Uit de wereld van de film
Spuiten geeft beter fruit!
Zes dagen op de fiets
CONGORILLA"
Filmportretten
Een Nederlandsch product
HOE LAPT MEN 'M DAT?
8$
9
Een boeiende film uit de oerwoa*,
den van Afrika
Camilla Horn
DE FILM „FAKKELGANG"
Debuut van „Visie"
De slavenbevrïjding
HET El VAN COLUMBUS
Op de sproei-demonstraties te El,it werd door de Fa. Moer-
koert te Utrecht een sproei-machine getoond, die wordt
aangedreven door den motor van de vrachtauto, waarop ze
kan worden geplaatst
Demonstraties met motor-sproei-
machines
Amsterdam gaat een belangrijk
wielrenevenement beleven
Zeer sterke deelname
Het contract
De goudschatten van
Keizer Maximiliaan
Als de brandweer geen
benzine heeft
mmm
Pijnenburg, een der meest ge*
preesde Zesdagen-renners
99
Hst vervaardigen van oerwoudfilms is sindS"
eenige jaren sterk in zwang gekomen. We
kennen nu al „Rango", „Simba", „Gras",
„Afrika spreekt", „Trader Horn", „Tarzan" en
hiermede is de Ujst niet eens volledig. Van al
deze zijn alleen de laatste z.g. speelfilms met alle
nadeelen die een speelfilm moet bezitten, zoodra
zij 't oerwoud tot plaats van handeling heeft ge
kozen. De groote charme van het oerwoud is niet
zoozeer het liefdesverhaaltje, dat zich in een
Afrika-expeditie afspeelt dan wel dé oerkracht
van het roofdier en het mysterie van de jungle.
Zoodra de mensch met zijn Amerikaansche be
schaving in de wildernis verschijnt, komen we
wat onwennig te staan tegenover de kracht
beesten, die door een lieftallig juffertje worden
neergeveld, terwijl het lieve kind veilig achter
de tralies (die we niet zien op de film) verbor
gen zit en den koning der dieren als een stukje
sensatie overhoop schiet. Dat is toch niet het
leven van de wildernis; dat zijn niet de on-
tembaren, zooals wij ons die voorstellen in onze
verbeelding en zooals ze leefden in de boeken
van onze jeugd en ook in de werkelijkheid van
de onmetelijke wouden van het donkere wereld
deel.
De groote gebreken van films als „Trader
Hom", „Afrika spreekt" e.d. zijn dan ook ge
legen in het feit, dat deze film de menschelijke
maatschappij in het klein overplanten naar
de primitieve en volledig vrije natuur der
groote wouden. We kunnen desnoods de
menschen in de wildernis voor lief nemen,
maar eigenlijk gaat het niet aan, deze twee
tegengestelde elementen bü elkaar te bren
gen en ons dan nog te willen wijsmaken,
dat we een oerwoudfilm zien. De mensch
met al zijn gewoontetjes en zijn zorgjes
steekt tè nuchter af tegen de geweldige
romantiek der roofdieren, tegen de majesteit
van Gods wilde schepping, tegen den konink
lijken tred van den leeuw en den lenigen sprong
van den tijger, tegen de domme kracht van den
olifant en de meedoogenloosheid van den kroko
dil, tegen de bruutheid van den rhinoceros en
de gevaarlijke onstuimigheid van het nijlpaard.
Een uitzondering op dit soort films is de film
„Congorilla", die de Fox-film hier gaat invoe
ren. Hier is weliswaar ook sprake van een
Afrikaansche expeditie, nJ. de expeditie van de
Amerikanen, de heer en mevrouw Johnson, die
Jaren in Afrika rondzwierven en daar merk
waardige ontdekkingen hebben gedaan.
