IN EN OM HAARLEM Prikkeldraad Het Westfriesch kanalenplan bekende haarlemmers Het rechtsgebied van Amsterdam DINSDAG 29 NOVEMBER Een pijnlijke geschiedenis DE WIJZIGINGEN Zeer groote afstanden HET VOOR EN TEGEN Van practisch nut? Net als bij ons NOORDWIJKS ONVRIJE DUINEN Einde aan hinderlijken maatregel? PHILIP WOUWERMAN ST. NICOLAAS EN DE PAKKETPOST JUBILEUM POPPEN-MOEDERTJE Ze had het niet durven hopenmaar Sinterklaas heeft haar toch zoo'n snoes van een pop cadeau gedaan Bezwaren tegen de opheffing van de rechtbank te Alkmaar VERDWIJNEND STOOMTRAMMETJE PERSONALIA Betere vaarwegen Critiek Ernstiger critiek Voorstanders Conclusies HET TRAWLVISSCHERIJ- BEDRIJF Duistere toekomst LEEKENAPOSTOLAAT ■iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Er speelt zich, naar aanleiding van de alge meene beschouwingen op de begrooting, in den Haarlemschen Raad een pijnlijke geschie denis af. Door vele raadsleden werd uit den aard der droevige tijdsomstandigheden, waarin wij leven, gesproken over werkloosheid, werkverschaffing en werkverruiming en daarbij werd door enkele leden ook een plan voor werkverruiming in de debatten betrokken, ontworpen door een Haarlemschen journalist. Tot nu toe hebben wij maar hoogst zelden van het plan van dezen collega melding ge maakt, wijl wij overtuigd waren, dat zijn gees teskind vanzelf en spoedig een zachten dood zou sterven. Maar nu door den heer Gerritsz, wethouder van Openbare Werken, de porte feuille-kwestie is gesteld en hij waarschijnlijk zal aftreden, indien de ook door andere raads leden gesteunde motie van den heer Visser, waarbij B. en W. worden uitgenoodigd het plan aan een commissie van raadsleden in studie te geven, zou worden aangenomen, blijkt het ontwerp meer belangstelling te heb ben verwekt, dan wij aanvankelijk mochten aannemen. „Er zijn dan toch maar vele menschen, die instemming met het plan hebben betuigd", antwoordde de heer Visser op een uiting van den heer Gerritsz, waarin deze het plan als Waardeloos betitelde. De heer Gerritsz zeide, dat hij van „instemming" niets bemerkt had, doch dat hij alleen van wat belangstelling, wat belangstelling uit beleefdheid, had ge hoord, belangstelling van menschen, die den bewerker met een kluitje in het riet wensch- ten te sturen, zonder hem voor het hoofd te stooten. Wij zijn dat met den heer Gerritsz eens. Van instemming door lieden, op wier oordeel in dergelijke zaken prijs moet worden gesteld, is het heele geval zoo goed als niets gebleken. Alleen zijn door den journalist gepubliceerd beleefde antwoorden op zijn uitdrukkelijk ge daan verzoek om een oordeel over zijn plan Vit te spreken. Slechts mindere goden, de ant woorden van autoriteiten op economisch gebied Waarschijnlijk verkeerd interpreteerende, lieten zich wat positiever vóór uitvoering van het Plan uit. Ach, hoe gaat het met die dingen? De uitvinder loopt weken, maanden, met zijn idee rond, werkt het uit en is natuurlijk volkomen te goeder trouw en eerlijk over tuigd van de voortreffelijkheid zijner denk beelden. Hij zet ze op papier en geeft het plan ter beoordeeling aan degenen, wier meening bij wenscht te weten. Dezen luisteren heel dik wijls met een half oor of lezen met een half °og in den regel immers zijn het juist de menschen, die het meeste werk hebben wier oordeel gevraagd wordt en voor het doel waar de heeft en dezen zijn tevreden als zij zien, dat de bezoeker blij is met de verzekering, dat »het idee verdient om met aandacht te wor den bekeken". De kans, dat een dergelijke Biededeeling, met de juiste intonatie over verteld ook infecteerend op de uitspraken van anderen werkt, is niet gering. Even zeker is het, dat de massa door derge- bjke frazen de waarde van het plan gaat overschatten. En ook de misschien niet als zoodanig be doelde suggestieve wijze van publicatie zal daartoe in dit geval het hare hebben bijge dragen. Het heeft ons verbaasd, dat de enkele des kundigen, die iets over