ONDER HAMER EN LOUPE m Ithermogène^ DEBEGROOTINGSPOSTEN Bij de subsidies DRIEBANDENSPEL DONDERDAG 1 DECEMBER Hoest,Koude Rheumatiek Griep en Ste ken in de zij. GEMEENTERAAD Ook hier wordt het spreekwoord bewaarheid„Iedere heilige zijn kaarsje Algemeen Beheer Openbare veiligheid Volksgezondheid Vernieling GRAALWACHT TE HOOFDDORP GESTICHT En thans: Excelsior Vooruit! HET OPENBAAR SLACHTHUIS Uitbreiding noodzakelijk Te hooge tarieven Schouwburg Jansweg MARKTBERICHT RIJKSVISCHAFSLAG Staat van besommingen Aeberhard na spannenden strijd Europeesch kampioen AeberhardDavin NATIONAAL CRISIS-COMITE De resultaten van het afgeloopen jaar W. H. A. Wesselink t Gistermiddag werd door den Raad de be handeling der gemeente-begrooting voor 1933 voortgezet. Aan de orde was de stemming over de door de heeren Castricum en Visser ingediende mc- tie. De heer VISSER (CH) stelt voor de discus sie te heropenen. Dit voorstel wordt aangeno men met 295 stemmen. De heer PEPER (C.P.H.) amendeert de motie- Castricum, welk amendement niet voldoende gesteund wordt. Wethouder VAN LIEMT (R.K.) memoreert de waardeering van het plan-Van Tilburg door B. en W. Spr. kan echter niet voor de motie- Visser stemmen, omdat het plan, als het uit voerbaar was, niet plaatselijk uitgevoerd kan worden. Wat moeten wij dan doen met een plaatselijke commissie? Met de instelling daar van maken wij ons ridicuul. Laat men in Den j Haag probeeren, een staatscommissie ingesteld te krijgen. De heer DE BRAAL (A.R.) kon in dit stadium der besprekingen niet voor de motie-Visser stemmen. Aan de motie-Castricum zou spr. de voorwaarden willen verbinden, dat de invoering der 40-urige werkweek zonder loonsverlaging moet geschieden. De heer WOLZAK (A.R.) vindt het verloop van het plan-Van Tilburg eenigszins vreemd. De heer Meijer de Vries heeft, volgens spr., een zonderlinge houding aangenomen. Spr. is echter na de rede van wethouder Gerritsz overtuigd, dat B. en W. er ook van doordrongen zijn, dat zooveel mogelijk gedaan moet worden inzake de werkloosheidsbestrijding en hij zou het een motie van wantrouwen in het beleid van den betrokken wethouder achten, als de motie-Visser werd aangenomen. Het spijt hem, dat de heer Visser zijn motie niet heeft ingetrokken. Spr. zal tegen de motie stemmen. Mevr. SCHELTEMA (V. B.) verklaart zich tegen de motie-Visser, tegen den eersten zin van de considerans van de motie-Castricum en tegen punt a dier motie. Als de kwestie van de 40-urige arbeidsweek in het Georganiseerd Overleg komt, zullen alle consequenties be keken moeten worden en spr. wil zich te voren niet binden. Punt b der motie acht spr. overbodig, omdat B. en W. zeker wel diligent zullen blijven ten aanzien van de werkverschaffing. Wethouder GERRITSZ (S.D.A.P.) gaat na, dat de kwestie der 40-urige arbeidsweek nog niet voldoende voorbereid is, om in een ge meenteraad behandeld te worden. De zaak kan nu nog niet voldoende vruchten dragen, als zij in het Georganiseerd Overleg gebracht wordt. Punt b der motie willen B. en W. om prae- advies nemen. Wat het plan-Van Tilburg betreft, tegen den persoon van den voorsteller is niets onvrien delijks bedoeld. Maar zakelijk kan men toch iemands denkbeelden bestrijden. De zaak is volkomen uitgezocht. Wat moet er nu nog ver der onderzocht worden? In de Kamer zal wel vandaag of morgen over de zaak gesproken worden en spr. vermoedt, dat de kwestie daar, hard als een bikkel, afgewezen zal worden. De motie-Visser tot onderzoek van het plan- Van Tilburg wordt met 332 stemmen ver worpen. Voor de leden Visser en De Rijke. Begonnen wordt met de behandeling der hoofdstukken. zijn niet met 7 pCt. verlaagd, alleen is gekort op de traktementen en loonen. Waarom wil men nu ook pensioenen, als door den heer Visser bedoeld, verlagen? De heer VISSER meênt, dat gevraagd kan worden, vrijwillig afstand te doen van een deel der pensioenen. De VOORZITTER antwoordt, dat B. en W. dit alleen zullen doen, als het hun imperatief wordt opgelegd. De heer PEPER (C.P.H.) bespreekt de positie van den heer Sehuddeboom, den bezuinigings inspecteur. De heer KLEIN (R.K.) vraagt, of ook van die ambtenaren 7 pCt. salaris gekort wordt, wier salaris vastgesteld wordt door de Kroon. Verder vraagt spr., waarom B. en W. niet vol daan hebben aan een eensluidende uitspraak van den raad ten aanzien van een 4-tal tijde lijke ambtenaren. Als het ambtenarenreglement aan de orde komt, zal spr. zijn best doen, zoo min mogelijk tijdelijke ambtenaren aan te stellen, omdat het aantal vaste ambtenaren reeds klein genoeg is. Wat de cumulatie van functies betreft, deze zaak heeft spr. reeds voor de begrooting voor 1924 besproken. Toen wenschte spr. reeds, dat bij verwisseling van