IN EN OM HAARLEM
Prikkeldraad
Het Westfriesch kanalenplan
bekende haarlemmers
Het rechtsgebied van Amsterdam
DINSDAG 29 NOVEMBER
Een pijnlijke geschiedenis
DE WIJZIGINGEN
Zeer groote afstanden
HET VOOR EN TEGEN
Van practisch nut?
Net als bij ons
NOORDWIJKS ONVRIJE
DUINEN
Einde aan hinderlijken maatregel?
PHILIP WOUWERMAN
ST. NICOLAAS EN DE
PAKKETPOST
JUBILEUM
POPPEN-MOEDERTJE
Ze had het niet durven hopenmaar Sinterklaas heeft haar
toch zoo'n snoes van een pop cadeau gedaan
Bezwaren tegen de opheffing van
de rechtbank te Alkmaar
VERDWIJNEND
STOOMTRAMMETJE
PERSONALIA
Betere vaarwegen
Critiek
Ernstiger critiek
Voorstanders
Conclusies
HET TRAWLVISSCHERIJ-
BEDRIJF
Duistere toekomst
LEEKENAPOSTOLAAT
■iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Er speelt zich, naar aanleiding van de alge
meene beschouwingen op de begrooting, in den
Haarlemschen Raad een pijnlijke geschie
denis af.
Door vele raadsleden werd uit den aard der
droevige tijdsomstandigheden, waarin wij leven,
gesproken over werkloosheid, werkverschaffing
en werkverruiming en daarbij werd door
enkele leden ook een plan voor werkverruiming
in de debatten betrokken, ontworpen door een
Haarlemschen journalist.
Tot nu toe hebben wij maar hoogst zelden
van het plan van dezen collega melding ge
maakt, wijl wij overtuigd waren, dat zijn gees
teskind vanzelf en spoedig een zachten dood
zou sterven. Maar nu door den heer Gerritsz,
wethouder van Openbare Werken, de porte
feuille-kwestie is gesteld en hij waarschijnlijk
zal aftreden, indien de ook door andere raads
leden gesteunde motie van den heer Visser,
waarbij B. en W. worden uitgenoodigd het
plan aan een commissie van raadsleden in
studie te geven, zou worden aangenomen,
blijkt het ontwerp meer belangstelling te heb
ben verwekt, dan wij aanvankelijk mochten
aannemen.
„Er zijn dan toch maar vele menschen, die
instemming met het plan hebben betuigd",
antwoordde de heer Visser op een uiting van
den heer Gerritsz, waarin deze het plan als
Waardeloos betitelde. De heer Gerritsz zeide,
dat hij van „instemming" niets bemerkt had,
doch dat hij alleen van wat belangstelling,
wat belangstelling uit beleefdheid, had ge
hoord, belangstelling van menschen, die den
bewerker met een kluitje in het riet wensch-
ten te sturen, zonder hem voor het hoofd te
stooten.
Wij zijn dat met den heer Gerritsz eens.
Van instemming door lieden, op wier oordeel
in dergelijke zaken prijs moet worden gesteld,
is het heele geval zoo goed als niets gebleken.
Alleen zijn door den journalist gepubliceerd
beleefde antwoorden op zijn uitdrukkelijk ge
daan verzoek om een oordeel over zijn plan
Vit te spreken. Slechts mindere goden, de ant
woorden van autoriteiten op economisch gebied
Waarschijnlijk verkeerd interpreteerende, lieten
zich wat positiever vóór uitvoering van het
Plan uit.
Ach, hoe gaat het met die dingen?
De uitvinder loopt weken, maanden, met zijn
idee rond, werkt het uit en is natuurlijk
volkomen te goeder trouw en eerlijk over
tuigd van de voortreffelijkheid zijner denk
beelden. Hij zet ze op papier en geeft het plan
ter beoordeeling aan degenen, wier meening
bij wenscht te weten. Dezen luisteren heel dik
wijls met een half oor of lezen met een half
°og in den regel immers zijn het juist de
menschen, die het meeste werk hebben wier
oordeel gevraagd wordt en voor het doel waar
de heeft en dezen zijn tevreden als zij zien,
dat de bezoeker blij is met de verzekering, dat
»het idee verdient om met aandacht te wor
den bekeken". De kans, dat een dergelijke
Biededeeling, met de juiste intonatie over
verteld ook infecteerend op de uitspraken
van anderen werkt, is niet gering.
Even zeker is het, dat de massa door derge-
bjke frazen de waarde van het plan gaat
overschatten.
En ook de misschien niet als zoodanig be
doelde suggestieve wijze van publicatie zal
daartoe in dit geval het hare hebben bijge
dragen.