het plan schreven (wij denken b. v. aan ir. Bólger) niet duidelijker bun klaarblijkelijke afkeuring uitdrukten; wij hvogen er misschien een uiting van groot vespect in zien voor het werk van journalisten bi het algemeen. Intusschen heeft nu de heer Gerritsz met groote vrijmoedigheid zijn meening over het Plan gezegd. Eerst in de Memorie van Ant woord op de Algemeene Beschouwingen en later nog eens in den Raad. Hij prees den Ijver van den ontwerper, maar constateerde, dat met ijver alléén een zaak niet te redden is. Verschillende raadsleden bleken echter door den wethouder niet overtuigd te zijn en toen de heer Visser de hierboven bedoelde motie indiende, zal de heer Gerritsz wel vreemd op gekeken hebben, dat zij werd gesteund door andere raadsleden. Aan alles was te merken, dat de motie hem zeer mishaagde. En in een der beste redevoeringen, die hij ooit in den Raad heeft uitgesproken, heeft de wethouder Vrijdagavond het plan nog eens met groote kennis van zaken doorgezaagd. Het R. K. raadslid de heer Kuiper, had het een premie genoemd op het ontslaan van werklieden door particuliere werkgevers. De heer Gerritsz wees er op, dat het bovendien een export premie bevordert, waartoe de Regeering niet dan hoogst zelden medewerkt. Uit het bijna hartstochtelijk betoog van den wethouder bleek overduidelijk, dat het vraagstuk der werkloosheidsbestrijding het levenswerk van den heer Gerritsz is. Hij wees daar trouwens zelf op, en dat hij bijna twintig jaar secretaris is van de Nederlandsche commissie voor werk verruiming. Het slot van zijn rede was een „non possumus", ik wil, ik kan de motie van den heer Visser niet aanvaarden. Ik zou me belachelijk maken met die opdracht uit te voeren, zeide hij. En boos zeeg de wethouder in zijn zetel. Begrijpen konden wij de teleurstelling en boosheid van den heer Gerritsz wel, maar dat hij de portefeuille-kwestie stelde, was toch waarlijk te veel gewicht hechten aan deze historie. Woensdag a.s. zal over de motie-Visser wor den gestemd. Vermoedelijk zal zij echter vóór dien tijd wel worden ingetrokken door den heer Visser of anders door de meerderheid van den Raad worden verworpen. De heer Gerritsz zal dus om de motie-Visser niet van zijn wet houderszetel vallen. Is er wellicht een nog zachtere oplossing mogelijk? Als de heer Gerritsz den maker van het plan eens bü zich riep en hem van de onbruik baarheid er van overtuigde! Dat moet voor den heer Gerritsz een kleine moeite wezen en het had eigenlijk al veel eer der gebeurd moeten zijn. Bovenstaande was reeds gezet toen wij ver namen, dat onze collega zijn plan geheel in getrokken heeft. Hoe het nu met de motie-Vis ser zal loopen weten wij op het moment nog niet. Toch zouden wij de strekking van ons artikel willen handhaven en de vraag stellen of het ook in dit stadium niet wenschelijk zou zijn, dat de heer Gerritsz met onzen collega een hartelijk onderhoud heeft. Iri het afgeloopen seizoen hebben zoowel bad gasten als ingezetenen van Noordwijk veel hinder ondervonden van den bekenden maat regel van het Hoogheemraadschap van Rijn land betreffende het verbod voor het publiek om de z.g. onvrije duinen te betreden. Hierdoor was het onmogelijk te wandelen of te vertoe ven bijna in de geheele Zuidduinen en in de geheele strandreep. in de Noordduinen. In de begrooting voor 1933 hebben B. en W. van Noordwijk thans een post uitgetrokken om de openstelling van deze duinen voor het vol gende jaar te kunnen verzekeren. Philip Wouwerman is te Haarlem uit een be- foemd geslacht van schilders geboren. Volgens ^vermeer is hij gedoopt 24 Mei 1619, terwijl ahderen daarentegen 1620 als zijn geboortejaar Vermelden. Een prent van zijn leven is zeer weinig be kend, waarschijnlijk is hij in de leer geweest bij Jan Wijnants en Pieter Verbeek, terwijl ook Saenredam wel eenigen invloed op hem schijnt gehad te hebben. Van ueze laatsten heeft hij dan in ieder ge- val zjjn levendige wijze van schilderen over genomen, waarbij hij zich vooral voor dieren het algemeen en paarden in het bijzonder 'hteresseerde. °°k zijn van hem eenige landschappen be- ehd, terwijl andere schilderijen weer veldsla- ®eh en vooral jachtpartijen, zijn meest geliefd Verwerp, afbeelden. b Wouwerman heeft, behalve gedurende enkele li®hlandsche reizen, zijn geheele leven lang en arlem gewoond en is er in 1668 gestorven °P 23 Mei van dat jaar begraven. atl zijn vele schilderijen zijn eenige in het hui Useum Amsterdam en het Mauvits- lanrt te Den 111 aar de meeste ir. Buiten- scha musea geplaatst. 