Een feestdag voor
jong en oud
WAAROM HIJ VERGETEN WERD
Sinterklaas in vroeger eeuwen
Slikkerdemikjes
verwachting
klopt ons hart
Is 'teen yo-yo
of een gard?
Vol
ST. NICOLAAS
I Gerritjes
vader
ST. NICOLAAS-BIJLAGE
DE MARSEPEIN
SINT SLAAT GEEN ENKEL PLEKJE OVER
De Wieringermeerpolder wordt door St. Nicolaas
niet vergeten
Dwang om de herinnering aan den
kinderheilige uit te wisschen,
haatte niet
ZIJ MOETEN ZICH MET KIJKEN TEVREDEN STELLEN
Het is niet alleen de winkelruitwelke deze kleuters van al het
schoons scheidt
Er zullen weinig feestdagen het geheele
jaar door zóó druk besproken en gevierd
worden als de algemeen bekende Sinter
klaasdag. Maar wij gelooven ook, dat er voor
Been enkele figuur zóóveel geschreven is, waar
en onwaar, gegist en gemist, opgehemeld en
afgebroken, als over dezen meest populalren
heiligen man. Wanneer we al dat commen
taar samenvatten of ontleden, of ook schrij
vers aantreffen, die eenvoudig de slot
conclusie trekken door te zeggen, dat men ten
°nrechte den oorsprong van dezen dag moest
aoeken in den door de Roomsche Kerk als
heilige vereerden Nicolaas, dan voelt men
öch gedrongen den historischen ondergrond
°P te diepen, ten einde meer klaarheid aan
t licht te brengen.
En ofschoon de Heeren van den gerechte te
Amsterdam in de 17e eeuw bij wijze eener
..faeuze" aan bovenstaanden populairen volks
heilige den oorlog hadden verklaard met uit
te vaardigen, dat „tot voorkomminghe van
aUe disordren en omme de jeught de super
stitiën ende fabulen van het Pausdom uit
het hoofd te brengen", hebben de pruiken-
lijzen van dien tijd toch niet kunnen be
letten, dat het gezellige kinderfeest op dezen
O&amdag (6 Dec.) thans nog door geheel Neder-
!®hd zich nog steeds van geslacht tot geslacht
Voortplant. En moge ook al eens in jaren
Van rampspoed en malaise wat minder glans
over het feest liggen, nooit is het geheel
Oagelaten. Want als de bepaalde dag is aan
gebroken. zal zich steeds overal blijven ver
enigen groot en klein van allen rang en
Ktand, ten einde te deelen in de viering van
hit feest.
iüe Katholieke Nederlander weet dan, dat
he groote Sint, die eens bisschop van Myra
Klein-Azië was, vooral uitmuntte door de
heugden van liefdadigheid en kindermin. En
°°k weet men, dat hij geleefd heeft in de
4e
eeuw na Christus. Uit de deugden der
heiligen vloeide steeds voort, dat ecnt
christelijke menschen deze heiligen tot be
schermer namen. En zoo kozen ook vele
ahibachten en neringen den bisschop Nicolaas
tot patroon, en we zullen daarvoor de be
wijzen gemakkelijk kunnen aanvoeren. O. m.
Vereeren de kooplieden in oude kleeren nog
steeds den ootmoedigen godsdienaar, die zelfs
ha zijne verheffing tot bisschop nog altijd
Zijn
nog
Brove pij bleef dragen om al wat hij aan
hieuw bezat, aan den arme uit te deelen.
graanhandelaars bleven indachtig, hoe ae
eüige, tijdens een hongersnood, aan een
®chipper van siCjiië verscheen, die zich voor
leidde om een lading tarwe naar Spanje
«mimiimmiiii
.llllinilllllllllliu
Een vriendelijke dag, een trouwe
Kindervrind
Een dag, dien elk van ons heeft
liefgehad als kind.jf
Sint Nicolaas, niet waar? O wèl 1
hem, die dat feest
Nog altijd meeviert met een kin-
derlijken geest!
