Mevrouw Roosevelt,
de nieuwe „first lady"
wdaal van den daa
NOG JONG VAN JAREN
f^v
RADIO-PROGRAM
WATER
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSON! Een Hollandsche schoen
voor Hollandsche jongens
Het Lijk bij de
Mirte boomeo
infmM
DONDERDAG 10 NOVEMBER
Steeds blijkt zij te zijn een uit
stekende moeder en zorg
zame gemalin
Een geschilpunt met
haar man
De nieuwe meesteres van het
Witte Huis
Zeldzaam verschijnsel
Vrijdag 11 November
I
De trein zette Tl. DClCllCleV
zich in bewe-
Den trein laten stoppen
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
FEUILLETON
xxxvn
Na vier laar lang onder de bewindsvoering
van mevrouw Lou Henry Hoover te heb
ben gestaan, Krijgt het Witte Huis te
Washington niet slechts een nieuwen meester,
doch uiteraard ook een nieuwe meesteres, me
vrouw Anna Eleanor Roosevelt.
De nieuwe .first laay" zooals haar officieele
titel luidt, op grond waarvan zij voorrang heeft
voor alle andere vrouwen in de Vereenigde Sta
ten en bij alle recept-es en feesten in het Witte
Huis, is, gezien haar hooge functie nog jong.
Zij werd namelijk op 11 October 1884 in New-
York geboren en telt dus nog pas 48 jaar. het
geen niet wegneemt, dat zij al grootmoeder is.
Reeds door haar geboorte deel uitmakend van
de allerhoogste kringen der Unie haar naam
komt namelijk voor in het z.g. „Social Regis
ter", het adelsboek der Amerikanen, waarin
Uitsluitend ie afstammelingen der eerste Ne-
derlandsche en Engelsche kolonisten zijn op
gesomd was zij ais het ware voorbestemd
Voor een groote carrière.
Het is merkwaardigerwijze trouwens niet de
eerste maal, dat zij naar. intrek neemt in het
Witte Huis. Reeds eenmaal woonde zij er, na
melijk nadat toen zij al op 10-jarigen leeftijd
tot wees geworden was. haar oom, da vermaarde
president Theodore Roosevelt, zijn nichtje on
der zijn hooge bescherming nam. Duidelijk weet
zij zich nog te herinneren, hoe zij menigmaal
paardje reed op de knie van den beroemden
«rough rider' uit den Spaansch-Amerikaanschen
oorlog.
Haar opvoeding was die, welke zoo typeerend
is voor de op eiding aer Amerikaarsche jonge
dames uit de allerhoogste kringen de opvoeding
door nurses, gouverneurs en gouvernantes, later
het bezoeker, van kostscholen in binnen- en
buitenland Ais een aanvallig 15-jarig bakvisch-
je vertrok zij naar een selecte Kostschool in
Engeland, als volwassen jongmeisje keerde zij
naar de Ver Staten terug En weer was het
haar oom, Theodore Roosevelt, die de plaats
innam van den „e voeg gestorven vader, toen
zijn volwassen nichtje op 20-jariger leeftijd in
het huwelijk ad met een verren neef, Franklin
Delano Roosevelt.
Vijf kinderen zijn uit dit huwelijk geboren,
één dochter die naar haar moede' Anna heet
en vier zoons van wie de op eer; na jongste
haar den vader is genoemd. Anna jr. en de
beide oudste zoons zi.jr reeds getrouwd en heb
ben zelf ook al kinderen. Zoodat net nieuwe
Presidentieele paar zijn intrek in het Witte
Huis zal nemen met twee stevige jongens, den
reeds genoemden Franklin Delanc jr. en zijn
16-jarigen broer John. die beiden nog school
gaand zijn.
In de meer dan kwart eeuw van naar huwe
lijk heeft de nieuwe first lady' bewezen, een
Uitstekende moeder en zorgzame gemalin te
zijn. Nimmer heeft het feit, dat zich haar ge
zinsleven als gevolg va:i de schitterende car
rière van haar man groot endeeb voor aller
oogen moest voltrekken afbreuk gedaan aan de
moederlijkheia en toewijding, waarvoor zij als
Vrouw van der gouverneur van der, staat New-
York in den loop der jaren vermaard is ge-
vvorden. In politiek opzicht harmonieert zij vol
komen met aaar man; slechts op éen punt ver-
Schillen zij aat der prohibitie Haar man
immers is een „natte', zijzelve, zooals wel de
overgroote meerderheid der vrouwen, een
••droge". Het is de onzalige twistappel, die in
Amerika tot in de gezinnen van hoog en laag
toe tot tweedracht heeft geleid.
