ÏN EN OM HAARLEM
Prikkeldraad
De begraafplaats bestaat een eeuw
De Haarlemsche Orkest-
Vereeniging
HISTORISCH OVERZICHT
BEKENDE HAARLEMMERS
DONDERDAG 8 DECEMBER
Aanleg kostte f 26.000
Geheimzinnig
R.K. UNIVERSITEIT
NjJmegen.
VOOR DEN KANTONRECHTER
Een duur grapje
ST. NICOLAASFEESTEN
Ned. Roomsche Reisvereeniging
In het St. Jacobs Godshuis
Tehuis voor Ouden van Dagen
HET CONCERTGEBOUW
ORKEST
Nieuwe critiek op het A.V.R.O.-
contract
HET HILDEBRANDMONUMENT
Nu reeds actie tegen de plaats
CONFERENTIES
VOOR NIET-KATHOLIEKEN
HAARLEMS ZAKENLEVEN
Ook toegankelijk voor katholieken
Ontstaan uit de historische buiten
plaats „Zuid Akendam"
Ontstaan uit een buitenplaats
„Een provisioneele begraaf
plaats" in het Bolwerk
Aankoop en aanleg
Geweldige verschillen
U it breid ingen
Thans
VERVOERSOPBRENGSTEN
CONRAD BUSKEN HUET
iimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiittimiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De heer mr. Slingenberg heeft in de Raads
vergadering van Vrijdagavond, ter be
strijding van het subsidie voor de
H.O.V., een der handigste (alhoewel niet een
H.O.V., een der handigste redevoeringen gehou
den, die wy ooit van hem hoorden.
Eenige passages zyn het navertellen waard.
Een buitengewoon lastig punt voor de
tegenstanders van het subsidie was natuurlij'.;
het petitionnement, waarin ongeveer 22.000
meerderjarigen uit Haarlem en omgeving aan
de raadsleden handhaving van het subsidie van
ƒ27.000 vroegen. De heer Slingenberg slaagde
er in dit argument op de volgende, van orato
risch standpunt bekeken keurige wijze weg te
Werken.
Ostentatief zette hy het kistje, waarin de
handteekeningen geborgen waren, vóór zich op
tafel.
Dat kistje, zeide hij ongeveer, is de laatste
dagen niet uit myn gezichtsveld vandaan ge
weest, en met vreugde zag ik de stapels lijsten
rijzen. Maar aan alles komt een einde en
°ok met den stroom van handteekeningen
raakte het gedaan. „Men zegt," dat er 22.000
handteekeningen onder het petitionnement
staan. Ik heb ze niet geteld, maar ik wil aan-
hemen, dat het zoo is. Ook heb ik niet nage
gaan wij weten immers wel hoe dat soort
requesten dikwyis tot stand komt of alle
onderteekenaren meerderjarig zijn, hoeveel er
bit Heemstede en Blqemendaal zijn, die beter
zouden doen by hun eigen gemeentebesturen te
ndresseeren, ik wil aannemen, dat 22.000 bona
fide Haarlemmers hun handteekening onder het
Verzoek hebben gezet, die allen veel, heel vee'
Voor de H.O.V. voelen. Ook de drie Haarlem
sche bladen zijn eensgezind vóór het behoud var.
het subsidie aan de H.O.V.; zy zün van mee-
hing, dat de H.O.V. moét behouden blijven. Ik
heem aan, dat allen, dagbladen en onderteeke-
haars, meenen, wat zy zeggen en dat zy bereid
sijn het niet bij woorden te laten, maar als het
hioet ook een daad te stellen. Welnu: 22.000
handteekeningen van vrienden der H.O.V. en
brie Haarlemsche dagbladen, die op de voor
treffelijkheid van het Haarlemsche muziekkorps
hunnen wyzen, is een geweldige kracht. Als die
Wordt aangewend om een vereeniging te stich
ten tot behoud van de H.O.V., als alle onder
teekenaars 50 cent per jaar bijdragen, dan is
be H.O.V. gered. En zou dat niet tot stand ge
bracht kunnen wordenwel, dan is het heeie
petitionnement geen knip voor den neus waard.
Tegenover dit betoog van den wethouder van
financiën had het volgende gezet kunnen wor
den:
Hier zyn 22.000 handteekeningen van meer
derjarigen uit Haarlem en omgeving. Ze zyn in
Slechts vier dagen bijeengezameld en het zou
Been moeite gekost hebben er nog enkele tien
duizenden aan toe te voegen. Ge moogt, om mo
gelijke vergissingen te compenseeren, gerust
eenige duizenden van die twee-en-twintigdui-
2end aftrekken. Er blijft dan nóg een indruk
wekkend getal over. Welnu: zoo goed als nim
bler hooren de raadsleden eens iets van hun
kiezers; zelden weten zy of een stem, die zy als
f&adslid uitbrengen, de instemming en de sym
pathie van hun kiezers heeft. Byna altijd onder-
Baan de kiezers gelaten, wat de raadsleden over
hen beslissen. Hier echter is nu eens een krach
tige uitspraak, waarby de kiezers den raads
leden als het ware opdragen aan de H.O.V.
f 27.000 subsidie te geven. Zult gy, raadsleden,
bezen zeer nadrukkelijken wensch van uw kle
vers weerstreven, zult gy deze gelegenheid om
Vriendelijk tegenover uw kiezers te zijn, laten
Voorbijgaan en hun zeggen: wy hebben met uw
Wenschen niets te maken?
