Ernst Deutsch en Lil Dagover Met wifiacU mn den dag GROENLAND ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Uw eigen winkelier verkoopt ROBINSONschoenen De vlammende g anjelier DONDERDAG 24 NOVEMBER EEN ONTMOETING De best gekleede actrice van Europa Haar nationaliteit Lil Dagover Hoeveel dieren zijn er Langs de Parijsche etalages Per dozijn Het „gekken"-seizoen der modemakers Slaapziekte in Amerika (Ingezonden mededeeling) Kauwgom De scheepsschroef Iemand wenscht een pas AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL üniiiiiinniiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiin FEUILLETON Naar het Duitsch van Paul Oskar Hoecker De praktijk van het spreekwoord „Les amis de mes amis, sont mes amis", bezorgde me het buitenkantjse Van een gezellig thee-uurtje met Ernst Deutsch. De wederzijdsche vriend van Max Pal le nb erg, de groote Weener, die hier ver leden jaar zijn onvergetelijke creatie van Norisson in Molnar's „Eén, twee, drie" bracht De beroemde Tjech had dien middag heele maal geen zin om veel over zichzelf te praten! Babbelde lustig over allerlei futiliteiten: Over tennis, autorijden, paarden en andere sporten, die hij in zijn vrijen tijd bedrijft! Ook over Holland en Den. Haag, dat hij al van een vorig bezoek kende. En nog vaak hoopt terug te zien. Wie Deutsch gezien heeft als de advocaat in ..Der Kuss vor dem Spiegel", kent den acteur vrijwel zooals hij er in het dage- lijksch leven uitziet! Mooie kop met éven grijzend haar; donkere oogen met ijskouden, staalharden blik. „Geen makke 1 ij k heer", doorflitste mijn brein, toen hij zich plechtig over mijn hand boog en die volgens de zeden van zijn land even met de lippen beroerde! Maar dat Viel érg mee! Een attent en gezellig gastheer, die zichzelf heelemaal niet „de groote man" voelt. Natuurlijk kwam het gesprek ook op „film". „Goed voor 's zomers, als er niets anders te doen valt! Ik sta duizendmaal liever op de Planken; heb altijd graag contact met het Publiek". Juist wilde ik opstappen om nog even mijn geluk te beproeven bij Lil Dagover, die aan den overkant in „Des Indes" logeerde, toen de Bransche teekenares, Marthe Gérardin, binnen viel! De vrouw, die honderden en honderden be roemdheden teekende en al die, van hand- teekening voorziene, portretten in eigen bezit heeft! Een kostelijk bezit, want in haar col lectie schuilen protretten van vorsten, presi denten, geleerden, veldmaarschalken en wereld beroemde artisten! 2e stonden wat onwennig tegenover elkaar, de beiden, die eikaars taal niet verstonden! Bn zonder vorm van proces duwde Deutsch me Weer in mijn stoel en verklaarde niet te willen Poseeren als ik niet als tolk bleef! Wat collegialiteit tegenover de energieke Eransche me dan ook gebood! En wat ik zelf eigenlijk heelemaal niet ongezellig vond. Dat tolkje spelen ging niet altijd even mak- Na een kwartier was de teekening zoover klaar, dat het origineel gemist kon worden en spoedde ik me naar „de best gekleede dotrice van Europa!" Die niet alléén op de planken een mooie Vrouw is. Onmogelijk om bij haar te zijn zonder onder den indruk te komen van haar schoon heid, die nog geaccentueerd wordt door een vol maakte garderobe voor elk oogenblik van den dag. Die garderobe, die haar daags tevoren zoo- Veel hoofdbrekens gekost had. Aangezien er Donderdagavond in Berlijn twee film-premières gingen, waarbij Lil Dagover zich beslist moest vertoonen, reisde de filmster Per Lufthansa naar Amsterdam, waar ze juist bijtijds arriveerde om nog enkele uren Voor de voorstelling te kunnen rusten, wat haar echter niet gegund werd, want de auto met de bagage, die vooruit gestuurd was uit Buitschland, bleek nog niet gearriveerd. Om Zes uur nog geen spoor van de koffers! En nu hoef je nog niet eens artiste van wereid- feputatie te zijn om radeloos te worden als je garderobe