IN EN OM HAARLEM (i Na zes dagen en nachten FINANCIEEL SUCCES VRIJDAG 25 NOVEMBER Begrootingsbehandeling Wals een openbaring Steun haringreeders BIOSCOOPVERBOD OP FEESTDAGEN Intrekking gevraagd MR. DR. P. J. WITTEMAN ALLE BEGIN IS MOEILIJK Klaas van Nek eindigde zijn eerste Zesdaagsche in het ziekenhuis. Spoedige beterschap! „EUPHONIA" EN „INTER NOS' Successen behaald HAARLEMSCHE REDDINGSBRIGADE Buitengewone ledenvergadering Zesdaagsche is meer specialiteiten voorstelling dan sport De Duitschers De Belgen Wals en Den Bras De Franschen Kleine broer en Bogaert De populaire Italiaan De rest DOOD DOOR SCHULD Aanrijding op den Wagenweg Zes maanden hechtenis geëischt GOUDEN ECHTPAAR Crediet en prijsregelend optreden DE BLOEMBOLLENEXPORT NAAR AMERIKA luiiiimiiiiiimiiimiiiiiimiimiiimiiiiiiiimiiimmimiiimiiiii UllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllll tenslotte de jongste aanwinst der R.K. fractie, de heer Kuiper. Op enkele zwakke momenten na, misschien toe te schrijven aan een beetje plankenkoorts, hield hij een redevoering, die terecht de volle aandacht had van alle raads leden. In het vuur van zijn rede liet deze gesalarieerd hoofdbestuurder van den R.K. Landarbeidersbond zich ontvallen: „Wij, men- schen van het platteland," wat een onbedaar lijk gelach ontketende en lang niet prettig was voor iemand die een maidenspeech houdt. Maar hij redde zich uitmuntend door te verzoeken de uitdrukking te mogen wijzigen in: „Wij, menschen van het platte landje aan de zee." Deze slagvaardigheid werd door de aanwezigen geapprecieerd en houdt een belofte in voor de toekomst. De heer Kuiper verklaarde zich bereid het financieel beleid van B. en W. te steunen op voorwaarde, dat B. en W. alles zullen doen om den geweldigen materieelen en moreelen nood van de werkloozen te lenigen. Het leek hem niet onmogelijk, dat daarvoor een beroep zou moeten worden gedaan op alle groepen der be volking om geldelijke offers te brengen. Hij wees in het bijzonder op de werklieden, die jarenlang aan de Conrad gewerkt hebben en nu, alhoewel gezond en krachtig, niet kunnen werken. Hij verweet den communisten heftig gewetenlooze, karakterlooze drogredenen te hou den tot de arbeiders. De raddraaiers, die dat doen, houden zich echter afzijdig wanneer het verkeerd loopt met de opgeruide menschen. Hij bracht den socialisten het woord van Mgr. Aengenent in herinnering, om waardeering te toonen voor elkanders werk en verweet hun dat zij die waardeering ten opzichte van confession- heele organisaties niet toonen. Voor constructief werk verklaarde hij zich bereid met de socialis ten samen te werken. In een vorig raadsover- zicht hebben wij gememoreerd, dat de heer Westerveld het verbod aan Katholieken om lid te zijn van de S.D.A.P. met niet bepaald gloed nieuwe argumenten bestreed. Een daarvan was het verwijt, dat de Katholieke Kerk zich plooit naar de omstandigheden en b.v. in Engeland wel toestaat dat Katholieken lid zijn van de Labour Party, maar hier verbiedt, dat zij zich aansluiten bij de S.D.A.P. Op waarlijk geluk kige wijze toonde de heer Kuiper met citaten van Henderson en MacDonald aan, dat de Labour Party een heel andere is dan de Neder - landsche S.D.A.P. Hij zeide nog, dat hij de S.D.A.P. niet geluk kon wenschen met karakter looze Katholieken, die zeggen katholiek te zijn, maar niettemin onder de vaan der socialisten marcheeren. Het slot van de zitting was voor den heer Gerritsz, wethouder van Openbare Werken, die er wederom in slaagde, evenals ir Je raadszit ting van een dag of veertien geleden, een knet terend einde aan de zitting te bezorgen. De heer Gerritsz behandelde eerst met groote kennis van zaken de werkverruiming in het algemeen, Hij laakte het dat in dagbladen den werkloozen wordt voorgespiegeld, dat er mogelijk werk voor hen gevonden zou kunnen worden als de over heidslichamen er maar geld voor geven. Zoo'n werkverschaffing is niet mogelijk, zeide hij en hij wees daarbij op de groote bezwaren, die aan het vinden van het benoodigde kapitaal verbonden zijn. Het is niet mogelijk, dat de Overheid alle 300.000 werkloozen in Nederland aan het werk zet. Dat zou een ontwrichting van alle verhoudingen geven. Wat gedaan kan worden, wordt