De vuurdood van de „P. C. Hooft"
De Kerstpudding der Engeische soldaten
m
'ft,
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel
j Plaats dan een „Omroeper
voor 75.000 gezinnen.
Het land van de middernachtzon
V
r*i.
Hf
sminfliiiiniiiiiiHiiifl
iuiuuiuiuuuuuiuuuiuuiauiuiiiuuiiuia
VRIJDAG 18 NOVEMBER 1932.
mms
mmÈmw
BOEKBESPREKING
Tusschen de Struiken, door M. Duym,
R.K. Boekcentrale, Amsterdam.
„RAADSELACHTIGE LANDE!*"'
door prof. dr. R. Hennig, veria'
ling van R. Blijstra N.V. V11
geversmij. Enum, Amsterdam.
Van het Binnenhof
OOK DAAR RADIO
Minder inwoners dan Nederlands
doch maar eventjes 33
relais-zenders
Programma's staan op
hoog peil
BUB
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
xv.-:
IEDER JAAR krijgen de Engeische soldaten in Britsch-Indië, Egypte,
Malta, Gibraltar en waar zij zich elders ter wereld bevinden, uit
het vaderland hun Kerstmispudding gezonden
DE BRAND IN HET m.s. „P. C. HOOFT
nam Donderdagmiddag belangrijk in heftig
beid toe. Het IJ werd in dichte rook
wolken gehuld.
EDWARD WITTIG, de bekende Poolsche
beeldhouwer, ontwerper van het monument
ter nagedachtenis van de gesneuvelde
Poolsche vliegers, dat te Warschau is ont
huld.
OPLEVING IN DE ZAANDAMSCHE ZEEHAVEN. De Zaandamsche zeehaven biedt op
het oogenblik een bedrijvigen aanblik, die in dezen crisistijd weldadig aandoet* Een
groot aantal boot en, allen met gezaagd hout, liggen in lossing.
DE FRAAIE KERK der paters Dominicanen te Utrecht, die thans
ich voor
vestigden,
EEN BRUINVISCH IN DE VECHT. In de Vecbt bij Weesp is dezer
het feit herdenken, dat zij zich voor zeven eeuwen in de Domstad dagen een bruinvisch ge vangen en thans ondergebracht bij den veehouder
Pronk te Weesperkarspel.
Van het bekende werk van Dom Willibrord
Verkade
„Van ongebondenheid en heilige banden"
v herinneringen van een schilder-monnik
verscheen bij Teuling's itgeversmij. te 's Herto
genbosch, de zesde druk.
„Onze Moedertaal"
taalboek voor de RK. Mulo-school, door Aug. A.
Boudens, verscheen bij J. B. Wolters te Gronin
gen de derde druk van het eerste deeltje.
Bij de N.V. J. H. Kok, Kampen, is verschenen:
Sterren en Sterrenstelsels
door dr. W. J. A. Schouten.
Bij „De Wereldbibliotheek" verscheen de 23e
druk (36e duizendtal) van het bekende boek
„De Witte"
van Ernest Claes, met penteekeningen van Felix
Timmermans.
De godsdienstige jongen, door dr.
Tóth Tihamér Uitgave De
Vlaamsche Drukkerij, Leuven.
Een boek met honderden goede raadgevingen
en heilzame lessen voor onze jongens in hun
moeilijkste jaren, raadgevingen en lessen in een
vorm gegoten zoo populair, zoo smakelijk, dat
men telkens weer het mooie werk van den Hon-
gaarschen geestelijke ter hand neemt.
Jammer, dat de uitgave zelf een niet wat
moderner aanzien heeft meegekregen. Dat zou er
toe geleid hebben, dat men vlugger de hand er
naar uitstrekte.
„Wat ieder van de nieuwe Schoolwet
weten moet", door K. ter Laan
Uitgave W. J. Thieme en Cie,
Zutphen.
