STADSNIEUWS
THERMOGENE
i
b\
Het ontstaan van
„Kentering"
Hoest,Koude
Pneumatiek
Griep en Ste
ken in de zij.
VRIJDAG 9 DECEMBER
GEMEENTEZAKEN
Kleingoed
Het ambtenarenreglement
W achtgeld
Diploma-toelagen
Loon bij ziekte
SCHOOLARTSENDIENST
HILLEGOM C.A.
PROVINCIALE STATEN VAN
NOORD-HOLLAND
De provinciale ziekenhuizen
DE WERKWEEK VOOR HET
PERSONEEL?
Subsidie Proeftuin
Vacantietoelage aan het
Provinciaal Personeel
REMBRANDT-THEATER
Het wonder Azië
PROVINCIAAL LANDGOED
Verlaging pachtprijzen
TOONEEL
STADSSCHOUWBURG
Zijne Majesteit Het Publiek
tfe
Katholieke filmproductie in
wording
R. K. VOLKSBOND
Ledenvergadering
Bij Kruysveldt de Mare
DE L. T. B.
Buitengewone vergadering
Boerenvakbond
B. en W. stellen voor behoudens goedkeuring
Van Gedeputeerde Staten der provincie Noord-
Holland aan het Rijk, voorzoover de rechten
der gemeente Haarlem betreft, in eigendom,
beheer en onderhoud, over te dragen tegen
den prijs van 16 te ontvangen door de ge
meente Leiden, een gedeelte water en weg bij
de Postbrug te Sassenheim, kad. bekend ge
meente Sassenheim, sectie B nos. 971 (ged.) en
528 (ged.), resp. groot 827 c.A., onder voor-
Waarde, dat aan deze overdracht voor de ge
meente Haarlem geen kosten zullen zijn ver
bonden.
B. en W. schrijven aan den Raad:
In verband met de inwerkingtreding van
titel TV der Ambttenarenwet 1929 hebben wij
overwogen, op welke wijze voor deze gemeente
uitvoering ware te geven aan het bepaalde bij
nrt. 125, 2e lid, dier wet.
Het ter gemeente-secretarie vervaardigde
Voorontwerp-reglement werd overeenkomstig
de desbetreffende verordening om advies in
banden gesteld van de Commissiën van over
leg voor de ambtenaars- en werkliedenzaken
en het politie-personeel. Ten einde een vrucht
dragende behandeling te verzekeren, werden
de organisatiën in de gelegenheid gesteld van
hare eventueele opmerkingen en/of bezwaren
vooraf te doen blijken, van we'ke gelegenheid
bijkans alle organisatiën gebruik maakten.
De ingediende amendementen waren talrijk,
de strekking ervan uiteenloopend, waarom ge
noemde commissiën gebruik maakten van de
bij het reglement voor het georganiseerd over
ig' gegeven bevoegdheid om een sub-commis
sie te benoemen, welke tot taak zou hebben
de amendementen te bespreken en nadere
voorstellen te doen omtrent eventueele amen
deering van het den Commissiën aangeboden
ontwerp. Bedoelde sub-commissie, welke onder
leiding van den voorzitter van het georgani
seerd overleg stond, werd voorts gevormd door
de leden der Commissie van bijstand voor ar-
beids- en pensioenzaken en één vertegenwoor
diger van elke der in de Commissiën van over
leg zitting hebbende organisatiën. De over
weging der ingediende amendementen nam zes
vergaderingen in beslag, waarna de sub-com-
Biissie aan de Commissiën van overleg de wij
zigingen deed toekomen, welke naar hare mee
ting in het aangeboden ontwerp behoorden te
Worden aangebracht. Dit ontwerp en de zoo
even bedoelde wijzigingen werden, in een op
14 October 1932 gehouden gecombineerde ver
gadering van vorengenoemde Commissiën, be
handeld. Met algemeene stemmen werd voor
gesteld een ontwerp aan te bieden, gewijzigd
overeenkomstig het voorstel der sub-commis
sie, zulks behoudens één onderwerp, waarover
öe stemmen staakten. Hierop komen wij nader
terug.
Hoewel bij de samenstelling van het ontwerp
zooveel mogelijk is gestreefd naar codificatie
zonder meer, bracht het ontwerpen van een
algemeene regeling voor de vier bovengenoem
de categorieën van het gemeente-personeel ter
wille van de uniformiteit onvermijdelijk wijzi
ging mede van enkele regehngen, welke thans
slechts voor een of meer dier categorieën van
kracht zijn. Hiertoe behooren o. a. de vaststel
ling van den leeftijd, waarop de ambtenaar
behoudens in bijzond-ere gevallen uiterlijk
Zal kunnen worden benoemd; de beloonin?
Voor arbeid op vrije dagen, voorzoover deze
niet op een Zendag va!en; betaling voor over
werk on uren, waarmede de arbeidstüd van
den ambtenaar dien van 48 uren per kalender-
Week overschrijdt; een bepaling betreffende de
leveling van belooning voor overwerk voor
Politic-personeel op gel'iken voet als thans
Voor de werklieden geldt.
Voorts ïs deze gelegenheid aangegrepen om
enkele bepalingen op te nemen, waaraan in
den loop der jaren behoefte is ontstaan, zoo-
nis de bevoegdheid om warhtge'd toe te ken-
hen aan een ambtenaar, die een ongevraagd
eervol ontslag verkrijgt omdat de algemeene
be'au"-en van den dienst zijn ontslag nood
zakelijk maken; de bevoegdheid om in bijzon
dere gevallen aan hen, die aanspraak hebben
°P wachtgeld gedurende een tijdvak van vijf
tien jaren, ook na het verstrijken van dien ter-
ihijn wachtgeld te verleenen gedurende een
ih elk afzonderlijk geval te bepalen tijdvak
en tot een daarbij te bepa'en bedrag; aan
spraak voor iederen ambtenaar op vrije ge-
hees- en heelkundige behandeling als bij de
Ongevallenwet 1921 is gerege'd, ingeval de
ziekte of het ongeval in of door den dienst is
Ontstaan.