'JR geboortestad heeft een straat naar hem 8"hoejnd. De directeur van het Post- en Telegraaf kantoor brengt ter kennis van belanghebben den, dat het tijdens de St. Nicolaasdrukte noodzakelijk is voor een doelmatige en ste vige verpakking der te verzenden postpakket ten zorg te dragen. Het gebruik van stevig pakpapier en sterk touw wordt dringend aanbevolen. Het verdient aanbeveling in de pakketten een tweede adres in te sluiten. Vasthechting van het adres op de pakketten door middel van lak is niet toegelaten. De aandacht wordt er op gevestigd, dat het hoofdkantoor, de bijkantoren Heemstede, Bloe- mendaal, Overveen en de postagentschappen tot 18 uur en de bijkantoren Tempeliersstraat, Frans Halsstraat en Aerdenhout tot 17 uur ge opend zijn voor het aannemen van postpak ketten. Maandag 5 December a.s. zal het 25 jaar ge leden zijn dat de heer P. H. Lambooy bij de Gemeente-Reiniging in dienst trad. Aan het Voorloopig Verslag over de wets ontwerpen tot nieuwe vaststelling van het rechtsgebied en de zetels der rechtbanken en kantongerechten ontleenen we, ten aanzien van het rechtsgebied van het gerechtshof te Am sterdam, nog het volgende: Met het voorstel tot opheffing van de recht bank te Alkmaar verklaarde men vrijwel al gemeen zich niet te kunnen vereenigen. Men was van oordeel, dat zonder behoud van ö:t college geen doelmatige indeeling van Noori- Holland benoorden het IJ te verkrijgen is, ter wijl ook hier de kans op bezuiniging van eeni gen omvang gering werd geacht. Men vestigde allereerst de aandacht op de zeer groote afstanden, die de bewoners van het grootste gedeelte van het tegenwoordige ar rondissement Alkmaar zullen moeten afleggen, teneinde zich te begeven naar de rechtbank te Haarlem of Amsterdam. Immers Den Helder ligt 76 KM van Haarlem verwijderd, Enkhuizen 63 KM van Amsterdam, terwijl Wieringen uit Amsterdam alleen via Schagen te bereiken is; (ruim 80 KM); over het eiland Texel, vanwaar het des winters niet mogelijk is op één dag heen en weer te reizen naar Haarlem, wordt dan nog gezwegen. De toestand in Noord-Holland zal nu zoo worden, dat de twee eenige rechtbanken ge legen zijn in de onmiddellijke nabijheid van de Zuidgrens der Provincie, op een onderlingcn afstand van slecht 19 KM, die in 14 minuten kan worden afgelegd, terwijl de rechtgebieden dezer colleges zich als twee smalle evenwijdige strooken naar het Noorden uitstrekken. Gewezen werd op het bijzonder karakter van het arrondissement Alkmaar als land- en tuinbouwstreek; deze rechtbank heeft zich dan ook min of meer gespecialiseerd op al die za ken, die op land- en tuinbouw betrekking heb ben. Gevreesd werd, dat de rechtbanken in de groote steden Amsterdam en Haarlem van de daarbij betrokken belangen en van den aard der bevolking minder op de hoogte zullen blij ken te zijn. De bevolking en de oppervlakte van het ar rondissement Alkmaar zoo werd verder be toogd zullen toenemen door de droogmaking der Zuiderzee. Voorloopig valt te rekenen op pl.m. 20.000 inwoners in de Wieringermeer; in dien echter de Z. W.