Maar afgezien van dit eene verschilpunt is
Anna Eleanor de lieiderijkste vrouw die men
zich denken kan. Van jongsaf gewoon te be
velen, mist zU ten eenenmale de opdringerige
dwingelandij waarvoo" vrouwen soms zoo vat
baar zijn. Rustig schrijdt de slanke, blauw-
Oogige dame door haar met verfijnden kunst-
smaak ingerichte vertrekken, overai leiding en
een goed voor-beeld gevend.
Zij weet trouwens zelf ook aan te pakken, als
zij dit noodig oordee.t en het verhaal gaat, hoe
zij na ontvangst van het bericht, dat haar man
door de Democraten candidaat voor het pre
sidentschap was gesteld, opgewonden de keuken
kwam binnenstormen tot ontsteltenis van de
waardige keukenprinses een werkscliort aandeed
en zelf een Jevige oortie ham en eieren ging
bakken een tractatie, waarop Franklin De
lano dol is
(Nadruk verboden)
Het dagblad „Dé Avondster" verhaalde dezer
dagen aan zijn lezers, hoe een legerorder wordt
overgebracht. Het kan ook onzen lezers belang
inboezemen. Het gaat nJ. als volgt:
De kapitein tot den sergeant-majoor:
Zooals u zult weten, zal er morgenochtend een
zonsverduistering plaats vinden, iets wat niet
eiken dag gebeurt.
Laat daarpm de manschappen om vijf uur
's ochtends in veldtenue op het exercitieterrein
aantreden. Zij kunnen dan getuige zijn van het
zeldzame verschijnsel en ik zelf zal hun de nood
zakelijke explicaties geven. Mocht het regenen
dan zal er natuurlijk niets te zien zijn. in dit
geval kunnen de manschappen op de zaal
blijven.
De sergeant-majoor tot den sergeant van de
week:
Op verzoek van den kapitein zal er morgen
ochtend een zonsverduistering in veldtenue zijn.
De kapitein zal op het exercitieterrein de ver-
eischte explicaties verstrekken, wat niet eiken
dag gebeurt. Als het regent zal er niks te zien
zijn; in dat geval zal het zeldzame verschijnsel
in de zaal plaats vinden.
De sergeant van de week tot den korporaal
van de week:
Op bevel van den kapitein, morgenochtend
om vijf uur opening van de zonsverduistering
op het exercitieterrein. De mannen in veldtenue.
De kapitein zal in de zaal de vereischte expli
caties geven over dit zeldzame verschijnsel, ten
minste als 't mocht regenen, wat niet eiken dag
gebeurt.
De korporaal van de week tot de manschap
pen:
Morgenochtend om vijf uur zal de kapitein in
veldtenue de zon laten verduisteren, met de
noodige explicaties op het exercitieterrein.
Mocht het regenen, dan zal het zeldzame ver
schijnsel in de zaal plaats vinden, wat niet eiken
dag gebeurt.
De soldaten onder elkaar op de kamer:
Verduiveld vroeg morgenochtend, al om vijf
uur, zal de zon op het exercitieterrein den kapi
tein in de zaal met de noodige explicaties laten
verdwijnen. Mocht het regenen, dan zal het
zeldzame verschijnsel in veldtenue plaats vin
den, wat niet eiken dag gebeurt.