Deze redeneering zou ongetwyfeld de betee
kenis van het petitionnement juist hebben ge-
Echetst, maar zy werd niet gehouden en de
hierboven vermelde keurige rhetorische wending
Van den heer Slingenberg, met „schwung" voor-
Bedragen, maakte Vrydagavond grooten indruk
°P vele raadsleden.
Vooral omdat dit het slot was van een rede-
Voering met een reeks schynbaar krachtige ar
gumenten.
Zoo had de heer mr. Van Dam gewezen op
het feit, dat Utrecht 50.000 per jaar voor zyn
0rkest uitgeeft, waar hy Haarlem met zyn arm
zalige i5.ooo tegenover stelde.
Ook hierop antwoordde de heer Slingenberg.
Gij hebt gelijk, zeide hij, de cijfers zyn niet
k Weerspreken en juist. Maar als gy Haarlem
hfet Utrecht vergeiykt, dan moet gy het goed
b°en en dan moet gü er aan toevoegen, dat
Utrecht verleden jaar zün voorbereidend onder
wijs heeft opgeheven en dit jaar zijn vervolg
onderwijs heeft moeten inkrimpen. Haarlem be
hield dat onderwüs. En wanneer ik voor de
keuze sta: öf opheffing van het bewaarschool-
onderwijs en inkrimping van het vervolgonder
wijs öf vermindering van het subsidie van de
fc-O.v., dan kies ik het laatste.
hflaar by de replieken, indien die waren ge
houden, zou een der sprekers stellig hebben op
gemerkt, dat ook de vergeiyking van den heer
shngenberg mank ging. Want Vrydagavond
Was de keuze niet: öf vermindering van het
sUbsicüe aan de H.O.V. öf opheffing van het
hewaarschoolonderwijs. Ook al zou de H.OV
haar ƒ27.000 hebben gekregen, dan zou het be-
Waarschoolonderwijs in Haarlem geen gevaar
hebben geloopen. Het ging er alleen om of op
Oeze begrooting, waarop de posten „steun aan
Werkloozen" en „subsidie aan Maatschappelijk
hulpbetoon" tonnen gouds kunnen tegenvallen,
eh ook meevallen, of op zoo'n ongewisse be-
Srooting 12.000 meer voor de H.O.V. zouden
Worden uitgetrokken dan B. en W. voorstelden.
De heer Slingenberg trok ook in twyfel of de
hand
Veri
tusschen H.O.V. en Christelijke Radio-
eeniging wel volkomen verbroken is, zooais
^°°r het bestuur der H.O.V. en den secretaris
NIJMEGEN. Doet. ex. de Nederlandsche taal-
'etterkunde de heer A. H. Starmans uit
van den Omroep is medegedeeld, en wy weter
hoe deze twijfel, hoe de mogeiykheid, dat de
H.O.V. t contract met de N.C.R.V. nog achter
de hand heeft, enkele weifelende raadsleden
aan den kant van den wethouder hebben ge
bracht.
Met 20 tegen 16 stemmen werd aan de H.O.V
het subsidie van 27.000 geweigerd.
Voor een deel was die uitslag natuurlijk ook
te wüten aan het toevallig feit, dat het meeren-
deel der tegenwoordige Haarlemsche raadsleden
van de cultureele beteekenis van muziek niet
overtuigd is.
Muziek? muziek?" hoorden wy een der
raadsleden zeggen „ik voel niet voor muziek en
de H.O.V. kan mü gerust gestolen worden. De
mooiste muziek, vind ik, geeft de fluitketel des
morgens. Als die gaat, dan weet ik dat ik gauw
een kop thee krüg"
Deze guitige uitval ontslaat dit raadslid even
wel niet van zyn plicht, rekening te houden
met het feit, dat voor tienduizenden Haarlem
mers de cultureele beteekenis van de H.O.V.
zeer groot is.
Geven wy alle hulde aan het oratorisch suc
ces van den heer Slingenberg, het resultaat van
de stemming moge ook nog nader worden be
schouwd.
De toekomst van de H.O V. is, na de gevallen
beslissing van Vrydagavond, allesbehalve roos
kleurig.
Hedenavond zal het bestuur van de H.O.V.
vergaderen. Of besloten zal worden tot ophef
fing der H.O.V. of dat het nog eens geprobeerd
zal worden, wü weten het niet.
Voortgaan met een subsidie van ƒ20.000
welk bedrag de Raad toestond zal in alle
geval zeer moeiiyk zyn.