niet in orde is! Gelukkig kwam alles nog op zijn pootjes terecht al hadden Lil's zenuwen dan ook danig geleden! Toen ik binnenkwam gleed de actrice van den divan, waarop ze een uurtje gerust had om beter bestand te zijn tegen de komende ver moeienissen! Wat een droom van een tea- gown! Oud-rose satijn met wijde pagode mouwen, waarvan de punten bijna den grond *aakten Zco stond ik dus van aangezicht tot aange- ■v"' -- zicht met de vrouw, wier spel en schoonheid zoo boeiden in de film „Das Congress t antzt!" Reeds toen werd er druk gepuzzled over de nationaliteit van Lil Dagover! De meesten hielden het op „Hollandsch!" En die zijn niet zoo erg ver van de waarheid af, want zij werd in Indië, waar haar vader hout vester was, geboren. Spreekt en verstaat dan ook Hollandsch! Dat de naam „Dagover" ge vormd zou zijn door een eenvoudig omdraaien van haar meisjesnaam „Overdag", kan rus tig naar het land der fabeltjes verwezen wor den! Ik heet eigenlijk „Hago ver", maar zeg eens eerlijk, is dat nu een naam voor een actrice C. V. Wie zou precies kunnen uitrekenen, hoeveel ratten er ter wereld zijn? Niemand natuurlijk, wans als er vandaag b.c. een millioen zijn, zijn er morgen tienduizend meer. Toch bestaan er statistieken en wat deze ratten betreft, zij worden geschat op niet minder dan tien mil liard. Op een paar duizend meer of minder komt het natuurlijk niet aan. Het spreekt vanzelf, dat men dit alles niet precies kan nagaan, en daarom moet men de statistieken maken aan de hand van erva- r%ig, die deskundigen in de dierenwereld heb ben opgedaan en de kennis die zij hebben verkregen van de gewoonten en zeden dezer schepselen Gods. In de achttiende eeuw kende men elf hon derd verschillende diersoorten, vandaag ech ter zeggen we, dat er minstens vier honderd duizend zijn. De visschen alleen reeds vertegenwoordigen een aantal van twaalf duizend. Hoeveel soor ten zou de beste vischeter in ons vaderland daarvan kennen? Enkele slechts, maar dat ligt aan het feit, dat verreweg het grootste aantal visschen leeft in verre zeeën, zoodat wij deze waterbewoners nooit onder oogen, laat staan in den mond krijgen. Nog grooter is het aantal der keverfamilie. Zij tellen ongeveer 120.000, terwijl de insecten in het algemeen meer dan 280.000 soorten be vatten. De verspreiding der visschen over de aarde is verre van gelijkmatig, evenals de versprei ding van den mensch overigens. In de tropen gedijen zij het best. Vooral Zuid-Amerika is een geliefde visschen-plaats, doch hoe meer men naar een der beide polen gaat, des te kleiner wordt het aantal soorten visch, hetgeen weer niet beteekent, dat de IJszeeën geen visschen zouden bevatten. Dat zou behalve uit de on derzoekingen ook nog kunnen blijken uit het groote aantal zeevogels die in de buurt van de Polen leven en die hoofdzakelijk van visch leven. Zoo ziet men weer, dat er in het rijk van het dier heel wat meer te koop is, dan men zou denken. Vraagt u maar eens aan een willekeurig mensch hoe groot hij het aantal soorten die ren schat en u zult tot uw verbazing verne men, dat hy niet verder komt dan enkele honderden en op zijn best aan de tienduizend toe komt. De natuur zit vol verrassingen en blijft onuitputtelijk, want zie slechts het ver schil in schatting tusschen de achttiende eeuw en thans. Als dat zoo door moet gaan.... Mevrouw (bij den fotograaf): Maakt u ook groepjes van kinderen? Zeker, mevrouw, vijf gulden het dozijn. 