I
Gelukkig zien we dit tweetal en de rest van
de deelnemers slechts nu en dan op de film en
hoorei? We zelden hun gesprekken, die overigens
slechts zouden misstaan, daar waar we liever
het gebrul van den leeuw vernemen. Zooveel
mogelijk toont de maker van deze film ons de
natuur in haar volle, ongerepte pracht en
kracht, zonder dat menschelijke wezentjes met
blanke huid het geval komen vertroebelen. De
menschen, die hier een rol spelen, zijn de echte
Pymeëen of Dwergmenschen, waarvan uitste
kende opnamen zijn gemaakt en die we leeren
kennen in vrijwel al hun uitingen en gewoon
ten. Niet dus als hulp in een liefdesroman, zoo
als dat in „Tarzan" gebeurde, maar eenvoudig
en daarom des te boeiender, als deelen, levende
bewoners van het oerwoud, die op hun plaats
zijn tusschen leeuwen en antilopen, gnoes en go
rilla's. Hun dansen en feesten zijn hier met
goed begrip opgenomen en vertolkt. We zien een
jonge liefde ontstaan en opbloeien tusschen een
jongeling en een Pymeëen-jongedochter en we
nemen deel aan het huwelijksfeest. De oorlogs-
tam-tam jammert zijn berichten van dorp tot
dorp en ineens voelen we ons als bewoners van
de dichte geheimzinnige bosschen, waar dood
en vernieling sluipt en waar het leven dagelijks
naast den dood strijdt. Kudden olifanten en
tienduizenden flamingo's, naar bloed dorstende
leeuwen en tijgers sluipen rond en in doods
angst stuift het zwakkere wild naar alle kanten
om het veege lijf te bergen, want en dit
voelen wij ieder oogenblik hier heerscht al
leen het recht van den sterkste, dat vaak het
recht wordt van den primitieven maar vemuf-
tigen mensch.
Al dit wilde leven, al die mysteries en de on
doordringbaarheid van de jungle geeft deze film
onopgesmukt en zonder verbloeming weer en
we leven mee met deze oerhartstochten, die
spannender zijn dan het meest sensationeele
verhaal uit de onderwereld, terwijl zij meer in
overeenstemming zijn met de waarheid dan de
moderne verhalen, die we zoo vaak in de bios
coop te zien krijgen. Een film als deze is in
haar regelrechte waarheidsliefde weldadig en in
hooge mate boeiend en interessant. Wel moeten
wij voorbehoud maken voor volwassenen,
gezien de openhartigheid, waarmede sommige
gewoonten van het oervolk werden gefilmd, ook
al geschiedt dit decent en volgens de werkelijk
heid.
De Duitsche versie van „Congorilla" wordt
«enigermate ontsierd door een onzichtbaren ex
plicateur, die de heele film door zijn mond niet
houdt en meent, dat het oerwoud minder inte
ressant zou zijn, wanneer hij zijn, voor ons ge
voel nogal gemaakte, geestigheden voor zich
had gehouden. Wij echter zijn van meening, dat
een verraderlijke sprong van een krokodil, die
zijn prooi achtervolgt en zijn vervaarlijken bloed
dorst niet meer kan bedwingen, heel wat be
wonderenswaardiger is dan een Hoogduitsche
mop, voor een Hoogduitsche microfoon getapt.
Dit oordeel schijnt ook Fox-film te zijn toege
daan en daarom zal die Duitsche grapjas uit de
film worden gebannen, terwijl sobere doch dui
delijke teksten het geheel zullen verheideren,
zonder storend te werken op het beeld. De film
zal daar zeer bij winnen en een van de mooi
ste oerwoudfilms zijn, die tot dusver gemaakt
werden, want behalve een ware film is „Con
gorilla" ook een geheel, dat verrassend knap en
vol afwisseling in elkaar werd gezet. Dit is eens
te meer een bewijs van de kracht die van een
film kan uitgaan: zij betrapt het leven in de
oerwouden, daar waar dit leven voor ons het
meest belangrijk lijkt en met dit materiaal
bouwt de film een prachtig stuk wilde natuur
op. Daarbij heeft de film nog de verdienste, dat
zij in tegenstelling met de meeste films van
Afrika alle overdaad vermijdt. Zij wil ons niet
doen gelooven, dat men in de wildernis geen
stap kan zetten zonder op eenige tientallen
leeuwen of tijgers te stuiten. Zij houdt zich
liever aan de werkelijkheid, die immers altijd
voldoende stof biedt tot schoone verbeeldingen.
Waaneer wij hierbij een conterfeitsel publi-
ceeren' van Camilla Hom, dan bedoelen
wij daarmede niet té betöogen, dat deze Duit
sche film-schoonheid tot de belangrijke figu
ren uit de filmwereld behoort. Zelfs durven we
beweren, dat de zelfbewustheid, waermee zij
den lezer aankijkt, wel eenigszins In strijd is
met de ware beteekenis van haar verschijning
in de film.
