IN EN OM HAARLEM
Van „Graal" en „Occidental"
Prikkeldraad
Uit den gemeenteraad
Waarom geen Esperanto?
De eerste rit
BEKENDE HAARLEMMERS
DONDERDAG 1 DECEMBER
ELECTRIFICATIE
VOLTOOID
VOOR DE WERKLOOZEN
Extra Ker stuit keering
INBRAAK IN STATIONS
GEBOUW
KINDERPOSTZEGELS
Verkoop 10 December9 Januari
Op het haanvak Amsterdamdood lïl den pot
VERKEERSONGEVALLEN
Auto gekanteld
EdamVolendam
R.K. VOLKSBOND
Verslag Centraal Bestuur
BEROOV1NG TE ZAANDAM
Twee verdachten gearresteerd
PIETER LANGENDIJK
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIllllllllllllillllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIII
In een kalme middag- en avondzitting heeft
de Raad zich gisteren door de hoofdstuk
ken „Algemeen Beheer", „Openbare Veilig
heid", en „Openbare Gezondheid" gewerkt. Een
Voorspoedige gang van zaken!
Vooraf werd nog een restant der Algemeene
beschouwingen afgedaan.
De motie van den heer Visser om het plan
van den heer van Tilburg door een commissie
te doen onderzoeken werd n.l. met 33 tegen 2
stemmen verworpen. Dit resultaat was te voor
zien, want van de meest bevriende zijden werd
den voorsteller vóór de stemming nog in over
weging gegeven zijn motie in te trekken. Hij
handhaafde haar niettemin.
Een motie van den heer Castricum beoogde
in het Georganiseerd Overleg in bespreking te
brengen, 'op welke wijze een kortere arbeids
duur van het personeel in dienst der gemeente
de mogelijkheid opent om meerdere personen
in dienst te nemen en B. en W. uit te noodi-
gen zoo spoedig mogelijk een voorstel in te die
nen om de meest urgente objecten, welke hier
voor in aanmerking komen uit te voeren, waar
door meerdere werkgelegenheid geschapen
Wordt, een en ander met inachtneming van naar
redelijkheid voor dezen tijd beschikbaar te stel
len financieele basis.
Zij werd nog niet in stemming gebracht. Ver
moedelijk komt zij verder bij het betreffende
hoofdstuk ter sprake. Mevrouw Scheltema ver
klaarde zich gisterenmiddag tegen de conside
rans, van de motie, luidende als volgt: De Raad,
van oordeel, dat de steeds op groote schaal
doorgevoerde rationalisatie een blijvende werk
loosheid van duizenden arbeiders zal tenge
volge hebben en van oordeel, dat gestreefd moet
Worden internationaal en nationaal ter meer
dere werkverruiming, den arbeidsduur te ver
korten en de werkgelegenheid te vermeerderen,
noodigt B. en W. uit enz." Zij had derhalve
bezwaar tegen het voorstel om de verkorting
van arbeidsduur in het Georganiseerd Over
leg te doen behandelen. Dit toch zeide zij zou
consequenties voor de raadsleden medebrengen
en daaraan wenschte zij zich niet te binden.
Tegen het tweede deel van de motie had zij
evenzeer bezwaar na de toezeggingen van B.
en W. De heer de Braai wilde het eerste punt
van de motie wel steunen, mits er geen verla
ging van loon verbonden zou worden aan de ver
korting van arbeidsduur. De heer Gerritsz acht
te het onderwerp, verkorting van arbeids
duur, nog niet rijp voor behandeling in den
Raad en wilde het tweede deel om praeadvies
in handen van B. en W. nemen.
Wij zullen moeten afwachten wat er met de
motie gebeurt. Zooals reeds vroeger is gemeld
had de S. D. A. P. een motie gereed, ongeveer
gelijkluidend met punt b. van de motie-Castri-
cum.
Bij het hoofdstuk „Algemeen Beheer" infor
meerde de heer Peper naar de positie van den
geheimzinnigen heer Schuddeboom, den door
B. en W. aangestelden „bezuinigingsambtenaar".
(Van den titel „bezuinigings-inspecteur" willen
B. en W. niets weten). De heer Slingenberg
deelde mede, dat B. en W. hem ook na 1 Januari
1933 willen handhaven op eenigszins andere voor
waarden dan tot nu toe. Zijn werk schijnt dus
nog al te bevallen en ook vele raadsleden zijn
blijkbaar met hem ingenomen. Er zijn tenmin
ste al vragen gesteld of hij niet eens een kijk
je kan gaan nemen bij den Dienst voor de Li
chamelijke Opvoeding en andere diensten en
met de grootste bereidwilligheid zegden B. en
W. toe, dat zij aan deze soort wenschen zullen
voldoen.
De heer Klein vroeg bij dit hoofdstuk of
de 7 pCt. korting op de salarissen ook van toe
passing is op de door de Kroon aangestelde
ambtenaren.
De heer Slingenberg deelde mede, dat
op een desbetreffende vraag door Gedeputeerde
Staten een afwijzend antwoord is gegeven.
