Steunregeling tuinbouw De aanvaring op de Noordzee Nog vuur in het ruim van de P. C. Hooft MEMORIE VAN ANTWOORD BLUSSCHING GESTAAKT Auto te water MARKTEN DINSDAG 15 NOVEMBER Tendenz tot beperking Gr aal-kalender 1933 Moordzaak-Eschauzier De ..bekende" notaris Waardeloos overblijfsel AUTO DOOR TREIN GEGREPEN Uitkeeringen ten behoeve van verbouwers van fruit en warmoezer ij gewassen Richtprijzen Andere wegen Schatkist veilig gesteld Vernietiging van producten Verdere hulp Steun enkelingen Is het gevonden briefje echt? HET DRAMA TE VELP Toestand van het slachtoffer nog ernstig Een onderzoek naar zijn geestvermogens Groote moeilijkheden voor de opvarenden Ontzettende paniek Als eenigste oorzaak van deze zeer groote ramp is kortsluiting aan te nemen Voor 7\2 millioen verzekerd De oorzaak Het kleine vonkje Kosten 13 millioen Plaatsvervanger Een gewonde BEHEER VAN LOTISICO In bange" afwachting der beslissing? DIRECTEUR GEARRESTEERD N.V. Continentale Crediet- en Depositobank failliet Het faillissement EEN GOEDE BUIT DE ZESDAAGSCHETE BERLIJN Buschenhagen aan den kop Twee nachten. Bestuurder dood bovengebracht ONEERLIJKE WERKSTER Zevenduizend gulden verduisterd Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake het Wetsontwerp be treffende uitkeeringen ten behoeve van ver bouwers van fruit en warmoezeniersgewassen wordt ontleend: Dat de slechte toestand in den tuinbouw een gevolg zou zijn van de belemmeringen in het internationale handelsverkeer kan de minister thans, nu de resultaten van het hoogseizoen van dit jaar bekend zijn, niet zonder een kant- teekening beamen. Immers de uitvoerstatistiek der voornaamste tuinbouwproducten toont aan dat de geëxporteerde hoeveelheid gedurende de maanden Januari tot en met Augustus van dit jaar, die gedurende hetzelfde tijdperk van 1931 heeft overtroffen; de geldelijke opbrengst ver minderde echter met 13 millioen. Anderzijds is als zeker aan te nemen, dat een verbetering van het internationale handelsverkeer de gel delijke opbrengst der geëxporteerde tuinbouw producten zal kunnen doen vermeerderen. Stre ven naar genoemde verbetering is dan ook het krachtige motief geweest, dat de regeering haar volle medewerking aan den arbeid van Ouchy heeft doen geven. Het gevaar, dat zou kunnen voortvloeien uit dat onderdeel der regeling, volgens hetwelk bij de vaststelling der richtprijzen rekening zal worden gehouden met plaatselijke omstandig heden, terwijl bij de berekening van de wer kelijke opbrengst de plaatselijke omstandig heden geheel zullen worden uitgeschakeld, be hoeft niet te worden gevreesd, daar de be voegdheid, in punt 3 van het Plan van Uitvoe ring gegeven, om verschillende richtprijzen vast te stellen voor verschillende deelen des lands, slechts zal worden aangewend in geval dat de eenvormigheid van den richtprijs, voor de on derscheidene kwaliteiten van een garantiepro duct vastgesteld, tot klaarblijkelijke onbillijk heden aanleiding mocht geven. Dat met het verleenen van steun op deze wijze niet kan worden voortgegaan, maar andere wegen dienen te worden ingeslagen, is een stelling, welke van wijderen omvang is dan het onderhavige ontwerp. Dat echter voor een steunwerking ten behoeve van den tuinbouw voor het jaar 1932, hetwelk reeds voor het groot ste deel tot het verleden behoort, slechts de voorgedragen regeling aannemelijk is, is in de Memorie van Toelichting uitdrukkelijk uiteen gezet. Beperking der productie, inkrimping van de glascultuur konden niet in overweging wor den genomen, waar men hier voor een voltooid oogstjaar stond. Wat eventueel voor de naaste toekomst zal moeten worden gedaan, maakt thans een onderwerp van onderzoek, op korten termijn, uit. Ook het onderhavige steunplan, ge steld dat het mede voor het jaar 1933 zou wer ken, heeft een tendenz tot beperking, daar het alle onverkochte hoeveelheden buiten zijn wer kingssfeer laat vallen. Verder zal ook het eigen belang der tuinders, wier organisaties hier wei- licht een taak zullen vinden, tot beperking voeren. Van verschillende zijden is verder de meening uitgesproken, dat de voorgestelde steunmaat regel beslist onvoldoende zal zijn. Ter staving hiervan beroept men zich op het bedrag van 20 millioen dat in het rapport der commissie- Lovink genoemd wordt. Dit bedrag mag echter niet als maatstaf worden aangelegd, daar de berekening er van uit factoren is opgebouwd, welke bij de vaststelling van het Rijkssteunplan neit zonder meer konden worden gehanteerd Toen dan ook bij het ontwerpen van dit steunplan door den minister een raming moest worden gemaakt, bleef deze