STADSNIEUWS THERMOGENE i b\ Het ontstaan van „Kentering" Hoest,Koude Pneumatiek Griep en Ste ken in de zij. VRIJDAG 9 DECEMBER GEMEENTEZAKEN Kleingoed Het ambtenarenreglement W achtgeld Diploma-toelagen Loon bij ziekte SCHOOLARTSENDIENST HILLEGOM C.A. PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-HOLLAND De provinciale ziekenhuizen DE WERKWEEK VOOR HET PERSONEEL? Subsidie Proeftuin Vacantietoelage aan het Provinciaal Personeel REMBRANDT-THEATER Het wonder Azië PROVINCIAAL LANDGOED Verlaging pachtprijzen TOONEEL STADSSCHOUWBURG Zijne Majesteit Het Publiek tfe Katholieke filmproductie in wording R. K. VOLKSBOND Ledenvergadering Bij Kruysveldt de Mare DE L. T. B. Buitengewone vergadering Boerenvakbond B. en W. stellen voor behoudens goedkeuring Van Gedeputeerde Staten der provincie Noord- Holland aan het Rijk, voorzoover de rechten der gemeente Haarlem betreft, in eigendom, beheer en onderhoud, over te dragen tegen den prijs van 16 te ontvangen door de ge meente Leiden, een gedeelte water en weg bij de Postbrug te Sassenheim, kad. bekend ge meente Sassenheim, sectie B nos. 971 (ged.) en 528 (ged.), resp. groot 827 c.A., onder voor- Waarde, dat aan deze overdracht voor de ge meente Haarlem geen kosten zullen zijn ver bonden. B. en W. schrijven aan den Raad: In verband met de inwerkingtreding van titel TV der Ambttenarenwet 1929 hebben wij overwogen, op welke wijze voor deze gemeente uitvoering ware te geven aan het bepaalde bij nrt. 125, 2e lid, dier wet. Het ter gemeente-secretarie vervaardigde Voorontwerp-reglement werd overeenkomstig de desbetreffende verordening om advies in banden gesteld van de Commissiën van over leg voor de ambtenaars- en werkliedenzaken en het politie-personeel. Ten einde een vrucht dragende behandeling te verzekeren, werden de organisatiën in de gelegenheid gesteld van hare eventueele opmerkingen en/of bezwaren vooraf te doen blijken, van we'ke gelegenheid bijkans alle organisatiën gebruik maakten. De ingediende amendementen waren talrijk, de strekking ervan uiteenloopend, waarom ge noemde commissiën gebruik maakten van de bij het reglement voor het georganiseerd over ig' gegeven bevoegdheid om een sub-commis sie te benoemen, welke tot taak zou hebben de amendementen te bespreken en nadere voorstellen te doen omtrent eventueele amen deering van het den Commissiën aangeboden ontwerp. Bedoelde sub-commissie, welke onder leiding van den voorzitter van het georgani seerd overleg stond, werd voorts gevormd door de leden der Commissie van bijstand voor ar- beids- en pensioenzaken en één vertegenwoor diger van elke der in de Commissiën van over leg zitting hebbende organisatiën. De over weging der ingediende amendementen nam zes vergaderingen in beslag, waarna de sub-com- Biissie aan de Commissiën van overleg de wij zigingen deed toekomen, welke naar hare mee ting in het aangeboden ontwerp behoorden te Worden aangebracht. Dit ontwerp en de zoo even bedoelde wijzigingen werden, in een op 14 October 1932 gehouden gecombineerde ver gadering van vorengenoemde Commissiën, be handeld. Met algemeene stemmen werd voor gesteld een ontwerp aan te bieden, gewijzigd overeenkomstig het voorstel der sub-commis sie, zulks behoudens één onderwerp, waarover öe stemmen staakten. Hierop komen wij nader terug. Hoewel bij de samenstelling van het ontwerp zooveel mogelijk is gestreefd naar codificatie zonder meer, bracht het ontwerpen van een algemeene regeling voor de vier bovengenoem de categorieën van het gemeente-personeel ter wille van de uniformiteit onvermijdelijk wijzi ging mede van enkele regehngen, welke thans slechts voor een of meer dier categorieën van kracht zijn. Hiertoe behooren o. a. de vaststel ling van den leeftijd, waarop de ambtenaar behoudens in bijzond-ere gevallen uiterlijk Zal kunnen worden benoemd; de beloonin? Voor arbeid op vrije dagen, voorzoover deze niet op een Zendag va!en; betaling voor over werk on uren, waarmede de arbeidstüd van den ambtenaar dien van 48 uren per kalender- Week overschrijdt; een bepaling betreffende de leveling van belooning voor overwerk voor Politic-personeel op gel'iken voet als thans Voor de werklieden geldt. Voorts ïs deze gelegenheid aangegrepen om enkele bepalingen op te nemen, waaraan in den loop der jaren behoefte is ontstaan, zoo- nis de bevoegdheid om warhtge'd toe te ken- hen aan een ambtenaar, die een ongevraagd eervol ontslag verkrijgt omdat de algemeene be'au"-en van den dienst zijn ontslag nood zakelijk maken; de bevoegdheid om in bijzon dere gevallen aan hen, die aanspraak hebben °P wachtgeld gedurende een tijdvak van vijf tien jaren, ook na het verstrijken van dien ter- ihijn wachtgeld te verleenen gedurende een ih elk afzonderlijk geval te bepalen tijdvak en tot een daarbij te bepa'en bedrag; aan spraak voor iederen ambtenaar op vrije ge- hees- en heelkundige behandeling als bij de Ongevallenwet 