gedaan verzekerde hij. Hij vond tenslotte ook den heer mr. van Dam. Deze had in zijn rede het spoedige overlijden van de S.D.A.P. voorspeld. De heer Treub heeft dat dertig jaren geleden ook al geprofeteerd, oppo neerde mr. Gerritsz. De heer Gerritsz schoolmeestert ontzettend graag en die schoolmeesterachtige toon irriteert, zooals wij reeds herhaaldelijk hebben opge merkt, elk raadslid, dat er het slachtoffer van wordt. Ook den heer van Dam werd het blijk- Op den tweeden dag der Haarlemsche begrootingszittingen heeft de wethou der voor de financieele aangelegenheden, de heer mr. Slingenberg, reeds zijn groote rede kunnen houden. Aan het slot daarvan vatte hij den huidigen toestand voor de gemeente samen. Wij rijden in den mist, zeide hij, en zien zelfs den weg niet meer, die voor ons ligt. Daarom moet het gemeentebeleid met voor zichtigheid en vastberadenheid worden gevoerd. Doch het woord van een bekend Nederlander maakte hij tot het zijne: „Ende desespereert niet!" Zijn geheele, goed voorbereide, van het blad af gelezen begrootingsspeeeh was een paraphrase van deze kenschetsing der begroo ting voor het jaar 1933, een der moeilijkste waarschijnlijk, die Haarlem sinds tientallen jaren heeft gekend. Er was geen overdreven optimisme, maar ook geen benauwende neer slachtigheid in. Wij kunnen er komen, verzeker de Haarlems schatbewaarder, en als niet alles tegenvalt komen wij er zelfs zonder belasting- verhooging. Alle geraamde posten, zoowel de uitgaven als de inkomsten, zijn krap opgesteld en zullen waarschijnlijk geen tegenvallers geven met uitzondering dan van de uitgaven voor steun aan werkloozen en armlastigen. Daar hangt de financieele toestand van Haarlem in het jaar 1933 van af. Maar wat dat betreft, moeten wij het beste hopen. Voordat hij aan de behandeling van de be- gTooting begon, legde hij een verklaring af betreffende het uitoefenen van het gezag, die geheel in overeenstemming was met zijn beleid als waarnemend burgemeester in Augustus j.l., toen hij krachtig ingreep tegen de communis tische straatbetoogingen. Een deel van het Nederlandsche volk, zeide hij, wil zich afwenden van parlementaire vormen. Wat zich hier in Haarlem voordoet, zal daarom door het gemeen tebestuur onder het oog moeten worden gezien. Eenerzijds moeten de privaatrechterlijke rech ten, gewaarborgd in de Nederlandsche Grond wet, erkend worden, maar anderzijds mogen zij niet worden misbruikt. De publieke orde moet gehandhaafd worden en verstoringen daarvan met strengheid gekeerd. Alhoewel de gezagsuit oefening gebouwd moet zijn op de rechten en plichten der burgers. Het opbouwen van een goede maatschappelijke ordening is slechts mogelijk in een volmaakte publieke orde. Met voldoening zal deze verklaring door vele raadsleden en door het overgroote deel der burgerij worden vernomen. Wij zijn er trouwens zeker van dat dit de geest is, die het bestuur Van onze gemeente bezielt. Betreffende de financieele gesties der ge meente en de daarmede samenhangende onaf hankelijkheid verklaarde de wethouder, dat het toezicht der boven het gemeentebestuur ge stelde publieke colleges in den laatsten tijd scherper is geworden. De wethouder vond dat niet onredelijk. De gemeenten hebben te zor gen dat geen ingrijpen van hoogerhand hoodig is en daarvoor hebben zij in de eerste plaats te zorgen voor de saneering der finan ciën. Haarlem is daarin geslaagd. Het Rijk stelt zich garant, verklaarde hij, voor de loo- pende bedragen, die wij noodig hebben boven de ƒ2 millioen. B. en W. streven er naar het Zoo spoedig mogelijk zonder Rijksgarantie te kunnen doen. Hij deed voorts eenige mede- deelingen over de leeningspolitiek, die Haarlem toepast. Wat de schadeloosstelling aan Heem stede betreft, deelde de wethouder mede, dat Haarlem wel zal moeten betalen, maar hij had het vast vertrouwen gekregen uit onderhande lingen, welke hij in den laatsten tijd had ge voerd, dat dit tot het alleruiterste zal beperkt blijven. Het bedrag van ruim ƒ300.000, dat in het reservefonds voor bijzondere doeleinden zit, Zal daarvoor niet geheel noodig zijn, verwacht te hfj en uit het feit, dat de gemeente Heemstede he belastingen verhoogt, concludeerde hij, dat ook het bestuur van die gemeente de