begrijpelijkerwijze aanmerkelijk beneden die der commissie. Scher pe berekening van niet te hoog gestelde pro ductiekosten en de geldelijke opbrengst der geïmporteerde tuinbouwproducten, waarbij reke ning werd gehouden met het prijsverloop tus- schen 1 Augustus U. en het gereedkomen van het onderhavig ontwerp en met vermoedens omtrent het verdere verloop der prijzen tot 1 Januari 1933, deed een uitkomst verkrijgen, welke ongeveer een vierde deel van die der com missie bedroeg. Dat tenslotte het bedrag op o millioen gefixeerd is, vond overigens zijn ge- reeden grond in den zeker in dezen tijd ge- rechtvaardigden eisch, dat de schatkist behoed worde voor risico's, welke voor haar uit deze steunregeling zouden kunnen voortvloeien. De beperking van het totale bedrag van den te verleenen steun tot 5 millioen mag dan ook niet worden gezien als een inbreuk op het sys teem dat aan die steunverleening ten grondslag is gelegd; integendeel, die beperking waarborgt de evenwichtige werking van dezen steunmaat regel doordat zij de belangen veilig stelt van de Nederlandsche schatkist, ten koste waarvan deze steunverleening geschiedt. De stap, welke door het Provinciaal Bestuur van Noord-Holland is gezet in de richting van een oplossing van het vraagstuk der vernieti ging van tuinbouwproducten, heeft bij den mi nister geen enkel bezwaar ontmoet. Als aanvul lende regeling was het provinciaal plan hem zelfs welkom. Juist daar, waar de rijksregeling zal ophouden, da. het moment dat producten op de veiling onverkocht blijven, zal in het zwaar geteisterde gebied van de Noord-Holland- sche tuinbouwstreek het aanvullend apparaat door de provincie aldaar in werking gesteld, nog eenige verlichting kunnen bieden. De minister zal niettemin met aandacht de werking der provinciale regeling volgen. Zij is een experi ment inzake het netelige vraagstuk van de ver nietiging van tuinbouwproducten. Mocht hem blijken, dat, in tegenstelling met hetgeen des tijds na grondig en deskundig onderzoek van wege den toenmaligen met de zaken van den landbouw belasten minister is komen vast te staan, maatregelen te dezer zake met resultaat te nemen zijn, zoo zal hij deze aangelegenheid in ernstige overweging nemen. Een steunplan ten behoeve der boomkweekers is in vergevorderden staat van voorbereiding; met bekwamen spoed zal de indiening van het desbetreffend ontwerp worden bevorderd. Ook is een maatregel ten behoeve van de binnenschippers in voorbereiding; hier zijn ech ter groote hindemissen te overwinnen, welke het vinden van het geëigende middel bemoei lijken. Het bezwaar dat tuinders, die niet bi) een veiling zijn aangesloten, doch hun product rechtstreeks aan één of meer handelaren leve ren, niet onder deze steunverleeening zullen vallen, zal in de praktijk niet ernstig blijken te zijn. Het betreft hier slechts enkelingen. Om ook hieraan tegemoet te komen, heeft de mi nister in het plan van uitvoering een nieuw punt opgenomen. Zulk een enkeling zal dan worden geacht zijn producten over een erkende veilng te hebben afgezet, wanneer hij in zijn bedrijf niet voldoende compensatie uit de voordeelen van den kleinhandel heeft genoten en zijn producten slechts geëxporteerd heeft of voor export heeft geleverd. Behalve de in de Memorie van Toelichting genoemde tuinbouwproducten behoudt de mi nister zich voor, zoo noodig ook andere, minder belangrijke tuinbouwproducten onder de garan tieproducten op te nemen. Op dit punt kan hij echter thans nog geen definitieve toezegging doen, hetgeen begrijpelijk is, wanneer men in het oog houdt dat het in casu een 90-tal arti kelen betreft, welke aan een nauwgezette, al- geheele berekening moeten worden onderwor pen. Het voorschrift, volgens hetwelk alle op de veilingen onverkoopbaar gebleken producten niet voor garantie in aanmerking komen, is een noodzakelijk moment van deze steunverleening, temeer daar zij met terugwerkende kracht is toegerust. Overleg met de verschillende organisaties betreffende de samenstelling van de commissie van advies zal inderdaad geschieden. Het ligt in de bedoeling van den minister in die com missie, behalve de veilingorganisaties, ook an dere tuinbouworganisaties te doen vertegen woordigen. In bisschopspaars, kardinaalrood en pause lijk geel, afgewisseld door lentegroen, hemel blauw en nog andere klare papierkleuren en druktinten, is de eerste G-raal-kalender ver schenen in sierlijk oblong boekformaat. Menig bezadigd kunstlievend Nederlander lijdt aan kleurenvrees. De Graalleden gelukkig niet. Dat hebben zij bewezen en hoe smaak vol en schitterend! in de open