openbare functies de pen- -sionneering van de verlaten functie niet toe gekend zou worden, zoolang zij de nieuwe open bare functie bekleeden. Mevr. HOEKSTRA (R.K.) vraagt naar het vervullen van nevenbetrekkingen door ambte naren en het genieten door hen van andere bijverdiensten. De heer OVERSTEEGEN (C.P.H.) vraagt, of B. en W. afstand willen doen van hun salaris. Wethouder SLINGENBERG (V.D.) ant woordt, dat de heer Sehuddeboom slechts een tijdelijke taak heeft te vervullen. Hij is aange steld tot 1 Januari 1933. B. en W. willen hem continueeren op gewijzigde voorwaarden. Hij geniet eenig hooger salaris dan de andere amb tenaren, omdat hij geen pensioen zal genieten, lenz. Aan den heer Klein antwoordt spr., dat 27 December 1931 aan Ged. Staten en de Kroon verzocht is, de 7 pet. korting ook toe te passen op die salarissen, die door Ged. Staten en de Kroon vastgesteld zijn. Die verzoeken zijn af gewezen. Wethouder GERRITSZ deelt mede, dat het de bedoeling is, het ambtenarenreglement in de raadsvergadering van 14 December te behande len. Neven- en bijbetrekkingen worden door ambtenaren weinig verricht. In het afgeloopen jaar zijn tijdelijke ambtenaren vast aangesteld, omdat zij bij het corps hoorden. De heer VAN KESSEL (R.K.) vraagt, of den ambtenaren niet aangezegd kan worden, dat hun bijverdiensten binnen een jaar geëindigd moeten zijn. Kan de heer Sehuddeboom speciaal de cumulatie-zaak bekijken? Wethouder Gerritsz deelt mede, dat B. en W. over alle g egevens beschikken. Als men parti culiere bijverdiensten geniet, heeft men de toe stemming van B. en W. noodig. Doet men dit zonder die toestemming, dan moeten B. en W. dit toevallig vernemen en bij onderzoek blijkt, dat men die nevenfunctie niet als betrekking bekleedt. Spr. wil van de functies, waarvoor toestem ming is gevraagd, gaarne een lijst overleggen aan den raad. Wethouder SLINGENBERG deelt mede, op dwaze vragen van den heer Oversteegen geen antwoord te geven. De heer VISSER (C. H.) vraagt, of B. en W den daarvoor in aanmerking komenden gepen- sionneerden wethouders willen vragen, afstand te doen van hun pensioen. De VOORZITTER wijst er op, dat op legfcle basis deze pensioenen toegekend zijn. Spr. vraagt zich af, op welke gronden men nu aan verkregen rechten wil tornen. De pensioenen De heer VAN KESSEL heeft in het algemeen waardeering voor het optreden der politie, spe ciaal in de tegenwoordige moeilijke omstandig heden. Daarmede wil spr. niet zeggen, dat alles in orde is. Aan de regeling van het verkeer mankeert nog wel iets. Ook acht spr. de politie niet wel levend genoeg. Als het aantal agenten te gering is, moet men der politie niet méér opdragen, dan haar taak is. Men heeft haar een deel der controle op de straatverlichting opgedragen. Hij acht dit niet juist, omdat de taak van de politie reeds zwaar genoeg is. Hoe staat het met het Scheidsgerecht voor de politie? In het nieuwe ambtenarenreglement is daarvan ook weinig terecht gekomen, naar een vakblad meldt. Hij vraagt, het Scheidsge recht in het ambtenarenreglement vast te leggen. Een deel der arbeidsvoorwaarden van de politie is de kleeding. Het winterschoeisel is hun onthouden en thans wordt voorgesteld, hun het zomerschoeisel te onthouden. Dit acht spr. niet de juiste methode. Spr. meent, dat er wel andere posten zijn, waarop bezuinigd kan worden. Spr. zou het betreuren, als men de Burger wacht opriep bjj een conflict als in het stuca- doorsbedrijf heeft plaats gehad. Dat middel moet z.i. slechts als uiterste noodzaak toegepast worden. Spr. begrijpt niet waarom tijdens het stucadoorsconflict niet de hulp der rijks- en militaire politie is ingeroepen. Spr. meent, dat de resultaten van de aanstel ling van een inspectrice niet beantwoord heb ben aan de gestelde verwachtingen. Voorts informeert hij naar het parkeeren en constateert, dat er dienaangaande een chaos in de stad heerscht. Spr. bespreekt dan nog de bezuiniging op de kleeding, de uitkeering voor de politiehonden en de kosten van motor met zijspanwagen. Als voor 1000 toch geen motor kan worden ge kocht, zou spr. dit bedrag van de begrooting willen afvoeren. De heer Klein (R.K.) sluit zich aan bij de hulde, aan de politie gebracht. Met veel, wat de heer Van Kessel gezegd heeft, kan spr. zich vereenigen. Spr. geeft zijn opvatting weer over een com missie van advies bij strafoplegging. Als het op „havelooze" manier, hetgeen spr. illustreert, geschiedt, zal de eindbeslissing eerst vallen bij den Centralen Raad van Beroep, hetgeen spr. juist wil voorkomen. De heer GROENENDAAL (S.D.A.P.) oordeelt, dat noch een stucadoorsconflict, noch de uit breiding der stad een maatstaf mag zijn voor vergrooting van het politiecorps. De