1921 is gerege'd, ingeval de ziekte of het ongeval in of door den dienst is Ontstaan. Enkele wijzigingen, welke de Commissiën van Overleg alsnog in het ontwerp wenschten te zien opgenomen, hebben wij gemeend niet aan Hwe vergadering te mogen voorstellen. Zij be treffen; Artikel 46. Het verlof, dat boven de gewone .laarhjksche vacantie, wordt genoten bij 25- en 40-jarige dienstvervulling bedraagt thans vijf Werkdagen; bovendien wordt een gratificatie Uitgekeerd van respectievelijk ƒ25 en ƒ40 of aan den jubilaris ter hand gesteld een kunst- Voorwerp van gelijke waarde. De Commissiën van overleg stelden voor een extra-verlof van veertien werkdagen, bene vens een bedrag gelijk aan 50 pCt. van het loon of salaris gedurende dat tijdvak uitbe taald. Wij zijn van meening, dat een extra- Verlof van twaalf werkdagen, benevens een extra-bedrag van 50 pCt. van het loon of sa laris over dat tijdvak genoten, voldoende mag Worden geacht, terwijl wij aan hen, die prijs pellen op een herinneringsgeschenk die keuze hiet zouden willen ontnemen. Artikel 47. Wij achten een verlof voor het bijwonen van vier hoofdbestuursvergaderingen voldoende, Indien men dat verlof aan een be haald aantal vergaderingen wil binden. De ®°mmisiën van overleg hebben geadviseerd Voor zes hoofdbestuursvergaderingen verlof te Verleenen. Artikel 63. Het voorstel om de diploma-toe- 'agen aan inspecteurs, klerken, hoofdagentten ®h agenten van politie te doen vervallen heeft °nze instemming niet, ook al zullen zij, die reeds in het genot zijn van een zoodanige toe lage, de aanspraak er op behouden. Het komt ®hs in het belang van het peil van het politie korps voor, wanneer de prikkel tot het verkrij gen van het inspecteurs- of politie-diploma Nijft bestaan. Door de bepaling, dat de toe- jage na verloop van zeven jaren zal vervallen, tenzij opnieuw met goed gevolg een examen is afgelegd, wordt tegemoet gekomen aan het bezwaar dat voor het eens behaalde diploma gedurende den geheelen verderen diensttijd een toelage wordt genoten. Artikel 74. Het voorstel om een ambtenaar 'h vasten dienst, die door ziekte of ongeval Verhinderd is zijn betrekking waar te nemen, gedurende achttien maanden het volle sa'aris bit te betalen, achten wij in zijn algemeenheid te ver te gaan. Wij meenen, dat de termijn van twaalf maan den, welke thans ook geldt, nevens onze be voegdheid om daarna in elk geval afzonder lik te bepalen tot welk bedrag en gedurende Welken termijn nog salaris kan worden geno- ^h, een behoorlijke behartiging van de belan den 'van den ambtenaar, die in zoodanig geval •Pocht komen te verkeeren, zeker niet in den b'eg staat, hetgeen met onderscheidene voor beelden zou zijn te bewijzen. Het opvoeren van den termijn, gedurende welken het volle loon of salaris moet worden betaald, achten wij en althans nu daarom niet verantwoord. Een voorstel, om den op wachtgeld gestelden ambtenaar gelegenheid te geven zijn wacht geld z.g. af te koopen, kunnen wij niet steunen Erkennende, dat in enkele gevallen deze be- pa'ing wellicht voor den betrokkene van be- ang kan zijn, achten wij thans echter den tijd nog niet gekomen om een zoodanige bepaling in het reglement op te nemen. Artikel 69. Krachtens de thans bestaande reglementen ontvangen de nagelaten betrek kingen van een ambtenaar (werkman) in tij- delijken dienst geenerlei uitkeering. Tegen doorbetaling van het salaris of loon, geduren de een maand, onderscheidenlijk vier weken, hebben wij geen bezwaar, hoewel ons aanvan kelijk voorstel een uitkeering gelijk aan een ha've maand, onderscheidenlijk twee weken loon noemde. Deze termijnen op anderhalve maand, onderscheidenlijk zes weken te stellen, gelijk de Commissiën van overleg adviseeren, meenen wij, lettende op den aard van het dienstverband, te moeten ontraden. In Hoofdstuk X wordt voorgesteld een rege ling ter uitvoering van het bepaalde in art. 125, le lid, letter j, van de Ambtenarenwet 1929. Hoewel de wijze, waarop het Scheidsge recht kan worden samengesteld, op meer dan een leest kan wordeïP geschoeid, hebben de Commissiën van overleg bes1 oten te aanvaar den het voorstel der sub-commissie, hetwelk na ampele bespreking is geformuleerd als thans in de artikelen 139 en volgende van het ontwerp is opgenomen. De gevallen, waarin krachtens artikel 148 beroep kan worden inge steld bij het scheidsgerecht, verschillen zoowel quantitatief als qualitatief zoodanig met den tegenwoordigen toestand, dat de tijd zal moe ten leeren of de gedachte samenstelling inder daad voldoet aan de daaromtrent gekoesterde verwachtingen. Artikel 188 waarborgt, gedurende vijf jaren, de verkregen rechten, welke een vereeniging (afdeeling), vóór den datum, waarop het Amb tenarenreglement zal worden ingevoerd, bezat ten aanzien van de vertegenwoordiging in de Centrale commissie voor georganiseerd overleg, ook al wordt niet voldaan aan de, bü artikel 173 