Camilla Hom is een van de zeer velen, die
snel zijn opgebloeid en nog sneller zijn ver
welkt. Een filmster telt haar jaren vijfdubbel,
zou men kunnen zeggen. Zoodra zij van haar
plaats moet afstappen in de gunst van het
groote publiek, is het met haar gedaan. En de
groote ontdekking is een teleurstelling gewor
den. Zoo is het ook gegaan met Camilla Hom,
die destijds het is nu al weer een jaar of
acht geleden furore maakte in de film
„Faust" van den inmiddels overleden dr. Mur-
nau. Het was heel toevallig, dat Camilla film
ster werd. Wel had zij, zooals zoovele dwaze
jonge meisjes, haar jeugd bijna verdroomd aan
de film, maar het land van belofte is, geluk
kig, heel moeilijk te bereiken.
Maar op zekeren dag, toen Mumau zoekende
was naar een Greetje voor zijn „Faust", een
speurtocht, die niet zoo heel gemakkelijk van
stapel liep, ontdekte hij Camilla Horn als het
ideaal van de klassieke Greetje en dit was vol
doende om haar te engageeren. In de film is
een uiterlijke gelijkenis al spoedig voldoende.
Camilla-Greetje was gearriveerd en haar naam
was gemaakt.
Doch toen „Faust" zijn aantal keeren had
gedraaid in de bioscopen, was ook haar rol vrij
wel gespeeld. In haar volgende creaties, die
voor het grootste deel door kleinere maatschap
pijen werden gefinancierd, wekte zij niet meer
die belangstelling van vroeger. Zij was eigenlijk
ster af. Zij had haar ééne rol gespeeld en daar
mee uit.
Nu schijnt zij weer meer op te vallen en dit
dankt zij aan de operettefilms, die de Duitsche
Ufa in grooten getale aanmaakt. Zij komt hier
mede te staan naast Lilian Harvey en Kathe
von Nagy, die evenals Camilla haar roem méér
danken aan haar uiterlijke charme dan aan
haar talent. Maar die uiterlijke charme schijnt
reeds voldoende te zijn om een filmschoonheid
honderden bewonderaars te bezorgen van bei
derlei kunne.
De persvoorstelling van de eerste film van
„Visie", onder welken naam de heeren de Haas
en Keyzer hun onafhankelijke filmloopbaan be
gonnen, geeft allereerst reden tot bewondering
voor de voortvarendheid, waarmede dit drietal
zijn eersteling heeft afgewerkt. Het is immers
nog maar enkele maanden geleden, dat de „Ver-
eeniging tot afschaffing van alcoholische dran
ken" de opdracht gaf tot het vervaardigen van
„Fakkelgang" en ziedaar de film af en klaar!
De bezwaren om hiermede te beginnen
tegen deze film treffen niet zoozeer het werk
van het talentvolle drietal dan wel de opdracht;
of om het wellicht juister te formuleeren: de
opdracht had o.l.niet de geheele sympathie van
de makers en kon hen moeilijk tot geestdrift
brengen. Vandaar, dat we in de film herhaal
delijk op drastische effecten stuiten, die eer
ironisch dan waarschuwend aandoen. Om een
voorbeeld te noemen: tijdens een feestmaal
drinken de gasten wat veel of wat de op
drachtgevers dan veel noemen en om dit te
demonstreeren laten de pimpelbroers de cham
pagne inplaats van in hun mond langs hun kin
nebak vloeien, volkomen in strijd met de psy
chologie van den drinker, waarna het gezelschap
dames en heeren amoureuse bevliegingen begint
te krijgen enz. Welnu, dit gelooven we niet zoo
maar allemaal. Wij meenen, dat het mogelijk is
een goed glas te drinken zonder nu bepaald in
zeven slooten tegelijk te loopen. En dat meenen
de makers van deze film vermoedelijk ook. Er
zijn meer van deze voorbeelden, (o.a. de drin
ker, die in een kroeg vermoord wordt), die verre
van overtuigend zijn en die talrijk genoeg zijn
om het geheel zijn propagandistische karakter
te ontnemen.