Wiens hoofd niet al te zeer vervuld
1 is van die schatten
Der wijsheid, die, helaas, mijn brein
niet kan bevatten,
'k Meen Beursnieuws, politiek en i
soortgelijke meer,
Om, met zijn kind'ren mee, te leven i
in 't weleer.
Om dagen lang vooruit de winkels
rond te dwalen,
Of aan een „vrijster" nog zijn hart
eens op te halen!
i Ik min dien winterdag vol bloemen
lied en geur.
Ik min dat zoete feest van suiker
en likeur
Het zielsverkwikkend ijs, de schuim
der limonadt
'k Zie, liever dan in druk, mijn
naam in chocolade!
1 DE GENESTET
in
te voeren, en hoe hij hem beval deze lading
naar Myra te brengen. De schippers ook
denken nog steeds aan de bijzondere be
scherming van den heilige, omdat zij tijdens
een vreesdij ken storm bevrijd bleven van
ondergang. De winkeliers in snuisterijen en
aanverwante artikelen verkozen hem tot
patroon, omdat zij gewoonlijk vóór zijn feest
dag zulk goede zaken maakten. De handels
reizigers beschouwen hem als hun bescherm
heilige, omdat hem op zijne groote en her
haalde reizen van Spanje overal naar elders
nergens een ongeval overkwam. In Vlaanderen
zijn er plaatsen, waar alle neringdoenden,
wier patroon hij is, des morgens in de kerk
aanwezig zijn om de H. Mis bij te wonen. Daar
gaat dan een processie rond door de kerk,
waarin het borstbeeld van den heilige gedra
gen wordt.
Maar vooral toch is Sint Nicolaas bekend
als kindervriend. Dat is gemakkelijk op te
maken uit de tallooze rijmpjes, die de kinde
ren overal voor en na zijn feest zingen.
Zoo klinken b.v. de volgende liedjes:
Te Venlo:
En Sinterklaos zie pêrd
Deh hêt 'ne kwaoje voot
En as we das veur bêjt
Dan wuurd dê uk weer good
En ook al:
Sinterklaos groot heilig man
Trek diene besten tabberd aan,
Gank oet rieje
Nao 't lend je van Picardië
Gêf die kleine kinder wat
Gêf die groote eine schóp veurt 't gat
En laot ge dan mei loupe
Hoaze en schoon verkoupe
Gêf wat, halt wat, tegen 't jaar al weer wat.
In Zeeland hoort men:
Sinterkloös, goed heilig man!
Trek je beste tabberd aan
Rijd er meê naar Amsterdam
Van Amsterdam naar Spanje
Appeltjes van Oranje
Peertjes van den hoogen boom
't Is van kindjes suikeroom.
In Leeuwarden heet het:
Sinte Niklaas
Die speult de baas,
Al op 't papieren solderke
Hij miende, dat 'k er bang foor was,
En 'k biet 'm een stuk uit sien schouderke
Meestal worden die liedjes door de kinde
ren gezongen, vóór 't naar bed gaan.
Zoo zouden we van alle provinciën de
kinderliedjes kunnen opgeven, doch vreezen
dan te veel ruimte te moeten innemen.
En wanneer dan 's anderendaags, al vóór 't
krieken van den dag, de kinderen uit hunne
bedjes komen, om al de lekkernijen en het
speelgoed te zien, dat de goede Sint in schoen
tjes, klompjes en bordjes heeft gelegd, dan
klinkt het luidkeels door de huizen: „Danke
SinterkleuskeDanke Sinterklaos!"
Alhoewel het Sint Nicolaasfeest een echt
christelijk feest is, zijn er andere gebruiken
van den Wodansrit der Germanen door ge
mengd (vergel. ook den H. Martinus van 11
Nov.). Toen reed Wodan op zijn paard door
't luchtruim, en beloonde of bestrafte het
volk. Nu is 't de goede heilige, die de kinderen
beloont of bestraft voor hun braafheid of voor
hun ondeugden.