gestelde verplichting tot aansluiting bij een Centrale voor overheidspersoneel. Wij stellen u voor ons de bevoegdheid te verleenen, dien ter mijn eventueel te verlengen, onder de in ge noemd artikel gestelde voorwaarden. Overeenkomstig het bepaalde bij artikel 11 der Verordening tot regeling van het georga niseerd overleg deelen wij u mede, dat zoo als hiervoor reeds werd opgemerkt geen overeenstemming werd verkregen ten opzichte van een amendement om artikel 75 zoodanig te wijzigen, dat aan tijdelijke ambtenaren in geval van ziekte loon wordt uitgekeerd gedu rende ten minste zes maanden en tot een maximum van achttien maanden, zulks ter vervanging van de regeling, vastgeste'd bij uw besluit van 19 Februari 1930, no. 7, en welke onveranderd in het ontwerp is opgenomen. Bij de gehouden stemming over bedoeld amende ment verklaarde de vertegenwoordiging van het Gemeentebestuur zich tegen; de organi satiën verklaarden zich eenstemmig voor. Wij geven u in overweging de bij het besluit van 19 Februari 1930 getroffen regeling te hand haven. Ten slotte rest ons nog de bespreking van het voorstel, door den heer mr. L. G. van Dam ingediend en in uwe vergadering van 22 December 1931 om prae-ad.vies in onze handen gesteld, luidende: De ondergeteekende stelt voor: In artikel 4 van het Reglement voor de Cen trale Commissie van Over'eg voor het Politie personeel sub b in plaats van „ten minste tien leden" te lezen „ten minste zes leden". (get.) L. G. v. DAM Ten opzichte van dat voorstel deelen wij u méde, dat de Burgemeester in 1922, zonder dat eenige wettelijke bepaling daartoe dwong, een centrale commissie van overleg voor het poli tiepersoneel in het leven heeft geroepen en voor dat instituut een reglement heeft vast geste'd. In hoeverre de maatregelen, ter uitvoering van art. 125 der Ambtenarenwet 1929, aanlei- 'ing zullen geven om wijziging te brengen in bovenbedoeld reglement, uitsluitend voor zoo veel betreft het regelingsgebied, dat in de wet aan den Burgemeester is voorbehouden, staat ter beoordeeling van den Burgemeester. Indien het voorstel tot strekking heeft, een wensch kenbaar te maken ten opzichte van de regeling van het georganiseerd overleg met het politie-personeel, betreffende de aange'egen- heden welke tot de taak van Uwen Raad be hooren, stellen wij u voor, het voorstel van den heer Mr. Van Dam niet te aanvaarden, aan gezien de Commissiën van overleg hebben be sloten te adviseeren het vereischte ledental, voor de categorie, opgenomen onder a van de eerste alinea van art. 173, aanvankelijk bepaald op 10, te brengen op 15, met welk advies wij ons hebben vereenigd. Al is het verslag van den schoolarts reeds geruimen tijd geleden verschenen, het bevat toch zooveel belangrijke gegevens op her, ge bied der gezondheid van de schooljeugd, dat wij niet kunnen nalaten althans eenige der voor naamste zaken meer in algemeenen kring onder de aandacht te brengen. Het aantal inwoners van de vijf genoemde gemeenten bedroeg in 1931: 41044, die tezamen 8584 schoogaande kinderen bezaten, waarvan 6740 het lager, 380 het mulo en 1464 het bewaar - schoolonderwijs volgden. Van deze kinderen moeten worden afgetrokken de leerlingen van 5 bijz. Prot. scholen, wier besturen om prin- cipieele redenen bezwaar hadden tegen dit overheidsinstituut; dit waren 678 kinderen van het l.o., 112 van het mulo en bewaarschool- onderwijs. Er is derhalve 91.6 pCt. van het aantal kin deren beschikbaar gesteld voor onderzoek. Van deze kinderen werden 2023 geheel of ten deele onderzocht. Geheel werden 1503 kinderen onderzocht, .waarvan 1092 uit de eerste klasse van het lager onderwijs, 150 van het mulo en 261 van de be waarscholen. Van deze werden er 243 naar den huisarts verwezen. Uit andere klassen werden er 520 onderzocht, waarvan er 158 naar den huisarts werden gezonden. Er kregen derhalve 2023 kinderen geheel of gedeeltelijk een beurt. Van de 1587 opgeroepen kinderen uit de eerste klassen verschenen er 1503. Van de weggebleven 64 kinderen waren er maar 20, die bezwaren hadden, de overigen waren ziek. Van die 20 kinderen waren er 17 geplaatst op Prot. scho'en, 2 op R.K. scholen en 1 op een openbare. Als men in aanmerking neemt, dat er 49 scholen zijn aangesloten, mag dit getal zeer klein wor den genoemd. Soms was er over deze kinderen een schrijven van de ouders, dat er geen prin- cipieele bezwaren waren, maar dat ze het niet noodig vonden. Hoe de ouders zich daarbij kunnen vergissen, moge blijken uit een mede- deeling, van geloofwaardige zijde verstrekt, dat er in dit jaar een kind werd onderzocht, dat lijdende bleek aan tuberculose, die reeds in een ver stadium verkeerde, zonder dat dit aan de ouders bekend bleek en zonder dat door dit kind ooit was geklaagd! In 1931 kwamen 207 gevallen van t.b.c. voor* op 1386 families. In Noordwijk 10.9 pCt., in Noordwijkerhout 9.1 pCt. De schoolarts stelt zich voor