lucht, in hun eigen huizen en in feestvierende gebouwen, waar zij luister bijzetten door hun fleurige groepen. Dat bewijzen zij opnieuw door den frisschen durf van dit kleurengeheel, dat niet wil schrééuwen, maar wel nooden en róépen, met kleur, woord en teekening. Voor de meisjes en jonge vrouwen, die dit rijke manuale mogen noemen hun dagelijksch vade-mecum voor het jaar 1933, ontwaakt iedere dag met een blik van aandacht op een „eigen" tekst. Een tekst, die een sententie of spreuk is, ontleend aan de groote composities, die vroeger werden uitgevoerd in het Amster- damsche Stadion. Bij de keuze van dien tekst heeft de redactie van den kalender zich wijselijk niet van de wijs laten brengen door de vrij goedkoope cri- tiek. Zij had zich hier te laten leiden door den zin, onafhankelijk van den meer of minder geslaagden vorm. Gelijk berijmde spreekwijzen in de volkstaal na iedere nieuwe generatie onveranderd voort bestaan, zoo bleven hier niet onberispelijke verzen en rijmen te recht gehandhaafd, wijl zij reeds als leuzen vastzitten in het geheugen der Graalmeisjes. Om aan hetgeheugen der zijnen tegemoet te komen, schreef Augustinus een „Psalmus" tegen de Donatisten. De humanist Erasmus vond dat een barbaarsch literatuurstuk, maar voor den hedendaagschen cultuurvergeüjker is dat barbaarsch van den Kerkvader mo derner en zielkundiger dan de betweterij van den Rotterdamschen Romein. Zoo kan het wijs zijn, op zijn tijd ongeniet baar te wezen voor de gewone critiek van den Onbevreesdheid voor critiek, toont duidelijk en terecht de Graal-kalender van 1933. Ds bestuurder van den auto, de heer E. uit Arn hem,- bevindt zich nog steeds op het politie bureau te Velp in verzekerde bewaring. In te genspraak met de in omloop zijnde geruchten, als zou de auto, waarmede het drama zich af speelde, Vrijdagavond in beslag zijn genomen in de garage van de firma v. Zijll, Velperplein, verzocht deze firma ons mede te deelen, dat deze auto niet in haar garage gestald is geweest. Zooals men zich zal herinneren heeft het Ge rechtshof te 'sGravenhage bij de behandeling in hooger beroep van het vonnis der Haagsche Rechtbank gewezen tegen de beide verdachten K. en P. in de moordzaak Eschauzier, den 18en Mei jj. heropening van de instructie gelast. Naar aanleiding van het feit, dat de verdediger mr. Nederveen uit Roermond van den hoofd schuldige een briefje in het geding had gebracht, dat in de kleeren van zijn cliënt was gevonden en dat volgens dezen een door den heer Eschau zier geschreven en onderteekende schuldbeken tenis inhield. De rechter-commissaris achtte het noodza kelijk om naar de echtheid van dit briefje een onderzoek te doen instellen en wees daartoe oor spronkelijk twee deskundigen aan. Naar ons ter oore kwam zouden deze deskundigen tot de slotsom zijn gekomen, dat het briefje inderdaad afkomstig zou zijn van den heer E. Een derde deskundige aan wien daarop een nader onderzoek werd opgedragen, zou, naar wij vernemen, tot de conclusie zijn gekomen, dat het briefje niet echt was. Bij dit verschil van meening tusschen de na mens den Rechter-Commissaris aangewezen deskundigen is toen door de verdediging van de verdachten tot twee buitenlandsche schriftkun digen n.l. den heer Saudek. te Londen en den heer Schneckert te Berlijn het verzoek gericht, omtrent de al of niet echtheid van het bewuste briefje een onderzoek in te stellen en een rap port dienaangaande uit te brengen. Zijn wij wel ingelicht, dan moeten deze beide deskundigen in hun rapport als hun oordeel hebben uitgesproken, dat het briefje echt is. Nog vernemen we dat van de zijde der verde diging dr. Hulst uit Leiden is aangezocht, om trent de mogelijke oorzaak van den dood van den heer E. als getuige-deskundige in de zaak op te treden. In verband met een en ander is de instructie in deze geruchtmakende zaak nog niet gesloten en laat het zich zelfs aanzien, dat er nog wel een paar maanden zullen verloopen, alvorens de zaak naar de openbare terechtzitting van het Hof zal kunnen worden verwezen. Naar wij gistermorgen bij informatie aan het ziekenhuis te Velp vernamen, is de toestand van den rijksveldwachter Bouman, die j.l. Vrijdag avond van de treeplank van een auto, die hij in verband met een jachtwetovertreding in beslag had genomen, werd geslingerd, nog zeer ernstig. Gisteren zette de rechtbank de behan deling voort van de strafzaak tegen den notaris mr. M., verdacht van valschheid in ge schrifte, ,subs. oplichting, meer subs, mede plichtigheid aan oplichting. Nadat de Rechtbank te half tien binnen is gekomen, begint de notaris een aantal