Maar dan zijn daar de filmische verdiensten
van „Fakkelgang", (die naam heeft ook al wei
nig beteekenis) en die zijn niet gering en alles
zins voldoende om groot vertrouwen te hebben
in de toekomst van de groep „Visie". Deze hee
ren weten wak „film" is, gaan hoogst vertrou
welijk om met hunne camera, zijn allerminst
bang van een stukje absolute film. De vlam
metjes, die de film openen zijn bijna beslissend
voor een oordeel over het talent, waarmee de
film gemaakt werd. Een filmrijm als de verzopen
kop van een drinker en de kop van een zwijn,
kort en treffend gemonteerd, is verrassend van
effect en toont een zuiver begrip van bezielde
montage. Zij kennen de knepen van het vak en
werken volkomen veilig met de eigen middelen
van de film. Daarom is het jammer, dat juist
deze materie de eerste opdracht moest zijn. Zoo
dra de maker van een film niet geheel achter
den geestelijken inhoud van zijn werk kan staan,
is het mis en moet hij zich op de been houden
door zijn knapheid. En knap zijn de mannen
van „Visie" genoeg, hetgeen, om nog een voor
beeld te noemen, o.a. blijkt uit de geraffineerde
wijze, waarop zij de vergoten alcohol over het
doek laten stroomen en achter dit jenevergor
dijn enkele stadsgezichten laten opdoemen. Dit
zijn inderdaad knappe dingen, die niet eens be
dorven worden door de naieve voorstelling, als
zouden de krottencomplexen van jaren geleden
via de geheelonthouding in keurige woonwijken
herschapen zijn.
De groote verdienste van „Fakkelgang" be
hoeven we echter niet eens te zoeken in de vele
goede details, doch voornamelijk in de doorloo-
pende zuivere filmtaal, waarover de makers be
schikken. Dbg.
Het volgend jaar zal het honderd jaar ge
leden zijn, dat in Engeland een gewichtige stap
werd gezet om tot algeheele afschaffing te ge
raken van de slavernij in al hare vormen, in
de Britsche bezittingen.
Destijds zijn ongeveer 700.000 personen door
de toen genomen maatregelen vrijgekomen. De
herdenking zal op waardige wijze plaats vinden,
terwijl de opmerkzaamheid der openbare
meening gevestigd zal worden op het gewichtige
vraagstuk der slavernij. Op 't oogenblik zijn
er nog 4 tot 6 millioen slaven over de geheele
wereld, vooral in Afrika.
In Abessinië wil men nu ook ernstig tegen
de slavernij optreden. De keizer van Abessinië
heeft een bijzondere afdeeling ingesteld ter
onderdrukking van den slavenhandel. Aan het
hoofd zal een Abessinisch vorst staan, die door
een Engelsch raadgever en een commissie van
vooraanstaande persoonlijkheden wordt bijge
staan.
De Nederl. Pomologische Vereeniging,
Hoofdafd. Fruitteelt, der Nederl. Heide-
naatschappij, heeft Donderdag een de
monstratie met sproeimachines gehouden in
den boomgaard „Het Kokersland" aan den Val-
burgschen weg te Eist. Deze demonstratie is
voor den fruitkweeker en den loon-spuiter
vooral daarom van beteekenis, omdat daarop
practisch alle in Nederland vervaardigde, sa
mengestelde en geïmporteerde machines te
zamen worden gebracht.
Het wordt hem dus mogelijk gemaakt om
de verschillende constructies, zoowel in geheel
als in onderdeelen, met elkaar te vergelijken
en doordat ze ook werken kan hij ge
makkelijk bepalen, welke machine in verband
met de eigenaardigheden van zijn bedrijf of de
zwaarte van zijn portemonnaie hem het beste
past. Door dit soort demonstraties, die in
zekeren zin als commercieele en technische
wedstrijden zijn te beschouwen, wordt wel in
sterke mate het belang van den kooper ge
diend.
