Steunregeling tuinbouw
De aanvaring op
de Noordzee
Nog vuur in het ruim van de P. C. Hooft
MEMORIE VAN ANTWOORD
BLUSSCHING GESTAAKT
Auto te water
MARKTEN
DINSDAG 15 NOVEMBER
Tendenz tot beperking
Gr aal-kalender 1933
Moordzaak-Eschauzier
De ..bekende" notaris
Waardeloos overblijfsel
AUTO DOOR TREIN
GEGREPEN
Uitkeeringen ten behoeve van
verbouwers van fruit en
warmoezer ij gewassen
Richtprijzen
Andere wegen
Schatkist veilig gesteld
Vernietiging van producten
Verdere hulp
Steun enkelingen
Is het gevonden briefje echt?
HET DRAMA TE VELP
Toestand van het slachtoffer nog
ernstig
Een onderzoek naar zijn
geestvermogens
Groote moeilijkheden voor de
opvarenden
Ontzettende paniek
Als eenigste oorzaak van deze zeer
groote ramp is kortsluiting
aan te nemen
Voor 7\2 millioen verzekerd
De oorzaak
Het kleine vonkje
Kosten 13 millioen
Plaatsvervanger
Een gewonde
BEHEER VAN LOTISICO
In
bange" afwachting der
beslissing?
DIRECTEUR GEARRESTEERD
N.V. Continentale Crediet- en
Depositobank failliet
Het faillissement
EEN GOEDE BUIT
DE ZESDAAGSCHETE BERLIJN
Buschenhagen aan den kop
Twee nachten.
Bestuurder dood bovengebracht
ONEERLIJKE WERKSTER
Zevenduizend gulden verduisterd
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het Wetsontwerp be
treffende uitkeeringen ten behoeve van ver
bouwers van fruit en warmoezeniersgewassen
wordt ontleend:
Dat de slechte toestand in den tuinbouw een
gevolg zou zijn van de belemmeringen in het
internationale handelsverkeer kan de minister
thans, nu de resultaten van het hoogseizoen
van dit jaar bekend zijn, niet zonder een kant-
teekening beamen. Immers de uitvoerstatistiek
der voornaamste tuinbouwproducten toont aan
dat de geëxporteerde hoeveelheid gedurende de
maanden Januari tot en met Augustus van dit
jaar, die gedurende hetzelfde tijdperk van 1931
heeft overtroffen; de geldelijke opbrengst ver
minderde echter met 13 millioen. Anderzijds
is als zeker aan te nemen, dat een verbetering
van het internationale handelsverkeer de gel
delijke opbrengst der geëxporteerde tuinbouw
producten zal kunnen doen vermeerderen. Stre
ven naar genoemde verbetering is dan ook het
krachtige motief geweest, dat de regeering haar
volle medewerking aan den arbeid van Ouchy
heeft doen geven.
Het gevaar, dat zou kunnen voortvloeien uit
dat onderdeel der regeling, volgens hetwelk bij
de vaststelling der richtprijzen rekening zal
worden gehouden met plaatselijke omstandig
heden, terwijl bij de berekening van de wer
kelijke opbrengst de plaatselijke omstandig
heden geheel zullen worden uitgeschakeld, be
hoeft niet te worden gevreesd, daar de be
voegdheid, in punt 3 van het Plan van Uitvoe
ring gegeven, om verschillende richtprijzen vast
te stellen voor verschillende deelen des lands,
slechts zal worden aangewend in geval dat de
eenvormigheid van den richtprijs, voor de on
derscheidene kwaliteiten van een garantiepro
duct vastgesteld, tot klaarblijkelijke onbillijk
heden aanleiding mocht geven.
Dat met het verleenen van steun op deze
wijze niet kan worden voortgegaan, maar
andere wegen dienen te worden ingeslagen, is
een stelling, welke van wijderen omvang is dan
het onderhavige ontwerp. Dat echter voor een
steunwerking ten behoeve van den tuinbouw
voor het jaar 1932, hetwelk reeds voor het groot
ste deel tot het verleden behoort, slechts de
voorgedragen regeling aannemelijk is, is in de
Memorie van Toelichting uitdrukkelijk uiteen
gezet. Beperking der productie, inkrimping van
de glascultuur konden niet in overweging wor
den genomen, waar men hier voor een voltooid
oogstjaar stond. Wat eventueel voor de naaste
toekomst zal moeten worden gedaan, maakt
thans een onderwerp van onderzoek, op korten
termijn, uit. Ook het onderhavige steunplan, ge
steld dat het mede voor het jaar 1933 zou wer
ken, heeft een tendenz tot beperking, daar het
alle onverkochte hoeveelheden buiten zijn wer
kingssfeer laat vallen. Verder zal ook het eigen
belang der tuinders, wier organisaties hier wei-
licht een taak zullen vinden, tot beperking
voeren.