-polder aan de beurt komt, zal daar nog een veel grooter aantal aan wor den toegevoegd. Het aantal zaken, dat deze rechtbank te be handelen heeft, is volstrekt niet zoo gering, dat haar opheffing op dien grond noodzakelijk ware. Neemt men daarbij in aanmerking, dat deze zaken worden afgedaan door een presi dent en slechts 4 rechters, dan blijkt, dat de leden van dit college geenszins over gebrek aan werk te klagen hebben. In ieder geval zouden de rechtbanken te Amsterdam en Haarlem moeten worden uitgebreid om de zaken uit de vergroote rechtsgebieden te kunnen verwerken. Daarmee wordt reeds een deel van de anders wellicht te verwachten bezuiniging te niet ge daan. Alkmaar bezit een nieuw Huis van Bewaring, dat zal moeten worden gesloten en voor wei nig geld verkocht. Zal dan echter zoo vroeg men geen uitbreiding noodig worden te Haarlem en Amsterdam? Men meende te weten, dat het paleis van Justitie te Amsterdam reeds thans te klein is Hoe zal het dan mogelijk zijn, het ressort dei- arrondissementsrechtbank aldaar nog te ver- grooten zonder tot uitbreiding van dit gebouw over te gaan? Dergelijke maatregelen zouden echter zulke kosten meebrengen, dat behoud van de rechtbank te Alkmaar nog wél zoo vocr- deelig zou zijn. Op grond van het vorenstaande meenden verscheidene leden dat indien één recht bank in Noord-Holland zou moeten wor den opgeofferd eerder Haarlem daarvoor in aanmerking zou dienen te komen dan Alkmaar. Zij zouden in dat geval het Amsterdamsche ge rechtshof willen overbrengen naar Haarlem. Andere leden verklaarden met een derge- lijken maatregel niet te kunnen instemmen. Eenige leden meenden echter, dat zoowel Haarlem als Amsterdam zouden kunnen worden behouden en dat toch een besparing te berei ken is; door n.l. de tegenwoordige kantons Zaandam en Purmerend grootendeels bij Alk maar te voegen zou het mogelijk zijn, de thans vrij sterke bezetting van Haarlem aanzienlijk te verminderen, zonder die van Alkmaar te ver meerderen. De Zaanstreek zou hierop niet ach teruit gaan, daar haar verbinding met Alk maar beter is dan die met Haarlem, onder welke rechtbank zij thans ressorteert. Het Zuid-ooste lijk gedeelte van Waterland (nu tot het kantor. Purmerend behoorend) zou dan bij Amsterdam gevoegd moeten worden. Vele leden waren van oordeel, dat het kanton Zaandam niet bij Amsterdam gevoegd behoort te worden, doch dient te blijven voortbestaan. Zij achtten dit noodzakelijk, reeds op grond van den bijzonderen aard der „Zaankanters". Ook meenden zij, dat dit kanton met zijn plm. 68000 inwoners voldoende reden van bestaan heeft om de instandhouding te wettigen; bovendien kan een deel van het kanton Purmerend, dat eei- der zou kunnen worden prijsgegeven, er aan worden toegevoegd. Ook tegen opheffing yan het kantongerecht te Schagen bestond bij een aantal leden be zwaar. Zeer vreemd achtte men de indee'ing van Wieringen bij het kanton Hoorn, welks hoofd plaats van Wieringen uit voorshands slechts via Schagen en Heer Hugowaard te bereiken is. Deze gemeente is met den Helder verbonden door een goede autobusverbinding. Welke af doende reden is er, zoo werd gevraagd, om nu bepaald de geheele Wieringermeer bij Hoorn te willen indeelen? Men zag in, dat indeeling ook van het zuidelijk gedeelte van dezen polder Dij den Helder moeilijkheden zou opleveren, doch men kon niet begrijpen, waarom (zij het wel licht tijdelijk) de belangen van Wieringen zou den moeten worden opgeofferd. Indien het in de bedoeling ligt de Wieringer meer spoedig als een eigen gemeente te orga- niseeren, welk bezwaar is er dan tegen een tij delijke verdeeling over twee kantons? 't Reizen per stoomtram in deze dagen vergt van de passagiers een Jobsgeduld, aldus schrijft men ons uit Hillegom. Men weet op tijd zijnde wel wanneer men instapt, maar niet wanneer men aankomt. Vertragingen van een half uur zijn heel gewoon, af en toe wordt deze een uur en dan is die tram tenminste weer op tijd, doch de volgende is alweer over tijd. Men ziet kans op het traject HillegomSassenheim een vertraging te verkrijgen van drie kwartier, terwijl dat traject volgens de dienstregeling slechts een half uur vordert. Het personeel doet zijn best om vertraging te voorkomen, maar af en toe gaat een ma chine uit