HUIZEN, 1875 M.: 8.00 Schriftlezing NCRV;
8.15 Morgenconcert: 10.30 Morgendienst door
Ds. W. Seinen; 11.00 Concert; 12.00 Politie
berichten; 1.15 Piano-recital; 2.00 Rustpoos
voor het verzorgen van den zender; 2.30 Con
cert; 4.30 Gramofoonmuziek; HIRO 5.00 Uit
zending voor den Alg. Ned. Vrouwen Vrede
bond; 5.30 Uitzending van den Int. Bond voor
Vrede en Vrijheid; NCRV 6.00 H. J. Steinvoort:
„Een tafelprullenbak je; 6.30 A. J. Herwig:
„Vruchtboomen in grootere tuinen"; 7.00 Lite
rair halfuurtje; 7.30 Politieke berichten; 7.45
P. T. T.-kwartiertje; 8.00 Orgelconcert uit Nij
megen; 9.00 K. D. Konig: „Sint Maarten";
9.30 NCRV-orkest, o. 1. v. Piet van den Hurk;
10.15 Persberichten van het Persbureau Vaz
Dias te Amsterdam; 11.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM, 296 M.: VARA 8.00 Gramo
foonmuziek; VPRO 10.00 Morgenwijding; VA
RA 10.15 Vara-klein orkest; 11.15 Onze keuken,
door P. J. Kers; 11.45 Voordracht door Janny
van Oogen; AVRO 12.00 Concert door het Avro-
kamer-orkest, o. 1. v. Gerard Hemmes; Tus-
schenspel van gramofoonmuziek; 2.00 Kamer
muziek door het Pro Arte-kwartet; 2.30 Avro-
klein orkest o. 1. v. Nico Treep; Tusschenspel
van gramofoonmuziek; VARA 4.00 Gramofoon
muziek; 4.50 Na schooltijd, wonderlijk avontuur
van oome Kees; 5.30 Overgang naar den ver
sterkten zender; De Notenkrakers, o. 1. v. Da af
Wins; 6.15 Orgelspel; 6.40 Causerie; 7.00 Orgel
spel; 7.15 De Flierefluiters; VPRO Avondpro
gramma; 10.05 Persberichten van Vaz Dias te
Amsterdam; (10.00 Vrijz. Godsd. Persbureau);
10.15 Voorlezing van Vredespoëzie; VARA 11.00
Dr. F. M. Wibaut: Wordend huwelijk; 11.30
Gramofoonmuziek.
BRUSSEL, 509 M.: 5.20 Concert door het
radio-orkest o. 1. v. Franz André; 6.35 Concert
door het kleine Norag-orkest o. 1. v. P. Lee
mans; 8.20 Concert door het omroep-sympho-
nie-orkest o. 1. v. Jean Kemps; 10.30 Gramo
foonmuziek.
KALUNDBORG, 1153 M.: 2.20 Omroephar-
monieorkest o.l.v. Launy Gröndahl; 8.40 Piano-
soli; 9.50 Balalaika-muziek; 10.20 Dansmuziek.
BERLIJN, 419 M.: 6.30 Gramofoonmuziek;
6.50 Vocaalconcert; 7.15 Gramofoonmuziek.
HAMBURG, 372 M.: 1.30 Gramofoonmuziek;
3.50 Concert; 10.05 Concert uit café Wallhof.
KÖNIGWUSTERHAUSEN, 1635 M.: 1.20
Gramofoonmuziek; 3.50 Concert; 9.35 Dans
muziek.
LANGENBERG, 472 M.: 12.20 Concert door
een orkest o.l.v. Spitz; 4.20 Vesperconcert;
3illlllliilliiiilllllllllillt
MIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIU:
Varkens knorren op den zolder,
Hanen kraaien in den boom.
Koeien toonen zwemprestaties,
Voortgedreven door den stroom.
En de boer ziet, dat zijn akker
1 En het arbeids-resultaat, 1
Met de kans van pacht betalen
Leelijk onder water staat!
En dat weg was, blijkt dat weg ie
Door dat zielig stukje heg.
En haast zichtbaar wordt het woordje,
Dat hij zuchtend uitspreektwèg
Rimpels in het wijde water
Lijken plooien van den spot,
s Daar het water triomfeerde
En de heele boel kapot.
Machteloosheid, rustig wachten
Tot de vijand weer vertrekt...,
Daarin zit iets tegenstrijdigs,
Dat men later pas ontdekt! I
Als de vijand weg gevlucht is f
1 En het land is weer bevrijdf
Dan begint pas voor de boeren
Juist de ware, harde strijd.
MARTIN BERDEN 1
(Nadruk verboden)
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiB
Vroolijke avond (77.35) uit de Messehalle te
Keulen-Deutz; 10.05 Populaire- en dansmuziek
0.1.v. Eysoldt.
DAVENTRY, 1554 M.: 12.20 Orgelrecital;
1.05 Concert; 3.20 Gramofoonrecital; 4.15 Con
cert.
PARIJS EIFFEL, 1446 M.: 7.50 Concert en
declamatie.
PARIJS R., 1725 M.: 8.05 Gramofoonmuziek;
12.50 Concert; 6.50 Concert; 9.50 Gramofoon
muziek.
MILAAN, 331 M.: 8.05 Symphonieconcert o.
1. v. Parodi La Rosi.