wijze van strafoplegging (zonder moti veering) acht spr. onjuist. De aanvulling der vacatures bij de politie met militaire politie acht spr. niet geheel juist, om dat deze nog niet altijd geschikt is voor het dienst doen in een bepaalde sthd. Hij vraagt, der politie een afschrift te geven van de voornaamste wetten en hun wetskennis zooveel mogelijk te verrijken. Hij vraagt ook maatregelen tegen de vele auto-ongelukken in Haarlem en informeert naar het bewaren van de wapens der Burgerwacht ten stadhuize. Dit laatste acht hij niet juist. Spr. meent, dat het moeilijk is, vast te stel len, wat werkelijk .,orde" is. Hij concludeert dit uit het stucadoorsconflict eil uit een relletje te Leuven. De heer BOES (V.D.) vindt, in tegenstelling met den heer Van Kessel, de politie wel beleefd. Hij acht meer toezicht op het verkeer noodig en vraagt maatregelen tegen het besmeuren van dè straat met reclamepapieren. De heer VISSER meent, dat er verhouding moet zijn tusschen de grootte der gemeente en de grootte van het politiecorps. Bij het stucadoorsconflict was er, volgens spr., niet voldoende politiebescherming voor de werkwilligen. Hij acht een kleine uitbreiding van het corps noodig en vindt de wapens der Burgerwacht op het stadhuis goed bewaard. De heer CASTRICUM (R.K.) bespreekt de vele verkeersongevallen, vraagt toezicht, dat de maximum snelheid niet overschreden wordt en vestigt eveneens de aandacht op het stucadoors conflict. In dit conflict was het recht aan de werkwilligen en op de politie rustte de taak, hen te beschermen. Dat kon niet voldoende, misschien door te geringe getalsterkte, hetgeen spr. een gevaar vindt. De politie moet afdoende kunnen optreden. De heer VAN DAM (V.D.) vraagt, ter inzage van den raad te leggen het rapport over be zuiniging bij de politie-administratie en de dienstregeling voor de inspecteurs te brengen in de betreffende dienstcommissie. De heer BAAS (A.R.) oordeelt, dat er te wei nig agenten in Haarlem zijn. Sinds 1919 is het corps slechts met 2 personen uitgebreid, die be last zijn met een bijzondere taak. Hij huldigt B. en W. voor het ten stadhuize bewaren van de wapens van de Burgerwacht en vertrouwt, dat, indien noodig, haar ook andere faciliteiten verleend zullen worden. Mevr. SCHELTEMA bespreekt het degene- reeren der demonstraties. De politie is voor het opsporen van misdadigers en het handhaven van rust en orde. Zij behoeft echter niet het stootblok te zijn voor gedegenereerde demon- starties. Dreigt dit, dan dienen, volgens spr., de demonstraties verboden te worden. Spr. meent, dat de politie beschermend moet optreden ten aanzien van de veiligheid van werkwilligen. Zij moet dan handelen, als ware er geen staking. zy vestigt de aandacht op een aantal moei lijke verkeerspunten in de stad. Zy informeert naar de juistheid van het gerucht, of het een zijdig parkeerverbod nog niet ingevoerd is, wegens, de duurte der aanschaffing van de noodige borden. De VOORZITTER dankt voor de aan de politie gebrachte hulde en bespreekt de ge talsterkte van het corps. Hy wijst op de in 1919 ingevoerde organisatie van het corps. Een aan vulling van het corps is aan spr. eens niet toe gestaan en als spr. en de commissaris nog eens zwarigheden hebben, denken zy maar: „Wat de raad doet, is welgedaan." De sterkte is thans 186 man en niet voldoende. Ware deze toestand niet verantwoord, spr. zou reeds lang met voor stellen tot uitbreiding zijn gekomen. Uitbreiding met 30 man zou 75.000 per jaar kosten en dat is nu niet verantwoord. Indien het noodig is, kan spr. door overuren over voldoende politie beschikken. De houding van de politie by een staking is altijd moeilijk, nog erger, doordat Haarlem dicht bij Amsterdam gelegen is en er contact bestaat tusschen verschillende heeren in Amsterdam en Haarlem. By het stucadoorsconflict heeft spr. de lei ding overgelaten aan de politie. De werkwilli gen waren tevreden over de bescherming. Spr. dringt er op aan, dat de raadsleden hun in vloed uitoefenen, als het hun mogelijk is, opdat vrouwen en kinderen zich buiten het conflict houden. Hij meent, dat men over het optreden der politie bij het conflict tevreden kan zijn. Na behandeling van het ambtenarenreglement zal spr. in overweging nemen de instelling van het scheidsgerecht voor de politie. Ten aanzien van den motor met zyspanwagen legt spr. uit, dat een crediet noodig is voor aanschaffing. Was de financieele toestand niet zoo benauwend, spr. zou nog een nieuwe wagen vragen. De inspectrice heeft een volledige taak en vervult deze met nauwgezetheid en yver. Het parkeeren zal met Januari zijn beslag krijgen. Dan hoopt spr. een crediet te hebben voor de aanschaffing van parkeerborden. Eventueele