Van verschillende zijden is verder de meening
uitgesproken, dat de voorgestelde steunmaat
regel beslist onvoldoende zal zijn. Ter staving
hiervan beroept men zich op het bedrag van
20 millioen dat in het rapport der commissie-
Lovink genoemd wordt. Dit bedrag mag echter
niet als maatstaf worden aangelegd, daar de
berekening er van uit factoren is opgebouwd,
welke bij de vaststelling van het Rijkssteunplan
neit zonder meer konden worden gehanteerd
Toen dan ook bij het ontwerpen van dit
steunplan door den minister een raming moest
worden gemaakt, bleef deze begrijpelijkerwijze
aanmerkelijk beneden die der commissie. Scher
pe berekening van niet te hoog gestelde pro
ductiekosten en de geldelijke opbrengst der
geïmporteerde tuinbouwproducten, waarbij reke
ning werd gehouden met het prijsverloop tus-
schen 1 Augustus U. en het gereedkomen van
het onderhavig ontwerp en met vermoedens
omtrent het verdere verloop der prijzen tot
1 Januari 1933, deed een uitkomst verkrijgen,
welke ongeveer een vierde deel van die der com
missie bedroeg. Dat tenslotte het bedrag op o
millioen gefixeerd is, vond overigens zijn ge-
reeden grond in den zeker in dezen tijd ge-
rechtvaardigden eisch, dat de schatkist behoed
worde voor risico's, welke voor haar uit deze
steunregeling zouden kunnen voortvloeien.
De beperking van het totale bedrag van den
te verleenen steun tot 5 millioen mag dan ook
niet worden gezien als een inbreuk op het sys
teem dat aan die steunverleening ten grondslag
is gelegd; integendeel, die beperking waarborgt
de evenwichtige werking van dezen steunmaat
regel doordat zij de belangen veilig stelt van de
Nederlandsche schatkist, ten koste waarvan deze
steunverleening geschiedt.
De stap, welke door het Provinciaal Bestuur
van Noord-Holland is gezet in de richting van
een oplossing van het vraagstuk der vernieti
ging van tuinbouwproducten, heeft bij den mi
nister geen enkel bezwaar ontmoet. Als aanvul
lende regeling was het provinciaal plan hem
zelfs welkom. Juist daar, waar de rijksregeling
zal ophouden, da. het moment dat producten
op de veiling onverkocht blijven, zal in het
zwaar geteisterde gebied van de Noord-Holland-
sche tuinbouwstreek het aanvullend apparaat
door de provincie aldaar in werking gesteld, nog
eenige verlichting kunnen bieden. De minister
zal niettemin met aandacht de werking der
provinciale regeling volgen. Zij is een experi
ment inzake het netelige vraagstuk van de ver
nietiging van tuinbouwproducten. Mocht hem
blijken, dat, in tegenstelling met hetgeen des
tijds na grondig en deskundig onderzoek van
wege den toenmaligen met de zaken van den
landbouw belasten minister is komen vast te
staan, maatregelen te dezer zake met resultaat
te nemen zijn, zoo zal hij deze aangelegenheid
in ernstige overweging nemen.
Een steunplan ten behoeve der boomkweekers
is in vergevorderden staat van voorbereiding;
met bekwamen spoed zal de indiening van het
desbetreffend ontwerp worden bevorderd.
Ook is een maatregel ten behoeve van de
binnenschippers in voorbereiding; hier zijn ech
ter groote hindemissen te overwinnen, welke
het vinden van het geëigende middel bemoei
lijken.
Het bezwaar dat tuinders, die niet bi) een
veiling zijn aangesloten, doch hun product
rechtstreeks aan één of meer handelaren leve
ren, niet onder deze steunverleeening zullen
vallen, zal in de praktijk niet ernstig blijken te
zijn. Het betreft hier slechts enkelingen. Om
ook hieraan tegemoet te komen, heeft de mi
nister in het plan van uitvoering een nieuw
punt opgenomen. Zulk een enkeling zal dan
worden geacht zijn producten over een erkende
veilng te hebben afgezet, wanneer hij in zijn
bedrijf niet voldoende compensatie uit de
voordeelen van den kleinhandel heeft genoten
en zijn producten slechts geëxporteerd heeft of
voor export heeft geleverd.
Behalve de in de Memorie van Toelichting
genoemde tuinbouwproducten behoudt de mi
nister zich voor, zoo noodig ook andere, minder
belangrijke tuinbouwproducten onder de garan
tieproducten op te nemen. Op dit punt kan hij
echter thans nog geen definitieve toezegging
doen, hetgeen begrijpelijk is, wanneer men in
het oog houdt dat het in casu een 90-tal arti
kelen betreft, welke aan een nauwgezette, al-
geheele berekening moeten worden onderwor
pen.
Het voorschrift, volgens hetwelk alle op de
veilingen onverkoopbaar gebleken producten
niet voor garantie in aanmerking komen, is een
noodzakelijk moment van deze steunverleening,
temeer daar zij met terugwerkende kracht is
toegerust.
Overleg met de verschillende organisaties
betreffende de samenstelling van de commissie
van advies zal inderdaad geschieden. Het ligt
in de bedoeling van den minister in die com
missie, behalve de veilingorganisaties, ook an
dere tuinbouworganisaties te doen vertegen
woordigen.
In bisschopspaars, kardinaalrood en pause
lijk geel, afgewisseld door lentegroen, hemel
blauw en nog andere klare papierkleuren en
druktinten, is de eerste G-raal-kalender ver
schenen in sierlijk oblong boekformaat.
Menig bezadigd kunstlievend Nederlander
lijdt aan kleurenvrees. De Graalleden gelukkig
niet. Dat hebben zij bewezen en hoe smaak
vol en schitterend! in de open lucht, in hun
eigen huizen en in feestvierende gebouwen,
waar zij luister bijzetten door hun fleurige
groepen.
Dat bewijzen zij opnieuw door den frisschen
durf van dit kleurengeheel, dat niet wil
schrééuwen, maar wel nooden en róépen, met
kleur, woord en teekening.