Door den heer Slingenberg is Vrydagavond
weliswaar in overweging gegeven een vereeni
ging van vrienden van de H.O.V. te stichten,
waarvan de leden jaarlijks een contributie De-
talen tot instandhouding van de H.O.V. en
daarby is gesproken van een bydrage van 50 ct.
per jaar, doch de onuitvoerbaarheid van dit
denkbeeld springt in het oog als men nagaat,
dat, om de 7000, die de Raad heeft geweigerd
op deze manier in te halen, er een vereeniging
van 14.000 leden noodig zou zyn. Het is
menschelijkerwüs gesproken onmogelijk een
dergelyke vereeniging te stichten en zeker oh-
mogelijk haar in stand te houden. Ook als men
de contributie op b.v. 1.50 bepaalde, zou men
een vereeniging van 5000 leden móeten hebben.
Zelfs zou het onmogelijk zyn om in Haarlem
700 personen te vinden, die in den huidigeu
tyd per jaar 10 voor de H.O.V. willen en
kunnen afzonderen, boven wat zy reeds aan de
H.O.V. of andere vereenigingen betalen.
De H.O.V., waarvan op een rekening van
rond 80.000 ongeveer 67.000 aan salarissen
wordt uitbetaald, zal dus op deze uitgaven moe
ten bezuinigen. Door vermindering van het
aantal musici öf door verlaging van hun sala
rissen. In beide gevallen voert het besluit ech
ter langzaam, maar zeker naar den ondergang
van de H.O.V.
Als de salarissen worden verlaagd, zullen de
goede krachten het korps verlaten en verminde
ring van het aantal medewerkers zal tenge
volge hebben, dat de H.O.V. voor minder uit
voeringen zal worden gevraagd. Reeds nu is het
een bezwaar, dat voor de begeleiding van ver
schillende koorwerken, de bezetting van de
H.O.V. onvoldoende is. De koren moeten dan
de versterking van het orkest betalen. Als aie
bezetting nog zwakker wordt, zal de H.O.V. nog
minder dan tot nu toe gevraagd worden, met
tot slot, een waarschynlijk pünlijk einde.
Wy vreezen, dat het raadsbesluit van Vrydag
avond dus over onze H.O.V. de doodsklok heeft
geluid. Misschien houden wy iets van als
Kriens' schuttercorps er in over, maar de
H.O.V-, zooals wü die in de latere jaren hebben
leeren kennen, zal niet meer kunnen bestaan.
Aanrijding door schuld was beklaagde A. ten
laste gelegd. A. probeerde door een brutale hou
ding de rechtplegenden te overrompelen met
negatief gevolg natuurlyk.
Get. R. en zyn verloofde maakten een auto
rit van Amsterdam naar Haarlem. R. moest
wegens benzinegebrek tusschen twee boompjes
nabij de Vinkebrug parkeeren en begaf zich
naar Halfweg om zyn voorraad aan te vullen,
terwijl mej. v. T. in den wagen achterbleef.
De stilstaande wagen, waarin volgens de ge
tuigenverklaring van V. èn koplichten èn ach
terlicht brandden, werd aangereden door A.,
die verklaarde, geen achterlicht gezien te heb
ben. Op een vraag van den kantonrechter, of
hy onder invloed was van sterken drank, ant
woordde A. pertinent ontkennend en beweerde
zich daaraan niet alleen nooit te buiten te gaan,
doch deze zelfs nooit te gebruiken.
Mej. T. daarentegen beweerde stellig, dat alle
vier de inzittenden van den aanrijdenden auto,
n.l. verdachte, een employé van hem en twee
dames, wel degelyk geestrijk vocht gebruikt
hadden.
Verd. had R. en zijn verloofde op zeer on
beschaafde wyze te woord gestaan en het po
litieonderzoek niet afgewacht.
De inmiddels ter plaatse verschenen R. en een
benzinehandelaar, hadden na de aanrydlng zich
in verbinding gesteld met een veldwachter, die
met een auto het viertal, dat zich inmiddels op
weg naar Haarlem begeven had, inhaalde. De
veldwachter had beproefd, te constateeren of
verd. naar sterken drank rook, in welk onder
zoek verd. den dienaar van den H. Hermandad
bemoeilykte door te rooken.
Verd. had als getuige décharge zijn em
ployé C. laten dagvaarden. Deze weigerde den
eed af te leggen wegens principieele bezwaren,
welke echter bij weigering van den kantonrech
ter om getuige dan te hooren, door getuige op
zyde gezet werden. Dit deed den kantonrechter
opmerken, dta getuiges principe dan niet veel
te beteekenen had.
De ambtenaren van het O.M. achtte het ten
laste gelegde bewezen en eischte 150.of 1
maand. De kantonrechter veroordeelde tenslotte
tot 75.of 25 dagen.
St. Nicolaas al naar Spanje? Geen kwestie
van! Eerst moesten de leden van de afdeeling
Haarlem van de Ned. Roomsche Reis-vereeni-
ging „Zijne Hoogwaardigste Excellentie" nog
met al de uitbundige vroolijkheid en gepastheid
van ras-toeristen ontvangen. En dat het in de
zaal van café-restaurant „Dreefzicht" Woens
dagavond vrooiyk toegegaan is, dat is dan ook
wel vanzelf sprekend!
