IN EN OM
HAARLEM
(i
Na zes dagen en nachten
FINANCIEEL SUCCES
VRIJDAG 25 NOVEMBER
Begrootingsbehandeling
Wals een openbaring
Steun haringreeders
BIOSCOOPVERBOD
OP FEESTDAGEN
Intrekking gevraagd
MR. DR. P. J. WITTEMAN
ALLE BEGIN IS MOEILIJK
Klaas van Nek eindigde zijn eerste Zesdaagsche in het
ziekenhuis. Spoedige beterschap!
„EUPHONIA" EN „INTER NOS'
Successen behaald
HAARLEMSCHE
REDDINGSBRIGADE
Buitengewone ledenvergadering
Zesdaagsche is meer specialiteiten
voorstelling dan sport
De Duitschers
De Belgen
Wals en Den Bras
De Franschen
Kleine broer en Bogaert
De populaire Italiaan
De rest
DOOD DOOR SCHULD
Aanrijding op den Wagenweg
Zes maanden hechtenis geëischt
GOUDEN ECHTPAAR
Crediet en prijsregelend optreden
DE BLOEMBOLLENEXPORT
NAAR AMERIKA
luiiiimiiiiiimiiimiiiiiimiimiiimiiiiiiiimiiimmimiiimiiiii
UllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllll
tenslotte de jongste aanwinst der R.K. fractie,
de heer Kuiper. Op enkele zwakke momenten
na, misschien toe te schrijven aan een beetje
plankenkoorts, hield hij een redevoering, die
terecht de volle aandacht had van alle raads
leden. In het vuur van zijn rede liet deze
gesalarieerd hoofdbestuurder van den R.K.
Landarbeidersbond zich ontvallen: „Wij, men-
schen van het platteland," wat een onbedaar
lijk gelach ontketende en lang niet prettig was
voor iemand die een maidenspeech houdt. Maar
hij redde zich uitmuntend door te verzoeken
de uitdrukking te mogen wijzigen in: „Wij,
menschen van het platte landje aan de zee."
Deze slagvaardigheid werd door de aanwezigen
geapprecieerd en houdt een belofte in voor de
toekomst.
De heer Kuiper verklaarde zich bereid het
financieel beleid van B. en W. te steunen op
voorwaarde, dat B. en W. alles zullen doen om
den geweldigen materieelen en moreelen nood
van de werkloozen te lenigen. Het leek hem
niet onmogelijk, dat daarvoor een beroep zou
moeten worden gedaan op alle groepen der be
volking om geldelijke offers te brengen. Hij
wees in het bijzonder op de werklieden, die
jarenlang aan de Conrad gewerkt hebben en
nu, alhoewel gezond en krachtig, niet kunnen
werken. Hij verweet den communisten heftig
gewetenlooze, karakterlooze drogredenen te hou
den tot de arbeiders. De raddraaiers, die dat
doen, houden zich echter afzijdig wanneer het
verkeerd loopt met de opgeruide menschen.
Hij bracht den socialisten het woord van Mgr.
Aengenent in herinnering, om waardeering te
toonen voor elkanders werk en verweet hun dat
zij die waardeering ten opzichte van confession-
heele organisaties niet toonen. Voor constructief
werk verklaarde hij zich bereid met de socialis
ten samen te werken. In een vorig raadsover-
zicht hebben wij gememoreerd, dat de heer
Westerveld het verbod aan Katholieken om lid
te zijn van de S.D.A.P. met niet bepaald gloed
nieuwe argumenten bestreed. Een daarvan was
het verwijt, dat de Katholieke Kerk zich plooit
naar de omstandigheden en b.v. in Engeland
wel toestaat dat Katholieken lid zijn van de
Labour Party, maar hier verbiedt, dat zij zich
aansluiten bij de S.D.A.P. Op waarlijk geluk
kige wijze toonde de heer Kuiper met citaten
van Henderson en MacDonald aan, dat de
Labour Party een heel andere is dan de Neder -
landsche S.D.A.P. Hij zeide nog, dat hij de
S.D.A.P. niet geluk kon wenschen met karakter
looze Katholieken, die zeggen katholiek te zijn,
maar niettemin onder de vaan der socialisten
marcheeren.
Het slot van de zitting was voor den heer
Gerritsz, wethouder van Openbare Werken, die
er wederom in slaagde, evenals ir Je raadszit
ting van een dag of veertien geleden, een knet
terend einde aan de zitting te bezorgen. De heer
Gerritsz behandelde eerst met groote kennis
van zaken de werkverruiming in het algemeen,
Hij laakte het dat in dagbladen den werkloozen
wordt voorgespiegeld, dat er mogelijk werk voor
hen gevonden zou kunnen worden als de over
heidslichamen er maar geld voor geven. Zoo'n
werkverschaffing is niet mogelijk, zeide hij en
hij wees daarbij op de groote bezwaren, die
aan het vinden van het benoodigde kapitaal
verbonden zijn. Het is niet mogelijk, dat de
Overheid alle 300.000 werkloozen in Nederland
aan het werk zet. Dat zou een ontwrichting
van alle verhoudingen geven. Wat gedaan kan
worden, wordt gedaan verzekerde hij. Hij vond
tenslotte ook den heer mr. van Dam. Deze
had in zijn rede het spoedige overlijden van
de S.D.A.P. voorspeld. De heer Treub heeft dat
dertig jaren geleden ook al geprofeteerd, oppo
neerde mr. Gerritsz.