brieven voor te lezen, o.a. van zijn verdediger, mr. de Vries, die schrijft gaarne de verdediging op zich te willen nemen, mits de behandeling minstens een week wordt uitgesteld. Heftig protesteert verd. nu tegen zijn gevan genhouding." Mij blijft slechts zoo roept hij uit een beroep te doen op de publieke opinie." De rechtbank gaat in raadkamer, doch komt onmiddellijk terug en weigert de invrijheidstel ling. Het getuigenverhoor wordt hierop voortgezet. Na beëindiging van het getuigenverhoor deelt de president mede, dat de rechtbank heeft be sloten een onderzoek te doen instellen naar de geestvermogens van verd. De stukken worden in handen van den rechtercommissaris gesteld. Verd.: „Als ik dan maar in vrijheid word gesteld, in de gevangenis word ik gek. Meneer de president, als ik terug moet naar de ge vangenis, jaagt u me den dood in." De president antwoordt, dat de rechtbank hierover niet kan beslissen. „Misschien zult u naar een inrichting worden gebracht, waar het onderzoek gemakkelijker is." De zaak wordt hierop voor onbepaalden tijd geschorst. Momenten van doodsangst, uren van koude en ellende, van wanhopig vechten om levens behoud, van groote spanning, heeft een deel der bemanning van het Nederlandsche stoom schip „Rozenburg" in den nacht van Zaterdag op Zondag doorgemaakt na de aanvaring met het s.s. „Mount Helykon", waarvan wij reeds uitvoerig melding maakten. Over de tooneelen aan boord vertelt een spe ciale verslaggever van de „Telegraaf" nog o.m. het volgende: Bij de aanvaring ontstond er op de „Rozen burg" groote consternatie onder de bemanning. Elf van de cwee en twintig opvarenden deden dienst aan dek Zij spiongen in allerijl over op het Grieksche stoomschip en wisten zich dus spoedig in veiligheid te stellen. Doch gevaar lijker was de situatie van de andere leden der bemanning. De kapitein bevond zich op het oogenblik der aanvaring op de brug doch de overige op varenden waren óf in de machinekamer, óf, daar de wacht juist was afgelost, net te kooi. De tweede machinist begaf zich toen naar de machinekamer om den eersten machinist af te lossen. Hij had, toen hij op het dek stond, de lich ten van de „Mount Helykon" nog op eenigen afstand achteruit gezien, was daarna naar de kombuis gegaan, had daar een kopje koffie gedronken en wilde de machinekamer binnen gaan toen een hevige schok die gepaard ging met een oorverdoovend gekraak, nem tegen den wand slingerde. Onmiddellijk drong het tot de menschen in de machinekamer door dat een aanvaring had plaats gehad, maar zij verkeerden in het on zekere van noe ernstigen aard die was en of hun levens in gevaar waren Doch plotseling begaf zich een binnenschot, dat de machinekamer van de bunkerruimte scheidt en het water stroomde met kracht de machinekamer binnen. Er ontstond een ontzettende oaniek onder het machinekamerperscneel Alles rende naar dek om zich in veiligheid te stellen. De positie van de ^.Rozenburg" werd zeer precair. Er stond een zeer sterke wind en woeste go .ven beukten het zwaar gehavende schip. Het water stroom de voortdurend door een groot gat in den stuur boord wand binnen en spoedig begon de „Rozenburg" te zinken. De mogelijkheid, dat hèt schip zou kunnen hellen en dan kap seizen was geenszins uitgesloten en de kapitein gaf dan ook orders aar, loefzijde een reddings boot te strijken. Na zeer veel moeite slaagde men er in die order uit te voeren; de „Rozen burg" was reeds ver gezonken en tot groote schrik van de opvarenden steeg het water in de ruimen zoover, dat ook de dynamo onder water kwam te staan en den dienst weigerde. De lichten gingen uit, en in de duisternis, in felle koude en harde windvlagen werd van de be manning de uiterste inspanning gevergd om de sloep uit te orengen, doch eindelijk gelukte het en negen opvarenden namen er in plaats. De kapitein en de eerste stuurman weigerden het zinkende schip te verlaten De menschen in de reddingsboot waren echter nog geenszins in veiligheid e» hun toestand was niet benij denswaardig Zij waren in allerijl naar dek ge vlucht, zonder in de groote consternatie ook maar iets van hun bezettingen te kunnen mee nemen. Verscheidene opvarenden, die juist te kooi lagen, nadden zelfs geen tijd gehad hun kleeding te grijpen, omdat alles zich in een korte spanne tijds afspeelde. Zij waren in nachtgewaad aan den ijzigen wind blootgesteld en het koude opspattende water doorweekte hun kleeding Een groot gevaar bedreigde deze negen mannen bovendien nog. met hun sloep te plet ter geslagen te worden tegen de „Rozenburg". Het kleine scheepje werd door de golven tel kens weer in de richting van het stoomschip gestuwd en slechts met inspanning van alle krachten slaagden de menschen er in de sloep vrij te krijger van de „Rozenburg" en zee te houden. Anderhalf uur dobberden zij rond in den duisteren nacht, en eindelijk kwam red ding. Het S.O.S.