De heer K. ter Laan, lid der Tweede Kamer,
heeft op verzoek van den uitgever, in dit boekje,
waarbij hij geheel de 1. o.-wet volgt, voor degenen
die in de taal van de wet niet zoo zeer thuis
zijn, een overzicht gegeven van de Schoolwet.
Hij geeft van de artikelen van de wet zooals
men voorstelt ze te wijzigen, den inhoud weer,
terwijl bij enkele een wat uitgebreider zakelijke
toelichting wordt gegeven, 't Is een onpartijdig
overzicht, zakelijk, enkel feiten en gegevens, geen
strijdschrift, en daarom voor ieder bruikbaar.
OUD EN NIEUW OVER JOOST
VAN DEN VONDEL, door dr. J. F.
M. Sterck. DE SPIEGHEL TE
AMSTERDAM, HET KOMPAS TE
MECHELEN.
Êeredoctoraten in de letterkunde warden
zelden verleend en meestal zijn ze de bekro
ning van het eind der voortreffelijke pra:s-
taties van een geleerde. Bij dr. Sterck is dit
allerminst het geval geweest. Na zijn „Oor
konden over Vondel en zijn Kring", bij de
verschijning waarvan de Amsterdamsche
universiteit hem haar hooge onderscheiding
verleende, gaf hij verschillende werken uit,
waaronder, ongerekend het „Leven van Von
del", dat geregeld voorop in elk deel van de
groote uitgave der Wereldbibliotheek uit
komt, nog twee Vondelbundels, waarvan de
laatste, hierboven genoemd, zoo even is ver
schenen. Veertien opstellen, begeleid door
acht illustraties, alles bijeen een zeer lezens
waardig boek, dat telkens met verbazing doet
denken aan schrijvers meer dan 70-jarigen
leeftijd. Vondel als zijn eigen regisseur, Von
del als schrander bevechter van een plaats-
op-het-tooneel voor zijn „Gijsbreght", zijn
studiegeest, zijn bibliotheek, zijn godsdienstige
en letterkundige betrekkingen we noemen
slechts eenige artikelen vinden we in dezen
bundel beschenen met nieuw licht.
„Harpklanken", bijeengebracht door
F. Pijlman Vierde band Uitgave
„De Harp", Amsterdam.
De vierde band van deze serie is aan vader-
landsche liederen gewijd. Naast enkele oud-
Nederlandsche liederen hoe zelden hooren
we ze nog zijn er enkele nieuwere, veelal
van de hand van den heer Pijlman, die deze
uitgave van christelijken huize, met zijn zorgen
omgeeft. Van dezen band kunnen ook katholie
ken genieten.
Dit in de Jeugdserie van de R. K. Boekcen
trale verschenen boek geeft het verhaal van een
avontuurlijke vacantiereis van twee Holland-
sche jongens, die tijdens hun verblijf in België
heel wat beleven. Het zijn H. B. S.'ers en daar
aan is het misschien toe te schrijven, dat het
taaltje, hetwelk zij bezigen een beetje groote-
mannetjes-achtig en hier en daar gewild grap
pig is. VOor we aan de avonturen toe zijn, is
het boek volslagen oninteressant, maar de rest
vergoedt veel.
Voor oudere jongens heeft dit boek wel be
koring.
DUBBELE BART, door G. van
NesUilkens. Van Holkema en
Warendorf, Amsterdam.
Het boek ziet er met zijn kerkraam-achtige
bandversiering en den ietwat vreemden titel
wat eigenaardig uit. Dat is het ook. Was het
een ouderwetsche roman, zooals er in ons land
nog bij tientallen worden geschreven en gele
zen, we zouden kunnen volstaan met dit te
constateeren, in het midden latend of we over
het een en over het ander nu wel zoo erg ver
heugd zijn.