De heer Gerritsz schoolmeestert ontzettend
graag en die schoolmeesterachtige toon irriteert,
zooals wij reeds herhaaldelijk hebben opge
merkt, elk raadslid, dat er het slachtoffer van
wordt. Ook den heer van Dam werd het blijk-
Op den tweeden dag der Haarlemsche
begrootingszittingen heeft de wethou
der voor de financieele aangelegenheden,
de heer mr. Slingenberg, reeds zijn groote rede
kunnen houden. Aan het slot daarvan vatte
hij den huidigen toestand voor de gemeente
samen. Wij rijden in den mist, zeide hij, en
zien zelfs den weg niet meer, die voor ons ligt.
Daarom moet het gemeentebeleid met voor
zichtigheid en vastberadenheid worden gevoerd.
Doch het woord van een bekend Nederlander
maakte hij tot het zijne: „Ende desespereert
niet!" Zijn geheele, goed voorbereide, van het
blad af gelezen begrootingsspeeeh was een
paraphrase van deze kenschetsing der begroo
ting voor het jaar 1933, een der moeilijkste
waarschijnlijk, die Haarlem sinds tientallen
jaren heeft gekend. Er was geen overdreven
optimisme, maar ook geen benauwende neer
slachtigheid in. Wij kunnen er komen, verzeker
de Haarlems schatbewaarder, en als niet alles
tegenvalt komen wij er zelfs zonder belasting-
verhooging. Alle geraamde posten, zoowel de
uitgaven als de inkomsten, zijn krap opgesteld
en zullen waarschijnlijk geen tegenvallers geven
met uitzondering dan van de uitgaven voor
steun aan werkloozen en armlastigen. Daar
hangt de financieele toestand van Haarlem in
het jaar 1933 van af. Maar wat dat betreft,
moeten wij het beste hopen.
Voordat hij aan de behandeling van de be-
gTooting begon, legde hij een verklaring af
betreffende het uitoefenen van het gezag, die
geheel in overeenstemming was met zijn beleid
als waarnemend burgemeester in Augustus j.l.,
toen hij krachtig ingreep tegen de communis
tische straatbetoogingen. Een deel van het
Nederlandsche volk, zeide hij, wil zich afwenden
van parlementaire vormen. Wat zich hier in
Haarlem voordoet, zal daarom door het gemeen
tebestuur onder het oog moeten worden gezien.
Eenerzijds moeten de privaatrechterlijke rech
ten, gewaarborgd in de Nederlandsche Grond
wet, erkend worden, maar anderzijds mogen zij
niet worden misbruikt. De publieke orde moet
gehandhaafd worden en verstoringen daarvan
met strengheid gekeerd. Alhoewel de gezagsuit
oefening gebouwd moet zijn op de rechten en
plichten der burgers. Het opbouwen van een
goede maatschappelijke ordening is slechts
mogelijk in een volmaakte publieke orde.
Met voldoening zal deze verklaring door vele
raadsleden en door het overgroote deel der
burgerij worden vernomen. Wij zijn er trouwens
zeker van dat dit de geest is, die het bestuur
Van onze gemeente bezielt.