St. Nicolaas werd na zijn „joeyeuse entrée"
plechtiglijk door den voorzitter, den heer Kroes,
toegesproken, waarop de Sint even plechtiglijk
antwoordde. Gekruid met humor en geestigheid
gaf hij wijzen raad ten beste, welke zich cul
mineerde in de herhaalde aansporing, dat
iedereen lid en goed lid van de vereeni
ging moet worden. Uit een dik boek las hy
de namen van den heer en mevr. Bouwman op,
die, neen geen kwaad hadden gedaan, of het
moest zijn ter zake van het feit, dat zy jyf-
en-twintig jaar getrouwd waren! De Sint fe
liciteerde hun hartelijk met hun zilveren huwe
lijksfeest en hoopte, dat ze nog vele jaartjes
in echtelijke trouw en liefde zouden mogen
doorbrengen.
Daarna zorgde zwarte Piet dat de door de
leden meegebrachte presentjes weer in handen
der leden overgingen, zy het na verwisseling.
Dat onder deze presentjes heel wat waarde
volle en aardige geschenken waren, bleek wel,
toen de beste door de aanwezigen daaruit ge
kozen moest worden.
Na veel deliberatie werd een aangekleed toe
ristpoppetje met meerderheid van stemmen als
zoodanig gekozen verklaard.
Ondertusschen was de Sint, die rustig op zyn
zetel was blyven zitten, uitgeleide gedaan,
waarna men op de opgewekte tonen van de
muziek nog tot laat in den avond gezellig by-
een bleef.
Dinsdag 6 December, des avonds 7 uur, arri
veerde aan het R. K. Wees- en Armenhuis in
de Hagenstraat St. Nicolaas met gevolg.
Nauwelijks was nog maar een glimp van den
hoogen Bezoeker te bespeuren, of de kinderen,
Dz ingang van het nieuwe gedeelte van de oude Algemeens Begraaf
plaats aan den SchoterwegHet oudste gedeelte (het voormalige Aken-
dam) bestaat honderd jaar. Er wordt een nieuwe algemeens begraafplaats
in gereedheid gebracht aan den Vergierdeweg nabij den Slaperdijk.
in de gang opgesteld, hieven het bekende
welkomstlied van St. Nicolaas aan, waarna de
Sint zijn blijden intocht hield.
Allereerst gold het bezoek de weeskinderen.
Eerst een handje aan den Bisschop en dan
beide handen uitgestrekt naar de geschenken
en versnaperingen, welke Zwarte Pieten hun
had toebedacht. Blyde en met oogen stralend
van echte kindervreugde, liepen de kinderen
cm het hardst naar Moeder-overste, naar den
hoogeerw. heer rector, om de ontvangen ge
schenken te doen bewonderen.
Daarna bracht St. Nicolaas een bezoek aan
de ouden van dagen. De patiënten op de zie
kenzaal waren het eerst aan de beurt. Een be
moedigend woord van den Sint, een schaaltje
fruit van zyn knechten wrochtten ook hier
weer wonderen. Niets dan voldane gezichten en
dankbare harten. In de groote zaal der man
nen, vervolgens in die der vrouwen, het was
cveral blijheid, vroolykheid, dankbaarheid.
Dankbaar, ja, dat waren allen; dankbaar, dat
ook de organisators jegens de katholieken van
Haarlem, die door hunne vele en milde gaven
in de gelegenheid hebben gesteld zooveel blijd
schap en vreugde te brengen by de inwonenden
van het St. Jacobs Godshuis.
Om de Sint Nicolaas-stemming van den vo-
rigen dag nog eens te beleven, maar dan zon
der al zijn drukte van cadeautjes uitpakken etc.,
werd gisteravond in Haarlems Tehuis voor
Ouden van Dagen een zangavond van hoog
gehalte gegeven door een uitstekend koortje van
elf dames, onder de meesterlyke leiding van
mej. Igesz.
Afgewisseld door voortreffelyke vioolmuziek
van den heer Van Huizen werden vóór de pauze
enkele concertnummers uitgevoerd.
In de pauze werd thee geschonken en toen
kwam zoowaar Zwarte Piet nog eens terug om
een kijkje te nemen en heel critisch naar den
stand van zaken te informeeren tot algemeene
vroolijkheid. Hij grabbelde bovendien voor elk
nog wat versnaperingen uit zün grooten zak en
strooide dat op de tafeltjes. Onderwijl werden
allerlei versjes gezongen uit den goeden ouden
tyd, waarby de oudjes braaf mee deden, alsof
ze opnieuw jong waren geworden.
Waren op den St. Nicolaas-avond de heer
en mevr. De Haas van Dorssen als directeur van
het Armwezen by de oudjes op bezoek, dezen
avond was het Burg. Armbestuur vertegenwoor
digd door de heeren G. Wolzak, vice-voorzltter'
W. A. J. v. d. Kamp en H. J. Klein. De vice-
voorzitter sprak woorden van hartelijken dank
tot mej. Igesz en haar koor, de heeren Van
Huizen en Glastra, en hoopte dat, waar het
Burgerlyk Armbestuur als zoodanig ging ver-
dwynen, het koor zou blijven bestaan om nog
menigmaal zoo'n prettigen en heerlyken avond
te verzorgen.