De heer Oversteegen stelde de vraag of
B. en W. bereid zijn hun jaarwedde in de ge
meentekas te storten. Op dwaze vragen ant
woord ik niet," antwoordde de heer Slingenberg
hem prompt.
De heer Visser drong er op aan, dat aan
de gepensionneerde wethouders, die er voor in
aanmerking komen, zal worden verzocht van
hun wethouderspensioen afstand te doen ten
bate van de gemeentekas. De voorzitter merkte
op, dat deze pensioenen worden toegekend
krachtens de wettig vastgestelde verordeningen.
Toen nog eenige aandrang in die richting werd
uitgeoefend, zeide de burgemeester, dat hij een
dergelijk verzoek aan de oud-wethouders slechts
zal doen als de Raad het hem imperatief op
draagt. Zoover kwam het echter niet.
De heer Klein deelde mede, dat hij bij de
vaststelling van het Ambtenarenreglement zal
aandringen om zoo weinig mogelijk tijdelijke
ambtenaren aan te stellen. Hij herinnerde ook
aan zijn betoog bij de behandeling van de be
grooting voor het jaar 1924 om cumulatie van
functies tegen te gaan.
Mevrouw Hoekstra informeerde naar het
Vervullen van nevenbetrekkingen door gemeen-
tepersoneel en het uit dien hoofde genieten van
bijverdiensten. De heer Gerritsz verzekerde, dat
dit euvel niet zoo omvangrijk is en dat alle ge
vallen bij B. en W. bekend zijn, althans bekend
dienen te zijn. Hij zou een lijst overleggen aan
den Raad, waaruit de Raadsleden kunnen na
gaan of er nog andere gevallen bekend zijn
en vroeg om daarvan eventueel op de hoogte te
worden gebracht.
„Dus, dokter, ik mag me niet
opwinden? Wilt u dat vooral
mijn vrouw even schrijven?"
De burgemeester had bij de behandeling van
het budget voor de politie een gemakkelijke
taak. De critiek was zeer welwillend en de hul
de, die van verschillende zijden aan de politie
werd gebracht, weegt in de onrustige tijden, die
wij beleven, dubbel. Zij is ook zeker verdiend.
De burgemeester aanvaardde ze met groote
dankbaarheid.
Het was goed, dat door meerdere sprekers van
verschillende politieke richting nog eens de aan
dacht werd gevraagd voor de z.g. stucadoorsrel-
letjes van dezen zomer. De burgemeester kon
verzekeren, mede met verklaringen van werk
willigen en bestuurders van hun organisaties,
dat de politiehulp daarbij voldoende is geweest.
Wij gelooven dan ook, dat de critiek meer gold
den aard van het conflict en vooral de terreur
waaraan de werkwilligen bloot stonden, dan het
optreden der politie en met genoegen mocht
worden geconstateerd, dat het goed recht der
werkwilligen door niemand werd ontkend. Zelfs
niet door de sociaal-democraten alhoewel zij den
hun bevrienden, bij het stucadoorsgebeuren be
trokken, organisaties niet afvielen. Voor som
mige raadsleden o.m. de heeren Visser en Baas
waren deze relletjes aanleiding om op uitbrei
ding van het politiecorps aan te dringen. De
burgemeester, hoewel erkennende, dat het corps
te klein is en herinnerende aan vroegere weige
ringen van den Raad om het aantal agenten
uit te breiden, bleef bij zijn in de „Memorie van
Antwoord" neergeschreven meening, dat de hui
dige financieele moeilijkheden hem geen vrij
heid gaven meer agenten van politie te vragen.
Er zouden dertig agenten noodig zijn, wat
75.000 per jaar kost. De heer van Kessel, die
meerdere politie-aangelegenheden ter sprake
bracht, hoopte evenwel, dat bij conflicten als
bij de stucadoors geen gebruik zal worden ge
maakt van de Burgerwacht, maar dat de hulp
van Rijks- en militaire politie zal worden in
geroepen. De heer van Kessel besprak ook de
instelling van een scheidsgerecht en de heer
Klein de wijze van strafoplegging bij de politie.
Ook de heer Groenendaal was met de desbetref
fende huidige regeling niet tevreden. De bur
gemeester zegde toe, dat deze kwestie zal wor
den overwogen als het ambtenarenreglement is
behandeld.
Wij moeten dus afwachten, maar de rechts
positie van de politie is wel een ux-gent vraag
stuk geworden. Wij hebben in dit verband in
een vakblad gelezen, dat het wel schijnt alsof
de politie-ambtenaren menschen zijn, die in een
normale gemeenschap niet thuis behooren. Voor
hen worden telkens regelingen toegepast, die
geheel afwijken van die, welke gelden voor an
dere leden van het gemeentepersoneel.
Wij begrijpen wel, dat bij de politie de hand
having der discipline een eerste eisch is, maar
de vraag is gewettigd of de manier, waarop dat
bereikt wordt niet alleen in Haarlem, maar
ook elders niet op moderner leest kan wor
den geschoeid dan tot nu toe gebeurt.