ROME, 441 M.: 8.05 Concert.
WEENEN, 517 M.: 7.20 Drei Arme Teufel,
opera in drie bedrijven; 10.05 Gramofoonmu
ziek.
WARSCHAU, 1411 M.: 5.20 Populair concert;
7.35 Concert door het Philharmonieorkest van
Warschau o.l.v. Fitelberg; 10.20 Dansmuziek.
BEROMUNSTER, 460 M.: 7.05 Pianorecital;
7.35 Concert door het Omroeporkest.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
Freddy Vrijdag had den geheelen
dag hard gewerkt. Ivy dacht den zee
man een pleizier te doen, door hem een
pot thee te brengen en wat te eten.
Madge en Muriel, de twee lepelaars,
droegen de thee. Topsy en Robbie de
versnaperingen, terwijl Ivy volgde met
den suikerpot.
„Dat vind ik nou heel aardig van
jullie," verklaarde de zeeman, toen hij
zag, wat men hem bracht.
Maar juist, toen de zeeman den
theepot uit Muriel's bek wilde nemen,
zagen die twee gekke lepelaars twee
lakkers.
Zij vergaten, dat ze iets droegen en
ze wipten de kikkers achterna, alsof
er niets anders op de wereld was dan
die kikkers. De theepot en kop en
schotel vielen op den grond en Ivy
liet van schrik den suikerpot vallen.
Alleen Robbie en Topsy hielden stevig
vast, wat ze in de hand hadden.
„Nou zal ik wel niet mijn „koppie"
thee krijgen," bromde de zeeman.
„Dat komt door die gekke vogels,"
zeide Ivy.
„Ja", merkte de zeeman op, „het zijn
nuttige vogels, maar je kunt ze niet
vertrouwen, als er kikkers in de buurt
zijn."
(Morgenavond vervolg).
(Ingezonden Mededeeling)
Mevrouw Daalder sloeg het kopje van
haar tweede ei, legde haar mes neer en
keek naar de krant, waarachter haar
man geheel verborgen zat.
„Dat is waar ook, Hendrik," zei ze, „loop
even, als je wilt, bij Koper aan en vraag of
hij iemand wil sturen om naar den geiser te
kijken
De krant bewoog even.
„Hendrik, doe me een plezier en leg die
krant weg."
Mijnheer Daalder deed wat hem gezegd werd.
Z'n vrouw keek hem aan en schrok. Hij zag
er uit als een geest.
„Ben je ziek?" vroeg ze.
„Ziek? Neen."
„Heb je van morgen in den spiegel gekeken."
„Ja."
„Kijk er dan nog eens in. Je ziet er ver
schrikkelijk uit. Zou je wel naar de zaak gaan?"
„Natuurlijk! Ik voel me uitstekend. Misschien
een beetje overspannen," liet mijnheer Daal
der er niet zeer logisch op volgen.
Met een ruk schoof hij z'n stoel achteruit en
keek op z'n horloge.
„Ik moet me haasten," lachte hij. „dag!" En
haastig verliet hü het vertrek.
Z'n vrouw voelde zich echter niet op haar
gemak. Ze was bezorgd over haar man. Toen
hij eenige minuten weg was, nam ze de tele
foon en vroeg een nummer.
„Is u dat, mijnheer Scheffer?" vroeg ze na
eenige oogenblikken wachtens.
„Ja," kwam het - antwoord.
„U spreekt met mevrouw Daalder. Mijnheer
Scheffer, ik ben niets gerust over m'n man.
Hij ziet er slecht uit en doet zoo zonderling."
„Ik heb niets aan hem gemerkt gistereii
„Nu, ik hoop dat ik het mis heb, maar wilt
u me even opbellen, wanneer hij er is?"
„Daar kunt u op rekenen."
„En, mijnheer Scheffer, kunt u hem niet
door iemand laten bewaken?"
„Dat is goed. Ik zal Manders waarschuwen.
Die verliest hem niet uit het oog en dan kunt
u volkomen gerust zijn. Hij is de particuliere
detective van de firma, zooals u weet."
„Dank wel, hoor! Dag mijnheer Scheffer!"
Hendrik Daalder was de jongste firmant van
de firma Scheffer en Daalder, handelaars in
diamanten. Gewoonlijk ging hij Zaterdags niet
naar 't kantoor, maar dezen Zaterdag had hij
een speciale .eden om te gaan.