het goede spoor (de vorige week reeds driemaal) en het is weer mis; dan moet men wachten op een aansluiting van de oude baan aan de nieuwe en een anderen keer ligt een montagewagen voor de bovenleiding in elkaar. Het lijkt wel of alles erop gezet wordt het pu bliek naar de electrische te doen verlangen. Wij hebben veel respect voor het personeel, dat den dienst moet onderhouden; dat het niet zenuw ziek wordt vindt wellicht zijn oorzaak in het feit, dat het maar gewone menschen zijn. Dat vanwege de directie geen maatregelen getrof fen worden om verbetering te brengen, be vreemdt echter sterk. In deze dagen is een goed functionneerende telefoon zeker een vereischte. Welnu, een drietal toestellen was verscheidene dagen defect vóór men tot herstelling overging en dat terwijl het bedrijf over electriciens be schikt. Een mededeeling dat de tram ontspoord is, wordt in Leiden niet verstrekt. Men deelt al leen mede dat de tram er nog niet is, iets wat de passagiers zelf wel zien en het is voorge komen, dat een beambte passagiers raadde met de electrische naar Oegstgeest te gaan, dan konden ze wel weer zien!! Ja, dan zagen ze het wel weer, n.l. dat er geen tram was en als zich geen vrachtauto over de menschen had ontfermd, waren ze te laat gekomen voor het ziekenbezoek in de Stichting Vogelenzang. Laat de directie haar personeel instructies geven het publiek naar waarheid in te lichten, zoodat men dan beslissen kan per bus of trein de reis voort te zetten. Indien een andere firma zoo met haar afnemers omsprong, was het spoedig met haar gedaan. Hopen we, dat het euvel der vertraging spoedig verholpen zij. Men spreekt reeds dat op 15 December het traject Leiden—Lisse electrisch zal worden. Eerlijkheidshalve moeten we er tenslotte bij voegen, dat des Zondags de dienst normaal is. Dit zal wel komen doordat er dan aan de elec- trificatie der baan niet gewerkt wordt. Onze stadgenoote mej. B. J. van Maas is met ingang van 1 December benoemd tot on derwijzeres aan een bijzondere school te Brielle. Holland is een waterrijk landje, altijd ge weest en zal het ook altijd wel blijven. Speciaal het Noordelijkste deel van Noordholland (de omgeving van Schagen en Alkmaar) is be roemd (en berucht!) om zijn polders en pol- dertjes, zijn kanalen en vaarten, zijn brug getjes en molens. De strijd tegen het overtol lige water is voor de reeds genoemde polders en poldertjes, waterschappen en waterschapjes, waarlijk geen sinecure. De stedelingen klagen over hun hooge gemeentelijke belastingen, maar de bewoners van een waterschap niet minder over hun hooge waterschapslasten, die geheel dienen voor de bestrijding van het overtollige water, als aanleg-, bouw- en onderhoudskosten van stoomgemalen, loozingsboezems en wat dies meer zij. De Provinciale Waterstaat, het lichaam, dat voor de kanalen en wegen in Noordholland zorgt, meende de polderbesturen in hun strijd tegen het water te kunnen helpen, door het ontwerpen (en waarschijnlijk ook uitvoeren) van een grootsch kanalenplan, n.l. een plan om eenige nieuwe kanalen te graven, die ongetwij feld het overtollige!' water op meer rationeele manier in betere banen zullen leiden. Bovendien had dit plan ten doel betere vaar wegen in die producten-rijke streken te doen ontstaan, wat natuurlijk de scheepvaart en daarmede het veilingwezen en dus ook den ex port ten goede zou komen. Nu dateert dit kanalenplan, gewoonlijk als het „Westfriesche kanalenplan" aangeduid, niet van vandaag of gisteren. Het is reeds ettelijke jaren geleden, dat dit plan geopperd werd, en sedert dien zijn er heel wat grondboringen en opmetingen tot groot ongenoegen van de be treffende boeren uitgevoerd. (Schrijver dezes heeft destijds dergelijke manipulaties zelf ook aan de hand gehad en zou er eenige zeer ka rakteristieke bittertafel-geschiedenissen over kunnen vertellen!) Daarna zijn de plannen definitief ontworpen, besproken, gewijzigd, weer besproken, weer ge