-sein was opgevangen door het Amerikaansche stoomschip „Black Heron", dat Maandagmiddag stegen nog uit het zwaar ge blakerde casko van de „P. C. Hooft," waarboven de ravage van den bovenbouw een netwerk van verwrongen ijzeren binten een beeld van verschrikkelijke vernieling te zien gaf, dikke, zwarte rookwolken omhoog, een bewijs dat het midscheeps, vermoedelijk in een gedeelte van den olievoorraad, nog fel brandde. Thans viel ook in het voorschip door de patrijspoorten een felle roode gloed waar te nemen. De drijvende stoombrandspuiten „Jason" en „Jan van der Heyde" hadden sinds korten tijd het hopelooze blusschingswerk gestaakt, omdat van deskundige zijde gevreesd werd, dat net uitgebrande gevaarte zou kapseizen. De slangen werden ingehaald, terwijl de brandwachts, die zich op het voorschip bevonden, het wrak yer- lieten. De heeren D. Fock en C. v. d. Boom, resp. hoofdinspecteur en inspecteur voor de Scheep vaart, voeren des middags per motorboot langs het uitgebrande wrak. Welk een ontzaglijk vernietigingsproces zich in het inwendige van het schip heeft afgespeeld blijkt wel ten duidelijkste uit het feit, dat de scheepshuid zulk een hitte uitstraalde, dat men op een afstand van meer dan 10 Meter oen indruk kreeg dat men zich voor een felbranden- den kachel bevond. Wat er met het wrak, dat waarschijnlijk zelfs voor de sloop geen waarde meer heeft, gebeuren zal, is nog niet bekend. Verder vernemen wjj van de Directie dat het schip voor ruim zeven en een half millioen gul den was verzekerd, waarvan tachtig procent bij Engelsche en Nederlandsche assuradeuren en twintig procent voor eigen risico. Maandagavond te 11 uur woedde het vuur nog met groote hevigheid over de geheele leng te der ruïne van de „P. C. Hooft". Vooral ook in het voorschip was door de patrijspoorten een felle roode gloed waar te nemen. Zooals men weet, was het schip Zondagnacht naar het Open Y gesleept en bij de kompasboeien on geveer tegenover het Hendrik-Dok van de Am- sterdamsche Droogdok Mij. voor anker gelegd. Op deze plek, die uitgediept is voor het kom pas stellen van de verschillende zeeschepen, staat ongeveer 8 A 9 Meter water. Teneinde het geheel vernielde schip, dat na den middag nog wat meer slagzij had gemaakt, voor zinken of kapseizen te vrijwaren, wordt de kolossus door een groote sleepboot van de firma Goedkoop aan stuurboordkant tegen het talud aangehou den, in afwachting, of de kiel zich in de mod der zal vastzetten. Het blusschingswerk is ook in de avonduren niet meer hervat, daar hiervan toch geen enkel succesvol resultaat verwacht kan worden. Wel is er drijvend materiaal van de brandweer aan wezig. Ook de booten van de gemeente- en van de havenpolitie blijven in de buurt van het wrak, aangezien waakzaamheid geboden is. Kort na elven heeft de onlangs benoemde in genieur bij de brandweer, de heer Van Thiel zich opnieuw naar de „P.C. Hooft" begeven. Een verslaggever heeft aan den heer C. A. G. van der Boom, Inspecteur voor de Scheepvaart, die Maandagmiddag aan boord is geweest van het door brand verwoeste mailschip „P. C. Hooft", een motiveering gevraagd van zijn mee ning, volgens welke de brand veroorzaakt zou kunnen zijn door kortsluiting. De heer Van der Boom heeft, zich hiertoe bereid verklarend, daarbij vooropgesteld, dat deze meening een geheel persoonlijke is en niet als de officieele meening van de Scheepvaart inspectie mag worden gekwalificeerd. Bij het onderzoek in de zaak van een scheeps brand aldus vervolgde de zegsman dient men rekening te houden met verschillende oor zaken, waardoor zulk een brand kan zijn ont staan. Zoo kan, om hiermede te beginnen, zelf ontbranding de oorzaak zijn, doch deze kan in het geval van de „P. O. Hooft" onmiddellijk worden verworpen, omdat het schijc geen lading inhad. Een tweede mogelijkheid is! dat kwaad willigheid een ramp van dergelijken omvang heeft veroorzaakt. Ook deze mogelijkheid kan mi. in deze zaak absoluut worden uitgesloten, omdat zoowel het personeel van den Gemeente lijken Ontsmettingsdienst als de stuurman en de machinist van de wacht met den donkeyman buiten elke verdenking staan. Als derde moge lijke oorzaak komt dan de vraag ter sprake of er met open licht of vuur is gewerkt. Ook dit kan aldus de heer Van der Boom in geen geval geschied zijn. Dat iemand van