't spijt me; zooveel heb ik er nog niet. PARIJS, November. Japonnen en mantels be- hooren volgens de nieuwste mode in geen ge val twee mouwen te hebben. Hoe vreemd het ook schijnen mag een japon met slechts één mouw te dragen, als een dame modern ge kleed wil gaan, zal ze eerstdaags niet anders kunnen doen. t Het meest ziet men manteltjes met één mouw, waarbij inplaats van de ontbrekende mantelmouw, de mouw van de japon zoo fel mogelijk in kleur moet contrasteeren met den mantel zelf. Het armgat van de „ontbrekende" mouw wordt dikwijls met fraaie veeren afgezet, terwijl het andere armgat met bont is voor zien. Men ziet, niet ten onrechte noemt men te Parijs het huidige seizoen, het „gekken"- seizoen der kleermakers. De modezaken laten om dezen tijd van het jaar proefballonnetjes op, die soms grillige vormen aannemen. Menig mode-proefje van dit seizoen is echter „de" 'mode voor het volgend seizoen en dus moeten we ons er niet over ver wonderen als we het volgende jaar iedere dame met een manteltje of japon met één mouw zien verschijnen. Voorloopig blijft het nog maar tot eenige modellen beperkt, terwijl men de schijnbaar heerschende zucht naar asymmetrie door kleine moffen tracht te bevredigen, die op straat over de handen worden gedragen, maar in afgeslo ten ruimten op den arm worden geschoven, waar ze een decoratief effect hebben als de een- mouwige-japonnen en mantels. De eenvoudige elegance in de kleeding heeft weliswaar den laatsten tijd vorderingen ge maakt, maar er zijn nog altijd vrouwen, die een heel eigenaardige opvatting van elegance hebben. Voor haar vooral heeft men een nieuw sieraad uitgedacht, dat echter het tegenover gestelde van eenvoud is. Fantastische en zeer opvallende halskettingen ziet men overal in de étalages der Rue de la Paix uitgestald. Vele bestaan uit leder, dat met kleine nikkelen plaatjes is bezet en waaraan een reusachtige parel hangt. Over het algemeen ziet men wei nig nikkelen halskettinkjes meer, de meeste zijn van mat of gepolijst koper. Ook de nieuwste breede armbanden zijn niet meer van oud, blank metaal, maar van koper vervaardigd. Het moderne armbandhorloge behoeft niet meer uitsluitend aan den arm gedragen te worden. Evenals vroeger kan men het horloge aan een ketting van goud of zilver of zwarte zijde om den hals dragen, ook kan men het aan een speciaal voor dit doel geconstrueerde speld vastmaken en ergens op de japon steken pre cies zooals onze grootmoeders het ook met hun horloges deden. (United Press) uimmtiiiiimm imniiif iifiiimii Er is thans een Groenland-Tcwestie! Want er schijnt naar Groenland vraag. En nu praat men.... niet in Groen land, Maar gezellig in Den Haag Groenland zelf is zoo gastvrij niet, Want het groen is daar zoo-zoo En je vindt er naast wat gletschers Anderhalven eskimo! 't Is een land, dat als ze zeggen: Hier, pak aan! het is voor jou! Dan zegt u hartgrondigdank je! Want wat doe ik in de kou? 't Is geen land voor zomerreisjes, Want het wintert permanent. En je bent reeds héél bevroren Voor j' er halverwege bent! Zelfs als bakermat van walvisch, Ook al oordeel ik als leek, Haal je levertraan goedkooper Bij drogist of apotheek! En nu draait hier niet de kwestie Om: hoe raak ik Groenland kwijt? Doch men strijdt, zèèr diplomatisch Om: de souvereiniteit! MARTIN BERDEN i (Nadruk verboden) rniiiiiitiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiuiiiiiiiniiiiMiiiiiniiiiiiiiiiiir: Washington in November. In Amerika komt de slaapziekte weinig voor. Maar juist in den laatsten tijd wordt er nog al veel vermeld over den toestand der weinige Amerikaansche patiën ten, die aan deze ziekte lijden. Men verwacht op 't oogenblik het ontwaken van een jonge vrouw, die al 8 maanden zonder onderbreking slaapt. In North Carolina is dezer dagen een farmer gestorven, die 12 jaar moet hebben ge slapen. En in Tennessee slaapt de zoon van een farmer nu al meer dan een jaar. Deze moderne rivalen van Rip van Winkle lijden allen aan de slaapziekte, die wetenschap pelijk „encephalitis lethargica" wordt genoemd. In de wetenschap is als ergste geval bekend een patiënt, die vier en een half jaar heeft gesla pen. De slaap oftewel het stadium der slaap dronkenheid duurt soms een paar weken, soms