Mevrouw Roosevelt, de nieuwe „first lady" wdaal van den daa NOG JONG VAN JAREN f^v RADIO-PROGRAM WATER ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN ROBINSON! Een Hollandsche schoen voor Hollandsche jongens Het Lijk bij de Mirte boomeo infmM DONDERDAG 10 NOVEMBER Steeds blijkt zij te zijn een uit stekende moeder en zorg zame gemalin Een geschilpunt met haar man De nieuwe meesteres van het Witte Huis Zeldzaam verschijnsel Vrijdag 11 November I De trein zette Tl. DClCllCleV zich in bewe- Den trein laten stoppen AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL FEUILLETON xxxvn Na vier laar lang onder de bewindsvoering van mevrouw Lou Henry Hoover te heb ben gestaan, Krijgt het Witte Huis te Washington niet slechts een nieuwen meester, doch uiteraard ook een nieuwe meesteres, me vrouw Anna Eleanor Roosevelt. De nieuwe .first laay" zooals haar officieele titel luidt, op grond waarvan zij voorrang heeft voor alle andere vrouwen in de Vereenigde Sta ten en bij alle recept-es en feesten in het Witte Huis, is, gezien haar hooge functie nog jong. Zij werd namelijk op 11 October 1884 in New- York geboren en telt dus nog pas 48 jaar. het geen niet wegneemt, dat zij al grootmoeder is. Reeds door haar geboorte deel uitmakend van de allerhoogste kringen der Unie haar naam komt namelijk voor in het z.g. „Social Regis ter", het adelsboek der Amerikanen, waarin Uitsluitend ie afstammelingen der eerste Ne- derlandsche en Engelsche kolonisten zijn op gesomd was zij ais het ware voorbestemd Voor een groote carrière. Het is merkwaardigerwijze trouwens niet de eerste maal, dat zij naar. intrek neemt in het Witte Huis. Reeds eenmaal woonde zij er, na melijk nadat toen zij al op 10-jarigen leeftijd tot wees geworden was. haar oom, da vermaarde president Theodore Roosevelt, zijn nichtje on der zijn hooge bescherming nam. Duidelijk weet zij zich nog te herinneren, hoe zij menigmaal paardje reed op de knie van den beroemden «rough rider' uit den Spaansch-Amerikaanschen oorlog. Haar opvoeding was die, welke zoo typeerend is voor de op eiding aer Amerikaarsche jonge dames uit de allerhoogste kringen de opvoeding door nurses, gouverneurs en gouvernantes, later het bezoeker, van kostscholen in binnen- en buitenland Ais een aanvallig 15-jarig bakvisch- je vertrok zij naar een selecte Kostschool in Engeland, als volwassen jongmeisje keerde zij naar de Ver Staten terug En weer was het haar oom, Theodore Roosevelt, die de plaats innam van den „e voeg gestorven vader, toen zijn volwassen nichtje op 20-jariger leeftijd in het huwelijk ad met een verren neef, Franklin Delano Roosevelt. Vijf kinderen zijn uit dit huwelijk geboren, één dochter die naar haar moede' Anna heet en vier zoons van wie de op eer; na jongste haar den vader is genoemd. Anna jr. en de beide oudste zoons zi.jr reeds getrouwd en heb ben zelf ook al kinderen. Zoodat net nieuwe Presidentieele paar zijn intrek in het Witte Huis zal nemen met twee stevige jongens, den reeds genoemden Franklin Delanc jr. en zijn 16-jarigen broer John. die beiden nog school gaand zijn. In de meer dan kwart eeuw van naar huwe lijk heeft de nieuwe first lady' bewezen, een Uitstekende moeder en zorgzame gemalin te zijn. Nimmer heeft het feit, dat zich haar ge zinsleven als gevolg va:i de schitterende car rière van haar man groot endeeb voor aller oogen moest voltrekken afbreuk gedaan aan de moederlijkheia en toewijding, waarvoor zij als Vrouw van der gouverneur van der, staat New- York in den loop der jaren vermaard is ge- vvorden. In politiek