boeten van het gemeentepersoneel worden afgehouden van het salaris en vervallen aan de gemeentelijke schatkist. De heer KLEIN: „Dat is in 1918 al afge schaft. Toen is de burgemeester uitgenoodigd, de regeling niet meer toe te passen en dat is toen sinds jaren gebeurd." De VOORZITTER zal dit onderzoeken. Wat het houden van demonstraties betreft, spr. is niet van plan, eiken keer opnieuw toe stemming te geven. De kwestie van het verontreinigen der stra ten is thans in handen van de commissie voor de strafverordeningen. Het rapport, door den heer Van Dam ge vraagd, kan niet geheel ter inzage gelegd wor den, omdat het dingen bevat, die niet voor openbaarheid geschikt zijn. Spr. zal de zaak echter nader overwegen. „Ik héb liever niet, dat je al leen uitgaat, Netty." „Maar ik ga niet alleen, moe der." De heer PEPER becritiseert de huisvesting van den geneeskundigen dienst. Dan bespreekt hy E. H. B. O.-cursussen, waar bij het gebruik van gasmaskers verklaard en toegelicht woi dt. De heer KOPPEN (S.D.A.P.) betreurt het, dat hy voortaan zal moeten missen den steun van wijlen dr. Adrian. Hij zal de vraagstukken laten rusten, welke de soc.-dem. gaarne verwezen lijkt zien. Hij bespreekt ook al de huisvesting van den geneeskundigen dienst en vraagt in bepaalde gevallen de patiënten onmiddellijk naar een ziekenhuis door te sturen en niet naar den ge neeskundigen dienst, ter voorkoming van be smetting. De vergadering wordt geschorst tot 's avonds. AVONDVERGADERING Bij de voortgezette besprekingen over de volksgezondheid brengt de heer BAAS (A.R.) den toestand van de barakken aan 't St. Elisa beth's Gasthuis ter sprake en de by dragen voor hen, die in een krankzinnigengesticht verpleegd worden. De heer WESTERVELD (S.D.A.P.) bespreekt den schoolartsendienst. Hij zou gaarne zien, dat door de schoolartsen by openbaar en bijzonder onderwijs eenzelfde maatstaf werd aangelegd en vraagt, of er niet te weinig kinderen naar va- cantiekolonies worden gezonden. Mevr. SCHELTEMA dankt voor de hulde, door den heer Koppen aan de nagedachtenis van den overleden leider harer fractie, dr. Adri an, gebracht. Spr. bespreekt de subsidies voor de Kleine Theresia-stichting en de Vereeniging Ned. Vrou wenbond tot verhooging van zedelijk bewustzijn. Zy prijst de werkzaamheden dezer aan elkan der gelijk zijnde vereenigingen. De subsidie voor de eerste vereeniging is verlaagd van 1000 tot 750 en van de laatste van 750 tot nihil. Spr. zou beide vereenigingen onder één post willen onderbrengen bij hoofdstuk „Volks gezondheid" tot 'n bedrag van ongeveer 1200. De heer REINALDA (S.D.A.P.) vraagt, waar om ontslag is gegeven aan den medicus, belast met het medisch toezicht op de kinderen bij het buitengewoon L. O. en of hem voor toe kenning van zijn wachtgeld naast zyn oor spronkelijke functie tevens is opgedragen de controle over de krankzinnigen, die voor reke ning van de gemeente in krankzinnigengestich ten worden verpleegd. Spr. maakt er bezwaar tegen, dat in deze functie niet de raad de be noeming heeft kunnen doen. Het onderzoek van krankzinnigen moet, naar spr. meent, geschieden in de paviljoens van een Provinciale Ziekeninrichting. De VOORZITTER wyst allereerst op de fi nancieele bezwaren, verbonden aan den bouw van een nieuw gebouw van den geneeskundigen dienst. Als er geen geld is, zijn er geen Zwit sers. Klachten over het ziekenvervoer moeten met naam en toenaam genoemd worden en moeten eigenlijk onmiddellijk na het vervoer ter kennis gebracht worden. By besmettelijke ziekte gaai de patiënt onmiddellyk naar een ziekenhuis en niet naar den geneeskundigen dienst. Ten aanzien van de opmerking van den heer Reinalda, verdedigt spr. de opneming in „De Kennemer," welke een inrichting is, waar op de verpleegden niet het odium rust van krankzin nigheid. De doktoren daar zijn tevreden over den gang van zaken. De heer KOPPEN: „En de ongelukken, die er gebeuren?" De VOORZITTER: „Gebeuren die niet elders ook? Ook niet in het Prov. Ziekenhuis?" Spr. acht het voorts beter, dergelijke zaken niet te veel in het openbaar te bespreken. Wethouder ROODENBURG (C.H.) zegt de heer Westerveld toe, dat het verslag van den schoolartsendienst anders ingericht zal worden. Het uitzenden van kinderen naar vacantie- kolonies heeft de aandacht van B. en W. De dag-openluchtschool is vol, doch B. en W. achten een nieuwe school niet noodig. Het slap-zijn der kinderen is voor een groot deel gevolg van te laat naar bed gaan door de kinderen. De verandering van functie van den door den heer Reinalda bedoelden medicus vindt o.m. haar oorzaak in het feit, dat deze medicus voor zijn oorspronkelijke functie rijk betaald werd. B. en W. konden zelf deze zaak regelen, zonder