Voor de meisjes en jonge vrouwen, die dit
rijke manuale mogen noemen hun dagelijksch
vade-mecum voor het jaar 1933, ontwaakt
iedere dag met een blik van aandacht op een
„eigen" tekst. Een tekst, die een sententie of
spreuk is, ontleend aan de groote composities,
die vroeger werden uitgevoerd in het Amster-
damsche Stadion.
Bij de keuze van dien tekst heeft de redactie
van den kalender zich wijselijk niet van de
wijs laten brengen door de vrij goedkoope cri-
tiek. Zij had zich hier te laten leiden door den
zin, onafhankelijk van den meer of minder
geslaagden vorm.
Gelijk berijmde spreekwijzen in de volkstaal
na iedere nieuwe generatie onveranderd voort
bestaan, zoo bleven hier niet onberispelijke
verzen en rijmen te recht gehandhaafd, wijl zij
reeds als leuzen vastzitten in het geheugen
der Graalmeisjes.
Om aan hetgeheugen der zijnen tegemoet
te komen, schreef Augustinus een „Psalmus"
tegen de Donatisten. De humanist Erasmus
vond dat een barbaarsch literatuurstuk, maar
voor den hedendaagschen cultuurvergeüjker
is dat barbaarsch van den Kerkvader mo
derner en zielkundiger dan de betweterij van
den Rotterdamschen Romein.
Zoo kan het wijs zijn, op zijn tijd ongeniet
baar te wezen voor de gewone critiek van den
Onbevreesdheid voor critiek, toont duidelijk
en terecht de Graal-kalender van 1933.
Ds bestuurder van den auto, de heer E. uit Arn
hem,- bevindt zich nog steeds op het politie
bureau te Velp in verzekerde bewaring. In te
genspraak met de in omloop zijnde geruchten,
als zou de auto, waarmede het drama zich af
speelde, Vrijdagavond in beslag zijn genomen in
de garage van de firma v. Zijll, Velperplein,
verzocht deze firma ons mede te deelen, dat deze
auto niet in haar garage gestald is geweest.
Zooals men zich zal herinneren heeft het Ge
rechtshof te 'sGravenhage bij de behandeling
in hooger beroep van het vonnis der Haagsche
Rechtbank gewezen tegen de beide verdachten
K. en P. in de moordzaak Eschauzier, den 18en
Mei jj. heropening van de instructie gelast.
Naar aanleiding van het feit, dat de verdediger
mr. Nederveen uit Roermond van den hoofd
schuldige een briefje in het geding had gebracht,
dat in de kleeren van zijn cliënt was gevonden
en dat volgens dezen een door den heer Eschau
zier geschreven en onderteekende schuldbeken
tenis inhield.
De rechter-commissaris achtte het noodza
kelijk om naar de echtheid van dit briefje een
onderzoek te doen instellen en wees daartoe oor
spronkelijk twee deskundigen aan. Naar ons
ter oore kwam zouden deze deskundigen tot de
slotsom zijn gekomen, dat het briefje inderdaad
afkomstig zou zijn van den heer E.
Een derde deskundige aan wien daarop een
nader onderzoek werd opgedragen, zou, naar
wij vernemen, tot de conclusie zijn gekomen,
dat het briefje niet echt was.
Bij dit verschil van meening tusschen de na
mens den Rechter-Commissaris aangewezen
deskundigen is toen door de verdediging van de
verdachten tot twee buitenlandsche schriftkun
digen n.l. den heer Saudek. te Londen en den
heer Schneckert te Berlijn het verzoek gericht,
omtrent de al of niet echtheid van het bewuste
briefje een onderzoek in te stellen en een rap
port dienaangaande uit te brengen.
Zijn wij wel ingelicht, dan moeten deze beide
deskundigen in hun rapport als hun oordeel
hebben uitgesproken, dat het briefje echt is.
Nog vernemen we dat van de zijde der verde
diging dr. Hulst uit Leiden is aangezocht, om
trent de mogelijke oorzaak van den dood van
den heer E. als getuige-deskundige in de zaak
op te treden.
In verband met een en ander is de instructie
in deze geruchtmakende zaak nog niet gesloten
en laat het zich zelfs aanzien, dat er nog wel
een paar maanden zullen verloopen, alvorens de
zaak naar de openbare terechtzitting van het
Hof zal kunnen worden verwezen.
Naar wij gistermorgen bij informatie aan het
ziekenhuis te Velp vernamen, is de toestand van
den rijksveldwachter Bouman, die j.l. Vrijdag
avond van de treeplank van een auto, die hij in
verband met een jachtwetovertreding in beslag
had genomen, werd geslingerd, nog zeer ernstig.
Gisteren zette de rechtbank de behan
deling voort van de strafzaak tegen den
notaris mr. M., verdacht van valschheid in ge
schrifte, ,subs. oplichting, meer subs, mede
plichtigheid aan oplichting.
Nadat de Rechtbank te half tien binnen is
gekomen, begint de notaris een aantal brieven
voor te lezen, o.a. van zijn verdediger, mr. de
Vries, die schrijft gaarne de verdediging op zich
te willen nemen, mits de behandeling minstens
een week wordt uitgesteld.
Heftig protesteert verd. nu tegen zijn gevan
genhouding." Mij blijft slechts zoo roept hij
uit een beroep te doen op de publieke opinie."
De rechtbank gaat in raadkamer, doch komt
onmiddellijk terug en weigert de invrijheidstel
ling.