Toen hij in den trein zat, dacht hij vol bit
terheid na over de omstandigheden, die hem
gemaakt hadden tot wat hij nu was. Twee jaar
geleden was hij een rijk man geweest. Maar
rijkdom kweekt ontevredenheid: véél wil nog
méér! Door speculaties had hij getracht z'n groot
vermogen te verdubbelen, maar daardoor z'n
heele vermogen verloren. De gedachte aan ar
moe was voor hem, den man van weelde, ab
soluut onverdraaglijk. Alles liever dan armoe
zelfs diefstal!
Hij had alles zorgvuldig overwogen en voor
bereid.
Scheffer verliet Zaterdags altijd om elf uur
het kantoor. Willemse, de procuratiehouder,
ging als laatste, altijd om één uur weg. Hij,
Hendrik Daalder, had een sleutel van de brand
kast. Daar zat voor ongeveer negentig duizend
gulden diamanten in. Hij had gèen minuut noo
dig om ze er uit te halen. Als hij de steenen
eenmaal in z'n bezit had, kon hij den trein
van 2 uur naar Rotterdam nemen, van waar
om vijf uur de „Amalia" vertrok, waarop hij
passage voor Zuid-Amerika had geboekt.
Er waren, voor zoover hij kon nagaan, geen
hiaten in zijn schema. Z'n passage had hij on
der een anderen naam genomen. Niemand van
de firma Scheffer en Daalder zou tusschen Za
terdag één uur en Maandagmorgen tien uur
op het kantoor komen. Daardoor zou hij een
voorsprong hebben van meer dan veertig
uren....
Om kwart voor tienen was hij in de zaak.
„Hoe gaat het er mee?" vroeg z'n compagnon.
„Och, zoo, zoo," antwoordde hij.
Scheffer zag hem scherp aan.
„Je ziet er slecht uit," opperde hij. „Je hebt
zeker last van je zenuwen. Is er wat gebeurd?"
„Neen, niets. Ik voel me heusch goed. Alleen
een beetje moe. Wat overspannen misschien."
„Tob je ergens over?"
Daalder keek, als in gepeins verzonken, strak
voor zich.
„Tob je ergens over?" herhaalde Scheffer.
„Neen."
„Ik bedoel, je behoeft toch nergens over te
tobben. Een meer dan behoorlijk inkomen
en...:"
„Er is ook werkelijk niets."
„Dan is het goed. Misschien heb je alleen
maar wat ontspanning noodig. Ik zou de vol
gende week maar vacantie nemen als ik jou
was
„Ja," zei Daalder, „misschien doe ik dat
wel."
Om tien over eenen verliet Daalder 't kan
toor der firma Scheffer en Daalder met on
geveer negentig duizend gulden gestolen dia
manten in zijn zak. Hij riep een taxi aan, liet
zich naar den kapper en daarna naar 't sta
tion rijden. In de wachtkamer nam hij een
glas port, dat kalmeerde z'n zenuwen wat. Hij
gevoelde zich nu gerust en onbevreesd. Hij
dacht aan een nieuw leven tusschen een nieuw
volk en in een nieuwe omgeving, dat hem
wachtte. Over een week zou hij vijftig jaar
zijn; hij lachtte, want hij voelde zich wel twin
tig jaar jonger.
Hij had een voorsprong van ruim veertig uur!
Scheffer kon onmogelijk vóór Maandagmorgen
tien uur weten wat er gebeurd was. Dan zou de
politie natuurlijk gewaarschuwd worden, maar
hij, Daalder, was dan veilig. Hij was Dick
Meijer op de lijst der scheepspassagiers en had
geen baard en geen snor meer.
Maar toen hij de wachtkamer verliet en het
perron opwandelde, verdween zijn optimisme
om plaats te maken voor een wilde vrees, want,
toen hij toevallig omkeek, zag hij op een paar
meter afstand, Manders achter hem loopen.
Manders keek naar de klok, maar Daalder
was er van overtuigd, dat hij geen seconde ge
leden, naar hem had gekeken. Een ontzettende
angst greep hem aan.
Als in een droom zocht hij een plaats in den
trein en viel in een hoek neer. Het klamme
zweet parelde op z'n voorhoofd. Z'n hart bons
de alsof het zou barsten.Wist Manders het?
Natuurlijk kon
hij niets weten...
de gedachte al- z 7) hlfTl f
leen was dwaas.