den raad er in te kennen. Wethouder SLINGENBERG (V.D.) wijst er op, dat de kosten van ziekenhuisverpleging ver dubbeld zijn, vergeleken by den toestand voor de annexatie. Het laatst bekende cijfer is 581.000, vóór de annexatie 3 ton. Ten aanzien van de door mevr. Scheltema ter sprake gebrachte subsidies wijst spr. er op, dat het subsidie voor den Ned. Vrouwenbond door de commissie voor de subsidies is geschrapt, omdat de kosten van dezen bond te hoog geacht werden. B. en W. willen echter de cijfers, door mevr. Scheltema gegeven, echter nog eens bezien en geven daarom in overweging te besluiten, zooals in de begrooting voorgesteld wordt. Mevr. SCHELTEMA kan zich hiermede ver eenigen, doch behoudt zich 't recht voor, indien dc zaak niet spoedig in orde komt, met een eigen voorstel te komen. Deze van ouds be kende watten ver spreidt 'n weldoen de warmte en be strijdt met succes Doozen van 45 en 75 cents. BI) Aoothekers en Drogisten De heer REINALDA meent, dat niet een controleerend geneesheer over de krankzinnigen aangesteld had moeten worden, doch dat men het oordeel over hun terugkeer in het gezin geheel over moet laten aan den directeur geneesheer van het gesticht. Spr. kan het be lasten van den op wachtgeld gestelden medi cus met deze controle niet bewonderen. Wethouder ROODENBURG deelt mede, dat bij B. en W. klachten zyn ingekomen. Hij wordt nu gedwongen dit mede te deelen en spr. moet verklaren, dat de betrokken medicus niet veel werk deed voor zijn 750. B. en W. achten het gewenscht, dat een Haarlemsch genees heer controle blijft uitoefenen. Wat de gifgaskwestie betreft, door den heer Peper ter sprake gebracht, E.H.B.O. geeft zoo'n cursus, omdat gifgas gebruikt wordt in de in dustrie. De heer PEPER dient een motie in, waarin de raad als zyn meening uitspreekt, dat aan de verleening van subsidie aan „Het Witte Kruis" niet de voorwaarde van loonsverlaging voor het personeel mag verbonden worden. Verder dient hy een motie in, ten doel heb bende, de werkloozen gratis gebruik te laten maken van de gemeentelijke of door de ge meente gesudsidieerde inrichtingen. De heer VISSER vindt de verslechtering voor de badmeesters niet zoo erg, want niet vergeten mag worden, dat het een vrij aan gename betrekking is. De heer CASTRICUM (R.K.) is ook van oordeel, dat den werkloozen eenige tegemoet koming verleend moet worden voor het ge bruik van zweminrichtingen. De heer VAN DAM (V.D.) begrijpt niet, dat de badmeesters zelf niet begrepen hebben, dat zy een loonsverlaging moesten aanvaarden. „Het Witte Kruis" had wel tot overeenstem ming kunnen komen met B. en W. Wil het bestuur geen loonsverlaging doorvoeren, dan is er het dwangmiddel van de subsidie. Het vraagstuk van het gebruik der zwemin richtingen door werkloozen zou spr. graag door B. en W. behandeld zien. Hij weet ook, dat daar een regeling voor getroffen moet worden. Wethouder ROODENBURG deelt mede, dat deze zaak afgestuit is op den onwil van „Het Witte Kruis", die daarvoor betaald wil wor den. Als de subsidie verhoogd zou moeten worden, zouden B. en W. met een voorstel ko men. De heer CASTRICUM dient een motie in, waarin gevraagd wordt, eenige reductie te ver- leenen voor het gebruik door de werkloozen van zwem- en badinrichtingen. Wethouder ROODENBURG deelt mede, dat B. en W. over deze zaak opnieuw zullen gaan onderhandelen met „Het Witte Kruis." Laat de werkloozen maar gratis gebruik maken van de inrichtingen, het tekort zal wel door de gemeente betaald word. De eerste motie-Peper wordt verworpen met 2412 stemmen. Voor de S.D.A.P. (behalve wethouder Gerritsz), communisten en de Vrijz. Dem. Heidstra. Een voorstel-Oversteegen, de subsidie voor „Zuigelingenzorg" te handhaven op 5900.— wordt niet voldoende ondersteund. Mevr. MAARSCHALL (SD.A.P.) stelt voor, 5.300 subsidie te geven. (B. en W. stelden 4.500 voor). Mevr. VENEMA (V.B.) verdedigt eveneens dit voorstel. Wethouder SLINGENBERG verdedigt de ver laging der subsidie van 5.900 tot 5.400. Op een budget van 10.000 der vereeniging is 6.000 voor salarissen uitgetrokken. Op dit budget kan wel bezuinigd worden. De vereenigingen, aan welke subsidie ver leend wordt, zijn alle aan B. en W. sympa thiek, maar er moet op alle bezuinigd worden, behalve voor de t.b.c.