Het getuigenverhoor wordt hierop voortgezet.
Na beëindiging van het getuigenverhoor deelt
de president mede, dat de rechtbank heeft be
sloten een onderzoek te doen instellen naar de
geestvermogens van verd. De stukken worden in
handen van den rechtercommissaris gesteld.
Verd.: „Als ik dan maar in vrijheid word
gesteld, in de gevangenis word ik gek. Meneer
de president, als ik terug moet naar de ge
vangenis, jaagt u me den dood in."
De president antwoordt, dat de rechtbank
hierover niet kan beslissen. „Misschien zult u
naar een inrichting worden gebracht, waar het
onderzoek gemakkelijker is."
De zaak wordt hierop voor onbepaalden tijd
geschorst.
Momenten van doodsangst, uren van koude
en ellende, van wanhopig vechten om levens
behoud, van groote spanning, heeft een deel
der bemanning van het Nederlandsche stoom
schip „Rozenburg" in den nacht van Zaterdag
op Zondag doorgemaakt na de aanvaring met
het s.s. „Mount Helykon", waarvan wij reeds
uitvoerig melding maakten.
Over de tooneelen aan boord vertelt een spe
ciale verslaggever van de „Telegraaf" nog o.m.
het volgende:
Bij de aanvaring ontstond er op de „Rozen
burg" groote consternatie onder de bemanning.
Elf van de cwee en twintig opvarenden deden
dienst aan dek Zij spiongen in allerijl over op
het Grieksche stoomschip en wisten zich dus
spoedig in veiligheid te stellen. Doch gevaar
lijker was de situatie van de andere leden der
bemanning.
De kapitein bevond zich op het oogenblik
der aanvaring op de brug doch de overige op
varenden waren óf in de machinekamer, óf,
daar de wacht juist was afgelost, net te kooi.
De tweede machinist begaf zich toen naar de
machinekamer om den eersten machinist af
te lossen.
Hij had, toen hij op het dek stond, de lich
ten van de „Mount Helykon" nog op eenigen
afstand achteruit gezien, was daarna naar de
kombuis gegaan, had daar een kopje koffie
gedronken en wilde de machinekamer binnen
gaan toen een hevige schok die gepaard ging
met een oorverdoovend gekraak, nem tegen
den wand slingerde.
Onmiddellijk drong het tot de menschen in
de machinekamer door dat een aanvaring had
plaats gehad, maar zij verkeerden in het on
zekere van noe ernstigen aard die was en of
hun levens in gevaar waren
Doch plotseling begaf zich een binnenschot,
dat de machinekamer van de bunkerruimte
scheidt en het water stroomde met kracht de
machinekamer binnen.
Er ontstond een ontzettende oaniek onder
het machinekamerperscneel Alles rende naar
dek om zich in veiligheid te stellen. De positie
van de ^.Rozenburg" werd zeer precair. Er stond
een zeer sterke wind en woeste go .ven beukten
het zwaar gehavende schip. Het water stroom
de voortdurend door een groot gat in den
stuur boord wand binnen en spoedig begon
de „Rozenburg" te zinken. De mogelijkheid,
dat hèt schip zou kunnen hellen en dan kap
seizen was geenszins uitgesloten en de kapitein
gaf dan ook orders aar, loefzijde een reddings
boot te strijken. Na zeer veel moeite slaagde
men er in die order uit te voeren; de „Rozen
burg" was reeds ver gezonken en tot groote
schrik van de opvarenden steeg het water in de
ruimen zoover, dat ook de dynamo onder water
kwam te staan en den dienst weigerde. De
lichten gingen uit, en in de duisternis, in felle
koude en harde windvlagen werd van de be
manning de uiterste inspanning gevergd om de
sloep uit te orengen, doch eindelijk gelukte het
en negen opvarenden namen er in plaats. De
kapitein en de eerste stuurman weigerden het
zinkende schip te verlaten De menschen in
de reddingsboot waren echter nog geenszins
in veiligheid e» hun toestand was niet benij
denswaardig Zij waren in allerijl naar dek ge
vlucht, zonder in de groote consternatie ook
maar iets van hun bezettingen te kunnen mee
nemen. Verscheidene opvarenden, die juist te
kooi lagen, nadden zelfs geen tijd gehad hun
kleeding te grijpen, omdat alles zich in een
korte spanne tijds afspeelde. Zij waren in
nachtgewaad aan den ijzigen wind blootgesteld
en het koude opspattende water doorweekte
hun kleeding
Een groot gevaar bedreigde deze negen
mannen bovendien nog. met hun sloep te plet
ter geslagen te worden tegen de „Rozenburg".
Het kleine scheepje werd door de golven tel
kens weer in de richting van het stoomschip
gestuwd en slechts met inspanning van alle
krachten slaagden de menschen er in de sloep
vrij te krijger van de „Rozenburg" en zee te
houden. Anderhalf uur dobberden zij rond in
den duisteren nacht, en eindelijk kwam red
ding. Het S.O.S.-sein was opgevangen door het
Amerikaansche stoomschip „Black Heron", dat
Maandagmiddag stegen nog uit het zwaar ge
blakerde casko van de „P. C. Hooft," waarboven
de ravage van den bovenbouw een netwerk
van verwrongen ijzeren binten een beeld van
verschrikkelijke vernieling te zien gaf, dikke,
zwarte rookwolken omhoog, een bewijs dat het
midscheeps, vermoedelijk in een gedeelte van
den olievoorraad, nog fel brandde. Thans viel
ook in het voorschip door de patrijspoorten een
felle roode gloed waar te nemen.