den Ont smettingsdienst aan boord zou hebben gerookt, is mj. volkomen uitgesloten, terwijl ook de menschen van de wacht zulks niet gedaan kun nen hebben. Zij hebben hun handen met het werk aan boord veel te vol gehad en bovendien is hun verantwoordelijkheidsgevoel veel te groot voor het begaan van een overtreding, welke ontzettende gevolgen na zich kan sleepen. Als oorzaak van de onderhavige ramp blijft dan kortsluiting over en voor het aannemen van deze oorzaak bestaat m.i. alle reden. Zaterdagavond is de Ontsmettingsdienst met zijn werk begonnen. Alles is toen aan boord dichtgemaakt om het cyaangas tot in alle hoe ken en gaten te doen doordringen, teneinde ratten en ander ongedierte te verdelgen. Zon dagavond zes uur is het personeel van genoem den dienst weer aan boord gegaan, teneinde het gas gelegenheid tot ontsnappen te geven Te ongeveer negen uur konden toen stuurman en machinist van de wacht met den donkeyman aan boord gaan om een en ander verder open te maken, koelzeilen in de ruimen op te han gen, de dynamo's in werking te brengen voor het licht en het aanzetten van de fans; kort om: alles is gedaan om de luchtzuiging ter al- geheele verdrijving van het gas zoo groot mo gelijk te doen zijn. In die oogenblikken kan m.i. door kortslui ting een vonk zijn ontstaan, die een begin van brand heeft veroorzaakt, terwijl alle factoren alles aan boord was open, zoodat er een trek was als van een schoorsteen, de fans waren in werking en er stond bovendien een sterke Oos tenwind aanwezig waren om zulk een brand, hoe klein oorspronkelijk ook, onmiddellijk dien kolossalen omvang te doen aannemen, welke een succesvolle blussching onmogelijk maakte. De lengte van het schip is ongeveer 172 meter, de breedte 20.75 meter. Het kan ongeveer 670 passagiers vervoeren. De bouwkosten bedroegen 13 millioen. In plaats van het ma. „P. C. Hooft," dat door brand is verwoest, zalop Woensdag 23 November de „Johan de Witt" van Amsterdam naar Nederlandsch-Indië vertrekken. Het schip zal echter niet naar Algiers gaan. De aankomst te Colombo en verdere havens is op twee dagen later gestéld, zoodat het schip 24 December te Batavia kan arriveeren. Het s.s. „Johan de Witt" arriveerde 26 Nov. 1931 hier in de haven en werd daarna opgelegd. ijlings naar de plaats van de ramp ter hoogte van het lichtschip Noord Hinder stoomde. Het bleek zeer moeilijk de opvarenden van de sloep aan boord van het Amerikaansche stoomschip te nemen Eindelijk na drie mis lukte pogingen gelukte het de bemanning van de Black Heron" de sloep langszij te krijgen. De geredden weiden op net Amerikaansche stoomschip zeei gastvrij ontvangen en zij had den allen lof voor de vriendelijke behandeling die zij er ondervonden hadden De „Black Heron" bleef in de nabijheid van de „Rozen burg" en dat bleek noodig ook; want de po sitie van het aangevaren schip werd dusdanig kritiek, dat ook de kapitein en de eerste stuur man niet langer aan boord konden blijven. Radiotelegrafisch verzocht zij aan den gezag voerder van de „Black Heror," hen af te halen. Öe sloep van de „Rozenburg" werd bemand met leden van de bemanning van het Ameri kaansche stoomschip, dat er met veel moeite in slaagde ook de laatste twee schipbreukelin gen van het onfortuinlijke Nederlandsche schip in veiligheid te brengen. Kapitein Kuiper wilde zijn schip echter nog niet in den steek laten. De „Rozenburg" maak te nog veel water, doch het schip bleef nog drijven en er was dus nog een kans het te bergen. De „Black Heron" bleef daarom nog enkele uren in de nabijheid. Op den Molenweg te Amstelveen is Maandag middag op den onbewaakten overweg aldaar een vrachtauto in botsing gekomen met den trein, die te 2 uur uit Amstelveen naar Amsterdam vertrekt. Op den vrachtauto zaten de heer H. Honselaar uit Amstelveen en zijn zoon. De auto werd eerst door de locomotief gegrepen en slin gerde vervolgens langs den trein, waar het ach terstuk nog eens door den laatsten wagen werd geraakt. De beide personen die op den auto zaten, werden van den wagen geslingerd. De heer G. Honselaar werd vrij ernstig gewond, zijn zoon kreeg slechts onbeteekenende kwetsuren. Dr. J. Bots te Amstelveen verleende de eerste hulp. De trein kreeg vrij aanzienlijke schade, doch kon met geringe vertraging de reis voortzetten. In verband met vorige berichten over de aanvaarding door mr. dr. H. F. A. Völlmar van 250.000van i.otisico en het door hem aan den Raad van Toezicht en Discipline van de Orde van Advocaten in handen gegeven onderzoek, vernemen we thans, dat de heer Völlmar, in afwachting van de beslissing van dien Raad