Betreffende de financieele gesties der ge
meente en de daarmede samenhangende onaf
hankelijkheid verklaarde de wethouder, dat het
toezicht der boven het gemeentebestuur ge
stelde publieke colleges in den laatsten tijd
scherper is geworden. De wethouder vond dat
niet onredelijk. De gemeenten hebben te zor
gen dat geen ingrijpen van hoogerhand
hoodig is en daarvoor hebben zij in de eerste
plaats te zorgen voor de saneering der finan
ciën. Haarlem is daarin geslaagd. Het Rijk
stelt zich garant, verklaarde hij, voor de loo-
pende bedragen, die wij noodig hebben boven
de ƒ2 millioen. B. en W. streven er naar het
Zoo spoedig mogelijk zonder Rijksgarantie te
kunnen doen. Hij deed voorts eenige mede-
deelingen over de leeningspolitiek, die Haarlem
toepast. Wat de schadeloosstelling aan Heem
stede betreft, deelde de wethouder mede, dat
Haarlem wel zal moeten betalen, maar hij had
het vast vertrouwen gekregen uit onderhande
lingen, welke hij in den laatsten tijd had ge
voerd, dat dit tot het alleruiterste zal beperkt
blijven. Het bedrag van ruim ƒ300.000, dat in
het reservefonds voor bijzondere doeleinden zit,
Zal daarvoor niet geheel noodig zijn, verwacht
te hfj en uit het feit, dat de gemeente Heemstede
he belastingen verhoogt, concludeerde hij, dat
ook het bestuur van die gemeente de hoop op
een hooge vergoeding verloren heeft. De in
komsten van de gemeente Haarlem zijn, volgens
he mededeeling van den wethouder, verhoogd
met ƒ1.740.000; de uitgaven verlaagd met
f 1.040.000, maar van de reserve is nog een
bedrag van ƒ552.000 aan de begrooting ten
Eoede moeten komen. Dat laatste is jammer,
maar het was mogelijk en het weerspreekt
^gelijkertijd, aldus nog altijd de wethouder, de
critiek van de sociaal-democraten, dat Haarlem
Verzuimd heeft reserves te maken. Hij somde
hog eenige reserves op, o.m. die van het Grond
bedrijf en stelde de vraag: wijs mij één ge-
hieente in Nederland aan, die op dit oogenblik
hieer reserves heeft dan Haarlem. De heer
Westerveld interrumpeerde, dat Amsterdam een
reserve van 5 millioen heeft, maar de heer
Slingenberg betwijfelde de waarde van deze
reserve, omdat Amsterdam zijn gronden tegen
boogen canon heeft verpacht en deze hooge
brijs op den duur wel eens een groote verlies
lost zou kunnen blijken. Wanneer 1933 buiten
he verwachting van B. en W. tegen zou vallen,
han zullen natuurlijk maatregelen moeten wor-
hen overwogen om de verliesposten te dekken,
hi aar de wethouder stelde in het vooruitzicht,
bat hij dan o.m. ook de reserve van het Grond
bedrijf zou aanspreken. Met den heer Reinalda
^as hij het eens, dat de steun aan werkloozen
hiet langer op de schouders van de gemeenten
hiocht worden afgewenteld, maar dat deze een
^Ükszaak dient te zijn. Met genoegen hebben
Mi ook zijn verklaring vernomen over de ver-
^Sing der subsidies. Hieromtrent is overeen-
^6®ming verkregen in de commissie. Hij hoop-
W.'dat er niet over eiken post veel gedebat-
teerd zou worden. Gelukkig bleek dus de wet
houder op dit punt niet geheel onvermurwbaar
z'jn. Natuurlijk heeft niemand verwacht, dat
hij alle verlagingen zou terugnemen, maar er
Valt met hem, zoo is onze indruk, te praten.
He rustige rede van den wethouder maakte
^h uitstekenden indruk en werd aan het einde
hartelijk toegejuicht.
Vóór hem hadden nog als laatste raadsleden,
bie in eersten termijn het woord voerden, hun
'°bt over de Haarlemsche belangen ontstoken
b® heer Westerveld, die zijn redevoering van
Woensdagavond beëindigde; de heer Meijers,
b*e in hoofdzaak het vraagstuk der werkloos-
eid besprak; de heer Overstegen, die zich met
brochure-wijsheid over wereldcrisis en
Vorelclhervorming een wrevelige opmerking van
heer Slingenberg op den hals haalde en
baar te machtig en met een scherpe interruptie
verweet hij den heer Gerritsz, dat deze in een der
vorige vergaderingen onjuistheden verteld
heeft toen hij zeide nooit voor een voorstel van
de communisten te hebben gestemd.
„Als gij mij op een dergelijken toon aan
spreekt, dan zal ik u ook op dezelfde manier
tracteeren".
De heer Bijvoet mengde zich daarop in het
debat en de heer Reinalda en vele anderen.
Men verzuime niet dit gedeelte van het raads-
verslag te lezen.
De voorzitter, die al van half zes af met
groeiende onrust naar de klok had zitten kij
ken, profiteerde van deze schoone gelegenheid
om de vergadering te sluiten.
De ehreen Gerritsz, Van Dam en Bijvoet
beloofden elkander, dat over dat verschil van
meening het laatste woord nog niet gesproken
is.
Indien de gemoederen vóór hedenmiddag
niet tot bedaren zijn gekomen, kan deze strijd
tusschen drie advocaten een aardige sprint
worden in deze Zesdaagsche.
Aan den Raad der gemeente is een adres
gezonden, door den „Nederlandschen Bioscoop-
Bond", waarin opgemerkt wordt, dat in Haarlem
nog steeds een verbod bestaat tot het geven van
bioscoopvoorstellingen op den eersten Paasch-,
Pinkster- en Kerstdag.
Adressant acht dit verbond niet noodig ter
bescherming van hen, die deze dagen in een
naar hun inzicht passende stemming willen
doorbrengen, daar de bioscoop-voorstellingen in
afgesloten gebouwen gegeven worden, zoodat
niemand daaraan eenigen aanstoot behoeft te
nemen of eenigen last of hinder daarvan be
hoeft te ondervinden.