Hij, Daalder,
maakte zich on- i ULVll
gerust over niets. -rjr -r\ j j
ging. Daalder
vermande zich en keek in den corridor. Daar
stond Manders!
Was dit ook toeval?
Strompelend, sleepte Daalder zich naar het
raampje en trok het open. Politie! Onteerd!
Gevangenis! Manders wist'het! dreunde het
door z'n ontsteld brein.
Hij keek naar buitenzag groene velden.
koeien, huisjes. Een koele wind streek langs zijn
slapen.
„Zonderling," mompelde hij; „alles draait voor
me rondToen werd alles opeens zwart
voor z'n oogen.
Toen hij tot bewustzijn kwam, stond Man
ders over hem heen gebogen. In z'n mond
proefde hij den smaak van genoten cognac.
„Voelt u zich al wat beter?" vroeg Manders,
en Daalder meende een eigenaardige uitdruk
king in z'n oogen te zien.
„Hij weet het, hij weet alles, maar hij wil
nog niets zeggen," hamerde het in z'n hoofd
en hij antwoordde, zonder op te zien:
„Ja, het gaat wel weer...."
De trein was het station binnen gereden.
Op de klok zag hij, dat het half vijf was.
Langs den trein liep een krantenjongen:
„Belangrijke diamantendiefstal in Amster
damNegentig duizend gulden aan dia
manten gestolen
„Een krant," kreunde Daalder. „Een krant!"
En hij las met moeite onder de laatste be
richten
„Heden is ingebroken in het kantoor der fir
ma Scheffer en Daalder. Uit de brandkast is
een waarde van ongeveer negentig duizend
gulden aan edelgesteenten verdwenen. De brand
kast was als een sardine-blikje open gesneden.
De daders hebben zich door een achterdeur
toegang verschaft. Er is geen spoor van hen
gevonden."
„U bent ziek, mijnheer," zei Manders.
Daalders schudde z'n hoofd. Hij was niet
ziek. Maar de gewaarwording die zich van hem
had meester gemaakt, had hij gaarne willen
afkoopen met een ernstige ziekte; want toen
de trein vertrokken was, had hij negentig dui
zend gulden aan diamanten uit het raampje
in een sloot gegooid.
Dezer dagen is in Engeland een proces ge
voerd, waarvoor de openbare meening zich
levendig interesseert. Ofschoon het geval op
zich zelf van weinig beteekenis is, hebben vrij
wel alle groote dagbladen er beschouwingen
aan gewijd.
Eenige weken geleden wilde een fabrikant,
John Sutherland genaamd, die in een klein
stadje woont, naar Birmingham reizen. Hij
moest op een bepaald uur daar zijn om een
leverantie-contract van 900.000 francs te onder
teekenen. Daar hij tevoren nog een gewichtige
zakelijke aangelegenheid in een dichtbij gele
gen klein plaatsje wilde afwikkelen, besloot hij
vandaar op den trein te gaan. Maar tot zijn
schrik merkte hij een kwartier voor dat de
trein moest passeeren, dat de sneltrein aan dit
station niet stopte. Wat te doen? Als hij niet
op het overeengekomen uur in Birhingham
was, zou de leverantie niet doorgaan. Hij be
sloot den trein te laten stoppen, stelde zich op
het perron op en zwaaide uit alle macht met
zijn hoed tegen den aanrollenden sneltrein. De
machinist zag dit teeken en dacht aan een mis
daad of een niet in orde zijn van de lijn en
liet den trein stoppen. Sutherland steeg in,
maar tijdens de reis werd door den conducteur
proces-verbaal tegen hem opgemaakt wegens
storing van het treinverkeer.
De openbare meening is grootendeels voor
Sutherland, want de Engelschen zijn nu een
maal uitgesproken zakenmenschen en men kan
het zeer goed begrijpen, dat de fabrikant juist
in deze tijden een zoo groote order zich niet
wilde laten ontgaan. Of echter de rechtbank
zich ook op dit standpunt zal stellen, is zeer
de vraag. Terecht toch wordt er op gewezen,
dat er onhoudbare toestanden zouden ontstaan,
wanneer ieder maar naar eigen believen een
sneltrein zou kunnen laten stoppen.