Tot voor kort waren, met uitzondering van
enkele kleinere apparaten, die met handkracht
werden gedreven, het uitsluitend buitenland-
sche machines, die werden geïmporteerd. Wèl
waren er eenige fabrikanten als Boeke Hui
dekoper te Haarlem, Brinkman Niermeyer
te Zutfen en Jean Heybroek te Bilthoven, die
verschillende systemen van pomp en aandrijf-
motor gingen combineeren, doch het bleven
toch machines uit een ander land. Thans is
daarnaast ook een geheel Nederlandsch pro
duct aan de markt verschenen, geconstrueerd
door de bekende machinefabriek van Stork.
Deze is in zooverre van de andere modellen
afwijkend, dat ze niet meer werkt met plun-
jers, doch met een centrifugaal-pomp. Door
tegenstanders wordt wel eens beweerd, dat
daarmede onmogelijk de spanning in het meng-
vat op peil kan blijven, doch bij de demon
stratie kon, ook bij langdurige sproeiïng niets
van een krachtsvermindering van de uitgespo
ten straal worden bemerkt.
Een aardige combinatie ook een Nteder-
landsche vinding was die welke door de
firma Moerkoert te Utrecht werd gedemon
streerd. Daardoor is het mogelijk gemaakt een
gewone vrachtauto als aandrijving voor de
sproei-inrichting te gebruiken, zoodat het geld,
dat in een dergelijke sproeimachine wordt ge
stoken, niet slechts op gezette tijden van het
jaar, maar doorloopend rendeert.
Is nu de besproeiing van vruchtboomen wer
kelijk van zoo'n groote beteekenis? Dat is ze
inderdaad! De Amerikaansche kweekers hebben
het eerst het nut van systematische ziekte-be-
strijding begrepen en uit het land van den
dollar zijn dan ook de eerste sproeimachines
naar ons land „overgewaaid". Vooral de „Bean"
heeft hier een zeer groote verspreiding ge
kregen.
Het zijn vooral de Pomologische Afdeeling
van de Ned. Heide Maatschappij en de Plan-
tenziektenkundige Dienst te Wageningen, die
ten onzent veel propaganda voor de vrucht-
boomen-bespuiting hebben gemaakt. En de Ne-
derlandsche fruitkweeker heeft thans wel ten
volle begrepen, dat het besproeien met anti
septische middelen een van de grootste fac
toren is, waarmede de concurrentie tegenover
het buitenland valt of staat. Door het dooden
der parasieten, wordt niet alleen de gezond
heidstoestand van tak en blad dus ook van
den geheelen boom verbeterd, maar de
vruchten blijven ook mooi gaaf. Het doel van
het spuiten is dus in zekeren zin tweeledig:
een hoogere opbrengst te verkrijgen èn betere
kwaliteit. Plantkundig hebben beide gelijke
beteekenis, doch van handels-oogpunt bezien,
weegt het laatste het zwaarst.
Had de Nederlandsche fruitkweeker dit wat
eerder begrepen, voorzeker was hij niet in zijn
eigen land zoo'n groot gedeelte van zijn afzet
gebied aan de Amerikanen kwijt geraakt!
Er worden verschillende vloeistoffen gebruikt
voor het spuiten, afhankelijk van de soort
van fruit, het doel en den tijd van het jaar.
Maar het belangrijkst is en blijft toch steeds
de winterbespuiting, waarbij van een Ty,
oplossing van z.g.n. „vruchten-carbolineum" ge
bruik wordt gemaakt.
De behandeling kan plaats hebben van nu af
aan tot aan het voorjaar, maar in elk geval
vóórdat de knoppen beginnen uit te loopen.
Bijna alle gevallen, waarin beschadiging van
bloemknoppen door carbinoleum wordt waar
genomen, zijn veroorzaakt, dordat men te lang
met de besproeiing heeft gewacht.
Het groote tentoonstellingsgebouw aan "t
eind van de Ferdinand Bolstraat heeft
een andere bestemming gekregen.
Weken achtereen hebben timmerlieden en hout
in de groote zaal getriumpheerd en geleidelijk
aan is een houten stellage verschenen, zooals
geen zaal in Nederland ooit had.
Het R. A. I.-gebouw is voor tijdelijk her
schapen In een overdekte wielerbaan.
Op deze wielerbaan zal een wielerevenement
plaats vinden, dat een
mijlpaal beteekent in
de Nederlandsche wie
lersport.
Nederland krijgt
zijn „zesdaagsche".
Hoe gaat het er
eigenlijk toe bij een
zesdaagsche?