Het heeft ons verbaasd, dat de enkele des
kundigen, die iets over het plan schreven (wij
denken b. v. aan ir. Bólger) niet duidelijker
bun klaarblijkelijke afkeuring uitdrukten; wij
hvogen er misschien een uiting van groot
vespect in zien voor het werk van journalisten
bi het algemeen.
Intusschen heeft nu de heer Gerritsz met
groote vrijmoedigheid zijn meening over het
Plan gezegd. Eerst in de Memorie van Ant
woord op de Algemeene Beschouwingen en
later nog eens in den Raad. Hij prees den
Ijver van den ontwerper, maar constateerde,
dat met ijver alléén een zaak niet te redden is.
Verschillende raadsleden bleken echter door
den wethouder niet overtuigd te zijn en toen
de heer Visser de hierboven bedoelde motie
indiende, zal de heer Gerritsz wel vreemd op
gekeken hebben, dat zij werd gesteund door
andere raadsleden. Aan alles was te merken,
dat de motie hem zeer mishaagde. En in een
der beste redevoeringen, die hij ooit in den
Raad heeft uitgesproken, heeft de wethouder
Vrijdagavond het plan nog eens met groote
kennis van zaken doorgezaagd. Het R. K.
raadslid de heer Kuiper, had het een premie
genoemd op het ontslaan van werklieden door
particuliere werkgevers. De heer Gerritsz wees
er op, dat het bovendien een export
premie bevordert, waartoe de Regeering niet
dan hoogst zelden medewerkt. Uit het bijna
hartstochtelijk betoog van den wethouder
bleek overduidelijk, dat het vraagstuk der
werkloosheidsbestrijding het levenswerk van
den heer Gerritsz is. Hij wees daar trouwens
zelf op, en dat hij bijna twintig jaar secretaris
is van de Nederlandsche commissie voor werk
verruiming. Het slot van zijn rede was een
„non possumus", ik wil, ik kan de motie van
den heer Visser niet aanvaarden. Ik zou me
belachelijk maken met die opdracht uit te
voeren, zeide hij. En boos zeeg de wethouder
in zijn zetel.
Begrijpen konden wij de teleurstelling en
boosheid van den heer Gerritsz wel, maar dat
hij de portefeuille-kwestie stelde, was toch
waarlijk te veel gewicht hechten aan deze
historie.
Woensdag a.s. zal over de motie-Visser wor
den gestemd. Vermoedelijk zal zij echter vóór
dien tijd wel worden ingetrokken door den
heer Visser of anders door de meerderheid van
den Raad worden verworpen. De heer Gerritsz
zal dus om de motie-Visser niet van zijn wet
houderszetel vallen.
Is er wellicht een nog zachtere oplossing
mogelijk?
Als de heer Gerritsz den maker van het plan
eens bü zich riep en hem van de onbruik
baarheid er van overtuigde!
Dat moet voor den heer Gerritsz een kleine
moeite wezen en het had eigenlijk al veel eer
der gebeurd moeten zijn.
Bovenstaande was reeds gezet toen wij ver
namen, dat onze collega zijn plan geheel in
getrokken heeft. Hoe het nu met de motie-Vis
ser zal loopen weten wij op het moment nog
niet. Toch zouden wij de strekking van ons
artikel willen handhaven en de vraag stellen
of het ook in dit stadium niet wenschelijk zou
zijn, dat de heer Gerritsz met onzen collega
een hartelijk onderhoud heeft.
Iri het afgeloopen seizoen hebben zoowel bad
gasten als ingezetenen van Noordwijk veel
hinder ondervonden van den bekenden maat
regel van het Hoogheemraadschap van Rijn
land betreffende het verbod voor het publiek
om de z.g. onvrije duinen te betreden. Hierdoor
was het onmogelijk te wandelen of te vertoe
ven bijna in de geheele Zuidduinen en in de
geheele strandreep. in de Noordduinen.
In de begrooting voor 1933 hebben B. en W.
van Noordwijk thans een post uitgetrokken om
de openstelling van deze duinen voor het vol
gende jaar te kunnen verzekeren.
Philip Wouwerman is te Haarlem uit een be-
foemd geslacht van schilders geboren. Volgens
^vermeer is hij gedoopt 24 Mei 1619, terwijl
ahderen daarentegen 1620 als zijn geboortejaar
Vermelden.
Een prent van zijn leven is zeer weinig be
kend, waarschijnlijk is hij in de leer geweest
bij Jan Wijnants en Pieter Verbeek, terwijl ook
Saenredam wel eenigen invloed op hem schijnt
gehad te hebben.