Enkele wijzigingen, welke de Commissiën van
Overleg alsnog in het ontwerp wenschten te
zien opgenomen, hebben wij gemeend niet aan
Hwe vergadering te mogen voorstellen. Zij be
treffen;
Artikel 46. Het verlof, dat boven de gewone
.laarhjksche vacantie, wordt genoten bij 25- en
40-jarige dienstvervulling bedraagt thans vijf
Werkdagen; bovendien wordt een gratificatie
Uitgekeerd van respectievelijk ƒ25 en ƒ40 of
aan den jubilaris ter hand gesteld een kunst-
Voorwerp van gelijke waarde.
De Commissiën van overleg stelden voor een
extra-verlof van veertien werkdagen, bene
vens een bedrag gelijk aan 50 pCt. van het
loon of salaris gedurende dat tijdvak uitbe
taald. Wij zijn van meening, dat een extra-
Verlof van twaalf werkdagen, benevens een
extra-bedrag van 50 pCt. van het loon of sa
laris over dat tijdvak genoten, voldoende mag
Worden geacht, terwijl wij aan hen, die prijs
pellen op een herinneringsgeschenk die keuze
hiet zouden willen ontnemen.
Artikel 47. Wij achten een verlof voor het
bijwonen van vier hoofdbestuursvergaderingen
voldoende, Indien men dat verlof aan een be
haald aantal vergaderingen wil binden. De
®°mmisiën van overleg hebben geadviseerd
Voor zes hoofdbestuursvergaderingen verlof te
Verleenen.
Artikel 63. Het voorstel om de diploma-toe-
'agen aan inspecteurs, klerken, hoofdagentten
®h agenten van politie te doen vervallen heeft
°nze instemming niet, ook al zullen zij, die
reeds in het genot zijn van een zoodanige toe
lage, de aanspraak er op behouden. Het komt
®hs in het belang van het peil van het politie
korps voor, wanneer de prikkel tot het verkrij
gen van het inspecteurs- of politie-diploma
Nijft bestaan. Door de bepaling, dat de toe-
jage na verloop van zeven jaren zal vervallen,
tenzij opnieuw met goed gevolg een examen is
afgelegd, wordt tegemoet gekomen aan het
bezwaar dat voor het eens behaalde diploma
gedurende den geheelen verderen diensttijd een
toelage wordt genoten.
Artikel 74. Het voorstel om een ambtenaar
'h vasten dienst, die door ziekte of ongeval
Verhinderd is zijn betrekking waar te nemen,
gedurende achttien maanden het volle sa'aris
bit te betalen, achten wij in zijn algemeenheid
te ver te gaan.
Wij meenen, dat de termijn van twaalf maan
den, welke thans ook geldt, nevens onze be
voegdheid om daarna in elk geval afzonder
lik te bepalen tot welk bedrag en gedurende
Welken termijn nog salaris kan worden geno-
^h, een behoorlijke behartiging van de belan
den 'van den ambtenaar, die in zoodanig geval
•Pocht komen te verkeeren, zeker niet in den
b'eg staat, hetgeen met onderscheidene voor
beelden zou zijn te bewijzen. Het opvoeren van
den termijn, gedurende welken het volle loon
of salaris moet worden betaald, achten wij
en althans nu daarom niet verantwoord.
Een voorstel, om den op wachtgeld gestelden
ambtenaar gelegenheid te geven zijn wacht
geld z.g. af te koopen, kunnen wij niet steunen
Erkennende, dat in enkele gevallen deze be-
pa'ing wellicht voor den betrokkene van be-
ang kan zijn, achten wij thans echter den tijd
nog niet gekomen om een zoodanige bepaling
in het reglement op te nemen.
Artikel 69. Krachtens de thans bestaande
reglementen ontvangen de nagelaten betrek
kingen van een ambtenaar (werkman) in tij-
delijken dienst geenerlei uitkeering. Tegen
doorbetaling van het salaris of loon, geduren
de een maand, onderscheidenlijk vier weken,
hebben wij geen bezwaar, hoewel ons aanvan
kelijk voorstel een uitkeering gelijk aan een
ha've maand, onderscheidenlijk twee weken
loon noemde. Deze termijnen op anderhalve
maand, onderscheidenlijk zes weken te stellen,
gelijk de Commissiën van overleg adviseeren,
meenen wij, lettende op den aard van het
dienstverband, te moeten ontraden.
In Hoofdstuk X wordt voorgesteld een rege
ling ter uitvoering van het bepaalde in art.
125, le lid, letter j, van de Ambtenarenwet
1929. Hoewel de wijze, waarop het Scheidsge
recht kan worden samengesteld, op meer dan
een leest kan wordeïP geschoeid, hebben de
Commissiën van overleg bes1 oten te aanvaar
den het voorstel der sub-commissie, hetwelk
na ampele bespreking is geformuleerd als
thans in de artikelen 139 en volgende van het
ontwerp is opgenomen. De gevallen, waarin
krachtens artikel 148 beroep kan worden inge
steld bij het scheidsgerecht, verschillen zoowel
quantitatief als qualitatief zoodanig met den
tegenwoordigen toestand, dat de tijd zal moe
ten leeren of de gedachte samenstelling inder
daad voldoet aan de daaromtrent gekoesterde
verwachtingen.
