Ernst Deutsch en Lil Dagover
Met wifiacU mn den dag
GROENLAND
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Uw eigen winkelier verkoopt
ROBINSONschoenen
De vlammende g
anjelier
DONDERDAG 24 NOVEMBER
EEN ONTMOETING
De best gekleede actrice
van Europa
Haar nationaliteit
Lil Dagover
Hoeveel dieren zijn er
Langs de Parijsche
etalages
Per dozijn
Het „gekken"-seizoen der
modemakers
Slaapziekte in Amerika
(Ingezonden mededeeling)
Kauwgom
De scheepsschroef
Iemand wenscht een pas
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
üniiiiiinniiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiin
FEUILLETON
Naar het Duitsch van
Paul Oskar Hoecker
De praktijk van het spreekwoord „Les
amis de mes amis, sont mes
amis", bezorgde me het buitenkantjse
Van een gezellig thee-uurtje met Ernst Deutsch.
De wederzijdsche vriend van Max Pal
le nb erg, de groote Weener, die hier ver
leden jaar zijn onvergetelijke creatie van
Norisson in Molnar's „Eén, twee, drie"
bracht
De beroemde Tjech had dien middag heele
maal geen zin om veel over zichzelf te praten!
Babbelde lustig over allerlei futiliteiten:
Over tennis, autorijden, paarden en andere
sporten, die hij in zijn vrijen tijd bedrijft!
Ook over Holland en Den. Haag, dat hij al van
een vorig bezoek kende. En nog vaak hoopt
terug te zien.
Wie Deutsch gezien heeft als de advocaat in
..Der Kuss vor dem Spiegel", kent
den acteur vrijwel zooals hij er in het dage-
lijksch leven uitziet! Mooie kop met éven
grijzend haar; donkere oogen met ijskouden,
staalharden blik.
„Geen makke 1 ij k heer", doorflitste
mijn brein, toen hij zich plechtig over mijn
hand boog en die volgens de zeden van zijn
land even met de lippen beroerde! Maar dat
Viel érg mee!
Een attent en gezellig gastheer, die zichzelf
heelemaal niet „de groote man" voelt.
Natuurlijk kwam het gesprek ook op „film".
„Goed voor 's zomers, als er niets anders
te doen valt! Ik sta duizendmaal liever op de
Planken; heb altijd graag contact met het
Publiek".
Juist wilde ik opstappen om nog even mijn
geluk te beproeven bij Lil Dagover, die aan
den overkant in „Des Indes" logeerde, toen de
Bransche teekenares, Marthe Gérardin, binnen
viel!
De vrouw, die honderden en honderden be
roemdheden teekende en al die, van hand-
teekening voorziene, portretten in eigen bezit
heeft! Een kostelijk bezit, want in haar col
lectie schuilen protretten van vorsten, presi
denten, geleerden, veldmaarschalken en wereld
beroemde artisten!
2e stonden wat onwennig tegenover elkaar,
de beiden, die eikaars taal niet verstonden!
Bn zonder vorm van proces duwde Deutsch me
Weer in mijn stoel en verklaarde niet te willen
Poseeren als ik niet als tolk bleef!
Wat collegialiteit tegenover de energieke
Eransche me dan ook gebood! En wat ik zelf
eigenlijk heelemaal niet ongezellig vond.
Dat tolkje spelen ging niet altijd even mak-
Na een kwartier was de teekening zoover
klaar, dat het origineel gemist kon worden en
spoedde ik me naar „de best gekleede
dotrice van Europa!"
Die niet alléén op de planken een mooie
Vrouw is. Onmogelijk om bij haar te zijn zonder
onder den indruk te komen van haar schoon
heid, die nog geaccentueerd wordt door een vol
maakte garderobe voor elk oogenblik van den
dag.
Die garderobe, die haar daags tevoren zoo-
Veel hoofdbrekens gekost had.
Aangezien er Donderdagavond in Berlijn twee
film-premières gingen, waarbij Lil Dagover
zich beslist moest vertoonen, reisde de filmster
Per Lufthansa naar Amsterdam, waar ze
juist bijtijds arriveerde om nog enkele uren
Voor de voorstelling te kunnen rusten, wat
haar echter niet gegund werd, want de auto
met de bagage, die vooruit gestuurd was uit
Buitschland, bleek nog niet gearriveerd. Om
Zes uur nog geen spoor van de koffers! En nu
hoef je nog niet eens artiste van wereid-
feputatie te zijn om radeloos te worden als je
garderobe niet in orde is!