Is de avond vóór het feest eindelijk aan
gebroken, dan zetten de kinderen hun schoen
of klomp, of hangen, zooals in Vlaanderen op
vele plaatsen, hunne kous in den schoorsteen,
doch vergeten nooit daar wat paardenvoer,
als hooi, rapen, wortelen, of brood bij te voe
gen voor 't rijdier.
We spraken daar van Vlaanderen, en mogen
hier niet vergeten bij te voegen het typische
rijm, dat te Brugge voor het paard of ezel ge
zongen wordt:
Kousen en schoenen staan te pronken,
al aan den heerd,
de kinderen slapen dat ze ronken
daar komt een peerd.
t Is 't peerd gelijk een ezel
O heilige man!
'k Zal een deuntje voor U lezen
breng mij wat dan.
De folklorische geschiedenis is hier rijk
aan al, wat de goede Sint brengen kan:
behalve de groote verscheidenheid van speel
goed, als: poppen, winkel- en keukengerief,
soldatentuig, bouw- en blokdoozen, viervoetige
huisdieren, spoor- en andere wagens, enz.
hebben we in de snoeperijen iets eigenaardigs
te zien. Hun vorm ook heeft vaak een legen-
darischen oorsprong. Laten we ze eens de
revue passeeren, voor zoover wij hunne be
namingen kennen. De bisschoppelijke stad Myra
ligt aan zee; en menigmaal heeft de heilige
bisschop de zeevarenden behouden bij hevige
stormen; daarom geeft men op vele plaatsen
nog scheepjes van suiker of marsepein. De
peper- of suikerkoeken in hun tal van grillige
vormen en benamingen, en waaraan oud en
jong zich te goed doet, zooals koeke-mannen
of Sinterklaze-mannetjes, koek de Dinant.
(meestal uitgesproken „koekdenang")gewone
peperkoek, speculaas, pepermoppen, ringen en
letters van koek, enz schijnen aan het vrucht
baarheidstijdperk te herinneren.
In Vlaanderen spreekt men nog veel van
een zoogenaamden „heilig- of huwelijksmaker".
Deze koek gedenkt het feit, dat de heilige een
bruidschat schonk aan drie maagden, die be
stemd waren om als slavinnen verkocht te
worden door hun vader, en daardoor een deftig
huwelijk konden aangaan. Op dit feit steunt
het gebruikt om harten van suiker of marse
pein aan te bieden.
In de huisgezinnen, ook in de scholen, komt
Sinterklaas op vele plaatsen persoonlijk let
ters en speelgoed uitdeelen. Hier wordt hij
vergezeld van een knecht Pieter, Zwarte Pieter
of Pieterman, in Vlaanderen ook al Nicodemus.
(In de Rijnprovincie „Hans Muff" en in den
Elzas „Hans Trapp", meestal met zwart ge
verfd aangezicht). Elders weer door een engel,
die het goede en brave, geschreven in een
boek, draagt en aan het heele huisgezin voor
leest. Beurtelings komen dan de kinderen bi)
hem, worden geprezen of berispt, ontvangen
hun deel van het goede, en een zegen (d. L een
kruisje) van den heiligen man.
Ondeugende kinderen worden wel eens be
giftigd met een roede. Op dezen tocht is
Sint Nicolaas dan meestal gekleed in witte
albe, met langen koormantel, een bisschops
muts op 't hoofd en een kromstaf in de hand.
Omdat hij een ouderling is, draagt hij daarbij
begrijpelijkerwijze grijze haren en een witten
baard, en is niet zelden gezeten op een mooien
schimmel.
Ten slotte willen we nog vermelden, dat
Sint Nicolaas in Zwitserland een opgesmukt
boompje draagt, en in Hamburg vroeger een
groen takje. En dat te Mahren in Oostenrijk
op den vooravond van Sinterklaas boeren
knapen met zweepen de velden doortrekken
om de groeikracht te bevorderen.