hoop op een hooge vergoeding verloren heeft. De in komsten van de gemeente Haarlem zijn, volgens he mededeeling van den wethouder, verhoogd met ƒ1.740.000; de uitgaven verlaagd met f 1.040.000, maar van de reserve is nog een bedrag van ƒ552.000 aan de begrooting ten Eoede moeten komen. Dat laatste is jammer, maar het was mogelijk en het weerspreekt ^gelijkertijd, aldus nog altijd de wethouder, de critiek van de sociaal-democraten, dat Haarlem Verzuimd heeft reserves te maken. Hij somde hog eenige reserves op, o.m. die van het Grond bedrijf en stelde de vraag: wijs mij één ge- hieente in Nederland aan, die op dit oogenblik hieer reserves heeft dan Haarlem. De heer Westerveld interrumpeerde, dat Amsterdam een reserve van 5 millioen heeft, maar de heer Slingenberg betwijfelde de waarde van deze reserve, omdat Amsterdam zijn gronden tegen boogen canon heeft verpacht en deze hooge brijs op den duur wel eens een groote verlies lost zou kunnen blijken. Wanneer 1933 buiten he verwachting van B. en W. tegen zou vallen, han zullen natuurlijk maatregelen moeten wor- hen overwogen om de verliesposten te dekken, hi aar de wethouder stelde in het vooruitzicht, bat hij dan o.m. ook de reserve van het Grond bedrijf zou aanspreken. Met den heer Reinalda ^as hij het eens, dat de steun aan werkloozen hiet langer op de schouders van de gemeenten hiocht worden afgewenteld, maar dat deze een ^Ükszaak dient te zijn. Met genoegen hebben Mi ook zijn verklaring vernomen over de ver- ^Sing der subsidies. Hieromtrent is overeen- ^6®ming verkregen in de commissie. Hij hoop- W.'dat er niet over eiken post veel gedebat- teerd zou worden. Gelukkig bleek dus de wet houder op dit punt niet geheel onvermurwbaar z'jn. Natuurlijk heeft niemand verwacht, dat hij alle verlagingen zou terugnemen, maar er Valt met hem, zoo is onze indruk, te praten. He rustige rede van den wethouder maakte ^h uitstekenden indruk en werd aan het einde hartelijk toegejuicht. Vóór hem hadden nog als laatste raadsleden, bie in eersten termijn het woord voerden, hun '°bt over de Haarlemsche belangen ontstoken b® heer Westerveld, die zijn redevoering van Woensdagavond beëindigde; de heer Meijers, b*e in hoofdzaak het vraagstuk der werkloos- eid besprak; de heer Overstegen, die zich met brochure-wijsheid over wereldcrisis en Vorelclhervorming een wrevelige opmerking van heer Slingenberg op den hals haalde en baar te machtig en met een scherpe interruptie verweet hij den heer Gerritsz, dat deze in een der vorige vergaderingen onjuistheden verteld heeft toen hij zeide nooit voor een voorstel van de communisten te hebben gestemd. „Als gij mij op een dergelijken toon aan spreekt, dan zal ik u ook op dezelfde manier tracteeren". De heer Bijvoet mengde zich daarop in het debat en de heer Reinalda en vele anderen. Men verzuime niet dit gedeelte van het raads- verslag te lezen. De voorzitter, die al van half zes af met groeiende onrust naar de klok had zitten kij ken, profiteerde van deze schoone gelegenheid om de vergadering te sluiten. De ehreen Gerritsz, Van Dam en Bijvoet beloofden elkander, dat over dat verschil van meening het laatste woord nog niet gesproken is. Indien de gemoederen vóór hedenmiddag niet tot bedaren zijn gekomen, kan deze strijd tusschen drie advocaten een aardige sprint worden in deze Zesdaagsche. Aan den Raad der gemeente is een adres gezonden, door den „Nederlandschen Bioscoop- Bond", waarin opgemerkt wordt, dat in Haarlem nog steeds een verbod bestaat tot het geven van bioscoopvoorstellingen op den eersten Paasch-, Pinkster- en Kerstdag. Adressant acht dit verbond niet noodig ter bescherming van hen, die deze dagen in een naar hun inzicht passende stemming willen doorbrengen, daar de bioscoop-voorstellingen in afgesloten gebouwen gegeven worden, zoodat niemand daaraan eenigen aanstoot behoeft te nemen of eenigen last of hinder daarvan be hoeft te ondervinden. Door dit verbond, aldus het adres, wordt ech ter getroffen een groote groep van menschen, die op deze dagen een gepaste ontspanning of een gepast vermaak niet ongeoorloofd achten en daarom, zooals gewoonlijk, in een bioscoop of een andere inrichting van vermaak die ontspan ning of dit vermaak wenschen te