inmiddels meer dan 200.000 in de kas van Lotisico heeft teruggestort. Wij vernemen, dat de directeur van de N.V. Continentale Crediet- en Depositobank te Amsterdam welke bank gisteren is failliet verklaard, door de politie is gearresteerd en ter beschikking van de justitie is gesteld. Deze arrestatie staat in ver band met de verduistering van f 3500 aan ef fecten ten nadeele van een dame, die ze hem in onderpand had gegeven voor speculaties. Deze dame wenschte deze effecten terug te hebben, doch toen bleek dat de directeur der bank ze had beleend en geen geld had de stuk ken in te lossen. De Eerste Kamer van de Amsterd. Rechtbank verklaarde gisteren op vordering van den Off. van Justitie de N. V. Continentale Crediet- en Depositobank, gevestigd aan het Damrak, in staat van faillissement. Tot curator werd be noemd Mr. W. de Lille Hoogerwaard en tot rechter-commissaris Mr. Baron Tuyll van Se- rooskerken. Even over de grens te Bellingwolde is Zater dag een groote smokkelaarsbende verschalkt, die per boot en voertuig voor pl.m. 10.000 Mark in Holland gekochte goederen over de grens zou brengen. Tien personen zün gearresteerd, 200 K.G. koffie en thee, 300 K.G. tabak en 900 K.G. graan- en meelwaren enz. in beslag genomen. Na een periode van rustig rijden, kwamen Rieger-Ehmer opzetten Zij wisten een ronde in te loopen. Daarna begonnen de spurts. Ronde-winst werd behaald door de koppels Tiets-Schön, Siegel -Thierbach, Bresciani- Maczijnski, Gebr. Nickel, Busse-Billiet en Becker-Miethe en voorts nog eens door Bresciani-Maczynski, alsmede door onze land- genooten Van Kempen-Pijnenburg en Broc- cardo-Guimbretière en eveneens nog eens door de Gebr. Nickel. Het Nederland-.che koppel kreeg wegens ongeoorloofd uit de baan gaan een strafronde. Billiet werd met 50 Mark be boet, omdat lip tijdens den spurt Funda hand tastelijk aanviel. Van Kempen kwam door ban- denpech te vallen, terwijl Becker over hem heenviel. Om 3.40 uur kwam een einde aan de spurts doordat Funda en Guimbretière in de bocht vielen waaroo geneutraliseerd werd. Daarna wonnen Van KempenPijnenburg nog een ronde, terwijl Buysse-Billiet die geruimen tüd zonder reden de baan hadden verlaten, twee strafronden kregen toegewezen. De twee de reeks spurten werd resp gewonnen door Billiet, Van Kempen, Pynenburg, Maidorn, pynenburg en Becker. Na 119 uren ryden waren Maandagavond 10 uur 2719 K.M. afgelegd. Na de puntentelling was de stand als volgt: 1. MaczynskiBresciani, 138 pnt. Op 1 ronde: 2. ThierbachSiegel 416 pnt.; 3. RiegerEhmer 250 pnt. Op 2 ronden: 4. SchoenTietz 807 pnt; 5. BroccardoGuimbretiere 424 pnt. Op 3 ronden: 6. Buschenhagen—Reislger 535 pnt.; 7. FundaMaidorn 498 pnt,.; 8. Van Kem penPijnenburg 243 pnt.; 9. Gebr. Nickel 176 pt. Op 4 ronden: 10. Buysse—Billiet 311 pnt. Op 8 ronden: 11, Becker—Miethe 104 pot. Ken schoone, stille zomernacht in 1926. Aan de Sumatrakade te Amster dam ligt een zeepaleis, welks honder den lichten, welks fonkelende patrijs poorten, welks majestatelijk silhouet tot laat in den nacht toeschouwers trekken. Een brok Nederlandsche glo rie drijft daar met aan boord Prins Hendrik, ministers, talrijke hoogge- plaatsten, die de eerste reis, den tweedaagschen proetfocht van de P. C. Hooft rond het eiland Wight gaan meemaken. Het eerste motorschip der maat schappij Nederland voor de verbin ding van het moederland met de overzeesche gewesten in Indië. Zes jaar later Weer een schoone nacht. Nu een herfstnacht. Hetzelfde schip ligt on geveer op dezelfde plek aan dezelfde kade. Het is pas teruggekeerd uit In dië. Het is o.a. bestemd voor een plei- zierreis dezen zomer naar het Noor den. De ratten, die besmetting zouden kunnen verspreiden, zijn verdelgd. Het werk is afgeloopen. Het schip rust. Een schoone stille nacht. De P. C. Hooft is nog een glorie on zer koopvaardij. Dan: een vlammenspel. Dan: lich ten, die uit heel de stad weer nieuws gierigen lokken. Maar nu geen feest verlichting. Nu de vlam van het on heilbrandbrand!!!Sire nen gillen, autoriteiten spoeden zich weer naar dezelfde plek. Alles wordt in het werk gesteld om een ramp te voorkomen Maar binnen enkele uren is onheil geschied, is glorie vergaan, is de trots der Nederlandsche koopvaardij haar grootste ramp geworden Verlorente nietMenschen- werk van jaren een rookend wrak! Twee nachtenHoe weinig is noodig om hetgeen onze trots was in wat asch en rook en krimpend ijzer om te zetten. Hedennacht omstreeks twee uur zagen twee rijksveldwachters uit Duivendrecht en een agent van politie, die dienst deden onder Die- men, hoe op de Weesperzyde te A'dam