Door dit verbond, aldus het adres, wordt ech
ter getroffen een groote groep van menschen,
die op deze dagen een gepaste ontspanning of
een gepast vermaak niet ongeoorloofd achten en
daarom, zooals gewoonlijk, in een bioscoop of
een andere inrichting van vermaak die ontspan
ning of dit vermaak wenschen te zoeken.
Deze groote groep van menschen, waaronder
zich ook bevinden personen, die in kosthuizen
en logementen wonen en daarom hun huiselijke
omgeving missen, worden gedwongen de stad te
verlaten en elders hun vermaak te zoeken, ter
wijl, zoo wordt voorts gezegd, de ondervinding ge
leerd heeft, dat inderdaad op deze dagen zeer
velen zich naar de omliggende gemeenten van
Haarlem begeven, waar overal de bioscopen en
andere inrichtingen van kunst en ontspanning
geopend zijn.
Uit het voorgaande volgt, concludeert adres
sant, dat, mede in aanmerking nemende de in
geheel ons land op dat punt bestaande verhou
dingen, de toepassing van de verouderde Zon
dagswet van 1815, zooals die bü uitzondering in
Haarlem geschiedt, niet alleen geen doel heeft,
maar uitsluitend tengevolge heeft, dat eenige
belangrijke ondernemingen in de gemeente in
ernstige mate financieel gedupeerd worden en
ook de gemeentelijke fiscus een niet onaanzien
lijke bate aan Vermakelijkheidsbelasting derft.
Op grond van het vorenstaande, verzoekt de
Nederlandsche Bioscoop-Bond Uwen Raad bij
B. en W. te willen aandringen op intrekking van
het verbod om op den eersten Paasch-, Pinkster
en Kerstdag bioscoopvoorstellingen te geven.
Mr. dr. P. J. Wit-
teman heeft het
lidmaatschap van
ien Bloemendaal-
schen raad aan
vaard.
In den j.l. Zondag gehouden Internationalen
Kwartetwedstrijd, welke uitgeschreven was door
het Solokwartet „De Toonkunst" te Eindhoven
en waaraan Duitsche en Belgische gezelschap
pen deelnamen, behaalde het Haarlemsche so
lokwartet „Euphonia" den eersten prijs en een
eereprijs.
Het dubbel-kwartet „Inter Nos" behaalde in
zijn af deeling (12 deelnemers) den derden prijs
en tweeden eereprijs. Dit mag een mooi suc
ces genoemd worden, daar in beide afdeelin-
gen de concurrentie zeer zwaar was. Beide
kwartetten stonden onder leiding van Nico
Hoogerwerf.
Woensdagavond werd in Hotel Royal aan het
Stationsplein een buitengewone ledenvergade-
rihg van de Haarlemsche Reddingsbrigade voor
Drenkelingen gehouden.
In zijn openingswoord verzocht de voorzitter,
de heer Joh. M. Schmidt, de aanwezigen,
staande het overleden lid van de technische
commissie, den heer Dr. Merens, te herdenken.
Ontroerd memoreerde hij, dat dit nu de twee
de keer, kort achtereen, was, dat hij een over
leden lid van onschatbare waarde voor de Bri
gade moest herdenken: in Augustus was het
de heer T. Peltenburg, nu dr. Merens.
Na deze korte plechtige herdenking werd
overgegaan tot het voorlezen der notulen, wat
bij afwezigheid van den secretaris, den heer
Munsterman, door den voorzitter geschiedde.
Na eenige opmerkingen van den heer Schmidt
zelf werden zij goedgekeurd.
De heer Schmidt deelde vervolgens mede, dat
door het overlijden van Dr. Merens een vaca
ture was ontstaan in de technische commissie.
Besloten werd, den heer Dr. Maurits candidaat
te stellen.
Een drie-tal stukken waren ingekomen, n.l.
een bedankbrief van den heer Munsterman, die
wegens verhuizing naar elders, als lid moest
bedanken, voorts een schrijven van den Onge
vallen Dienst, waarbij de leden werden uitge-
noodigd een filmavond bij te wonen; en ten
slotte voor den heer De Bruin Jr. een diploma
van de Kustwacht, door hem dezen zomer be
haald.
Hierna werd aan den heer L. Hommels, die
dezen avond de gast van de Brigade was, na
mens het Carnegie-fonds overhandigd een ge
tuigschrift in lijst voor een dezen zomer door
hem verrichte moedige redding van een dren
kelinge uit zee. Ter vergoeding van daarbij op-
geloopen schade ontving de heer Hommels te
vens een geldbedrag.
De favorieten van KempenPijnenburg heb
ben dus de overwinning behaald, wij heb
ben het de vorige week dus bij het rechte
eind gehad, al zijn wü er nu meer dan ooit van
overtuigd, dat het noemen van een favoriet voor
den aanvang van de zesdaagsche niet meer is
dan raden.
Van KempenPijnenburg hebben bewezen in
derdaad met kop en schouders boven de andere
renners uit te steken, maar zonder hulp van
eenige andere rijders zouden zelfs zij niet zoo
gemakkelijk aan de overwinning zijn gekomen.