By de behandeling in de afdeelingen der
Provinciale Staten van Noord-Holland van de
begrootingen der Provincie, stelde een der le
den de opmerking, ten aanzien van de subsi
die voor het Concertgebouw te Amsterdam, dat
dit in feite door de openbare kassen wordt
onderhouden. Hy bracht hiermede in verband
de omstandigheid, dat het bestuur ten aanzien
van de radio-uitzending van concerten een
contract heeft afgesloten met de Algemeene
Vereeniging Radio-Omroep. In dit contract
is de bepaling opgenomen, dat geen enkele
andere omroepvereeniging de uitvoeringen van
het Concertgebouworkest mag uitzenden, ook
niet op avonden, waarop de A.V.R.O. niet uit
zendt. Dit lid was van meening, dat dit nim
mer de bedoeling van de overheid kan zyn
geweest by het verleenen van subsidie voor
een orkest met wereldreputatie als het Con
certgebouworkest is. Door het afsluiten van
contracten als bovenbedoeld, wordt een groot
deel der bevolking van het volgen der uitvoe
ringen per radio uitgesloten. Spreker, die in
stemming voor zün gedachtengang vond by
meerdere leden, vroeg of Gedeputeerde Staten
bereid zyn ter zake een onderzoek in te stel
len.
De heer F. H. Smit, Groote Houtstraat 69,
heeft een pastelteekening geëtaleerd van het
monumentale gedeelte van den Hout, met het
Paviljoen op den achtergrond, geteekend door
den heer Johs. Visser.
„Of het Hildebrand-gedenkteeken dit fraaie
doorzicht moet gaan bederven?" vraagt het
bijschrift.
Door de N. V. Stoómververij en Chemische
Wasscherij en Tapytreiniging Gebr. Hoeksema
is een filiaal geopend in perceel Ged. Oude
Gracht 11. Als vertegenwoordiger is in deze
zaak aangesteld de heer C. R. A. Hoeing,
oud-directeur der N.V. Ie Haarl. Stoomver-
verij en Chem. Wasscherij voorheen C. Hoeing
fa. Schenk.
De serie Conferenties van Pater Wynand I
Sluys O.F.M. ondervindt ook dit jaar weder
grccte belangstelling. Zijne glasheldere uiteen
zetting van de Katholieke leer wordt met de
meeste aandacht gevolgd. Hedenavond en mor
genavond wordt weder een zeer belangrijk on
derwerp behandeld, hetwelk ook voor Katho
lieken zeer leerzaam is. Namelijk: De Centrale
van Godsdienst. (De Katholieke leer omtrent
het wezen der Kerk.)
De Pater spreekt hedenavond half negen:
R. K. Kerk, Kleverparkweg 17; Vrydagavond,
half negen; R. K. Kerk, Heerenweg 88, Heem
stede.
Het is altijd eenigszins gevaarlyk over een
kerkhof te schrijven. Aan den eenen kant
loopt men gevaar in allerlei sentimen-
teele uitweidingen te vervallen, zooals de be
kende Haarlemsche geschiedschrijver F. Allan,
toen hy in deze bewoordingen den indruk
weergaf, dien de thans een eeuw bestaande
Algemeene Begraafplaats aan den Schoterweg
op hem maakte:
„Grootsch is de indruk, dien deze dooden-
akker op den denkenden wandelaar maakt!
Hoe rustig en stille, niet waar. En wat
rusten ze daar zacht, onze lieve dooden,
onder de verkoelende schaduw van dat hoog
en dicht of belommerd geboomte. Is het
niet, alsof zün schaduw hem verkwikken
moest, die, moede en mat van het leven,
daar eene zachte rustplaats vond."
Ongetwyfeld maakt een begraafplaats diepen
indruk op den bezoeker en menig dichter is
er door geïnspireerd tot een kunstwerk.
Men leze slechts Guido Gezelle's „Kerkhof
blommen."
Anderzyds bestaat de kans, dat men door een
streng doorgevoerde zakelykheid in zijn be
schrijvingen iets van den geheimzinnigen eer
bied doet verloren gaan, waarmede ieder onwil
lekeurig over een kerkhof spreekt of er over
denkt.
Wy zullen probeeren tusschen beide klippen
door te zeilen en zonder nuchterheid een
objectieve geschiedenis van het ontstaan en den
aanleg der thans een eeuw oude be
graafplaats pogen te geven.
Allan merkt in het begin van zyn beschrij
ving der Algemeene Begraafplaats op, dat ze
ontstaan is uit een historische buitenplaats,
Zuid-Akendam geheeten. De hoofdingang is
bewaard gebleven in de beide poortsstylen op
den Schoterweg met de opschriften „Stof zyt
gij, en tot stof zult gü wederkeeren" en „Zalig
zijn zy, die in den Heer sterven". Deze op
schriften zün destijds aangebracht op verzoek
van een zekeren Ds. Hanger.