Men moge dus de Sinterklaas-viering be
schouwen hoe men wil, dit staat toch wel vast,
dat de deugden en de levenswandel van dezen
heilige aanleiding hebben gegeven tot het feit,
dat Sinterklaas' patroonsdag, 6 December, over
de geheele christelijke wereld het voornaam
ste schenkingsfeest is geworden.
ovember liep reeds ten einde.
De dag die door honderden kinderen
in het stadje B. al weken verbeidt werd.
De dag, waarop de goede Sint met zijn trouwen
knecht aan al zijn vriendjes een bezoek zou
brengen en. daarbij zooveel mogelijk aan hun
verlangens tegemoet zou komen, naderde....
Bij de velen, die de gevraagde cadeautjes op
somden, stond een jongetje, dat wel genoot bij
het hooren van dat vele, maar geheel niet over
zijn verlanglijstje sprak.
Het was Gerritje die in het bouwvallige
huisje in het straatje achter de school woonde.
Hij werd echter niet opgemerkt door den on
derwijzer, omdat de anderen het te druk
hadden.
Bij Gerritje thuis
had men het niet te
breed, men kon het
hem aanzien. Zijn
kleeren: het was 'n
versleten plunje, die
door lappen bij el
kaar werd gehou-
den.
Maar hoe kwam dat? Gerritjes vader was
toch een knappe timmerman en verdienoe
toch een flink weekgeld? Ja, dat was zoo,
maar niettegenstaande dat was het voor Ger
ritjes moeder steeds tobben, om rond te (to
men en de mondjes van haar drie lievelingen
open te houden. En waarom? Omdat vader
nog niet de helft van zijn weekgeld thuisbracnt.
De grootste helft van zijn verdiensten ging
naar de kroeg. In de kroeg was hij thuis.
Maar had Gerritje dan geen verlanglijstje?
O ja, evenals ieder kind. Maar Gerritje durf
de zijn verlangens niet kenbaar maken, omdat
moeder hem er reeds eenigszins op had voor
bereid, dat Sint Nicolaas dit jaar hun deur wel
voorbij zou gaan. Begrijpen deed hij echter
niet, waarom de goede Sint, die thans reeds Dij
velen een suikerbeestje had gebracht en bij
hem nog niet, hem geheel zou vergeten.
En 5 December brak aan. Men was aan den
vooravond van het groote feest. Des avonds
werden de klompjes gezet. gevuld met een
lekker hapje voor den schimmel. En bij het
naar bed gaan werd nog eens aan den schoor
steen geroepen, wat de goede Sint dien nacht
moest brengen, hij zou het eens vergeten kun
nen hebben. En vol blijde verwachting kropen
de kleintjes onder de wol.
De andere morgen, de St. Nicolaasmorgen,
brak aan. En met een weinig hoop zocht ook
Gerritie naar iets. wat er niet was. Hü werd.
echter danig teleurgesteld en op den morgen,
dat overal vreugde heerschte en pleizier werd
gemaakt, overal werd gezongen en dankliedjcs
aan Sint Nicolaas werden gebracht, heerschte
hier droefheid. En wanneer Gerritje aan zijn
moeder vroeg, waarom St. Nicolaas hem had
overgeslagen, kwam er een paar tranen bij
moeder te voorschijn en van verdriet kon zij
niets uitbrengen. Vooral, omdat Gerritje maar
niet begrijpen kon, waarom de goede Sint hem
vergeten had, was hij droevig gestemd.
Op school had ieder een cadeautje bij zich,
Gerritje kwam met leege handen. En zijn droef
heid werd nog grooter bij het zien van al het
moois, dat zijn vriendjes gekregen hadden.
De onderwijzer bemerkte wel, dat Gerritje
niets bij zich had en vroeg hem, of de goede
Sint geen cadeautje bij hem gebracht had.