Van ueze laatsten heeft hij dan in ieder ge-
val zjjn levendige wijze van schilderen over
genomen, waarbij hij zich vooral voor dieren
het algemeen en paarden in het bijzonder
'hteresseerde.
°°k zijn van hem eenige landschappen be-
ehd, terwijl andere schilderijen weer veldsla-
®eh en vooral jachtpartijen, zijn meest geliefd
Verwerp, afbeelden.
b Wouwerman heeft, behalve gedurende enkele
li®hlandsche reizen, zijn geheele leven lang
en arlem gewoond en is er in 1668 gestorven
°P 23 Mei van dat jaar begraven.
atl zijn vele schilderijen zijn eenige in het
hui Useum Amsterdam en het Mauvits-
lanrt te Den 111 aar de meeste ir. Buiten-
scha musea geplaatst.
'JR geboortestad heeft een straat naar hem
8"hoejnd.
De directeur van het Post- en Telegraaf
kantoor brengt ter kennis van belanghebben
den, dat het tijdens de St. Nicolaasdrukte
noodzakelijk is voor een doelmatige en ste
vige verpakking der te verzenden postpakket
ten zorg te dragen.
Het gebruik van stevig pakpapier en sterk
touw wordt dringend aanbevolen.
Het verdient aanbeveling in de pakketten
een tweede adres in te sluiten.
Vasthechting van het adres op de pakketten
door middel van lak is niet toegelaten.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat het
hoofdkantoor, de bijkantoren Heemstede, Bloe-
mendaal, Overveen en de postagentschappen
tot 18 uur en de bijkantoren Tempeliersstraat,
Frans Halsstraat en Aerdenhout tot 17 uur ge
opend zijn voor het aannemen van postpak
ketten.
Maandag 5 December a.s. zal het 25 jaar ge
leden zijn dat de heer P. H. Lambooy bij de
Gemeente-Reiniging in dienst trad.
Aan het Voorloopig Verslag over de wets
ontwerpen tot nieuwe vaststelling van het
rechtsgebied en de zetels der rechtbanken en
kantongerechten ontleenen we, ten aanzien van
het rechtsgebied van het gerechtshof te Am
sterdam, nog het volgende:
Met het voorstel tot opheffing van de recht
bank te Alkmaar verklaarde men vrijwel al
gemeen zich niet te kunnen vereenigen. Men
was van oordeel, dat zonder behoud van ö:t
college geen doelmatige indeeling van Noori-
Holland benoorden het IJ te verkrijgen is, ter
wijl ook hier de kans op bezuiniging van eeni
gen omvang gering werd geacht.
Men vestigde allereerst de aandacht op de
zeer groote afstanden, die de bewoners van het
grootste gedeelte van het tegenwoordige ar
rondissement Alkmaar zullen moeten afleggen,
teneinde zich te begeven naar de rechtbank te
Haarlem of Amsterdam. Immers Den Helder
ligt 76 KM van Haarlem verwijderd, Enkhuizen
63 KM van Amsterdam, terwijl Wieringen uit
Amsterdam alleen via Schagen te bereiken is;
(ruim 80 KM); over het eiland Texel, vanwaar
het des winters niet mogelijk is op één dag
heen en weer te reizen naar Haarlem, wordt
dan nog gezwegen.
De toestand in Noord-Holland zal nu zoo
worden, dat de twee eenige rechtbanken ge
legen zijn in de onmiddellijke nabijheid van de
Zuidgrens der Provincie, op een onderlingcn
afstand van slecht 19 KM, die in 14 minuten
kan worden afgelegd, terwijl de rechtgebieden
dezer colleges zich als twee smalle evenwijdige
strooken naar het Noorden uitstrekken.
Gewezen werd op het bijzonder karakter
van het arrondissement Alkmaar als land- en
tuinbouwstreek; deze rechtbank heeft zich dan
ook min of meer gespecialiseerd op al die za
ken, die op land- en tuinbouw betrekking heb
ben. Gevreesd werd, dat de rechtbanken in de
groote steden Amsterdam en Haarlem van de
daarbij betrokken belangen en van den aard
der bevolking minder op de hoogte zullen blij
ken te zijn.
De bevolking en de oppervlakte van het ar
rondissement Alkmaar zoo werd verder be
toogd zullen toenemen door de droogmaking
der Zuiderzee. Voorloopig valt te rekenen op
pl.m. 20.000 inwoners in de Wieringermeer; in
dien echter de Z. W.-polder aan de beurt komt,
zal daar nog een veel grooter aantal aan wor
den toegevoegd.