Wie van de twee de beste is, werd ons meer
malen gevraagd. Het antwoord hierop is moei
lijk te geven. Van Kempen is een uitnemend
tacticus, misschien wel de beste tacticus van de
zesdagenrijders. Pijnenburg lijkt ons iets snel
ler dan van Kempen, die echter ook in „racen"
een van de besten is.
„De Pijn" kan er heerlijk vandoor gaan. En
in de bocht laag den kortsten weg nemend,
iederen centimeter als het ware uitbuitende.
Beiden zijn in den sprint, nagenoeg onver
slaanbaar, want denk niet, dat Pijnenburg geer.
kaas van tactiek gegeten heeft. Verre van dat,
Hij kan niet veel meer leeren van zijn ouderen
partner.
Na van Kempen—Pijnenburg willen we aller
eerst Rausch-Huertgen noemen, twee onver
moeide strijders, die den Hollanders het vuur na
aan de schenen hebben gelegd. Beiden zijn
racers van de bovenste plank en hun stijl is
bewonderenswaardig.
CharlierDeneef hebben schitterend partij
gegeven. Het scheen Maandag en Dinsdag niet
tusschen hen te boteren, ondanks het vloekver
bod gingen belden te keer, dat de vonken eraf
spatten. Of is het vloekverbod niet van kracht
op buitenlanders zonder „vast domicilie in Ne
derland"? Beiden munten uit in de achtervol
ging, spelen echter geen rol in den sprint.
Thans het populaire koppel WalsBraspen
ning. De „Bras" heeft, ondanks dat hij de baan
veel te licht vond voor een rijder van zijn
type, bewonderenswaardig partij gegeven. Hij
zal nog menige zesdaagsche rijden, daar zijn wij
van overtuigd. Mocht hij voor den sprint niet
zoo geschikt zijn, tijdens een lange jacht is
Braspenning in zijn element en een grooten
steun voor zijn koppelgenoot.
En nu Wals, volgens de Fransche pers de
groote openbaring van deze zesdaagsche. Inder
daad, hij is de man geweest, die gezorgd heeft,
dat er tijdens kalme momenten strijd was en
onvermoeibaar liep hij tijdens een jacht steeds
weg. Een ontzettende vaart kan ook Cor ont
wikkelen. En in de sprint voelt hij zich op zijn
plaats. Menig puntje werd door hem binnenge
sleept.
De Franschen WambstBroccardo zijn ons
tegengevallen. Wij hadden meer van hen ver
wacht. Op eigen initiatief liepen zij slechts zel
den uit en in den sprint waren zij ver te zoeken.
Jan van KempenBogaert hebben, tegen de
verwachtingen in, deze zesdaagsche uitgereden.
Bogaert heeft zich schitterend geweerd en on
danks een blessure moedig volgehouden. Bravo
Cesar, ook jij zult je weg wel vinden. Jan van
Kempen, waarvan zoo een groote roep vooraf
ging, is ons tegengevallen. Jan was beter in den
sprint dan in de achtervolging of tijdens het
uitloopen.
Dinale —van der Heijden hebben zich de laat
ste twee dagen onderscheiden door hun onver'
zettelijken wil, een gedeelte van hun achter
stand in te halen. Van der Heijden, die voor
het eerst aan een zesdaagsche deelnam, kan
met groote tevredenheid terugzien op zijn pres
taties. Hij is het type van Braspenning, schit
terend in de race, niet te vinden in den sprint.
Dinale, de komiek van de R. A. I„ heeft ge
toond, dat hij behalve den pias spelen ook
rijden kan. Hij behoort tot het genre middel
matige zesdagenrijders, die nu eens uitblinken,
dan weer, zooals de volksterminologie luidt,
„een reuze sof" zijn.
Goebel en Schorn, de Duitschers, hebben
momenten gehad, dat zij schitterden en andere
momenten, dat zij „zoek" waren.
Dat Guimbretière moest opgeven, heeft ons
geweldig gespeten. De sympathieke Franschman
was de rijder, die er met Cor Wals de stem
ming in bracht en menige jacht veroorzaakte.
Wat een puik rijdertje, die Guimbretière, geen
wonder, dat hij het den Hollanders in Berlijn
zoo lastig heeft gemaakt.
Van Nek, die het nu heel wat beter maakt,
heeft schitterende staaltjes van zijn kunnen la
ten zien. Die Klaas wordt nog eens een goede
zesdagenrijder, daar valt niet aan te twijfelen.
Van Hout lijkt ons minder geschikt voor
dergelijk soort wedstrijden en wü gelooven dan
ook niet, dat hij op dit gebied een groote toe
komst tegemoet gaat. Laat hij zich eerst eens
gaan toeleggen op de verbetering van Egg's
uurrecord, dat hem zoo na aan het hart ligt!
Ook in van der Horst zien wij geen opko
mende zesdagenster.
De Franschman Peix is verbazend snel en
in die dagen, dat wij hem aan het werk heb
ben gezien, heeft hij zich best geweerd, al ge
looven wij, dat hij het voornamelijk van den
sprint moet hebben.