De drijvende stoombrandspuiten „Jason" en
„Jan van der Heyde" hadden sinds korten tijd
het hopelooze blusschingswerk gestaakt, omdat
van deskundige zijde gevreesd werd, dat net
uitgebrande gevaarte zou kapseizen. De slangen
werden ingehaald, terwijl de brandwachts, die
zich op het voorschip bevonden, het wrak yer-
lieten.
De heeren D. Fock en C. v. d. Boom, resp.
hoofdinspecteur en inspecteur voor de Scheep
vaart, voeren des middags per motorboot langs
het uitgebrande wrak.
Welk een ontzaglijk vernietigingsproces zich
in het inwendige van het schip heeft afgespeeld
blijkt wel ten duidelijkste uit het feit, dat de
scheepshuid zulk een hitte uitstraalde, dat men
op een afstand van meer dan 10 Meter oen
indruk kreeg dat men zich voor een felbranden-
den kachel bevond.
Wat er met het wrak, dat waarschijnlijk zelfs
voor de sloop geen waarde meer heeft, gebeuren
zal, is nog niet bekend.
Verder vernemen wjj van de Directie dat het
schip voor ruim zeven en een half millioen gul
den was verzekerd, waarvan tachtig procent bij
Engelsche en Nederlandsche assuradeuren en
twintig procent voor eigen risico.
Maandagavond te 11 uur woedde het vuur
nog met groote hevigheid over de geheele leng
te der ruïne van de „P. C. Hooft". Vooral ook
in het voorschip was door de patrijspoorten een
felle roode gloed waar te nemen. Zooals men
weet, was het schip Zondagnacht naar het
Open Y gesleept en bij de kompasboeien on
geveer tegenover het Hendrik-Dok van de Am-
sterdamsche Droogdok Mij. voor anker gelegd.
Op deze plek, die uitgediept is voor het kom
pas stellen van de verschillende zeeschepen,
staat ongeveer 8 A 9 Meter water. Teneinde het
geheel vernielde schip, dat na den middag nog
wat meer slagzij had gemaakt, voor zinken of
kapseizen te vrijwaren, wordt de kolossus door
een groote sleepboot van de firma Goedkoop
aan stuurboordkant tegen het talud aangehou
den, in afwachting, of de kiel zich in de mod
der zal vastzetten.
Het blusschingswerk is ook in de avonduren
niet meer hervat, daar hiervan toch geen enkel
succesvol resultaat verwacht kan worden. Wel
is er drijvend materiaal van de brandweer aan
wezig. Ook de booten van de gemeente- en van
de havenpolitie blijven in de buurt van het
wrak, aangezien waakzaamheid geboden is.
Kort na elven heeft de onlangs benoemde in
genieur bij de brandweer, de heer Van Thiel
zich opnieuw naar de „P.C. Hooft" begeven.
Een verslaggever heeft aan den heer C. A. G.
van der Boom, Inspecteur voor de Scheepvaart,
die Maandagmiddag aan boord is geweest van
het door brand verwoeste mailschip „P. C.
Hooft", een motiveering gevraagd van zijn mee
ning, volgens welke de brand veroorzaakt zou
kunnen zijn door kortsluiting.
De heer Van der Boom heeft, zich hiertoe
bereid verklarend, daarbij vooropgesteld, dat
deze meening een geheel persoonlijke is en niet
als de officieele meening van de Scheepvaart
inspectie mag worden gekwalificeerd.
Bij het onderzoek in de zaak van een scheeps
brand aldus vervolgde de zegsman dient
men rekening te houden met verschillende oor
zaken, waardoor zulk een brand kan zijn ont
staan. Zoo kan, om hiermede te beginnen, zelf
ontbranding de oorzaak zijn, doch deze kan in
het geval van de „P. O. Hooft" onmiddellijk
worden verworpen, omdat het schijc geen lading
inhad. Een tweede mogelijkheid is! dat kwaad
willigheid een ramp van dergelijken omvang
heeft veroorzaakt. Ook deze mogelijkheid kan
mi. in deze zaak absoluut worden uitgesloten,
omdat zoowel het personeel van den Gemeente
lijken Ontsmettingsdienst als de stuurman en
de machinist van de wacht met den donkeyman
buiten elke verdenking staan. Als derde moge
lijke oorzaak komt dan de vraag ter sprake of
er met open licht of vuur is gewerkt. Ook dit
kan aldus de heer Van der Boom in geen
geval geschied zijn. Dat iemand van den Ont
smettingsdienst aan boord zou hebben gerookt,
is mj. volkomen uitgesloten, terwijl ook de
menschen van de wacht zulks niet gedaan kun
nen hebben. Zij hebben hun handen met het
werk aan boord veel te vol gehad en bovendien
is hun verantwoordelijkheidsgevoel veel te groot
voor het begaan van een overtreding, welke
ontzettende gevolgen na zich kan sleepen.
Als oorzaak van de onderhavige ramp blijft
dan kortsluiting over en voor het aannemen
van deze oorzaak bestaat m.i. alle reden.