„Neen," zei Gerritje met tranen in de oogen.
„Sint Nicolaas heeft mij vergeten en ik ben
toch altijd braaf geweest." De onderwijzer, die
het gezin goed kende, begreep, waarom Sint
Nicolaas hem vergeten had en hij kreeg mede
lijden met den armen jongen, die toch zoo
als hij terecht zei altijd braaf was geweest.
Waarom had Sint Nicolaas hem vergeten?
Omdat vader te veel van zijn weekgeld aan
den drank offerde en moeder nog niet ge
noeg had, om behoorlijk met haar gezin rond
te springen.
De onderwijzer nam zijn maatregelen en toen
Gerritje om 12 uur thuis kwam, was Sint Ni
colaas ook bij hem geweest en had eenig speel
goed met lekkernijen gebracht Wat was de jon
gen gelukkig; hij had het wel gedacht, Sint
Nicolaas kon niet boos op hem zijn.
Eenige jaren later, toen Gerritje als een Ger-
rit was geworden, was de toestand nog onver
anderd en hadden vooral zijn broertjes veel leed
bij het zien van zooveel geluk bij anderen en
zooveel armoede bij hen.
Maar nu wist hij, waarom Sint Nicolaas hem
reeds enkele malen vergeten had. Het was sinds
vader dronk, sinds den tijd, dat armoede in hun
woning was gekomen, sinds den tijd, dat ko
ning Alcohol over zijn vader regeerde.
De drank was de schuld van alles.
De drank was het, die al hun vreugde ont
nam. En in zijn hart kwam een haat op voor
datgene, wat de oorzaak van zooveel ellende
en droefheid was geweest, de oorzaak, dat Sint
Nicolaas hem nog steeds vergat en in stilte
maakte hij het plechtig voornemen, nooit een
druppel alcohol te drinken.
In „De Oude Tijd", een boekwerk dat in een
zestal afleveringen, van 1869 tot 1874, ver
scheen, de beide eerste deelen onder redactie
van den heer D. v. d. Keilen Jr., de volgende
onder leiding van den heer J. ter Gouw, vonden
wij een opstel van de hand van den heer J. H.
Róssing, over de Sinterklaasviering te Amster
dam in de zeventiende eeuw. Wij nemen het
hier zoo goed als ongewijzigd over.
Bezwaerlijk is een oud gebruik te ontwennen,
Dat honderden van jaren ging in zwang;
't Gemeene volk laat zelden iets door dwang.
Als men bij 't gemeene volk ook het beschaaf
de volk voegt, zijn deze verzen van Klaas Bruin
volkomen op het Sinterklaasfeest van toepas
sing. Wat voor „dwang" men jaren her in t
werk gesteld heeft om de herinnering aan den
kinderheilige uit te wisschen, 't heeft niet ge
baat. In onze beschaafde eeuw vieren wij nog
even vroolijk den Sinterklaasavond als eeuwen
te voren onze voorouders deden; slechts zijn
„mommerie ende narrerie" van straat binnens
huis gedragen. Overheid en kerkeraad hebben
hun ijveren tegen deze „paapsche superstitiën"
gestaakt. O, als de ouderling Walich Sieuwertz
zijn oogen nog eens kon openen, hoe zouden
dan de woorden van zijn lippen rollen: „Die
sulcx doen en verstaen nog niet wat van de
waere Religie is, ende bewijsen Godt weynich
dangbaerheyt, dat hij se uyt de duyternisse des
Pausdoms, ende uyt de schrickelijcke afgoderie
verlost heeft."
Aldus sprak deze strijder voor de nieuwe leer
in 1604, een tijd waarin men alles wat aan den
ouden Katholieken godsdienst herinnerde,
trachtte uit te roeien.