De Belgen Rielens—van Buggenhout zijn van
mindere klasse.
De jury heeft vele fouten begaan en het ge
beurde dikwijls, dat de puntentelling niet klop
te, om van ae juistheid der klassementen maar
niet te spreken. De samenwerking met de pers
liet eveneens veel te wenschen over. De pers
commissaris, de heer S. Vaz Dias, heeft echter
al het mogelijke gedaan de bladen zoo snel
en volledig mogelijk in te lichten.
En nu gaan wij over tot het bespreken van
de zesdaagsche zelf. Dat zij financieel een suc
ces is geworden, niemand zal er aan twijfelen.
Sportief is zij zeer zeker geen succes ge
weest. De verzekering van de directie, dat er
voor gezorgd zou worden, dat de zesdaagsche
in Amsterdam ook sportief in orde zou zijn,
is niet bewaarheid geworden.
Ook wü zijn getuige geweest, evenals de Ber-
lijners en de Parijzenaars ieder jaar, van com
bines, afspraken, onbeantwoorde üitloopingen
etc. Ook wij hebben kunnen constateeren, dat
een zesdaagsche geen sport is, ook niet in Am
sterdam, maar zuiver sensatie, angst, spanning,
waaraan een ieder tegenwoordig behoefte
schijnt te hebben.
Wij willen dit niet veroordeelen op deze
plaats, het is nu eenmaal de mentaliteit van
den mensch, die gaarne opgezwiept wil worden.
Maar sport? Neen, dat is deze zesdaagsche
niet geweest. Het was zuiver een kijkspul, een
specialiteitenvoorstelling, maar dan een van de
bovenste plank, waar wij ons dikwijls best bij
geamuseerd hebben.
Zaken zijn zaken, maar noem een zesdaag
sche toch alsjeblieft geen sport meer...,,
Onder applaus van de vergadering nam hij
het fraaie getuigschrift in ontvangst.
De voorzitter deelde hierop mede, dat hij tot
zijn spijt het volgende agenda-punt: belang
rijke bestuursmededeeling, moest laten verval
len, daar hierover nog eenige besprekingen
moesten worden gevoerd, zoodat vervolgens aan
de orde kwam de bespreking van de aanstaande
viering van het twintig-jarig bestaan van de
Haarlemsche Reddingsbrigade.
Na de rondvraag, waarbij nog enkele zaken
van huishoudelijken aard werden besproken,
werd de vergadering besloten.
Vijf Rotterdammers reden op Hemelvaarts
dag van dit jaar in een luxe auto naar Am
sterdam, om daar een voetbalwedstrijd bij te
wonen. Toen ze bij Haarlem op den Wagenweg
reden, wilden ze twee auto's, die al naast elkan
der reden, inhalen, met het gevolg, dat de
wagen geheel links van den weg kwam. In de
richting Bennebroek reden op het fietspad, dat
door een dubbele rij keien van den asphaltweg
gescheiden is, twee jongens van ongeveer 17
jaar. De auto met de voetbal-enthousiasten
raakte de fiets, waarop de Haarlemmer Nico
Waasdorp was gezeten; de jongen werd over
het stuur geslingerd en viel met zijn hoofd
tegen den trottoirband, waar hij bewusteloos
bleef liggen. Korten tijd daarna overleed hij
door hersenschudding en zware hoofdwonden.
Gisteren moest de bestuurder van den auto,
de 52-jarige handelsreiziger E. O. te Rotter
dam, terecht staan wegens „door door schuld"
voor de Haarlemsche Rechtbank. Dr. J. P. L.
Hulst verklaarde als deskundige de doodsoor
zaak. De vriend van het slachtoffer gaf een
uitvoerige beschrijving van het ongeval. Het
was druk op den weg en er reden veel auto's;
juist op het moment dat de drie auto's elkaar
wilden inhalen, gebeurde het verschrikkelijke.
Verschillende getuigen verklaarden, dat de
auto wel een vaart van 50 K.M. gehad moet
hebben. Verdachte deelde mede, dat hij zijn
wagen in de eerste versnelling had staan en
dat hij niet harder dan 12 tot 15 K.M. reed.
President: Hebt u op uw snelheidsmeter ge
constateerd, dat u zooveel kilometer vaart had?
Verdachte: Precies, edelachtbare!
President: En aan de politie hebt u gezegd,
4 a 5 K.M. Maar dat achtte u natuurlijk zelf
later belachelijk. Men haalt twee auto's te
gelijk niet in met een vaart van vijf kilometer!
U hebt wel precies gekeken!
Er ontspon zich dan een heftig debat tus
schen president, rechters en de verdediger van
den verdachte. Mr. W. A. Hoek te Schiedam.
De vier inzittenden werden namelijk gehoord
en zij gaven zoo'n absoluut onmogelijke be
schrijving van de situatie, dat er geen touw
aan vast te knoopen was.