zoeken. Deze groote groep van menschen, waaronder zich ook bevinden personen, die in kosthuizen en logementen wonen en daarom hun huiselijke omgeving missen, worden gedwongen de stad te verlaten en elders hun vermaak te zoeken, ter wijl, zoo wordt voorts gezegd, de ondervinding ge leerd heeft, dat inderdaad op deze dagen zeer velen zich naar de omliggende gemeenten van Haarlem begeven, waar overal de bioscopen en andere inrichtingen van kunst en ontspanning geopend zijn. Uit het voorgaande volgt, concludeert adres sant, dat, mede in aanmerking nemende de in geheel ons land op dat punt bestaande verhou dingen, de toepassing van de verouderde Zon dagswet van 1815, zooals die bü uitzondering in Haarlem geschiedt, niet alleen geen doel heeft, maar uitsluitend tengevolge heeft, dat eenige belangrijke ondernemingen in de gemeente in ernstige mate financieel gedupeerd worden en ook de gemeentelijke fiscus een niet onaanzien lijke bate aan Vermakelijkheidsbelasting derft. Op grond van het vorenstaande, verzoekt de Nederlandsche Bioscoop-Bond Uwen Raad bij B. en W. te willen aandringen op intrekking van het verbod om op den eersten Paasch-, Pinkster en Kerstdag bioscoopvoorstellingen te geven. Mr. dr. P. J. Wit- teman heeft het lidmaatschap van ien Bloemendaal- schen raad aan vaard. In den j.l. Zondag gehouden Internationalen Kwartetwedstrijd, welke uitgeschreven was door het Solokwartet „De Toonkunst" te Eindhoven en waaraan Duitsche en Belgische gezelschap pen deelnamen, behaalde het Haarlemsche so lokwartet „Euphonia" den eersten prijs en een eereprijs. Het dubbel-kwartet „Inter Nos" behaalde in zijn af deeling (12 deelnemers) den derden prijs en tweeden eereprijs. Dit mag een mooi suc ces genoemd worden, daar in beide afdeelin- gen de concurrentie zeer zwaar was. Beide kwartetten stonden onder leiding van Nico Hoogerwerf. Woensdagavond werd in Hotel Royal aan het Stationsplein een buitengewone ledenvergade- rihg van de Haarlemsche Reddingsbrigade voor Drenkelingen gehouden. In zijn openingswoord verzocht de voorzitter, de heer Joh. M. Schmidt, de aanwezigen, staande het overleden lid van de technische commissie, den heer Dr. Merens, te herdenken. Ontroerd memoreerde hij, dat dit nu de twee de keer, kort achtereen, was, dat hij een over leden lid van onschatbare waarde voor de Bri gade moest herdenken: in Augustus was het de heer T. Peltenburg, nu dr. Merens. Na deze korte plechtige herdenking werd overgegaan tot het voorlezen der notulen, wat bij afwezigheid van den secretaris, den heer Munsterman, door den voorzitter geschiedde. Na eenige opmerkingen van den heer Schmidt zelf werden zij goedgekeurd. De heer Schmidt deelde vervolgens mede, dat door het overlijden van Dr. Merens een vaca ture was ontstaan in de technische commissie. Besloten werd, den heer Dr. Maurits candidaat te stellen. Een drie-tal stukken waren ingekomen, n.l. een bedankbrief van den heer Munsterman, die wegens verhuizing naar elders, als lid moest bedanken, voorts een schrijven van den Onge vallen Dienst, waarbij de leden werden uitge- noodigd een filmavond bij te wonen; en ten slotte voor den heer De Bruin Jr. een diploma van de Kustwacht, door hem dezen zomer be haald. Hierna werd aan den heer L. Hommels, die dezen avond de gast van de Brigade was, na mens het Carnegie-fonds overhandigd een ge tuigschrift in lijst voor een dezen zomer door hem verrichte moedige redding van een dren kelinge uit zee. Ter vergoeding van daarbij op- geloopen schade ontving de heer Hommels te vens een geldbedrag. De favorieten van KempenPijnenburg heb ben dus de overwinning behaald, wij heb ben het de vorige week dus bij het rechte eind gehad, al zijn wü er nu meer dan ooit van overtuigd, dat het noemen van een favoriet voor den aanvang van de zesdaagsche niet meer is dan raden. Van KempenPijnenburg hebben bewezen in derdaad met kop en schouders boven de andere renners uit te steken, maar zonder hulp van eenige andere rijders zouden zelfs zij niet zoo gemakkelijk aan de overwinning zijn gekomen. Wie van de twee de beste is, werd ons meer malen gevraagd. Het antwoord hierop is moei lijk te geven. Van Kempen is een uitnemend tacticus, misschien wel de beste tacticus van de