Maar deze roman is ouderwetsch en wil mo
dem zijn. En dan wordt het moeilijker, gevaar
lijker ook. Menschen, die het boek zullen opne
men in de gedachte met een van de onderhand
in honderdtallen verschenen, door vrouwen met
eenige begaafdheid geschreven romans met wat
binnenhuis-„architectuur" en een tikje christe
lijken inslag te doen te hebben, zullen daarin
worden bedrogen. Dit nu dient voorkomen. We
gelooven trouwens, dat het gemakkelijk te voor
komen is, omdat dit boek een s.tof behandelt,
die onzen lezers niet ligt. die teveel naar de
protestantsche levensbeschouwing en sfeer ge
richt is, dat men er in onze kringen ook maar
zelfs een verwijderde belangstelling voor heb
ben zou.
Die kennis wil nemen van de protestantsche
mentaliteit en dan beter en zuiverder wil wor
den ingelicht, heeft wel andere werken tot zijn
beschikking.
Het eind van het boek brengt wel bladzijden,
welke ons met veel verzoenen, maar waarom
zouden we onze lezers er toe brengen tot deze,
nog maar middelmatig-goede lectuur te komen,
als ze eerst door een groot aantal vrijwel onge-
nietelijke bladzijden moeten heenwors,telen.
Steeds zien we met belangstelling uit naar
een goed boek in onze eigen mooie taal en
gaarne bevelen we er zoo een, na het gevonden
te hebben, aan, ook al maakt het dan niet direct
aanspraak te behooren tot het beste.
Maar dit boek kunnen we een, zij het nog zoo
matig gestelde aanbeveling, niet medegeven.
Men late het liever ongelezen, al bevat het voor
volwassen dan ook niets verbodens.
J. v. D.
„HOOGERE VOLMAAKTHEID",
door Zr. Miriam Theresia, ver
taald door Father P. Oud Uit
geverij Foreholte, Voorhout.
Nauwelijks enkele weken geleden gaven we
een bespreking van dit mooie boek, waarin we
van onze onvoorwaardelijke waardeering blijk
gaven. Het is wel merkwaardig, zoo groot de
navraag naar dit werk is. Thans, reeds ligt de
tweede druk op onze tafel. In nauwelijks drie
maanden tijds was de geheele eerste oplaag
uitverkocht. Van den pas verschenen tweeden
druk is al reeds een groot gedeelte geplaatst.
„KLEPMAN EN DE MALAISE",
door F. de Sinclair. A. W.
Bruna en Zoon's Uitgeverij,
Utrecht.
De familie Klepman weet ook in de malaise,
welke haar van alle inkomsten beroofde, haar
goed humeur te bewaren. Ze leeft uit den korf
zonder zorg en weet de neteligste posities tege
moet te treden met een zwier, die haar nog
sympathie doet verwerven ook. Een vermakelijk
boek, dat den malaiselijder een paar uren zijn
ongeluk zal doen vergeten.
„S.S. SAN PEDRO", door J. C.
Cozzens, vertaald door Yge Fop-
pema.
Een der ernstigste en meest geruchtmakende
scheepsrampen van den tegenwooi'd.gen tijd was
de ondergang van het S.S. Vestris, een „halve
blauwpijper" van de reederij Lampert Holt
Ltd. te Liverpool; in den Noord-Atlantischen
Oceaan, op 12 Nov. 1928, waarbij 112 personen
den dood in de golven vonden. De behandeling
van deze zaak voor de British Board of Trade
nam veertig dagen in beslag. De resultaten van
het onderzoek werden neergelegd in een uit
voerig rapport, dat ook in boekvorm verkrijgbaar
is gesteld. Het is op dit rapport, dat de jonge
schrijver James Gould Cozzens het werk „S.S.
San Pedro" heeft gebaseerd.
Het boek is geen verslag van den ondergang
van de Vestris, maar een eigen visie, hoe de
feiten zich zouden hebben kunnen toedragen en
hoe bepaalde personen in de gegeven omstan
digheden zouden hebben kunnen denken en
handelen.
Het werk verscheen eerst in Amerika, enkele
maanden geleden ook in Engeland.
Door enkele passages voorbehouden voor vol
wassenen.