Welnu, de naam
zegt het reeds, zes
dagen achtereen zal
er worden gereden in
de R. A. I. te Amster
dam, zooals er in Pa
rijs, Brussel, Keulen,
Berlijn, reeds vele ma
len zes dagen achter
een door vele renners
gereden is.
Nu moet men niet denken, dat die renners
ieder zes dagen aan één stuk rijden. Dat zou
onmogelijk zijn.
Het koppel moet zes dagen in de baan
zijn, dat wil zeggen wanneer bij voorbeeld A
en B samen de zesdaagsche rijden, dan moet of
A of B in da baan zijn; het is niet toegestaan,
dat beiden tegelijkertijd de baan verlaten (ten
zij in bijzondere gevallen, waarvoor de jury
speciale permissie geeft, men denke aan een
hevige valpartij) maar wel is het geoorloofd,
dat beide renners tegelijkertijd in de baan zijn.
Dat is namelijk het geval wanneer enkele kop
pels probeeren uit te loopen. Dan komt ook de
renner, die rust neemt in actie en wisselt hij
zoo nu en dan met zijn partner, opdat beiden
van de vermoeienissen der achtervolging van
tijd -tot tijd kunnen uitrusten.
Tenslotte is het zaak als eerste te eindigen,
door zooveel ronden voorsprong te nemen als
mogelijk is.
Op bepaalde tijden worden de sprints gehou
den en dan is het weer trachten zooveel moge
lijk van die sprints te winnen om een zoo groot
mogelijk aantal punten te krijgen, want wan
neer twee koppels de zesdaagsche beëindigen
met het zelfde aantal ronden voorsprong, dan
geldt het hoogste puntenaantal.
Ziet hier de zesdaagsche in een „nutshell".
Wij betwijfelen of de Amsterdamsche zes
daagsche die stemmiing zal brengen, zooals wij
die hebben meegemaakt in Berlijn, Brussel en
Parijs. Daar wordt getierd, geschreeuwd, ge
zongen, gejouwd, gefloten, kortom men doet er
alles wat maar even lawaai maakt en het is
dan ook gezellig(l) Bij een zesdaagsche heet een
luidruchtige stemming te hooren, daar past geen
stilte, of alleen wanneer de „speaker" een nieu
we premie aankondigt of een nieuwe bekende
filmster, om dan na afloop van deze aankon
diging met verdubbelden ijver en energie weer
de kelen schor te schreeuwen.
Wij Hollanders zijn hiervoor te nuchter. Of.. 1
als van Kempen—Pijnenburg een ronde uitloo-
pen, dan bestaat er misschien een kans, dat er
gegild, gefloten, gestompt zal worden!
In een blad vónden wij afgedrukt hoe een
contract van een renner met de directie van
de zesdaagsche er wel uitziet. Het luidt als
volgt
„De rennerverplicht zich tegen
een vergoeding van per dag, banden,
reisgeld en alle onkosten inbegrepen, van
tot te starten op de baan van
in de zesdaagsche.
De dagelijksche vergoeding is gegarandeerd
voor twee dagen en wordt dagelijks uitbetaald
40 pCt. De renners moeten op zijn laatst
drie dagen van te voren om te trainen aanwe
zig zijn en zorg dragen voor goed materiaal.
Zij verplichten zich verder in goeden gezond
heidstoestand aan den start te verschijnen. Op
verzoek van de directie moeten de renners zich
ter beschikking stellen van den baandokter voor
onderzoek."
Vervolgens gelden de reglementen van den of-
ficieelen bond van het land, waarin de wed
strijd plaats vindt.
In een reglement, dat bij het contract is ge
voegd, vonden we nog:
„De betaling der gages volgt na afloop van
elke 24 uren den daaropvolgenden dag des na
middags. De wedstrijdleiding is gemachtigd ren
ners, die meer dan vijf ronden achter zijn uit
den koers te nemen. Voor de zesdaagsche is een
algemeene keuken ingericht, welke in de eet-
behoefte van de verzorgers, renners en mana
gers voorziet. De renner verklaart zich ermee
accoord, dat de directie voor elke 24 uur
berekent."