telken jare de kinderen van de eerste klassen van de drie ge noemde scholen te onderzoeken en nog eens bij het verlaten der school. Voor elk kind is een kaart aangelegd, waarop de noodige bij zonderheden staan vermeld. Hoogst belangwek kend is de lectuur van de geconstateerde af wijkingen en ziekte-gevallen. Er blijkt zeer duidelijk uit, dat de schoolarts met veel accu ratesse zijn taak vervult. Men mag wel zeggen, dat de kinderen geheel zijn onderzocht. Het begint al met het vragen aan de moeders, die op een enkele uitzondering alle waren meege komen (Noordwijkerhout krijgt in het verslag een extra pluim) en bij verhindering nog vaak haar spijt hadden uitgedrukt, naar bijzonder heden die zich bij de geboorte hadden voorge daan, naar reeds doorgemaakte ziekten en naar de voeding van het jonge kind. Aan Engelsche ziekte bleken ruim 12 pCt. van de kinderen lijdende te zijn geweest, waarbij bleek, dat de moeders hiervan lang niet altijd op de hoogte waren, dat die bestaan had. De zomertijd bleek op den slaapduur een zeer ongunstigen invloed te hebben. De voedingstoestand bleek bij 744 kinderen goed te noemen, bij 272 matig, bij 65 liet hij iets te wenschen en was bij 11 slecht (1 pCt.) Bij 95 kinderen werden meer dan gewone klierzwellingen geconstateerd, waarvan bij 30 ook in den buik; achterlijkheid en zwakte bij 52, psychische afwijkingen bij 24, groote ner vositeit bij 76, haarziekte bij 8 en huidziekte, waaronder ook die van de hoofdhuid bij 49. Het verslag vermeldt nog onderzoekingen van de oogen, het gehoor, de amandelen, het gebit, de spraak, de longen (vaak werd b.v. bronchitis geconstateerd, waarvan ouders onkundig ble ken), van de wervelkolom, van platvoeten, van breuken, van bedwateren, van de geslachts- deelen, enz. De schoolarts vermeldt met dankbaarheid de medewerking van zijn collega's en andere autoriteiten. Aan het algemeen verslag der Afdeelingen van de Provinciale Staten van Noord-Holland betreffende de balansen en rekeningen over 1931 en de begrootingen voor 1933 der Provin ciale Ziekenhuizen nabij Santpoort, te Bakkum en te Medemblik ontleenen wij: Door een der leden werd betoogd, dat het, ter wille van een noodzakelijke bezuiniging op de kosten der ziekenhuizen, noodzakelijk is, de werkweek der verplegenden te verlengen van 48 tot 55 uur. Een dergelijke werkweek is ook in andere gestichten aanvaard. Van verschillende zijden werd tegen dit denkbeeld opgekomen. Daarbij werd in de eerste plaats gewezen op de uitspraak, ter zake door de Staten in 1925 gedaan, toen een voor stel in die richting met groote meerderheid van stemmen werd afgewezen. Bij de behandeling der begrootingen van de Ziekenhuizen werd op de suggestie van het be trokken lid nader ingegaan. De leden, die te genstanders bleken te zijn van verlenging der werkweek, verklaarden, dat de argumenten te gen verlenging van den arbeidsduur der ver plegenden, in den loop der jaren niets van hun ne beteekenis hadden verloren. Deze leden her innerden aan de invoering van de arbeids- therapie, die zoo zegenrijk werkt, doch hun inziens alleen kan slagen, indien het personeel zich daaraan met volle toewijding en overge ving blijft wijden. De arbeid van het verplegend personeel is moeilijker en verantwoordelijker geworden. Het zou in hooge mate gevaarlijk zijn met het oog op dit werk onder onrustige patiënten, werk, dat steeds voor de verplegenden een geestelijke spanning beteekent, van het per soneel een langduriger inspanning te gaan ver gen. Hierdoor zou de verzorging van geestes zieken op een lager peil worden gebracht en schade worden berokkend aan een mooi" werk, waarin Noordholland tot dusver was voorge gaan. De betreffende leden ontkennen niet, dat de lasten, voortvloeiende uit de regelmatige toe neming van het aantal patiënten gevolg van het ouder worden der menschen, van den gelukkig afgenomen afkeer tegen gestichtsver- pleging en van verschillende andere oorzaken waren gestegen. Men dient ernstig na te gaan, of de lasten niet docr gepaste middelen kunnen worden verminderd. In de eerste plaats dachten deze leden hierbij aan een goede organisatie van de Na zorg, waardoor bevorderd kan worden, dat de patiënten niet opnieuw tot de noodzakelijkheid van verpleging terugvallen: bestond er een be hoorlijke nazorg, dan zou in verschillende geval len het ontslag uit het ziekenhuis kunnen wor den vervroegd, waarbij dan de patiënten hetzij konden worden teruggegeven aan de maatschap pij, hetzij naar eenvoudiger inrichtingen konden worden overgebracht, hetzij onder gezinszorg konden komen. Al mochten de financieele uitkomsten der Ziekenhuizen relatief bevredigend zijn, door dien het tekort beneden de ramingen bleef, dit doet toch zoo betoogden andere leden niets af aan het feit, dat de begrooting der Provincie nog steeds als gezamenlijk tekort op de drie Ziekenhuizen een som van 810.000 te dragen heeft. Hierbij