Akendam is de naam van een voormalig
ambacht in het Baljuwschap van Brederode, dat
aldus Allan in twee deelen was geschei
den, die naar hun ligging Noord- en Zuld-
\kendam werden genoemd, en tezamen één
echtbank hadden. Daarna maakten zy samen
een heerlijkheid uit, eerst aan Haarlem toe-
behcorende, maar daarna overgegaan tot de
gemeente Schoten. Thans behooren beide ge
huchten tot de gemeente Haarlem en zyn
'nmiddels uitgegroeid tot flinke voorsteden, met
veel straten, pleinen, enz.
Tijdens de inlijving van Nederland by het
Fransche Keizerrijk moest het Keizerlyk
decreet van Napoleon, waarbij het begraven in
de kerken verboden werd, ook. hier toegepast
worden.
Met primo Januari 1813 moest het begraven
in de kerken ophouden, zoodat nog slechts de
beide laatste dooden in 1812 (de heer Jean
Marchant Nicolaasz, oud 88 jaar uit de Dam
straat en het kind van den heer Jan Willem
Druyvesteyn uit de Groote Houtstraat) op 31
December 1812 in de Groote Kerk begraven
konden worden.
Daarom werd in het Statenbolwerk, by de
tegenwoordige Noorderbrug, bewesten de
voormalige Nieuwpoort, tegenover een destyds
gewezen Jodenkerkhof een „provisioneele gedis-
tingueerde begraafplaats" aangelegd, „De Punt"
of „Noorderkerkhof" geheeten, waarvan echter
slechts korten tyd gebruik is gemaakt. Het
eerste lijk, dat op de „provisioneele gedistin-
gueerde" begraafplaats ter aarde werd besteld,
was dat van den heer Jan Rikkers, oud 71
jaar, van de Groote Markt. Het werd op 6
Januari 1813 aldaar begraven. Tot 10 December
1813 werden 44 lijken, die anders in de ver
schillende kerken begraven zouden zyn, in deze
begraafplaats ter aarde besteld.
Op dien datum werd de laatste doode.
het kind van den heer Pieter Mabé Frederiksz
uit de Kleine Houtstraat daar begraven.
Doch na de omwenteling van November 1813.
toen het Keizerlyk decreet weer werd opge
heven, zyn de lyken successievelük weer in de
eigen graven in de kerken bygezet, terwyi ook
het begraven in de kerken opnieuw begon.
Dit duurde voort tot dat in 1832 onder de
regeering van Koning Willem I de reeds
vroeg »r gemaakte verordeningen het verbod
om lyken binnen de kom der gemeente te be
gravenopnieuw van kracht werden verklaard.
Er moest dus een begraafplaats worden
aangelegd buiten de stad Haarlem. Daartoe
kocht de gemeente in 1928 de hofstede Akendam
op den hoek der Kleverlaan en den Schoterweg,
toen nog tot de gemeente Schoten behoorend
Deze hofstede moest tot begraafplaats worden
ingericht en daarom werd in September 1828
op het stadhuis van gemeentewege aanbesteed:
met derzelve getimmerten, yzeren hek", enz.
„Het maken van een nieuwe begraafplaats
Het werk werd toen echter niet toegewezen,
maar opgehouden, omdat de som van 14000.
waarvoor het werk nog door niemand was ge
mijnd, het Haarlemsche gemeentebestuur te
hoog voorkwam. Later is het evenwel voor ge
noemde som gegund aan den heer G. van
Byleveld.
Buitengewoon eigenaardig doet het geweldige
verschil in koopwaarden aan, dat de heerlykheid
Akendam in een anderhalve eeuw tyds kreeg
fn 1700 kocht de regeering nJ. de heerlyk
heid Schoten, Noord- en Zuid-Akendam
tezamen met andere goederen voor de som van
f 146.800; Deze zelfde heerlykheid werd op
26 Juli 1851 in een publieke veiling in het
voormalig logement „De Gouden Leeuw" ver
kocht aan den heer J. van der Vlugt voor....
590!!!
Nu moet men met de mededeelingen
van den historicus Allan altüd een beetje voor
zichtig zyn, daar hy soms klakkeloos en
foutief het werk van anderen (liefst nog zonder
bronvermelding) overneemt. In hoeverre deze
cyfers juist zyn konden wy echter niet nagaan.
Het Haarlemsche gemeentebestuur kocht op
zyn beurt het buitenverblyf met den daarbij
behoorenden grond van den toenmaligen eige
naar, den heer J. D. Zocher, voor 6000.—.
Een stuk weiland, daarnaast gele
gen yoor 3000.
De beplanting moest volgens de
raming kosten 3000.
De aanbesteding, zooals die werd
gegund, bedroeg 14000.
Zoodat de totale kosten bedroegen 26000.—.