„STORMEN", door Temple Bailey,
vertaling van J. Jorissen Uit
gave Hollandia-Drukkerij, Baarn
Een verhaal van opoffering van een meisje
voor het gezin van haar zuster. Natuurlijk
vindt die opoffering haar welverdiende loon.
Voor volwassenen.
„JAN KRIEK, JOHN CREEK",
door H. Wolffenbuttelvan
Rooyen, met teekeningen van W.
Egelie. Uitgeverij Foreholte,
Voorhout.
Jan Kriek leest een boek over John Creek, een
sensationeel boek, waarin zijn Amerikaanscne
naamgenoot heel wat uithaalt, om ten slotte
vrouw en kind te vermoorden. Die 1 gubere
g'.schiedenis slaat Jan in den bol; hij gaat boete
doen voor de misdaden van John Creek, ver
laat zijn winkel en tracht bedelend aan den
kost te komen. Dat valt niet mee; hij wordt
bespot en gehoond, en het zou niet al te best
met hem zijn afgeloopen als een kordate jonge
vrouw zich niet over hem naa ontfermd. In
het ziekenhuis krijgt Jan zijn eigen-ik terug cn
zooveel weet hij zich van de moeilijke dagen
die achter hem liggen wel te herinneren, dat
hü zijn beschermster zoo spoedig mogelijk tot
zijn vrouwtje gaat maken.
Een mooi boek.
„Zingt allen mee", door Johanna
Vèth Uitgave J. A. H. Wage
naar, Utrecht.
Een met veel zorg samengestelde bundel van
een twintigtal liederen. De eerste zestien zijn
bij elkaar gezocht in bibliotheken en particuliere
verzamelingen, en dan werden alleen die uit
gekozen, waarvan tekst en muziek geschikt wa
ren zoowel voor de school als voor het gezin.
Dat de keuze met zorg is geschied, blijkt wel
uit het feit, dat we in het bundeltje de namen
tegenkomen onder meer van Schumann, Mo
zart, Handel, Schubert, Weber enz. Voor zoo
ver de tekst in een andere taal was gesteld, werd
deze vertaald en we overtuigden er ons van,
dat ook hier gedacht is aan het doel: voor
school en gezin.
„DE ONVERLOSBAREN", door
Frangois Mauriac, vertaald door
J. Premsela Uitgave J. Schuyt
Jr., Alkmaar.
Cazenave is op 50-jarigen leeftijd getrouwd.
Altijd is hij moeders kind gebleven en de oude
mevrouw Cazenave heeft van den eersten dag
van het huwelijk af een geniepigen strijd ge
voerd* met de jonge vrouw om het hart van
haar zoon. Ze heeft dien strijd gewonnen; de
jonge echtgenoote sterft zonder eenige liefde
te hebben gekend, in het kraambed. Maar nu
begint de strijd opnieuw, tusschen de doode en
de levende mevrouw Cazenave en nu is het de
doode die wint, de te laat gekende doode, die
thans de grootste, straks de eenige plaats in het
hart van den stuggen man inneemt.
Een sterk geschreven boek. Alleen voor vol
wassenen.
„IN VLAANDEREN HEB IK GE'
DOOD", door J. G. Sclioup
L. en J. Brusse N.V., Rotterdam,
Een oorlogsroman uit de eerste dagen va®
Augustus 1914 tot den val van Antwerpen, vat»
welk gebeuren de „held" van het verhaal ie"
oruik maakt om naar Nederland te deserteerer»
Zooals in elk oorlogsboek vindt me.i ook ;0
dit werk tal van navrante bladzijden. De schril"
ver schrikt voor het platste realisme niet terug
en episoden, die, helaas, herhaaldelijk zijn voor
gekomen, maar die men hoogstens sober aan
duidt, worden hier zoo plastisch voorgesteld.
dat we ernstig voorbehoud zelfs voor rijPererl
moeten maken.
Hemelbloemen
Pastoor van Ars
Bij de firma van Putten en Oortmeyer te Alk
maar wordt uitgegeven een nieuwe serie v_
twaalf boekjes, getiteld „Hemelbloemen", behan
delende achtereenvolgens verschillende Hem"
genlevens.