een paar maanden. In de meeste gevallen lijden de zieken niet aan slaap, maar o paradox! aan slapeloosheid. De slaapziekte brengt name Hjk een verschuiving in het normale rhythme van den slaper, doordat de patiënten 's nachts niet, maar overdag wel kunnen slapen. Onge veer 30 percent der slaapzieken sterft aan hun kwaal. (United Press) Ivy had eenige eendeneieren noodig voor de thee, en daar ze er geen kon vinden, wendde ze zich tot Freddy Vrijdag. De zeeman was bezig een goocheltoer met eieren voor te be reiden. „O, prachtig, daar zjjn eieren," riep Ivy verheugd uit. „Mag ik ze hebben voor de thee?" „Ja zeker," zei Freddy, „jjj krijgt ze binnen een minuut. Kt)k, nu leg ik de eieren onder de schaal, en dan laat ik ze verdwijnen in de doos, die daaronder staat." Maar toen de zeeman de doos op lichtte, om de eieren te laten zien, bleek het, dat zijn goocheltoer niet heelemaal was uitgekomen, zooals hij verwacht had. De eieren waren In de doos, dat was zeker. Maar Creepy en Crawly waren er ook, en wat het ergste was, ze hadden de eieren in hun bek. „O, nu zijn er geen eieren voor de thee," riep Ivy teleurgesteld uit. ,,'t Spijt me," zei Freddy. „Maar hoe kon ik ook weten, dat die slangen in de doos zaten." (Morgenavond vervolg.) Neen, grijs haar kan me niet schelen, een kaal hoofd zou ook nog gaan, als de inhoud maar niets te wenschen overlaat, maar valsche tandenbrrr! Een man mag de wijsheid van Salomo bezitten, de schoonheid van Adonis, het intellect van Socrates en den rijkdom van Croesus, maar als hij een valsch gebit had, zou ik van hem griezelen." Donald Cheswick lachte uitbundig om deze verzuchting van zijn vriendin Maud Berring- ton. De knappe, aantrekkelijke jongeman kon zich dat veroorloven: want hij had twee rijen blinkende, gave tanden. „Ik kan mij volkomen in je gevoelens ver plaatsen," verklaarde hij, „zoo zou ik bijvoor beeld nooit met een vrouw kunnen trouwen, die een pruik draagt." Nu was het Miss Berrington's beurt om te lachen. Ook zij kon zich dat permitteeren, want zij had niet alleen een allerliefst figuurtje, maar glanzend, zwaar kastanje-bruin haar. Donald Cheswick en Maud Berrington waren zoo dikwijls in eikaars gezelschap, dat ver- scheidenen van hun kennissen overtuigd wa ren dat er meer dan vriendschap-alleen tus schen hen bestond. Maar zoo dat al het geval mocht zijn, het tweetal had zich daarover wederzijds nog niet uitgelaten. Toch was een verloving niet zoo heel veraf toen de ge beurtenissen een onverwachte wending namen. Op een middag wandelde Donald naar huis na een bezoek aan Maud's woning. Hij had haar moeder gesproken en deze had hem ver teld dat Maud den vorigen dag plotseling ern stig ziek was geworden en nu met hooge koorts te bed lag. De dokter vreesde voor typhus. Diep onder den indruk van deze jobstijding, liep de jongeman in gedachten en met gebogen hoofd voort. Opeens werd hij opgeschrikt door luid hoefgetrappel; hy keek op en zag een wild slingerend rijtuigje, stuurloos heen-en- weer schokkend achter een op hol geslagen paard, de straat inkomen. Hij herkende in de dame, aan wier hand de teugels ontglipt wa ren, en die doodsbleeu op de voorbank zat, zich krampachtig aan de leuning vastklem mend, een van zijn kennissen, een jonge we duwe. Zij hield haar vrijen arm om haar drie jarig zoontje dat naast haar zat, heengesla gen. Met een oogopslag zag Donald het gevaar, waarin moeder en kind verkeerden. Hij bedacht zich geen seconde, vloog naar het midden van den rijweg en greep, toen het verschrikte dier hem bereikt had, de over den grond sleepende teugels. Het paard sleurde hem enkele meters mee, kwam toen toen met een schok tot stil stand en steigerde, zoodat Donald mee de hoogte inging. Toen hij, met de voorpooten van het paard weer op den grond belandde, kreeg hij een duw van den disselboom in zijn zij