zesdagenrijders. Pijnenburg lijkt ons iets snel ler dan van Kempen, die echter ook in „racen" een van de besten is. „De Pijn" kan er heerlijk vandoor gaan. En in de bocht laag den kortsten weg nemend, iederen centimeter als het ware uitbuitende. Beiden zijn in den sprint, nagenoeg onver slaanbaar, want denk niet, dat Pijnenburg geer. kaas van tactiek gegeten heeft. Verre van dat, Hij kan niet veel meer leeren van zijn ouderen partner. Na van Kempen—Pijnenburg willen we aller eerst Rausch-Huertgen noemen, twee onver moeide strijders, die den Hollanders het vuur na aan de schenen hebben gelegd. Beiden zijn racers van de bovenste plank en hun stijl is bewonderenswaardig. CharlierDeneef hebben schitterend partij gegeven. Het scheen Maandag en Dinsdag niet tusschen hen te boteren, ondanks het vloekver bod gingen belden te keer, dat de vonken eraf spatten. Of is het vloekverbod niet van kracht op buitenlanders zonder „vast domicilie in Ne derland"? Beiden munten uit in de achtervol ging, spelen echter geen rol in den sprint. Thans het populaire koppel WalsBraspen ning. De „Bras" heeft, ondanks dat hij de baan veel te licht vond voor een rijder van zijn type, bewonderenswaardig partij gegeven. Hij zal nog menige zesdaagsche rijden, daar zijn wij van overtuigd. Mocht hij voor den sprint niet zoo geschikt zijn, tijdens een lange jacht is Braspenning in zijn element en een grooten steun voor zijn koppelgenoot. En nu Wals, volgens de Fransche pers de groote openbaring van deze zesdaagsche. Inder daad, hij is de man geweest, die gezorgd heeft, dat er tijdens kalme momenten strijd was en onvermoeibaar liep hij tijdens een jacht steeds weg. Een ontzettende vaart kan ook Cor ont wikkelen. En in de sprint voelt hij zich op zijn plaats. Menig puntje werd door hem binnenge sleept. De Franschen WambstBroccardo zijn ons tegengevallen. Wij hadden meer van hen ver wacht. Op eigen initiatief liepen zij slechts zel den uit en in den sprint waren zij ver te zoeken. Jan van KempenBogaert hebben, tegen de verwachtingen in, deze zesdaagsche uitgereden. Bogaert heeft zich schitterend geweerd en on danks een blessure moedig volgehouden. Bravo Cesar, ook jij zult je weg wel vinden. Jan van Kempen, waarvan zoo een groote roep vooraf ging, is ons tegengevallen. Jan was beter in den sprint dan in de achtervolging of tijdens het uitloopen. Dinale —van der Heijden hebben zich de laat ste twee dagen onderscheiden door hun onver' zettelijken wil, een gedeelte van hun achter stand in te halen. Van der Heijden, die voor het eerst aan een zesdaagsche deelnam, kan met groote tevredenheid terugzien op zijn pres taties. Hij is het type van Braspenning, schit terend in de race, niet te vinden in den sprint. Dinale, de komiek van de R. A. I„ heeft ge toond, dat hij behalve den pias spelen ook rijden kan. Hij behoort tot het genre middel matige zesdagenrijders, die nu eens uitblinken, dan weer, zooals de volksterminologie luidt, „een reuze sof" zijn. Goebel en Schorn, de Duitschers, hebben momenten gehad, dat zij schitterden en andere momenten, dat zij „zoek" waren. Dat Guimbretière moest opgeven, heeft ons geweldig gespeten. De sympathieke Franschman was de rijder, die er met Cor Wals de stem ming in bracht en menige jacht veroorzaakte. Wat een puik rijdertje, die Guimbretière, geen wonder, dat hij het den Hollanders in Berlijn zoo lastig heeft gemaakt. Van Nek, die het nu heel wat beter maakt, heeft schitterende staaltjes van zijn kunnen la ten zien. Die Klaas wordt nog eens een goede zesdagenrijder, daar valt niet aan te twijfelen. Van Hout lijkt ons minder geschikt voor dergelijk soort wedstrijden en wü gelooven dan ook niet, dat hij op dit gebied een groote toe komst tegemoet gaat. Laat hij zich eerst eens gaan toeleggen op de verbetering van Egg's uurrecord, dat hem zoo na aan het hart ligt! Ook in van der Horst zien wij geen opko mende zesdagenster. De Franschman Peix is verbazend snel en in die dagen, dat wij hem aan het werk heb ben gezien, heeft hij zich best geweerd, al ge looven wij, dat hij het voornamelijk van den sprint moet hebben. De Belgen Rielens—van Buggenhout zijn van mindere klasse. De jury heeft vele fouten begaan en het ge beurde dikwijls, dat de puntentelling