Als eerste deeltje heeft thans het licht gezien
een boekje van H. M. Smits „De Pastoor
van
Ars". Op kinderlijke gelukkig niet overdreven
zoetelijke wijze wordt hierin verteld het leV®
van Jean Marie Vianney, den H. Pastoor
Ars, zoodat het zijn doel bij kinderen zeker *e
zal bereiken. Het werkje is voorzien van he
stempel van den Keurraad voor Roomsch
Jeugdlectuur.
Raadselachtige elementen der historisch®
geographie hebben van ouds op de menscne-
lijke fantasie een geheimzinnige aantrekkehJ*®
betoovering uitgeoefend, bovenal de Atlantis"
vraag, doch ook wel andere, b.v. Thule, OphlI'
Vineta, Vinland enz. In den loop der eeu«'a
is voor hun uitlegging een oneindig aantal ny
pothesen van dikwijls zeer twijfelachtige JulS
heid en somwijlen overstelpende phaniasie °P~
gesteld. Vanzelf komt ons een aantal romah
die heel wat gerucht hebben gemaakt, ih
gedachte.
Het hier aangeboden werk van den Düss®
derfer onderzoeker en geograaf, prof. dr.
Hennig, bevat een aantal studies over veeivu
vuldig genoemde, doch daarnaast ook vele "s
nig bekende aardrijkskundige vraagstukken, Jj
wetenschappelijke grondslagen in populair
vorm gegoten. Het boek geeft weer wat m
op het oogenblik als resultaat van de on jS
zoekingen kan aannemen. Menige van °u
ingewortelde phantastische voorstelling
daarin verstoord, maar ook menig kultuurhist
risch perspectief geopend. j,
Een aantal hoofdstukken werd door d
vertaler flink omgewerkt, een enkel ëem
herzien. Het Duitsche boek verscheen in gn
de vertaling geeft den stand der wetenschap
dir gebied tot op dezen tijd weer.
Het met tal van illustraties verluchte w
zal ongetwijfeld in breeden kring belangstelt»
wekken.
De N.V. „De Graafschap" te Aalten heeft
zich genomen de uitgave van een periodiek 8
titeld „Van het Binnenhof", orenen uit
van
Over het algemeen weet men van Zweden
zeer weinig af. Van het land en zijn
klimaat bestaan dikwijls onjuiste en zelfs
fantastische voorstellingen. Touristen verwach
ten zelfs in het Zuiden van het land met
sneeuw bedekte bergtoppen te zien en nemen
een menigte warme kleedingstukken mee, welke
zij ongebruikt weer mee terug nemen.
Zweden is bijna zoo groot als Duitschland en
strekt zich over 14 breedtegraden uit. Het heeft
echter slechts iets meer dan zes millioen in
woners. Het is een land van groote bosschen
en talrijke rivieren en meren. In het Zuiden
vindt men een goed ontwikkelden landbouw, in
het Noorden daarentegen uitgestrekte woeste
gebieden. Van het Zweedsche landschap gaat
een onbeschrijfelijke bekoring uit. De licht
blauwe hemel, de allesweerspiegelende wateren,
de lichtgroene velden en loofbosschen tegen
den achtergrond van sombere, donkergroene
dennebosschen en daartusschen de roodgeverf
de boerenwoningen, dat is iets, wat men ner
gens vindt. En als men ten Noorden van den
Poolcirkel komt kan men weken achtereen le
ven onder de middernachtzon, wat voor den
bewoner van Zuidelijker streken een bijzondere
gewaarwording is.
Voor den radio-omroep heeft Zweden al spoe
dig groote belangstelling aan den dag gelegd.
Het is een van de eerste landen geweest, waar
men zenders met groote energie bouwde; men
denke slechts aan den Zweedschen rijkszender
te Metala, waarvan de energie tegen het einde
van dit jaar op 100 K.W. zal worden gebracht.