De leden van het corps en zeker van het
Haarlemsche corps zijn, bijna zonder uitzon
dering, mannen van hooge plichtsbetrachting,
voor wie een straffe militaire discipline niet
noodig is. Een scheidsgerecht, dat in voorko
mende gevallen uitspraak kan doen over op te
leggen straffen en afschaffing van het boete
stelsel zullen zeker aan de deugdelijkheid van
het' corps geen afbreuk doen.
De heer Boes en andere leden van den Raad
bespraken ook het verkeer en het parkeeren van
auto's. Wij hoorden daarbij, dat in Januari een
nieuwe regeling wordt ingevoerd. De heer Boes
vestigde nog de aandacht op het verontreinigen
van de straat met reclamepapier. De burge
meester deelde mede, dat een bepaling in de
strafverordening in bewerking is om dit tegen
te gaan.
De heer van Dam vroeg om aan den Raad het
rapport over te leggen, dat betrekking heeft op
de bezuiniging bij de politie. Hü werd niet ge
heel bevredigd door het antwoord.
Mevrouw Scheltema stelde vast, dat de po
litie niet het stootblok behoeft te zijn bij dege-
nereerende demonstraties. Dreigt dit gevaar, dan
dienen zulke demonstraties te worden verbo
den. De burgemeester was het hiermede eens
en deelde mede, dat hij geenzins van plan is
alle demonstraties toe te staan.
De heer Groenendaal vroeg om nieuwe
agenten niet uitsluitend uit de militaire politie
te recruteeren, maar ook burgers aan te stellen.
De burgemeester heeft de verschillende spre
kers, die over zijn speciaal en moeilijk depar
tement het woord voerden op gelukkige en af
doende wijze geantwoord.
Niet minder gelukkig was hij bij het
hoofdstuk „Hygiëne", dat voor een overgroot
deel ook onder zijn hoede staat. Wij verwijzen
voor de vele opmerkingen, die gemaakt werden
naar het raadsverslag in dit nummer.
Bij dit hoofdstuk vond het eerste treffen met
den wethouder van financiën plaats over de
subsidies.
Voor alle instellingen en vereenigingen, met
uitzondering van de subsidies voor de bestrij
ding van tuberculose en de uitzending van
kinderen, zijn de gemeentelijke bijdragen ver
laagd. De wethouder beriep zich op de een
stemmigheid, waarmede de verlagingen in de
commissie voor de subsidies zijn vastgesteld.
Maar het bleek wel, dat de raadsleden voor
tal van vereenigingen groote nadeelen vrees
den. Met een kleine meerderheid slechts wer
den eenige pogingen om subsidies te verhoogen
o.a. die voor het consultatiebureau voor drank
zuchtigen en zuigelingenzorg, respectievelijk met
16 tegen 18 en 18 tegen 19 stemmen afgewezen.
De wethouder verdedigde de verlagingen krach
tig hoewel niet met hardnekkigheid en het
moet hem worden nagegeven, dat hij voor elke
verlaging een stel krachtige argumenten bij de
hand had. Het is te hopen dat de verschillende
vereenigingen op haar qui vive zijn geweest en
tijdig haar bezwaren tegen verlaging hebben
ingediend, opdat haar geen onherstelbaar on
heil berokkend wordt, wat ook wel niet in de
bedoeling van den wethouder en van de com-
misie voor de subsidies heeft gelegen.
Mevrouw Scheltema maakte zich boos om
een verwijt, dat de heer Klein tot haar richt
te. Deze laakte het, dat zij had gevraagd het
subsidie voor de St. Theresia-stichting te com
bineeren met het subsidie voor den Ned. Vrou
wenbond. Hij trok daaruit de conclusie, dat zij
het subsidie voor de Theresia-stichting wilde
verlagen. Zij ontkende dit ten stelligste. Zij had
voorgesteld de subsidies te combineeren, maar
het bedrag tevens te verhoogen van 750 tot
1200, waarvan niet het gevolg behoefde te
worden, dat de Theresia-stichting minder zou
ontvangen. De subsidiepost bleef ongewijzigd,
maar B. en W. zullen de aanvrage van den
Vrouwenbond nog eens nader bekijken.
Een voorstel van den heer Peper om de werk-
loozen gratis gebruik te laten maken van de
badhuizen werd verworpen met 24 tegen 12
stemmen.
„Neem die spa op"
„Ze is te zwaar voor me."
„Denk er aan: twintig man
wachten er op."
„Laat twintig man die spa
oprapen."
Naar men ons bericht, is binnenkort een mi-
nisterieele beschikking te verwachten, waarin
regelen gesteld worden voor de gemeenten, die
aan hun werkloozen een extra Kerstuitkeering
zullen doen.
Gisterennacht bemerkte de politie, dat het op
het kantoor van het station van de Holland-
sche Spoor te Purmerend niet pluis was. Het
bleek dat de brandkast van het kantoor was
gehaald.
De politie heeft een drietal verdachten aan
gehouden.
De daders, die per auto waren gekomen, heb
ben geen tijd gehad iets mee te nemen.