niet klop te, om van ae juistheid der klassementen maar niet te spreken. De samenwerking met de pers liet eveneens veel te wenschen over. De pers commissaris, de heer S. Vaz Dias, heeft echter al het mogelijke gedaan de bladen zoo snel en volledig mogelijk in te lichten. En nu gaan wij over tot het bespreken van de zesdaagsche zelf. Dat zij financieel een suc ces is geworden, niemand zal er aan twijfelen. Sportief is zij zeer zeker geen succes ge weest. De verzekering van de directie, dat er voor gezorgd zou worden, dat de zesdaagsche in Amsterdam ook sportief in orde zou zijn, is niet bewaarheid geworden. Ook wü zijn getuige geweest, evenals de Ber- lijners en de Parijzenaars ieder jaar, van com bines, afspraken, onbeantwoorde üitloopingen etc. Ook wij hebben kunnen constateeren, dat een zesdaagsche geen sport is, ook niet in Am sterdam, maar zuiver sensatie, angst, spanning, waaraan een ieder tegenwoordig behoefte schijnt te hebben. Wij willen dit niet veroordeelen op deze plaats, het is nu eenmaal de mentaliteit van den mensch, die gaarne opgezwiept wil worden. Maar sport? Neen, dat is deze zesdaagsche niet geweest. Het was zuiver een kijkspul, een specialiteitenvoorstelling, maar dan een van de bovenste plank, waar wij ons dikwijls best bij geamuseerd hebben. Zaken zijn zaken, maar noem een zesdaag sche toch alsjeblieft geen sport meer...,, Onder applaus van de vergadering nam hij het fraaie getuigschrift in ontvangst. De voorzitter deelde hierop mede, dat hij tot zijn spijt het volgende agenda-punt: belang rijke bestuursmededeeling, moest laten verval len, daar hierover nog eenige besprekingen moesten worden gevoerd, zoodat vervolgens aan de orde kwam de bespreking van de aanstaande viering van het twintig-jarig bestaan van de Haarlemsche Reddingsbrigade. Na de rondvraag, waarbij nog enkele zaken van huishoudelijken aard werden besproken, werd de vergadering besloten. Vijf Rotterdammers reden op Hemelvaarts dag van dit jaar in een luxe auto naar Am sterdam, om daar een voetbalwedstrijd bij te wonen. Toen ze bij Haarlem op den Wagenweg reden, wilden ze twee auto's, die al naast elkan der reden, inhalen, met het gevolg, dat de wagen geheel links van den weg kwam. In de richting Bennebroek reden op het fietspad, dat door een dubbele rij keien van den asphaltweg gescheiden is, twee jongens van ongeveer 17 jaar. De auto met de voetbal-enthousiasten raakte de fiets, waarop de Haarlemmer Nico Waasdorp was gezeten; de jongen werd over het stuur geslingerd en viel met zijn hoofd tegen den trottoirband, waar hij bewusteloos bleef liggen. Korten tijd daarna overleed hij door hersenschudding en zware hoofdwonden. Gisteren moest de bestuurder van den auto, de 52-jarige handelsreiziger E. O. te Rotter dam, terecht staan wegens „door door schuld" voor de Haarlemsche Rechtbank. Dr. J. P. L. Hulst verklaarde als deskundige de doodsoor zaak. De vriend van het slachtoffer gaf een uitvoerige beschrijving van het ongeval. Het was druk op den weg en er reden veel auto's; juist op het moment dat de drie auto's elkaar wilden inhalen, gebeurde het verschrikkelijke. Verschillende getuigen verklaarden, dat de auto wel een vaart van 50 K.M. gehad moet hebben. Verdachte deelde mede, dat hij zijn wagen in de eerste versnelling had staan en dat hij niet harder dan 12 tot 15 K.M. reed. President: Hebt u op uw snelheidsmeter ge constateerd, dat u zooveel kilometer vaart had? Verdachte: Precies, edelachtbare! President: En aan de politie hebt u gezegd, 4 a 5 K.M. Maar dat achtte u natuurlijk zelf later belachelijk. Men haalt twee auto's te gelijk niet in met een vaart van vijf kilometer! U hebt wel precies gekeken! Er ontspon zich dan een heftig debat tus schen president, rechters en de verdediger van den verdachte. Mr. W. A. Hoek te Schiedam. De vier inzittenden werden namelijk gehoord en zij gaven zoo'n absoluut onmogelijke be schrijving van de situatie, dat er geen touw aan vast te knoopen was. Mr. Vrijberghe de Coningh: U speelt een beetje film voor ons. U vertelt nonsens, de wiel rijders komen bij u zoo maar uit de lucht gevallen! Verdediger: Mijnheer de President, dat mag u niet toelaten. Dan had ik dergelijke opmer kingen wel kunnen maken