en hij kromp ineen van pijn. En op hetzelfde oogen blik liet het paard zijn kop met een forschen slag dalen en trof den jongeman juist tegen den mond. Van alle kanten waren nu voorbij gangers toegeschoten; sterke handen hielden het dier bij den teugel vast en Donald viel bewusteloos in de armen van een der omstan ders. Per ziekenauto werd hij thuisgebracht; de dokter constateerde twee gebroken ribben, maar toen hij weer tot bewustzijn kwam, deed Donald een nog veel ontstellender ontdekking: hij miste zijn voortandenze waren uit zijn mond geslagen bij de botsing met den paarde- kop. Die gebroken ribben baarden den patiënt niet zooveel zorg, die zouden wel weer gene zen; maar Maud had gezegd dat zij nooit met een man met valsche tanden zou kunnen trouwen. En toch zou hij die moeten dragen na zijn herstel Er verliepen verscheidene weken, eer Donald en Maud weer bij elkaar waren. Het vermoeden van den dokter bleek juist, het meisje had in derdaad typhus en geruimen tijd zweefde ze tusschen leven en dood. En de genezing van Donald's gebroken ribben duurde ook langer dan hij had gedacht. Maar eindelijk was hij weer zoover, dat hij zijn vriendin een bezoek kon brengen. Maud zag er nog heel zwak en bleek uit, maar in Donald's oogen was ze nog bekoor lijker dan vroeger, nu hij haar na zoo lang niet gezien had en zij in levensgevaar had ver keerd. Een tijdlang liep het gesprek over wat ze hadden doorgemaakt en toen deed Donald de vraag, die hem al voor het ongeluk geen rust had gelaten. Tot zijn onultsprekelijken schrik barstte het meisje in hartstochtelijk snikken uit. De hoogte der economische crisis in Amerika kan slechts vastgesteld worden aan de hand van de algemeene handelsbalans. Maar er zijn couranten in het buitenland, die in den laat sten tijd den toestand in Amerika naar het verbruik van kauwgom beoordeelen. Het ver bruik is sterk geslonken. Voor het eerst in hun korte geschiedenis liep de productie der kauw- gomfabrieken terug. In 1931 rond 16 pCt. De totale waarde der productie heeft slechts 48.146.543 bereikt, tegen 57.229.918 dollar in 1929. Er bestonden in 1931 31 kauwgomfabrie- ken met 2406 arbeiders, tegen 37 in 1929 met 2263 arbeiders. „La Croix", aan welk blad wij deze cijfers ontleenen, meent ondeugend, dat een Amerika, dat afstand doet van gom kauwen, tevens af stand doet van een wezenlijk stuk der Ameri kaansche physionomie. Toen hij zacht en vriendelijk naar de reden van haar huilbui vroeg, stamelde ze: „Je hebt eens gezegd, dat je nooit met een meisje zou kunnen trouwen, dat een pruik droeg. En Rijk nu eens!" Ze draaide het hoofd om en wees hem de wrong op haar achterhoofd, die met een stuk valsch haar een gedeelte van haar hoofd be dekte; een groot deel van haar haar was uit gevallen, zooals vaak bij typhus-patiënten voorkomt. „En jij hebt beweerd, dat je zou griezelen van een man, die valsche tanden had, dus we zijn quitte!" En hij vertelde haar nu nog en kele bijzonderheden van het ongeluk, die hij straks voorloopig had verzwegen. „Het is in ieder geval val mijn eigen haar," j lachte Maud een half T Ip-f/Jp uur later, toen zij Lt-c- haar verdacht- I slordige coiffure glad OVCTWlflt streek en pogingen deed haar thans vuurrood gezicht met een poederdoosje weer in toonbaren staat te brengen. „En het zijn ook mijn eigen tanden, want de rekening van den tandarts is al betaald," ver klaarde Donald. Toen ze een paar maanden later door het schip van de kerk schreden, terwijl het orgel zijn plechtige, juichende stem liet hooren, vond iedereen, dat ze een zeldzaam knap paar vorm den Eenige weken geleden waren er 175 jaren verstreken, sinds het eerste bruikbare stoom schip door Fulton gebouwd werd en op de Hudson-rivier zijn eersten tocht maakte. Maar nooit zou de stoomboot zulk een opgang heb ben gemaakt, indien de Oostenrijker