Artikel 188 waarborgt, gedurende vijf jaren,
de verkregen rechten, welke een vereeniging
(afdeeling), vóór den datum, waarop het Amb
tenarenreglement zal worden ingevoerd, bezat
ten aanzien van de vertegenwoordiging in de
Centrale commissie voor georganiseerd overleg,
ook al wordt niet voldaan aan de, bü artikel
173 gestelde verplichting tot aansluiting bij een
Centrale voor overheidspersoneel. Wij stellen u
voor ons de bevoegdheid te verleenen, dien ter
mijn eventueel te verlengen, onder de in ge
noemd artikel gestelde voorwaarden.
Overeenkomstig het bepaalde bij artikel 11
der Verordening tot regeling van het georga
niseerd overleg deelen wij u mede, dat zoo
als hiervoor reeds werd opgemerkt geen
overeenstemming werd verkregen ten opzichte
van een amendement om artikel 75 zoodanig
te wijzigen, dat aan tijdelijke ambtenaren in
geval van ziekte loon wordt uitgekeerd gedu
rende ten minste zes maanden en tot een
maximum van achttien maanden, zulks ter
vervanging van de regeling, vastgeste'd bij uw
besluit van 19 Februari 1930, no. 7, en welke
onveranderd in het ontwerp is opgenomen. Bij
de gehouden stemming over bedoeld amende
ment verklaarde de vertegenwoordiging van
het Gemeentebestuur zich tegen; de organi
satiën verklaarden zich eenstemmig voor. Wij
geven u in overweging de bij het besluit van
19 Februari 1930 getroffen regeling te hand
haven.
Ten slotte rest ons nog de bespreking van
het voorstel, door den heer mr. L. G. van
Dam ingediend en in uwe vergadering van 22
December 1931 om prae-ad.vies in onze handen
gesteld, luidende:
De ondergeteekende stelt voor:
In artikel 4 van het Reglement voor de Cen
trale Commissie van Over'eg voor het Politie
personeel sub b in plaats van „ten minste tien
leden" te lezen „ten minste zes leden".
(get.) L. G. v. DAM
Ten opzichte van dat voorstel deelen wij u
méde, dat de Burgemeester in 1922, zonder dat
eenige wettelijke bepaling daartoe dwong, een
centrale commissie van overleg voor het poli
tiepersoneel in het leven heeft geroepen en
voor dat instituut een reglement heeft vast
geste'd.
In hoeverre de maatregelen, ter uitvoering
van art. 125 der Ambtenarenwet 1929, aanlei-
'ing zullen geven om wijziging te brengen in
bovenbedoeld reglement, uitsluitend voor zoo
veel betreft het regelingsgebied, dat in de wet
aan den Burgemeester is voorbehouden, staat
ter beoordeeling van den Burgemeester.
Indien het voorstel tot strekking heeft, een
wensch kenbaar te maken ten opzichte van de
regeling van het georganiseerd overleg met het
politie-personeel, betreffende de aange'egen-
heden welke tot de taak van Uwen Raad be
hooren, stellen wij u voor, het voorstel van den
heer Mr. Van Dam niet te aanvaarden, aan
gezien de Commissiën van overleg hebben be
sloten te adviseeren het vereischte ledental,
voor de categorie, opgenomen onder a van de
eerste alinea van art. 173, aanvankelijk bepaald
op 10, te brengen op 15, met welk advies wij
ons hebben vereenigd.
Al is het verslag van den schoolarts reeds
geruimen tijd geleden verschenen, het bevat
toch zooveel belangrijke gegevens op her, ge
bied der gezondheid van de schooljeugd, dat wij
niet kunnen nalaten althans eenige der voor
naamste zaken meer in algemeenen kring onder
de aandacht te brengen.
Het aantal inwoners van de vijf genoemde
gemeenten bedroeg in 1931: 41044, die tezamen
8584 schoogaande kinderen bezaten, waarvan
6740 het lager, 380 het mulo en 1464 het bewaar -
schoolonderwijs volgden. Van deze kinderen
moeten worden afgetrokken de leerlingen van
5 bijz. Prot. scholen, wier besturen om prin-
cipieele redenen bezwaar hadden tegen dit
overheidsinstituut; dit waren 678 kinderen van
het l.o., 112 van het mulo en bewaarschool-
onderwijs.
Er is derhalve 91.6 pCt. van het aantal kin
deren beschikbaar gesteld voor onderzoek. Van
deze kinderen werden 2023 geheel of ten deele
onderzocht.
Geheel werden 1503 kinderen onderzocht,
.waarvan 1092 uit de eerste klasse van het lager
onderwijs, 150 van het mulo en 261 van de be
waarscholen. Van deze werden er 243 naar den
huisarts verwezen. Uit andere klassen werden
er 520 onderzocht, waarvan er 158 naar den
huisarts werden gezonden. Er kregen derhalve
2023 kinderen geheel of gedeeltelijk een beurt.
Van de 1587 opgeroepen kinderen uit de eerste
klassen verschenen er 1503. Van de weggebleven
64 kinderen waren er maar 20, die bezwaren
hadden, de overigen waren ziek. Van die 20
kinderen waren er 17 geplaatst op Prot. scho'en,
2 op R.K. scholen en 1 op een openbare. Als
men in aanmerking neemt, dat er 49 scholen
zijn aangesloten, mag dit getal zeer klein wor
den genoemd. Soms was er over deze kinderen
een schrijven van de ouders, dat er geen prin-
cipieele bezwaren waren, maar dat ze het niet
noodig vonden. Hoe de ouders zich daarbij
kunnen vergissen, moge blijken uit een mede-
deeling, van geloofwaardige zijde verstrekt, dat
er in dit jaar een kind werd onderzocht, dat
lijdende bleek aan tuberculose, die reeds in een
ver stadium verkeerde, zonder dat dit aan de
ouders bekend bleek en zonder dat door dit
kind ooit was geklaagd! In 1931 kwamen 207
gevallen van t.b.c. voor* op 1386 families. In
Noordwijk 10.9 pCt., in Noordwijkerhout 9.1 pCt.