Het aantal zaken, dat deze rechtbank te be
handelen heeft, is volstrekt niet zoo gering, dat
haar opheffing op dien grond noodzakelijk
ware. Neemt men daarbij in aanmerking, dat
deze zaken worden afgedaan door een presi
dent en slechts 4 rechters, dan blijkt, dat de
leden van dit college geenszins over gebrek aan
werk te klagen hebben. In ieder geval zouden
de rechtbanken te Amsterdam en Haarlem
moeten worden uitgebreid om de zaken uit de
vergroote rechtsgebieden te kunnen verwerken.
Daarmee wordt reeds een deel van de anders
wellicht te verwachten bezuiniging te niet ge
daan.
Alkmaar bezit een nieuw Huis van Bewaring,
dat zal moeten worden gesloten en voor wei
nig geld verkocht. Zal dan echter zoo vroeg
men geen uitbreiding noodig worden te
Haarlem en Amsterdam?
Men meende te weten, dat het paleis van
Justitie te Amsterdam reeds thans te klein is
Hoe zal het dan mogelijk zijn, het ressort dei-
arrondissementsrechtbank aldaar nog te ver-
grooten zonder tot uitbreiding van dit gebouw
over te gaan? Dergelijke maatregelen zouden
echter zulke kosten meebrengen, dat behoud
van de rechtbank te Alkmaar nog wél zoo vocr-
deelig zou zijn.
Op grond van het vorenstaande meenden
verscheidene leden dat indien één recht
bank in Noord-Holland zou moeten wor
den opgeofferd eerder Haarlem daarvoor in
aanmerking zou dienen te komen dan Alkmaar.
Zij zouden in dat geval het Amsterdamsche ge
rechtshof willen overbrengen naar Haarlem.
Andere leden verklaarden met een derge-
lijken maatregel niet te kunnen instemmen.
Eenige leden meenden echter, dat zoowel
Haarlem als Amsterdam zouden kunnen worden
behouden en dat toch een besparing te berei
ken is; door n.l. de tegenwoordige kantons
Zaandam en Purmerend grootendeels bij Alk
maar te voegen zou het mogelijk zijn, de thans
vrij sterke bezetting van Haarlem aanzienlijk
te verminderen, zonder die van Alkmaar te ver
meerderen. De Zaanstreek zou hierop niet ach
teruit gaan, daar haar verbinding met Alk
maar beter is dan die met Haarlem, onder welke
rechtbank zij thans ressorteert. Het Zuid-ooste
lijk gedeelte van Waterland (nu tot het kantor.
Purmerend behoorend) zou dan bij Amsterdam
gevoegd moeten worden.
Vele leden waren van oordeel, dat het kanton
Zaandam niet bij Amsterdam gevoegd behoort
te worden, doch dient te blijven voortbestaan.
Zij achtten dit noodzakelijk, reeds op grond van
den bijzonderen aard der „Zaankanters". Ook
meenden zij, dat dit kanton met zijn plm. 68000
inwoners voldoende reden van bestaan heeft om
de instandhouding te wettigen; bovendien kan
een deel van het kanton Purmerend, dat eei-
der zou kunnen worden prijsgegeven, er aan
worden toegevoegd.
Ook tegen opheffing yan het kantongerecht
te Schagen bestond bij een aantal leden be
zwaar.
Zeer vreemd achtte men de indee'ing van
Wieringen bij het kanton Hoorn, welks hoofd
plaats van Wieringen uit voorshands slechts
via Schagen en Heer Hugowaard te bereiken is.
Deze gemeente is met den Helder verbonden
door een goede autobusverbinding. Welke af
doende reden is er, zoo werd gevraagd, om nu
bepaald de geheele Wieringermeer bij Hoorn te
willen indeelen? Men zag in, dat indeeling ook
van het zuidelijk gedeelte van dezen polder Dij
den Helder moeilijkheden zou opleveren, doch
men kon niet begrijpen, waarom (zij het wel
licht tijdelijk) de belangen van Wieringen zou
den moeten worden opgeofferd.
Indien het in de bedoeling ligt de Wieringer
meer spoedig als een eigen gemeente te orga-
niseeren, welk bezwaar is er dan tegen een tij
delijke verdeeling over twee kantons?
't Reizen per stoomtram in deze dagen vergt
van de passagiers een Jobsgeduld, aldus schrijft
men ons uit Hillegom. Men weet op tijd
zijnde wel wanneer men instapt, maar niet
wanneer men aankomt. Vertragingen van een
half uur zijn heel gewoon, af en toe wordt deze
een uur en dan is die tram tenminste weer op
tijd, doch de volgende is alweer over tijd. Men
ziet kans op het traject HillegomSassenheim
een vertraging te verkrijgen van drie kwartier,
terwijl dat traject volgens de dienstregeling
slechts een half uur vordert.