Joseph Ressel de scheepsschroef niet had uitgevon den. De krachtoverbrenging van de machine over het scheprad op het water, bracht een zeer groote beperking der snelheid mede en wanneer de Beiersche Academie van Weten schappen, toen zij zich 125 jaar geleden met de uitvinding van Fulton bezig hield, verklaarde, dat de stoommachine doelloos was op een schip, omdat een stoomboot nimmer een groo- tere snelheid zou kunnen ontwikkelen dan een eenvoudige aak, die van Ulm naar Weenen stroomafwaarts voer, dan lag in die bewering zeker eenige overdrijving, maar veel waars school er toch ook in. Joseph Ressel, die den lOen October 1857 te Maibach stierf, scheen aanvankelijk zeer wei nig succes met zijn uitvinding te hebben. Reeds in 1812 had hij een teekening ontworpen, hoe men schepen met de Archimedische schroef voortbrengen kon; in 1827 verkreeg hij ook een privilege op een schroef zonder eind ter voort beweging der schepen. Maar de technische wereld stond tegenover de schroef als voort bewegingsmiddel zeer sceptisch en afwijzend. Eindelijk in 1829 gelukte het hem, een schroef- schip, „Civetta" genaamd, te bouwen, dat van een zespaards stoommachine voorzien was en met een snelheid van zes mijlen per uur liep. De uitvinderspech is ook Ressel niet be spaard gebleven, want een onbeduidend onge val bij de proefvaart der „Civetta" was oor zaak, dat de ouderwetsche Oostenrijksche po litie elke verdere proef met een soortgelijk schip verbood en zoo geraakten de scheeps schroef en haar uitvinder in vergetelheid. Nog eens moest de uitvinding opnieuw ge daan worden vóór zij insloeg. Zeven jaar na de verongelukte proefvaart van Ressel, baarde in Engeland een zekere Smith groot opzien, toen hij met een schroefstoomschip pleizier- vaarten maakte. Hij heeft meer geluk gehad dan Ressel, want na eenige tot tevredenheid verlooper.de proeven, kreeg hij van de Engel- sche admiraliteit de opdracht een groot schroefstoomschip te bouwen. Drie jaren later was het schip „Archimedes" gedoopt, gereed, en maakte eenige proeftochten en wel met zóóveel succes, dat de scheepsschroef van toen af een vanzelfsprekend iets werd. Ten slotte is Ressel bovendien als een der grootvaders van het vliegverkeer te beschou wen, want wat zou er van de bestuurbare luchtschepen zijn terechtgekomen, als zij zich niet met behulp van de schroef van Ressel hadden kunnen voortbewegen? Nog onmoge lijker zou het zijn geweest, dat zich een vlieg tuig, zwaarder dan de lucht, ooit van de aarde had verheven, als de schroef van Ressel niet haar vervolmaking in den propeller gevonden had. „Bent u dan Hollandsch onderdaan?" „Ja, mijn moeder was een Hollandsche. Zij trouwde in Italië met een Franschman." „En waar bent u geboren?" „Ik werd op een Spaansch schip geboren, dat op weg was naar Kaap de Goede Hoop. Maar mijn ouders stierven in Brazilië toen ik vier jaar oud was. Een Chinees adopteerde mij, die mij mee naar Rusland nam." „Schei uit, schei uit," riep de ambtenaar van den burgerlijken stand in vertwijfeling, „u bent een Volkenbond!" A 11 L op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 9/J/J/J bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 'VCfi bij een ongeval met 9C/Ï bU verlies van een hand 1 Of Oij verlies van een f/J bij een breuk van Af) by verlies va CL DOtlti 6 S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen uvl/l/*" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen Ti doodelijken afloop Y een voet of een oog imVi duim of wijsvinger I t/t/»"*been of arm# ^rCanderen vi van *n vinger iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiililiiiH io Het was zoo'n rare kerel, dat ze niet bang behoefde te zijn dat hij aan zijn eigenlijk öwaas voornemen op stuk van zaken geen gevolg zou geven. Als zfj in de rusttijden over de terreinen van Öe reusachtige kweekerij