wijzigd, weer besproken, enz., enz. t Ondertusschen staken ook flinke stormen van critiek op (een oud, maar wel toepasselijk beeld!) die de kanalenplannen van de tafel der waterstaats-ingenieurs in de prullemand wil den blazen. De „opwekkers" van deze stormen bevinden zich voornamelijk onder de bestuurs leden van verschillende polders en andere be langhebbenden, die zich, en dikwijls zeer te recht, in hun belangen benadeeld achten. O.a. was als uitvloeisel van het kanalenplan voorgesteld om de Raaksmaatboezem en de Schermerboezem te vereenigen. De heer A. R. Schroder, dijkgraaf van het Geestmer Ambacht, schreef onlangs daarover in het Noordh. Dagblad: Het is heden met den watertoestand in het ge bied van de Uitwaterende sluizen in Kennemer- land en West-Friesland in en m treurig gesteld; het doet mij tevens genoegen, dat het met Raaks maatboezem niet zoo treurig is gesteld. Waarom zulk een haast met het kanalenplan? (daar houdt juist de samenvoeging verband mee). Laten wij eens 2 a 3 Jaar of iets langer wachten dan kunnen wij zien, welke standen zich op de afgesloten Zuiderzee ontwikkelen; blijkt het later goed te zijn, welnu, dan kan men tot samenvoe ging over gaan, dan is er ook geen bezwaar meer, Heden is het tegendeel bewezen. Ik geef de verzekering, dat als het kanalenplan niet zou worden uitgevoerd, dat was op de Raaks maatboezem zeker al verbetering in onzen invoer van het water aangebracht overtuigd, als ik ben dat ik het geheele bestuur achter mij heb staan, doch dat zijn idealen, die wel tot de vrome wen- schen zullen blijven behooren; de hoognoodige kanalen moeten er komen. Ondanks deze critiek, voorloopig nog slechts op de details van het plan, hielden de heeren Waterstaats-ingenieurs toch voet bij stuk. Zij legden eenvoudig op hunne plannen een zwaar presse-papier en waaien mocht het zoo hard als het wilde, de plannen woeien niet weg! Nog ernstiger critiek oefende het Oudorper raadslid, de heer P. N. Leering, uit, en wel op het plan in zijn geheel. In bovengenoemd blad schreef deze o.a.: In de plaatselijke bladen trof mij dezen zomer een bericht uit Broek op Langendijk, dat er slapte was in het scheepvaartbedrijf en dat, mede door de concurrentie van den vrachtauto, die tak van nijverheid noodlijdend was, Hoe spreken reeds deze feiten een veroordeelmg uit over de ontworpen kanalenplannen. En des ondanks hamert men daar door om deze uit te voeren. De tijdsomstandigheden hebben de plannen die al ongeveer een vijftien tal jaren oud zijn, niet alleen ingehaald, maar zijn ze ver vooruitge loopen. Een feit is dat vele schippers zich een vracht auto hebben aangeschaft om de concurrentie het hoofd te kunnen bieden. Aan kanalen bestaat thans geen behoefte meer. Maar neem aan dat de kanalenplannen, in al de grootschheid waarin ze zijn ontworpen, tóch nog een voordeeltje blijken te zijn, voor enkele per sonen of Vereenigingen, zou dat voordeel dan op wegen tegen het enorm nadeel, dat ze medebren gen, doordat verschillende gemeenten in tweeën worden gesneden, neringdoenden en middenstan ders zich hun cliënten ontnomen zien, kerkge nootschappen hun leden verliezen? Want bruggen mogen er immers zeer weinig komen, dat is een belemmering voor de scheepvaart, dus zal men zich groote omwegen moeten getroosten om zijn klanten te bedienen of kerken te bezoeken. De voordeelen wegen bij lange niet op tegen de kosten en de kosten komen op de streekbewoners te druipen, al is het maar door subsidiën die van gemeenten en verschillende besturen worden ge vraagd. Een wijs besluit is het dan ook van het bestuur van den Polder Schermer geweest het subsidie in te trekken. Heeft men tenslotte nu niets meer op met ae schoonheid van ons polderlandschap, waarvoor anders zoo angstvallig wordt gewaakt? De kanalenplannen zouden die rustige schoonheid wreed verstoren. Besprekingen met bevoegde autoriteiten leve ren niets op; altijd hoort men: „het geeft werk verruiming." Alsof