Het personeel doet zijn best om vertraging
te voorkomen, maar af en toe gaat een ma
chine uit het goede spoor (de vorige week reeds
driemaal) en het is weer mis; dan moet men
wachten op een aansluiting van de oude baan
aan de nieuwe en een anderen keer ligt een
montagewagen voor de bovenleiding in elkaar.
Het lijkt wel of alles erop gezet wordt het pu
bliek naar de electrische te doen verlangen. Wij
hebben veel respect voor het personeel, dat den
dienst moet onderhouden; dat het niet zenuw
ziek wordt vindt wellicht zijn oorzaak in het
feit, dat het maar gewone menschen zijn. Dat
vanwege de directie geen maatregelen getrof
fen worden om verbetering te brengen, be
vreemdt echter sterk. In deze dagen is een goed
functionneerende telefoon zeker een vereischte.
Welnu, een drietal toestellen was verscheidene
dagen defect vóór men tot herstelling overging
en dat terwijl het bedrijf over electriciens be
schikt.
Een mededeeling dat de tram ontspoord is,
wordt in Leiden niet verstrekt. Men deelt al
leen mede dat de tram er nog niet is, iets wat
de passagiers zelf wel zien en het is voorge
komen, dat een beambte passagiers raadde met
de electrische naar Oegstgeest te gaan, dan
konden ze wel weer zien!! Ja, dan zagen ze
het wel weer, n.l. dat er geen tram was en als
zich geen vrachtauto over de menschen had
ontfermd, waren ze te laat gekomen voor het
ziekenbezoek in de Stichting Vogelenzang.
Laat de directie haar personeel instructies
geven het publiek naar waarheid in te lichten,
zoodat men dan beslissen kan per bus of trein
de reis voort te zetten. Indien een andere
firma zoo met haar afnemers omsprong, was
het spoedig met haar gedaan. Hopen we, dat
het euvel der vertraging spoedig verholpen zij.
Men spreekt reeds dat op 15 December het
traject Leiden—Lisse electrisch zal worden.
Eerlijkheidshalve moeten we er tenslotte bij
voegen, dat des Zondags de dienst normaal is.
Dit zal wel komen doordat er dan aan de elec-
trificatie der baan niet gewerkt wordt.
Onze stadgenoote mej. B. J. van Maas is
met ingang van 1 December benoemd tot on
derwijzeres aan een bijzondere school te
Brielle.
Holland is een waterrijk landje, altijd ge
weest en zal het ook altijd wel blijven. Speciaal
het Noordelijkste deel van Noordholland (de
omgeving van Schagen en Alkmaar) is be
roemd (en berucht!) om zijn polders en pol-
dertjes, zijn kanalen en vaarten, zijn brug
getjes en molens. De strijd tegen het overtol
lige water is voor de reeds genoemde polders
en poldertjes, waterschappen en waterschapjes,
waarlijk geen sinecure. De stedelingen klagen
over hun hooge gemeentelijke belastingen, maar
de bewoners van een waterschap niet minder
over hun hooge waterschapslasten, die geheel
dienen voor de bestrijding van het overtollige
water, als aanleg-, bouw- en onderhoudskosten
van stoomgemalen, loozingsboezems en wat dies
meer zij.
De Provinciale Waterstaat, het lichaam, dat
voor de kanalen en wegen in Noordholland
zorgt, meende de polderbesturen in hun strijd
tegen het water te kunnen helpen, door het
ontwerpen (en waarschijnlijk ook uitvoeren)
van een grootsch kanalenplan, n.l. een plan om
eenige nieuwe kanalen te graven, die ongetwij
feld het overtollige!' water op meer rationeele
manier in betere banen zullen leiden.
Bovendien had dit plan ten doel betere vaar
wegen in die producten-rijke streken te doen
ontstaan, wat natuurlijk de scheepvaart en
daarmede het veilingwezen en dus ook den ex
port ten goede zou komen.
Nu dateert dit kanalenplan, gewoonlijk als
het „Westfriesche kanalenplan" aangeduid, niet
van vandaag of gisteren. Het is reeds ettelijke
jaren geleden, dat dit plan geopperd werd, en
sedert dien zijn er heel wat grondboringen en
opmetingen tot groot ongenoegen van de be
treffende boeren uitgevoerd. (Schrijver dezes
heeft destijds dergelijke manipulaties zelf ook
aan de hand gehad en zou er eenige zeer ka
rakteristieke bittertafel-geschiedenissen over
kunnen vertellen!)