-vereeniging en de uitzen ding van kinderen. Spr. meent, dat het ver schil van 800 best gevonden kan worden door „Zuigelingenzorg." De heer WEUSTINK (R.K.) wijst er op, dat in de subsidie-commissie overeenstemming be reikt is over deze subsidie. Dat de vereeniging nuttig werk verricht, is wel juist, maar er zijn er wel, die nuttiger arbeid verrichten en meer dan 15°/o moeten missen. Wethouder SLINGENBERG sluit zich bij den heer Weustink aan. Als we deze subsidie hou den op het gevraagde bedrag, zou geen enkel subsidie verlaagd kunnen worden. Het voorstel-Maarschall wordt verworpen met 1917 stemmen. De heer KLEIN (R.K.) protesteert er tegen, dat mevr. Scheltema de subsidie van den Ned. Vrouwenbond wil afhalen van die van de Kleine Theresiastichting. Spr. is ook tegen samenvoeging der subsidies omdat de ver eenigingen niet eenzelfde werk verrichten. Mevr. SCHELTEMA (verontwaardigd)„De heer Klein ziet spoken." De heer GROENENDAAL (S.D.A.P.) stelt voor, de subsidie aan het Centraal Comité van Drankbestrydende vereenigingen en het Con sultatiebureau van de Vereeniging tot bestrij ding van het Alcoholisme te handhaven op 775. (B. en W. stelden voor 500). De heer REINALDA betoogt, dat verlaging der subsidie er toe zal leiden, dat de mannen, die 'by het Consultatiebureau verzorgd worden, terecht zullen moeten komen by het Burgerlijk Armbestuur, omdat het Bureau niet zal kun nen biyven bestaan bij verlaging der subsidie. Wethouder SLINGENBERG antwoordt, dat, als men met beschouwingen komt, dat de ver eeniging haar werk zal moeten staken, men elke poging tot subsidieverlaging wel kan staken. Spr. heeft er geen bezwaar tegen, de f 500 subsidie te geven aan het Consultatie bureau en de subsidieverleening aan de drank- bestrijdende vereenigingen te staken. Hét voorstel-Groenendaal wordt verworpen met 20—16 stemmen. De heer WEUSTINK vraagt, of de kosten van den dienst der lichamelijke opvoeding niet verminderd kunnen worden. Hoe staat het met het onderzoek te dier zake door den heer Sehuddeboom? Wethouder SLINGENBERG antwoordt, dat dit onderzoek nog niet afgeloopen is. Een voorstel, de knipkaarten voor de zwem inrichting ook het volgende seizoen geldig te doen zyn, wordt verworpen met 239 stemmen. Een voorstel, de Speeltuinvereeniging „Flo ra" en „Het Oosterkwartier" resp. 1050 en 2000 subsidie te verleenen in plaats van 525 en 1000 wordt verworpen met 266 stemmen. De vergadering wordt verdaagd tot Donder dag. De koopman H. v. R. uit Haarlem, die door den Haagschen politierechter wegens vernieling van een spiegelruit in het Noordeinde te Lei den veroordeeld was tot een maand gevange nisstraf, is door het Haagsche Gerechtshof ver oordeeld tot 14 dagen. Zondag j.l. werden te Hoofddorp de eerste achttien leden ingekleed. Onder de Hoogmis naderden de Graalleden tot de H. Tafel, terwijl na de H. Mis allen gezamenlijk ontbeten in het clubgebouw, waarbij de leden door de plaatse lijke leidster mej. Beers werden gefeliciteerd. Ook de hoofd-leidster mej. v. d. Meer, hield een toespraak. Des middags werd een propagandatocht ge houden door het dorp, waarbij verschillende vlaggen werden meegedragen, wat een fleurig aanzien gaf. Voor het Lof werd de Graalvlag gewijd door den Z.Eerw. heer pastoor, die ook de leden hartelijk feliciteerde met haar inklee ding en tevens den wensch uitsprak, dat de Graal op Hoofddorp mocht groeien en bloeien. Onder het Lof voerden de leden verschillende gebeden en gezangen uit. Tot slot zong men „Aan U o Koning der Eeuwen". Des avonds om zeven uur werd de Ouder avond gehouden. De zaal was flink bezet. Mej. v. d. Meer sprak een openingswoord en zette het doel van de Graal uiteen. De avond werd afgewisseld door tooneel, zang en dans, wat by de aanwezigen zeer in den smaak viel. Om tien uur sloot mej. v. d. Meer den feest avond. waarna met een hartelijk „Excelsior Alleluja-Vooruit!" afscheid van de Hoofddorp- sche Graalwacht werd genomen. Men schrijft ons: Het is al weer eenigen tijd geleden, dat er aan den Gemeenteraad een adres is gezon den, met het verzoek, de slachthuistarieven te verlagen en wel zoodanig, dat op het Openbaar Slachthuis niet meer zoo'n groote winst ge maakt zou worden. Dit adres was geteekend door de plaatselijke afdeelingen van den Ned. R.K. Hanzebond van Slagerspatroons, den Ned. Sla gershond, den Jjjed. Grossiersbond voor den vleeschhandel en ne Haarl. Paardenslagersver- eeniging. Een der bestuursleden van de afd. Haarlem van den Ned. RK. Bond van Sla gerspatroons deelt thans mede, dat dit adres in den Raad nog steeds niet behandeld is en vermoedt dat het niet denkbeeldig is, dat het nog langer ter zijde geschoven zal worden. By de invoering van de vleeschkeuringswet is door de regeering een matige winst toegestaan, maar al jaren is in Haarlem die matigheid verre overschreden. Het totaal bedrag der baten over 1931 was 365.630.615. Na aftrek van de ge maakte onkosten bleef er een zuivere winst over van niet minder dan 103.803.97. Dit be langrijke bedrag moet opgebracht worden door één categorie van de middenstanders en wel door de slagers. Buiten deze lasten moet de zelfde groep nog belasting