Zaterdagavond is de Ontsmettingsdienst met
zijn werk begonnen. Alles is toen aan boord
dichtgemaakt om het cyaangas tot in alle hoe
ken en gaten te doen doordringen, teneinde
ratten en ander ongedierte te verdelgen. Zon
dagavond zes uur is het personeel van genoem
den dienst weer aan boord gegaan, teneinde het
gas gelegenheid tot ontsnappen te geven Te
ongeveer negen uur konden toen stuurman en
machinist van de wacht met den donkeyman
aan boord gaan om een en ander verder open
te maken, koelzeilen in de ruimen op te han
gen, de dynamo's in werking te brengen voor
het licht en het aanzetten van de fans; kort
om: alles is gedaan om de luchtzuiging ter al-
geheele verdrijving van het gas zoo groot mo
gelijk te doen zijn.
In die oogenblikken kan m.i. door kortslui
ting een vonk zijn ontstaan, die een begin van
brand heeft veroorzaakt, terwijl alle factoren
alles aan boord was open, zoodat er een trek
was als van een schoorsteen, de fans waren in
werking en er stond bovendien een sterke Oos
tenwind aanwezig waren om zulk een brand,
hoe klein oorspronkelijk ook, onmiddellijk dien
kolossalen omvang te doen aannemen, welke een
succesvolle blussching onmogelijk maakte.
De lengte van het schip is ongeveer 172 meter,
de breedte 20.75 meter. Het kan ongeveer 670
passagiers vervoeren. De bouwkosten bedroegen
13 millioen.
In plaats van het ma. „P. C. Hooft," dat door
brand is verwoest, zalop Woensdag 23 November
de „Johan de Witt" van Amsterdam naar
Nederlandsch-Indië vertrekken. Het schip zal
echter niet naar Algiers gaan.
De aankomst te Colombo en verdere havens
is op twee dagen later gestéld, zoodat het schip
24 December te Batavia kan arriveeren.
Het s.s. „Johan de Witt" arriveerde 26 Nov.
1931 hier in de haven en werd daarna opgelegd.
ijlings naar de plaats van de ramp ter hoogte
van het lichtschip Noord Hinder stoomde.
Het bleek zeer moeilijk de opvarenden van
de sloep aan boord van het Amerikaansche
stoomschip te nemen Eindelijk na drie mis
lukte pogingen gelukte het de bemanning van
de Black Heron" de sloep langszij te krijgen.
De geredden weiden op net Amerikaansche
stoomschip zeei gastvrij ontvangen en zij had
den allen lof voor de vriendelijke behandeling
die zij er ondervonden hadden De „Black
Heron" bleef in de nabijheid van de „Rozen
burg" en dat bleek noodig ook; want de po
sitie van het aangevaren schip werd dusdanig
kritiek, dat ook de kapitein en de eerste stuur
man niet langer aan boord konden blijven.
Radiotelegrafisch verzocht zij aan den gezag
voerder van de „Black Heror," hen af te halen.
Öe sloep van de „Rozenburg" werd bemand
met leden van de bemanning van het Ameri
kaansche stoomschip, dat er met veel moeite
in slaagde ook de laatste twee schipbreukelin
gen van het onfortuinlijke Nederlandsche schip
in veiligheid te brengen.
Kapitein Kuiper wilde zijn schip echter nog
niet in den steek laten. De „Rozenburg" maak
te nog veel water, doch het schip bleef nog
drijven en er was dus nog een kans het te
bergen. De „Black Heron" bleef daarom nog
enkele uren in de nabijheid.
Op den Molenweg te Amstelveen is Maandag
middag op den onbewaakten overweg aldaar een
vrachtauto in botsing gekomen met den trein,
die te 2 uur uit Amstelveen naar Amsterdam
vertrekt. Op den vrachtauto zaten de heer H.
Honselaar uit Amstelveen en zijn zoon. De auto
werd eerst door de locomotief gegrepen en slin
gerde vervolgens langs den trein, waar het ach
terstuk nog eens door den laatsten wagen werd
geraakt. De beide personen die op den auto zaten,
werden van den wagen geslingerd. De heer G.
Honselaar werd vrij ernstig gewond, zijn zoon
kreeg slechts onbeteekenende kwetsuren. Dr. J.
Bots te Amstelveen verleende de eerste hulp.
De trein kreeg vrij aanzienlijke schade, doch
kon met geringe vertraging de reis voortzetten.
In verband met vorige berichten over de
aanvaarding door mr. dr. H. F. A. Völlmar
van 250.000van i.otisico en het door hem
aan den Raad van Toezicht en Discipline van
de Orde van Advocaten in handen gegeven
onderzoek, vernemen we thans, dat de heer
Völlmar, in afwachting van de beslissing van
dien Raad inmiddels meer dan 200.000 in de
kas van Lotisico heeft teruggestort.
Wij vernemen, dat de directeur van de N.V.
Continentale Crediet- en Depositobank te
Amsterdam welke bank gisteren is failliet
verklaard, door de politie is gearresteerd
en ter beschikking van de justitie is
gesteld. Deze arrestatie staat in ver
band met de verduistering van f 3500 aan ef
fecten ten nadeele van een dame, die ze hem
in onderpand had gegeven voor speculaties.
Deze dame wenschte deze effecten terug te
hebben, doch toen bleek dat de directeur der
bank ze had beleend en geen geld had de stuk
ken in te lossen.
De Eerste Kamer van de Amsterd. Rechtbank
verklaarde gisteren op vordering van den Off.
van Justitie de N. V. Continentale Crediet- en
Depositobank, gevestigd aan het Damrak, in
staat van faillissement. Tot curator werd be
noemd Mr. W. de Lille Hoogerwaard en tot
rechter-commissaris Mr. Baron Tuyll van Se-
rooskerken.