De schoolarts stelt zich voor telken jare de
kinderen van de eerste klassen van de drie ge
noemde scholen te onderzoeken en nog eens
bij het verlaten der school. Voor elk kind is
een kaart aangelegd, waarop de noodige bij
zonderheden staan vermeld. Hoogst belangwek
kend is de lectuur van de geconstateerde af
wijkingen en ziekte-gevallen. Er blijkt zeer
duidelijk uit, dat de schoolarts met veel accu
ratesse zijn taak vervult. Men mag wel zeggen,
dat de kinderen geheel zijn onderzocht. Het
begint al met het vragen aan de moeders, die
op een enkele uitzondering alle waren meege
komen (Noordwijkerhout krijgt in het verslag
een extra pluim) en bij verhindering nog vaak
haar spijt hadden uitgedrukt, naar bijzonder
heden die zich bij de geboorte hadden voorge
daan, naar reeds doorgemaakte ziekten en naar
de voeding van het jonge kind. Aan Engelsche
ziekte bleken ruim 12 pCt. van de kinderen
lijdende te zijn geweest, waarbij bleek, dat de
moeders hiervan lang niet altijd op de hoogte
waren, dat die bestaan had. De zomertijd bleek
op den slaapduur een zeer ongunstigen invloed
te hebben.
De voedingstoestand bleek bij 744 kinderen
goed te noemen, bij 272 matig, bij 65 liet hij
iets te wenschen en was bij 11 slecht (1 pCt.)
Bij 95 kinderen werden meer dan gewone
klierzwellingen geconstateerd, waarvan bij 30
ook in den buik; achterlijkheid en zwakte bij
52, psychische afwijkingen bij 24, groote ner
vositeit bij 76, haarziekte bij 8 en huidziekte,
waaronder ook die van de hoofdhuid bij 49.
Het verslag vermeldt nog onderzoekingen van
de oogen, het gehoor, de amandelen, het gebit,
de spraak, de longen (vaak werd b.v. bronchitis
geconstateerd, waarvan ouders onkundig ble
ken), van de wervelkolom, van platvoeten, van
breuken, van bedwateren, van de geslachts-
deelen, enz.
De schoolarts vermeldt met dankbaarheid de
medewerking van zijn collega's en andere
autoriteiten.
Aan het algemeen verslag der Afdeelingen
van de Provinciale Staten van Noord-Holland
betreffende de balansen en rekeningen over
1931 en de begrootingen voor 1933 der Provin
ciale Ziekenhuizen nabij Santpoort, te Bakkum
en te Medemblik ontleenen wij:
Door een der leden werd betoogd, dat het,
ter wille van een noodzakelijke bezuiniging
op de kosten der ziekenhuizen, noodzakelijk is,
de werkweek der verplegenden te verlengen van
48 tot 55 uur. Een dergelijke werkweek is ook
in andere gestichten aanvaard.
Van verschillende zijden werd tegen dit
denkbeeld opgekomen. Daarbij werd in de
eerste plaats gewezen op de uitspraak, ter zake
door de Staten in 1925 gedaan, toen een voor
stel in die richting met groote meerderheid
van stemmen werd afgewezen.
Bij de behandeling der begrootingen van de
Ziekenhuizen werd op de suggestie van het be
trokken lid nader ingegaan. De leden, die te
genstanders bleken te zijn van verlenging der
werkweek, verklaarden, dat de argumenten te
gen verlenging van den arbeidsduur der ver
plegenden, in den loop der jaren niets van hun
ne beteekenis hadden verloren. Deze leden her
innerden aan de invoering van de arbeids-
therapie, die zoo zegenrijk werkt, doch hun
inziens alleen kan slagen, indien het personeel
zich daaraan met volle toewijding en overge
ving blijft wijden. De arbeid van het verplegend
personeel is moeilijker en verantwoordelijker
geworden. Het zou in hooge mate gevaarlijk
zijn met het oog op dit werk onder onrustige
patiënten, werk, dat steeds voor de verplegenden
een geestelijke spanning beteekent, van het per
soneel een langduriger inspanning te gaan ver
gen. Hierdoor zou de verzorging van geestes
zieken op een lager peil worden gebracht en
schade worden berokkend aan een mooi" werk,
waarin Noordholland tot dusver was voorge
gaan.
De betreffende leden ontkennen niet, dat de
lasten, voortvloeiende uit de regelmatige toe
neming van het aantal patiënten gevolg
van het ouder worden der menschen, van den
gelukkig afgenomen afkeer tegen gestichtsver-
pleging en van verschillende andere oorzaken
waren gestegen.
Men dient ernstig na te gaan, of de lasten
niet docr gepaste middelen kunnen worden
verminderd.
In de eerste plaats dachten deze leden
hierbij aan een goede organisatie van de Na
zorg, waardoor bevorderd kan worden, dat de
patiënten niet opnieuw tot de noodzakelijkheid
van verpleging terugvallen: bestond er een be
hoorlijke nazorg, dan zou in verschillende geval
len het ontslag uit het ziekenhuis kunnen wor
den vervroegd, waarbij dan de patiënten hetzij
konden worden teruggegeven aan de maatschap
pij, hetzij naar eenvoudiger inrichtingen konden
worden overgebracht, hetzij onder gezinszorg
konden komen.