betalen, maar toch kan een een allernoodzakelijke verbouwing en uitbreiding niet plaats hebben. Lang geleden reeds heeft de grossiersvereeniging om een verkoopruimte gevraagd, reeds lang is door de slagersvereemgingen verzocht om ruimte (kel ders) voor een centrale spekzoutery. De Am- sterdamsche Huidenclub met haar vele füialen door het geheele land, kan geen hoekje krygen voor het ontvangen van de huiden, de uitbrei ding van de hallen en koelruimte is ook al dikwijls verlangd, want op drukke dagen is het daar een gewirwar van menschen. Als er wordt gesproken over uitbreiding, dan is het antwoord steeds: „Er is geen geld!" terwijl toch groote winsten gemaakt worden. Om een idee van deze winsten te krijgen, beschouwe men de tarieven en de kosten van een slagerij met één koe, één kalf en twee varkens. Het keurloon voor een koe bedraagt 8.50, slaehtgeld 2.50, vracht- en reisgeld 9, voor een nacht stallen en wegen 0.65; dan' een gemiddeld bedrag van 25 aan ac cijns en tenslotte 2 voor 't thuisbrengen, dus een totaal bedrag voor één koe van 45.65. Voor een kalf zyn deze bedragen resp. 4.50, 1.25, f 3.95, 7.50, 0.50 en 1 voor het thuis brengen, totaal f 18.70. Voor 2 varkens zijn de diverse kosten 15.90. Voeg hierbij de belas ting voor de Crisisvarkenswet, welke 9 cent per Kg. bedraagt voor 2 varkens van 150 Kg., dan wordt het totaal dus 150 x 9 x 2 is 27. De kosten van zoo'n bedrijf bedragen dus tezamen 107.45 en bovendien nog 105 per jaar voor koelruimte-huur, wat gelijk staat met 2 per week. Dit zijn de kosten van een bo ven omschreven zaak. En dan moppert het pu bliek nog wel over de 2 cent per pond slacht- huiskosten en over de duurte van het vleesch, waarop buiten den kostprijs nog een zoo groot bedrag aan onkosten komt, terwijl buiten be- schuwing gelaten zyn de kosten der exploitatie thuis zooals: huur, personeel, fietsen, telefoon, ys electrisch koelen, onderhoud van gereed schappen, rentezegels, ongevallenwet, ziektever zekering, enz. enz. De slagers hopen dan ook, dat by de behandeling van de begrooting, zij niet over het hoofd gezien zullen worden, ter wijl voor het publiek een tikje van den sluier der moeilijkheden waarmede de slagers te kam pen hebben, is opgelicht. Vrijdag 2 December, zal door het Centraal Tooneel van het Centraal Theater te Amster dam, in den schouwburg Jansweg de eerste opvoering hier te Haarlem worden gegeven van „Domino", het stuk hetwelk met groot succes" te Amsterdam door dit gezelschap werd opgevoerd. De hoofdrollen zullen vervuld wor den door: Louis de Bree, Cees Laseur, Joh. Kaart Jr.. Mien van Kerckhoven en Mary Dresselhuys. Deze voorstelling geldt tevens als No. 4 van de abonnementserie. IJMUIDEN, 1 Dec. Rykschvischafslag Tarbot 0.80 tot 1.— per kg.; griet 20.— tot 35.— per 50 kg.; tong 0.90 tot 1.50 per kg.; kleine schol 16.50 tot 35.— per 50 kg.; rog 28— per 20 stuks; pieterman en poon 7.tot 7.50; mid del schelvisch 40.— tot 50.—; kleine middel schelvisch 23.— tot 43.—; kleine schelvisch 7.25 tot 26.— per 50 kg.; kabeljauw 42.50 tot 58.— per 125 kg.; gullen 7.50 tot 26.00 per 50 kg.; leng 0.70 tot 1.90 per stuk; heilbot 0.70 per kg.; wijting 5.— tot 10.— per 50 kg.; koolvisch 0.43 tot 1.87 per stuk; makreel 18.50 per 50 kg.; ver- sche haring 3.80 tot 6.40 per kist; id. per mand 2.95 tot 5.30. van de heden aan den Ryksvischafslag aangeko men stoomtrawlers: Adelante 330 m. 4300.—; Dordrecht 55 m. 1600.Groningen 85 m. 1400.R. O. 16. Betje, 145 m. f 1800.—. Loggers: K.W. 70 520.—; K.W. 154 320. K.W. 108 480.—; K.W. 167 470.—. De party Paniel (België) tegen Reicher (Oos tenrijk) werd ih den vooravond gespeeld en had het volgende resultaat: Faniel 50 Reicher 42 69 69 3 0.72 4 0.61 Om 8 uur werd aangevangen met de voor laatste partij van het tournooi, Robijns (Ned.t tegen Puigvert (Spanje). Het werd een der fraaiste partijen. De strijd ging volkomen gelijk op en by 28 .beurten leidde Robyns met 23 tegen Puigvert 21. Robyns maakte een fraaie 5 en zijn tegen stander liet er eveneens een serie van 5 op vol gen. Daarna poedelden beiden er lustig op los, waarbij door „klossen" eenige fraaie kansen te niet gingen. Toen liep Robijns uit tot 35 in 42 beurten. Puigvert kwam weer bij met 1, 4 en 3 en na 49 beurten was de stand weer gelijk (3737). Fraaie staaltjes van beide grootmees ters ontlokten daverend applaus. Langzaam rees de score en na 52 beurten was de stand, Robijns 40 en Puigvert 38. Na 54 beurten was de stand weer gelyk (4040). Puigvert speelde hierna zeer nerveus, terwijl de wereldkampioen rustig verder stootte. Juist bij het driebanden- spel, dat zulke groote concentratie van de spe lers eischt. was de genoemde factor ten gunste van Robijns aanwezig. Rustig