A 7//1 /«jinMMo'o °P dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f 9/1/)/) bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7 Cf) bij een ongeval met f O Cf) bij verlies van een hand f 1 OC Dij verlies van een f Cf) bij een breuk van f Af) bij verlies van *n
All IC aoonnc O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodeiijken afloop# een voet of een oog 1 £tO»duim of wijsvinger t/l/«~been of arm» Tri/»™ anderen vinger
Vrij naar het Duitsch
36
Maar dan namen zijn oogen eensklaps een
wilde dreigende uitdrukking aan. Hij nikte zich
los, en greep in zijn zak. IJzeren vastberaden
heid sprak uit zijn trekken. De detective had
hem geen oogenblik uit net oog verloren, en
omklemde nu met stalen greep zijn pols.
Laat dien revolver maar kaiin zitten,
waarde heer. Ik heb óók zoo'n dingetje in mijn
zak zitten, maar het is beter, dat we met der
gelijke dingen niet spelen. Waarom ook eigen
lijk? Ik wil immers in alle hoffelijkheid mijn
opwachting maken bij de dame
Nooit! knarste de portier tusschen zijn
tanden. Alleen over mijn lijk zult u....
Hohoho! We gaan samen!
Hij schudde den ander zachtjes bij den arm.
Wees nou verstandig man. Wat zal het
Je baten, of je je al verzet? Ik ben hier niet
gekomen, zonder een paar kleine voorzorgs
maatregelen te treffen. En u zult de familie
het best van dienst zijn, als u zich thans vol
komen bedaard houdt. Als alles goed gaat, zal
mijn onderhoud met de freule een heel vreed
zaam verloop hebben. Kom mee.
Bij het woord „freule" was het, alsof den
portier alle krachten begaven. Hij stond daar
met knikkende knieën, staarde den detective
vol ontzetting aan, en volgde hem dan, zon
der nog eenigen tegenstand te bieden.
Op de eerste verdieping aangekomen zijnde,
bij de deur van het vertrek, waar zich dien
avond de oude vrouw voor de tafel had bevon
den, bleef Helfrich een oogenblik staan, en
zeide bij wijze van verontschuldiging:
Ik zou me natuurlijk liever laten aandie
nen bü de dame, maar de omstandigheden
noodzaken me, om nu eens een keer onbeleefd
te zijn. Uw vrouw en Fina Markbreiter zijn
ieker bij haar?
De portier knikte zwijgend. Op Helfrich's
kloppen ging de deur open, en Fina verscheen
Zij wilde een kreet slaken, toen zij hem zag,
doch hij hief waarschuwend zijn hand op.
Stil! zei hij zachtjes. Stil als u uw
meesteres onnoodig last wilt besparen. Blijft
u met meneer Knobloch hier in de gang, tot
ik u roep.
Dan ging hij snel de kamer binnen. Zijn
blik gleed zoekend in het rond, en bleef dan
rusten op den ligstoel, waarop een slanke, don
kere vrouw lag uitgestrekt, die zich bij zijn
binnenkomen half had opgericht, en hem spra
keloos aanstaarde. Naast haar stond juffrouw
Knobloch, met een witte pruik in de hand.
Helfrich maakte een diepe buiging voor de
dame op den ligstoel, en zei dan tot de vrouw
van den portier:
Uw man wacht in de gang op u, juffrouw
Knobloch. Men zal u roepen, als men u weer
noodig heeft. Ik sta hier in naam van graaf
Saluga.
De vrouw beefde, doch waagde het niet, zich
tegen een zoo beslist gegeven bevel te verzet
ten, en ging dralend heen. Thans wendde Hel
frich zich tot de dame, die hem npg altijd,
zonder een woord te kunnen uitbrengen, aan
staarde.
Vóór alles moet ik u verzoeken, freule,
mijn ietwat onvormelijk binnendringen wèl te
willen verontschuldigen, maar u hebt me zóó
handig en zoo voortdurend weten te ontsnappen,
dat ik werkelijk geen anderen weg zag, dan de
zen, om enkele dringende vragen tot u te rich
ten.
De dame, wier knap gezicht zoo wit zag
als het kussen, waarop zij daar straks gerust
had, bleef zwijgen.
Wie zóó sterk en dapper ieder gevaar
trotseerde, ging Helfrich voort, mag thans
niet lafhartig de gevolgen van zijn daden uit
den weg gaan. Of heb ik me vergist, en zou
u werkelijk reden hebben, om mijn vragen te
schuwen?
Een weerspannige trek verduisterde haar ge
laat. Zij wierp het hoofd achterover, en zei
gejaagd:
Wat wilt u eigenlijk?
Alleen een paar vragen tot u richten, die
ik u verzoek, naar waarheid te beantwoorden.