opzicht harmonieert zij vol komen met aaar man; slechts op éen punt ver- Schillen zij aat der prohibitie Haar man immers is een „natte', zijzelve, zooals wel de overgroote meerderheid der vrouwen, een ••droge". Het is de onzalige twistappel, die in Amerika tot in de gezinnen van hoog en laag toe tot tweedracht heeft geleid. Maar afgezien van dit eene verschilpunt is Anna Eleanor de lieiderijkste vrouw die men zich denken kan. Van jongsaf gewoon te be velen, mist zU ten eenenmale de opdringerige dwingelandij waarvoo" vrouwen soms zoo vat baar zijn. Rustig schrijdt de slanke, blauw- Oogige dame door haar met verfijnden kunst- smaak ingerichte vertrekken, overai leiding en een goed voor-beeld gevend. Zij weet trouwens zelf ook aan te pakken, als zij dit noodig oordee.t en het verhaal gaat, hoe zij na ontvangst van het bericht, dat haar man door de Democraten candidaat voor het pre sidentschap was gesteld, opgewonden de keuken kwam binnenstormen tot ontsteltenis van de waardige keukenprinses een werkscliort aandeed en zelf een Jevige oortie ham en eieren ging bakken een tractatie, waarop Franklin De lano dol is (Nadruk verboden) Het dagblad „Dé Avondster" verhaalde dezer dagen aan zijn lezers, hoe een legerorder wordt overgebracht. Het kan ook onzen lezers belang inboezemen. Het gaat nJ. als volgt: De kapitein tot den sergeant-majoor: Zooals u zult weten, zal er morgenochtend een zonsverduistering plaats vinden, iets wat niet eiken dag gebeurt. Laat daarpm de manschappen om vijf uur 's ochtends in veldtenue op het exercitieterrein aantreden. Zij kunnen dan getuige zijn van het zeldzame verschijnsel en ik zelf zal hun de nood zakelijke explicaties geven. Mocht het regenen dan zal er natuurlijk niets te zien zijn. in dit geval kunnen de manschappen op de zaal blijven. De sergeant-majoor tot den sergeant van de week: Op verzoek van den kapitein zal er morgen ochtend een zonsverduistering in veldtenue zijn. De kapitein zal op het exercitieterrein de ver- eischte explicaties verstrekken, wat niet eiken dag gebeurt. Als het regent zal er niks te zien zijn; in dat geval zal het zeldzame verschijnsel in de zaal plaats vinden. De sergeant van de week tot den korporaal van de week: Op bevel van den kapitein, morgenochtend om vijf uur opening van de zonsverduistering op het exercitieterrein. De mannen in veldtenue. De kapitein zal in de zaal de vereischte expli caties geven over dit zeldzame verschijnsel, ten minste als 't mocht regenen, wat niet eiken dag gebeurt. De korporaal van de week tot de manschap pen: Morgenochtend om vijf uur zal de kapitein in veldtenue de zon laten verduisteren, met de noodige explicaties op het exercitieterrein. Mocht het regenen, dan zal het zeldzame ver schijnsel in de zaal plaats vinden, wat niet eiken dag gebeurt. De soldaten onder elkaar op de kamer: Verduiveld vroeg morgenochtend, al om vijf uur, zal de zon op het exercitieterrein den kapi tein in de zaal met de noodige explicaties laten verdwijnen. Mocht het regenen, dan zal het zeldzame verschijnsel in veldtenue plaats vin den, wat niet eiken dag gebeurt. HUIZEN, 1875 M.: 8.00 Schriftlezing NCRV; 8.15 Morgenconcert: 10.30 Morgendienst door Ds. W. Seinen; 11.00 Concert; 12.00 Politie berichten; 1.15 Piano-recital; 2.00 Rustpoos voor het verzorgen van den zender; 2.30 Con cert; 4.30 Gramofoonmuziek; HIRO 5.00 Uit zending voor den Alg. Ned. Vrouwen Vrede bond; 5.30 Uitzending van den Int. Bond voor Vrede en Vrijheid; NCRV 6.00 H. J. Steinvoort: „Een tafelprullenbak je; 6.30 A. J. Herwig: „Vruchtboomen in grootere tuinen"; 7.00 Lite rair halfuurtje; 7.30 Politieke berichten; 7.45 P. T. T.