Al mochten de financieele uitkomsten der
Ziekenhuizen relatief bevredigend zijn, door
dien het tekort beneden de ramingen bleef, dit
doet toch zoo betoogden andere leden
niets af aan het feit, dat de begrooting der
Provincie nog steeds als gezamenlijk tekort op
de drie Ziekenhuizen een som van 810.000 te
dragen heeft. Hierbij komt nog, dat ook elke
gemeente in de provincie gaarne zal zien, dat
de verpleegkosten geringer worden. Een salaris
verlaging van het personeel der instellingen
kan zoo beoogden die leden tot die ver
mindering aanleiding geven.
Dat in de ziekenhuizen buitenlandsch vleesch
wordt gebruikt, achtte een der leden onjuist.
Hij meende, dat het algemeen belang met zich
brengt om daar inlandsch vleesch te gebrui
ken. Het verschil in den kostenden prijs is zü.
niet van beteekenis.
Ged. Staten der provincie Noord-Holland stel
en voor te besluiten:
I. aan de Vereeniging Proef- en Schooltuin
„Kennemerland" te Alkmaar voor het jaar 1932
een bijdrage te verleenen van ten hoogste
500.in het tekort op de gewone exploitatie,
op den grondslag van de rekening over dat
jaar, met dien verstande, dat de bijdrage ten
hoogste zal bedragen 2/3 gedeelte van de
bijdrage van het Rijk en in ieder geval niet
meer dan de som der bijdragen van belangneb-
benden, voorts onder bepaling, dat bij de reke
ning een verslag over 1932 aan Gedeputeerde
Jtaten wordt toegezonden.
Ged. Staten schrijven aan de Staten:
Door Ged. Staten moet in de tweede gewone
jltting van ieder jaar worden bepaald, of, en
zoo ja naar welke regelen en tot welke bedra
den, over het volgende jaar een vacantietoelage
;al wordvn uitgekeerd.
Op grond van dezelfde overweging, die ons
ook geleid heeft tot ons voorstel voor een
ijdelijke salariskorting: dat het overgroote
leel der bevolking onzer eigen provincie zwaar
gebukt gaat onder de gevolgen van de crisis....",
Deze van ouds be
kende watten ver
spreidt 'n weldoen
de warmte en be
strijdt met succes
Doozen van 45 en -75 cents.
Bij Apothekers en Drogisten
heeft het in ons College een ernstig vraagpunt
uitgemaakt, of het oirbaar mocht geacht wor
den bedoelde toelage voor het jaar 1933 wederom
toe te kennen, tot welke vraag te meer reden
schijnt te zijn nu in formeelen zin deze toelage
als een extra-inkomst is te beschouwen, die
telkenmale slechts voor een jaar wordt toege
staan.
Daar tegenover staat evenwel veler meening,
dat de vacantietoelage bedoeld is als een inte
greerend deel der arbeidsvoorwaarden, in welk
geval hare niet-toekening, in tegenstelling met
de strekking der voorgestelde loonkorting, in
progressieven zin naar beneden zou werken.
Naast de erkenning van het laatstgenoemde
feit verdient o.i. ook ernstige overweging de
omstandigheid, dat doel en regeling der vacan
tietoelage over het algemeen zeer sympathiek
zijn en niet minder het feit, dat zij het ook
uit reglementair oogpunt de niet-toekenning
thans gevoeld zou worden als een dubbel offer
voor de lager gesalarieerden.
Ten slotte behield het denkbeeld eener weder-
toekenning, althans voor het jaar 1933, bij ons
de overhand.
Eén ding kwam echter vast te staan. Blijven
de toestanden stationnair of beginnen zij ver
betering te toonen, dan zal de toekenning van
den vacantietoeslag ook in volgende jaren ver
moedelijk in overweging kunnen worden geno
men, maar naar veler oordeel staat de Provin
cie met hare financiën nog niet op het laagste
punt en is verdere belastingverzwaring geenszins
uitgesloten. Blijkt deze vrees gegrond, dan mag,
reeds alleen op dezen grond, uitzicht op eene
vernieuwing in het volgende jaar niet geopend
worden. J
Zooals wij reeds in onze voordracht van 18
November 1931, stuk no. 85, mededeelden, stelt
de Centrale Commissie voor georganiseerd over
leg, zoolang het voornemen bestaat de geldende
regeling der vacantietoelage te doen con-
tinueeren, er geen prijs op dienaangaande tel-
kenjare te worden gehoord. Het advies dier
Commissie is dan ook thans niet ingewonnen.
einde moet opmerken, allesbehalve vriendelijk
afgekomen en haar rol is zeker wel de onaan
genaamste van het heele stuk, doch tevens ook
de eigenaardigste, want zij is de actrice die
een actrice moet uitbeelden. En die laatste
actrice moet zich weer in „tweeën" splitsen,,
en wel in 'n „gewone" en een „ongure". Doch
beide creaties toonde zij zich in alle op
zichten de „werkelijke" actrice.
Volwassenen, die een geestig, boeiend en vlot
:tuk willen zien, kunnen we aanraden naar hun
eigen" geestesproduct te gaan kijken.
Zij zullen zich met hun eigen wijsheden ver
maken, en ze waardeeren, gelijk ook wij ge
daan hebben.
Ten slotte nog een enkel woord over de bij-
ollen, die zonder uitzondering in goede handen
waren. Een harer, die wel gesignaleerd stond,
verscheen niet, doch niemand miste iets.
L. V.
Naar wij vernemen, is door Ged. Staten be
sloten aan de pachters van perceelen op het
landgoed een reductie over 1932 te verleenen
van 50 pCt. op de huurprijzen.
Blijspel Ju 1 voorspel, 3 bedrijven
en 1 naspel van W. L'chtenberg
door N.V. Gezelschap Saalborn
Wat zal het publiek zich gevleid hebben ge
voeld, toen het zich gisteravond na de opvoe
ring van dit blijspel naar huis spoedde. En
daar had het reden voor. Want het was (velen
misschien zonder het te weten) hoofdpersoon
geweest in een tooneelstuk, dat werd opgevoerd,
en wel bij monde van Magda Janssens, Oscar
Tourniaire, Louise Kooiman en Henri Eerens.