Gelukkig kwam alles nog op zijn pootjes
terecht al hadden Lil's zenuwen dan ook danig
geleden!
Toen ik binnenkwam gleed de actrice van den
divan, waarop ze een uurtje gerust had om
beter bestand te zijn tegen de komende ver
moeienissen! Wat een droom van een tea-
gown! Oud-rose satijn met wijde pagode
mouwen, waarvan de punten bijna den grond
*aakten
Zco stond ik dus van aangezicht tot aange-
■v"' --
zicht met de vrouw, wier spel en schoonheid
zoo boeiden in de film „Das Congress
t antzt!"
Reeds toen werd er druk gepuzzled over de
nationaliteit van Lil Dagover!
De meesten hielden het op „Hollandsch!" En
die zijn niet zoo erg ver van de waarheid af,
want zij werd in Indië, waar haar vader hout
vester was, geboren. Spreekt en verstaat dan ook
Hollandsch! Dat de naam „Dagover" ge
vormd zou zijn door een eenvoudig omdraaien
van haar meisjesnaam „Overdag", kan rus
tig naar het land der fabeltjes verwezen wor
den!
Ik heet eigenlijk „Hago ver", maar
zeg eens eerlijk, is dat nu een naam voor een
actrice
C. V.
Wie zou precies kunnen uitrekenen, hoeveel
ratten er ter wereld zijn? Niemand natuurlijk,
wans als er vandaag b.c. een millioen zijn, zijn
er morgen tienduizend meer. Toch bestaan er
statistieken en wat deze ratten betreft, zij
worden geschat op niet minder dan tien mil
liard. Op een paar duizend meer of minder
komt het natuurlijk niet aan.
Het spreekt vanzelf, dat men dit alles niet
precies kan nagaan, en daarom moet men de
statistieken maken aan de hand van erva-
r%ig, die deskundigen in de dierenwereld heb
ben opgedaan en de kennis die zij hebben
verkregen van de gewoonten en zeden dezer
schepselen Gods.
In de achttiende eeuw kende men elf hon
derd verschillende diersoorten, vandaag ech
ter zeggen we, dat er minstens vier honderd
duizend zijn.
De visschen alleen reeds vertegenwoordigen
een aantal van twaalf duizend. Hoeveel soor
ten zou de beste vischeter in ons vaderland
daarvan kennen? Enkele slechts, maar dat ligt
aan het feit, dat verreweg het grootste aantal
visschen leeft in verre zeeën, zoodat wij deze
waterbewoners nooit onder oogen, laat staan
in den mond krijgen.
Nog grooter is het aantal der keverfamilie.
Zij tellen ongeveer 120.000, terwijl de insecten
in het algemeen meer dan 280.000 soorten be
vatten.
De verspreiding der visschen over de aarde
is verre van gelijkmatig, evenals de versprei
ding van den mensch overigens. In de tropen
gedijen zij het best. Vooral Zuid-Amerika is
een geliefde visschen-plaats, doch hoe meer
men naar een der beide polen gaat, des te kleiner
wordt het aantal soorten visch, hetgeen weer
niet beteekent, dat de IJszeeën geen visschen
zouden bevatten. Dat zou behalve uit de on
derzoekingen ook nog kunnen blijken uit het
groote aantal zeevogels die in de buurt van
de Polen leven en die hoofdzakelijk van visch
leven.
Zoo ziet men weer, dat er in het rijk van
het dier heel wat meer te koop is, dan men
zou denken.
Vraagt u maar eens aan een willekeurig
mensch hoe groot hij het aantal soorten die
ren schat en u zult tot uw verbazing verne
men, dat hy niet verder komt dan enkele
honderden en op zijn best aan de tienduizend
toe komt. De natuur zit vol verrassingen en
blijft onuitputtelijk, want zie slechts het ver
schil in schatting tusschen de achttiende eeuw
en thans. Als dat zoo door moet gaan....
Mevrouw (bij den fotograaf): Maakt u
ook groepjes van kinderen?
Zeker, mevrouw, vijf gulden het dozijn.
't spijt me; zooveel heb ik er nog niet.