-kwartiertje; 8.00 Orgelconcert uit Nij megen; 9.00 K. D. Konig: „Sint Maarten"; 9.30 NCRV-orkest, o. 1. v. Piet van den Hurk; 10.15 Persberichten van het Persbureau Vaz Dias te Amsterdam; 11.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM, 296 M.: VARA 8.00 Gramo foonmuziek; VPRO 10.00 Morgenwijding; VA RA 10.15 Vara-klein orkest; 11.15 Onze keuken, door P. J. Kers; 11.45 Voordracht door Janny van Oogen; AVRO 12.00 Concert door het Avro- kamer-orkest, o. 1. v. Gerard Hemmes; Tus- schenspel van gramofoonmuziek; 2.00 Kamer muziek door het Pro Arte-kwartet; 2.30 Avro- klein orkest o. 1. v. Nico Treep; Tusschenspel van gramofoonmuziek; VARA 4.00 Gramofoon muziek; 4.50 Na schooltijd, wonderlijk avontuur van oome Kees; 5.30 Overgang naar den ver sterkten zender; De Notenkrakers, o. 1. v. Da af Wins; 6.15 Orgelspel; 6.40 Causerie; 7.00 Orgel spel; 7.15 De Flierefluiters; VPRO Avondpro gramma; 10.05 Persberichten van Vaz Dias te Amsterdam; (10.00 Vrijz. Godsd. Persbureau); 10.15 Voorlezing van Vredespoëzie; VARA 11.00 Dr. F. M. Wibaut: Wordend huwelijk; 11.30 Gramofoonmuziek. BRUSSEL, 509 M.: 5.20 Concert door het radio-orkest o. 1. v. Franz André; 6.35 Concert door het kleine Norag-orkest o. 1. v. P. Lee mans; 8.20 Concert door het omroep-sympho- nie-orkest o. 1. v. Jean Kemps; 10.30 Gramo foonmuziek. KALUNDBORG, 1153 M.: 2.20 Omroephar- monieorkest o.l.v. Launy Gröndahl; 8.40 Piano- soli; 9.50 Balalaika-muziek; 10.20 Dansmuziek. BERLIJN, 419 M.: 6.30 Gramofoonmuziek; 6.50 Vocaalconcert; 7.15 Gramofoonmuziek. HAMBURG, 372 M.: 1.30 Gramofoonmuziek; 3.50 Concert; 10.05 Concert uit café Wallhof. KÖNIGWUSTERHAUSEN, 1635 M.: 1.20 Gramofoonmuziek; 3.50 Concert; 9.35 Dans muziek. LANGENBERG, 472 M.: 12.20 Concert door een orkest o.l.v. Spitz; 4.20 Vesperconcert; 3illlllliilliiiilllllllllillt MIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIU: Varkens knorren op den zolder, Hanen kraaien in den boom. Koeien toonen zwemprestaties, Voortgedreven door den stroom. En de boer ziet, dat zijn akker 1 En het arbeids-resultaat, 1 Met de kans van pacht betalen Leelijk onder water staat! En dat weg was, blijkt dat weg ie Door dat zielig stukje heg. En haast zichtbaar wordt het woordje, Dat hij zuchtend uitspreektwèg Rimpels in het wijde water Lijken plooien van den spot, s Daar het water triomfeerde En de heele boel kapot. Machteloosheid, rustig wachten Tot de vijand weer vertrekt..., Daarin zit iets tegenstrijdigs, Dat men later pas ontdekt! I Als de vijand weg gevlucht is f 1 En het land is weer bevrijdf Dan begint pas voor de boeren Juist de ware, harde strijd. MARTIN BERDEN 1 (Nadruk verboden) iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiB Vroolijke avond (77.35) uit de Messehalle te Keulen-Deutz; 10.05 Populaire- en dansmuziek 0.1.v. Eysoldt. DAVENTRY, 1554 M.: 12.20 Orgelrecital; 1.05 Concert; 3.20 Gramofoonrecital; 4.15 Con cert. PARIJS EIFFEL, 1446 M.: 7.50 Concert en declamatie. PARIJS R., 1725 M.: 8.05 Gramofoonmuziek; 12.50 Concert; 6.50 Concert; 9.50 Gramofoon muziek. MILAAN, 331 M.: 8.05 Symphonieconcert o. 1. v. Parodi La Rosi. ROME, 441 M.: 8.05 Concert. WEENEN, 517 M.: 7.20 Drei Arme Teufel, opera in drie bedrijven; 10.05 Gramofoonmu ziek. WARSCHAU, 1411 M.: 5.20 Populair concert; 7.35 Concert door het Philharmonieorkest van Warschau o.l.v. Fitelberg; 10.20 Dansmuziek. BEROMUNSTER, 460 M.: 7.05 Pianorecital; 7.35 Concert door het Omroeporkest. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS Freddy Vrijdag had den geheelen dag hard gewerkt. Ivy dacht den zee man een pleizier te doen, door hem een pot thee te brengen en wat te eten. Madge en Muriel, de twee lepelaars, droegen de thee. Topsy en Robbie de versnaperingen, terwijl Ivy volgde met den suikerpot. „Dat vind ik nou heel aardig van jullie," verklaarde de zeeman, toen hij zag, wat men hem bracht. Maar juist, toen de zeeman den theepot uit Muriel's bek wilde nemen, zagen die twee gekke lepelaars twee lakkers. Zij vergaten, dat ze iets droegen en ze wipten de kikkers achterna, alsof er niets anders op de wereld was dan die kikkers. De theepot en kop en schotel vielen op den grond en Ivy liet van schrik den suikerpot vallen. Alleen Robbie en Topsy hielden stevig vast, wat ze in de hand hadden. „Nou zal ik wel niet mijn „koppie" thee krijgen," bromde de zeeman. „Dat komt door die gekke vogels," zeide Ivy. „Ja", merkte de zeeman op, „het zijn nuttige vogels, maar je kunt ze niet vertrouwen, als er kikkers in de buurt zijn." (Morgenavond vervolg). (Ingezonden Mededeeling) Mevrouw Daalder sloeg het kopje van haar tweede ei, legde haar mes neer en keek naar de krant, waarachter haar man geheel verborgen zat. „Dat is waar ook, Hendrik," zei ze, „loop even, als je wilt, bij Koper aan en vraag of hij iemand wil sturen om naar den geiser te kijken De krant bewoog even. „Hendrik, doe me een plezier en leg die krant weg." Mijnheer Daalder deed wat hem gezegd werd. Z'n vrouw keek hem aan en schrok. Hij zag er uit als een geest. „Ben je ziek?" vroeg ze. „Ziek? Neen." „Heb je van morgen in den spiegel gekeken." „Ja." „Kijk er dan nog eens in. Je ziet er ver schrikkelijk uit. Zou je wel naar de zaak gaan?" „Natuurlijk! Ik voel me uitstekend. Misschien een beetje overspannen," liet mijnheer Daal der er niet zeer logisch op volgen. Met een ruk schoof hij z'n stoel achteruit en keek op z'n horloge. „Ik moet me haasten," lachte hij. „dag!" En haastig verliet hü het vertrek. Z'n vrouw voelde zich echter niet op haar gemak. Ze was bezorgd over haar man. Toen hij eenige minuten weg was, nam ze de tele foon en vroeg een nummer. „Is u dat, mijnheer Scheffer?" vroeg ze na eenige oogenblikken wachtens. „Ja," kwam het - antwoord. „U spreekt met mevrouw Daalder. Mijnheer Scheffer, ik ben niets gerust over m'n man. Hij ziet er slecht uit en doet zoo zonderling." „Ik heb niets aan hem gemerkt gistereii „Nu, ik hoop dat ik het mis heb, maar wilt u me even opbellen, wanneer hij er is?" „Daar kunt u op rekenen." „En, mijnheer Scheffer, kunt u hem niet door iemand laten bewaken?" „Dat is goed. Ik zal Manders waarschuwen. Die verliest hem niet uit het oog en dan kunt u volkomen gerust zijn. Hij is de particuliere detective van de firma, zooals u weet." „Dank wel, hoor! Dag mijnheer Scheffer!" Hendrik Daalder was de jongste firmant van de firma Scheffer en Daalder, handelaars in diamanten. Gewoonlijk ging hij Zaterdags niet naar 't kantoor, maar dezen Zaterdag had hij een speciale .eden om te gaan. Toen hij in den trein zat, dacht hij vol bit terheid na over de omstandigheden, die hem gemaakt hadden tot wat hij nu was. Twee jaar geleden was hij een rijk man geweest. Maar rijkdom kweekt ontevredenheid: véél wil nog méér! Door speculaties had hij getracht z'n groot vermogen te verdubbelen, maar daardoor z'n heele vermogen verloren. De gedachte aan ar moe was voor hem, den man van weelde, ab soluut onverdraaglijk. Alles liever dan armoe zelfs diefstal! Hij had alles zorgvuldig overwogen en voor bereid. Scheffer verliet