Mr. Vrijberghe de Coningh: U speelt een
beetje film voor ons. U vertelt nonsens, de wiel
rijders komen bij u zoo maar uit de lucht
gevallen!
Verdediger: Mijnheer de President, dat mag
u niet toelaten. Dan had ik dergelijke opmer
kingen wel kunnen maken bij het getuigen
verhoor a charge, dat even onwaarschijnlijk
was op vele punten.
Nadat de getuigen a décharge nog van ver
schillende zijden zwaar aan den tand gevoeld
zijn en de verdediger zich heftig tracht te we
ren is het woord aan den officier van justitie,
Mr. A. R. Andringa.
De officier achtte de getuigenverklaringen
a décharge waardeloos en het betoog van ver
dachte ongelooflijk. De dood van het jonge
slachtoffer is wel degelijk te wijten aan den
automobilist. Zijn rijden was meer dan schan
delijk, hij haalde op een drukken weg met vrij
groote snelheid twee voertuigen, die elkaar
reeds passeerden, in, waardoor ongelukken ge
maakt moesten worden.
De fietsers moeten veilig zijn op het rijwiel
pad. Men wil van hoogerhand, dat zware straf
fen voor roekelooze rijders geëischt worden en
de officier wil zich daar ditmaal zeker niet aan
onttrekken. De houding van verdachte was na
het ongeluk meer dan treurig. Hij wachtte niet
tot de politie kwam en ging rustig met zijn
vrienden naar de voetbalmatch, terwijl het
slachtoffer stervende was. Als omstaanders het
nummer van zijn wagen niet zouden hebben
opgenomen, was de zaak misschien nooit uit
gekomen. Door niet op de politie te wachten,
heeft verdachte het bewijs geleverd, schuld te
voelen. Als hij in de war was, had hij zeker
niet mogen doorrijden, er zouden dan nog meer
ongelukken uit voort gekomen zijn. Spreker
eischte een hechtenisstraf van zes maanden.
De verdediger hield een uitvoerig pleidooi,
achtte het tenlastegelegde niet bewezen en
vroeg vrijspraak. Uitspraak 8 December a.s.
27 November viert het echtpaar G. Dekker
en N. Duin te Beverwijk zijn gouden huwelijks
feest.
In een nota naar aanleiding van het verslag
der Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot
credietverleening aan de haringdrijfnetvisscherij
geeft de Minister van Economische Zaken en
Arbeid in verband met den in het verslag uit
gesproken wensch een meer volledige uiteen
zetting van de te treffen regelen.
Het doel van deze steunregeling bestaat hier
in, dat de haringreeders in staat gesteld wor
den tijdelijk haring op te slaan, teneinde deze
niet op een ongunstig moment te behoeven te
verkoopen doch den verkoop van deze haring
over een langer tijdvak te kunnen verdeelen.
Om dit doel te bereiken, bestond er niet al
leen behoefte aan crediet, doch is ook een
prijsregelend optreden gewenscht, waartoe een
commissie, als in de memorie van toelichting
werd medegedeeld, is ingesteld. Hetgeen meer
aangevoerd wordt dan op den publieken afslag
tegen de vastgestelde prijzen kan worden ver
kocht, wordt opgeslagen, welke opslag uit het
steuncrediet zal worden gefinancierd. Tenein
de een centrale regeling mogelijk te maken,
treedt de reedersvereeniging op als interme
diair bij de credietverleening. Bij de wekelijk-
sche prijsbepaling wordt steeds rekening ge
houden met de hoeveelheid opgeslagen haring,
zoodat bij een doeltreffende prijsbepaling be
reikt kan worden, dat de opgeslagen voorraden
tijdig of althans vóór den aanvang van de
nieuwe teelt kunnen worden geruimd.
Met den steun wordt dan ook niet anders be
oogd dan het in de vaart houden van die
schepen, welke reeds aan de haringvangst deel
namen, teneinde te bereiken dat deze schepen
zooveel mogelijk het normale aantal reizen zou
den kunnen doen.
Thans kan al geconstateerd worden, dat reeds
opgeslagen haring wordt verkocht. Zoodra de
marktprijs n.l. boven den door de prijszettings
commissie vastgesteldeh grensprijs komt, be
staat er gelegenheid om een gedeelte van de
opgeslagen haring met winst te verkoopen. 1
Het is gedurende de laatste dagen reeds voor
gekomen, dat de prijs bij den publieken afslag
zich bewoog boven den vastgestelden grens
prijs. Dit neemt echter niet weg, dat indien de
omstandigheden zulks noodzakelijk zouden ma
ken, ook beneden den grensprijs opgeslagen
haring zou kunnen worden verkocht.
De reedersvereeniging telt 67 leden, die in
totaal over 264 schepen de beschikking hebben.
Er zijn 7 niet-aangesloten reeders, die 24 sche
pen bezitten. Deze 74 reeders omvatten het ge
heele haringsvisschersbedrijf in Nederland.