Doch behoudens deze sublieme vertegenwoor
diging was er nog een andere factor, die het
streelende gevoel bij het publiek kon teweeg
brengen. Het zag zich namelijk met eigen oogen
in staat a bout pourtant een stuk te creëeren,
althans te reconstrueeren op een wijze, dat
„het" zichzelf prijzen moest voor de manier
waarop „het" dat, gedaan heeft. En we vragen
ons dan ook, met alle respect voor de idee en
haar uitwerking af, of de schrijver ook maar
'n de verste verten zijn publiek tot een derge
lijke geniale daad in staat acht. We gelooven
eerder, dat hij het heeft willen vleien en als
dat zoo is, lijkt ons voorzichtigheid geboden
terwille van den auteursstand. Want als men
den grootsten stommeling nadrukkelijk vertelt
en verzekert, dat hij een genie is, dan wordt
':ij een dwaas, die aan hoogmoedswaanzin gaat
laboreeren of in een gekkenhuis terecht komt.
Inmiddels is dat alles slechts bijzaak voor
de eigenlijke beteekenis van het stuk. Want
onder die bedrijven door heeft men een typisch
spel aanschouwd, een spel waarin de vrouwe
lijke listigheid geholpen door het toeval, vic
torie kraait over een allerzonderlingst heer
schap, dat den naam draagt van Baron
Klemens von Silenius. En nu nemen we maar
aan, in hoofdzaak en voornamelijk terwille van
het goedgevonden einde, dat het werkelijk
mogelijk is, zoo uiterst minutieus en nauwkeurig
een vertelling te doen, dat men daardoor een
oerfect stuk „suggereert". En dat doen we des
te gereeder, wijl het vertel-stuk zoo machtig
interessant is, en van het begin tot het einde
op een Sherlock-Holmes-achtige manier' weet
te boeien. Om zelfs maar den schijn te vermij
den, dat wij door deze erkenning onszelf in
de hoogte zouden steken (ook wij kunnen ons
toch gevoeglijk tot een stuk publiek, dat
in dit geval de geestelijke vader is,
rekenen) moeten wij er direct aan toevoegen,
lat de vertolking in de allereerste plaats a.lle
■echten op het succes toekomt. Als een guitige
baken straalde Magda Janssens over die woe
lende liefdeszee rondom haar en wees al de
drenkelingen zoowel den goeden als den kwaden
den juisten weg. Alleen haar man, kreeg nog
een extra lesje, alvorens zij hem goed en we:
veilig aan zijn haren optrok naar haar ver
heven standplaats.
Geen oogenblik werd haar strategie door een
verkeerd gebaar of een onbezonnen wending
verzwakt. Tot aan het laatst toe bleef zij de
situatie op een meesterlijke wijze beheerschen.
En dat wilde wat zeggen tegenover een man
als Oscar Tourniaire, den adellijken veefokker die
met zijn koeien-filosofie het leven en zijn eigen
huwelijksgeluk onder de loupe neemt en dan
terwille van een plotseling „hartstochtje" eens
klaps tot de conclusie komt, dat hij eigenlijk
toch niet gelukkig is, ja, niet zijn kan, in
zoo'n „kooi". Het was in een woord prachtig,
de wijze, zooals hij rondsprong in het net, dat
zijn vrouw om hem geweven had. Die gedis
tingeerde, doch onbesuisde naïveteit die hij
ran den daelegde, die koddige mimiek en zijn
geheele ojftden waren zoo echt en waar en zoo
zuiver gezien, datja, dat het eeuwig jam
mer zou zijn, indien deze acteur zich binnen
kort, zooals de geruchten luidden, van het
'ooneel zal terugtrekken.
Henri Eerens had het niet gemakkelijk om
in alle drie bedrijven, plus het voor- en naspel,
de hopelooze verliefde te spelen. Een dergelijke
rol, wordt bij de minste onbedachtzaamheid
gauw ridicuul en zijn grootste verdienste is dan
ook, dat hij met een bewonderenswaardige
correctheid zijn taak vervulde en iedere banale
overdrijving vermeed.
Louise Kooiman is er, zooals zijzelf aan het
De belangrijkheid van Cultuurfilms is duide
lijk voor een ieder, die met open oog en oor
in het leven staat. Het nota nemen van al
hetgeen de wereld biedt verruimt in niet ge
ringe mate den blik en •perheft den mensch
boven het kleine, enge kringetje waarin hij
uit den aard der zaak moet vertoeven vanwege
het dagelijksch brood.
Was het vroeger slechts aan een enkeling
veroorloofd te zien wat er in de wijde wereld
te koop was, tegenwoordig stelt de film ieder
een in staat zonder veel moeite of kosten,
vreemde volkeren in hun doen en laten gade te
slaan. We kunnen ons dan ook best begrij
pen, dat bekwame mannen als dr. J. P. Thyssen
niet alleen het belang van dergelijke voorstel
lingen begrijpen, doch er tevens onomwonden
op wijzen.