Zaterdags altijd om elf uur het kantoor. Willemse, de procuratiehouder, ging als laatste, altijd om één uur weg. Hij, Hendrik Daalder, had een sleutel van de brand kast. Daar zat voor ongeveer negentig duizend gulden diamanten in. Hij had gèen minuut noo dig om ze er uit te halen. Als hij de steenen eenmaal in z'n bezit had, kon hij den trein van 2 uur naar Rotterdam nemen, van waar om vijf uur de „Amalia" vertrok, waarop hij passage voor Zuid-Amerika had geboekt. Er waren, voor zoover hij kon nagaan, geen hiaten in zijn schema. Z'n passage had hij on der een anderen naam genomen. Niemand van de firma Scheffer en Daalder zou tusschen Za terdag één uur en Maandagmorgen tien uur op het kantoor komen. Daardoor zou hij een voorsprong hebben van meer dan veertig uren.... Om kwart voor tienen was hij in de zaak. „Hoe gaat het er mee?" vroeg z'n compagnon. „Och, zoo, zoo," antwoordde hij. Scheffer zag hem scherp aan. „Je ziet er slecht uit," opperde hij. „Je hebt zeker last van je zenuwen. Is er wat gebeurd?" „Neen, niets. Ik voel me heusch goed. Alleen een beetje moe. Wat overspannen misschien." „Tob je ergens over?" Daalder keek, als in gepeins verzonken, strak voor zich. „Tob je ergens over?" herhaalde Scheffer. „Neen." „Ik bedoel, je behoeft toch nergens over te tobben. Een meer dan behoorlijk inkomen en...:" „Er is ook werkelijk niets." „Dan is het goed. Misschien heb je alleen maar wat ontspanning noodig. Ik zou de vol gende week maar vacantie nemen als ik jou was „Ja," zei Daalder, „misschien doe ik dat wel." Om tien over eenen verliet Daalder 't kan toor der firma Scheffer en Daalder met on geveer negentig duizend gulden gestolen dia manten in zijn zak. Hij riep een taxi aan, liet zich naar den kapper en daarna naar 't sta tion rijden. In de wachtkamer nam hij een glas port, dat kalmeerde z'n zenuwen wat. Hij gevoelde zich nu gerust en onbevreesd. Hij dacht aan een nieuw leven tusschen een nieuw volk en in een nieuwe omgeving, dat hem wachtte. Over een week zou hij vijftig jaar zijn; hij lachtte, want hij voelde zich wel twin tig jaar jonger. Hij had een voorsprong van ruim veertig uur! Scheffer kon onmogelijk vóór Maandagmorgen tien uur weten wat er gebeurd was. Dan zou de politie natuurlijk gewaarschuwd worden, maar hij, Daalder, was dan veilig. Hij was Dick Meijer op de lijst der scheepspassagiers en had geen baard en geen snor meer. Maar toen hij de wachtkamer verliet en het perron opwandelde, verdween zijn optimisme om plaats te maken voor een wilde vrees, want, toen hij toevallig omkeek, zag hij op een paar meter afstand, Manders achter hem loopen. Manders keek naar de klok, maar Daalder was er van overtuigd, dat hij geen seconde ge leden, naar hem had gekeken. Een ontzettende angst greep hem aan. Als in een droom zocht hij een plaats in den trein en viel in een hoek neer. Het klamme zweet parelde op z'n voorhoofd. Z'n hart bons de alsof het zou barsten.Wist Manders het? Natuurlijk kon hij niets weten... de gedachte al- z 7) hlfTl f leen was dwaas. Hij, Daalder, maakte zich on- i ULVll gerust over niets. -rjr -r\ j j ging. Daalder vermande zich en keek in den corridor. Daar stond Manders! Was dit ook toeval? Strompelend, sleepte Daalder zich naar het raampje en trok het open. Politie! Onteerd! Gevangenis! Manders wist'het! dreunde het door z'n ontsteld brein. Hij keek naar buitenzag groene velden. koeien, huisjes. Een koele wind streek langs zijn slapen. „Zonderling," mompelde hij; „alles draait voor me rondToen werd alles opeens zwart voor z'n oogen. Toen hij