Met leede oogen zagen niet alleen de pre
dikanten, maar ook de stadsbestuurders, dat vele
oude gebruiken nog in zwang waren. En als wij
ons in 1613 verplaatsen, kunnen wij hooren.
welke meening zij over het Sinterklaasfeest
koesterden.
't Is de 5e December even voor den middag.
Op den Dam heerscht een aangename leven
digheid. Eensklaps wordt aller aandacht ge
trokken naar het oude stadhuis; want de „Ste-
klock die luyt."
De kussens raken uyt, daar is men Heer
de schouwt
Met de secretaris, siet dat jij de maat
wat houwt.
De schout Willem van der Does, burgemees
ter Bartholt Cromhout, de schepenen Joris Jo-
risz. en Jacob Gerritz. Hoirig verschijnen ter
puie om een willekeur af te kondigen. Door al
het gewoel en gejoel, ontevreden gemompel en
luide teekenen van afkeuring kunnen wij den
inhoud niet verstaan. Doch geen nood. Laten
wij plaats nemen op de bierbank bij Claes
Claesz., waard in „het Palmboomken", daar zul
len we er meer van hooren. Al spoedig verne
men wij, dat verboden is, om, als verleden Jaar,
op den Dam en elders eetbare of andere waren
te verkoopen. Aan niemand, wie ook, zal het toe
gestaan worden. Wie zich hiertegen verzet, diens
waren zal men in beslag nemen of hem een
boete van dertig stuivers opleggen. Zelfs is t
niet geoorloofd, morgen bij den dag ze openlijk
over straat te dragen of thuis te brengen; tenzij
men zich een gelijke boete wil getroosten. En als
ge denkt dat dit verbod niet op uw kinderen of
dienstboden van toepassing is, vergist ge u;
ouders zijn voor hun kinderen, en meesters en
vrouwen voor hun dienstboden aansprakelijk.
Juist in het belang der eersten is deze wille
keur afgekondigd. De burgervaders hebben be
grepen, dat de verkoop van „slikkerdemikjes" en
„klaasjes" strekt „om de jonge jeugd, die in alle
godzaligheid en oprechte waarheid dient op
gevoed te worden, door het wijsmaken, dat de
geschenken hun door Sinterklaas zelf gegeven
worden, van Gods heilig woord af te leiden
en hun de oude pauselijke en bijgeloovige fa
belen indachtig te maken, welke in alle welbe
stuurde gereformeerde republieken, landen en
steden niet geduld dienen."
Hoe streng dit verbod ook was, het heeft niet
veel uitgewerkt. Telkens en telkens heeft men
't moeten vernieuwen.
Den 3den December 1638 publiceerde het
stadsbestuur een nieuwe keur. De vroolijkheid
en uitgelaten vreugde was te ver gegaan, om er
geen paal en perk aan te stellen. De toeloop
van volk uit alle hoeken der stad, zelfs „uyt
huysen met pesten geïnfecteerd" moest tegen
gegaan. Hiertoe was het noodig, dat de middel
lijke oorzaak verwijderd werd. Daarom verboden
burgemeesteren en schepenen het staan met
kramen of kruiwagens op den Vijgendam, om
poppengoed, snoeperijen en andere eetbare wa
ren te verkoopen. Ook mochten de bewoners
van den Dam, van „de Gansoort, de Nes" en
eenige andere straten, hun pothuizen, „veynster-
winkels" en stoepen aan niemand voor dat doel
verhuren of leenen, wilden zij niet door 's Hee
ren dienaars of de provoosten der Aalmoezeniers
zich een boete van vijf en twintig gulden op
gelegd zien; terwijl den verkoopers hun waren
ontnomen en in 't Weeshuis der stad gebracht
zouden worden. Dit alles geschiedde weder om
de jeugd de superstitiën en fabelen van t paus
dom uit het hoofd te zetten. Maar 't hielp niets,
de Amsterdammers hadden Sinterklaas te lief
om zich hieraan te storen. Zij moesten zijn
naamdag op vroolijke en luidruchtige w.ize vie
ren. Of er ook al eenige vechtpartijen bij
voorvielen en vele dieven zich onder den toop
mengden, daar stoorden zij zich niet aan; veel
iiever een paar slagen ontvangen en /an beurs
en goed beroofd dan het oude gebruik verzaakt.