Nadat de nieuwe begraafplaats geheel gereed
gekomen was, moesten alle lyken naar de
nieuwe begraafplaats overgebracht worden. Dit
had plaats tegen ultimo Mei 1832, toen het be
graven in de kerken voor goed werd afge-
rchaft. De beide laatste dooden, in Haarlem in
:1e kerken begraven, waren de heeren Franqois
Croock, oud 59 jaar uit de Gierstraat, die in
ie Groote Kerk, en Adriaan Wichman, oud 23
jaar, uit de Spaarnwouderstraat, die in de
Nieuwe Kerk ter aarde werd besteld.
Op Vrijdag 1 Juni 1832 is het eerste lijk op
de nieuwe Algemeene Begraafplaats begraven,
volgens „het reglement en de tarieven, ter be
vordering van een min kostbare wüze van be
graven dan vroeger, door den gemeenteraad
vastgesteld."
Het Noorderkerkhof of „De Punt", waarop
ondertusschen weer nieuwe dooden waren be
graven, werd na 29 Mei 1832 buiten gebruik ge
steld.
In de zitting van den gemeenteraad op 12
April 1865 stelden B. en W. voor om ter ver
grooting van de Algemeene Begraafplaats een
gedeelte water, aan de Zuidzijde, te dempen
met zand, dat afgegraven moest worden van
het hooger gelegen land naast de Begraafplaats
n langs de Kleverlaan. Dit land behoorde even
eens aan de gemeente en was verhuurd aan den
heer J. B. Bulters. Dit voorstel is aangenomen.
De demping werd aanbesteed en gegund aan
den heer J. B. Bulters voor de som van
40000.—.
Later zyn nog eenige uitbreidingen tot stand
gekomen, terwyl eenige jaren geleden ook de
slooten tusschen den Schoterweg en de be
graafplaats ditmaal niet ten behoeve van de
begraafplaats gedempt werden.
Allan besluit zijn beschrijvingen aldus:
„Deze in elk opzicht doelmatige en eenvou
dige, nette begraafplaats is verdeeld in drie
deelenHet Protestantsche, het Roomsch
Katholieke en het Israëlietische. De beide eerste
hebben hun gemeenschappelyken toegang door
het ijzeren poorthek aan den straatweg, terwijl
de toegang tot het Israëlietische gedeelte zich
aan de achterzyde bevindt.
De kapel, op het R. K. gedeelte is in 1832
gebouwd door N. Swarte voor 1800.
Thans is de situatie eenigszins anders. Het
Israëlietische gedeelte is buiten gebruik gesteld.
De lyken worden thans begraven op de Israëlie
tische begraafplaats aan den Amsterdamschen
Straatweg. Er is een nieuwe R. K. begraaf
plaats gesticht met toegang op het Soendaplein
en het protestantsche gedeelte, waaraan het
algemeene gedeelte zich aansluit, heeft een
geweldige uitbreiding langs de Kleverlaan
ondergaan en heeft daar een monumentalen
ingang.
De geheele begraafplaats, die vroeger ver
buiten de bebouwde kom van Haarlem gelegen
was, is thans in de stad gelegen en door een
netwerk van straten omgeven.
Wy behoeven de geweldige uitbreiding, die
de stad naar het Noorden ondergaan heeft,
niet beschrüven. Zü heeft het gemeentebestuur
ertoe genoopt een plan te ontwerpen voor een
nieuwe begraafplaats ver buiten de tegen
woordige kom der gemeente, welk plan
thans in uitvoering is als werkverschaffing.
Op de begraafplaats zyn heel wat dooden ter
aarde besteld. Ook verccheidene beroemde per
sonen zyn er begraven. Wij Oenken hierbij aan
f. Dr. Lorentz en Jakobus van Looy, om
er slechts eenige te noemen.
Maar hoevelen, die deze begraafplaats be
zoeken, herinneren zich, dat deze ook al weer
een eeuw oud is?
Er is iets heel geheimzinnigs aan het licht
gekomen:
Er blijkt te bestaan een „Comité tot
bevordering van Staatkundige betrekkingen tus
schen Katholieken en den Vrijheidsbond."
In een ingezonden stuk in het „Handelsblad"
heeft de Bloemendaalsche heer P. Kolfschoten
dit zóó maar langs z'n neus weg verraden;
hieronder tracteeren wij onze lezers op de ver
rassende Sinterklaas-lekkemy
Als de ijzeren noodzaak dwingt.
M. d. R.
In de Haarlemsche rede van Prof. Mr. P. J.
M. Aalberse, voorzitter van den partyraad der
R. K. Staatspartij, zyn m.i. twee oneffenheden
te constateeren.
De eerste is de bewering, dat er in den laat-
sten tijd in de S. D. A. P. een ombuiging naar
het revolutionnaire te constateeren is.
De koers der S. D. A. P. is immer, zonder
eenige afwijking, recht revolutionnair geweest en
de meening, dat er zich eenige ombuiging voor
deed was een gezichtsbedrog, bleek een vergis
sing, evenais de op die vergissing gebaseerde
Encycliek Quadragesimo Anno een vergissing
was.
De tweede is de bewering: Met de Liberalen
zal onzerzijds echter niet gemakkelyk overeen
stemming verkregen worden.