tot bewustzijn kwam, stond Man ders over hem heen gebogen. In z'n mond proefde hij den smaak van genoten cognac. „Voelt u zich al wat beter?" vroeg Manders, en Daalder meende een eigenaardige uitdruk king in z'n oogen te zien. „Hij weet het, hij weet alles, maar hij wil nog niets zeggen," hamerde het in z'n hoofd en hij antwoordde, zonder op te zien: „Ja, het gaat wel weer...." De trein was het station binnen gereden. Op de klok zag hij, dat het half vijf was. Langs den trein liep een krantenjongen: „Belangrijke diamantendiefstal in Amster damNegentig duizend gulden aan dia manten gestolen „Een krant," kreunde Daalder. „Een krant!" En hij las met moeite onder de laatste be richten „Heden is ingebroken in het kantoor der fir ma Scheffer en Daalder. Uit de brandkast is een waarde van ongeveer negentig duizend gulden aan edelgesteenten verdwenen. De brand kast was als een sardine-blikje open gesneden. De daders hebben zich door een achterdeur toegang verschaft. Er is geen spoor van hen gevonden." „U bent ziek, mijnheer," zei Manders. Daalders schudde z'n hoofd. Hij was niet ziek. Maar de gewaarwording die zich van hem had meester gemaakt, had hij gaarne willen afkoopen met een ernstige ziekte; want toen de trein vertrokken was, had hij negentig dui zend gulden aan diamanten uit het raampje in een sloot gegooid. Dezer dagen is in Engeland een proces ge voerd, waarvoor de openbare meening zich levendig interesseert. Ofschoon het geval op zich zelf van weinig beteekenis is, hebben vrij wel alle groote dagbladen er beschouwingen aan gewijd. Eenige weken geleden wilde een fabrikant, John Sutherland genaamd, die in een klein stadje woont, naar Birmingham reizen. Hij moest op een bepaald uur daar zijn om een leverantie-contract van 900.000 francs te onder teekenen. Daar hij tevoren nog een gewichtige zakelijke aangelegenheid in een dichtbij gele gen klein plaatsje wilde afwikkelen, besloot hij vandaar op den trein te gaan. Maar tot zijn schrik merkte hij een kwartier voor dat de trein moest passeeren, dat de sneltrein aan dit station niet stopte. Wat te doen? Als hij niet op het overeengekomen uur in Birhingham was, zou de leverantie niet doorgaan. Hij be sloot den trein te laten stoppen, stelde zich op het perron op en zwaaide uit alle macht met zijn hoed tegen den aanrollenden sneltrein. De machinist zag dit teeken en dacht aan een mis daad of een niet in orde zijn van de lijn en liet den trein stoppen. Sutherland steeg in, maar tijdens de reis werd door den conducteur proces-verbaal tegen hem opgemaakt wegens storing van het treinverkeer. De openbare meening is grootendeels voor Sutherland, want de Engelschen zijn nu een maal uitgesproken zakenmenschen en men kan het zeer goed begrijpen, dat de fabrikant juist in deze tijden een zoo groote order zich niet wilde laten ontgaan. Of echter de rechtbank zich ook op dit standpunt zal stellen, is zeer de vraag. Terecht toch wordt er op gewezen, dat er onhoudbare toestanden zouden ontstaan, wanneer ieder maar naar eigen believen een sneltrein zou kunnen laten stoppen. A 7//1 /«jinMMo'o °P dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f 9/1/)/) bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7 Cf) bij een ongeval met f O Cf) bij verlies van een hand f 1 OC Dij verlies van een f Cf) bij een breuk van f Af) bij verlies van *n All IC aoonnc O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodeiijken afloop# een voet of een oog 1 £tO»duim of wijsvinger t/l/«~been of arm» Tri/»™ anderen vinger Vrij naar het Duitsch 36 