slenterde, bouwde zij bichtkasteelen. Natuurlijk zou zij zich in Son- ■henberg ook op het kweeken van anjers gaan toeleggen, ze had hier zooveel nieuws gezien en ëeieerd en door eigen studie en proefnemingen zooveel kennis opgedaan, dat ze op dit gebied e®h niet te onderschatten mededingster van de firma Victor H. Troilo kon worden. Overigens, grootte en moderne inrichting betrof, ver- Jonk het bedrijf van deze opgeblazen protsen bij dat der Engelsche firma eenvoudig in het biet. Langzamerhand was Catharina met al de bedrijfschefs goede vrienden geworden. Alle vooroordeel tegen haar was overwonnen. Daar ze zich nu ook heel behoorlijk in het Engelsch kon uitdrukken, had ze buitengewoon veel aan de gesprekken met deze bekwame menschen. Ook op de kantoren zag ze kans allerlei be langrijks op te steken. Mr. Gabb had al ver raden, dat ze in den komenden herfst in Duitschland zou beginnen en hem als „tuin jongen" zou aanstellen. Ze zouden op het vas teland een groote reclame maken voor de spe cialiteiten van de firma Dutton, als men hun voordeelige voorwaarden aanbood. Zoo ontoe gankelijk Mr. Gabb was voor plantkundige ge leerdheid, zoo gewiekst was hij, als het op za ken-doen aankwam. En het resultaat van zijn bemoeiingen was dan ook, dat de directie van de firma Dutton aan Catharina een voorstel deed. Er werd haar een niet onbelangrijk cre- diet in uitzicht gesteld. Toch dankte ze dat tenslotte misschien nog meer aan den voor- treffelijken indruk, die haar groote arbeidslust en haar studiezin op de directie hadden ge maakt dan aan Mr. Gabb s zakengenie! Te be ginnen met 1 April kreeg ze zelfs een klein sa- 'aris, welk feit een storm van verbazing teweeg bracht! Toch was haar toekomst nog zeer onzeker, zoolang het proces, dat ze op raad van Ge heimraad Erck tegen mevrouw Dora Troilo begonnen was, nog niet was beslist. In eerste instantie waren haar aanspraken afgewezen. „Ten slotte win je toch, beste meid, verlies den moed maar niet. Je zaak is voor ieder rechter met verstand zoo rechtvaardig als het maar kan", had de heer Erck geschreven, „de eerste beslissing moet in hooger beroep ver nietigd worden." Ook de advocaat, die zy op aanraden van haar ouden vriend genomen had, was tamelijk zeker van het succes. Be gin October drie weken voordat ze uit Iver zou weggaan kreeg ze een telegram, dat het gerechtshof haar persoonlijk verschijnen noo dig oordeelde. Ze moest hals over kop afreizen, kwam 's morgens te Wiesbaden aan, had nauwelijks tijd om in een goedkoop pension onderdak te vin den, omdat ze om 11 uur moest verschijnen, daarop moest ze ontzettend lang in het Ge rechtsgebouw wachten en toen eindelijk tegen twee uur het verhoor begon, was ze doodmoe. Toen ze aan de zijde van haar advocaat het gebouw verliet, deelde deze haar zoo voorzich tig mogelijk mede, dat naar menschelijke be rekening ze haar proces verliezen zou. En zoo gebeurde het ook. In de ergernis daarover mengde zich geleide lijk ook een gevoel van schaamte. En mét de beschaamdheid kwam het groote verdriet. Op haar eersten rondgang over het juist door den pachter verlaten terrein, was ze voort durend in tranen. Tijdens haar afwezigheid hadden de Troilo's aan de grens van hun ter rein en het hare een hooge, ondoorzichtbare heining laten optrekken, een muur van tegels, die een deel van haar terrein alle zon weg nam. Ze had nauwelijks twee morgen land overgehouden en het woonhuis van één verdie ping en de stal waren erg in verval geraakt. In de eerste plaats moesten er werkvrouwen, grondwerkers en timmerlieden komen. De aannemer Wentzel, een oud vriend van haar vader, stuurde haar zijn menschen. Maar van 's morgens vroeg tot 's avonds laat was ze zelf in de weer om toezicht op alles te houden, en ze hielp zelf ook hard mee. Zoodra de keuken en de twee woonkamers ook maar een beetje bewoonbaar