PARIJS, November. Japonnen en mantels be-
hooren volgens de nieuwste mode in geen ge
val twee mouwen te hebben. Hoe vreemd het
ook schijnen mag een japon met slechts één
mouw te dragen, als een dame modern ge
kleed wil gaan, zal ze eerstdaags niet anders
kunnen doen. t
Het meest ziet men manteltjes met één
mouw, waarbij inplaats van de ontbrekende
mantelmouw, de mouw van de japon zoo fel
mogelijk in kleur moet contrasteeren met den
mantel zelf. Het armgat van de „ontbrekende"
mouw wordt dikwijls met fraaie veeren afgezet,
terwijl het andere armgat met bont is voor
zien. Men ziet, niet ten onrechte noemt men
te Parijs het huidige seizoen, het „gekken"-
seizoen der kleermakers.
De modezaken laten om dezen tijd van het
jaar proefballonnetjes op, die soms grillige
vormen aannemen. Menig mode-proefje van dit
seizoen is echter „de" 'mode voor het volgend
seizoen en dus moeten we ons er niet over ver
wonderen als we het volgende jaar iedere
dame met een manteltje of japon met één
mouw zien verschijnen.
Voorloopig blijft het nog maar tot eenige
modellen beperkt, terwijl men de schijnbaar
heerschende zucht naar asymmetrie door kleine
moffen tracht te bevredigen, die op straat over
de handen worden gedragen, maar in afgeslo
ten ruimten op den arm worden geschoven, waar
ze een decoratief effect hebben als de een-
mouwige-japonnen en mantels.
De eenvoudige elegance in de kleeding heeft
weliswaar den laatsten tijd vorderingen ge
maakt, maar er zijn nog altijd vrouwen, die
een heel eigenaardige opvatting van elegance
hebben. Voor haar vooral heeft men een nieuw
sieraad uitgedacht, dat echter het tegenover
gestelde van eenvoud is. Fantastische en zeer
opvallende halskettingen ziet men overal in de
étalages der Rue de la Paix uitgestald. Vele
bestaan uit leder, dat met kleine nikkelen
plaatjes is bezet en waaraan een reusachtige
parel hangt. Over het algemeen ziet men wei
nig nikkelen halskettinkjes meer, de meeste
zijn van mat of gepolijst koper. Ook de nieuwste
breede armbanden zijn niet meer van oud, blank
metaal, maar van koper vervaardigd.
Het moderne armbandhorloge behoeft niet
meer uitsluitend aan den arm gedragen te
worden. Evenals vroeger kan men het horloge
aan een ketting van goud of zilver of zwarte
zijde om den hals dragen, ook kan men het aan
een speciaal voor dit doel geconstrueerde speld
vastmaken en ergens op de japon steken pre
cies zooals onze grootmoeders het ook met hun
horloges deden.
(United Press)
uimmtiiiiimm
imniiif iifiiimii
Er is thans een Groenland-Tcwestie!
Want er schijnt naar Groenland
vraag.
En nu praat men.... niet in Groen
land,
Maar gezellig in Den Haag
Groenland zelf is zoo gastvrij niet,
Want het groen is daar zoo-zoo
En je vindt er naast wat gletschers
Anderhalven eskimo!
't Is een land, dat als ze zeggen:
Hier, pak aan! het is voor jou!
Dan zegt u hartgrondigdank je!
Want wat doe ik in de kou?
't Is geen land voor zomerreisjes,
Want het wintert permanent.
En je bent reeds héél bevroren
Voor j' er halverwege bent!
Zelfs als bakermat van walvisch,
Ook al oordeel ik als leek,
Haal je levertraan goedkooper
Bij drogist of apotheek!
En nu draait hier niet de kwestie
Om: hoe raak ik Groenland kwijt?
Doch men strijdt, zèèr diplomatisch
Om: de souvereiniteit!
MARTIN BERDEN
i (Nadruk verboden)
rniiiiiitiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiuiiiiiiiniiiiMiiiiiniiiiiiiiiiiir:
Washington in November. In Amerika komt
de slaapziekte weinig voor. Maar juist in den
laatsten tijd wordt er nog al veel vermeld over
den toestand der weinige Amerikaansche patiën
ten, die aan deze ziekte lijden. Men verwacht
op 't oogenblik het ontwaken van een jonge
vrouw, die al 8 maanden zonder onderbreking
slaapt. In North Carolina is dezer dagen een
farmer gestorven, die 12 jaar moet hebben ge
slapen. En in Tennessee slaapt de zoon van een
farmer nu al meer dan een jaar.
Deze moderne rivalen van Rip van Winkle
lijden allen aan de slaapziekte, die wetenschap
pelijk „encephalitis lethargica" wordt genoemd.