bij het getuigen verhoor a charge, dat even onwaarschijnlijk was op vele punten. Nadat de getuigen a décharge nog van ver schillende zijden zwaar aan den tand gevoeld zijn en de verdediger zich heftig tracht te we ren is het woord aan den officier van justitie, Mr. A. R. Andringa. De officier achtte de getuigenverklaringen a décharge waardeloos en het betoog van ver dachte ongelooflijk. De dood van het jonge slachtoffer is wel degelijk te wijten aan den automobilist. Zijn rijden was meer dan schan delijk, hij haalde op een drukken weg met vrij groote snelheid twee voertuigen, die elkaar reeds passeerden, in, waardoor ongelukken ge maakt moesten worden. De fietsers moeten veilig zijn op het rijwiel pad. Men wil van hoogerhand, dat zware straf fen voor roekelooze rijders geëischt worden en de officier wil zich daar ditmaal zeker niet aan onttrekken. De houding van verdachte was na het ongeluk meer dan treurig. Hij wachtte niet tot de politie kwam en ging rustig met zijn vrienden naar de voetbalmatch, terwijl het slachtoffer stervende was. Als omstaanders het nummer van zijn wagen niet zouden hebben opgenomen, was de zaak misschien nooit uit gekomen. Door niet op de politie te wachten, heeft verdachte het bewijs geleverd, schuld te voelen. Als hij in de war was, had hij zeker niet mogen doorrijden, er zouden dan nog meer ongelukken uit voort gekomen zijn. Spreker eischte een hechtenisstraf van zes maanden. De verdediger hield een uitvoerig pleidooi, achtte het tenlastegelegde niet bewezen en vroeg vrijspraak. Uitspraak 8 December a.s. 27 November viert het echtpaar G. Dekker en N. Duin te Beverwijk zijn gouden huwelijks feest. In een nota naar aanleiding van het verslag der Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot credietverleening aan de haringdrijfnetvisscherij geeft de Minister van Economische Zaken en Arbeid in verband met den in het verslag uit gesproken wensch een meer volledige uiteen zetting van de te treffen regelen. Het doel van deze steunregeling bestaat hier in, dat de haringreeders in staat gesteld wor den tijdelijk haring op te slaan, teneinde deze niet op een ongunstig moment te behoeven te verkoopen doch den verkoop van deze haring over een langer tijdvak te kunnen verdeelen. Om dit doel te bereiken, bestond er niet al leen behoefte aan crediet, doch is ook een prijsregelend optreden gewenscht, waartoe een commissie, als in de memorie van toelichting werd medegedeeld, is ingesteld. Hetgeen meer aangevoerd wordt dan op den publieken afslag tegen de vastgestelde prijzen kan worden ver kocht, wordt opgeslagen, welke opslag uit het steuncrediet zal worden gefinancierd. Tenein de een centrale regeling mogelijk te maken, treedt de reedersvereeniging op als interme diair bij de credietverleening. Bij de wekelijk- sche prijsbepaling wordt steeds rekening ge houden met de hoeveelheid opgeslagen haring, zoodat bij een doeltreffende prijsbepaling be reikt kan worden, dat de opgeslagen voorraden tijdig of althans vóór den aanvang van de nieuwe teelt kunnen worden geruimd. Met den steun wordt dan ook niet anders be oogd dan het in de vaart houden van die schepen, welke reeds aan de haringvangst deel namen, teneinde te bereiken dat deze schepen zooveel mogelijk het normale aantal reizen zou den kunnen doen. Thans kan al geconstateerd worden, dat reeds opgeslagen haring wordt verkocht. Zoodra de marktprijs n.l. boven den door de prijszettings commissie vastgesteldeh grensprijs komt, be staat er gelegenheid om een gedeelte van de opgeslagen haring met winst te verkoopen. 1 Het is gedurende de laatste dagen reeds voor gekomen, dat de prijs bij den publieken afslag zich bewoog boven den vastgestelden grens prijs. Dit neemt echter niet weg, dat indien de omstandigheden zulks noodzakelijk zouden ma ken, ook beneden den grensprijs opgeslagen haring zou kunnen worden verkocht. De reedersvereeniging telt 67 leden, die in totaal over 264 schepen de beschikking hebben. Er zijn 7 niet-aangesloten reeders, die 24 sche pen bezitten. Deze 74 reeders omvatten het ge heele haringsvisschersbedrijf in Nederland. De met de Reedersvereeniging te treffen re geling draagt een zoodanig karakter, dat niet- aangesloten reeders daaraan