van over den overweg een luxe auto kwam aangereden. Op hetzelfde oogenblik naderde een vrachtauto in de richting Amsterdam. Of de bestuurder van den auto bij het uitwijken de macht over zyti wagen verloor of dat hij verblind werd door het licht van zün tegenkomer is niet bekend, maar plotseling hoorden de politiemannen krachtig remmen en zagen zy den luxe auto over den kop in het water der Keulsche vaart verdwijnen. Onmiddeliyk snelden zy naar de plaats des onheils, waar bleek, dat de auto ge heel onder water was verdwenen. De branden de koplichten in de diepte en eenig borrelen verrieden de ligging. Ook de bewoners van de tegenoverliggen de Duivendrechterkade waren op het gerucht toegeschoten en de heer J. Brunner, van Dér- ceel 68, waarschuwde via den melder vóór zijn. woning de brandweer, die "feeds binnen tieil minuten met reddingsmateriaal ter plaatse was. Inmiddels had de politie vergeefs getracht met een roeiboot den auto, die op zyn rechter- zy met den kop in de richting Amsterdam op den bodem lag, te bereiken. Met het materiaal van de brandweer ging het sneller. Terwyi de agent van politie v. Driesten en de brandwacht ter Horst zich moe dig te water begaven, slaagde zy er in door een verbrijzeld portier een ongeveer vyttig- jarigen man naar buiten te trekken. Het slacht offer, dat bewusteloos was, lag waarschijnlijk als gevolg van de geweldige tuimeling die zün auto had gemaakt, achter in den wagen. De G.G.D., die eveneens ter plaatse was ver schenen, deed langdurige pogingen om de levensgeesten op te wekken. Tenslotte echter moest dr. N. van Rhijn den dood constateeren. Uit de op het slachtoffer gevonden papleren bleek, dat ie omgekomene is de heer D H. Witte, directeur van de N.V. de Nederlandsche Houthandel en wonende Amersfoortsche straat weg te Bussum. Het stoffelijk overschot is naar het Binnengasthuis vervoerd. Naar wij nog vernemen, is de vrachtauto, die juist vóór het ongeval de Chrysler passeerde, doorgereden. Waarschynlijk heeft de bestuur der niets bemerkt. Naar thans bekend wordt, heeft de politie te Sliedrecht Zaterdag gearresteerd mej. v. d. D., een werkster, die ervan verdacht wordt een be drag van ƒ7000.— te hebben verduisterd. Ge- ruimen tyd geleden bemerkte de familie Lan- ser, waar de vrouw in dienst was, dat er een bedrag van 1000.weg was en toen der werk ster ernaar ondervraagd werd, gaf zij toe dit bedrag en vroeger nog meer gelden van het kantoor te hebben weggenomen, zy beloofde aanvankeiyk het geld te zullen terugbetalen, doch toen daarvan niets kwam, werd de politie gewaarschuwd, die haar arresteerde. Zy be vindt zich nu nog in verzekerde bewaring. BROEK OP LANGENDIJK, 15 Nov. Aanvoer 1650 K.G. Aardappelen: Schotsche Muizen 0.80, Drielingen 0.500.80, 1700 K.G. Peen 2.10, 33000 K.G. Roode kool 1.303.50, idem doorschot 1.00 2.60, 10.000 K.G. Gele kool 1.002.30, 34000 K.G. Deensche witte kool 0.801.20, 7000 K.G, Uien: Gele uien 4.004.90, Gele Drielingen 4.20, 12000 K.G. Bieten 0.602.10, 4500 stuks Bloem kool Reus le soort 3.858.50, idem 2e soort 1.70—3.10. LEIDEN, 15 November. Aanvoer 549 zware var kens 0.280.30, 10 lichte varkens 0.280.29. Handel matig. NOORD-SCHARWOUDE, 15 November 1932. Aanvoer 8800 K.G. Aardappelen. Groote Schot sche Muizen 0.80, Drielingen 0.90, Duken 0.70 0.80, Bi. Eigenheimers 1.40. Uien: Gele Nep 7.20, Drielingen 4.20, Uien 3.904.60, Grove uien 4.40 —4.50. Aanvoer 8500 K.G. Peen 1.00—2.—, Klei ne Peen 0.60—0.70, aanv. 10700 K.G., Kroten 0.60—1.30, aanv. 3800 K.G Roode kool 2.00— 3.40, aanv. 25.700 K.G., Gew. witte kool 0.60 0.90, aanv. 53000 K.G., D. witte kool 0.80—1.20, aanv. 13.600 K.G., Gele kool 1.40—1.70, aanv. 14.800 K.G., Bloemkool 500 stuks 6.407.30 per 100 stuks. PURMEREND, 15 November. Aanvoer 1500 K.G, Kaas of 6 stapels. Kleine Boerenkaas 28.han del matig, 1933 K.G. Boter melkboter 1.301.55 per Kilo. Weiboter 1.10—1.35, 543 Runderen waaronder 390 vette 5864 per Kilo, handel ma tig, 128 melk- en gelde 85—2.20 per stuk, han del stug, 25 Stieren 4450 per kilo, handel ma tig, 20 Paarden 00130 per stuk, handel stug. 68 vette kalveren 7090, matig, Fokkalveren 1416 stug. 195 nuchtere kalveren 617, stug, 397 vette varkens 1630 per kilo. vlug. 43 ma gere varkens 512 per stuk, stug, 256 biggen 3 stug, 1263 schapen 818, stug, 78 Bokken 38, matig. 213 ganzzen 2.903.25. 11 Zwanen 3.75. Kipeieren 6.507, Eendeieren 3.25 per 100 stuks. Piepkuikens 0.550.70 per K.G., Oude kippen en hanen 0.450.50. Duiven 0.40 per paar. Eenden 0.351.10 per stuk, Konünea 0.302.40 per stuk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 6