Even over de grens te Bellingwolde is Zater
dag een groote smokkelaarsbende verschalkt,
die per boot en voertuig voor pl.m. 10.000 Mark
in Holland gekochte goederen over de grens zou
brengen.
Tien personen zün gearresteerd, 200 K.G.
koffie en thee, 300 K.G. tabak en 900 K.G.
graan- en meelwaren enz. in beslag genomen.
Na een periode van rustig rijden, kwamen
Rieger-Ehmer opzetten Zij wisten een ronde
in te loopen. Daarna begonnen de spurts.
Ronde-winst werd behaald door de koppels
Tiets-Schön, Siegel -Thierbach, Bresciani-
Maczijnski, Gebr. Nickel, Busse-Billiet en
Becker-Miethe en voorts nog eens door
Bresciani-Maczynski, alsmede door onze land-
genooten Van Kempen-Pijnenburg en Broc-
cardo-Guimbretière en eveneens nog eens door
de Gebr. Nickel. Het Nederland-.che koppel
kreeg wegens ongeoorloofd uit de baan gaan
een strafronde. Billiet werd met 50 Mark be
boet, omdat lip tijdens den spurt Funda hand
tastelijk aanviel. Van Kempen kwam door ban-
denpech te vallen, terwijl Becker over hem
heenviel. Om 3.40 uur kwam een einde aan de
spurts doordat Funda en Guimbretière in de
bocht vielen waaroo geneutraliseerd werd.
Daarna wonnen Van KempenPijnenburg nog
een ronde, terwijl Buysse-Billiet die geruimen
tüd zonder reden de baan hadden verlaten,
twee strafronden kregen toegewezen. De twee
de reeks spurten werd resp gewonnen door
Billiet, Van Kempen, Pynenburg, Maidorn,
pynenburg en Becker.
Na 119 uren ryden waren Maandagavond
10 uur 2719 K.M. afgelegd.
Na de puntentelling was de stand als volgt:
1. MaczynskiBresciani, 138 pnt.
Op 1 ronde: 2. ThierbachSiegel 416 pnt.;
3. RiegerEhmer 250 pnt.
Op 2 ronden: 4. SchoenTietz 807 pnt; 5.
BroccardoGuimbretiere 424 pnt.
Op 3 ronden: 6. Buschenhagen—Reislger 535
pnt.; 7. FundaMaidorn 498 pnt,.; 8. Van Kem
penPijnenburg 243 pnt.; 9. Gebr. Nickel 176 pt.
Op 4 ronden: 10. Buysse—Billiet 311 pnt.
Op 8 ronden: 11, Becker—Miethe 104 pot.
Ken schoone, stille zomernacht in
1926. Aan de Sumatrakade te Amster
dam ligt een zeepaleis, welks honder
den lichten, welks fonkelende patrijs
poorten, welks majestatelijk silhouet
tot laat in den nacht toeschouwers
trekken. Een brok Nederlandsche glo
rie drijft daar met aan boord Prins
Hendrik, ministers, talrijke hoogge-
plaatsten, die de eerste reis, den
tweedaagschen proetfocht van de P.
C. Hooft rond het eiland Wight gaan
meemaken.
Het eerste motorschip der maat
schappij Nederland voor de verbin
ding van het moederland met de
overzeesche gewesten in Indië.
Zes jaar later
Weer een schoone nacht. Nu een
herfstnacht. Hetzelfde schip ligt on
geveer op dezelfde plek aan dezelfde
kade. Het is pas teruggekeerd uit In
dië. Het is o.a. bestemd voor een plei-
zierreis dezen zomer naar het Noor
den. De ratten, die besmetting zouden
kunnen verspreiden, zijn verdelgd.
Het werk is afgeloopen. Het schip
rust.
Een schoone stille nacht.
De P. C. Hooft is nog een glorie on
zer koopvaardij.
Dan: een vlammenspel. Dan: lich
ten, die uit heel de stad weer nieuws
gierigen lokken. Maar nu geen feest
verlichting. Nu de vlam van het on
heilbrandbrand!!!Sire
nen gillen, autoriteiten spoeden zich
weer naar dezelfde plek. Alles wordt
in het werk gesteld om een ramp te
voorkomen
Maar binnen enkele uren is onheil
geschied, is glorie vergaan, is de trots
der Nederlandsche koopvaardij haar
grootste ramp geworden
Verlorente nietMenschen-
werk van jaren een rookend wrak!
Twee nachtenHoe weinig is
noodig om hetgeen onze trots was in
wat asch en rook en krimpend ijzer
om te zetten.
Hedennacht omstreeks twee uur zagen twee
rijksveldwachters uit Duivendrecht en een
agent van politie, die dienst deden onder Die-
men, hoe op de Weesperzyde te A'dam van over
den overweg een luxe auto kwam aangereden. Op
hetzelfde oogenblik naderde een vrachtauto in
de richting Amsterdam. Of de bestuurder van
den auto bij het uitwijken de macht over zyti
wagen verloor of dat hij verblind werd door
het licht van zün tegenkomer is niet bekend,
maar plotseling hoorden de politiemannen
krachtig remmen en zagen zy den luxe auto
over den kop in het water der Keulsche vaart
verdwijnen. Onmiddeliyk snelden zy naar de
plaats des onheils, waar bleek, dat de auto ge
heel onder water was verdwenen. De branden
de koplichten in de diepte en eenig borrelen
verrieden de ligging.