In de wetenschap is als ergste geval bekend een
patiënt, die vier en een half jaar heeft gesla
pen. De slaap oftewel het stadium der slaap
dronkenheid duurt soms een paar weken, soms
een paar maanden. In de meeste gevallen lijden
de zieken niet aan slaap, maar o paradox!
aan slapeloosheid. De slaapziekte brengt name
Hjk een verschuiving in het normale rhythme
van den slaper, doordat de patiënten 's nachts
niet, maar overdag wel kunnen slapen. Onge
veer 30 percent der slaapzieken sterft aan hun
kwaal.
(United Press)
Ivy had eenige eendeneieren noodig
voor de thee, en daar ze er geen kon
vinden, wendde ze zich tot Freddy
Vrijdag. De zeeman was bezig een
goocheltoer met eieren voor te be
reiden.
„O, prachtig, daar zjjn eieren," riep
Ivy verheugd uit. „Mag ik ze hebben
voor de thee?"
„Ja zeker," zei Freddy, „jjj krijgt
ze binnen een minuut. Kt)k, nu leg
ik de eieren onder de schaal, en
dan laat ik ze verdwijnen in de doos,
die daaronder staat."
Maar toen de zeeman de doos op
lichtte, om de eieren te laten zien,
bleek het, dat zijn goocheltoer niet
heelemaal was uitgekomen, zooals hij
verwacht had. De eieren waren In de
doos, dat was zeker. Maar Creepy en
Crawly waren er ook, en wat het
ergste was, ze hadden de eieren in
hun bek.
„O, nu zijn er geen eieren voor de
thee," riep Ivy teleurgesteld uit.
,,'t Spijt me," zei Freddy. „Maar hoe
kon ik ook weten, dat die slangen in
de doos zaten."
(Morgenavond vervolg.)
Neen, grijs haar kan me niet schelen,
een kaal hoofd zou ook nog gaan, als
de inhoud maar niets te wenschen
overlaat, maar valsche tandenbrrr! Een
man mag de wijsheid van Salomo bezitten,
de schoonheid van Adonis, het intellect van
Socrates en den rijkdom van Croesus, maar
als hij een valsch gebit had, zou ik van hem
griezelen."
Donald Cheswick lachte uitbundig om deze
verzuchting van zijn vriendin Maud Berring-
ton. De knappe, aantrekkelijke jongeman kon
zich dat veroorloven: want hij had twee rijen
blinkende, gave tanden.
„Ik kan mij volkomen in je gevoelens ver
plaatsen," verklaarde hij, „zoo zou ik bijvoor
beeld nooit met een vrouw kunnen trouwen,
die een pruik draagt."
Nu was het Miss Berrington's beurt om te
lachen. Ook zij kon zich dat permitteeren, want
zij had niet alleen een allerliefst figuurtje,
maar glanzend, zwaar kastanje-bruin haar.
Donald Cheswick en Maud Berrington waren
zoo dikwijls in eikaars gezelschap, dat ver-
scheidenen van hun kennissen overtuigd wa
ren dat er meer dan vriendschap-alleen tus
schen hen bestond. Maar zoo dat al het geval
mocht zijn, het tweetal had zich daarover
wederzijds nog niet uitgelaten. Toch was een
verloving niet zoo heel veraf toen de ge
beurtenissen een onverwachte wending namen.
Op een middag wandelde Donald naar huis
na een bezoek aan Maud's woning. Hij had
haar moeder gesproken en deze had hem ver
teld dat Maud den vorigen dag plotseling ern
stig ziek was geworden en nu met hooge koorts
te bed lag. De dokter vreesde voor typhus.
Diep onder den indruk van deze jobstijding,
liep de jongeman in gedachten en met gebogen
hoofd voort. Opeens werd hij opgeschrikt door
luid hoefgetrappel; hy keek op en zag een
wild slingerend rijtuigje, stuurloos heen-en-
weer schokkend achter een op hol geslagen
paard, de straat inkomen. Hij herkende in de
dame, aan wier hand de teugels ontglipt wa
ren, en die doodsbleeu op de voorbank zat,
zich krampachtig aan de leuning vastklem
mend, een van zijn kennissen, een jonge we
duwe. Zij hield haar vrijen arm om haar drie
jarig zoontje dat naast haar zat, heengesla
gen.
Met een oogopslag zag Donald het gevaar,
waarin moeder en kind verkeerden. Hij bedacht
zich geen seconde, vloog naar het midden van
den rijweg en greep, toen het verschrikte dier
hem bereikt had, de over den grond sleepende
teugels. Het paard sleurde hem enkele meters
mee, kwam toen toen met een schok tot stil
stand en steigerde, zoodat Donald mee de
hoogte inging.