De wonderen van Azië, de film, welke aan
staanden Zondagmorgen wordt vertoond, open
baren aan de toeschouwers een zeer bijzondere
wereld en wel die, welke grootendeels, tot nog
toe, niet door Europeanen bezocht mocht wor
den. Dat is b.v. het Koninkrijk Nepal en de
daar heerschende Maharadja heeft tot op heden
aan iederen buitenlander den toegang tot zijn
koninkrijk ontzegd. Hoe dr. Martin Hürli-
mann, de vervaardiger van deze film aan de
De vraag, hoe de film „Kentering" is ont
staan, zou slechts met een lang antwoord kun
nen opgelost worden. Zij is namelijk niet zoo
heel eenvoudig. Het is alweer jaren geleden,
dat enkele filmcritici, waaronder Herluf van
Merlet en Close-Up meenden, dat het met de
katholieke bemoeiingen op filmgebied den ver
keerden kant uit ging. Zij en anderen begon
nen toen een strijd tegen deze naar hun over
tuiging verkeerde methode en trachtten hun
lezers zoo goed mogelijk in te lichten over het
doen en laten van katholieken en niet-katho-
lieken inzake film.
Toen kwam het oogenblik, dat Jan Hin m
contact kwam met de theoretici en verklaarde
de theorieën in practijk te willen omzetten. Hij
ging er alleen op uit naar Parijs en Berlijn,
werkte samen met Moholy Nagy, Hans Richter,
Walter Ruttmann en anderen en verzekerde
zich aldus de voorlichtingen van de filmkun
stenaars, die steeds in de voorste rangen heD-
ben gestaan en wie de filmkunst wel het meest
te danken heeft gehad.
Deze samenwerking bleef niet zonder resul
taat en na maanden harden arbeid kwam Hm
weer naar Nederland terug, bezield met het
voornemen de katholieke filmproductie in ons
land ter hand te nemen. Spoedig zou hij in zijn
samenwerking met Ivens blijken geven van een
bijzondere begaafdheid, die zoo duidelijk sprak,
dat de critiek de voorspelling aandurfde dat
het Hin gegeven zou zijn de eerste daad van
beteekenis te stellen. Deze voorspelling is vol
ledig uitgekomen. De kunstcommissie van het
R. K. Werkliedenverbond adviseerde het be
stuur dezer organisatie een propagandafilm te
laten maken en het was onze collega Willem
Nieuwenhuis, die verschillende filmvrienden bij
elkaar riep en tot de daad aanspoorde. Het
sprak voor deze filmvrienden en voor de com
missie vanzelf, dat het Jan Hin zou zijn. die
de werkliedenfilm zou maken.
Tenslotte waren drie van deze filmvrienden
verdiept in een scenario, n.l Jan Hin, Albert
Kuyle en Close-Up. Dit scenario zou behande
len de gedachte der encycliek Rerum Novarum.
Nu was het slechts een kwestie van dagen en
het ontwerp verkreeg de volle instemming der
kunstcommissie en van t Verbondsbestuur De
opnamen konden beginnen en in een paar ge
huurde zalen werd een studio ingericht. Het
begin van een eerste Nederlandsche katholieke
filmwerkzaamheid was gemaakt. Den verderen
groei zullen we morgsn nagaan.
Het vonpdiee resultaat echter kunnen de ka
tholieke Haarlemmers reeds vanaf Zondag a.s.
in het Sint Bavogebouw aanschouwen. Er is ge
legenheid plaatsen te reserveeren.
Voor een goed bezette zaal hield de R. K.
Volksbond, onder leiding van den heer J. Fh.
H. Castricum, zijn ledenvergadering.
Vooreerst memoreerde de voorzitter de goed
geslaagde jaarfeesten, waa.b j op den laat .ten
jaarfeestavond de rederijkerskamer Alberdingk
Thym is gehuldigd en de tooneelknecht de
heer J. Poelgeest. De opbrengst der collecten
die avonden gehouden, bracht op f 188.i9,
waarvan 94.25 ten goede komt aan. het fonds
„Hulp in Nood" en 94.24 aan het fonds „Hulp
bjj ziekte".
Voor den drie-jarigen cursus van 't Werklie
denverbond, te leiden door Pater Dr. Mr. Beau
fort, is de deelname niet bijzonder groot te
toestemming gekomen is, kan iedereen onver
schillig laten, de hoofdzaak is, dat men thans
'oor zijn toedoen een kijkje kan nemen in een noemen, daarom stelt het bestuur de gelegei}-
land dat tot nog toe zijn grenzen angstvallig nog open zich alsnog aan te melden De
voor iederen blanke gesloten hield. kosten bedragen pl.m. 50 cents per week. Het
Nog een andere belangrijkheid van deze film bestuur zou het betreuren als deze cursus we-
is wel dat ook aan Britsch Indië, het land Sens gebrek aan belangstelling niet zou kunnen
dat momenteel in het middenpunt van de be- doorgaan. Men gelieve zich zoo spoedig moge
langstelling staat, bijzondere aandacht gewijd °P te geven.
is en men van heel dichtbij de vreemde zeden I De commissie van arbeiders-ontwikkeling
°n gewoonten dier bevolking kan gadeslaan, bracht haar program naar voren, waarbij nog
Interessant is dat zeker, doch in niet mindke enkele wenschen werden gevoegd en In over-
mate leerrijk. Aan de groote diepe vereerlm; weging zullen worden genomen,
der Hindoes voor het Opperwezen, waarvan
naar hun inzien Boeddha de vertegenwoordiger
is, kan menig „beschaafde" blanke nog een
lesje nemen.
Natuurlijk is het niet mogelijk, hier een alge-
heele opsomming te geven van al hetgeen di„
wondere Rijk, dat men met de camera door-
ruist, te aanschouwen geeft, doch het zij vol
doende on te merken, dat de vervaardigers ge
tracht hebben, een zoo volledig mogelijk beeld
Azië te geven en dat zij daarin uitmun- i Jonge werkgevers.
t TaaVihöri wl t-\~
De voorzitter meende in deze vergadering
nog eens te moeten wijzen op de gesloten re
traite.