Maar dan namen zijn oogen eensklaps een wilde dreigende uitdrukking aan. Hij nikte zich los, en greep in zijn zak. IJzeren vastberaden heid sprak uit zijn trekken. De detective had hem geen oogenblik uit net oog verloren, en omklemde nu met stalen greep zijn pols. Laat dien revolver maar kaiin zitten, waarde heer. Ik heb óók zoo'n dingetje in mijn zak zitten, maar het is beter, dat we met der gelijke dingen niet spelen. Waarom ook eigen lijk? Ik wil immers in alle hoffelijkheid mijn opwachting maken bij de dame Nooit! knarste de portier tusschen zijn tanden. Alleen over mijn lijk zult u.... Hohoho! We gaan samen! Hij schudde den ander zachtjes bij den arm. Wees nou verstandig man. Wat zal het Je baten, of je je al verzet? Ik ben hier niet gekomen, zonder een paar kleine voorzorgs maatregelen te treffen. En u zult de familie het best van dienst zijn, als u zich thans vol komen bedaard houdt. Als alles goed gaat, zal mijn onderhoud met de freule een heel vreed zaam verloop hebben. Kom mee. Bij het woord „freule" was het, alsof den portier alle krachten begaven. Hij stond daar met knikkende knieën, staarde den detective vol ontzetting aan, en volgde hem dan, zon der nog eenigen tegenstand te bieden. Op de eerste verdieping aangekomen zijnde, bij de deur van het vertrek, waar zich dien avond de oude vrouw voor de tafel had bevon den, bleef Helfrich een oogenblik staan, en zeide bij wijze van verontschuldiging: Ik zou me natuurlijk liever laten aandie nen bü de dame, maar de omstandigheden noodzaken me, om nu eens een keer onbeleefd te zijn. Uw vrouw en Fina Markbreiter zijn ieker bij haar? De portier knikte zwijgend. Op Helfrich's kloppen ging de deur open, en Fina verscheen Zij wilde een kreet slaken, toen zij hem zag, doch hij hief waarschuwend zijn hand op. Stil! zei hij zachtjes. Stil als u uw meesteres onnoodig last wilt besparen. Blijft u met meneer Knobloch hier in de gang, tot ik u roep. Dan ging hij snel de kamer binnen. Zijn blik gleed zoekend in het rond, en bleef dan rusten op den ligstoel, waarop een slanke, don kere vrouw lag uitgestrekt, die zich bij zijn binnenkomen half had opgericht, en hem spra keloos aanstaarde. Naast haar stond juffrouw Knobloch, met een witte pruik in de hand. Helfrich maakte een diepe buiging voor de dame op den ligstoel, en zei dan tot de vrouw van den portier: Uw man wacht in de gang op u, juffrouw Knobloch. Men zal u roepen, als men u weer noodig heeft. Ik sta hier in naam van graaf Saluga. De vrouw beefde, doch waagde het niet, zich tegen een zoo beslist gegeven bevel te verzet ten, en ging dralend heen. Thans wendde Hel frich zich tot de dame, die hem npg altijd, zonder een woord te kunnen uitbrengen, aan staarde. Vóór alles moet ik u verzoeken, freule, mijn ietwat onvormelijk binnendringen wèl te willen verontschuldigen, maar u hebt me zóó handig en zoo voortdurend weten te ontsnappen, dat ik werkelijk geen anderen weg zag, dan de zen, om enkele dringende vragen tot u te rich ten. De dame, wier knap gezicht zoo wit zag als het kussen, waarop zij daar straks gerust had, bleef zwijgen. Wie zóó sterk en dapper ieder gevaar trotseerde, ging Helfrich voort, mag thans niet lafhartig de gevolgen van zijn daden uit den weg gaan. Of heb ik me vergist, en zou u werkelijk reden hebben, om mijn vragen te schuwen? Een weerspannige trek verduisterde haar ge laat. Zij wierp het hoofd achterover, en zei gejaagd: Wat wilt u eigenlijk? Alleen een paar vragen tot u richten, die ik u verzoek, naar waarheid te beantwoorden. Waarom bracht u uw schoonzuster