dit op geen andere manier is te verkrijgen, b.v. door wegenbouw. Beter ware het kanalenplan terug te nemen en een goed wegennet aan te leggen, maar dan ook practisch, dat geeft óók veel werkverruiming en is veel noódiger dan kanalen. Bij deze o. i. zeer jiste critiek plaatste de redactie van het Noord-Holl. Dagblad de vol gende zeer voorzichtige commentaar; Het kan inderdaad niet ontkend, dat de animo voor de Noord-Hollapdsche kanalenplannen. die voorheen al reeds niet onverdeeld groot was, door allerlei omstandigheden vandaag den dag aan merkelijk aan het verflauwen is. In verschillende vertegenwoordigende lichamen, van welker subsidies de totstandkoming afhanke- lük is, begint de oppositie het hoofd op te steken en het is mogelijk, dat 't voorbeeld van de Schermer gevolgd wordt We kunnen vooralsnog de redeneenng van den geachten inzender niet geheel onderschrijven. Zoo meenen we b.v al geven we toe, dat momen teel het landverkeer, dat te water gaat over vleugelen dat geen rekening is gehouden met de mogelijkheid, dat op een of andere wijze het verkeer op den weg zóó zwaar wordt belast, dat concurrentie door de scheepvaart weer mogelijk wordt. Natuurlijk bleven ook de voorstanders het antwoord niet schuldig. Zij betoogden, even eens „per ingezonden stuk", dat, al mocht de scheepvaart tengevolge van de crisis vermin derd en zelfs sterk verminderd zijn, voor massa-vervoer het schip toch het aangewezen vervoermiddel zal blijven, terwijl in de Noor delijke streken van Noordholland juist veel massa-vervoer te verwerken is (aardappelen, kool en andere tuinbouwproducten). Voorts wezen zij (een oud argument!) op de verbeter de afwatering, welke die streken (polders en poldertjes) zouden krijgen en weerlegden, sub sidiair wezen af, de argumenten van de tegen standers. Wij hebben aan het voor en tegen van het kanalenplan weer aandacht besteed, omdat de poldertoestanden en polderconcentratie van West-Friesland nauw samenhangen met die van Kennemerland en deze laatste weer met de waterafvoer van Haarlem en omstreken. Ongetwijfeld zal het plan hoopen geld kos ten. Weliswaar zal het bij uitvoering een niet onbelangrijke werkverschaffing tengevolge heb ben (de besprekingen daarover zijn reeds gaande), maar wij meenen, dat men alleen om werkloozen werk te verschaffen, geen millioe- nen gulden belastinggeld aan een grootsch en kostbaar, doch overbodig werk mag besteden. Practisch nut is de eerste eisch, aan een der gelijk plan te stellen. Misschien is dat nut theoretisch wel aanwezig, maar, of het ook practisch aanwezig is, wij wagen het voorals nog te betwijfelen. Sinds drie verdienstelijke socialistische raads leden in de hoofdstad smadelijk huistoe gestuurd werden, omdat zij het met hun eed, eer en geweten niet overéén konden bren gen, in een bepaald geval tegen loonsverlaging te stemmen, is het vraagstuk „Partij of Fractie" in de Nederlandsche S.D.A.P. bijzonder actueel, om niet te zeggen: nijpend geworden. Wie zal er commandeeren, wie zal er de la kens uitdeelen, wie zal er beslissen: de Partij d. i. de kiezer of de Fractie de gekozene Eigenlijk kunnen we hier niet meer spreken van een vraagstuk: in de S.D.A.P. schijnt ae kwestie vrijwel opgelost: de Partij beveelt, en de Fractie heeft te gehoorzamen of.... heen te gaan. Waarmee het prestige van iedere sociaal-de mocratische vertegenwoordiging in ieder verte genwoordigend lichaam een geduchten knap gekregen. Neem eens de kwestie van de loonsverlaging: de Partij heeft het parool uitgegeven „stem men tegen iedere loonsverlaging"; de zotste en de mensch-onwaardigste gebeurtenissen heb ben zich naar aanleiding van dit volksverlakke- rig parool afgespeeld; we noemen zoo maar in de gauwte: Amsterdam, Groningen, Enschedé, Leeuwarderadeel (iedere plaatsnaam beteekent hier een politieke roman!) mitsgaders niet te vergeten, ook het journalistieke bolwerk der S.D.A.P. zelf: de N.V. „De Arbeiderspers". Wanneer 't al te