Het comité ter bevordering van staatkundige
betrekkingen tusschen Katholieken en den Vrij
heidsbond denkt daar gemakkelijker over. De
mogelijkheid van overeenstemming zal wel mee
vallen, daar alle oogen ten slotte instinctief
zich richten naar het eeuwig licht van het leven
wekkend Vrijheids-beginsel.
Hoogachtend,
P. KOLFSCHOTEN.
De heer Kolfschoten zou ons een buitenge
woon genoegen doen, indien hy ons nog wat
meer van deze geheimzinnigheid verklappen
wilde.
Uit wie bestaat dit comité en hoe werkt het?
Bestaan er stille propagandisten om zooveel
mogelijk (daarvoor in de termen vallende)
Katholieken naar het liberalisme en wel spe
ciaal naar den Vrijheidsbond te doen neigen,
zoo mogelijk een massa-bekeering van Ka
tholieken tot den Vrijheidsbond te bewerken
heel stiekumpjes?
Laat de heer Kolfschoten nog eens 'n beetjo
„enfant terrible" spelen: we zijn zoo bar nieuws
gierig en we weten van dit comité nog zoo Wei
nig.
Maar hoe weinig wij er ook van weten: dit
staat nu al wel reeds voor ons vast:
het wordt een sof!
Een comité dat zich tot taak stelt,
staatkundige betrekkingen tusschen Katho
lieken en den Vrijheidsbond te bevorde
ren en tegelijkertijd de heele encycliek
Quadragesimo Anno een.... „vergissing" belieft
te noemen, een „vergissing", welke nota bene
gebaseerd zou zün op die andere „vergissing",
dat er in de S. D. A. P. tijdelijk en landelijk
een „ombuiging" naar het niet- of minder-
revolutionnaire te constateeren viel (alsof de
Paus zich in zijn groote beginselen zou laten
leiden door iets tijdelyks en iets landelyks!),
zulk een comité geven wij niet de minste
kans, zulk een comité blykt van politiek niet
de minste notie te hebben.
Maar niettemin.... het geheimzinnige heeft
ons nieuwsgierig gemaakt: ook al wordt de zaak
een sof, we willen toch wel graag weten, wat
er rondom en.... tegen ons zooal bekokstoofd
wordt in 't geheim.
By de Noord-Zuid-Hollandsehe Tramweg My.
N.V. waren de vervoersopbrengsten gedurende
November 1932 op de lynen: Scheveningen-
Leiden-Katwyk/Noordwijk (incl. Stadslyn Lei
den) ƒ100.805; Leiden-Heemstede ƒ6.844; Am-
sterdam-Zandvoort ƒ826223; Stadslynen Haar
lem 58.117. In dezelfde maand van 1931 was
de totaal-opbrengst 262.141 of 14.152 meer.
Deze zeer bekende en vroeger veelgelezen
romanschrijver werd op 28 December 1826 te
Den Haag geboren.
Hy studeerde in de theologie aan de Uni
versiteit te Leiden en te Lausanne, maar legde
zich meer op de litteratuur toe. In zyn studen-
tentyd schreef hij reeds eenige schetsen, die
in 1853 onder den titel: „Groen en Ryp" stu-
óentverhalen, uitgegeven werden.
In 1851 wérd hy predikant by de Waalsche
gemeente te Haarlem, doch om zyn vrije gods
dienstige overtuiging, nam hy reeds in 1862
ontslag, waarna hy zich geheel aan de letter
kunde wydde.
Reeds vroeger had hy eenige theologische
werken gepubliceerd en eenige bijdragen inden
„Nieuwe Gids" geschreven. Van dit tydschrift
was hy van 1863 tot 1885 redacteur, toen hij
om eenige aanstootelijke artikelen, met Potgie
ter zich moest terugtrekken.
In 1868 trok hy naar West-Indië, waar hij
redacteur werd van eenige dagbladen en tüd-
schriften. Ondertusschen verscheen een viertal
romans van zyn hand, zooals: „Lidewyke" en
„De familie Bruce" met de aansluitende deelen:
„Josefine de Bruce" en „Robert Bruce's leer
jaren."
Verschillende van zyn beroemde critieken
heeft hij gebundeld in: „Litterarische Phanta-
sieën" en „Nieuwe Litterarische Phantasieën",
welke hy, toen hy zich in 1876 voor goed te
Parijs gevestigd had, met allerlei andere schet
sen samenvoegde tot: „Litterarische fanta^jeen
en kritieken" in 26 deelen, uitgegeven in 1885.
Ook publiceerde hy eenige zeer bekende reis
herinneringen, o.a. van Napels naar Amster
dam" (1877); „Parijs en Omstreken" (1878);
„Het Land van Rubens" (1879) en „Het Land
van Rembrandt", voorts nog „Novellen" (1875)
en „Potgieter, persoonlijke herinneringen", ter
wyl na zyn dood nog zijn brieven in eenige
deelen gebundeld verschenen.
Huet overleed op 1 Mei 1886 te Parijs.
Haarlem heeft een straat naar hem genoemd.