Toen hij, met de voorpooten van het paard
weer op den grond belandde, kreeg hij een
duw van den disselboom in zijn zij en hij
kromp ineen van pijn. En op hetzelfde oogen
blik liet het paard zijn kop met een forschen
slag dalen en trof den jongeman juist tegen
den mond. Van alle kanten waren nu voorbij
gangers toegeschoten; sterke handen hielden
het dier bij den teugel vast en Donald viel
bewusteloos in de armen van een der omstan
ders.
Per ziekenauto werd hij thuisgebracht; de
dokter constateerde twee gebroken ribben,
maar toen hij weer tot bewustzijn kwam, deed
Donald een nog veel ontstellender ontdekking:
hij miste zijn voortandenze waren uit zijn
mond geslagen bij de botsing met den paarde-
kop. Die gebroken ribben baarden den patiënt
niet zooveel zorg, die zouden wel weer gene
zen; maar Maud had gezegd dat zij nooit met
een man met valsche tanden zou kunnen
trouwen. En toch zou hij die moeten dragen
na zijn herstel
Er verliepen verscheidene weken, eer Donald
en Maud weer bij elkaar waren. Het vermoeden
van den dokter bleek juist, het meisje had in
derdaad typhus en geruimen tijd zweefde ze
tusschen leven en dood. En de genezing van
Donald's gebroken ribben duurde ook langer
dan hij had gedacht. Maar eindelijk was hij
weer zoover, dat hij zijn vriendin een bezoek
kon brengen.
Maud zag er nog heel zwak en bleek uit,
maar in Donald's oogen was ze nog bekoor
lijker dan vroeger, nu hij haar na zoo lang
niet gezien had en zij in levensgevaar had ver
keerd.
Een tijdlang liep het gesprek over wat ze
hadden doorgemaakt en toen deed Donald de
vraag, die hem al voor het ongeluk geen rust
had gelaten.
Tot zijn onultsprekelijken schrik barstte het
meisje in hartstochtelijk snikken uit.
De hoogte der economische crisis in Amerika
kan slechts vastgesteld worden aan de hand
van de algemeene handelsbalans. Maar er zijn
couranten in het buitenland, die in den laat
sten tijd den toestand in Amerika naar het
verbruik van kauwgom beoordeelen. Het ver
bruik is sterk geslonken. Voor het eerst in hun
korte geschiedenis liep de productie der kauw-
gomfabrieken terug. In 1931 rond 16 pCt. De
totale waarde der productie heeft slechts
48.146.543 bereikt, tegen 57.229.918 dollar in
1929. Er bestonden in 1931 31 kauwgomfabrie-
ken met 2406 arbeiders, tegen 37 in 1929 met
2263 arbeiders.
„La Croix", aan welk blad wij deze cijfers
ontleenen, meent ondeugend, dat een Amerika,
dat afstand doet van gom kauwen, tevens af
stand doet van een wezenlijk stuk der Ameri
kaansche physionomie.
Toen hij zacht en vriendelijk naar de reden
van haar huilbui vroeg, stamelde ze:
„Je hebt eens gezegd, dat je nooit met een
meisje zou kunnen trouwen, dat een pruik
droeg. En Rijk nu eens!"
Ze draaide het hoofd om en wees hem de
wrong op haar achterhoofd, die met een stuk
valsch haar een gedeelte van haar hoofd be
dekte; een groot deel van haar haar was uit
gevallen, zooals vaak bij typhus-patiënten
voorkomt.
„En jij hebt beweerd, dat je zou griezelen
van een man, die valsche tanden had, dus we
zijn quitte!" En hij vertelde haar nu nog en
kele bijzonderheden van het ongeluk, die hij
straks voorloopig had verzwegen.
„Het is in ieder geval
val mijn eigen haar," j
lachte Maud een half T Ip-f/Jp
uur later, toen zij Lt-c-
haar verdacht- I
slordige coiffure glad OVCTWlflt
streek en pogingen
deed haar thans
vuurrood gezicht met een poederdoosje weer
in toonbaren staat te brengen.
„En het zijn ook mijn eigen tanden, want de
rekening van den tandarts is al betaald," ver
klaarde Donald.