Ook de bewoners van de tegenoverliggen
de Duivendrechterkade waren op het gerucht
toegeschoten en de heer J. Brunner, van Dér-
ceel 68, waarschuwde via den melder vóór zijn.
woning de brandweer, die "feeds binnen tieil
minuten met reddingsmateriaal ter plaatse
was.
Inmiddels had de politie vergeefs getracht
met een roeiboot den auto, die op zyn rechter-
zy met den kop in de richting Amsterdam op
den bodem lag, te bereiken.
Met het materiaal van de brandweer ging
het sneller. Terwyi de agent van politie v.
Driesten en de brandwacht ter Horst zich moe
dig te water begaven, slaagde zy er in door
een verbrijzeld portier een ongeveer vyttig-
jarigen man naar buiten te trekken. Het slacht
offer, dat bewusteloos was, lag waarschijnlijk
als gevolg van de geweldige tuimeling die zün
auto had gemaakt, achter in den wagen.
De G.G.D., die eveneens ter plaatse was ver
schenen, deed langdurige pogingen om de
levensgeesten op te wekken. Tenslotte echter
moest dr. N. van Rhijn den dood constateeren.
Uit de op het slachtoffer gevonden papleren
bleek, dat ie omgekomene is de heer D H.
Witte, directeur van de N.V. de Nederlandsche
Houthandel en wonende Amersfoortsche straat
weg te Bussum. Het stoffelijk overschot is naar
het Binnengasthuis vervoerd.
Naar wij nog vernemen, is de vrachtauto, die
juist vóór het ongeval de Chrysler passeerde,
doorgereden. Waarschynlijk heeft de bestuur
der niets bemerkt.
Naar thans bekend wordt, heeft de politie te
Sliedrecht Zaterdag gearresteerd mej. v. d. D.,
een werkster, die ervan verdacht wordt een be
drag van ƒ7000.— te hebben verduisterd. Ge-
ruimen tyd geleden bemerkte de familie Lan-
ser, waar de vrouw in dienst was, dat er een
bedrag van 1000.weg was en toen der werk
ster ernaar ondervraagd werd, gaf zij toe dit
bedrag en vroeger nog meer gelden van het
kantoor te hebben weggenomen, zy beloofde
aanvankeiyk het geld te zullen terugbetalen,
doch toen daarvan niets kwam, werd de politie
gewaarschuwd, die haar arresteerde. Zy be
vindt zich nu nog in verzekerde bewaring.
BROEK OP LANGENDIJK, 15 Nov. Aanvoer
1650 K.G. Aardappelen: Schotsche Muizen 0.80,
Drielingen 0.500.80, 1700 K.G. Peen 2.10, 33000
K.G. Roode kool 1.303.50, idem doorschot 1.00
2.60, 10.000 K.G. Gele kool 1.002.30, 34000
K.G. Deensche witte kool 0.801.20, 7000 K.G,
Uien: Gele uien 4.004.90, Gele Drielingen 4.20,
12000 K.G. Bieten 0.602.10, 4500 stuks Bloem
kool Reus le soort 3.858.50, idem 2e soort
1.70—3.10.
LEIDEN, 15 November. Aanvoer 549 zware var
kens 0.280.30, 10 lichte varkens 0.280.29.
Handel matig.
NOORD-SCHARWOUDE, 15 November 1932.
Aanvoer 8800 K.G. Aardappelen. Groote Schot
sche Muizen 0.80, Drielingen 0.90, Duken 0.70
0.80, Bi. Eigenheimers 1.40. Uien: Gele Nep 7.20,
Drielingen 4.20, Uien 3.904.60, Grove uien 4.40
—4.50. Aanvoer 8500 K.G. Peen 1.00—2.—, Klei
ne Peen 0.60—0.70, aanv. 10700 K.G., Kroten
0.60—1.30, aanv. 3800 K.G Roode kool 2.00—
3.40, aanv. 25.700 K.G., Gew. witte kool 0.60
0.90, aanv. 53000 K.G., D. witte kool 0.80—1.20,
aanv. 13.600 K.G., Gele kool 1.40—1.70, aanv.
14.800 K.G., Bloemkool 500 stuks 6.407.30 per
100 stuks.
PURMEREND, 15 November. Aanvoer 1500 K.G,
Kaas of 6 stapels. Kleine Boerenkaas 28.han
del matig, 1933 K.G. Boter melkboter 1.301.55
per Kilo. Weiboter 1.10—1.35, 543 Runderen
waaronder 390 vette 5864 per Kilo, handel ma
tig, 128 melk- en gelde 85—2.20 per stuk, han
del stug, 25 Stieren 4450 per kilo, handel ma
tig, 20 Paarden 00130 per stuk, handel stug.
68 vette kalveren 7090, matig, Fokkalveren
1416 stug. 195 nuchtere kalveren 617, stug,
397 vette varkens 1630 per kilo. vlug. 43 ma
gere varkens 512 per stuk, stug, 256 biggen 3
stug, 1263 schapen 818, stug, 78 Bokken 38,
matig. 213 ganzzen 2.903.25. 11 Zwanen 3.75.
Kipeieren 6.507, Eendeieren 3.25 per 100 stuks.
Piepkuikens 0.550.70 per K.G., Oude kippen en
hanen 0.450.50. Duiven 0.40 per paar. Eenden
0.351.10 per stuk, Konünea 0.302.40 per stuk.