waren, nam ze zelf weer haar intrek in het ouderlijk huis. De paar meubels, die indertijd niet verkocht waren, omdat ze haast niets waard waren, werden van den zolder gehaald. Alleen maar het allernoodzakelijkste schafte Catharina voor de kleine huishouding aan. Dagen lang deed ze niets dan timmeren, oplappen, bijschilderen. En steeds weer was er iets in haar, dat haar naar buiten dreef. Het kleine lapje grond was heelemaal uitge mergeld en verwaarloosd, ingeklemd tusschen de machtige bezittingen van de Troilo's; steeds weer vroeg ze zich af, of het wel zin had met de bewerking van dit schamele stukje grond te beginnen. Maar dan kreeg haar doorzettings vermogen weer de overhand, ze vatte moed, ontwierp plannen, plaatste in gedachten een paar kassen midden op het land en richtte een bedrijf in naar het model van dat van Dutton: het kweeken van kostbare, bijzondere anjer soorten, waarvan de grootscheepsche buurman nog geen begrip had. Maar bij de bespreking met den ouden Wentzel, die een voorloopige begrooting van de kosten voor haar maakte, zonk de moed haar weer in de schoenen. Als ze alles direct betaalde, hield ze voor het eer ste jaar ongeveer geen bedrijfskapitaal over. En kon ze van Wentzel crediet verlangen? En was hij op stuk van zaken te vertrouwen? Hij beweerde, dat hij een vriend van haar vader was, maar had ook de weduwe Troilo niet, toen haar vader doodziek in het sanatorium lag en door geldzorgen werd gekweld, onder het mom van vriendschap dingen gedaan, dingen O, ze moest aan al die gemeene huichelarij maar heelemaal niet denken Intusschen ging het werk steeds voort. Ze had een dienstmeisje aangenomen, die voor haar kleine huishoudinkje zorgde, zoodat zij de handen vry kreeg voor haar tuin. Wat „Ma- rieche" kookte, was geen fijn kokswerk, en Ca tharina moest meestal zelf nog de grootste on heilen afwenden, maar het meisje was beschei den en gewillig en altijd goed gehumeurd. Het oude stalgebouwtje was met geringe kos ten in Catharina's eerste kas omgetooverd. Aan den Zuidkant was de muur weggebroken en daar was een soort glazen veranda tegenaan gebouwd, waar gestookt kon worden. Afgedank te gasbuizen, gebruikt glas en ander van af braak afkomstig materiaal was daarbij ge bruikt. De oude Wentzel had over de plannen van het jonge meisje eerst het hoofd geschud, maar hy moest ten slotte toch toegeven, dat ze als voorloopige oplossing lang niet kwaad waren. Tenminste had ze nu een plaatsje, waar hetgeen ze uit Engeland van haar proefnemin gen had meegebracht en de beide eerste zen dingen van de firma Dutton behoorlijk kon onderbrengen en verzorgen. De bouwerij werd begunstigd door het schit terendste herfstweer, dat men zich denken kon. Nog in de eerste dagen van November had men hier in het Sonnenberger dal waariyk zomer- sche dagen. Eens stond ze in een rusttijd voor haar kas en liet haar blik over haar kleine bezitting gaan. Rechtuit en naar rechts stuitte zij op de 4 Meter hooge omheining, waarachter het koninkrijk van mevrouw Troilo en haar stief zoon Victor begon. Alleen aan den linkerkant was de oude afscheiding van latten gebleven. Hier lag de groote moestuin van Balthazar Troilo, de oude vader van Victor H., de stich ter van den bloemengroothandel. Natuurlijk zou de annexatie-woede van de weduwe zich vroeg of laat over dit laatste stuk bouwland ook uitstrekken. Dan zou ook hier de scheidsmuur worden op gericht in den dubbelen zin van het woord! en zouden spoedig de glazen daken van nieuwe reuzenkassen er boven uitsteken. „Goeie morgen, Catharientje," riep plotse ling een heldere stem en wekte haar uit haar gepeins. Ze schrok. Verward keek ze op. Aan het hek stond een stokoude man met een bruin, ver weerd gezicht, een groote arendsneus en een stcppeligen witten baard. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7