Daarna zijn de plannen definitief ontworpen,
besproken, gewijzigd, weer besproken, weer ge
wijzigd, weer besproken, enz., enz.
t
Ondertusschen staken ook flinke stormen
van critiek op (een oud, maar wel toepasselijk
beeld!) die de kanalenplannen van de tafel der
waterstaats-ingenieurs in de prullemand wil
den blazen. De „opwekkers" van deze stormen
bevinden zich voornamelijk onder de bestuurs
leden van verschillende polders en andere be
langhebbenden, die zich, en dikwijls zeer te
recht, in hun belangen benadeeld achten.
O.a. was als uitvloeisel van het kanalenplan
voorgesteld om de Raaksmaatboezem en de
Schermerboezem te vereenigen.
De heer A. R. Schroder, dijkgraaf van het
Geestmer Ambacht, schreef onlangs daarover
in het Noordh. Dagblad:
Het is heden met den watertoestand in het ge
bied van de Uitwaterende sluizen in Kennemer-
land en West-Friesland in en m treurig gesteld;
het doet mij tevens genoegen, dat het met Raaks
maatboezem niet zoo treurig is gesteld.
Waarom zulk een haast met het kanalenplan?
(daar houdt juist de samenvoeging verband mee).
Laten wij eens 2 a 3 Jaar of iets langer wachten
dan kunnen wij zien, welke standen zich op de
afgesloten Zuiderzee ontwikkelen; blijkt het later
goed te zijn, welnu, dan kan men tot samenvoe
ging over gaan, dan is er ook geen bezwaar meer,
Heden is het tegendeel bewezen.
Ik geef de verzekering, dat als het kanalenplan
niet zou worden uitgevoerd, dat was op de Raaks
maatboezem zeker al verbetering in onzen invoer
van het water aangebracht overtuigd, als ik ben
dat ik het geheele bestuur achter mij heb staan,
doch dat zijn idealen, die wel tot de vrome wen-
schen zullen blijven behooren; de hoognoodige
kanalen moeten er komen.
Ondanks deze critiek, voorloopig nog slechts
op de details van het plan, hielden de heeren
Waterstaats-ingenieurs toch voet bij stuk. Zij
legden eenvoudig op hunne plannen een zwaar
presse-papier en waaien mocht het zoo hard
als het wilde, de plannen woeien niet weg!
Nog ernstiger critiek oefende het Oudorper
raadslid, de heer P. N. Leering, uit, en wel op
het plan in zijn geheel.
In bovengenoemd blad schreef deze o.a.:
In de plaatselijke bladen trof mij dezen zomer
een bericht uit Broek op Langendijk, dat er slapte
was in het scheepvaartbedrijf en dat, mede door
de concurrentie van den vrachtauto, die tak van
nijverheid noodlijdend was,
Hoe spreken reeds deze feiten een veroordeelmg
uit over de ontworpen kanalenplannen. En des
ondanks hamert men daar door om deze uit te
voeren.
De tijdsomstandigheden hebben de plannen die
al ongeveer een vijftien tal jaren oud zijn, niet
alleen ingehaald, maar zijn ze ver vooruitge
loopen.
Een feit is dat vele schippers zich een vracht
auto hebben aangeschaft om de concurrentie het
hoofd te kunnen bieden.
Aan kanalen bestaat thans geen behoefte meer.
Maar neem aan dat de kanalenplannen, in al de
grootschheid waarin ze zijn ontworpen, tóch nog
een voordeeltje blijken te zijn, voor enkele per
sonen of Vereenigingen, zou dat voordeel dan op
wegen tegen het enorm nadeel, dat ze medebren
gen, doordat verschillende gemeenten in tweeën
worden gesneden, neringdoenden en middenstan
ders zich hun cliënten ontnomen zien, kerkge
nootschappen hun leden verliezen? Want bruggen
mogen er immers zeer weinig komen, dat is een
belemmering voor de scheepvaart, dus zal men
zich groote omwegen moeten getroosten om zijn
klanten te bedienen of kerken te bezoeken. De
voordeelen wegen bij lange niet op tegen de
kosten en de kosten komen op de streekbewoners
te druipen, al is het maar door subsidiën die van
gemeenten en verschillende besturen worden ge
vraagd. Een wijs besluit is het dan ook van het
bestuur van den Polder Schermer geweest het
subsidie in te trekken.
Heeft men tenslotte nu niets meer op met ae
schoonheid van ons polderlandschap, waarvoor
anders zoo angstvallig wordt gewaakt? De
kanalenplannen zouden die rustige schoonheid
wreed verstoren.