er toe, om door halsstarrig zwijgen haar positie zoo moei lijk te maken? Waarom hebt u op alle moge lijke manieren de pogingen van de justitie trachten te verijdelen? Dat is mijn zaak. Van mij zult u daar niets over te weten komen. Goed, dan zal ik het anders zeggen. Neemt u nu eens aan, dat ik in hoofdzaak het mo tief van uw handelwijze kende. Toen die „Pe ter Saluga" zich aan u voorstelde als uw stief broeder, en aanspraak maakte op zijn erfdeel.. Een half onderdrukte kreet deed hem op houden. De freule zag hem aan met oogen .vijd opengespalkt van ontzetting. Hoeweetu dat? hijgde zij. Helfrich legde kalmeerend zijn hand op haar arm. Wees kalm, freule. U ziet, dat ik goed ingelicht ben, en dat het geen zin meer heeft, om tegenover mij nog iets te ontkennen. Ver telt u mij liever, wat er gebeurde, vóór.... een van u beiden dien man neerschoot. Freule Saluga sprong op. Haar oogen fonkel den toornig. Wat zegt u? Gelooft u dan' óók aan die voorstelling? Het is om gek te worden! O mijn God, heeft die man dan geen onheil genoeg over ons gebracht? Moeten we dan nog schuld hebben aan zijn dood óók? Zij was geheel buiten zichzelf. Verontwaar diging sprak uit iederen trek van haar ge zicht. En haar verontwaardiging was echt. Hel frich haalde diep adem. Hij vergiste zich niet. Van nu af aan sprak hij met volkomen ze kerheid. U was de éénige getuige destijds. Vertelt u mij precies hoe de zaak zich toedroeg. Wie had de samenkomst bij „De drie Mirteboomen" voorgesteld? Hij, antwoordde freule Renée zonder aar zelen. Die man, die helaas met recht den naam van mijn vader mocht dragen. Hij schreef aan mijn schoonzuster. Eerst voorzich tig, maar dan altijd duidelijker. Hij dreigde, dat hij openlijk zou optreden, als zij niet toe stemde, om terstond een door hem bepaalde aanzienlijke som te betalen, teneinde van alles af te wezen. Aha, het ging dus om een soort afper sing? Ja, dat wil zeggen, hij hèd ontwijfelbare rechten. Rechten, die, als hij er gebruik van maakte, niet alleen een geweldig schandaal zouden teweegbrengen, en onzen naam op ieders lippen zouden brengen, maar mijn broer zoo ongeveer tot een bedelaar zouden maken, of meer dan dat Wendde hij zich niet het eerst rechtstreeks tot uw broer? Neen. Hij schreef, dat ook hij opzien wil de vermijden, en terstond weer zou vertrek ken, als wij zijn eisch hadden ingewilligd. Daar dringende zaken hem naar New-York terugrie pen, kon hij trouwens den terugkeer van mijn broer niet afwachten, en verlangde hij een on derhoud met mijn schoonzuster. Zij wilde hem dat al toestaan. Maar ik liet het niet toe. De heele zaak kwam me zoo ongelooflijk voor. Mijn vader zou al een keer eerder getrouwd geweest zijn, hij zou een zoon uit zijn eerste huwelijk hebben, en hij zou ons daar nooit wat van gezegd hebben! Dat feit van het eerste huwelijk staat zeer zeker vast. De freule keek hem verbaasd aan. Dat weet u? Hoe dan? Dat doet er toch niets toe! Gaat u door alstublieft, freule. U riedt uw schoonzuster dus af, om dien Wilson in haar huis te ontvangen? Ja. Ik stond daar zelfs op. Ik wilde tot geen enkelen prijs, dat hij met ons personeel, dat toen nog niet met verlof was, op eenige wijze in aanraking kwam. Ook was ik van mee ning, dat, zoodra men hem hier ook maar toe gang verleende, men aan den eenen kant zijn aanspraken in zekeren zin erkende, en aan den anderen kant hem misschien niet meer kwijt zou kunnen raken. Zeer juist. Maar waarom nam u niet uw toevlucht tot de hulp van een advocaat? (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9