Van 10 December tot en met 9 Januari wor
den wederom uitgegeven Weldadigheidspostze
gels en Prentbriefkaarten „Voor Het Kind",
d.w.z. postzegels, die geheel als de gewone gel
dig zijn, doch waarop een toeslag van een paar
cent wordt gelegd, welke toeslag met de winst
op de Prentbriefkaarten gemaakt, ten goede
komt aan alle instellingen, die verzorgen zieke,
zwakke, blinde, doove, doofstomme, achterlijke,
gebrekkige, verwaarloosde kinderen van alle ge
zindten.
In Haarlem werd het vorig jaar voor
14447.34 kinderpostzegels verkocht, waarvan
een winst van 5401.21 ten bate van deze in
stellingen kwam. Dit geheele bedrag komt ten
bate van het goede doel; de geheele kosten der
plaatselijke actie bedroegen slechts 15.45.
Meer dan ooit is het in deze tijden noodig,
dat ieder naar de mate zijner krachten Weldadig
heidspostzegels koopt.
Gebruikt daarom van 10 December tot en met
9 Januari a.s. uitsluitend Weldadigheidspost
zegels!
In het uitvoerend comité hebben zitting ge
nomen: Mr. L. G. van Dam, mevr. C. L. Leven
kampPlanten, mej. D. J. F. Meerburg, Mr.
H. J. M. Tonino en D. J. A. Westerveld.
In het Comité van Aanbeveling hebben zitting
genomen als eere-leden: C. Maarschalk, Burge
meester van Haarlem en Mgr. J. D. J. Aen-
genent, Bisschop van Haarlem, en als leden:
Mr. A. Bruch, lid van Ged. Staten; mevr. Del
BaereJiskoot; G. J. Droste; H. Franken Jr.,
Pres. Kerkvoogd Ned. Herv. Kerk; Mr. J.
Gerritsz, Wethouder; Mr. J. N. J. E. Heerkens
Thijssen; P. J. van Kessel; Ernst H. Krelage;
mevr. C. L. LevenkampPlanten; W. J. B. van
Liemt; Ph. A. Mees, Dir. Opr. Haarl. Crt.:
A. W. Michels, lid van Ged. Staten; Mr. A. S.
Miedema; R. Peereboom, Dir. Haarlems Dag
blad; J. H. T. Pfaff, Dir. Postkantoor; Mr. S. J.
Pit, Kinderrechter; M. A. Reinalda; W. Roo-
denburg, Wethouder; Jhr. F. Teding van Berk
hout Sr.; P. J. M. van Tetering, voorzitter Mid
denstandscentrale; J. B. M. Timp; Mr. Dr. W.
W. P. Vis, voorzitter Armenraad; P. Voogd; S.
Ph. de Vries Mzn.; L. A. A. M. Westerwoudt;
Louis M. Weterings, Dir. Nieuwe Haarl. Crt.
Op het (hallu) goederenperron langs de oude
vischhal te IJmuiden reed gistermorgen te
circa 11 uur een met visch geladen twee-tons
auto van den expediteur Van Z.
Toen de chauffeur de glooiing wilde afrijden,
haalde hij een weinig te vroeg uit, waardoor
de geladen auto van het perron op de spoorlijn
kantelde. Gelukkig kreeg de chauffeur geen
noemenswaardig letsel, terwijl toch de geheele
cabine werd vernield en de glasscherven in het
rond vlogen. Het groote aantal vischknechts
was direct bereid de visch, die in kisten en
manden over de spoorrails, verspreid lag, weer
voor verder transport in orde te brengen. Met
vereende krachten van pl.m. 40 man werd de
auto opzij gehaald en overeind gezet. Daar
echter de motor weigerde, is de auto weggesleept
moeten worden.
Naar aanleiding van Arthur Tervoorens
artikel in ons blad van Zaterdag, schrijft
de heer Jac. van Diemen ons het navol
gende:
De Graal, uit hoog beginsel zoo fel gekant
tegen eiken vorm van particularisme, werd dit
principe ontegenzeglijk schromelijk ontrouw,
toen zij, een internationaal verstaansmiddel be
hoevende, de vindirg van den heer E. von Wahl,
het Occidental, als zoodanig aanvaardde en zich
door deze handelwijze vierkant plaatste tegen
over de Katholieke Wereldtaalbeweging.
Ik sprak daar van particularisme.
Tot 1926 propageerde ik mijn eigen systeem
„Inter Nos" („Esmeraldo") een stelsel, dat, vol
gens 't vleiend oordeel van vooraanstaande in-
terlinguistici, zoowel wat grammatischen een
voud en euphonie als wat natuurlijk aspect en
„intelligibilita a prima vista" betreft, allerminst
voor Latino sine flexione of voor Occidental-
Auli behoeft onder te doen.
Allengs en na veel strijd kwam ik evenwel
tot het klare besef, dat ik in feite gevaarlijk
bezig was, destructief werk te verrichten; 't
heeft mij heel wat zelfoverwinning gekost, vóór
ik besluiten kon, ter wille van de idee, eigen
inzicht, door jarenlange studie en onderzoek
verworven, voor altijd prijs te geven!
Sindsdien tracht ik mede door Esperanto de
belangen der H. Kerk te dienen!