Besprekingen met bevoegde autoriteiten leve
ren niets op; altijd hoort men: „het geeft werk
verruiming." Alsof dit op geen andere manier is
te verkrijgen, b.v. door wegenbouw.
Beter ware het kanalenplan terug te nemen en
een goed wegennet aan te leggen, maar dan ook
practisch, dat geeft óók veel werkverruiming en
is veel noódiger dan kanalen.
Bij deze o. i. zeer jiste critiek plaatste de
redactie van het Noord-Holl. Dagblad de vol
gende zeer voorzichtige commentaar;
Het kan inderdaad niet ontkend, dat de animo
voor de Noord-Hollapdsche kanalenplannen. die
voorheen al reeds niet onverdeeld groot was, door
allerlei omstandigheden vandaag den dag aan
merkelijk aan het verflauwen is.
In verschillende vertegenwoordigende lichamen,
van welker subsidies de totstandkoming afhanke-
lük is, begint de oppositie het hoofd op te steken
en het is mogelijk, dat 't voorbeeld van de
Schermer gevolgd wordt
We kunnen vooralsnog de redeneenng van den
geachten inzender niet geheel onderschrijven. Zoo
meenen we b.v al geven we toe, dat momen
teel het landverkeer, dat te water gaat over
vleugelen dat geen rekening is gehouden met
de mogelijkheid, dat op een of andere wijze het
verkeer op den weg zóó zwaar wordt belast, dat
concurrentie door de scheepvaart weer mogelijk
wordt.
Natuurlijk bleven ook de voorstanders het
antwoord niet schuldig. Zij betoogden, even
eens „per ingezonden stuk", dat, al mocht de
scheepvaart tengevolge van de crisis vermin
derd en zelfs sterk verminderd zijn, voor
massa-vervoer het schip toch het aangewezen
vervoermiddel zal blijven, terwijl in de Noor
delijke streken van Noordholland juist veel
massa-vervoer te verwerken is (aardappelen,
kool en andere tuinbouwproducten). Voorts
wezen zij (een oud argument!) op de verbeter
de afwatering, welke die streken (polders en
poldertjes) zouden krijgen en weerlegden, sub
sidiair wezen af, de argumenten van de tegen
standers.
Wij hebben aan het voor en tegen van het
kanalenplan weer aandacht besteed, omdat de
poldertoestanden en polderconcentratie van
West-Friesland nauw samenhangen met die
van Kennemerland en deze laatste weer met
de waterafvoer van Haarlem en omstreken.
Ongetwijfeld zal het plan hoopen geld kos
ten. Weliswaar zal het bij uitvoering een niet
onbelangrijke werkverschaffing tengevolge heb
ben (de besprekingen daarover zijn reeds
gaande), maar wij meenen, dat men alleen om
werkloozen werk te verschaffen, geen millioe-
nen gulden belastinggeld aan een grootsch en
kostbaar, doch overbodig werk mag besteden.
Practisch nut is de eerste eisch, aan een der
gelijk plan te stellen. Misschien is dat nut
theoretisch wel aanwezig, maar, of het ook
practisch aanwezig is, wij wagen het voorals
nog te betwijfelen.
Sinds drie verdienstelijke socialistische raads
leden in de hoofdstad smadelijk huistoe
gestuurd werden, omdat zij het met hun
eed, eer en geweten niet overéén konden bren
gen, in een bepaald geval tegen loonsverlaging
te stemmen, is het vraagstuk „Partij of Fractie"
in de Nederlandsche S.D.A.P. bijzonder actueel,
om niet te zeggen: nijpend geworden.
Wie zal er commandeeren, wie zal er de la
kens uitdeelen, wie zal er beslissen:
de Partij d. i. de kiezer of de Fractie
de gekozene
Eigenlijk kunnen we hier niet meer spreken
van een vraagstuk: in de S.D.A.P. schijnt ae
kwestie vrijwel opgelost: de Partij beveelt, en
de Fractie heeft te gehoorzamen of.... heen
te gaan.
Waarmee het prestige van iedere sociaal-de
mocratische vertegenwoordiging in ieder verte
genwoordigend lichaam een geduchten knap
gekregen.
Neem eens de kwestie van de loonsverlaging:
de Partij heeft het parool uitgegeven „stem
men tegen iedere loonsverlaging"; de zotste
en de mensch-onwaardigste gebeurtenissen heb
ben zich naar aanleiding van dit volksverlakke-
rig parool afgespeeld; we noemen zoo maar in
de gauwte: Amsterdam, Groningen, Enschedé,
Leeuwarderadeel (iedere plaatsnaam beteekent
hier een politieke roman!) mitsgaders niet te
vergeten, ook het journalistieke bolwerk der
S.D.A.P. zelf: de N.V. „De Arbeiderspers".