Men ziet het, het is nog niet allemaal zui
vere winst, wat de renners als honorarium uit
betaald krijgen Eerst komt de verzorger, dan de
mecanicien, verder het materiaal en ten slotte
nog de keuken ten bedrage van ongeveer 30
per dag.
En nu de deelname aan de Amsterdamsche
zesdaagsche. Men is het er algemeen over eens,
dat in het R. A. I.-gebouw nagenoeg de sterk
ste koppels zullen rijden, welke ooit bij elkaar
zijn gebracht.
Daar zijn in de allereerste plaats van Kem
pen en Pijnenburg.
Deze „vliegende Hollanders" starten als favo
rieten. Piet van Kempen heeft 21 eerste prijzen,
8 tweede, 5 derde en 3 vierde plaatsen ingeno
men, terwijl zijn partner Pijnenburg (de Fran-
schen zeggen Pien), die vee' later is begonnen
dan „Piet" en trouwens veel jonger is, reeds zes
„zesdaagsche-overwinningen" op zijn naam
heeft staan, vijf tweede prijzen, één derde en
twee vierde.
Maar ook den „Bras", zooals Braspenning
wordt genoemd en de jeugdige Hagenaar Wals,
die in Amerika zoo schitterend van zich heeft
afgebeten, zijn oersterk en snel en kunnen den
„koningen" wel eens het vuur na aan de sche
nen leggen.
En dan niet te vergeten de overige Neder
landsche koppels, zooals Klaas van Nekvan
Hout, van der Heydenvan der Horst en Jan
van KempenBogaert, zij krijgen thans hun
eerste en eenige kans, het is voor hen „to be or
not to be"; een goede plaats beteekent kans op
contracten in het buitenland, „du pain sur la
planche" brood op de plank, zooals de Fransch-
man zegt en men kan ervan overtuigd zijn, dat
ook zij alles zullen dooen om zoo goed mogelijk
voor den dag te komen. En wat de buitenlan
ders aangaat, daar zijn de zeer sterke Fransche
rijders WambstBroccardo en PeiGuimbre-
tière. Zij willen hetzelfde trachten te bereiken,
wat van Kempen en Pijnenburg in Parijs heb
ben gedaan, namelijk in Holland op de Hollan
ders de overwinning behalen, zooals het Hol-
landsche koppel tijdens de laatste Parijsche zes
daagsche ondanks Fransche tegenwerking den
eersten prijs wist te bemachtigen. Men kan er
verzekerd van zijn, Frankrijk zint op wraak.
En dat België in Charlier—Deneef waardige
vertegenwoordigers hebben, weten wij, die hen
reeds eenige malen in zesdaagsche wielerwed
strijden hebben zien rijden, het beste.
En dan nog Italië met Di PacoDinale en
Duitschland met RauschHürtgen en Göbel
Schorn. Werkelijk iedere prognostic is gevaar
lijk. Daarvoor staan alle koppels vrijwel op de
zelfde hoogte.
Een carbolineum-bespuiting geeft velevoor-
deelen; allerlei tegen de schors overwinterende
insecten en insecten-eieren worden erdoor ge
dood. Ook tegen plantaardige parasieten, zooals
de verwekkers van Monilia en kanker-ziekte
worden vaak zeer goede resultaten bereikt. De
Monilia-ziekte veroorzaakt het afsterven van
de vruchtdragende scheuten in den zomer, zoo
dat bij appels b.v. een deel der aangetaste
vruchten aan den boom verdroogt. Verdergaan
door carbolineum ook de op de boomen levende
wieren en korstmossen ten gronde, waardoor
de schors weer een glad en gezond uiterlijk
verkrijgt.
Het laatste wordt door den Plantenziekten-
kundigen Dienst aangegeven als een middel,
waarmee men de hoedanigheid der bespuiting
of die van het gebruikte carbolineum contro
leert.
Slordige bespuiting en minder werkzaam
carbolineum hebben n.I. beide tot gevolg, dat
slechts een gedeelte van de wieren en korst
mossen verdwijnt.
Gewoonlijk volgt op een carbolineum-bespui
ting een krachtige groei der behandelde plan
ten. Geen wonder, als men bedenkt, hoeveel
parasieten erdoor worden verdelgd!