Ik laat volkomen in 't midden, welke taal
nu wel 't best aan de eischen van een inter
nationale hulptaal voldoet. Het is zeer wel mo
gelijk, dat de creatie van den heer Von Wahl
de meest ideale solutie biedt van het groote
probleem.
Evenmin als Occidental, L. s. F., Novial, No-
vam, of welk systeem dan ook, is Esperanto
mijn ideaal.
Maar het Esperanto, mèt al deszelfs angeb-
liche feilen en gebreken, functionneert uni-
versaliter en op bevredigende wijze; eene zich
aan de eischen der wisselende tijden aanpassen
de gezonde evolutie langs streng-bepaalde en
veilige richtlijnen is ten volle gewaarborgd!
Waarom dan zou „de Graal" het Esperanto
als ondeugdelijk verwerpen en de Katholieke
wereldtaalbeweging in de wielen rijden?
Weegt het genot van het berijden van een
particularistisch stokpaardje wel op tegen de
onherstelbare schade, welke men dusdoende,
aan een reeds gevestigd stuk cultuurwerk be
rokkent?
Moge dan ook de jeugdige „Graal" beslui
ten, terwille van de Idéé en van het verheven
Doel, eigen, wellicht voortreffelijker, inzicht,
blijmoediglijk te offeren.
Wenschen de Graalleden, mèt ons, méde mid
dels de wereldhulptaal de belangen der H. Kerk
te dienen, dan scharen zij zich met ons onder
de vanen der Katholieke Esperanto-beweging,
die de approbatio en aanmoediging verwerven
mocht der Hoogste Kerkelijke Overheid!
Wanneer mogen wij het voorrecht hebben,
aan „de Graal" het welkom toe te jubelen bin
nen Katholiek Esperantujo?
„Chiam pli alten!
Alleluja, antaüen!"
Tot het geven van meest uitvoerige inlich
tingen steeds met vreugde bereid!
U. hooggeachte Redactie, ten zeerste dan
kend voor de plaatsing, met de meeste hoog
achting,
Uw meest dw.,
JAC. VAN DIEMEN,
Auctore de li Lingua, Auxiliari „Inter Nos";
Ex-redactore de li Revista Internationali
„Inter Nos"; Instruisto de Esperanto,
Brouwersstraat 40.
Naschrift.
De heer Tervooren dwaalt, wanneer hij
leeraart, dat Occidental de „gemakkelijkste"
wereldhulptaal is, zelfs eenvoudiger dan Espe-
ï-anto en.... In drie maanden te leerenü
Ware het niet te onbescheiden, dan zou ik
durven vragen: ként de heer T. het Esperanto
en het Occidental wel door en door?
Zoo niet, waarop grondt zich dan zijn oor
deel ten ongunste van het Esperanto?
Laat de heer T. èn het Esperanto èn het
Occ. grondig en onbevooroordeeld bestudeeren
en daarna uitspraak doen!
De „eenvoudigste" wereldhulptaal is zonder
twijfel „Latino sine Flexione, Lingua sine Gram
matica" van prof. G. Peano, want deze taal
heeft zelfs in 't geheel geen grammatica! Of
zij echter wel tevens de „gemakkelijkste" is?
Mijn „Inter Nos" („Esmeralda") is zeker
even „eenvoudig", „gemakkelijk" en logisch ge
construeerd als het onvolprezen Occidental,
daarenboven veel „natuurlijker' en „vloeien
der", maar evenmin als 'Esperanto „in drie
maanden tijds" te leeren! Zoo'n ideale taal zal
wel nimmer worden gecreëerd! Ik ken Occi
dental sinds zijne publicatie (1922)dat deze
taal in een vierde jaar tijds zou te leeren zijn,
wil er bij mij niet in!
Z'ou ik ten slotte „de Graal" beleefdelijk
mogen uitnoodigen, eens een proeve te nemen
met een Esperanto- (eventueel ook met een
Latino-sine-Flexione-, Ido-, Romanal-, Inter
Nos-) spreekkoor?
Tot zoover inzender.
Het is mogelijk dat ik dwaal, geachte heer
van Diemen, maar leetaren doe ik stellig niet.
Kan ik ook niet doen, want ik ken noch Es
peranto, noch Occidental; wat ik daarover
schreef, schreef ik op gezag van Graalleidsters.
Het is niet m ij n oordeel, dat Occidental ge
makkelijker is te leeren dan Esperanto, maar
dat van de Graalleiding.
Juist de omstandigheid echter dat ik geen
van beide kunstmatige talen ken, doet mij de
keuze van „De Graal" ten voordeele van Occi
dental toch wel begrijpen. Immers, ik heb wel
eens 'n in Esperanto geschreven briefje onder de
oogen gehad en ik moet bekennen, dat ik er
niet zoo heel veel van begreep. Daarentegen
zijn eenvoudige briefjes in het Occidental voor
iemand die de moderne talen kent, wel te be
grijpen, al zal hij ook niet elk woord ver
staan.
Die ondervinding heeft ook „De Graal" op
gedaan en het is, toen de leidsters voor de
keuze stonden, wel degelijk een punt van over
weging geweest, dat Esperanto het voordeel had,
reeds meer verbreid te zijn.