De met de Reedersvereeniging te treffen re
geling draagt een zoodanig karakter, dat niet-
aangesloten reeders daaraan ook zullen kun
nen deelnemen
De heer E. H. Krelage, voorzitter der Alg.
Vereeniging voor Bloembollencultuur schrijft
in de N. R. Ct.:
De bloembollenexport-cijfers naar Amerika in
K.G. zijn sedert den oorlog als volgt:
1919
4.906.283
1926
8.037.837
1920
5.544.611
1927
8.618.069
1921
7.242.937
1928
8.783.918
1922
8.431.013
1929
6.495.418
1923
8.429.697
1930
8.724.270
1924
9.419.620
1931
5.827.543
1925
10.430.802
Het hoogste punt werd
dus
bereikt
aan den vooravond van het invoerverbod voor
Narcissen, dat in dat jaar een sterk toegenomen
invoer van het artikel tengevolge had. Daarna
een onregelmatige teruggang, die vooral in 1931
zich duidelijk afteekende wegens de verhooging
van het invoerrecht voor Tulpen van 2 doli
op 6 doll, per 1000 bollen.
Aan deze twee oorzaken van den afnemenden
invoer: het Narcissen verbod en het verhoogde
recht op Tulpen, kan als derde worden toege
voegd de buitengewoon slechte economische toe
stand in de Vereenigde Staten.
Deze drie oorzaken zijn zoo ernstig, dat zelfs
de onverflauwde energie der Nederlandsche bol-
lenreizigers den teruggang van den omzet niet
heeft kunnen voorkomen. Juist hun onderlinge
concurrentie, die in het artikel wel wat heel
zwart wordt voorgesteld, heeft in niet geringe
mate medegewerkt, om den invoer in Amerika
in vroeger jaren op te voeren tot een peil, dat
op andere wijze niet zou zijn bereikt.
De bedrijfskosten (waarmede bedoeld zal zijn
de salarissen en reiskosten der reizigers in
Amerika) bedragen 25 pet.
De toestanden in den bollenhandel zijn ech
ter zoo geheel verschillend van die in den
Californischen fruithandel, en het artikel met
zijn ontelbare handelssoorten is zoo weinig te
vergelijken met den veel eenvoudiger fruithandel
en zelfs met den Japanschen leliehandel, dat
het a priori uitgesloten is, dat methodes, die
voor laatstgenoemden handel gunstig gebleken
zijn, voor den bollenhandel op Amerika van
toepassing zouden kunnen zijn.
Men tracht stemming te maken voor de ves
tiging van een centraal verkoopskantoor te Nfew
York. Dit denkbeeld is vroeger ook in de bloem
bollenwereld ernstig overwogen maar onuit
voerbaar gebleken. Het is hier de plaats niet,
daarover in technische bijzonderheden te tre
den. Hoewel belangstelling van buitenstaanders,
indien ze althans belangeloos is, gewaardeerd
kan worden, kan men de behartiging hunner
belangen waarlijk wel aan de bloembollenexpor
teurs zeiven overlaten, n'en déplaise de bijzon
dere correspondent, die hen daarvoor te stum
perig vindt.
Onder de motieven voor dit plan wordt nog
gewezen op de oplichterij, die ondanks de waar
schuwingen door bemiddeling van de Neder
landsche consulaten en Kamers van Koophandel
in het buitenland verspreid, toch soms nog
slachtoffers maakt, die aan een onbekende geld
zenden zonder er bollen voor te ontvangen. Men
stuit hierbij vooral op de lichtvaardigheid waar
mede advertenties van onbetrouwbare aanbie
dingen door de groote bladen geplaatst worden,
zonder voorafgaande betaling en zonder eenige
kans op latere betaling. Gelukkig hebben deze
gevallen, hoe betreurenswaardig ook voor den
Nederlandschen naam in 't algemeen, den bol
lenhandel in 't algemeen niet geschaad.
De „villabewoner die duizenden bollen recht
streeks uit Nederland bestelt" kan zeker zijn
van goede bediening als hij zich tot een goed
adres richt. Treedt hij in belachelijk goedkoope
aanbiedingen van een onbetrouwbare firma, dan
kan hij natuurlijk niet verwachten iets goeds
te ontvangen.
Een vereeniging kan onmogelijk een „witte"
lijst van betrouwbare firma's uitgeven. Z'jj is
tegenover hare leden verplicht dezen allen op
te geven, en zou min of meer verantwoordelijk
heid op zich nemen voor de wijze waarop de
bestellingen worden uitgevoerd. Dit gaat niet.
Ook al is men ten volle overtuigd van de soli
diteit dier opgegeven firma's. Bovendien wordt
een juist oordeel over de wijze van uitvoering
zeer bemoeilijkt door verkeerde behandeling der
bollen door den kooper.
De bloembollenexport op Amerika zou dan ook
gebaat zijn met: 1. afschaffing van het invoer
verbod op Narcissen. 2. verlaging van het in
voerrecht op Tulpen en 3. verbetering van den
algemeenen toestand in Amerika.