ook zullen kun nen deelnemen De heer E. H. Krelage, voorzitter der Alg. Vereeniging voor Bloembollencultuur schrijft in de N. R. Ct.: De bloembollenexport-cijfers naar Amerika in K.G. zijn sedert den oorlog als volgt: 1919 4.906.283 1926 8.037.837 1920 5.544.611 1927 8.618.069 1921 7.242.937 1928 8.783.918 1922 8.431.013 1929 6.495.418 1923 8.429.697 1930 8.724.270 1924 9.419.620 1931 5.827.543 1925 10.430.802 Het hoogste punt werd dus bereikt aan den vooravond van het invoerverbod voor Narcissen, dat in dat jaar een sterk toegenomen invoer van het artikel tengevolge had. Daarna een onregelmatige teruggang, die vooral in 1931 zich duidelijk afteekende wegens de verhooging van het invoerrecht voor Tulpen van 2 doli op 6 doll, per 1000 bollen. Aan deze twee oorzaken van den afnemenden invoer: het Narcissen verbod en het verhoogde recht op Tulpen, kan als derde worden toege voegd de buitengewoon slechte economische toe stand in de Vereenigde Staten. Deze drie oorzaken zijn zoo ernstig, dat zelfs de onverflauwde energie der Nederlandsche bol- lenreizigers den teruggang van den omzet niet heeft kunnen voorkomen. Juist hun onderlinge concurrentie, die in het artikel wel wat heel zwart wordt voorgesteld, heeft in niet geringe mate medegewerkt, om den invoer in Amerika in vroeger jaren op te voeren tot een peil, dat op andere wijze niet zou zijn bereikt. De bedrijfskosten (waarmede bedoeld zal zijn de salarissen en reiskosten der reizigers in Amerika) bedragen 25 pet. De toestanden in den bollenhandel zijn ech ter zoo geheel verschillend van die in den Californischen fruithandel, en het artikel met zijn ontelbare handelssoorten is zoo weinig te vergelijken met den veel eenvoudiger fruithandel en zelfs met den Japanschen leliehandel, dat het a priori uitgesloten is, dat methodes, die voor laatstgenoemden handel gunstig gebleken zijn, voor den bollenhandel op Amerika van toepassing zouden kunnen zijn. Men tracht stemming te maken voor de ves tiging van een centraal verkoopskantoor te Nfew York. Dit denkbeeld is vroeger ook in de bloem bollenwereld ernstig overwogen maar onuit voerbaar gebleken. Het is hier de plaats niet, daarover in technische bijzonderheden te tre den. Hoewel belangstelling van buitenstaanders, indien ze althans belangeloos is, gewaardeerd kan worden, kan men de behartiging hunner belangen waarlijk wel aan de bloembollenexpor teurs zeiven overlaten, n'en déplaise de bijzon dere correspondent, die hen daarvoor te stum perig vindt. Onder de motieven voor dit plan wordt nog gewezen op de oplichterij, die ondanks de waar schuwingen door bemiddeling van de Neder landsche consulaten en Kamers van Koophandel in het buitenland verspreid, toch soms nog slachtoffers maakt, die aan een onbekende geld zenden zonder er bollen voor te ontvangen. Men stuit hierbij vooral op de lichtvaardigheid waar mede advertenties van onbetrouwbare aanbie dingen door de groote bladen geplaatst worden, zonder voorafgaande betaling en zonder eenige kans op latere betaling. Gelukkig hebben deze gevallen, hoe betreurenswaardig ook voor den Nederlandschen naam in 't algemeen, den bol lenhandel in 't algemeen niet geschaad. De „villabewoner die duizenden bollen recht streeks uit Nederland bestelt" kan zeker zijn van goede bediening als hij zich tot een goed adres richt. Treedt hij in belachelijk goedkoope aanbiedingen van een onbetrouwbare firma, dan kan hij natuurlijk niet verwachten iets goeds te ontvangen. Een vereeniging kan onmogelijk een „witte" lijst van betrouwbare firma's uitgeven. Z'jj is tegenover hare leden verplicht dezen allen op te geven, en zou min of meer verantwoordelijk heid op zich nemen voor de wijze waarop de bestellingen worden uitgevoerd. Dit gaat niet. Ook al is men ten volle overtuigd van de soli diteit dier opgegeven firma's. Bovendien wordt een juist oordeel over de wijze van uitvoering zeer bemoeilijkt door verkeerde behandeling der bollen door den kooper. De bloembollenexport op Amerika zou dan ook gebaat zijn met: 1. afschaffing van het invoer verbod op Narcissen. 2. verlaging van het in voerrecht op Tulpen en 3. verbetering van den algemeenen toestand in Amerika.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5