Toch werd Occidental gekozen en wel omdat
het er niet om te doen was een wereldtaal te
kennen, maar wel om het allen Graalleden, van
welke nationaliteit ook, mogelijk te maken el
kaar te verstaan, met elkaar te kunnen cor
respondeeren. Men voelde geen behoefte aan
een „wereldtaal", maar wel aan een „Graal
taal" als ik het zoo mag uitdrukken.
En nu zou het misschien voor de hand ge
legen hebben, daarvoor het reeds tamelijk ver
breide Esperanto te kiezen, ware het niet, dat
ernstige proefnemingen en deugdelijke onder
zoekingen met Graalmeisjes zelf als „materiaal",
bewezen hadden, dat Occidental veel gemakke
lijker door haar begrepen en aangeleerd werd,
dan Esperanto.
Dat gaf den doorslag en zóó is het gekomen,
dat Occidental de Graaltaal is geworden en
niet Esperanto.
Maar dat het niet is een ontrouw aan „den
strijd tegen eiken vorm van particularisme" en
niet een „zich vierkant plaatsen tegenover de
Katholieke Wereldtaalbeweging", blijkt wel
hieruit, dat er in verschillende steden, ook bij
voorbeeld hier in Haarlem, Graalclubs zijn, die
zich bezig houden met de studie van het Es
peranto.
Omdat er ook onder de Graalleden meisjes
zijn, die een w e r e 1 dtaal willen kennen.
ARTHUR TERVOOREN.
Voor de derde maal dit jaar reden Woens
dagmiddag de bont bevlagde tramwagens van
de Noord-Zuid-Hollandsche Tram door de win-
tersche velden van Waterland.
In snel tempo is de electrificatie van de oude
Waterlandsche stoomtram een feit geworden.
Purmerend was de eerste stap, toen volgde
Monnikendam en thans is met de doortrekking
over Edam naar Volendam het werk voltooid
en heeft het oude stoomtrammetje voorgoed
plaats moeten maken voor de electrische
tractie.
De eerste officieele rit Amsterdam—Edam—
Volendam is dan Woensdagmiddag verreden.
Een groot aantal autoriteiten, onder wie de
vertegenwoordigers van den Minister van Wa
terstaat en den Commissaris der Koningin in
de provincie Noord-Holland, had van de uit-
noodiging der tramdirectie gebruik gemaakt en
nam aan den rit deel.
Om één uur vertrok het gezelschap van het
tramhuisje der oude Noord-Hollandsche tram
per bootje en vervolgens in twee tramtreinen
over Broek en Monnikendam naar Edam.
Hier toonde de bevolking groote belangstel
ling voor het moderne vervoermiddel. Van
enkele huizen werd gevlagd.
In het monumentale stadhuis van Edam
wachtte burgemeester Kolfschoten zijn gasten,
die bij hun gang door het karakteristieke
stadje werden onthaald op een carillonconcert
van den prachtigen ranken speeltoren.
Vriendelijke woorden werden bij de ont
vangst in de raadszaal van Edams stadhuis
gewisseld. Burgemeester Kolfschoten heette in
het bijzonder de tramdirectie welkom en wees
op de groote beteekenis van de electrificatie,
welke Edam en Volendam dichter tot elkaar
en tot Amsterdam brengt en anderzijds de
hoofdstad dichter bij de rust en schoonheid
van Edam-Volendam.
De directeur der Noord-Zuid-Hollandsche
Tram, ir. Burgersdijk, dankte. Hij herinnerde
aan den tijd der Hoeksche en Kabeljouwsche
twisten, toen de Kennemers Edam veroverden.
Thans herhaalt zich de historie en verovert de
Kennemer tram de Waterlandsche metropool
Na een rondgang door het stadhuis werd
naar de groote St. Nicolaaskerk gewandeld,
waar Meester Vincent het prachtige orgel be
speelde. Architect Kok van Heemschut gaf
vervolgens een zeer belangwekkende verklaring
van de historie der kerk en het grootsche res
tauratiewerk, dat hier tot stand komt.
De schemer was inmiddels reeds gevallen,
toen de trams het gezelschap weer verder
voerden, thans naar Volendam.
Hier stond de Harmonie gereed, welke den
gasten met vroolijke nummers den weg wees
naar het wereldvermaarde hotel „Saander",
waar zich het slot van dezen middag afspeelde.
De keuken van het hotel bewees weer eens
zijn uitstekende reputatie. Het IJselmeerban-
ket, of smakelijker gezegd het Zuiderzeeban
ket vereenigde allen in een recht genoeglijk
samenzijn, waarbij de sluizen der welsprekend
heid door burgemeester Kolfschoten wijd wer
den geopend en door .den gastheer ir. Burgers-
dijk uiteindelijk gesloten.
Prompt voerden daarna de tramtreinen, vlot
en zonder overstappen, de deelnemers terug
van Volendam naar de hoofdstad.
Aan het jaarverslag over 1931 van het Cen
traal Bestuur van den R.K. Volksbond ontlee-
nen wij het volgende:
Een vol jaar is er gelegenheid geweest om ra
te gaan of het wel een gelukkig besluit is ge
weest om de districts-indeeling te aanvaarden.