Daarom mag men deze bespuiting niet
achterwege laten., voor /einig geld kunnen
honderden schadelijke insecten en zwamsporen
worden gedood, waarvan de bestrijding in den
zomer oneindig veel meer kosten en moeilijk
heden met zich brengt.
De bespuiting moet niet plaats vinden bij
vriezend weer, ook niet bij regen of als er
regen dreigt en evenmin hij sterken wind. Ver
der moet er zorgvuldig worden gewerkt, zoo
dat alle deelen van stam en takken goed wor
den geraakt en de vloeistof in alle reten en
spleten doordringt. Een 7 y2 oplossing geeft
voldoende resultaat, zonder dat men de knop
pen er mee verbrandt, doch met nadruk zij
erop gewezen, dat men slechts gebruik moet
maken van een deugdelijk merk. Dit mag mis
schien iets duurder lij k e n, maar tegen den
tijd, dat men de gebrekkige inwerking van
minderwaardig carbolineum kan waarnemen, is
het voor een nieuwe bespuiting meestal te laat.
J.
Om de schatten van keizer Maximiliaan van
Mexico, die, naar men weet, in het jaar 1867
werd vermoord, is een rechtsstrijd uitgebroken,
die binnen afzienbaren tijd de openbare meening
zal bezighouden. Het goud en de juweelen des
keizers werden door den leider der revolu
tionairen, president Diaz, op de „Merida" naar
Europa gebracht. Het schip verging echter Dij
kaap Henry. Thans zal een expeditie onder
leiding van kapitein Bordoen uitgerust worden,
die de schatten zal bergen. De expeditie maakt
voor het geval, dat de berging gelukt, aan
spraak op de schatten.
Toen in Londen het voornemen dezer expe
ditie bekend werd, meldde zich een vischhan-
delaar, Brightwell genaamd, aan en verklaarae
een zoon van keizer Maximiliaan te zijn en
derhalve aanspraak op de vaderlijke goudschat
ten te hebben. De vischhandelaar zou in het
Vaticaan zijn geboren, waar zijn moeder zich,
na haar vlucht uit Mexico, heeft opgehouden,
om bescherming te zoeken bü Paus Pius IX.
Toen de keizerin geestesziek werd, zou de zoon
naar Londen zijn gebracht, waar hij op de
stoep Van een weeshuis werd gelegd. Kort
daarna werd hij door den koopman Brightwell
als kind aangenomen. De vischhandelaar be
weert eerst als 20-jarige de geschiedenis van zijn
afkomst te hebben vernomen. De kosten van
zijn opvoeding zou zün oom, koning Leopold
van België, betaald hebben. Brightwell bezit
geenerlei documenten om zün fantastische af
komst te kunnen bewüzen. Hü liet zich slechts
visite-kaartjes drukken, waarop het volgende
staat: „Zijn Keizerlijke Hoogheid Frans Rudolf
Maximiliaan, zoon van Keizer Maximiliaan in
Mexico".
Het boven op den berg Isel gelegen hotel „Son-
neberger Hof" is kort geleden door een gewel
digen brand volkomen vernietigd. Bü het onder
zoek naar den brand is nu een merkwaardige
geschiedenis bekend geworden, die een hel
licht werpt op de toestanden in veel Tiroler
gemeenten. Ter bestrijding van den brand
waren de gezamelijke brandspuiten van Inns-
brück uitgerukt, die de naburige plaatselijke
brandweeren hielpen, daar zü moeilük den
brand konden localiseeren. De gemeente
Hotting is weliswaar in het bezit van een
motorspuit, maar zü kon niet te hulp komen,
daar zü te weinig benzine bü zich had. Zü had
misschien tot „Sonneberger Hof" kunnen komen,
doch had dan echter niet meer naar huis terug
kunnen rijden.
Dit gebrek aan benzine berust nu echter niet
op eenige vergeetachtigheid of fout, maar de
gemeente Hötting is zoo arm, dat zij in haar
huishouding geen bedrag voor benzine voor de
brandweer kan uittrekken. De brandweerlieden
helpen zich zelf uit dezen noodtoestand door
uit hun eigen zak bü een brand een paar liter
benzine te koopen. Bij den brand van „Sonne
berger Hof" waren de brandweerlieden niet in
staat zooveel kleingeld op te brengen, dat zij
met hun mooie motorspuit te hulp konden
komen.