komt nog, dat ook elke gemeente in de provincie gaarne zal zien, dat de verpleegkosten geringer worden. Een salaris verlaging van het personeel der instellingen kan zoo beoogden die leden tot die ver mindering aanleiding geven. Dat in de ziekenhuizen buitenlandsch vleesch wordt gebruikt, achtte een der leden onjuist. Hij meende, dat het algemeen belang met zich brengt om daar inlandsch vleesch te gebrui ken. Het verschil in den kostenden prijs is zü. niet van beteekenis. Ged. Staten der provincie Noord-Holland stel en voor te besluiten: I. aan de Vereeniging Proef- en Schooltuin „Kennemerland" te Alkmaar voor het jaar 1932 een bijdrage te verleenen van ten hoogste 500.in het tekort op de gewone exploitatie, op den grondslag van de rekening over dat jaar, met dien verstande, dat de bijdrage ten hoogste zal bedragen 2/3 gedeelte van de bijdrage van het Rijk en in ieder geval niet meer dan de som der bijdragen van belangneb- benden, voorts onder bepaling, dat bij de reke ning een verslag over 1932 aan Gedeputeerde Jtaten wordt toegezonden. Ged. Staten schrijven aan de Staten: Door Ged. Staten moet in de tweede gewone jltting van ieder jaar worden bepaald, of, en zoo ja naar welke regelen en tot welke bedra den, over het volgende jaar een vacantietoelage ;al wordvn uitgekeerd. Op grond van dezelfde overweging, die ons ook geleid heeft tot ons voorstel voor een ijdelijke salariskorting: dat het overgroote leel der bevolking onzer eigen provincie zwaar gebukt gaat onder de gevolgen van de crisis....", Deze van ouds be kende watten ver spreidt 'n weldoen de warmte en be strijdt met succes Doozen van 45 en -75 cents. Bij Apothekers en Drogisten heeft het in ons College een ernstig vraagpunt uitgemaakt, of het oirbaar mocht geacht wor den bedoelde toelage voor het jaar 1933 wederom toe te kennen, tot welke vraag te meer reden schijnt te zijn nu in formeelen zin deze toelage als een extra-inkomst is te beschouwen, die telkenmale slechts voor een jaar wordt toege staan. Daar tegenover staat evenwel veler meening, dat de vacantietoelage bedoeld is als een inte greerend deel der arbeidsvoorwaarden, in welk geval hare niet-toekening, in tegenstelling met de strekking der voorgestelde loonkorting, in progressieven zin naar beneden zou werken. Naast de erkenning van het laatstgenoemde feit verdient o.i. ook ernstige overweging de omstandigheid, dat doel en regeling der vacan tietoelage over het algemeen zeer sympathiek zijn en niet minder het feit, dat zij het ook uit reglementair oogpunt de niet-toekenning thans gevoeld zou worden als een dubbel offer voor de lager gesalarieerden. Ten slotte behield het denkbeeld eener weder- toekenning, althans voor het jaar 1933, bij ons de overhand. Eén ding kwam echter vast te staan. Blijven de toestanden stationnair of beginnen zij ver betering te toonen, dan zal de toekenning van den vacantietoeslag ook in volgende jaren ver moedelijk in overweging kunnen worden geno men, maar naar veler oordeel staat de Provin cie met hare financiën nog niet op het laagste punt en is verdere belastingverzwaring geenszins uitgesloten. Blijkt deze vrees gegrond, dan mag, reeds alleen op dezen grond, uitzicht op eene vernieuwing in het volgende jaar niet geopend worden. J Zooals wij reeds in onze voordracht van 18 November 1931, stuk no. 85, mededeelden, stelt de Centrale Commissie voor georganiseerd over leg, zoolang het voornemen bestaat de geldende regeling der vacantietoelage te doen con- tinueeren, er geen prijs op dienaangaande tel- kenjare te worden gehoord. Het advies dier Commissie is dan ook thans niet ingewonnen. einde moet opmerken, allesbehalve vriendelijk afgekomen en haar rol is zeker wel de onaan genaamste van het heele stuk, doch tevens ook de eigenaardigste, want zij is de actrice die een actrice moet uitbeelden. En die laatste actrice moet zich weer in „tweeën" splitsen,, en wel in 'n „gewone" en een „ongure". Doch beide creaties toonde zij zich in alle op zichten de „werkelijke" actrice. Volwassenen, die een geestig, boeiend en vlot :tuk willen zien, kunnen we aanraden naar hun eigen" geestesproduct te gaan kijken. Zij zullen zich met hun eigen wijsheden ver maken, en ze waardeeren, gelijk ook wij ge daan hebben. Ten slotte nog een enkel woord over de bij- ollen, die zonder uitzondering in goede handen waren. Een harer, die wel gesignaleerd stond, verscheen niet, doch niemand miste iets. L. V. Naar wij vernemen, is door Ged. Staten be sloten aan de pachters van perceelen op het landgoed een reductie over 1932 te verleenen van 50 pCt. op de huurprijzen. Blijspel Ju 1 voorspel, 3 bedrijven en 1 naspel van W. L'chtenberg door N.V. Gezelschap Saalborn Wat zal het publiek zich gevleid hebben ge voeld, toen het zich gisteravond na de opvoe ring van dit blijspel naar huis spoedde. En daar had het reden voor. Want het was (velen misschien zonder het