Het jaar 1931 heeft op de vraag of deze indee
ling van beteekenis is voor de organisaties een
duidelijk antwoord gegeven, een antwoord, dat
onverdeeld gunstig is.
Organisatorisch beschouwd werd ook plaatse
lijk dikwijls invloed ten goede aangewend. Als,
om bij een voorbeeld te blijven, den districtsbe
stuurder bij zijn bezoek aan de afdeelingen bleek
dat de verhoudingen wel wat verbetering be-
hoofden, dat kon hij waar vroeger dikwijls de
tijd voor ontbrak daaraan zijn aandacht
schenken en op deze wijze werd meermalen be
reikt dat een Bestuursraad beter ging werken of
de Stands- en Vakorganisaties elkander inniger
vonden.
Overigens is 1931 in menig opzicht een goed
jaar geweest voor onzen bond, al brachten de
omstandigheden bijzondere moeilijkheden mede
en zeer veel arbeid voor de werkloozen.
Reeds geruimen tijd leefde in de kringen der
Kaht. Arbeidersbeweging te Rotterdam het ver
langen om te komen tot één Volksbondafdee-
ling. Enkele jaren terug was reeds gepoogd om
de af deeling Feijenoord en Rotterdam meer
aan elkander te binden. Het was in een stad
als Rotterdam dan ook noodig dat er één cen
trale leiding zou komen. Het afgeloopen jaar
bracht tenslotte het besluit van fusie der beide
afdeelingen waardoor, zonder dat verlies werd
geleden, het aantal afdeelingen met één werd
verminderd. Naast deze verandering, die op 1
Januari 1932 een feit werd, wordt nog vermeld,
dat de afdeeling Heer Hugowaard Noord, te
niet is gegaan.
Aan den anderen kant werd natuurlijk ge
regeld uitgezien of er kan aanwezig was nieuwe
afdeelingen tot stand te brengen en vooral op
de eilanden beneden Rotterdam, waar in het
verleden door de omstandigheden geen vol
doende aandacht aan kon worden geschonken,
werden in 1931 krachtige pogingen, met suc
ces, aangewend. Nieuwe afdeelingen werden
opgericht te Brielle, Oud-Vossemeer, Rhoon,
Stompwijk en Zwijndrecht. In de laatstge
noemde plaats is het nu practisch de derde
maal dat de afdeeling tot stand komt. De
nieuwe afdeelingen, met uitzondering van
Stompwijk, zijn alle ondergebracht bij het dis
trict Rotterdam.
Door deze mutaties werd het aantal afdee
lingen van 112 op 114 gebracht.
De eerste drie kwartalen brachten slechts
een geringen vooruitgang van het ledental,
doch het vierde stuwde het met meer dan 3CC0
omhoog. De verklaring is hierin gelegen, dat
de oude bepalingen, volgens welke het ledental
werd opgegeven en vastgesteld, het juiste aan
tal niet altijd aan het licht brachten. Er wer
den andere bepalingen vastgesteld en door
middel der districtsbestuurders maatregelen ge
troffen en het resultaat bleef niet uit. Wat al
zoo dikwijls was vermoed, het ledental was
grooter dan was opgegeven.
Het ledental bedroeg:
Per I Januari 1931 29347
Per 1 Januari 1932 33235
Dus een vooruitgang van 3888 leden.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat van
de 33235 leden er 4732 zijn die geen lid zijn van
een vakorganisatie. Onder dezen bevinden zich
velen die geen lid eener vakorganisatie kunnen
of behoeven te zijn.
Pg. C. de Dood, een man, die er wel nooit
van gedroomd zal hebben, in zijn leven en
van gedroomd zal hebben, in zijn leven,
vlot Marxisme in al zijn schakeering je nach
dem! ooit een Amsterdamschen raadszetel
voor de S. D. A. P. te zullen bezetten en er
tot vermaak en ontsteltenis van allen, die
hem kennen, per stom toeval tóch een kreeg
C. de Dood schrijft in „Het Volk", welk
orgaan hij, nog werkende voor de oer-conser-
vatieve, oud-liberale „Nieuwe Courant", haatte
als geen ander, geregeld min of meer onbelang
rijke stukjes „Van het Hekelveld", waarmede
de Hekelveld-redactie dikwijls erg in haar
maag moet zitten als met den dood in den
pot.
Een van de vele „vaste" levenshoudingen,
die pg. C. de Dood in zijn merkwaardig be
staan innam was die van ridder zonder vrees
en blaam van H. M. de Koningin.
Toen C. de Dood weer eens een nieuwe le
venshouding vond en pg. werd, had de ko-
ningstrouw geen zin meer. Integendeel. Hij
moest nu als pg. zijn anti-monarchisme na
tuurlijk zoo nu en dan te kijk zetten in zijn
HekelveJdjes. Vanwege de zuiverheid in de
leer.
Een paar dagen geleden maakte pg. C. de
Dood zich ironisch boos over het Kamerlid
Schaepman, die den Minister van Waterstaat
had gevraagd, of het wel aanging in officieele
departementsstukken hoopen advertenties op
te nemen.