Wanneer 't al te bont dreigt te worden, stuurt
het Partijbestuur er zijn secretaris, den heer
Woudenberg op af, die met een Jantje-van-
Leiden-motie zoowel de kool als de geit moet
trachten te sparen.
Hoofdzaak is maar, dat de S.D.A.P. om
wille van een sympathieke figuur bij de komende
verkiezingen voor zichzelf het monopolie der
anti-loonsverlagerigheid zal kunnen opeischcn.
De kiezer beveelt en de gekozene moet, op
straffe van politieken dood, voor onderdanigen
dienaar spelen.
Zoo is het hier, in ons kleine landje.
Elders blijkt hetnet als bij ons;
In Baden moesten de sociaal democraten hun
houding ten aanzien van het concordaat bepa
len; het katholieke Centrum dreigde, dat bij
verwerping van het concordaat de sinds 14 ja
ren bestaande Roomsch-roode coalitie automa
tisch zou zijn ontbonden; de roode fractie wilde
vóór het concordaat stemmen, maar de kwestie
kwam voor de heeren, d. w. z. voor den Baden-
schen partijdag der S. D. A. P., d. w. z. voor den
kjezer; met als resultaat, dat er een besluit
viel, waarbij gedecreteerd werd, dat het ultima
tum van het Centrum afwijzend moet worden
beantwoord: de sociaal-democratische fractie
van den Badenschen Landdag moet bij de stem
ming in de plenaire vergadering over de Staats
verdragen zoowel tegenover het concordaat
met de katholieke, als tegenover dat met de
protestantsche kerk onder dwang van de
fractie en met verplichting tot stemmen haar
stem tegen het concordaat uitbrengen.
Dit besluit werd genomen tegen de opvatting
van de meerderheid der fractie in, maar zoo
heette het „de contra-revolutionnaire toe
stand in Duitschland vereischt het gesloten
front der arbeidersklasse en daarmee ook de
enge verbondenheid der S.P.D.
Er stonden bovendien héél was stokken ach
ter de deur: de fractieleden, die ongehoorzaam
durfden zijn, zouden niet meer candidaat ge
steld worden, partij-functionarissen en redac
teuren van partijbladen zouden hun ontslag
thuis krijgen, als zij zich niet tegen het con
cordaat verklaarden.
De Badensche roode volksvertegenwoordiger
kan zijn Nederlandschen collega een handje
geven
Aangenaam, collega!
Ook afgevaardigde?
Nee! Ook.... marionet!
Nog slechts vier weken geleden konden wij
in ons blad melding maken van eenige opleving
in het trawlvisscherij-bedrijf te IJmuiden.
Weliswaar was toen de toestand bij langena
niet zoo gunstig meer als twee maanden ge
leden, eerstens omdat er niet zooveel trawlers
in de vaart waren 60), en voorts omdat
het Fransche contingent nog gelegenheid bood
visch naar Frankrijk te zenden, maar het
bedrijf werd met goede verwachtingen uitge
oefend.
Thans is in den toestand in het trawl vis-
scherijbedrijf een verslechtering ingetreden. Op
1 November waren 96 stoomtrawlers in de
vaart, doch nu zijn daarvan twaalf wegens
geringe besomming opgelegd.
In reederskringen te IJmuiden spreekt men
thans druk over hetgeen gebeuren zal wan
neer op 3 December de haringvisscherij als
beëindigd moet worden beschouwd (wat een
overeenkomst is van de Katwijksche Haring-
reeders).
Over het algemeen wordt verwacht, dat deze
Katw. motorloggers, in getal, nog dit jaar
zullen worden klaargemaakt voor het trawlvis
scherij-bedrijf, waarna deze schepen dan in
Januari ook dit bedrijf zullen uitoefenen.
Indien dan de algemeene bedrijfstoestand te
IJmuiden niet gunstiger mocht zijn geworden,
zullen ook deze K.W. motorloggers er toe bij
dragen dat nog meerdere stoomtrawlers moe
ten worden stilgelegd.
Voor de vele arbeiders, werkzaam in het
IJmuider trawlerbedrijf, ziet de toekomst er
met dit al niet rooskleurig uit.
Door het wegvallen van een regel is in het
verslag der vergadering van het Leekenaposto-
laat eenige onduidelijkheid ontstaan. De wel
willende lezer zal begrepen hebben, dat de te
houden cursus in katholieke geloofs- en zede-
leer „behalve door de thans reeds actief werk
zame leekenapostelen, door alle katholieken
gevolgd zal kunnen worden."