te weten) hoofdpersoon geweest in een tooneelstuk, dat werd opgevoerd, en wel bij monde van Magda Janssens, Oscar Tourniaire, Louise Kooiman en Henri Eerens. Doch behoudens deze sublieme vertegenwoor diging was er nog een andere factor, die het streelende gevoel bij het publiek kon teweeg brengen. Het zag zich namelijk met eigen oogen in staat a bout pourtant een stuk te creëeren, althans te reconstrueeren op een wijze, dat „het" zichzelf prijzen moest voor de manier waarop „het" dat, gedaan heeft. En we vragen ons dan ook, met alle respect voor de idee en haar uitwerking af, of de schrijver ook maar 'n de verste verten zijn publiek tot een derge lijke geniale daad in staat acht. We gelooven eerder, dat hij het heeft willen vleien en als dat zoo is, lijkt ons voorzichtigheid geboden terwille van den auteursstand. Want als men den grootsten stommeling nadrukkelijk vertelt en verzekert, dat hij een genie is, dan wordt ':ij een dwaas, die aan hoogmoedswaanzin gaat laboreeren of in een gekkenhuis terecht komt. Inmiddels is dat alles slechts bijzaak voor de eigenlijke beteekenis van het stuk. Want onder die bedrijven door heeft men een typisch spel aanschouwd, een spel waarin de vrouwe lijke listigheid geholpen door het toeval, vic torie kraait over een allerzonderlingst heer schap, dat den naam draagt van Baron Klemens von Silenius. En nu nemen we maar aan, in hoofdzaak en voornamelijk terwille van het goedgevonden einde, dat het werkelijk mogelijk is, zoo uiterst minutieus en nauwkeurig een vertelling te doen, dat men daardoor een oerfect stuk „suggereert". En dat doen we des te gereeder, wijl het vertel-stuk zoo machtig interessant is, en van het begin tot het einde op een Sherlock-Holmes-achtige manier' weet te boeien. Om zelfs maar den schijn te vermij den, dat wij door deze erkenning onszelf in de hoogte zouden steken (ook wij kunnen ons toch gevoeglijk tot een stuk publiek, dat in dit geval de geestelijke vader is, rekenen) moeten wij er direct aan toevoegen, lat de vertolking in de allereerste plaats a.lle ■echten op het succes toekomt. Als een guitige baken straalde Magda Janssens over die woe lende liefdeszee rondom haar en wees al de drenkelingen zoowel den goeden als den kwaden den juisten weg. Alleen haar man, kreeg nog een extra lesje, alvorens zij hem goed en we: veilig aan zijn haren optrok naar haar ver heven standplaats. Geen oogenblik werd haar strategie door een verkeerd gebaar of een onbezonnen wending verzwakt. Tot aan het laatst toe bleef zij de situatie op een meesterlijke wijze beheerschen. En dat wilde wat zeggen tegenover een man als Oscar Tourniaire, den adellijken veefokker die met zijn koeien-filosofie het leven en zijn eigen huwelijksgeluk onder de loupe neemt en dan terwille van een plotseling „hartstochtje" eens klaps tot de conclusie komt, dat hij eigenlijk toch niet gelukkig is, ja, niet zijn kan, in zoo'n „kooi". Het was in een woord prachtig, de wijze, zooals hij rondsprong in het net, dat zijn vrouw om hem geweven had. Die gedis tingeerde, doch onbesuisde naïveteit die hij ran den daelegde, die koddige mimiek en zijn geheele ojftden waren zoo echt en waar en zoo zuiver gezien, datja, dat het eeuwig jam mer zou zijn, indien deze acteur zich binnen kort, zooals de geruchten luidden, van het 'ooneel zal terugtrekken. Henri Eerens had het niet gemakkelijk om in alle drie bedrijven, plus het voor- en naspel, de hopelooze verliefde te spelen. Een dergelijke rol, wordt bij de minste onbedachtzaamheid gauw ridicuul en zijn grootste verdienste is dan ook, dat hij met een bewonderenswaardige correctheid zijn taak vervulde en iedere banale overdrijving vermeed. Louise Kooiman is er, zooals zijzelf aan het De belangrijkheid van Cultuurfilms is duide lijk voor een ieder, die met open oog en oor in het leven staat. Het nota nemen van al hetgeen de wereld biedt verruimt in niet ge ringe mate den blik en •perheft den mensch boven het kleine, enge kringetje waarin hij uit den aard der zaak moet vertoeven vanwege het dagelijksch brood. Was het vroeger slechts aan een enkeling veroorloofd te zien wat er in de wijde wereld te koop was, tegenwoordig stelt de film ieder een in staat zonder veel moeite of kosten, vreemde volkeren in hun doen en laten gade te slaan. We kunnen ons dan ook best begrij pen, dat bekwame mannen als dr. J. P. Thyssen niet alleen het belang van dergelijke voorstel lingen begrijpen, doch er tevens onomwonden op wijzen. De wonderen van Azië, de film, welke aan staanden Zondagmorgen wordt vertoond, open baren aan de toeschouwers een zeer bijzondere wereld en wel die, welke grootendeels, tot nog toe, niet door Europeanen bezocht mocht wor den. Dat is b.v. het Koninkrijk Nepal en de daar heerschende Maharadja heeft tot op heden aan iederen buitenlander den toegang tot zijn koninkrijk ontzegd. Hoe dr. Martin Hürli- mann, de vervaardiger