Toen ze een paar maanden later door het
schip van de kerk schreden, terwijl het orgel
zijn plechtige, juichende stem liet hooren, vond
iedereen, dat ze een zeldzaam knap paar vorm
den
Eenige weken geleden waren er 175 jaren
verstreken, sinds het eerste bruikbare stoom
schip door Fulton gebouwd werd en op de
Hudson-rivier zijn eersten tocht maakte. Maar
nooit zou de stoomboot zulk een opgang heb
ben gemaakt, indien de Oostenrijker Joseph
Ressel de scheepsschroef niet had uitgevon
den. De krachtoverbrenging van de machine
over het scheprad op het water, bracht een
zeer groote beperking der snelheid mede en
wanneer de Beiersche Academie van Weten
schappen, toen zij zich 125 jaar geleden met de
uitvinding van Fulton bezig hield, verklaarde,
dat de stoommachine doelloos was op een
schip, omdat een stoomboot nimmer een groo-
tere snelheid zou kunnen ontwikkelen dan een
eenvoudige aak, die van Ulm naar Weenen
stroomafwaarts voer, dan lag in die bewering
zeker eenige overdrijving, maar veel waars
school er toch ook in.
Joseph Ressel, die den lOen October 1857 te
Maibach stierf, scheen aanvankelijk zeer wei
nig succes met zijn uitvinding te hebben. Reeds
in 1812 had hij een teekening ontworpen, hoe
men schepen met de Archimedische schroef
voortbrengen kon; in 1827 verkreeg hij ook een
privilege op een schroef zonder eind ter voort
beweging der schepen. Maar de technische
wereld stond tegenover de schroef als voort
bewegingsmiddel zeer sceptisch en afwijzend.
Eindelijk in 1829 gelukte het hem, een schroef-
schip, „Civetta" genaamd, te bouwen, dat van
een zespaards stoommachine voorzien was en
met een snelheid van zes mijlen per uur liep.
De uitvinderspech is ook Ressel niet be
spaard gebleven, want een onbeduidend onge
val bij de proefvaart der „Civetta" was oor
zaak, dat de ouderwetsche Oostenrijksche po
litie elke verdere proef met een soortgelijk
schip verbood en zoo geraakten de scheeps
schroef en haar uitvinder in vergetelheid.
Nog eens moest de uitvinding opnieuw ge
daan worden vóór zij insloeg. Zeven jaar na
de verongelukte proefvaart van Ressel, baarde
in Engeland een zekere Smith groot opzien,
toen hij met een schroefstoomschip pleizier-
vaarten maakte. Hij heeft meer geluk gehad
dan Ressel, want na eenige tot tevredenheid
verlooper.de proeven, kreeg hij van de Engel-
sche admiraliteit de opdracht een groot
schroefstoomschip te bouwen. Drie jaren later
was het schip „Archimedes" gedoopt, gereed,
en maakte eenige proeftochten en wel met
zóóveel succes, dat de scheepsschroef van toen
af een vanzelfsprekend iets werd.
Ten slotte is Ressel bovendien als een der
grootvaders van het vliegverkeer te beschou
wen, want wat zou er van de bestuurbare
luchtschepen zijn terechtgekomen, als zij zich
niet met behulp van de schroef van Ressel
hadden kunnen voortbewegen? Nog onmoge
lijker zou het zijn geweest, dat zich een vlieg
tuig, zwaarder dan de lucht, ooit van de aarde
had verheven, als de schroef van Ressel niet
haar vervolmaking in den propeller gevonden
had.
„Bent u dan Hollandsch onderdaan?"
„Ja, mijn moeder was een Hollandsche. Zij
trouwde in Italië met een Franschman."
„En waar bent u geboren?"
„Ik werd op een Spaansch schip geboren, dat
op weg was naar Kaap de Goede Hoop. Maar
mijn ouders stierven in Brazilië toen ik vier
jaar oud was. Een Chinees adopteerde mij, die
mij mee naar Rusland nam."
„Schei uit, schei uit," riep de ambtenaar van
den burgerlijken stand in vertwijfeling, „u bent
een Volkenbond!"
A 11 L op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 9/J/J/J bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 'VCfi bij een ongeval met 9C/Ï bU verlies van een hand 1 Of Oij verlies van een f/J bij een breuk van Af) by verlies va
CL DOtlti 6 S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen uvl/l/*" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen Ti doodelijken afloop Y een voet of een oog imVi duim of wijsvinger I t/t/»"*been of arm# ^rCanderen vi
van *n
vinger
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiililiiiH
io
Het was zoo'n rare kerel, dat ze niet bang
behoefde te zijn dat hij aan zijn eigenlijk
öwaas voornemen op stuk van zaken geen
gevolg zou geven.
