval was.... In uiterste nood was ze deze kant opgegaanin de hoop hen te spreken te krijgen.... Want ze hadden 't arm. Haar man had na 't faillissement van alles geprobeerd.... maar nergens kon ie iets vindenen als ie nou maar weer geholpen kon worden, om 'n kleine zaak te beginnen in een der buitenwyken.... 'n heel gewoon win keltje was al voldoendeals ze maar 'n bo terham hadden En. mevrouw Mokkering schreide bij de van Galens al haar leed uit. „Ik zal u helpen, mevrouw.... God heeft ons gezegenden t is onze plicht, ook an deren bij te staan „Zou u werkelijk.... O, wat zal Frits dat edel van u vinden „Stop! Uw man mag niks wetenik ver bied u, hem iets te vertellendat zou ook te vernederend voor hem zünmaar de voor naamste reden is deze: we willen voor niemand weten, wat we zoo nu en dan es doen met ons gelddat is 'n soort offertjeuit dank baarheid, begrijpt u? Dus dat blijft zoo afge sproken, hè?" „Maar,... als m'n man nu vraagt...." „Weet ie, dat u hierheen bent?" „Nee.... ik heb hem niets gezegd Mooi zooals ie vraagt, hoe dat in elkaar zit, dan zegt u maar zoo iets van ehnou ja, dan zegt u: „Zaken zyn zakendaar moeten persooniyke kwesties buiten blijven..." Ik zal wel zorgen, dat u niet tegenover uw man in 'n soort geheimzinnig waas komt te staan.... dat is voor u allebei ook prettiger.... ik zoek wel iemand, die de zaakjes op bevredi gende wyze in orde brengt.... nou, is dat wat, of is dat niks?" Mevrouw Mokkering ging overgelukkig naar huis. Ze hebben nu al jaren 'n lief bescheiden zaakje in 't Noorderkwartieren Frits ver klaart met z'n hand op 't hart „dat ze 'm dood magge slaanmaar dat ie niet kan zeggen, aan wie hy z'n redding te danken heeft En als ie z'n vrouw nog es plagend wil uit- hooren, dan zegt ze lachend: „Zaken zijn zaken!" G. N. M11U111111111111| 11111111111111M iiiiimiiiiimiiiimiiiimiiiiT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9