verzamelde Ro byns zijn punten na 59 beurten luidde de stand: Robyns 47, Puigvert 40. In de 62e beurt maakte Robijns de vijftig vol. Robijns 50 62 6 0.80 Puigvert 42 61 5 0.68 De stand was zoo, dat indien Aeberhard van Davin won, hij het kampioenschap behaalde. Zooals te begrijpen viel, stelde deze partij hoo ge eischen aan de zenuwen der deelnemers. Er werd zeer veel gepoedeld en gemakkelijk te ma ken ballen werden gemist. De uitslag was: 60 90 3 0.55 48 90 4 0.53 De eindstand van het tournooi was als volgt: gsp. gw. pnt, brt. h.s. gm. Aeberhard (Zw.land) 8 7 397 605 6 0.659 Robyns (Nederland) 8 6 381 531 7 0.717 Puigvert (Spanje .8 5 378 611 6 0.613 Davin (Frankrijk) 8 5 365 611 6 0.597 Unshelm (D.land) 8 5 362 653 8 0.554 Faniel (België) 8 4 360 624 5 0.576 Koopman (N.land) 8 2 333 642 7 0.518 Reicher (Oostenrijk) 8 2 312 612 6 0.509 Pap (Hongarije) 8 0 246 700 5 0.351 Behalve Robijns als titelverdediger gaan dus Aeberhard (Zwitserland); Puigvert (Spanje) en Davin (Frankrijk) in Maart 1933 naar Cairo, om deel te nemen aan het tournooi om het wereld kampioenschap over drie banden. Na afloop sprak de voorzitter van de B. V. „K.R.A.S." in wier clublokalen de wedstrij den gespeeld waren de heer I. L. Pinto den deelnemers in hun landstaal toe en reikte hun de prijken uit. De heer A. Pijper, secretaris van den Ned. Biljart Bond overhandigde den Europeeschen kampioen Aeberhard de gouden medaille. De Duitscher Unshelm kreeg nog een specialen prijs voor de hoogste serie (8) terwijl Roofins het beste algemeen gemiddelde bereikte en te vens het hoogste moyenne in 1 party. (0.925). Op den 23sten November was het een jaar geleden, dat in een plechtige bijeenkomst in de Trèveszaal te Den Haag door H. K. H. Prinses Juliana het Nationaal Crisis-Comité onder pre sidium van jhr. S. van Citters werd geïnstal leerd. Sindsdien nam de crisissteunverleening over het geheele land een grooten omvang aan en leidde in de meeste plaatsen van ons land tot oprichting van plaatselijke Crisis-Comité's. Het Nationaal-Comité was steeds het cen trale punt en ontwikkelde een groote activiteit. Van zijn oprichting af is het Comité gevestigd in het ter beschikking gestelde paleis van de Prinses aan den Kneuterdijk. Te dezer gelegenheid werd het Ned. Corr.- Bureau in de gelegenheid gesteld de Dinsdag gehouden vergadering van het dagelijksch be stuur, waar H. K. H. Prinses Juliana als eere presidente van het Comité aanwezig was, bij te wonen. In een kort onderhoud, dat het Bureau had met Prinses Juliana, heeft H. K. H. o.a. meegedeeld, dat met groote erkentelijkheid op het afgeloopen jaar mag worden teruggezien. De Prinses sprak den wensch uit, dat het saamhoorigheidsgevoel, waaruit het Nationaal Crisis-Comité is ontstaan, in ons volk steeds sterker moge worden, opdat het Comité wete, dat het zoowel door den moreelen als door den materteelen steun van het geheele Nederlandsche volk wordt gedragen. Ook de voorzitter van het N. C.-C. deed en kele mededeelingen over het werk en de ver deeling ervan. Hieruit bleek, dat bij het Comité tot nu toe is binnengekomen een bedrag ad 1.033.733 benevens een groot aantal giften in natura. De uitkeeringen in geld en in natura ver tegenwoordigen een geldswaarde van 694.624 en is als volgt te specificeeren: Aan geld 47 pet.; kleeding, dekking en schoei sel 17 pet.; levensmiddelen 18 pet.; kunstmest 14 pet.; brandstoffen 4 pet. Het bedrag ad 750.000, door de Regeering beschikbaar gesteld, wordt gebruikt voor den z.g. B-steun, voor de werkloozen die behoefte hebben aan aanvullenden steun. Vierhonderd gemeenten, w.o. de grootste uit ons land, hebben er gebruik van moeten ma ken. Nog werd gesproken over de uitkeeringen in natura. Men kan nu eenmaal in natura voor een grootere waarde geven dan in contanten, merkte jhr. van Citters op. Bovendien bestaat alleen op die wijze de absoluute zekerheid, dat het bijeengebrachte geld ten bate van de Ne derlandsche industrie komt en niet in de zak ken van buitenlandsche leveranciers vloeit. Al kan het Comité niet allen nood lenigen, honger is er ^h Nederland in het algemeen nog niet geleden; in de behoeften aan kleeding en dekking is op behoorlijke wijze voorzien; zon der schoenen behoeft niemand op straat te loo- pen; koude behoeft niet te worden geleden. In dit opzicht kan men over het bereikte voldaan zijn. Op 61-jarigen leeftijd is gisteren te Am sterdam overleden de heer W. H. A. Wesse link, leeraar aan de eerste openbare handels school aldaar in de geschiedenis en aardrijks kunde. Het stoffelijk overschot zal Zaterdagmiddag om 12 uur ter aarde worden besteld op de nieuwe begraafplaats te Bloemendaal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9