Als zfj in de rusttijden over de terreinen van
Öe reusachtige kweekerij slenterde, bouwde zij
bichtkasteelen. Natuurlijk zou zij zich in Son-
■henberg ook op het kweeken van anjers gaan
toeleggen, ze had hier zooveel nieuws gezien en
ëeieerd en door eigen studie en proefnemingen
zooveel kennis opgedaan, dat ze op dit gebied
e®h niet te onderschatten mededingster van de
firma Victor H. Troilo kon worden. Overigens,
grootte en moderne inrichting betrof, ver-
Jonk het bedrijf van deze opgeblazen protsen
bij dat der Engelsche firma eenvoudig in het
biet.
Langzamerhand was Catharina met al de
bedrijfschefs goede vrienden geworden. Alle
vooroordeel tegen haar was overwonnen. Daar
ze zich nu ook heel behoorlijk in het Engelsch
kon uitdrukken, had ze buitengewoon veel aan
de gesprekken met deze bekwame menschen.
Ook op de kantoren zag ze kans allerlei be
langrijks op te steken. Mr. Gabb had al ver
raden, dat ze in den komenden herfst in
Duitschland zou beginnen en hem als „tuin
jongen" zou aanstellen. Ze zouden op het vas
teland een groote reclame maken voor de spe
cialiteiten van de firma Dutton, als men hun
voordeelige voorwaarden aanbood. Zoo ontoe
gankelijk Mr. Gabb was voor plantkundige ge
leerdheid, zoo gewiekst was hij, als het op za
ken-doen aankwam. En het resultaat van zijn
bemoeiingen was dan ook, dat de directie van
de firma Dutton aan Catharina een voorstel
deed. Er werd haar een niet onbelangrijk cre-
diet in uitzicht gesteld. Toch dankte ze dat
tenslotte misschien nog meer aan den voor-
treffelijken indruk, die haar groote arbeidslust
en haar studiezin op de directie hadden ge
maakt dan aan Mr. Gabb s zakengenie! Te be
ginnen met 1 April kreeg ze zelfs een klein sa-
'aris, welk feit een storm van verbazing teweeg
bracht!
Toch was haar toekomst nog zeer onzeker,
zoolang het proces, dat ze op raad van Ge
heimraad Erck tegen mevrouw Dora Troilo
begonnen was, nog niet was beslist. In eerste
instantie waren haar aanspraken afgewezen.
„Ten slotte win je toch, beste meid, verlies
den moed maar niet. Je zaak is voor ieder
rechter met verstand zoo rechtvaardig als het
maar kan", had de heer Erck geschreven, „de
eerste beslissing moet in hooger beroep ver
nietigd worden." Ook de advocaat, die zy op
aanraden van haar ouden vriend genomen
had, was tamelijk zeker van het succes. Be
gin October drie weken voordat ze uit Iver
zou weggaan kreeg ze een telegram, dat het
gerechtshof haar persoonlijk verschijnen noo
dig oordeelde.
Ze moest hals over kop afreizen, kwam 's
morgens te Wiesbaden aan, had nauwelijks tijd
om in een goedkoop pension onderdak te vin
den, omdat ze om 11 uur moest verschijnen,
daarop moest ze ontzettend lang in het Ge
rechtsgebouw wachten en toen eindelijk tegen
twee uur het verhoor begon, was ze doodmoe.
Toen ze aan de zijde van haar advocaat het
gebouw verliet, deelde deze haar zoo voorzich
tig mogelijk mede, dat naar menschelijke be
rekening ze haar proces verliezen zou.
En zoo gebeurde het ook.
In de ergernis daarover mengde zich geleide
lijk ook een gevoel van schaamte. En mét de
beschaamdheid kwam het groote verdriet.
Op haar eersten rondgang over het juist
door den pachter verlaten terrein, was ze voort
durend in tranen. Tijdens haar afwezigheid
hadden de Troilo's aan de grens van hun ter
rein en het hare een hooge, ondoorzichtbare
heining laten optrekken, een muur van tegels,
die een deel van haar terrein alle zon weg
nam. Ze had nauwelijks twee morgen land
overgehouden en het woonhuis van één verdie
ping en de stal waren erg in verval geraakt.
In de eerste plaats moesten er werkvrouwen,
grondwerkers en timmerlieden komen.
De aannemer Wentzel, een oud vriend van
haar vader, stuurde haar zijn menschen. Maar
van 's morgens vroeg tot 's avonds laat was ze
zelf in de weer om toezicht op alles te houden,
en ze hielp zelf ook hard mee.