van deze film aan de De vraag, hoe de film „Kentering" is ont staan, zou slechts met een lang antwoord kun nen opgelost worden. Zij is namelijk niet zoo heel eenvoudig. Het is alweer jaren geleden, dat enkele filmcritici, waaronder Herluf van Merlet en Close-Up meenden, dat het met de katholieke bemoeiingen op filmgebied den ver keerden kant uit ging. Zij en anderen begon nen toen een strijd tegen deze naar hun over tuiging verkeerde methode en trachtten hun lezers zoo goed mogelijk in te lichten over het doen en laten van katholieken en niet-katho- lieken inzake film. Toen kwam het oogenblik, dat Jan Hin m contact kwam met de theoretici en verklaarde de theorieën in practijk te willen omzetten. Hij ging er alleen op uit naar Parijs en Berlijn, werkte samen met Moholy Nagy, Hans Richter, Walter Ruttmann en anderen en verzekerde zich aldus de voorlichtingen van de filmkun stenaars, die steeds in de voorste rangen heD- ben gestaan en wie de filmkunst wel het meest te danken heeft gehad. Deze samenwerking bleef niet zonder resul taat en na maanden harden arbeid kwam Hm weer naar Nederland terug, bezield met het voornemen de katholieke filmproductie in ons land ter hand te nemen. Spoedig zou hij in zijn samenwerking met Ivens blijken geven van een bijzondere begaafdheid, die zoo duidelijk sprak, dat de critiek de voorspelling aandurfde dat het Hin gegeven zou zijn de eerste daad van beteekenis te stellen. Deze voorspelling is vol ledig uitgekomen. De kunstcommissie van het R. K. Werkliedenverbond adviseerde het be stuur dezer organisatie een propagandafilm te laten maken en het was onze collega Willem Nieuwenhuis, die verschillende filmvrienden bij elkaar riep en tot de daad aanspoorde. Het sprak voor deze filmvrienden en voor de com missie vanzelf, dat het Jan Hin zou zijn. die de werkliedenfilm zou maken. Tenslotte waren drie van deze filmvrienden verdiept in een scenario, n.l Jan Hin, Albert Kuyle en Close-Up. Dit scenario zou behande len de gedachte der encycliek Rerum Novarum. Nu was het slechts een kwestie van dagen en het ontwerp verkreeg de volle instemming der kunstcommissie en van t Verbondsbestuur De opnamen konden beginnen en in een paar ge huurde zalen werd een studio ingericht. Het begin van een eerste Nederlandsche katholieke filmwerkzaamheid was gemaakt. Den verderen groei zullen we morgsn nagaan. Het vonpdiee resultaat echter kunnen de ka tholieke Haarlemmers reeds vanaf Zondag a.s. in het Sint Bavogebouw aanschouwen. Er is ge legenheid plaatsen te reserveeren. Voor een goed bezette zaal hield de R. K. Volksbond, onder leiding van den heer J. Fh. H. Castricum, zijn ledenvergadering. Vooreerst memoreerde de voorzitter de goed geslaagde jaarfeesten, waa.b j op den laat .ten jaarfeestavond de rederijkerskamer Alberdingk Thym is gehuldigd en de tooneelknecht de heer J. Poelgeest. De opbrengst der collecten die avonden gehouden, bracht op f 188.i9, waarvan 94.25 ten goede komt aan. het fonds „Hulp in Nood" en 94.24 aan het fonds „Hulp bjj ziekte". Voor den drie-jarigen cursus van 't Werklie denverbond, te leiden door Pater Dr. Mr. Beau fort, is de deelname niet bijzonder groot te toestemming gekomen is, kan iedereen onver schillig laten, de hoofdzaak is, dat men thans 'oor zijn toedoen een kijkje kan nemen in een noemen, daarom stelt het bestuur de gelegei}- land dat tot nog toe zijn grenzen angstvallig nog open zich alsnog aan te melden De voor iederen blanke gesloten hield. kosten bedragen pl.m. 50 cents per week. Het Nog een andere belangrijkheid van deze film bestuur zou het betreuren als deze cursus we- is wel dat ook aan Britsch Indië, het land Sens gebrek aan belangstelling niet zou kunnen dat momenteel in het middenpunt van de be- doorgaan. Men gelieve zich zoo spoedig moge langstelling staat, bijzondere aandacht gewijd °P te geven. is en men van heel dichtbij de vreemde zeden I De commissie van arbeiders-ontwikkeling °n gewoonten dier bevolking kan gadeslaan, bracht haar program naar voren, waarbij nog Interessant is dat zeker, doch in niet mindke enkele wenschen werden gevoegd en In over- mate leerrijk. Aan de groote diepe vereerlm; weging zullen worden genomen, der Hindoes voor het Opperwezen, waarvan naar hun inzien Boeddha de vertegenwoordiger is, kan menig „beschaafde" blanke nog een lesje nemen. Natuurlijk is het niet mogelijk, hier een alge- heele opsomming te geven van al hetgeen di„ wondere Rijk, dat men met de camera door- ruist, te aanschouwen geeft, doch het zij vol doende on te merken, dat de vervaardigers ge tracht hebben, een zoo volledig mogelijk beeld Azië te geven en dat zij daarin uitmun- i Jonge werkgevers. t TaaVihöri wl t-\~ De voorzitter meende in deze vergadering nog eens te moeten wijzen op de gesloten re traite. Het werkloozenvraagstuk vraagt nog steeds aller aandacht en zorg. De minister heeft in de Kamer eenige belangrijke