Burgemeesteren hebben dan ook deze keur jaar
lijks met kleine wijziging tot 1709 moeten af
kondigen, toen zij begrepen dat het beter was
te zwijgen. Het kan ook zijn, dat de predikanten
hen toen niet meer daartoe aanspoorden.
Ieder jaar toch, in de laatste week van No
vember, legden de Eerwaarden een bezoek in
burgemeesters kamer af om de Edel-Achtbaren
te „begroeten" met verzoek „de superstitieuse
insolentiën en groote exhorbitantiën, afgodische
abuyzen en stouticheden", die op „St. Nicolai-
dach" en -avond plegen te geschieden, tegen te
gaan en „redres in de ydelheden van genoem
den dach en avond" te nemen. I>oorgaans ont
vingen de wereldlijke heeren de geestelijke met
voorkomendheid en betuigden hun, oa. in 1657,
dat zij insgelijks „met droefheyt hadden gesien
dattet erger was geweest als voor desen."
In 1661 smaakte Dominus Clerquius het ge
noegen, dat de kramen, welke op den Vijgen
dam, niettegenstaande het bekende plakkaat,
opgeslagen waren, op bevel der Heeren van den
gerechte werden omver geworpen. Het volgend
jaar was de ontvangst van predikant en ouder
ling mmder hartelijk. Burgemeesteren ant
woordden op de plechtige „begroeting", dat zij
net zeer goed vonden dat de kerkelijken zorg
droegen „voor het geene dient tot de meeste
stichtinge der gemeynte". maar dat de predi
kanten aan HEd. Achtb moesten overlaten
„welke voorzorgen men zoude nemen, als na de
geleegentheyt van haren stadt gevoechlick kan
geschieden."
Jaar aan jaar vinden wjj het gebrachte be
zoek opgeteekend. In 1672 legde men daarbij
vooral nadruk op de „bijzondere bekommer-
lycke tijden", in 1674, dat de Klaasdag op den
gewonen maandelijkschen bededag, en in 1688.
dat die op Zondag viel. Later schijnen deze be
groetingen opgehouden te hebben, evenals het
uitvaardigen der plakkaten; wat dan ook
eigenlijk het verstandigst was.
De grondstof hiervoor benoodigd is het oude
amandelbrood, dat in de lang vervlogen tijden
der Middeleeuwen onder de hoochtijdgeschenken
voorkwam Oude schrijvers maken er melding
van zoo o.m. Roemer Visscher in zijn sinne-
poppen, waarin hij het heeft over „zoetsma-
kende marsepeijnen"; ook Bredero gewaagt in
z'n Maartje van „marsepein of taert" Wat
marsepein eigenlijk beteekent is een vraag die
niet geheid opgelost is. Sommigen beweren, dat
het een verbastering is van Marei-panes of
Marcus-brooden, die de bakkers voorheen ter
eere van St. Marcus en ter gedachtenis aan een
hongersnood in 1438 bakten, toen in genoemd
jaar een brood ter grootte van een ei voor een
gulden werd verkocht.
Anderen evenwel beweren, dat marsepein af
stamt van marzapane, dicht op elkaar geperst
amandelbrood.
Hoe het ook zijn moge, het is zeker dat oud
tijds het marsepein altijd den vorm had van
een hart, waarbij op de effen witsuikeren op
pervlakte allerlei gekleurde figuurtjes waren
aangebracht, meestal de liefde symboliseerend,
welke een jonkman zijn „liefste suikerdeprye"
toedroeg en welke hij uitte door haar met een
grooten hylicmaker en marsepeinen herte op
Sinterklaas te vereeren.