Zoodra de keuken en de twee woonkamers
ook maar een beetje bewoonbaar waren, nam
ze zelf weer haar intrek in het ouderlijk huis.
De paar meubels, die indertijd niet verkocht
waren, omdat ze haast niets waard waren,
werden van den zolder gehaald. Alleen maar
het allernoodzakelijkste schafte Catharina voor
de kleine huishouding aan. Dagen lang deed
ze niets dan timmeren, oplappen, bijschilderen.
En steeds weer was er iets in haar, dat haar
naar buiten dreef.
Het kleine lapje grond was heelemaal uitge
mergeld en verwaarloosd, ingeklemd tusschen
de machtige bezittingen van de Troilo's; steeds
weer vroeg ze zich af, of het wel zin had met
de bewerking van dit schamele stukje grond te
beginnen. Maar dan kreeg haar doorzettings
vermogen weer de overhand, ze vatte moed,
ontwierp plannen, plaatste in gedachten een
paar kassen midden op het land en richtte een
bedrijf in naar het model van dat van Dutton:
het kweeken van kostbare, bijzondere anjer
soorten, waarvan de grootscheepsche buurman
nog geen begrip had. Maar bij de bespreking
met den ouden Wentzel, die een voorloopige
begrooting van de kosten voor haar maakte,
zonk de moed haar weer in de schoenen. Als
ze alles direct betaalde, hield ze voor het eer
ste jaar ongeveer geen bedrijfskapitaal over.
En kon ze van Wentzel crediet verlangen? En
was hij op stuk van zaken te vertrouwen? Hij
beweerde, dat hij een vriend van haar vader
was, maar had ook de weduwe Troilo niet,
toen haar vader doodziek in het sanatorium lag
en door geldzorgen werd gekweld, onder het
mom van vriendschap dingen gedaan, dingen
O, ze moest aan al die gemeene huichelarij
maar heelemaal niet denken
Intusschen ging het werk steeds voort. Ze
had een dienstmeisje aangenomen, die voor
haar kleine huishoudinkje zorgde, zoodat zij de
handen vry kreeg voor haar tuin. Wat „Ma-
rieche" kookte, was geen fijn kokswerk, en Ca
tharina moest meestal zelf nog de grootste on
heilen afwenden, maar het meisje was beschei
den en gewillig en altijd goed gehumeurd.
Het oude stalgebouwtje was met geringe kos
ten in Catharina's eerste kas omgetooverd. Aan
den Zuidkant was de muur weggebroken en
daar was een soort glazen veranda tegenaan
gebouwd, waar gestookt kon worden. Afgedank
te gasbuizen, gebruikt glas en ander van af
braak afkomstig materiaal was daarbij ge
bruikt. De oude Wentzel had over de plannen
van het jonge meisje eerst het hoofd geschud,
maar hy moest ten slotte toch toegeven, dat
ze als voorloopige oplossing lang niet kwaad
waren. Tenminste had ze nu een plaatsje, waar
hetgeen ze uit Engeland van haar proefnemin
gen had meegebracht en de beide eerste zen
dingen van de firma Dutton behoorlijk kon
onderbrengen en verzorgen.
De bouwerij werd begunstigd door het schit
terendste herfstweer, dat men zich denken kon.
Nog in de eerste dagen van November had men
hier in het Sonnenberger dal waariyk zomer-
sche dagen.
Eens stond ze in een rusttijd voor haar kas
en liet haar blik over haar kleine bezitting
gaan. Rechtuit en naar rechts stuitte zij op de
4 Meter hooge omheining, waarachter het
koninkrijk van mevrouw Troilo en haar stief
zoon Victor begon. Alleen aan den linkerkant
was de oude afscheiding van latten gebleven.
Hier lag de groote moestuin van Balthazar
Troilo, de oude vader van Victor H., de stich
ter van den bloemengroothandel. Natuurlijk
zou de annexatie-woede van de weduwe zich
vroeg of laat over dit laatste stuk bouwland
ook uitstrekken.
Dan zou ook hier de scheidsmuur worden op
gericht in den dubbelen zin van het woord!
en zouden spoedig de glazen daken van
nieuwe reuzenkassen er boven uitsteken.
„Goeie morgen, Catharientje," riep plotse
ling een heldere stem en wekte haar uit haar
gepeins.
Ze schrok. Verward keek ze op. Aan het hek
stond een stokoude man met een bruin, ver
weerd gezicht, een groote arendsneus en een
stcppeligen witten baard.
(Wordt vervolgd)