En hij schreef:
„Integendeel, het Nederlandsche volk, dat al
zooveel dank aan onze voorzienige regeering
schuldig is, heeft reden om te juichen over
deze nieuwe manier om de schatkist bij te
vullen zonder de rijke lui lastig te vallen. Om
nog te zwijgen van de opfleuring, die de dorre
regeeringsdocumenten door leuk geteekende
advertenties noodzakelijkerwijze moeten on
dergaan. Waarom ons heele regeermgsstelsel
niet dienstbaar gemaakt aan de winstgevende
reclame? Neem eens de opening van de Sta-
ten-Generaal met die afzichtelijke gou
den koets. Denkt men werkelijk, dat dat
ding er bij verliezen zou, wanneer er op den
achterkant een fraai geteekend reclame-biljet
kwam met de woorden„Voor tweede-
ha n d s c h antiek moet men zijn bij David
Speyer", of „Er is maar één Wilhelm II".
Alles vanwege de zuiverheid in de leer!
Men kon eens aan hem twijfelen.
Het is niet zoo gemakkelijk als nieuweling
pg. te zijn!
Te Zaandam is in den afgeloopen nacht een
56-jarige landbouwer uit Avenhorn. die te vo
ren een paar danshuizen had bezocht, door
twee mannen aan de Haven overvallen en na
mishandeld te zijn van een deel van zijn geld
beroofd.
De dieven hebben in htm haast om de zaak
zoo spoedig mogelijk te bewerkstelligen, pech
gehad. De landbouwer was, zooals later bij het
onderzoek bleek, in het bezit van ruim f 800
aan bankpapier, benevens een pakje waarde
loos Duitsch geld en een biljet van duizend
kronen. Nu hebben de aanvallers den landbou
wer ontlast van het waardelooze Duitsche
geld en het bankbiljet van duizend kronen en
hem het goede Hollandsche geld laten houden.
Als verdacht van dezen overval zijn twee
Zaandammers aangehouden, waaronder een
kellner van een der danshuizen. Bij een der
verdachten is een biljet van 1000 kronen ge
vonden.
De vader van Pieter Langendijk heette oor
spronkelijk Arend Kort, maar veranderde zijn
naam in dien van Arend Langendijk. Pieter
werd op 25 Juli 1683 te Haarlem geboren.
Hij legde zich eerst voornamelijk op het tee
kenen, etsen en schilderen toe, waarvoor hij te
Amsterdam woonde, maar nadat hij een plaats
als.... kantoorbediende (klerk) gekregen haa,
begon hij zich ook met de dichtkunst te be
moeien. Zijn eerste vers was een lofdicht op de
werken van Jan van Gijsen in 1707.
Daarna trok hij naar Haarlem, waar hü in
1720 faetor (lid) van de Rederijkerskamer
„Trou moet Blycken" werd. Als zoodanig heeft
hij eenige jaardichten gepubliceerd, die onder
den gezamenlijken naam van „De Graven van
Holland in jaardichten beschreven" bekend
zijn.
Evenals Vondel leed ook hij aan financieele
beslommeringen, die grootendeels veroorzaakt
werden door de buitensporige uitgaven van zijn
vrouw en zijn moeder.
Om zijn schulden te voldoen, moest hij in
1747 zijn schilderijen en etsen en zelfs zijn huis
verkoopen.
Van het Haarlemsche stadsbestuur kreeg hij
twee jaar daarna het ambt van „Stadshistorie-
schrijver", in welke functie hij o.a. in 1746 het
„Leven van Willem I in jaarzangen tot 1574",
een jaar later de „Beschrijving van Kleef en
des zelfs aangename landouwen" en in 1765
„De stad Haarlem en haar geschiedenissen"
schreef.
Vooral bekend is hij geworden door zijn blij
spelen, die zelfs in den tegenwoordigen tijd nog
wel eens opgevoerd worden. De meest bekende
daarvan zijn: „Don Quichot of de bruiloft van
Camacho", dat voor het eerst in 1711 werd
gespeeld, „De zwetser" en „Het wederzijdsch
huwelijksbedrog", beide uit 1712, „Krelis Lou
wen of Alexander de Groote op het poëten
maal" en „De wiskunstenaars of het gevluchte
juffertje", „De Aeneas van Vergilius in zijn
Zondagspak", alle uit 1715, „Arlequyn aetionist"
(1720), „De bedriegerij van Cartouche of de
Fransche roovers" (1732) en tenslotte „Xantype
of het booze wijf des filosoofs Socrates beteu
geld", uit 1756.
Verder schreef hij nog het treurspel „Cato of
de ondergang der Roomsche vrijheid" (1715),
het zeer beroemde „Spiegel der vaderlandsche
kooplieden", een „Boertige leutige) beschrij
ving van den Amsterdamschen schouwburg bij
het vertoonen van Aran en Titus" en boven
dien eenige lofdichten op zijn geboortestad en
de dichtkunst, en enkele verzen van Bijbel-
sche strekking.
Na 1749 verbleef hij in het Haarlemsche Pro
veniershuis, waar hij op 18 Juli 1756 overleed.