bont dreigt te worden, stuurt het Partijbestuur er zijn secretaris, den heer Woudenberg op af, die met een Jantje-van- Leiden-motie zoowel de kool als de geit moet trachten te sparen. Hoofdzaak is maar, dat de S.D.A.P. om wille van een sympathieke figuur bij de komende verkiezingen voor zichzelf het monopolie der anti-loonsverlagerigheid zal kunnen opeischcn. De kiezer beveelt en de gekozene moet, op straffe van politieken dood, voor onderdanigen dienaar spelen. Zoo is het hier, in ons kleine landje. Elders blijkt hetnet als bij ons; In Baden moesten de sociaal democraten hun houding ten aanzien van het concordaat bepa len; het katholieke Centrum dreigde, dat bij verwerping van het concordaat de sinds 14 ja ren bestaande Roomsch-roode coalitie automa tisch zou zijn ontbonden; de roode fractie wilde vóór het concordaat stemmen, maar de kwestie kwam voor de heeren, d. w. z. voor den Baden- schen partijdag der S. D. A. P., d. w. z. voor den kjezer; met als resultaat, dat er een besluit viel, waarbij gedecreteerd werd, dat het ultima tum van het Centrum afwijzend moet worden beantwoord: de sociaal-democratische fractie van den Badenschen Landdag moet bij de stem ming in de plenaire vergadering over de Staats verdragen zoowel tegenover het concordaat met de katholieke, als tegenover dat met de protestantsche kerk onder dwang van de fractie en met verplichting tot stemmen haar stem tegen het concordaat uitbrengen. Dit besluit werd genomen tegen de opvatting van de meerderheid der fractie in, maar zoo heette het „de contra-revolutionnaire toe stand in Duitschland vereischt het gesloten front der arbeidersklasse en daarmee ook de enge verbondenheid der S.P.D. Er stonden bovendien héél was stokken ach ter de deur: de fractieleden, die ongehoorzaam durfden zijn, zouden niet meer candidaat ge steld worden, partij-functionarissen en redac teuren van partijbladen zouden hun ontslag thuis krijgen, als zij zich niet tegen het con cordaat verklaarden. De Badensche roode volksvertegenwoordiger kan zijn Nederlandschen collega een handje geven Aangenaam, collega! Ook afgevaardigde? Nee! Ook.... marionet! Nog slechts vier weken geleden konden wij in ons blad melding maken van eenige opleving in het trawlvisscherij-bedrijf te IJmuiden. Weliswaar was toen de toestand bij langena niet zoo gunstig meer als twee maanden ge leden, eerstens omdat er niet zooveel trawlers in de vaart waren 60), en voorts omdat het Fransche contingent nog gelegenheid bood visch naar Frankrijk te zenden, maar het bedrijf werd met goede verwachtingen uitge oefend. Thans is in den toestand in het trawl vis- scherijbedrijf een verslechtering ingetreden. Op 1 November waren 96 stoomtrawlers in de vaart, doch nu zijn daarvan twaalf wegens geringe besomming opgelegd. In reederskringen te IJmuiden spreekt men thans druk over hetgeen gebeuren zal wan neer op 3 December de haringvisscherij als beëindigd moet worden beschouwd (wat een overeenkomst is van de Katwijksche Haring- reeders). Over het algemeen wordt verwacht, dat deze Katw. motorloggers, in getal, nog dit jaar zullen worden klaargemaakt voor het trawlvis scherij-bedrijf, waarna deze schepen dan in Januari ook dit bedrijf zullen uitoefenen. Indien dan de algemeene bedrijfstoestand te IJmuiden niet gunstiger mocht zijn geworden, zullen ook deze K.W. motorloggers er toe bij dragen dat nog meerdere stoomtrawlers moe ten worden stilgelegd. Voor de vele arbeiders, werkzaam in het IJmuider trawlerbedrijf, ziet de toekomst er met dit al niet rooskleurig uit. Door het wegvallen van een regel is in het verslag der vergadering van het Leekenaposto- laat eenige onduidelijkheid ontstaan. De wel willende lezer zal begrepen hebben, dat de te houden cursus in katholieke geloofs- en zede- leer „behalve door de thans reeds actief werk zame leekenapostelen, door alle katholieken gevolgd zal kunnen worden."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5