Waarom bracht u uw schoonzuster er toe, om
door halsstarrig zwijgen haar positie zoo moei
lijk te maken? Waarom hebt u op alle moge
lijke manieren de pogingen van de justitie
trachten te verijdelen?
Dat is mijn zaak. Van mij zult u daar
niets over te weten komen.
Goed, dan zal ik het anders zeggen. Neemt
u nu eens aan, dat ik in hoofdzaak het mo
tief van uw handelwijze kende. Toen die „Pe
ter Saluga" zich aan u voorstelde als uw stief
broeder, en aanspraak maakte op zijn erfdeel..
Een half onderdrukte kreet deed hem op
houden. De freule zag hem aan met oogen
.vijd opengespalkt van ontzetting.
Hoeweetu dat? hijgde zij.
Helfrich legde kalmeerend zijn hand op haar
arm.
Wees kalm, freule. U ziet, dat ik goed
ingelicht ben, en dat het geen zin meer heeft,
om tegenover mij nog iets te ontkennen. Ver
telt u mij liever, wat er gebeurde, vóór.... een
van u beiden dien man neerschoot.
Freule Saluga sprong op. Haar oogen fonkel
den toornig.
Wat zegt u? Gelooft u dan' óók aan die
voorstelling? Het is om gek te worden! O mijn
God, heeft die man dan geen onheil genoeg
over ons gebracht? Moeten we dan nog schuld
hebben aan zijn dood óók?
Zij was geheel buiten zichzelf. Verontwaar
diging sprak uit iederen trek van haar ge
zicht. En haar verontwaardiging was echt. Hel
frich haalde diep adem. Hij vergiste zich niet.
Van nu af aan sprak hij met volkomen ze
kerheid.
U was de éénige getuige destijds. Vertelt
u mij precies hoe de zaak zich toedroeg. Wie
had de samenkomst bij „De drie Mirteboomen"
voorgesteld?
Hij, antwoordde freule Renée zonder aar
zelen. Die man, die helaas met recht den
naam van mijn vader mocht dragen. Hij
schreef aan mijn schoonzuster. Eerst voorzich
tig, maar dan altijd duidelijker. Hij dreigde,
dat hij openlijk zou optreden, als zij niet toe
stemde, om terstond een door hem bepaalde
aanzienlijke som te betalen, teneinde van alles
af te wezen.
Aha, het ging dus om een soort afper
sing?
Ja, dat wil zeggen, hij hèd ontwijfelbare
rechten. Rechten, die, als hij er gebruik van
maakte, niet alleen een geweldig schandaal
zouden teweegbrengen, en onzen naam op
ieders lippen zouden brengen, maar mijn broer
zoo ongeveer tot een bedelaar zouden maken,
of meer dan dat
Wendde hij zich niet het eerst rechtstreeks
tot uw broer?
Neen. Hij schreef, dat ook hij opzien wil
de vermijden, en terstond weer zou vertrek
ken, als wij zijn eisch hadden ingewilligd. Daar
dringende zaken hem naar New-York terugrie
pen, kon hij trouwens den terugkeer van mijn
broer niet afwachten, en verlangde hij een on
derhoud met mijn schoonzuster. Zij wilde hem
dat al toestaan. Maar ik liet het niet toe. De
heele zaak kwam me zoo ongelooflijk voor.
Mijn vader zou al een keer eerder getrouwd
geweest zijn, hij zou een zoon uit zijn eerste
huwelijk hebben, en hij zou ons daar nooit wat
van gezegd hebben!
Dat feit van het eerste huwelijk staat
zeer zeker vast.
De freule keek hem verbaasd aan.
Dat weet u? Hoe dan?
Dat doet er toch niets toe! Gaat u door
alstublieft, freule. U riedt uw schoonzuster dus
af, om dien Wilson in haar huis te ontvangen?
Ja. Ik stond daar zelfs op. Ik wilde tot
geen enkelen prijs, dat hij met ons personeel,
dat toen nog niet met verlof was, op eenige
wijze in aanraking kwam. Ook was ik van mee
ning, dat, zoodra men hem hier ook maar toe
gang verleende, men aan den eenen kant zijn
aanspraken in zekeren zin erkende, en aan den
anderen kant hem misschien niet meer kwijt
zou kunnen raken.
Zeer juist. Maar waarom nam u niet uw
toevlucht tot de hulp van een advocaat?
(Wordt vervolgd).