toezeggingen ge daan, o.a. een wettelijke regeling voor werk loosheidsverzekering, over de uitkeeringen enz. De voorzitter wees nog op de belangrijke rede van den heer De Bruin, gehouden voor de R.K tend geslaagd zijn. Want niet alleen hebben zij oog gehad voor de zeden en gewoonten der be volking, doch ook en vooral voor de monumen tale bouwwerken, waarvan de overdadige pracht en de rijke stijl niet nalaten een diepen indruk te maken. In haar atelier op de Keizersgracht te Amster dam liet de fa. Kruysveldt de Mare ons heden De commissie werkloozen-ontspanning heeft haar taak weer opgevat en hoopt op aller me dewerking, vooral van de vakorganisaties en hoopt door een gift ineens of door 1 cent ver hooging bij te dragen voor de werkloozen-ont spanning. Zooals bekend, is het burgerlijk armbestuur opgeheven en omgezet in maatschappelijk hulp betoon. De voorzitter vroeg klachten te zijner kennis te brengen. De heer Gortzak hield een pleidooi voor de instellingen van het werkliedenverbond. Nadat nog enkele gebruik gemaakt hadden van de rondvraag, waarbij de heer Donkerloo het bestuur dank bracht voor de vele werk baar prachtige wintercollectie zien. j zaamheden, dit jaar verricht, en de voorzitter deren der ondernemingsgeest van deze coutu- daarQp met een ^„<5^ dankW00rd ant- rière, om twee maanden nadat zp ons naar najaarsmodellen toonde, weer voor den dag te komen met een groot aantal geheel nieuwe en met uiterste zorg gekozen toiletten. Want het pleit wel voor haar smaak en intuïtie, dat de firma Kruysveldt uit de modellen van de groo te Parijsche huizen juist die toiletten kiest, die het best geslaagd, het meest gedistingeerd en het best draagbaar zijn voor de Hollandsche vrouw. Hoe bijzonder chique is b.v. zoo'n avondjapon van de allerfijnste zwarte tulle, waarvan de rok, die meter wijd is, klokt en goft zonder het figuur ook maar even te verzwaren. Daarbij is dit toiletje uiterst decent, want een tulle pelerientje bedekt rug en schouders. De eenige woordde, werd de vergadering gesloten. Dinsdag 3 Januari 1933 worden de leden akkerbouwers, -zuivelbereiders en -melkveehou ders van den L. T. B. des v m. half elf in het St. Bavo-Gebouw, Smedestraat, Haarlem, versiering bestaat uit een ceintuurtje van groo- i verwacht, tot bijwoning van een Buitengewone te metalen kralen. Verder zagen we een namid- I Algemeene vergadering van den Boerenvak- dagjurkje, waarvan voorstuk en rug bestonden bond L. T. B. uit tulle, waarop reepjes zijde genaaid waren, alsof het een legkaart was. Alweer een exem plaar, dat geheel overeenstemt met den smaak van de meeste Hollandsche vrouwen. Minder in dit genre was de allernieuwste creatie van Lanvin, een kleed van middeleeuwsche lijn en van het prachtige madonnablauw, dat we be wonderen op de miniaturen van de oude mees ters. Dat was een gewaad, dat alleen de vrouw kan dragen, die er de innerlijke gesteldheid voor heeft. Als kleuren voor avondjaponnen zagen we nog: zilvergrijs, turkooisblauw, pastel- rose, wit en 'n fel oranje-rood. Naast al deze nogal luxueuze toiletten zagen we ook eenvoudige en practische creaties, mo dellen, die in een minimum van tijd van na- middagcostume konden omgetooverd worden ln dinerjapon, door b.v. de lange ondermouw hee- lemaal onder den ballon te stoppen of hem als een handschoen uit te trekken. Door een vestje even over 't hoofd te halen en het in het cein tuurtje weg te moffelen, werd een japon ineens gemetamorfoseerd Door van een jurk de schoudercape te nemen, werd de draagster in één moment van mon daine vrouw tot coquet kostschoolmeisje. Wie zal in dezen crisistijd 'n dergelijk gevoel voor economie van de Parijsche haute couture niet toejuichen? Het bestuur heeft gemeend op deze vergade ring een overzicht te geven van de huidige maatregelen tot ondersteuning van den land bouw, hun werking, de fouten en onvol komenheden hieraan verbonden, en de wen schen van de organisaties in dezen. Bij de uitvoering van de verschillende land- bouwsteunwetten, zijn door de overheid allerlei lichamen in het leven geroepen. Belangheb benden zijn bij de uitvoering ingeschakeld. Ook de L. T. B. heeft in verschillende uitvoe ringslichamen personen aangewezen of doen aanwijzen. Het bestuur van den Boerenvakbond L.T.B. heeft daarom vooraanstaande personen uit~e- noodigd, om een inleiding over de volgende "teunwetten te houden: a. Wet tot steun aan de Su kerbuitenteelt. b. Wet tot steun aan de Tarweterlt. c. Wet tot steun aan de Zuive'bereiding. d. Wet tot steun aan de Varkenshouderij. e. Wet tot steun aan de Vlasteelt. f. De Crisis-Pachtwet. Het bestuur meent daardoor te bereiken, dat de leden niet alleen de uitvoering in g.oote lijnen zullen leeren kennen, doch tevens de moeilijkheden, welke zich voor kunnen doen en in welke richting deze moeilijkheden zullen kunnen worden opgelost.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9