Het werkloozenvraagstuk vraagt nog steeds
aller aandacht en zorg. De minister heeft in
de Kamer eenige belangrijke toezeggingen ge
daan, o.a. een wettelijke regeling voor werk
loosheidsverzekering, over de uitkeeringen enz.
De voorzitter wees nog op de belangrijke rede
van den heer De Bruin, gehouden voor de R.K
tend geslaagd zijn. Want niet alleen hebben zij
oog gehad voor de zeden en gewoonten der be
volking, doch ook en vooral voor de monumen
tale bouwwerken, waarvan de overdadige pracht
en de rijke stijl niet nalaten een diepen indruk
te maken.
In haar atelier op de Keizersgracht te Amster
dam liet de fa. Kruysveldt de Mare ons heden
De commissie werkloozen-ontspanning heeft
haar taak weer opgevat en hoopt op aller me
dewerking, vooral van de vakorganisaties en
hoopt door een gift ineens of door 1 cent ver
hooging bij te dragen voor de werkloozen-ont
spanning.
Zooals bekend, is het burgerlijk armbestuur
opgeheven en omgezet in maatschappelijk hulp
betoon. De voorzitter vroeg klachten te zijner
kennis te brengen.
De heer Gortzak hield een pleidooi voor de
instellingen van het werkliedenverbond.
Nadat nog enkele gebruik gemaakt hadden
van de rondvraag, waarbij de heer Donkerloo
het bestuur dank bracht voor de vele werk
baar prachtige wintercollectie zien. j zaamheden, dit jaar verricht, en de voorzitter
deren der ondernemingsgeest van deze coutu- daarQp met een ^„<5^ dankW00rd ant-
rière, om twee maanden nadat zp ons naar
najaarsmodellen toonde, weer voor den dag te
komen met een groot aantal geheel nieuwe en
met uiterste zorg gekozen toiletten. Want het
pleit wel voor haar smaak en intuïtie, dat de
firma Kruysveldt uit de modellen van de groo
te Parijsche huizen juist die toiletten kiest, die
het best geslaagd, het meest gedistingeerd en
het best draagbaar zijn voor de Hollandsche
vrouw.
Hoe bijzonder chique is b.v. zoo'n avondjapon
van de allerfijnste zwarte tulle, waarvan de
rok, die meter wijd is, klokt en goft zonder het
figuur ook maar even te verzwaren. Daarbij
is dit toiletje uiterst decent, want een tulle
pelerientje bedekt rug en schouders. De eenige
woordde, werd de vergadering gesloten.
Dinsdag 3 Januari 1933 worden de leden
akkerbouwers, -zuivelbereiders en -melkveehou
ders van den L. T. B. des v m. half elf in
het St. Bavo-Gebouw, Smedestraat, Haarlem,
versiering bestaat uit een ceintuurtje van groo- i verwacht, tot bijwoning van een Buitengewone
te metalen kralen. Verder zagen we een namid- I Algemeene vergadering van den Boerenvak-
dagjurkje, waarvan voorstuk en rug bestonden bond L. T. B.
uit tulle, waarop reepjes zijde genaaid waren,
alsof het een legkaart was. Alweer een exem
plaar, dat geheel overeenstemt met den smaak
van de meeste Hollandsche vrouwen. Minder
in dit genre was de allernieuwste creatie van
Lanvin, een kleed van middeleeuwsche lijn en
van het prachtige madonnablauw, dat we be
wonderen op de miniaturen van de oude mees
ters. Dat was een gewaad, dat alleen de vrouw
kan dragen, die er de innerlijke gesteldheid
voor heeft. Als kleuren voor avondjaponnen
zagen we nog: zilvergrijs, turkooisblauw, pastel-
rose, wit en 'n fel oranje-rood.
Naast al deze nogal luxueuze toiletten zagen
we ook eenvoudige en practische creaties, mo
dellen, die in een minimum van tijd van na-
middagcostume konden omgetooverd worden ln
dinerjapon, door b.v. de lange ondermouw hee-
lemaal onder den ballon te stoppen of hem als
een handschoen uit te trekken. Door een vestje
even over 't hoofd te halen en het in het cein
tuurtje weg te moffelen, werd een japon ineens
gemetamorfoseerd
Door van een jurk de schoudercape te nemen,
werd de draagster in één moment van mon
daine vrouw tot coquet kostschoolmeisje.
Wie zal in dezen crisistijd 'n dergelijk gevoel
voor economie van de Parijsche haute couture
niet toejuichen?
Het bestuur heeft gemeend op deze vergade
ring een overzicht te geven van de huidige
maatregelen tot ondersteuning van den land
bouw, hun werking, de fouten en onvol
komenheden hieraan verbonden, en de wen
schen van de organisaties in dezen.
Bij de uitvoering van de verschillende land-
bouwsteunwetten, zijn door de overheid allerlei
lichamen in het leven geroepen. Belangheb
benden zijn bij de uitvoering ingeschakeld.
Ook de L. T. B. heeft in verschillende uitvoe
ringslichamen personen aangewezen of doen
aanwijzen.
Het bestuur van den Boerenvakbond L.T.B.
heeft daarom vooraanstaande personen uit~e-
noodigd, om een inleiding over de volgende
"teunwetten te houden:
a. Wet tot steun aan de Su kerbuitenteelt.
b. Wet tot steun aan de Tarweterlt.
c. Wet tot steun aan de Zuive'bereiding.
d. Wet tot steun aan de Varkenshouderij.
e. Wet tot steun aan de Vlasteelt.
f. De Crisis-Pachtwet.
Het bestuur meent daardoor te bereiken, dat
de leden niet alleen de uitvoering in g.oote
lijnen zullen leeren kennen, doch tevens de
moeilijkheden, welke zich voor kunnen doen en
in welke richting deze moeilijkheden zullen
kunnen worden opgelost.