Na Rusland heeft Zweden het grootste aantal
zenders van Europa, n.l. 33. Dit groote aantal is
noodzakelijk in verband met den langgerekten
vorm van het land. Slechts door de vele rlelais-
zenders kan men radioprogramma's in het ge
heele land goed hoorbaar makeni.
Men telt in Zweden 588.077 luisteraars, d.i.
bijna een tiende deel der bevolking. De om
roep wordt door het telegraafbestuur en een
particuliere maatschappij, de „Aktiebolaget Ra-
dictiast", gemeenschappelijk geëxploiteerd.
Voor de aandeelen der maatschappij bevindt
twee derden zich in het bezit van de Zweedsche
pers en één derde in handen van de radio-in
dustrie. Het telegraafbestuur heeft de aige-
heele technische leiding; hiervan zijn slechts
enkele programma's uitgezonderd, waarvan de
kosten door de Omroepmaatschappij worden
gedragen. Het telegraafbestuur ontvangt twee
derden en de omroepmaatschappij één derde
van de opbrengst der radiobelasting, welke is
vastgesteld op de zeer lage som van 10 Zweed
sche kronen per jaar. De omroepmaatschappij
mag zich geen inkomsten verwerven uit andere
bronnen en het dividend is beperkt tot 7 pet.
van het aandeelenkapitaal.
'Van haar kant is de omroepmaatschappij
verplicht te zorgen voor de samenstelling en
uitvoering der programma's. Deze moeten jaar
lijks minstens 2100 zenduren omvatten en moe
ten belangwekkend, zakelijk, betrouwbaar en
vrij van partijtendenzen zijn. De Zweedsche
omroep wordt geleid door een raad van direc
teuren, welks voorzitter door de regeering
wordt benoemd. Op het oogenblik wordt dit
ambt bekleed door den heer Julius Rabe. Ver
der worden de programma's na samenstelling
gecontroleerd door een regeeringscommissie,
welke voornamelijk adviseerend optreedt.
In vergelijking met andere landen zijn de
programma's niet zeer uitgebreid, doch literair
en muzikaal staan ze op een hoog peil. In Zwe
den heeft de omroep n.l. veel meer dan elders
de taak opvoedend te werken, aangezien vele
Zweden zeer afgelegen wonen en zelfs het meest
nabijgelegen cultureele centrum moeilijk kun
nen bereiken. Het muzikale programma wordt
zooveel mogelijk verrijkt door gastvoorstellin-
gen van buitenlandsche kunstenaars en door
de opera-uitvoeringen uit den koninklijken
schouwburg te Stockholm uit te zenden. Ook de
literaire voordrachten worden soms door buiten
landers gegeven. Op een zeer hoog peil staan de
taalcursussen, waarvoor onder de luisteraars
groote belangstelling bestaat. Ook de schoolradio
en de kinderuurtjes zijn goed georganiseerd,
hierin treden het meisje Kerstin en het jonge
tje Sven op, tezamen met den eersten omroeper
van Stockholm, Sven Jerring. Ze zijn zeer po
pulair.
De nieuwsberichten worden verzorgd door het
Zweedsche persbureau Tidnigarnas Telegrambe-
gra, dat ook veel reportages geeft. Voor de ver
slagen van sportwedstrijden bestaat ook hier
groote belangstelling. De studio's zijn zeer goed
uitgerust en ook uit technisch oogpunt bezien
laat de Zweedsche omroep niets te wenschen
over. Op grooten afstand zijn de Zweedsche zen
ders noE bijzonder goed te hooren.
grepen &ea
parlementair aeoat. ue bedoeling van
schrijver is de belangstelling voor de P° r^g
parlementair debat. De
de belangstelling voor
en het parlement te versterken. Het
eerste
ver-
exemplaar opent met de troonrede en geett
volgens weer hetgeen door verschillende voVer
aanstaande sprekers in de Tweede Kamer
belangrijke kwesties, zooals de BedriUsra
wet, is gezegd. De weergave van deze kernen
politieke redevoeringen is woordelijk